26.2.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 68/1


VERORDENING (EU) 2021/337 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 februari 2021

tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 wat betreft het EU-herstelprospectus en gerichte aanpassingen voor financiële tussenpersonen en Richtlijn 2004/109/EG wat betreft het gebruik van het uniform elektronisch verslagleggingsformaat voor jaarlijkse financiële overzichten om het herstel van de COVID-19-crisis te ondersteunen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De COVID-19-pandemie heeft zware gevolgen voor mensen en bedrijven en de gezondheidszorgstelsels en economieën van de lidstaten. De Commissie heeft in haar mededeling van 27 mei 2020 met als titel “Het moment van Europa: herstel en voorbereiding voor de volgende generatie”, benadrukt dat liquiditeit en toegang tot financiering knelpunten zullen blijven. Het is daarom van cruciaal belang dat het herstel van de zware economische schok die door de COVID-19-pandemie is veroorzaakt, wordt ondersteund door in de bestaande Uniewetgeving inzake financiële diensten gerichte wijzigingen aan te brengen. Deze wijzigingen vormen een pakket maatregelen, dat wordt goedgekeurd onder het label “Herstelpakket voor de kapitaalmarkten”.

(2)

Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad (3) stelt voorschriften vast voor de opstelling, goedkeuring en verspreiding van het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten worden aangeboden aan het publiek of toegelaten tot de handel op een in een lidstaat gelegen of functionerende gereglementeerde markt. In het kader van het pakket maatregelen om uitgevende instellingen te helpen te herstellen van de economische schok ten gevolge van de COVID-19-pandemie zijn gerichte wijzigingen van de prospectusregeling noodzakelijk. Die wijzigingen moeten het voor uitgevende instellingen en financiële tussenpersonen mogelijk maken de kosten te verminderen en middelen vrij te maken voor de herstelfase in de onmiddellijke nasleep van de COVID-19-pandemie. Die wijzigingen moeten in overeenstemming blijven met de overkoepelende doelstellingen van Verordening (EU) 2017/1129, teneinde het aantrekken van financiering op de kapitaalmarkten te bevorderen, een hoog niveau van consumenten- en beleggersbescherming te waarborgen, tot convergentie van de toezichtspraktijken in de lidstaten bij te dragen, en de goede werking van de interne markt te waarborgen. Die wijzigingen moeten daarnaast in het bijzonder ten volle rekening houden met de mate waarin de COVID-19-pandemie de huidige situatie van uitgevende instellingen en hun vooruitzichten voor de toekomst heeft beïnvloed.

(3)

De COVID-19-crisis maakt ondernemingen in de Unie, met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s/mkb-ondernemingen) en start-ups, brozer en kwetsbaarder. Wanneer ongerechtvaardigde belemmeringen en buitensporige administratieve rompslomp, waar passend, worden afgeschaft, kunnen ondernemingen in de Unie, en met name kmo’s, met inbegrip van start-ups en mid-cap-ondernemingen, gemakkelijker beschikken over een ruimer aanbod van financieringsbronnen, en kunnen ondernemingen in de Unie gemakkelijker toegang krijgen tot de aandelenmarkten en kunnen zich voor retailbeleggers en grote beleggers bovendien meer diverse, interessantere beleggingsmogelijkheden op langere termijn openen. In dat verband moet deze verordening ook tot doel hebben het voor potentiële beleggers gemakkelijker te maken om op de hoogte te worden gesteld van de beleggingsmogelijkheden in ondernemingen, aangezien het voor potentiële beleggers doorgaans moeilijk is om start-up-ondernemingen en kleine ondernemingen met een korte bedrijfsgeschiedenis te evalueren, wat een hinderpaal vormt voor innovatieve ideeën, vooral van personen die een bedrijf starten.

(4)

Kredietinstellingen hebben actief aan de inspanningen bijgedragen om ondernemingen te ondersteunen die financiering nodig hadden, en zullen naar verwachting een fundamentele pijler voor het herstel vormen. Verordening (EU) 2017/1129 verleent kredietinstellingen een vrijstelling van de verplichting een prospectus te publiceren in geval van een aanbieding of de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van bepaalde effecten zonder aandelenkarakter die doorlopend of periodiek worden uitgegeven tot een samengeteld bedrag van 75 miljoen EUR over een periode van twaalf maanden. Die vrijstellingsdrempel moet voor een beperkte periode worden verhoogd om het aantrekken van financiële middelen voor kredietinstellingen te bevorderen en hun de ademruimte te geven die zij nodig hebben om hun cliënten in de reële economie te kunnen ondersteunen. Aangezien de toepassing van die vrijstellingsdrempel beperkt is tot de herstelfase, moet deze enkel beschikbaar zijn voor een beperkte periode die eindigt op 31 december 2022.

(5)

Om de ernstige economische gevolgen van de COVID-19-pandemie met spoed aan te pakken, is het van belang dat maatregelen worden ingevoerd om investeringen in de reële economie te vergemakkelijken, een snelle herkapitalisatie van ondernemingen in de Unie mogelijk te maken en uitgevende instellingen in staat te stellen in een vroeg stadium van het herstelproces toegang te krijgen tot publieke markten. Om die doelstellingen te bereiken, is het passend een nieuw verkort prospectus te creëren, dat EU-herstelprospectus zal heten en dat — terwijl ook de specifiek door de COVID-19-pandemie ontstane economische en financiële vraagstukken worden aangepakt — gemakkelijk op te stellen is voor uitgevende instellingen, gemakkelijk te begrijpen is voor beleggers, met name retailbeleggers, die de uitgevende instellingen willen financieren, en gemakkelijk te controleren en goed te keuren is voor de bevoegde autoriteiten. Het EU-herstelprospectus moet in eerste instantie worden gezien als een instrument ter vergemakkelijking van herkapitalisatie, waarbij de bevoegde autoriteiten er nauwlettend op moeten toezien dat de vereisten inzake beleggersinformatie worden nageleefd. Het is belangrijk dat de in deze verordening opgenomen wijzigingen van Verordening (EU) 2017/1129 niet worden gebruikt ter vervanging van de geplande toetsing en eventuele herziening van Verordening (EU) 2017/1129, die een volledige effectbeoordeling behoeven. In dit verband zou het niet passend zijn aanvullende elementen aan de openbaarmakingsregelingen toe te voegen die niet reeds verplicht zijn krachtens die verordening of krachtens Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/980 van de Commissie (4), met uitzondering van specifieke informatie inzake de impact van de COVID-19-pandemie. Dergelijke elementen mogen uitsluitend worden geïntroduceerd in het geval van een wetgevingsvoorstel van de Commissie op basis van een door haar verrichte toetsing van Verordening (EU) 2017/1129, zoals bedoeld in artikel 48 van die verordening.

(6)

Het is belangrijk om de informatie van retailbeleggers en het essentiële-informatiedocument onderling op elkaar af te stemmen wat verschillende financiële producten en wetten betreft, en voor volledige investeringskeuze en -vergelijkbaarheid in de Unie te zorgen. Bovendien moet bij de voorziene toetsing van Verordening (EU) 2017/1129 aandacht worden besteed aan de bescherming van consumenten en retailbeleggers, om te zorgen voor geharmoniseerde, eenvoudige en gemakkelijk te begrijpen informatiedocumenten voor alle retailbeleggers.

(7)

Informatie over ecologische, sociale en governancefactoren (ESG) van bedrijven is steeds relevanter geworden voor beleggers om de duurzaamheidseffecten van hun beleggingen te meten en duurzaamheidsoverwegingen op te nemen in hun besluitvormingsprocessen inzake beleggingen en in hun risicobeheer. Dit heeft erin geresulteerd dat bedrijven nu onder toenemende druk van zowel beleggers als kredietinstellingen staan om antwoord te geven op vragen omtrent ESG, en zich moeten houden aan meerdere, vaak gefragmenteerde en inconsistente normen inzake ESG-openbaarmakingen. Tegen deze achtergrond, met het oog op het verbeteren van de openbaarmaking door bedrijven van aan duurzaamheid gerelateerde informatie en het harmoniseren van de in Verordening (EU) 2017/1129 vastgestelde vereisten betreffende deze openbaarmaking, en rekening houdend met andere Uniewetgeving inzake financiële diensten, moet de Commissie in het kader van de toetsing van Verordening (EU) 2017/1129 beoordelen of het aanbeveling verdient aan duurzaamheid gerelateerde informatie in Verordening (EU) 2017/1129 op te nemen en of het aanbeveling verdient een wetgevingsvoorstel voor te leggen dat tot doel heeft voor samenhang met duurzaamheidsdoelstellingen te zorgen, alsmede voor vergelijkbaarheid van aan duurzaamheid gerelateerde informatie in alle Uniewetgeving inzake financiële diensten.

(8)

Ondernemingen waarvan de aandelen toegelaten waren tot de handel op een gereglementeerde markt of verhandeld werden op een kmo-groeimarkt zonder onderbreking gedurende ten minste de voorbije 18 maanden vóór de aanbieding van aandelen of de toelating tot de handel, moeten hebben voldaan aan de voorschriften inzake periodieke en doorlopende openbaarmaking uit hoofde van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (5), Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) of, voor uitgevende instellingen op kmo-groeimarkten, uit hoofde van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie (7). Bijgevolg zal veel van de voorgeschreven inhoud van een prospectus al voor het publiek beschikbaar zijn en zullen beleggers op basis van die informatie handelen. Het EU-herstelprospectus mag daarom alleen voor secundaire uitgiften van aandelen worden gebruikt. Het EU-herstelprospectus moet aandelenfinanciering vergemakkelijken en ondernemingen aldus in staat stellen snel te herkapitaliseren. Het EU-herstelprospectus moet uitgevende instellingen niet in staat stellen over te stappen van een kmo-groeimarkt naar een gereglementeerde markt. Het EU-herstelprospectus mag daarnaast alleen focussen op essentiële informatie die beleggers in staat stelt geïnformeerde beleggingsbeslissingen te nemen. Desalniettemin moeten uitgevende instellingen of aanbieders, in voorkomend geval, aangeven hoe de COVID-19-pandemie de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling heeft beïnvloed, en wat eventueel de verwachte gevolgen van de pandemie op de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling in de toekomst zijn.

(9)

Om een doeltreffend instrument voor uitgevende instellingen te zijn, moet het EU-herstelprospectus bestaan in één enkel document van beperkte omvang waarin opneming van informatie door middel van verwijzing mogelijk is, en moet het in aanmerking komen voor het paspoort voor pan-Europese aanbiedingen van aandelen aan het publiek of toelatingen tot de handel op een gereglementeerde markt.

(10)

Het EU-herstelprospectus moet een korte samenvatting bevatten als een nuttige bron van informatie voor beleggers, met name retailbeleggers. Die samenvatting moet zijn opgenomen aan het begin van het EU-herstelprospectus en moet focussen op essentiële informatie op basis waarvan beleggers kunnen beslissen welke aanbiedingen aan het publiek en toelatingen tot de handel van aandelen zij nader willen onderzoeken, en het EU-herstelprospectus vervolgens in zijn geheel kunnen doornemen teneinde hun beslissing te kunnen nemen. De essentiële informatie moet informatie bevatten die specifiek betrekking heeft op de eventuele bedrijfsmatige en financiële gevolgen van de COVID-19-pandemie, alsook de eventuele verwachte toekomstige gevolgen daarvan. Het EU-herstelprospectus moet bescherming van retailbeleggers garanderen middels naleving van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2017/1129, onder vermijding van buitensporige administratieve lasten. In dit verband is het essentieel dat de samenvatting niet tot minder beleggersbescherming leidt en beleggers geen misleidende indruk geeft. Uitgevende instellingen of aanbieders moeten derhalve een hoge mate van zorgvuldigheid betrachten bij het opstellen van die samenvatting.

(11)

Aangezien het EU-herstelprospectus aanmerkelijk minder informatie zou bieden dan een vereenvoudigd prospectus onder de vereenvoudigde openbaarmakingsregeling voor secundaire uitgiften, mag het voor uitgevende instellingen niet mogelijk zijn om het te gebruiken voor uiterst verwaterende uitgiften van aandelen met een significante impact op de kapitaalstructuur, de vooruitzichten en de financiële situatie van de uitgevende instelling. Het gebruik van het EU-herstelprospectus moet daarom worden beperkt tot aanbiedingen van niet meer dan 150 % van het uitstaand kapitaal. Nauwkeurige criteria voor de berekening van een dergelijke drempel moeten in deze verordening worden vastgesteld.

(12)

Om gegevens te verzamelen ter onderbouwing van de beoordeling van de regeling voor het EU-herstelprospectus, moet het EU-herstelprospectus worden opgenomen in het in artikel 21, lid 6, van Verordening (EU) 2017/1129 bedoelde opslagmechanisme. Om de administratieve lasten voor het wijzigen van dat opslagmechanisme te beperken, moet het EU-herstelprospectus kunnen gebruikmaken van dezelfde gegevens als die welke zijn vastgesteld voor het prospectus voor secundaire uitgiften als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EU) 2017/1129, mits de twee soorten prospectussen duidelijk onderscheiden blijven.

(13)

Het EU-herstelprospectus moet een aanvulling zijn op de andere in Verordening (EU) 2017/1129 geregelde vormen van prospectussen, gelet op de specifieke kenmerken van verschillende soorten effecten, uitgevende instellingen, aanbiedingen en toelatingen. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, moeten daarom alle verwijzingen naar de term “prospectus” in het kader van Verordening (EU) 2017/1129 worden begrepen als verwijzingen naar alle verschillende vormen van prospectussen, met inbegrip van het in deze verordening geregelde EU-herstelprospectus.

(14)

Verordening (EU) 2017/1129 vereist dat financiële tussenpersonen de beleggers meedelen dat de kans bestaat dat een aanvulling wordt gepubliceerd, en, in bepaalde omstandigheden, met de beleggers contact opnemen op de dag dat een aanvulling wordt gepubliceerd. De termijn waarbinnen met beleggers contact moet worden opgenomen en de kring van beleggers waarmee dat moet gebeuren, kunnen problemen opleveren voor financiële tussenpersonen. Om financiële tussenpersonen soelaas te bieden en voor hen middelen vrij te maken, en toch een hoog niveau van beleggersbescherming te behouden, moet een meer evenredige regeling worden vastgesteld. Met name moet worden verduidelijkt dat financiële tussenpersonen uiterlijk op het moment van afsluiting van de oorspronkelijke aanbiedingsperiode contact moeten opnemen met beleggers die effecten kopen of daarop inschrijven. De oorspronkelijke aanbiedingsperiode moet worden begrepen als de periode waarin effecten aan het publiek worden aangeboden door de uitgevende instelling of aanbieder als bedoeld in het prospectus, en sluit daaropvolgende perioden waarin effecten op de markt worden doorverkocht uit. De oorspronkelijke aanbiedingsperiode moet zowel primaire als secundaire uitgiften van effecten omvatten. Die regeling moet specificeren met welke beleggers financiële tussenpersonen contact moeten opnemen wanneer een aanvulling wordt gepubliceerd, en moet de termijn verlengen waarbinnen zij met die beleggers contact moeten opnemen. Ongeacht de nieuwe regeling waarin deze verordening voorziet, moeten de bestaande bepalingen van Verordening (EU) 2017/1129, die waarborgen dat de aanvulling beschikbaar is voor alle beleggers door te verlangen dat deze aanvulling op een voor iedereen toegankelijke website wordt gepubliceerd, van toepassing blijven.

(15)

Aangezien de regeling voor het EU-herstelprospectus beperkt is tot de herstelfase, moet die regeling verstrijken op 31 december 2022. Om de continuïteit van de EU-herstelprospectussen te garanderen, moeten de EU-herstelprospectussen die zijn goedgekeurd vóór het verstrijken van de regeling voor het EU-herstelprospectus, in aanmerking komen voor een grandfatheringbepaling.

(16)

Uiterlijk op 21 juli 2022 dient de Commissie een verslag in te dienen bij het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van Verordening (EU) 2017/1129, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel. In dat verslag moet onder meer worden beoordeeld of de openbaarmakingsregeling voor EU-herstelprospectussen passend is om de met deze verordening beoogde doelstellingen te halen. Bij die beoordeling moet worden bepaald of in het EU-herstelprospectus een passend evenwicht gevonden is tussen de bescherming van de belegger en de vermindering van de administratieve lasten.

(17)

Krachtens Richtlijn 2004/109/EG moeten uitgevende instellingen waarvan de effecten toegelaten zijn tot de handel op een in een lidstaat gelegen of functionerende gereglementeerde markt hun jaarlijkse financiële overzichten met ingang van boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2020 in een uniform elektronisch verslagleggingsformaat opstellen en openbaar maken. Dit uniforme elektronische verslagleggingsformaat wordt gespecificeerd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/815 van de Commissie (8). Gezien het feit dat het opstellen van jaarlijkse financiële overzichten met gebruikmaking van het uniforme elektronische verslagleggingsformaat de terbeschikkingstelling van aanvullende personele en financiële middelen vereist, met name tijdens het eerste jaar dat op deze manier wordt gewerkt, en het feit dat de middelen van de uitgevende instellingen als gevolg van de COVID-19-pandemie reeds maximaal worden benut, moeten de lidstaten de toepassing van het vereiste om jaarlijkse financiële overzichten in het uniform elektronisch verslagleggingsformaat op te stellen en openbaar te maken met één jaar kunnen uitstellen. Om van deze mogelijkheid gebruik te kunnen maken, moeten een lidstaat de Commissie van zijn desbetreffende voornemen op de hoogte brengen en dit voornemen naar behoren onderbouwen.

(18)

Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk maatregelen invoeren om investeringen in de reële economie te vergemakkelijken, een snelle herkapitalisatie van ondernemingen in de Unie mogelijk te maken en uitgevende instellingen in staat te stellen in een vroeg stadium van het herstelproces toegang te krijgen tot publieke markten, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(19)

Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn 2004/109/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) 2017/1129

Verordening (EU) 2017/1129 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 1, lid 4, wordt het volgende punt toegevoegd:

“l)

van 18 maart 2021 tot en met 31 december 2022, effecten zonder aandelenkarakter, die doorlopend of periodiek door een kredietinstelling worden uitgegeven, waarbij de totale samengetelde tegenwaarde in de Unie voor de aangeboden effecten berekend over een periode van twaalf maanden minder dan 150 000 000 EUR per kredietinstelling bedraagt, op voorwaarde dat die effecten:

i)

niet achtergesteld, converteerbaar of omwisselbaar zijn, en

ii)

geen recht geven tot het inschrijven op of verwerven van andere soorten van effecten en niet aan een derivaat gekoppeld zijn.”.

2)

In artikel 1, lid 5, eerste alinea, wordt het volgende punt toegevoegd:

“k)

van 18 maart 2021 tot en met 31 december 2022, effecten zonder aandelenkarakter, die doorlopend of periodiek door een kredietinstelling worden uitgegeven, waarbij de totale samengetelde tegenwaarde in de Unie voor de aangeboden effecten berekend over een periode van twaalf maanden minder dan 150 000 000 EUR per kredietinstelling bedraagt, op voorwaarde dat die effecten:

i)

niet achtergesteld, converteerbaar of omwisselbaar zijn, en

ii)

geen recht geven tot het inschrijven op of verwerven van andere soorten van effecten en niet aan een derivaat gekoppeld zijn.”.

3)

In artikel 6, lid 1, wordt het inleidend gedeelte van de eerste alinea vervangen door:

“1.   Onverminderd artikel 14, lid 2, artikel 14 bis, lid 2, en artikel 18, lid 1, bevat een prospectus de noodzakelijke informatie die voor beleggers van materieel belang is om een geïnformeerde beoordeling te maken over:”.

4)

In artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd:

“12 bis.   In afwijking van de leden 3 tot en met 12 van dit artikel bevat een overeenkomstig artikel 14 bis opgestelde EU-herstelprospectus een samenvatting die is opgesteld overeenkomstig dit lid.

De samenvatting van een EU-herstelprospectus wordt opgesteld in de vorm van een korte, bondig geformuleerde tekst met een maximumlengte van twee afgedrukte bladzijden van A4-formaat.

De samenvatting van een EU-herstelprospectus bevat geen verwijzingen naar andere delen van het prospectus, neemt geen informatie op door middel van verwijzing en:

a)

wordt op zodanige wijze gepresenteerd en vormgegeven dat zij gemakkelijk leesbaar is, met gebruik van tekens van leesbare grootte;

b)

wordt geschreven in een taal en een stijl die het begrip van de informatie vergemakkelijken, meer bepaald in duidelijk, niet-technisch, bondig en voor beleggers begrijpelijk taalgebruik;

c)

bestaat uit de volgende vier afdelingen:

i)

een inleiding met alle in lid 5 van dit artikel bedoelde informatie, met inbegrip van waarschuwingen en de datum van goedkeuring van het EU-herstelprospectus;

ii)

essentiële informatie over de uitgevende instelling, inclusief, in voorkomend geval, een specifieke verwijzing in ten minste 200 woorden naar de economische en financiële gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de uitgevende instelling;

iii)

essentiële informatie over de aandelen, inclusief de aan die aandelen verbonden rechten en alle beperkingen van die rechten;

iv)

essentiële informatie over de aanbieding van aandelen aan het publiek en/of de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt.”.

5)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 14 bis

EU-herstelprospectus

1.   De volgende personen kunnen er bij een aanbieding van aandelen aan het publiek of bij een toelating van aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt voor kiezen een EU-herstelprospectus op te stellen volgens de in dit artikel vastgestelde vereenvoudigde openbaarmakingsregeling:

a)

uitgevende instellingen waarvan de aandelen reeds gedurende ten minste de laatste 18 maanden zonder onderbreking tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en die aandelen uitgeven die fungibel zijn met bestaande aandelen die eerder zijn uitgegeven;

b)

uitgevende instellingen waarvan aandelen reeds gedurende ten minste de laatste 18 maanden zonder onderbreking op een kmo-groeimarkt worden verhandeld, mits voor de aanbieding van die aandelen een prospectus is gepubliceerd, en die aandelen uitgeven die fungibel zijn met bestaande aandelen die eerder zijn uitgegeven.

c)

aanbieders van aandelen die gedurende ten minste de laatste 18 maanden zonder onderbreking tot de handel op een gereglementeerde markt of een kmo-groeimarkt waren toegelaten.

Uitgevende instellingen mogen alleen een EU-herstelprospectus opstellen mits het aantal aan te bieden aandelen, samen met het aantal aandelen dat eventueel reeds via een EU-herstelprospectus werd aangeboden over een periode van twaalf maanden, niet meer dan 150 % vertegenwoordigt van het aantal aandelen dat op de datum van goedkeuring van het EU-herstelprospectus reeds tot de handel op een gereglementeerde markt of, in voorkomend geval, een kmo-groeimarkt toegelaten is.

De in de tweede alinea bedoelde periode van twaalf maanden vangt aan op de datum van goedkeuring van het EU-herstelprospectus.

2.   In afwijking van artikel 6, lid 1, en onverminderd artikel 18, lid 1, bevat het EU-herstelprospectus de relevante verkorte informatie die noodzakelijk is om beleggers in staat te stellen inzicht te hebben in:

a)

de vooruitzichten en de financiële prestatie van de uitgevende instelling en de veranderingen van betekenis in de financiële en zakelijke positie van de uitgevende instelling die zich sinds het einde van het laatste boekjaar mogelijk hebben voorgedaan, alsook de financiële en niet-financiële bedrijfsstrategie en doelstellingen van de uitgevende instelling voor de lange termijn, inclusief, in voorkomend geval, een specifieke referentie van ten minste 400 woorden naar de zakelijke en financiële gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de uitgevende instelling en de verwachte gevolgen van de COVID-19-pandemie in de toekomst;

b)

de essentiële informatie over de aandelen, met inbegrip van de aan die aandelen verbonden rechten en eventuele beperkingen van deze rechten, de redenen voor de uitgifte en de gevolgen ervan voor de uitgevende instelling, met inbegrip van de algehele kapitaalstructuur van de uitgevende instelling, alsook de openbaarmaking van de kapitalisatie en de schuldenlast, een verklaring inzake het werkkapitaal, en het gebruik van de opbrengsten.

3.   De in het EU-herstelprospectus vervatte informatie wordt opgesteld en gepresenteerd in een gemakkelijk te analyseren, bondige en begrijpelijke vorm en stelt beleggers, en met name retailbeleggers, in staat een geïnformeerde beleggingsbeslissing te nemen, rekening houdend met de gereglementeerde informatie die reeds openbaar gemaakt is overeenkomstig Richtlijn 2004/109/EG, indien van toepassing, Verordening (EU) nr. 596/2014 en, in voorkomend geval, de informatie bedoeld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie (*1).

4.   Het EU-herstelprospectus wordt opgesteld als één enkel document dat de in bijlage V bis vastgestelde minimaal te verstrekken informatie bevat. Het heeft een maximumlengte van 30 afgedrukte bladzijden van A4-formaat en wordt zodanig gepresenteerd en vormgegeven dat het makkelijk leesbaar is, met gebruik van een lettertype van leesbare grootte.

5.   Noch de samenvatting, noch de informatie die overeenkomstig artikel 19 door middel van verwijzing is opgenomen, wordt in aanmerking genomen voor de in lid 4 van dit artikel bedoelde maximumlengte.

6.   Uitgevende instellingen kunnen de volgorde bepalen waarin de in bijlage V bis bedoelde informatie in het EU-herstelprospectus is opgenomen.

(*1)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 1).”."

6)

In artikel 20 wordt het volgende lid ingevoegd:

“6 bis.   In afwijking van de leden 2 en 4 worden de in de eerste alinea van lid 2 en in lid 4 vervatte termijnen beperkt tot zeven werkdagen voor een EU-herstelprospectus. De uitgevende instelling stelt de bevoegde autoriteit minstens vijf werkdagen vóór de voorgenomen datum voor de indiening van een aanvraag tot goedkeuring in kennis.”.

7)

In artikel 21 wordt het volgende lid ingevoegd:

“5 bis.   Een EU-herstelprospectus wordt geclassificeerd in het in lid 6 van dit artikel bedoelde opslagmechanisme. De gegevens die voor de classificatie van overeenkomstig artikel 14 opgestelde prospectussen worden gebruikt, kunnen worden gebruikt voor de classificatie van overeenkomstig artikel 14 bis opgestelde EU-herstelprospectussen, mits de twee soorten prospectussen in dat opslagmechanisme worden onderscheiden.”.

8)

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“2 bis.   In afwijking van lid 2, van 18 maart 2021 tot en met 31 december 2022, indien het prospectus op een aanbieding van effecten aan het publiek betrekking heeft, hebben beleggers die reeds aanvaard hebben de effecten te kopen of op de effecten in te schrijven voordat de aanvulling van het prospectus is gepubliceerd het recht om binnen drie werkdagen na de publicatie van de aanvulling van het prospectus hun aanvaarding in te trekken, op voorwaarde dat de in lid 1 bedoelde belangrijke nieuwe factor, materiële vergissing of materiële onnauwkeurigheid zich voordeed of geconstateerd werd vóór de afsluiting van de aanbiedingsperiode of de levering van de effecten, naargelang wat het eerst plaatsvindt. Deze termijn kan door de uitgevende instelling of de aanbieder worden verlengd. De uiterste datum voor het recht tot intrekking wordt in de aanvulling vermeld.

De aanvulling bevat een opvallend geplaatste mededeling in verband met het recht tot intrekking, waarin duidelijk wordt vermeld:

a)

dat het recht tot intrekking alleen wordt verleend aan beleggers die reeds aanvaard hadden de effecten te kopen of op de effecten in te schrijven voordat de aanvulling werd gepubliceerd, en mits de effecten op het tijdstip dat de belangrijke nieuwe factor, materiële vergissing of materiële onnauwkeurigheid zich voordeed of werd geconstateerd, nog niet aan de beleggers waren geleverd;

b)

binnen welke periode beleggers hun recht tot intrekking kunnen uitoefenen, en

c)

met wie beleggers contact kunnen opnemen wanneer zij hun recht tot intrekking wensen uit te oefenen.”;

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“3 bis.   In afwijking van lid 3, van 18 maart 2021 tot en met 31 december 2022, indien beleggers effecten aankopen of daarop inschrijven via een financiële tussenpersoon tussen het tijdstip waarop het prospectus voor die effecten wordt goedgekeurd en het tijdstip van de afsluiting van de oorspronkelijke aanbiedingsperiode, deelt die financiële tussenpersoon die beleggers mee dat de kans bestaat dat een aanvulling wordt gepubliceerd, waar en wanneer die aanvulling zou worden gepubliceerd en dat hij hen in dat geval zal bijstaan bij het uitoefenen van hun recht om de aanvaarding in te trekken.

Indien de in de eerste alinea van dit lid bedoelde beleggers het in lid 2 bis bedoelde recht tot intrekking hebben, neemt de financiële tussenpersoon contact op met die beleggers uiterlijk op het einde van de eerste werkdag na de werkdag waarop de aanvulling werd gepubliceerd.

Indien de effecten rechtstreeks van de uitgevende instelling worden gekocht of er rechtstreeks bij de uitgevende instelling op de effecten wordt ingeschreven, deelt die uitgevende instelling de beleggers mee dat de kans bestaat dat een aanvulling wordt gepubliceerd, waar deze zou worden gepubliceerd en dat zij in dat geval het recht zouden hebben om de aanvaarding in te trekken.”.

9)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 47 bis

Geldigheidsduur van de regeling voor het EU-herstelprospectus

De in artikel 7, lid 12 bis, artikel 14 bis, artikel 20, lid 6 bis, en artikel 21, lid 5 bis, vastgestelde regeling voor het EU-herstelprospectus verstrijkt op 31 december 2022.

EU-herstelprospectussen goedgekeurd tussen 18 maart 2021 en 31 december 2022 blijven aan artikel 14 bis onderworpen tot het einde van hun geldigheid of totdat twaalf maanden zijn verstreken na 31 december 2022, naargelang wat het eerst plaatsvindt.”.

10)

In artikel 48 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   In het verslag wordt onder meer beoordeeld of de samenvatting van het prospectus, de in de artikelen 14, 14 bis en 15 beschreven openbaarmakingsregelingen en het in artikel 9 bedoelde universele registratiedocument geschikt blijven in het licht van de beoogde doelstellingen. Dit verslag bevat in het bijzonder:

a)

het aantal EU-groeiprospectussen van personen in elk van de categorieën bedoeld in artikel 15, lid 1, onder a) tot en met d), alsmede een analyse van de evolutie van elk aantal en van de tendensen in de keuze van handelsplatformen door de personen die gerechtigd zijn het EU-groeiprospectus te gebruiken;

b)

een analyse van de vraag of in het EU-groeiprospectus een passend evenwicht is gevonden tussen de bescherming van de belegger en de beperking van de administratieve lasten voor de personen die gerechtigd zijn het te gebruiken;

c)

het aantal goedgekeurde EU-herstelprospectussen en een analyse van de ontwikkeling van dat aantal, evenals een inschatting van de feitelijke aanvullende beurswaarde die op de datum van uitgifte door EU-herstelprospectussen wordt gemobiliseerd, teneinde meer over het EU-herstelprospectus te weten te komen met het oog op evaluatie achteraf;

d)

de kosten van het opstellen en het laten goedkeuren van een EU-herstelprospectus in vergelijking met de huidige kosten voor de voorbereiding en goedkeuring van een standaardprospectus, een prospectus voor een secundaire uitgifte en een EU-groeiprospectus, samen met een indicatie van de totale gerealiseerde financiële besparingen en de mogelijke verdere kostenbesparingen, en de totale kosten van het naleven van deze verordening voor uitgevende instellingen, aanbieders en financiële tussenpersonen, samen met een berekening van deze kosten als een percentage van operationele kosten;

e)

een analyse van de vraag of in het EU-groeiprospectus het passende evenwicht is gevonden tussen de bescherming van de belegger en de beperking van de administratieve lasten voor de personen die gerechtigd zijn het te gebruiken, en van de toegankelijkheid van essentiële informatie voor beleggingen;

f)

een analyse van de vraag of het gepast is de geldigheidsduur van de regeling voor het EU-herstelprospectus te verlengen, en van de vraag of de drempel als bedoeld in de tweede alinea van artikel 14 bis, lid 1, waarna een EU-herstelprospectus niet meer mag worden gebruikt, gepast is;

g)

een analyse van de vraag of de in artikel 23, leden 2 bis en 3 bis, bedoelde maatregelen de doelstelling van de verschaffing van aanvullende duidelijkheid en flexibiliteit voor zowel financiële tussenpersonen als beleggers hebben verwezenlijkt en of het gepast is om die maatregelen permanent te maken.”.

11)

De tekst in de bijlage bij deze verordening wordt ingevoegd als bijlage V bis.

Artikel 2

Wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

In artikel 4, lid 7, wordt de eerste alinea vervangen door:

“7.   Voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2020 worden alle jaarlijkse financiële verslagen opgesteld in een uniform elektronisch verslagleggingsformaat, mits de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten — ESMA), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (*2) een kosten-batenanalyse heeft verricht. Een lidstaat mag uitgevende instellingen echter toestaan die verslagleggingsverplichting toe te passen op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2021, mits die lidstaat de Commissie uiterlijk op 19 maart 2021 van dat voornemen op de hoogte brengt en mits zijn voornemen met redenen is omkleed.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 februari 2021.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

D.M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

A.P. ZACARIAS


(1)  PB C 10 van 11.1.2021, blz. 30.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 11 februari 2021 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 15 februari 2021.

(3)  Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/980 van de Commissie van 14 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vorm, de inhoud, de controle en de goedkeuring van het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie (PB L 166 van 21.6.2019, blz. 26).

(5)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).

(6)  Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).

(7)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 1).

(8)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/815 van de Commissie van 17 december 2018 tot aanvulling van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de specificatie van een uniform elektronisch verslagleggingsformaat (PB L 143 van 29.5.2019, blz. 1).


BIJLAGE

“BIJLAGE V bis

MINIMAAL IN HET EU-HERSTELPROSPECTUS OP TE NEMEN INFORMATIE

I.   Samenvatting

Het EU-herstelprospectus moet een samenvatting omvatten die is opgesteld overeenkomstig artikel 7, lid 12 bis.

II.   Naam van de uitgevende instelling, land van oprichting, link naar de website van de uitgevende instelling

De onderneming die aandelen uitgeeft, identificeren aan de hand van haar wettelijke en handelsnaam, onder meer door middel van haar identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI), haar land van oprichting en de website waar beleggers informatie kunnen vinden over de bedrijfsactiviteiten van de onderneming, de producten die zij vervaardigt of de diensten die zij verleent, de belangrijkste markten waarop zij concurreert, haar belangrijkste aandeelhouders, de samenstelling van haar bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en van haar hoger management en, in voorkomend geval, de informatie die door middel van verwijzing is opgenomen (met een disclaimer dat de informatie op de website geen deel uitmaakt van het prospectus tenzij die informatie middels een verwijzing is opgenomen in het prospectus).

III.   Verantwoordelijkheidsverklaring en verklaring over de bevoegde autoriteit

1.   Verantwoordelijkheidsverklaring

De voor het opstellen van het EU-herstelprospectus verantwoordelijke personen identificeren, en een door die personen afgelegde verklaring opnemen dat, voor zover hun bekend, de gegevens in het EU-herstelprospectus in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het EU-herstelprospectus zou kunnen wijzigen.

In voorkomend geval moet de verklaring informatie bevatten die van derden afkomstig is, met inbegrip van de bron(nen) van die informatie, en verklaringen of verslagen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige en de volgende gegevens van die persoon:

a)

naam;

b)

kantooradres;

c)

beroepskwalificaties, en

d)

zijn eventuele wezenlijke belangen in de uitgevende instelling.

2.   Verklaring over de bevoegde autoriteit

In de verklaring moet worden vermeld welke bevoegde autoriteit het EU-herstelprospectus, in overeenstemming met deze verordening, heeft goedgekeurd, worden gespecificeerd dat deze goedkeuring geen goedkeuring van de uitgevende instelling is, noch van de kwaliteit van de aandelen waarop het EU-herstelprospectus betrekking heeft, en dat de bevoegde autoriteit alleen het EU-herstelprospectus heeft goedgekeurd omdat het voldoet aan de criteria van volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie als bedoeld in deze verordening, en worden gespecificeerd dat het EU-herstelprospectus is opgesteld overeenkomstig artikel 14 bis.

IV.   Risicofactoren

Een beschrijving van de materiële risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende instelling en een beschrijving van de materiële risico’s die specifiek zijn voor de aandelen die worden aangeboden aan het publiek en/of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijk punt met als titel “Risicofactoren”.

In elke categorie worden eerst de belangrijkste materiële risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en op de aandelen die worden aangeboden aan het publiek en/of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten, en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risico’s worden bevestigd door de inhoud van het EU-herstelprospectus.

V.   Financiële overzichten

Het EU-herstelprospectus moet de financiële overzichten bevatten (jaarlijkse en halfjaarlijkse) die zijn gepubliceerd tijdens de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de goedkeuring van het EU-herstelprospectus. Wanneer zowel jaarlijkse als halfjaarlijkse financiële overzichten zijn gepubliceerd, moeten enkel jaarrekeningen worden vereist wanneer zij recenter zijn dan de halfjaarlijkse financiële overzichten.

De jaarlijkse financiële overzichten moeten onafhankelijk worden gecontroleerd. De controleverklaring moet worden opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) en Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2).

Indien Richtlijn 2006/43/EG en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn, moeten de jaarlijkse financiële overzichten worden onderworpen aan een accountantscontrole of moet in een verslag, ten behoeve van het EU-herstelprospectus, worden aangegeven of deze een getrouw beeld geven overeenkomstig de in een lidstaat toepasselijke standaarden voor accountantscontrole of gelijkwaardige standaarden. Anders moet de volgende informatie in het EU-herstelprospectus worden opgenomen:

a)

een prominente verklaring waarin wordt aangegeven welke standaarden voor accountantscontrole zijn toegepast;

b)

een toelichting bij alle belangrijke afwijkingen van de internationale standaarden voor accountantscontrole.

Indien met de wettelijke controle belaste accountants hebben geweigerd controleverklaringen betreffende de jaarlijkse financiële overzichten af te geven of indien deze verklaringen een oordeel met beperking, een aangepast oordeel, een oordeelonthouding of paragrafen ter benadrukking van aangelegenheden bevatten, moeten die oordelen met beperking, aangepaste oordelen, oordeelonthoudingen of paragrafen ter benadrukking van aangelegenheden integraal worden overgenomen.

Ook een beschrijving van alle wijzigingen van betekenis in de financiële positie van de groep welke zich hebben voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde jaarrekeningen zijn gepubliceerd, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd, moet worden opgenomen, dan wel een passende negatieve verklaring.

In voorkomend geval moet ook pro forma informatie worden opgenomen.

VI.   Dividendbeleid

Een beschrijving van het beleid van de uitgevende instelling ten aanzien van dividenduitkeringen, waaronder eventuele daarop geldende beperkingen, en ten aanzien van inkoop van aandelen.

VII.   Tendensen

Een beschrijving van:

a)

de belangrijkste recente tendensen in de ontwikkeling van productie, verkoop en voorraden, alsmede in de ontwikkeling van kosten en verkoopprijzen tussen het einde van het laatste boekjaar en de datum van het EU-herstelprospectus;

b)

informatie over bekende tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van de uitgevende instelling;

c)

informatie over de bedrijfsstrategie en de doelstellingen op de korte en lange termijn, zowel van financiële als niet-financiële aard, met inbegrip van, in voorkomend geval, een specifieke referentie van ten minste 400 woorden naar de zakelijke en financiële gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de uitgevende instelling en de verwachte gevolgen van de COVID-19-pandemie in de toekomst.

Als er zich geen significante wijzigingen hebben voorgedaan in de tendensen als bedoeld in de punten a) en b) van dit deel, wordt daarvan melding gemaakt.

VIII.   Voorwaarden van de aanbieding, plaatsingsgaranties en voornemens om in te schrijven en belangrijkste kenmerken van de afsluitings- en plaatsingsovereenkomsten

De aanbiedingsprijs vaststellen, alsook het aantal aangeboden aandelen, de hoogte van de uitgifte/aanbieding, de voorwaarden waaronder het aanbod wordt gedaan, en de procedure voor de uitoefening van een eventueel voorkooprecht.

Voor zover de uitgevende instelling daarvan op de hoogte is, informatie verstrekken over de vraag of belangrijke aandeelhouders of leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen voornemens zijn op de aanbieding in te schrijven, dan wel of iemand voornemens is voor meer dan 5 % van de aanbieding in te schrijven.

Plaatsingsgaranties om voor meer dan 5 % van de aanbieding in te schrijven verstrekken en alle materiële kenmerken van de afsluitings- en plaatsingsovereenkomsten, met inbegrip van de naam en het adres van de entiteiten die overeengekomen zijn om in te schrijven op basis van een plaatsingsgarantie of een regeling om “alles in het werk te stellen” en de quota.

IX.   Essentiële informatie over de aandelen en over de inschrijving

De volgende essentiële informatie over de aan het publiek aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten aandelen verstrekken:

a)

de internationale effectenidentificatiecode (ISIN);

b)

de aan de aandelen verbonden rechten, de procedure voor de uitoefening van die rechten en eventuele beperkingen van die rechten;

c)

waar op de aandelen kan worden ingeschreven, alsook over de termijn, met inbegrip van mogelijke wijzigingen, waarbinnen de aanbieding openstaat, en de te volgen procedure om op de aanbieding in te gaan samen met de datum van uitgifte van de nieuwe aandelen.

X.   Redenen voor de aanbieding en aanwending van de opbrengsten

Informatie verstrekken over de redenen voor de aanbieding en, indien van toepassing, de geraamde netto-opbrengsten uitgesplitst naar voornaamste bestemmingen en gepresenteerd in orde van belangrijkheid van deze bestemmingen.

Indien de uitgevende instelling weet dat de verwachte opbrengsten ontoereikend zullen zijn om alle beoogde bestemmingen te financieren, moet zij het bedrag en de bronnen van de andere benodigde financieringsmiddelen vermelden. Tevens moeten nadere bijzonderheden worden verstrekt over de bestemming van de opbrengsten, met name wanneer deze worden aangewend om buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening activa te verwerven, aangekondigde overnames van andere bedrijven te financieren of schulden volledig terug te betalen, te verminderen of vroegtijdig af te lossen.

XI.   Ontvangst van overheidssteun

Een verklaring met informatie verstrekken over de vraag of de uitgevende instelling in de context van het herstel in welke vorm dan ook overheidssteun heeft genoten, alsook het doel, het soort instrument en het bedrag van de ontvangen steun, en eventuele daaraan verbonden voorwaarden.

De verklaring met betrekking tot de vraag of de uitgevende instelling staatssteun heeft ontvangen moet een verklaring bevatten dat de informatie uitsluitend is verstrekt onder de verantwoordelijkheid van de personen die verantwoordelijk zijn voor het prospectus, als bedoeld in artikel 11, lid 1, dat de bevoegde autoriteit bij de goedkeuring van het prospectus als taak heeft nauwgezet de volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie van de informatie daarin te onderzoeken, en dat derhalve de bevoegde autoriteit met betrekking tot de verklaring over de staatssteun niet verplicht is die verklaring onafhankelijk te controleren.

XII.   Verklaring inzake het werkkapitaal

Verklaring door de uitgevende instelling dat het werkkapitaal, naar haar oordeel, toereikend is voor haar actuele behoeften of, indien dat niet het geval is, hoe zij in het benodigde extra werkkapitaal denkt te voorzien.

XIII.   Kapitalisatie en schuldenlast

Een overzicht van de kapitalisatie en de schuldenlast (met een uitsplitsing in schulden met en zonder garantie en schulden wel en niet door zekerheden gedekt) van uiterlijk 90 dagen vóór de datum van het EU-herstelprospectus. De term “schuldenlast” omvat ook indirecte en voorwaardelijke schulden.

In geval van belangrijke wijzigingen van de kapitalisatie en de schuldenlast van de uitgevende instelling binnen de periode van 90 dagen moet aanvullende informatie verstrekt worden door een beschrijving van die wijzigingen te geven of door deze cijfers bij te werken.

XIV.   Belangenconflicten

Informatie verstrekken over belangen, met inbegrip van eventuele belangenconflicten, in verband met de uitgifte, met details over de betrokken personen en de aard van de belangen.

XV.   Verwatering en aandelenbezit na de uitgifte

Vergelijkende informatie verstrekken over de deelneming in het aandelenkapitaal en de stemrechten voor bestaande aandeelhouders voor en na de kapitaalverhoging die voortvloeit uit de aanbieding aan het publiek, met aanname waarin bestaande aandeelhouders niet inschrijven op de nieuwe aandelen, en afzonderlijk, met aanname dat bestaande aandeelhouders gebruikmaken van hun recht op inschrijving.

XVI.   Beschikbare documenten

Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het EU-herstelprospectus inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:

a)

de geactualiseerde akte van oprichting en statuten van de uitgevende instelling;

b)

alle verslagen, briefwisseling en andere documenten, alsmede door een deskundige op verzoek van de uitgevende instelling opgestelde taxaties en verklaringen wanneer het EU-herstelprospectus gedeelten daarvan bevat of naar gedeelten daarvan verwijst.

Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd.


(1)  Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87).

(2)  Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van entiteiten van openbaar belang en tot intrekking van Besluit 2005/909/EG van de Commissie (PB L 158 van 27.5.2014, blz. 77).