20.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 372/27


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/1839 VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2021

tot verlenging van de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot voor gebruik in biociden van productsoort 8

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 14, lid 5,

Na raadpleging van het Permanent Comité voor biociden,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Creosoot is in bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) opgenomen als werkzame stof die mag worden gebruikt in biociden voor productsoort 8, en wordt ingevolge artikel 86 van Verordening (EU) nr. 528/2012 geacht op grond van die verordening te zijn goedgekeurd, onder voorbehoud van de naleving van de in bijlage I bij die richtlijn vastgestelde specificaties en voorwaarden.

(2)

Op 27 oktober 2016 is overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 een aanvraag ingediend voor de verlenging van de goedkeuring van creosoot voor gebruik in biociden van productsoort 8.

(3)

Op 16 september 2019 heeft de voormalige beoordelende bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk een aanbeveling betreffende de verlenging ingediend bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het Agentschap”). Op 30 januari 2020 heeft de bevoegde autoriteit van Polen de rol van beoordelende bevoegde autoriteit voor de aanvraag overgenomen.

(4)

Aangezien het advies van het Agentschap over de verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof in juli 2020 nog niet beschikbaar was, is de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1038 van de Commissie (3) tot en met 31 oktober 2021 verlengd om voldoende tijd te laten voor de behandeling van de aanvraag.

(5)

Overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 heeft het Agentschap op 4 december 2020 een advies aangenomen (4), rekening houdend met de conclusies van de beoordelende bevoegde autoriteit.

(6)

Aangezien creosoot overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5) is ingedeeld als kankerverwekkende stof van categorie 1B en voldoet aan de criteria om te worden ingedeeld als een persistente, bioaccumulerende en toxische stof en een zeer persistente en zeer bioaccumulerende stof overeenkomstig bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (6), voldoet het aan de in artikel 5, lid 1, punten a) en e), van Verordening (EU) nr. 528/2012 vastgestelde uitsluitingscriteria. Het onderzoek om te bepalen of aan ten minste een van de voorwaarden van artikel 5, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is voldaan, en of de goedkeuring van creosoot dus mag worden verlengd, is reeds begonnen, maar zal niet zijn afgerond vóór het verstrijken van de huidige goedkeuring.

(7)

Daarnaast is creosoot, de verbindingen daarvan en daarmee behandeld hout onderworpen aan de in bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 vastgestelde beperkingen. Ingevolge Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/961 van de Commissie (7) moet Frankrijk bij het Agentschap een dossier overeenkomstig bijlage XV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 indienen, waarmee overeenkomstig de artikelen 69 tot en met 73 van die verordening een procedure voor EU-beperkingen wordt ingeleid. Er moet verder onderzoek plaatsvinden om te waarborgen dat er overeenstemming is tussen de beoordeling van de verlenging van de goedkeuring van creosoot als werkzame stof uit hoofde van Verordening (EU) nr. 528/2012 en de procedure voor EU-beperkingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006, en om te voorzien in een doeltreffende controle van creosoot en daarmee behandeld hout.

(8)

De goedkeuring van creosoot voor gebruik in biociden van productsoort 8 zal dus om redenen buiten de invloed van de aanvrager waarschijnlijk vervallen voordat een besluit over de verlenging ervan is genomen. Daarom moet de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot met een zodanige termijn verder worden verlengd dat er voldoende tijd is om de aanvraag te behandelen.

(9)

Gezien de periode die nodig is om te besluiten of ten minste een van de voorwaarden van artikel 5, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is vervuld en de goedkeuring van creosoot dus kan worden verlengd, is het opportuun de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot te verlengen tot en met 31 oktober 2022.

(10)

Behalve wat de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring betreft, blijft de goedkeuring van creosoot gelden, onder voorbehoud van de naleving van de in bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG vastgestelde specificaties en voorwaarden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot voor gebruik in biociden van productsoort 8 wordt verlengd tot en met 31 oktober 2022.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

(2)  Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1038 van de Commissie van 15 juli 2020 tot verlenging van de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot voor gebruik in biociden van productsoort 8 (PB L 227 van 16.7.2020, blz. 74).

(4)  Comité voor biociden: Advies over de aanvraag voor de verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof: creosoot, productsoort: 8, ECHA/BPC/274/2020, aangenomen op 4 december 2020.

(5)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

(7)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/961 van de Commissie van 7 juni 2019 tot goedkeuring van de Franse voorlopige maatregel overeenkomstig artikel 129 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) ter beperking van het gebruik en het in de handel brengen van bepaald met creosoot en andere aan creosoot verwante stoffen behandeld hout (PB L 154 van 12.6.2019, blz. 44).