10.5.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 163/5 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/755 VAN DE COMMISSIE
van 6 mei 2021
tot aanwijzing van een referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn voor herkauwers en paardachtigen overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 3009)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 95, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2017/625 bevat regels voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten, waaronder de selectie en aanwijzing van referentiecentra van de Europese Unie voor dierenwelzijn. Referentiecentra van de Europese Unie voor dierenwelzijn ondersteunen de horizontale activiteiten van de Commissie en de lidstaten op het gebied van dierenwelzijnsvoorschriften zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, punt f), van Verordening (EU) 2017/625. |
(2) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/329 van de Commissie (2) is een referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn aangewezen dat volgens zijn werkprogramma op varkens is gericht, en bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1685 van de Commissie (3) is een referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn voor pluimvee en andere kleine landbouwhuisdieren aangewezen. |
(3) |
De Commissie heeft vervolgens overeenkomstig artikel 95 van Verordening (EU) 2017/625 een openbare selectieprocedure uitgevoerd door een oproep te doen voor de selectie en aanwijzing van een referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn voor herkauwers en paardachtigen. |
(4) |
Het voor de in overweging drie bedoelde selectieprocedure aangewezen evaluatie- en selectiecomité heeft geconcludeerd dat het consortium onder leiding van de Zweedse universiteit voor landbouwwetenschappen en het Zweeds centrum voor dierenwelzijn (Zweden) en verder bestaande uit de universiteit voor natuurlijke rijkdommen en biowetenschappen (Oostenrijk), het Ellinikos Georgikos Organismos-Dimitra/instituut voor diergeneeskundig onderzoek (Griekenland), het nationaal onderzoeksinstituut voor landbouw, levensmiddelen en het milieu (Frankrijk), University College Dublin (Ierland) en het Instituto Zooprofilattico Sperimentale dell’Abruzzo e del Molise “G. Caporale” (Italië) (het consortium) voldoet aan de vereisten van artikel 95, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 en de in artikel 96 van die verordening omschreven taken op zich moet nemen met betrekking tot herkauwers en paardachtigen. |
(5) |
Het consortium moet derhalve worden aangewezen als het referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn voor herkauwers en paardachtigen dat verantwoordelijk zal zijn voor ondersteunende taken die worden opgenomen in de jaarlijkse of meerjarige werkprogramma’s van de referentiecentra van de Europese Unie. Deze werkprogramma’s moeten worden opgesteld in overeenstemming met de doelstellingen en prioriteiten van de desbetreffende door de Commissie overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4) vastgestelde werkprogramma’s. |
(6) |
Krachtens artikel 95, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2017/625 moet de aanwijzing van een referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn beperkt zijn in de tijd of regelmatig worden geëvalueerd. Derhalve moet de aanwijzing van het referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn voor herkauwers en paardachtigen om de vijf jaar worden geëvalueerd. |
(7) |
Het aangewezen referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn voor herkauwers en paardachtigen moet voldoende tijd krijgen om zijn werkprogramma voor de volgende begrotingsperiode op te stellen. Dit besluit moet derhalve met ingang van 1 juni 2021 van toepassing zijn, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Het volgende consortium wordt aangewezen als het referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn dat verantwoordelijk is voor het ondersteunen van de horizontale activiteiten van de Commissie en de lidstaten op het gebied van welzijnsvoorschriften voor herkauwers en paardachtigen:
Naam: Consortium onder leiding van de Zweedse universiteit voor landbouwwetenschappen en het Zweeds centrum voor dierenwelzijn (Zweden) en verder bestaande uit de universiteit voor natuurlijke rijkdommen en biowetenschappen (Oostenrijk), het Ellinikos Georgikos Organismos-Dimitra/instituut voor diergeneeskundig onderzoek (Griekenland), het nationaal onderzoeksinstituut voor landbouw, levensmiddelen en het milieu (Frankrijk), University College Dublin (Ierland) en het Instituto Zooprofilattico Sperimentale dell’Abruzzo e del Molise “G. Caporale” (Italië)
Adres:
Postbus 7068 |
SE-750 07 Uppsala |
ZWEDEN |
2. De aanwijzing wordt om de vijf jaar geëvalueerd, te rekenen vanaf de datum van toepassing van dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 juni 2021.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 6 mei 2021.
Voor de Commissie
Stella KYRIAKIDES
Lid van de Commissie
(1) PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/329 van de Commissie van 5 maart 2018 tot aanwijzing van een referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn (PB L 63 van 6.3.2018, blz. 13).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1685 van de Commissie van 4 oktober 2019 tot aanwijzing van een referentiecentrum van de Europese Unie voor dierenwelzijn voor pluimvee en andere kleine landbouwhuisdieren (PB L 258 van 9.10.2019, blz. 11).
(4) Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).