26.2.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 69/12


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/361 VAN DE COMMISSIE

van 22 februari 2021

tot vaststelling van noodmaatregelen voor verplaatsingen tussen lidstaten en de binnenkomst in de Unie van zendingen salamanders in verband met infectie met Batrachochytrium salamandrivorans

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 1018)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 259, lid 1, inleidende zin en onder a), en artikel 261, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Batrachochytrium salamandrivorans (Bsal) is een bij salamanders voorkomende ziekteverwekkende schimmel die gehouden en wilde salamanderpopulaties treft en bij deze populaties tot hoge ziekte- en sterftecijfers kan leiden. Bsal is dodelijk voor sommige salamandersoorten; andere soorten zijn volledig of gedeeltelijk resistent, maar kunnen Bsal op de huid meedragen en als reservoir en bron van infectie voor andere salamandersoorten fungeren of hun omgeving besmetten.

(2)

Volgens gegevens die in het kader van en volgend op het Europese project “Mitigating a new infectious disease in salamanders to counteract the loss of European biodiversity” (2) zijn verzameld, hebben zich in België, Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje zowel bij gehouden als in het wild levende salamanderpopulaties Bsal-infecties voorgedaan. Van Bsal wordt gedacht dat het uit Oost-Azië afkomstig is en daar wijdverbreid is, en Bsal is in ieder geval endemisch in Japan, Thailand en Vietnam. Tegelijkertijd is er echter weinig informatie over de verspreidingsgraad in de Unie en andere delen van de wereld. De handel in besmette salamanders of salamanders die drager zijn, draagt bij tot de verspreiding van Bsal en de ziekte vormt een belangrijk risico voor de biodiversiteit in de gebieden die zij koloniseert.

(3)

In Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/320 van de Commissie (3), zoals gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1998 van de Commissie (4), zijn de maatregelen ter bescherming van de diergezondheid voor de handel binnen de Unie in zendingen salamanders en het binnenbrengen in de Unie van dergelijke zendingen vastgelegd. Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/320 is vastgesteld op basis van een wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 25 oktober 2017 (5) (“EFSA-advies”) en de wetenschappelijke en technische bijstand van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 21 februari 2017 (6) (“wetenschappelijke en technische bijstand van de EFSA”). Dat besluit is van toepassing tot en met 20 april 2021.

(4)

In het EFSA-advies, de technische bijstand van de EFSA en recentere wetenschappelijke publicaties (7) is ook op talrijke lacunes en onzekerheden in de kennis over vele aspecten van de aard van Bsal gewezen. De internationale handelsnormen van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) zijn, wat de diagnosemethoden voor Bsal betreft, nog niet volledig ontwikkeld en zijn, wat aanbevelingen voor de internationale handel in salamanders betreft, niet herzien.

(5)

Bsal is opgenomen in bijlage II bij Verordening (EU) 2016/429 en valt bijgevolg voor de toepassing van Verordening (EU) 2016/429 onder de definitie van een in de lijst opgenomen ziekte. Bsal valt ook onder de definitie van ziekten van categorie D, zoals vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie (8) voor dieren van de orde Caudata, waartoe ook salamanders behoren. De voorschriften van de Unie betreffende verplaatsingen binnen de Unie en de binnenkomst in de Unie van zendingen landdieren en waterdieren die zijn vastgelegd in overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen van de Commissie, zijn echter niet op Caudata van toepassing, aangezien Caudata in die verordening onder de definitie van “andere dieren” vallen. Gezien het huidige gebrek aan kennis over vele aspecten van de aard van Bsal en het ontbreken van passende internationale richtsnoeren en aanbevelingen betreffende de handel in die dieren, zijn er voor Caudata nog geen gedelegeerde en uitvoeringshandelingen van de Commissie vastgesteld, terwijl deze wel voor land- en waterdieren zijn vastgesteld.

(6)

De Commissie heeft samen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de diergezondheidssituatie ten aanzien van Bsal in de Unie en de maatregelen ter bescherming van de diergezondheid van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/320 opnieuw bezien. Aangezien de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/320 vastgelegde maatregelen passend werden geacht, hebben de lidstaten geen aanvullende handelsmaatregelen ter bestrijding van Bsal genomen. Hoewel uitbraken van Bsal momenteel tot bepaalde regio’s van bepaalde lidstaten beperkt lijken te blijven, vormt de verdere verspreiding van Bsal door handel binnen de Unie een aanzienlijk risico.

(7)

Daarom is het passend op het niveau van de Unie noodmaatregelen vast te stellen om de verspreiding van Bsal te voorkomen en ongerechtvaardigde verstoringen van de handel in salamanders te voorkomen. Rekening houdend met de doeltreffendheid van de maatregelen van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/320 is het passend met ingang van 21 april 2021 voor een beperkte periode soortgelijke maatregelen voor verplaatsingen binnen de Unie en de binnenkomst in de Unie van zendingen salamanders vast te stellen in afwachting van de vaststelling van meer permanente diergezondheidsmaatregelen, zoals het geval is voor ziekten die land- en waterdieren treffen.

(8)

Bsal kan tussen inheemse salamandersoorten naar verschillende regio’s worden overgebracht en in verschillende inrichtingen van exploitanten die salamanders houden en uitwisselen, kan kruisbesmetting plaatsvinden. Dit verhoogt het risico van overdracht van Bsal door verhandelde salamanders, ongeacht de gezondheidsstatus van hun plaats van herkomst en hun gezondheidssituatie in het wild. Derhalve moeten voor zendingen salamanders die voor verplaatsingen tussen lidstaten of voor binnenkomst in de Unie bestemd zijn, maatregelen worden genomen om dat risico te beperken. Die maatregelen mogen echter niet op het niet-commerciële verkeer van als gezelschapsdier gehouden salamanders van toepassing zijn, aangezien dit niet-commerciële verkeer onder de regels van Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad (9) valt. Dat niet-commerciële verkeer heeft betrekking op en is beperkt tot dieren die onder de hoede staan van hun eigenaar of gemachtigde personen en die vergezellen, en houden geen eigendomsoverdracht in. Derhalve vormt het niet-commerciële verkeer van als gezelschapsdieren gehouden salamanders een verwaarloosbaar risico voor de verspreiding van Bsal naar verhandelde salamanders of naar in het wild levende salamanders.

(9)

Salamanders die alleen worden uitgewisseld tussen geconsigneerde inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 door de bevoegde autoriteit zijn erkend, hoeven niet in quarantaine te worden gehouden of te worden getest, aangezien de biobeveiligingsmaatregelen in die geconsigneerde inrichtingen passend zijn om het risico van verspreiding van Bsal te beperken.

(10)

Zendingen salamanders die de Unie zijn binnengekomen, al in quarantaine zijn gehouden en met een negatief resultaat zijn getest, of die na binnenkomst in de Unie in een geschikte inrichting een bevredigende behandeling hebben ondergaan, hoeven niet opnieuw in quarantaine te worden geplaatst of te worden getest, indien zij bestemd zijn om naar een andere lidstaat te worden verplaatst, op voorwaarde dat zij geïsoleerd zijn gehouden van salamanders met een andere gezondheidsstatus.

(11)

Er is een gebrek aan informatie over de technische capaciteit van veterinaire diensten en laboratoria wereldwijd om op Bsal te testen, terwijl verschillende organen in de Europese Unie voorlopers op het gebied van de diagnose en behandeling van Bsal zijn. Het is daarom passend dat zendingen salamanders die de Unie binnenkomen, in een geschikte inrichting in quarantaine worden geplaatst en na binnenkomst in de Unie worden getest en behandeld.

(12)

Alleen derde landen en gebieden die lid zijn van de OIE en derhalve verplicht zijn de internationale normen voor het afgeven van diergezondheidscertificaten na te leven, mogen voor het afgeven van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen salamanders worden goedgekeurd.

(13)

Er moeten behandelingen worden gespecificeerd die stroken met de protocollen die reeds in de in de wetenschappelijke en technische bijstand van de EFSA genoemde collegiaal getoetste wetenschappelijke literatuur zijn beschreven, of met vergelijkbare protocollen.

(14)

De bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost van aankomst in de Unie mag de binnenkomst in de Unie van zendingen salamanders alleen toestaan als die autoriteit een verklaring ontvangt van de natuurlijke of rechtspersoon die voor de inrichting van bestemming verantwoordelijk is, waarin wordt bevestigd dat de zendingen zullen worden aanvaard.

(15)

De noodmaatregelen waarin dit besluit voorziet, moeten van toepassing zijn vanaf de datum van toepassing van Verordening (EU) 2016/429 en moeten, rekening houdend met de ernst van de epidemiologische situatie als gevolg van nieuwe ontwikkelingen en de jaarlijkse verslaglegging door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, opnieuw worden bekeken.

(16)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

In dit besluit worden noodmaatregelen vastgelegd voor verplaatsingen van zendingen salamanders tussen lidstaten en de binnenkomst in de Unie (10) van dergelijke zendingen.

Dit besluit is niet van toepassing op het niet-commerciële verkeer van als gezelschapsdier gehouden salamanders.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

a)

“salamanders”: alle amfibieën van de orde Caudata;

b)

“Bsal”: een infectie met de schimmel Batrachochytrium salamandrivorans (rijk: schimmels, stam: Phylum Chytridiomycota, orde: Rhizophydiales);

c)

“geschikte inrichting”: een ruimte:

i)

waar salamanders in quarantaine worden gehouden voordat zij naar een andere lidstaat worden verzonden of na binnenkomst in de Unie waar zij voor de interne markt bestemd zijn, en

ii)

die vóór de begindatum van de quarantaineperiode door de bevoegde autoriteit is geregistreerd;

d)

“geschikte diagnostische test”: een realtime kwantitatieve polymerasekettingreactie (qPCR) met de soortspecifieke primers STerF en STerR waarbij een 119 nucleotiden lang fragment van Bsal-DNA wordt geamplificeerd.

Artikel 3

Diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen van zendingen salamanders tussen de lidstaten

De lidstaten verbieden het verzenden van een zending salamanders naar een andere lidstaat, tenzij die zending aan de volgende diergezondheidvoorschriften voldoet:

a)

de salamanders zijn afkomstig van een populatie waarin:

i)

geen sterftegevallen met onbekende oorzaak voorkomen,

ii)

geen sterfgevallen wegens Bsal voorkomen,

iii)

geen klinische tekenen van Bsal, met name huidletsels of zweren, voorkomen;

b)

de salamanders vertonen geen klinische tekenen of symptomen van Bsal en vertonen meer bepaald geen huidletsels of zweren op het moment van onderzoek door de officiële dierenarts; dat onderzoek wordt in de 48 uur vóór de verzending naar de lidstaat van bestemming uitgevoerd;

c)

de zending moet uit salamanders bestaan die aan ten minste één van de volgende reeksen voorwaarden voldoen:

i)

zij moeten gedurende een periode van ten minste zes weken onmiddellijk voorafgaand aan de datum van afgifte van het diergezondheidscertificaat volgens het model in bijlage I, deel A, in een geschikte inrichting in quarantaine zijn gehouden, en tijdens de vijfde week van de quarantaineperiode zijn huiduitstrijkjes van de salamanders in de zending met negatief resultaat op Bsal getest door middel van de geschikte diagnostische test overeenkomstig de in bijlage III, punt 1, a), vastgestelde steekproefgrootte, of

ii)

zij zijn tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit tegen Bsal behandeld overeenkomstig de referentietabel in bijlage III, punt 1, b), of

iii)

zij zijn afkomstig uit een geconsigneerde inrichting en zijn bestemd voor een andere geconsigneerde inrichting, of

iv)

zij zijn de Unie uit een derde land binnengekomen, zijn in een geschikte inrichting van bestemming overeenkomstig artikel 6 in quarantaine gehouden en zijn tussen het einde van die quarantaineperiode en de afgifte van het onder d) bedoelde diergezondheidscertificaat geïsoleerd gehouden van andere salamanders;

d)

de zending gaat vergezeld van een diergezondheidscertificaat dat overeenkomstig het modeldiergezondheidscertificaat in bijlage I, deel A, is opgesteld.

Artikel 4

Diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van zendingen salamanders

De bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost van aankomst in de Unie staat de binnenkomst in de Unie van zendingen salamanders uit derde landen en gebieden die worden aangeboden voor officiële controles als bedoeld in artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (11), alleen toe als het resultaat van die officiële controles aan de grenscontrolepost gunstig is en die zendingen aan de volgende voorschriften voldoen:

a)

zij zijn afkomstig uit een derde land of gebied van oorsprong dat lid is van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE);

b)

de salamanders in de zending vertonen geen klinische tekenen van Bsal en meer bepaald geen tekenen van huidletsels of zweren op het moment van klinisch onderzoek door de officiële dierenarts met het oog op de afgifte van het onder d) bedoelde diergezondheidscertificaat; en dat klinische onderzoek is in de 48 uur vóór het tijdstip van het laden voor verzending naar de Unie uitgevoerd;

c)

vóór de afgifte van het onder d) bedoelde diergezondheidscertificaat is de epidemiologische eenheid die uit de salamanders in de zending bestaat, ten laatste op het moment van het klinische onderzoek met het oog op de afgifte van het onder d) bedoelde diergezondheidscertificaat afgezonderd van andere salamanders, en de salamanders in de zending zijn sindsdien niet meer met andere salamanders in contact gekomen;

d)

zij gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat dat overeenkomstig het modeldiergezondheidscertificaat in bijlage I, deel B, is opgesteld.

Artikel 5

Verklaring van aanvaarding betreffende de inrichting van bestemming

De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer zendingen salamanders voor de interne markt bestemd zijn, de voor de zending verantwoordelijke exploitant een schriftelijke verklaring in een van de officiële talen van de lidstaat van de grenscontrolepost verstrekt, ondertekend door de natuurlijke of rechtspersoon die voor een geschikte inrichting van bestemming of voor een geconsigneerde inrichting verantwoordelijk is, waarin het volgende wordt vermeld:

a)

de naam, het adres en het registratienummer van de inrichting van bestemming of, in het geval van een geconsigneerde inrichting, het erkenningsnummer;

b)

in het geval van een geschikte inrichting van bestemming, dat deze aan de minimumvoorwaarden van bijlage II voldoet;

c)

dat de zending salamanders in de inrichting van bestemming of in de geconsigneerde inrichting voor quarantaine zal worden aanvaard.

Artikel 6

Quarantainevoorschriften voor zendingen salamanders die de Unie en een geschikte inrichting van bestemming zijn binnengekomen

De lidstaten zien erop toe dat:

a)

de exploitant de zending salamanders in de geschikte inrichting van bestemming in quarantaine houdt totdat deze door de officiële dierenarts uit die inrichting wordt vrijgegeven;

b)

een officiële dierenarts voor elke zending salamanders een inspectie van de quarantaineomstandigheden in de geschikte inrichting van bestemming uitvoert, met inbegrip van een onderzoek van het register van sterfgevallen en een klinisch onderzoek van de salamanders, waarbij met name aandacht wordt besteed aan huidletsels en zweren;

c)

de officiële dierenarts het onderzoek, de bemonstering, de tests en de behandeling voor Bsal overeenkomstig de in bijlage III, punten 1 en 2, bedoelde procedures uitvoert;

d)

de officiële dierenarts de zending salamanders uitsluitend door middel van een schriftelijke toelating uit die inrichting vrijgeeft:

i)

in het geval van tests zoals bedoeld in bijlage III, punt 1, a), op voorwaarde dat sinds de begindatum van de quarantaineperiode ten minste zes weken zijn verstreken en, indien dat later is, niet vóór de ontvangst van de negatieve testresultaten, of

ii)

in het geval van behandeling zoals bedoeld in bijlage III, punt 1, b), pas nadat de behandeling naar behoren is voltooid.

Artikel 7

Te treffen maatregelen in geval van een uitbraak van Bsal in een geschikte inrichting van bestemming

1.   De bevoegde autoriteit waarborgt dat in geval van een uitbraak van Bsal in een epidemiologische eenheid, de geschikte inrichting van bestemming de volgende maatregelen treft:

a)

alle salamanders in dezelfde epidemiologische eenheid worden:

i)

hetzij tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit tegen Bsal behandeld overeenkomstig bijlage III, punt 3,

ii)

hetzij gedood en als in artikel 8, onder a), iii) van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (12) bedoelde dierlijke bijproducten verwijderd overeenkomstig artikel 12 van die verordening;

b)

na voltooiing van de onder a) bedoelde maatregelen wordt het deel van de geschikte inrichting van bestemming waar de epidemiologische eenheid werd gehouden, tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit gereinigd en ontsmet.

2.   De bevoegde autoriteit kan eisen dat de behandelde salamanders worden getest om de doeltreffendheid van de in lid 1, onder a), i), bedoelde behandeling te controleren en kan in voorkomend geval herhaalde behandelingen opleggen om de verspreiding van Bsal tegen te gaan.

Artikel 8

Voorschriften inzake jaarlijkse rapportage

De lidstaten die het jaar voordien met zendingen salamanders te maken hadden, dienen elk jaar uiterlijk op 30 juni bij de Commissie de volgende informatie over het vorige jaar in, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de informatie betreffende de verplaatsingen van dergelijke zendingen binnen de Unie en de informatie betreffende de binnenkomst van dergelijke zendingen salamanders in de Unie:

a)

het aantal epidemiologische eenheden met een uitbraak van Bsal;

b)

het aantal epidemiologische eenheden dat zonder een uitbraak is behandeld;

c)

alle bijkomende informatie over het testen, behandelen of hanteren van zendingen salamanders en over de uitvoering van dit besluit die zij relevant achten.

Artikel 9

Toepasselijkheid

Dit besluit is van toepassing van 21 april 2021 tot en met 31 december 2022.

Artikel 10

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 februari 2021.

Voor de Commissie

Stella KYRIAKIDES

Lid van de Commissie


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  http://bsaleurope.com/european-distribution/

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/320 van de Commissie van 28 februari 2018 betreffende bepaalde maatregelen ter bescherming van de diergezondheid voor de handel binnen de Unie in salamanders en het binnenbrengen in de Unie van salamanders in verband met de schimmel Batrachochytrium salamandrivorans (PB L 62 van 5.3.2018, blz. 18).

(4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1998 van de Commissie van 28 november 2019 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/320 wat betreft de toepassingstermijn van de maatregelen ter bescherming van de diergezondheid voor salamanders in verband met de schimmel Batrachochytrium salamandrivorans (PB L 310 van 2.12.2019, blz. 35).

(5)  EFSA Journal 2017;15(11):5071.

(6)  EFSA Journal 2017;15(2):4739.

(7)  http://bsaleurope.com/scientific-publications/

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).

(9)  Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003 (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 1).

(10)  Voor de toepassing van dit besluit wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de “Unie” ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.

(11)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

(12)  Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).


BIJLAGE I

DEEL A

MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT

voor de verplaatsing tussen lidstaten van salamanders

Image 1

Image 2

Image 3

DEEL B

MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT

voor de binnenkomst in de Unie van salamanders

Image 4

Image 5


BIJLAGE II

MINIMUMVOORWAARDEN VOOR GESCHIKTE INRICHTINGEN VAN BESTEMMING

1)

De geschikte inrichting van bestemming:

a)

beschikt over een systeem dat een adequaat toezicht op de salamanders garandeert;

b)

staat onder toezicht van de bevoegde autoriteit;

c)

wordt volgens de instructies van de bevoegde autoriteit gereinigd en ontsmet.

2)

De exploitant van de geschikte inrichting zorgt ervoor dat:

a)

de bakken, kisten, uitrusting, vervoermiddelen of andere voor het transport van de salamanders gebruikte smetstofdragers worden gereinigd en ontsmet, tenzij deze worden vernietigd, om de verspreiding van Bsal te voorkomen;

b)

afvalmateriaal en afvalwater regelmatig worden verzameld, opgeslagen en vervolgens gezuiverd om de verspreiding van Bsal te voorkomen;

c)

karkassen van in quarantaine geplaatste salamanders die overlijden, in een door de bevoegde autoriteit aangewezen laboratorium worden onderzocht;

d)

de nodige tests en behandelingen van salamanders in overleg met en onder toezicht van de bevoegde autoriteit worden uitgevoerd.

3)

De exploitant van de geschikte inrichting van bestemming stelt de bevoegde autoriteit in kennis van alle ziekten en sterfgevallen bij de salamanders tijdens de quarantaine.

4)

De exploitant van de geschikte inrichting van bestemming houdt de volgende informatie bij:

a)

voor elke zending: de datum van aankomst in en vertrek van de salamanders uit de geschikte inrichting, het aantal salamanders en de soort;

b)

een kopie van de gezondheidscertificaten en de gemeenschappelijke gezondheidsdocumenten van binnenkomst die de zending salamanders vergezellen;

c)

alle ziektegevallen en sterftecijfers op dagbasis;

d)

de data en resultaten van de tests;

e)

de soorten behandeling en de data ervan en het aantal salamanders dat is behandeld.


BIJLAGE III

ONDERZOEKS-, BEMONSTERINGS-, TEST- EN BEHANDELINGSPROCEDURES VOOR BSAL

1)

Tijdens de quarantaine worden de salamanders aan de volgende procedures onderworpen:

a)

huiduitstrijkjes van in quarantaine geplaatste salamanders moeten onder toezicht van de bevoegde autoriteit door middel van de geschikte diagnostische test tijdens de vijfde week na de datum van binnenkomst van de salamanders in de geschikte inrichting worden onderzocht overeenkomstig de steekproefgrootte in de referentietabel, tenzij de exploitant voor behandeling overeenkomstig punt b) kiest;

Referentietabel (1):

Grootte van de epidemiologische eenheid

62 of minder

186

200

250

300

350

400

450

Steekproefgrootte

alle

96

98

102

106

108

110

111

b)

als de exploitant voor een van de in punt 3 bedoelde behandelingen kiest moeten alle salamanders in de zending door de exploitant onder toezicht van de officiële dierenarts tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit tegen Bsal worden behandeld;

c)

in de onder b) bedoelde gevallen mag de officiële dierenarts eisen dat een representatieve steekproef van de epidemiologische eenheid door middel van de geschikte diagnostische test wordt geanalyseerd vóór de behandeling om de aanwezigheid van Bsal te monitoren of na de behandeling om de afwezigheid van Bsal te bevestigen. In dit geval mogen huiduitstrijkjes van maximaal vier dieren worden samengevoegd;

d)

huiduitstrijkjes van alle dode of klinisch zieke salamanders, en in het bijzonder van dieren met huidletsels, moeten onder toezicht van de officiële dierenarts door middel van de geschikte diagnostische test worden onderzocht op het moment dat zij letsels of andere klinische tekenen vertonen of, indien dat eerder is, op het moment van overlijden;

e)

alle salamanders die in de geschikte inrichting overlijden, moeten onder toezicht van de officiële dierenarts post mortem worden onderzocht, waarbij met name op tekenen van Bsal wordt gecontroleerd en om, in de mate van het mogelijke, te bevestigen of uit te sluiten dat Bsal de doodsoorzaak was.

2)

Alle tests van de tijdens de quarantaine genomen monsters en alle post-mortemonderzoeken tijdens de quarantaine moeten in door de bevoegde autoriteit aangewezen laboratoria worden uitgevoerd.

3)

De volgende behandelingen worden als afdoende beschouwd:

a)

de salamanders gedurende ten minste 12 dagen bij een temperatuur van ten minste 25 °C houden;

b)

de salamanders gedurende ten minste 10 dagen bij een temperatuur van ten minste 20 °C houden in combinatie met onderdompeling in polymyxine E (2 000 IE/ml) tweemaal per dag gedurende 10 minuten gevolgd door het aanbrengen van voriconazool (12,5 μg/ml) door middel van een spray;

c)

elke andere behandeling die wat het elimineren van Bsal betreft, vergelijkbare resultaten oplevert, zoals beschreven in een collegiaal getoetst artikel dat in een wetenschappelijk tijdschrift is verschenen.


(1)  Uitgaande van een prevalentie van Bsal in de epidemiologische eenheid van 3 % en een gewaarborgde opsporing van Bsal met een betrouwbaarheidsgraad van 95 % bij een berekende gevoeligheid van de geschikte diagnostische test van 80 %.