15.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/14


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/782 VAN DE COMMISSIE

van 12 juni 2020

tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2018/761 en (EU) 2018/762 wat betreft de toepassingsdata ervan na de verlenging van de termijn voor de omzetting van Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (1), en met name artikel 6 bis, in samenhang met artikel 27 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn (EU) 2016/798 is gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2020/700 van het Europees Parlement en de Raad (2), teneinde de lidstaten de mogelijkheid te bieden de termijn voor de inwerkingtreding van de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 33, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/798 te verlengen.

(2)

Voor lidstaten die het Spoorwegbureau van de Europese Unie (hierna “het Bureau” genoemd) en de Commissie in kennis hebben gesteld van hun voornemen om de omzettingsperiode van Richtlijn (EU) 2016/798 overeenkomstig artikel 33, lid 2 bis, van die richtlijn te verlengen, moet de toepassing van sommige bepalingen van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2018/761 (3) en (EU) 2018/762 (4) van de Commissie worden uitgesteld tot 31 oktober 2020.

(3)

De gedelegeerde Verordeningen (EU) 2018/761 en (EU) 2018/762 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Teneinde de effectiviteit van de maatregelen als voorzien in deze verordening te waarborgen, dient de verordening op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/761 wordt de tweede alinea vervangen door het volgende:

“Zij is van toepassing met ingang van 16 juni 2019.

Artikel 5, lid 2, en artikel 8, leden 1 en 2, zijn evenwel van toepassing met ingang van 16 juni 2020 in de lidstaten die het Bureau en de Commissie er overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Richtlijn (EU) 2016/798 van in kennis hebben gesteld dat zij de omzettingsperiode van die richtlijn hebben verlengd maar die het Bureau en de Commissie er niet overeenkomstig artikel 33, lid 2 bis, van Richtlijn (EU) 2016/798 van in kennis hebben gesteld dat zij die omzettingstermijn nogmaals hebben verlengd.

Artikel 5, lid 2, en artikel 8, leden 1 en 2, zijn met ingang van 31 oktober 2020 van toepassing in de lidstaten die het Bureau en de Commissie overeenkomstig artikel 33, lid 2 bis, van Richtlijn (EU) 2016/798 hebben meegedeeld dat zij de omzettingstermijn van de richtlijn verder hebben verlengd.”.

Artikel 2

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/762 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 5 wordt vervangen door:

“Artikel 5

Intrekking

De Verordeningen (EU) nr. 1158/2010 en (EU) nr. 1169/2010 worden ingetrokken met ingang van 31 oktober 2025.”.

2)

In artikel 6 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Zij is van toepassing met ingang van 16 juni 2019 in de lidstaten die bij het Bureau en de Commissie geen kennisgeving hebben ingediend overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Richtlijn (EU) 2016/798.

Zij is van toepassing met ingang van 16 juni 2020 in de lidstaten die het Bureau en de Commissie er overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Richtlijn (EU) 2016/798 van in kennis hebben gesteld dat zij de omzettingsperiode van die richtlijn hebben verlengd maar die het Bureau en de Commissie er niet overeenkomstig artikel 33, lid 2 bis, van Richtlijn (EU) 2016/798 van in kennis hebben gesteld dat zij die omzettingstermijn nogmaals hebben verlengd.

Zij is met ingang van 31 oktober 2020 in alle lidstaten van toepassing.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 juni 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 138 van 26.5.2016, blz. 102.

(2)  Richtlijn (EU) 2020/700 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2016/797 en (EU) 2016/798, wat de verlenging van de omzettingstermijnen betreft (PB L 165 van 27.5.2020, blz. 27).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/761 van de Commissie van 16 februari 2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden voor toezicht door nationale veiligheidsinstanties na de afgifte van een uniek veiligheidscertificaat of een veiligheidsvergunning overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2012 (PB L 129 van 25.5.2018, blz. 16).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/762 van de Commissie van 8 maart 2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden inzake de eisen voor veiligheidsbeheersystemen overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 1158/2010 en (EU) nr. 1169/2010 (PB L 129 van 25.5.2018, blz. 26).