15.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/3


VERORDENING (EU) 2020/521 VAN DE RAAD

van 14 april 2020

tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369, en tot wijziging van de bepalingen ervan rekening houdend met de uitbraak van Covid-19

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 122, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Covid-19-crisis, die op 11 maart 2020 door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) tot een pandemie is uitgeroepen, heeft de samenleving en de economie van de Unie zwaar getroffen en heeft de lidstaten ertoe genoodzaakt een reeks buitengewone maatregelen te treffen.

(2)

Bovenop de economische en sociale gevolgen van de pandemie heeft de crisis de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten zwaar onder druk gezet. De lidstaten worden geconfronteerd met een toegenomen behoefte aan met name medische uitrusting en benodigdheden, essentiële openbare diensten en productiecapaciteit voor dergelijke materialen.

(3)

Gezien de beperkingen als gevolg van de snelle verspreiding van het virus zijn snelle en gediversifieerde maatregelen nodig om de Unie in staat te stellen als geheel en in een geest van solidariteit de crisis het hoofd te bieden. Die maatregelen moeten er met name op gericht zijn om overal waar dat nodig is als gevolg van de huidige Covid-19-crisis, levens te redden, menselijk leed te voorkomen en te verlichten en de menselijke waardigheid te behouden.

(4)

De grootschalige en grensoverschrijdende aard en gevolgen van de Covid-19-uitbraak vereisen een alomvattende reactie. De maatregelen in het kader van het bij Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad (1) vastgestelde Uniemechanisme voor civiele bescherming (“rescEU”) en andere bestaande instrumenten van de Unie hebben een beperkte reikwijdte en maken het derhalve niet mogelijk afdoende te reageren en de grootschalige gevolgen van de Covid-19-crisis in de Unie doeltreffend aan te pakken.

(5)

Daarom is het noodzakelijk de noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad (2) te activeren.

(6)

Om de mate van flexibiliteit te kunnen bieden die nodig is met het oog op een langdurige gecoördineerde respons in onvoorziene omstandigheden, zoals het geval is voor de Covid-19-crisis, bijvoorbeeld door het verstrekken van medische benodigdheden en geneesmiddelen, herstelmaatregelen en relevant medisch onderzoek, moet er in afwijking van artikel 114, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (3) voor worden gezorgd dat tijdens de activeringsperiode gedane begrotingsvastleggingen gedurende de hele activeringsperiode kunnen worden gebruikt voor het aangaan van juridische verbintenissen. Dit mag geen afbreuk doen aan de verplichting om conform de in die alinea vervatte n+1-regel ook de kosten te dekken van overeenkomstige juridische verbintenissen die na de activeringsperiode zijn aangegaan. De in het kader van dergelijke juridische verbintenissen gemaakte kosten moeten gedurende de volledige uitvoeringsperiode subsidiabel zijn.

(7)

Met het oog op een gelijke behandeling van en een gelijk speelveld voor de lidstaten moet het mogelijk zijn dat kosten met terugwerkende kracht vanaf de datum van activering van de noodhulp subsidiabel zijn, ook voor acties die al voltooid zijn, mits die acties na die datum van start zijn gegaan.

(8)

Om ervoor te zorgen dat de uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 verleende noodhulp van subsidiaire aard blijft, moet die steun louter een aanvulling zijn op bijstand die beschikbaar is gemaakt uit hoofde van andere Unie-instrumenten.

(9)

In het kader van de Covid-19-crisis is gebleken dat het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2016/369 moet worden uitgebreid zodat financiering kan worden verstrekt voor dringende behoeften aan medische uitrusting en medisch materiaal, zoals beademingsapparaten en beschermingsmiddelen, chemische benodigdheden voor tests, kosten voor de ontwikkeling, productie en distributie van geneesmiddelen en andere uitrusting en materiaal. Tevens moet het mogelijk gemaakt worden acties te financieren ter ondersteuning van de noodzakelijke stappen voor het verkrijgen van goedkeuring voor het gebruik van medische producten.

(10)

Ter verlichting van de acute druk op de gezondheidswerkers en op de overheidsmiddelen ten gevolge van de ontoereikende capaciteit van essentiële openbare diensten en om een levensvatbaar gezondheidszorgstelsel in stand te houden, moet financiële of organisatorische steun worden geboden voor de tijdelijke versterking en uitwisseling van medisch personeel en voor de behandeling van patiënten uit andere lidstaten.

(11)

Financiële steun moet ook opleidingen voor uitoefenaren van een beroep in de gezondheidszorg en de logistiek dekken met het oog op de strijd tegen namaak van producten voor de gezondheidszorg.

(12)

Gezien de grootschalige gevolgen van Covid-19 is een snelle en alomvattende betrokkenheid vereist van alle relevante partners, waaronder overheden, openbare en particuliere zorgverleners in de eerste lijn en in ziekenhuizen en verpleeghuizen. Er zijn maatregelen nodig om de druk op de gezondheidsinfrastructuur te verlichten en om risicogroepen van kwetsbare personen te ondersteunen.

(13)

Om leveringstekorten aan te pakken moet de productiecapaciteit voor essentiële medische producten als geneesmiddelen, diagnostische tests, laboratoriumbenodigdheden en beschermende uitrusting worden ondersteund en moet worden voorzien in financiering voor het aanhouden van een voorraad van die producten.

(14)

Er moeten financiële en/of organisatorische middelen worden vrijgemaakt ter ondersteuning van aanvullende of alternatieve testmethoden om de capaciteit te verhogen, en van relevant medisch onderzoek.

(15)

In noodsituaties ondervinden de aanbestedende diensten van de lidstaten aanzienlijke juridische en praktische moeilijkheden bij de aankoop van benodigdheden of diensten. Om de aanbestedende diensten in staat te stellen maximaal te profiteren van de mogelijkheden van de interne markt met betrekking tot schaalvoordelen en het delen van risico's en voordelen, is het van het grootste belang dat de Commissie meer mogelijkheden krijgt om namens de lidstaten benodigdheden of diensten aan te kopen. De Commissie moet in staat worden gesteld de desbetreffende aanbestedingsprocedures uit te voeren. Een aanbestedende dienst van een lidstaat die verantwoordelijk is voor bepaalde onderdelen van de aanbestedingsprocedure, bijvoorbeeld een nieuwe oproep tot mededinging volgens een raamovereenkomst of de gunning van individuele opdrachten op basis van een dynamisch aankoopsysteem, zou verder verantwoordelijk blijven tijdens de fasen waarin hij optreedt.

(16)

Indien in een noodsituatie een gezamenlijke aanbesteding tussen de Commissie en een of meer aanbestedende diensten van de lidstaten noodzakelijk is, moeten de lidstaten de gezamenlijk verworven capaciteit volledig kunnen aankopen, huren of leasen.

(17)

De Commissie moet in staat worden gesteld benodigdheden en diensten aan te kopen, op te slaan, en door te verkopen en te doneren, met inbegrip van verhuur, aan de lidstaten of aan door de Commissie geselecteerde partnerorganisaties.

(18)

Verordening (EU) 2016/369 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(19)

De lidstaten hebben verklaard dat zij er, als partijen bij de in artikel 5 van Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) bedoelde gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst, mee instemmen dat de lopende gezamenlijke aanbestedingsprocedures uit hoofde van dat artikel ook onder de bij deze verordening ingestelde versnelde aanbestedingsprocedure komen te vallen, onder de in dat artikel vastgestelde voorwaarden. Het type medische tegenmaatregelen dat wordt aangeschaft en de verdeling van de tegenmaatregelen over de lidstaten moet aansluiten op de reeds gemaakte afspraken in het kader van die lopende procedures.

(20)

In het licht van de extreme hoogdringendheid van de huidige gezondheidscrisis is het gerechtvaardigd de overeenkomsten die voortvloeien uit aanbestedingsprocedures in het kader van deze verordening, onmiddellijk te gunnen en uit te voeren. Voor dit specifieke doel moeten er op een aantal specifieke bepalingen van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en van Besluit nr. 1082/2013/EU afwijkingen worden toegestaan, die naar behoren moeten worden gedocumenteerd door de aanbestedende dienst. Voor de verdeling van medische tegenmaatregelen uit hoofde van die aanbestedingsprocedures moeten eventuele door de lidstaten overeengekomen verdeelsleutels in acht worden genomen. EER‐staten die de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst voor de aankoop van medische tegenmaatregelen hebben ondertekend, kunnen ermee instemmen dat hun deelname aan door de EU beheerde aanbestedingen voor medische tegenmaatregelen waar toepasselijk afhankelijk wordt gesteld van de naleving van de regels en voorwaarden van deze verordening. Omdat die afwijkingen worden ingevoerd vanwege de huidige Covid-19-crisis, moeten ze tijdelijk zijn en voor dezelfde duur gelden als de duur van de activering van de noodhulp uit hoofde van deze verordening.

(21)

Die maatregelen zullen enkel maximaal effect sorteren als de medische tegenmaatregelen die volgens de versnelde en gezamenlijke procedures worden aangekocht, de gezondheidsdiensten in de lidstaten onverwijld bereiken. De lidstaten moeten daarom gedurende de uitbraak van Covid-19 essentiële vervoersstromen in stand houden, met name via aangewezen speciale rijstroken, “green lanes”, aan grensovergangen langs het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) en door het faciliteren van luchtvrachtactiviteiten. Al naargelang de behoeften moeten de vervoermiddelen van het Uniemechanisme voor civiele bescherming worden ingezet. Voor dit specifieke doel moet in een afwijking van artikel 1, lid 6, van Besluit nr. 1313/2013/EU worden voorzien.

(22)

Gezien de situatie in verband met de Covid-19-crisis moet deze verordening met spoed in werking treden.

(23)

Met het oog op een gelijke behandeling van en een gelijk speelveld voor de lidstaten en om dekking te bieden ongeacht het tijdstip van de uitbraak in een bepaalde lidstaat, moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 februari 2020,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 wordt geactiveerd voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 31 januari 2022 ter financiering van de uitgaven die noodzakelijk zijn om het hoofd te bieden aan de Covid-19-pandemie.

Artikel 2

In afwijking van artikel 114, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 hebben de globale vastleggingen in de begroting die aanleiding geven tot uitgaven voor steun uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 betrekking op de totale kosten van de overeenkomstige juridische verbintenissen die worden aangegaan tot het einde van de in artikel 1 van deze verordening bedoelde activeringsperiode, zonder afbreuk te doen aan de verplichting om conform de in artikel 114, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vervatte n+1‐regel ook de kosten te dekken van overeenkomstige juridische verbintenissen die na de activeringsperiode zijn aangegaan.

De uitgaven zijn subsidiabel vanaf de in artikel 1 bedoelde datum waarop de noodhulp wordt geactiveerd.

In afwijking van artikel 193, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 kunnen subsidies worden toegekend voor acties die reeds vóór 15 april 2020 waren voltooid, op voorwaarde dat de acties van start zijn gegaan na de in artikel 1 van deze verordening bedoelde activeringsdatum.

Artikel 3

Verordening (EU) 2016/369 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:

“Artikel 3

Subsidiabele acties

1.   Met de uit hoofde van deze verordening verleende noodhulp wordt een op behoeften toegesneden spoedreactie geboden die de reactie van de getroffen lidstaten aanvult en die gericht is op het redden van levens, het voorkomen en verlichten van menselijk leed en het behoud van de menselijke waardigheid wanneer de noodzaak daartoe zich voordoet als gevolg van een in artikel 1, lid 1, bedoelde ramp. Onverminderd de in artikel 2, lid 1, bedoelde activeringsperiode kan ook noodhulp worden verleend om te voorzien in behoeften in de nasleep van een ramp of om de heropleving ervan te voorkomen.

2.   De noodhulp als bedoeld in lid 1 van dit artikel kan bestaan uit een van de acties op het vlak van humanitaire hulpverlening die op grond van de artikelen 2, 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96 voor financiering door de Unie in aanmerking zou komen en kan bijgevolg betrekking hebben op bijstand, hulpverlening en in voorkomend geval beschermingsoperaties teneinde levens te redden en te sparen bij rampen of in de onmiddellijke nasleep daarvan. Voorts kunnen uitgaven worden gefinancierd die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van acties op het gebied van noodhulp uit hoofde van deze verordening. De noodhulp kan met name worden gebruikt voor de financiering van de in de bijlage genoemde acties.

3.   Onverminderd lid 4 wordt de uit hoofde van deze verordening verstrekte noodhulp toegekend en uitgevoerd met inachtneming van de fundamentele humanitaire beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.

4.   De in lid 2 bedoelde acties worden uitgevoerd door de Commissie of door partnerorganisaties die door de Commissie zijn geselecteerd. De volgende organisaties kunnen met name door de Commissie als partnerorganisaties worden geselecteerd: niet-gouvernementele organisaties, gespecialiseerde diensten van de lidstaten, nationale autoriteiten en andere overheidsinstanties, internationale organisaties en de agentschappen daarvan en, indien van toepassing en noodzakelijk voor de uitvoering van een actie, andere organisaties en entiteiten die beschikken over de vereiste deskundigheid of die actief zijn in sectoren die hulpverlening bieden bij rampen, zoals particuliere dienstverleners, fabrikanten van apparatuur en wetenschappers en onderzoeksinstellingen. De Commissie werkt hierbij voortdurend nauw samen met de getroffen lidstaat.

Artikel 4

Financieringsvormen en uitvoeringsprocedures

1.   De Commissie verleent de financiële steun van de Unie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (*1). De financiering door de Unie ter ondersteuning van acties uit hoofde van deze verordening wordt met name uitgevoerd door middel van direct of indirect beheer overeenkomstig respectievelijk punt a) en punt c) van artikel 62, lid 1, van die verordening.

2.   De uit hoofde van deze verordening verstrekte noodhulp wordt gefinancierd met middelen uit de algemene begroting van de Unie en met bijdragen van de lidstaten en van andere openbare of particuliere donoren als externe bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

3.   Financiering door de Unie voor de hulpacties uit hoofde van deze verordening die onder direct beheer moeten worden uitgevoerd, kan direct door de Commissie worden toegekend zonder een oproep tot het indienen van voorstellen, overeenkomstig artikel 195 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Daartoe kan de Commissie kader-partnerschapsovereenkomsten sluiten of een beroep doen op bestaande kader-partnerschapsovereenkomsten die zijn gesloten op grond van Verordening (EG) nr. 1257/96.

4.   Indien de Commissie acties op het gebied van noodhulp uitvoert door een beroep te doen op niet-gouvernementele organisaties, wordt geacht te zijn voldaan aan de criteria voor financiële en operationele capaciteit indien op grond van Verordening (EG) nr. 1257/96 een kader-partnerschapsovereenkomst is gesloten tussen die organisatie en de Commissie.

5.   Noodhulp uit hoofde van deze verordening kan worden verleend in een van de volgende vormen:

a)

een gezamenlijke aanbesteding met de lidstaten als bedoeld in artikel 165, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, waarbij de lidstaten de gezamenlijk verworven capaciteit volledig kunnen aankopen, huren of leasen;

b)

een aanbesteding door de Commissie namens de lidstaten op basis van een overeenkomst tussen de Commissie en de lidstaten;

c)

een aanbesteding door de Commissie, als groothandelaar, waarbij benodigdheden en diensten worden aangekocht, opgeslagen, en doorverkocht of gedoneerd, met inbegrip van verhuur, aan de lidstaten of aan door de Commissie geselecteerde partnerorganisaties.

6.   In het geval van een in lid 5, onder b), bedoelde aanbestedingsprocedure worden de daaruit voortvloeiende contracten op een van de volgende manieren gesloten:

a)

door de Commissie, waarbij de diensten of goederen aan de lidstaten of aan de door de Commissie geselecteerde partnerorganisaties worden geleverd;

b)

door de deelnemende lidstaten, die de capaciteit waarvoor de Commissie namens hen een aanbesteding heeft gedaan, rechtstreeks verwerven, huren of leasen.

7.   In het geval van de in lid 5, onder b) en c), bedoelde aanbestedingsprocedures volgt de Commissie de voorschriften van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 voor haar eigen aanbestedingen.

(*1)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).”."

2)

In artikel 5 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

“1.   De financiering door de Unie kan dienen ter dekking van alle directe kosten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde subsidiabele acties, inclusief de aankoop, de voorbereiding, de inzameling, het vervoer, de opslag en de distributie van goederen en diensten in het kader van die acties, alsmede de investeringskosten van acties of projecten die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomstig deze verordening geactiveerde noodhulp.

2.   De indirecte kosten van de partnerorganisaties kunnen ook worden gedekt overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.”.

3)

De volgende bijlage wordt toegevoegd:

“BIJLAGE

Subsidiabele acties

De volgende acties kunnen worden gefinancierd in geval van pandemieën met grootschalige gevolgen:

a)

tijdelijke versterking van het medisch personeel, uitwisseling van medisch personeel, opvang van buitenlandse patiënten of andere soorten wederzijdse steun;

b)

het inzetten van tijdelijke gezondheidszorgfaciliteiten en tijdelijke uitbreiding van bestaande gezondheidszorgfaciliteiten om de druk op de bestaande structuren te verlichten en de totale capaciteit van de gezondheidszorg te vergroten;

c)

activiteiten ter ondersteuning van het beheer van de grootschalige toepassing van medische tests en ter voorbereiding van de nodige wetenschappelijke teststrategieën en -protocollen;

d)

het opzetten van tijdelijke quarantainefaciliteiten en andere passende maatregelen aan de grenzen van de Unie;

e)

de ontwikkeling, productie of aankoop en distributie van medische producten;

f)

vergroting en omschakeling van productiecapaciteiten voor de in punt e) bedoelde medische producten om leveringstekorten aan te pakken;

g)

het aanhouden van de voorraad van de in punt e) bedoelde medische producten, en het verwijderen ervan;

h)

acties ter ondersteuning van de noodzakelijke stappen voor het verkrijgen van goedkeuring voor het gebruik van de in punt e) bedoelde medische producten, indien nodig;

i)

acties om passende methoden te ontwikkelen voor het volgen van de ontwikkeling van de pandemie en de resultaten van de maatregelen ter bestrijding ervan;

j)

organisatie van klinische proeven ad hoc van mogelijke therapieën of diagnostische methoden volgens op Unieniveau overeengekomen proefnormen;

k)

wetenschappelijke validering van medische producten, waaronder potentiële nieuwe testmethoden.

De bovenstaande lijst is niet uitputtend.

.

Artikel 4

1.   In afwijking van artikel 1, lid 6, van Besluit nr. 1313/2013/EU mogen alle vermogens van het Uniemechanisme voor civiele bescherming worden gebruikt in het kader van de aankoop en levering van medische tegenmaatregelen volgens de procedures waarin deze verordening voorziet.

2.   In afwijking van artikel 172, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 mogen de aanbestedende diensten reeds vanaf de datum waarop ze de ontwerpovereenkomsten in het kader van de aanbesteding in de zin van deze verordening versturen, verzoeken om de levering van goederen of diensten. De ontwerpovereenkomsten worden uiterlijk 24 uur na de gunning verstuurd.

3.   In afwijking van artikel 172, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 mag de Commissie de in lid 2 van dit artikel bedoelde overeenkomsten al naargelang de behoeften wijzigen om ze aan te passen aan de ontwikkeling van de huidige gezondheidscrisis.

4.   In afwijking van punt 30 van afdeling 2 van hoofdstuk 1 van bijlage I bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, en met het oog op het gunnen van de in lid 2 van dit artikel bedoelde overeenkomsten, mag de ordonnateur de inhoud van het evaluatieverslag en het gunningsbesluit in één document samenvoegen en het ondertekenen. De in punt 30.1 van afdeling 2 van hoofdstuk 1 van bijlage I bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde elektronische handtekening en de handtekeningen op daaruit voortvloeiende overeenkomsten mogen worden vervangen door een bevestiging via beveiligde e-mail of door middel van een gescande handtekening.

5.   Voor zover van toepassing gelden de in de leden 1 tot en met 4 van dit artikel bepaalde afwijkingen en de nodige afwijkingen van de in artikel 5 van Besluit nr. 1082/2013/EU bedoelde gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst voor alle procedures voor medische tegenmaatregelen, zowel de nieuwe procedures als de procedures die lopen op het moment dat deze verordening in werking treedt, met het oog op een gunning ervan op basis van geëvalueerde aanbiedingen binnen een termijn van 24 uur.

6.   De in dit artikel vervatte afwijkingen gelden tot en met 31 januari 2022.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 februari 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 april 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

G. GRLIĆ RADMAN


(1)  Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

(2)  Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

(3)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(4)  Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Beschikking nr. 2119/98/EG (PB L 293 van 5.11.2013, blz. 1).