22.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 433/76


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/2183 VAN DE COMMISSIE

van 21 december 2020

betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met het melden van besmettingen met SARS-CoV-2 bij nertsen en andere dieren van de familie Mustelidae en bij wasbeerhonden

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 9531)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intra-uniale handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In 2020 is melding gemaakt van besmettingen met het SARS-CoV-2-virus bij nertsen en is vastgesteld dat het virus van mens op nerts en van nerts op mens kan worden overgedragen. In bepaalde lidstaten en derde landen zijn besmettingen met SARS-CoV-2 bij nertsen gemeld. Bovendien heeft een lidstaat melding gemaakt van gevallen van COVID-19 bij mensen waar besmetting met op nertsen terug te voeren varianten van het SARS-CoV-2-virus heeft plaatsgevonden. Studies uit december 2020 van de centra voor ziektebestrijding en -preventie van de Verenigde Staten (Centers for Disease Control and Prevention) wijzen uit dat wasbeerhonden (Nyctereutes procyonoides) ook vatbaar zijn voor SARS-CoV-2.

(2)

Op 12 november 2020 heeft het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) een snelle risicobeoordeling betreffende de opsporing van met nertsen verband houdende nieuwe SARS-CoV-2-varianten gepubliceerd.

(3)

In de snelle risicobeoordeling van het ECDC werd geconcludeerd dat het totale risico voor de gezondheid van de mens als gevolg van met nertsen verband houdende varianten van SARS-CoV-2 kan worden vastgesteld als variërend van laag voor de algemene bevolking tot zeer hoog voor medisch kwetsbare personen die in het kader van de beroepsuitoefening aan het virus kunnen worden blootgesteld. Uit de snelle risicobeoordeling bleek ook dat verder onderzoek nodig is om te beoordelen of met nertsen verband houdende SARS-CoV-2-varianten gevolgen kunnen hebben voor het risico op herbesmetting, een verminderde werkzaamheid van vaccins of een verminderde werking van behandelingen.

(4)

De Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) heeft op 12 november 2020 een verklaring over COVID-19 en nertsen uitgebracht, waarin wordt gesteld dat het risico dat voor SARS-CoV-2 vatbare dieren, zoals nertsen, een reservoir voor SARS-CoV-2 worden, op een probleem op mondiaal niveau is aangezien elke overdracht op mensen gevolgen kan hebben voor de volksgezondheid.

(5)

Wasbeerhonden worden beschouwd als vatbaar voor besmetting met SARS-CoV-2 en de OIE heeft landen opgeroepen om dieren die vatbaar zijn voor besmetting met SARS-CoV-2, waaronder nertsen en wasbeerhonden, te monitoren vanuit een “één gezondheid”-benadering.

(6)

Overeenkomstig Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) moeten de lidstaten ervoor zorgen dat gegevens inzake het vóórkomen van zoönoses en zoönoseverwekkers worden verzameld.

(7)

Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Richtlijn 90/425/EEG moet elke lidstaat de andere lidstaten en de Commissie onmiddellijk in kennis stellen van uitbraken op zijn grondgebied van zoönoses, ziekten of andere aandoeningen die voor dieren of voor de gezondheid van de mens een ernstig gevaar kunnen opleveren.

(8)

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 89/662/EEG moet elke lidstaat de andere lidstaten en de Commissie onmiddellijk in kennis stellen van uitbraken op zijn grondgebied van zoönoses, ziekten of andere aandoeningen die voor dieren of voor de gezondheid van de mens een ernstig gevaar kunnen opleveren.

(9)

Om een risicobeoordeling in het kader van de “één gezondheid”-benadering mogelijk te maken en mogelijke risicobeheersingsmaatregelen met betrekking tot de uit de circulatie van SARS-CoV-2-varianten bij dieren van de familie Mustelidae en wasbeerhonden voortvloeiende risico’s vorm te geven en aan te wijzen, moet naast deze verplichting tot onmiddellijke kennisgeving ook een efficiënt, geharmoniseerd rapportagesysteem worden opgezet dat de onverwijlde uitwisseling van alle relevante informatie mogelijk maakt.

(10)

Gezien de urgentie van beoordeling van het risico van de epidemiologische situatie in de Unie wat betreft het vóórkomen van SARS-CoV-2 bij nertsen en andere dieren van de familie Mustelidae en bij wasbeerhonden moeten de lidstaten regelmatig verslagen over het vóórkomen van die besmetting bij gehouden of wilde dieren van de familie Mustelidae en bij wasbeerhonden, bij de Commissie indienen. Met het oog op een goede risicocommunicatie binnen de Unie moet de Commissie een samenvatting van de verzamelde informatie met de lidstaten delen. In dit besluit moet het modelverslag worden vastgesteld waarin de gegevens worden gerangschikt op uitbraak en op soort die vatbaar is voor het SARS-CoV-2-virus. Dit besluit moet zo spoedig mogelijk in werking treden binnen het rechtskader van Richtlijn 90/425/EEG en Richtlijn 89/662/EEG. Op de verzamelde en ingediende gegevens is Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (4) van toepassing.

(11)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lidstaten dienen binnen drie dagen na de eerste bevestiging van een besmetting met SARS-CoV-2 bij nertsen of andere dieren van de familie Mustelidae of bij wasbeerhonden (Nyctereutes procyonoides) op hun grondgebied een verslag in bij de Commissie.

2.   In geval van verdere gevallen of nieuwe uitbraken van SARS-CoV-2 bij de in lid 1 bedoelde dieren na de eerste bevestiging als bedoeld in lid 1, dienen de lidstaten op wekelijkse basis een follow-upverslag in. De lidstaten dienen ook een dergelijk follow-upverslag in wanneer er relevante actualiseringen zijn van de epidemiologie van de ziekte en de zoönotische implicaties ervan.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde verslagen bevatten voor elk geval of elke uitbraak de in de bijlage bij dit besluit vermelde informatie.

4.   De in de leden 1 en 2 bedoelde verslagen worden meegedeeld in een elektronisch formaat dat door de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders zal worden vastgesteld.

Artikel 2

1.   De Commissie stelt de lidstaten in het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders in kennis van de verslagen die de lidstaten overeenkomstig artikel 1 hebben ingediend.

2.   De Commissie publiceert op haar website, en uitsluitend ter informatie, een bijgewerkte samenvatting van de informatie in de door de lidstaten overeenkomstig artikel 1 ingediende verslagen.

Artikel 3

Dit besluit is van toepassing tot en met 20 april 2021.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 december 2020.

Voor de Commissie

Stella KYRIAKIDES

Lid van de Commissie


(1)   PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)   PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31).

(4)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).


BIJLAGE

De informatie die in de in artikel 1 bedoelde verslagen moet worden opgenomen in verband met het vóórkomen van besmettingen met SARS-CoV-2 bij nertsen en andere dieren van de familie Mustelidae en bij wasbeerhonden (“vatbare soorten”)

1.   

Datum van opstelling van het verslag

2.   

Lidstaat

3.   

Type verslag (verslag van eerste bevestiging/wekelijks follow-upverslag)

4.   

Totaal aantal uitbraken/gevallen in de lidstaat die in het verslag zijn opgenomen

5.   

Vermeld voor elke uitbraak/elk geval:

a)

het volgnummer van elke uitbraak/elk geval in de lidstaat;

b)

de regio en de geografische locatie (bij benadering) van de inrichting of andere plaats waar de dieren werden gehouden of zich bevonden;

c)

datum waarop besmetting werd vermoed;

d)

datum van bevestiging;

e)

diagnosemethode(n);

f)

geschatte datum van de insleep van het virus in de inrichting of op die plaats;

g)

mogelijke bron van het virus;

h)

genomen beperkende maatregelen (details (1));

i)

aantal vatbare dieren in de inrichting of op die plaats (per vatbare soort);

j)

aantal klinisch of subklinisch getroffen dieren in de inrichting of op die plaats (per vatbare soort; geef bij gebrek aan exacte cijfers een schatting);

k)

morbiditeit: aantal klinisch getroffen dieren (per vatbare soort), met ziekteverschijnselen die lijken op COVID-19, in de inrichting of op die plaats in verhouding tot het aantal vatbare dieren, met een beknopte beschrijving van de klinische ziekteverschijnselen (geef bij gebrek aan exacte cijfers een schatting);

l)

mortaliteit: aantal dieren (per vatbare soort) dat in de inrichting of op die plaats is gestorven (geef bij gebrek aan exacte cijfers een schatting)

6.   

Gegevens over moleculaire epidemiologie, significante mutaties

7.   

Relevante gegevens over gevallen bij mensen in die lidstaat die rechtstreeks verband houden met uitbraken/gevallen bij dieren als bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2

8.   

Overige relevante informatie.


(1)  Binnenlandse verplaatsingsbeperkingen; bewaking binnen een beperkingsgebied of beschermingszone; traceerbaarheid; quarantaine; verwijdering van kadavers, bijproducten en afval op officiële wijze; ruiming; beheersing van wilde reservoirs; regionalisatie; ontsmetting; vaccinatie toegestaan (indien er een vaccin bestaat); geen behandeling van getroffen dieren of andere relevante maatregelen.