7.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 259/9


ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS

BESLUIT nr. H9

van 17 juni 2020

betreffende het uitstel van de in de artikelen 67 en 70 van Verordening (EG) nr. 987/2009 evenals van de in Besluit nr. S9 genoemde termijnen vanwege de COVID‐19-pandemie

(Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst)

(2020/C 259/03)

DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS,

Gezien artikel 72, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (1), waarin wordt bepaald dat de Administratieve Commissie verantwoordelijk is voor de behandeling van alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard, voortvloeiende uit de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (2),

Gezien artikel 35 en artikel 65, lid 8, van Verordening (EG) nr. 883/2004 en artikelen 67 en 70 van Verordening (EG) nr. 987/2009,

Gezien de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie volgens welke een beroep kan worden gedaan op overmacht indien de niet-naleving van de wettelijke verplichtingen is toe te schrijven aan abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die niet konden worden voorkomen ondanks alle noodzakelijke maatregelen die zijn genomen (zie het arrest van het Hof van Justitie van 13 juli 1995, Perrotta, C‐391/93, ECLI:EU:C:1995:240),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De lidstaten zijn op een unieke manier getroffen door de gevolgen van de COVID‐19-uitbraak. De crisis belemmert de gebruikelijke werkprocedures bij de betrokken instellingen in de lidstaten aanzienlijk en leidt tot een uitzonderlijke situatie waarin de normale werking van de vergoedingsprocedures niet mogelijk is.

(2)

Bij de toepassing van de regels inzake terugbetaling in de artikelen 67 en 70 van Verordening (EG) nr. 987/2009 moet het unieke karakter van de situatie in aanmerking worden genomen.

(3)

Aangezien de lidstaten en hun bevoegde instellingen tot nu toe anders zijn getroffen door de COVID‐19-uitbraak en de verdere ontwikkeling van de uitbraak nog niet voorspelbaar is, moet de situatie voortdurend in het oog worden gehouden. Waar en wanneer het nodig is, kan dit besluit dienovereenkomstig worden gewijzigd en kunnen aanvullende overeenkomsten tussen de lidstaten worden gesloten,

BESLUIT:

1.

Alle in de artikelen 67 en 70 van Verordening (EG) nr. 987/2009 en in Besluit nr. S9 vermelde termijnen voor indiening en betaling eindigend in de periode van 1 februari 2020 tot en met 31 december 2020 worden voor een periode van zes maanden verlengd.

2.

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing met ingang van 18 juni 2020.

De voorzitter van de Administratieve Commissie

Blaženka KAMENJAŠEVIĆ


(1)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.