17.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 130/55 |
VERORDENING (EU) 2019/788 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 17 april 2019
betreffende het Europees burgerinitiatief
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 24,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) voert het burgerschap van de Unie in. De burgers van de Unie ("burgers") wordt het recht toegekend om direct contact op te nemen met de Commissie met het verzoek om een voorstel voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen in te dienen vergelijkbaar met het recht van het Europees Parlement in het kader van artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en van de Raad in het kader van artikel 241 VWEU. Het Europees burgerinitiatief (hierna ook "burgerinitiatief" of "initiatief" genoemd) draagt aldus bij aan de versterking van de democratische werking van de Unie door de burgers te betrekken bij het democratische en politieke leven. Zoals blijkt uit de structuur van artikel 11 VEU en artikel 24 VWEU, moet het Europees burgerinitiatief worden gezien in de context van andere middelen waarmee burgers bepaalde kwesties onder de aandacht van de instellingen van de Unie kunnen brengen en die met name bestaan in een dialoog met representatieve organisaties en het maatschappelijk middenveld, raadpleging van betrokken partijen, verzoekschriften en verzoeken aan de Europese Ombudsman. |
(2) |
Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4) voorzag in de regels en procedures voor het Europees burgerinitiatief en is aangevuld door Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie (5). |
(3) |
In haar verslag over de toepassing van Verordening (EU) nr. 211/2011 van 31 maart 2015 vermeldde de Commissie een aantal uitdagingen die voortvloeiden uit de uitvoering van die verordening en zegde zij toe de impact van deze kwesties op de doeltreffendheid van het Europees burgerinitiatief nader te analyseren en de werking ervan te verbeteren. |
(4) |
Het Europees Parlement verzocht de Commissie in zijn resolutie van 28 oktober 2015 over het Europees burgerinitiatief (6) en zijn ontwerp van initiatiefwetgevingsverslag van 26 juni 2017 (7) om Verordening (EU) nr. 211/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 te herzien. |
(5) |
Deze verordening heeft ten doel het Europees burgerinitiatief toegankelijker, minder omslachtig en gebruiksvriendelijker te maken voor organisatoren en medestanders en de follow-up ervan te versterken, teneinde te zorgen voor zijn optimale benutting als middel om debat te bevorderen. Zij dient ook de participatie te faciliteren van zo veel mogelijk burgers in het democratische besluitvormingsproces van de Unie. |
(6) |
Om die doelstellingen te verwezenlijken, dienen de procedures en voorwaarden voor het Europees burgerinitiatief effectief, transparant, duidelijk, eenvoudig, gebruiksvriendelijk — ook voor personen met een handicap — en evenredig met de aard van dit instrument te zijn. Zij moeten zorgen voor een verantwoord evenwicht tussen rechten en plichten en moeten ertoe leiden dat geldige initiatieven door de Commissie naar behoren worden onderzocht en een passende respons krijgen. |
(7) |
Het is dienstig een minimumleeftijd voor het steunen van een burgerinitiatief vast te stellen. Die minimumleeftijd moet overeenkomen met de leeftijd waarop burgers mogen stemmen bij verkiezingen voor het Europees Parlement. Teneinde de deelname van jonge burgers aan het democratische leven van de Unie te vergroten en daarmee te zorgen voor een optimale benutting van het Europees burgerinitiatief als instrument van participerende democratie, dienen de lidstaten die het passend achten de mogelijkheid te hebben de minimumleeftijd voor de ondersteuning van een initiatief vast te stellen op 16 jaar. Zij dienen de Commissie hiervan in kennis te stellen. De Commissie moet op gezette tijden de werking van het Europees burgerinitiatief evalueren, ook wat betreft de minimumleeftijd ter ondersteuning van initiatieven. De lidstaten worden aangemoedigd te overwegen de minimumleeftijd op 16 jaar vast te stellen, overeenkomstig hun nationale recht. |
(8) |
Wanneer ten minste één miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, van oordeel zijn dat inzake een aangelegenheid een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Verdragen, kunnen zij overeenkomstig artikel 11, lid 4, VEU het initiatief nemen de Commissie te verzoeken binnen het kader van de haar toegedeelde bevoegdheden daartoe een passend voorstel in te dienen. |
(9) |
Om ervoor te zorgen dat een burgerinitiatief een belang van de Unie vertegenwoordigt, en tegelijkertijd te garanderen dat het instrument gebruiksvriendelijk blijft, dient het minimumaantal lidstaten waaruit de betrokken burgers afkomstig moeten zijn, te worden vastgesteld op een vierde van de lidstaten. |
(10) |
Om ervoor te zorgen dat een burgerinitiatief representatief is en dat de voorwaarden voor burgers om hun steun aan een initiatief te betuigen vergelijkbaar zijn, is het ook passend om het minimumaantal ondertekenaars uit elk van die lidstaten vast te stellen. Die minimumaantallen vereiste ondertekenaars per lidstaat dienen degressief evenredig te zijn en te corresponderen met het aantal in elke lidstaat gekozen leden van het Europees Parlement, vermenigvuldigd met het totale aantal leden van het Europees Parlement. |
(11) |
Om de Europese burgerinitiatieven inclusiever en zichtbaarder te maken, kunnen de organisatoren voor hun eigen promotie- en communicatieactiviteiten gebruikmaken van andere talen dan de officiële talen van de instellingen van de Unie die overeenkomstig de constitutionele orde van de lidstaten op hun gehele grondgebied of een deel daarvan een officiële status hebben. |
(12) |
Hoewel de krachtens deze verordening verzamelde persoonsgegevens gevoelige gegevens kunnen omvatten, is het, gezien de aard van het Europees burgerinitiatief als instrument voor participerende democratie, gerechtvaardigd om te bepalen dat voor het steunen van een initiatief persoonsgegevens moeten worden verstrekt en dat dergelijke gegevens moeten worden verwerkt voor zover zulks noodzakelijk is om de steunbetuigingen volgens de nationale wetten en praktijken te kunnen verifiëren. |
(13) |
Om het Europees burgerinitiatief toegankelijker te maken, dient de Commissie informatie te verstrekken en bijstand en praktische ondersteuning te verlenen aan burgers en groepen organisatoren, met name over de aspecten van deze verordening die onder haar bevoegdheid vallen. Om deze informatie en bijstand te verbeteren, dient de Commissie ook een online samenwerkingsplatform beschikbaar te stellen dat voorziet in een speciaal discussieforum en onafhankelijke ondersteuning, informatie en juridisch advies met betrekking tot het Europees burgerinitiatief. Het platform moet openstaan voor burgers, groepen organisatoren, organisaties en externe deskundigen die ervaring hebben met het organiseren van Europese burgerinitiatieven. Het platform moet toegankelijk zijn voor personen met een handicap. |
(14) |
Teneinde de groepen organisatoren in de gelegenheid te stellen hun initiatief gedurende de gehele procedure te beheren, dient de Commissie een onlineregister voor het Europees burgerinitiatief ("register") ter beschikking te stellen. Om alle initiatieven onder de aandacht te brengen en de transparantie daarvan te waarborgen, moet het register een openbare website omvatten met uitgebreide informatie over het Europees burgerinitiatief in het algemeen, alsook actuele informatie over individuele initiatieven, hun status en de opgegeven steun- en financieringsbronnen, op basis van de door de groep organisatoren verstrekte informatie. |
(15) |
Teneinde de burgers bij het Europees burgerinitiatief te betrekken en het Europees burgerinitiatief onder de aandacht te brengen, dienen de lidstaten op hun respectieve grondgebied een of meer contactpunten in te stellen die de burgers informatie kunnen verstrekken en bijstand kunnen verlenen met betrekking tot het Europees burgerinitiatief. Dergelijke informatie en bijstand moeten met name betrekking hebben op de aspecten van deze verordening waarvan de uitvoering onder de bevoegdheid van de nationale autoriteiten van de lidstaten valt of op het toepasselijke nationale recht en waarover die autoriteiten burgers en groepen organisatoren dan ook het best kunnen informeren en bijstand verlenen. Waar nodig dienen de lidstaten te streven naar synergiën met diensten die het gebruik van vergelijkbare nationale instrumenten ondersteunen. De Commissie, met inbegrip van haar vertegenwoordigingen in de lidstaten, moet zorgen voor nauwe samenwerking met de nationale contactpunten wat betreft die informatie- en bijstandsactiviteiten, waaronder, in voorkomend geval, communicatieactiviteiten op Unieniveau. |
(16) |
Er is een minimale organisatiestructuur vereist om de start en het beheer van burgerinitiatieven te doen slagen. Die structuur dient de vorm te hebben van een groep organisatoren, bestaande uit natuurlijke personen die in ten minste zeven verschillende lidstaten wonen, om te stimuleren dat thema's aan de orde komen die voor de hele Unie van belang zijn en het denken over deze thema's te bevorderen. Voor de transparantie en de soepele en doelmatige communicatie dient de groep organisatoren een vertegenwoordiger aan te wijzen die gedurende de hele procedure het contact tussen de groep organisatoren en de instellingen van de Unie onderhoudt. De groep organisatoren dient de mogelijkheid te hebben om overeenkomstig het nationale recht een juridische entiteit op te richten voor het beheer van een initiatief. Voor de toepassing van deze verordening dient die juridische entiteit te worden beschouwd als de groep organisatoren. |
(17) |
Hoewel Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (8) van toepassing blijft wat betreft aansprakelijkheid en sancties in verband met de verwerking van persoonsgegevens, dient de groep organisatoren overeenkomstig het toepasselijke nationale recht hoofdelijk aansprakelijk te zijn voor alle schade die haar leden bij de organisatie van een initiatief veroorzaken door opzettelijk dan wel als gevolg van grove nalatigheid gepleegde onrechtmatige handelingen. De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat aan de groep organisatoren passende sancties kunnen worden opgelegd voor overtredingen van deze verordening. |
(18) |
Om met betrekking tot de initiatieven te zorgen voor samenhang en transparantie, en om te voorkomen dat handtekeningen worden verzameld voor een initiatief dat niet voldoet aan de in de Verdragen en in deze verordening gestelde voorwaarden, dienen initiatieven die voldoen aan de voorwaarden van deze verordening door de Commissie te worden geregistreerd voordat er begonnen wordt met het verzamelen van steunbetuigingen van burgers. De Commissie dient bij de registratie de motiveringsplicht uit hoofde van artikel 296, tweede alinea, VWEU, volledig in acht te nemen, en het algemene beginsel van behoorlijk bestuur toe te passen, zoals neergelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
(19) |
Teneinde het Europees burgerinitiatief effectief en toegankelijker te maken, in aanmerking nemend dat de procedures en voorwaarden voor het Europees burgerinitiatief duidelijk, eenvoudig, gebruiksvriendelijk en evenredig moeten zijn, en om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk initiatieven worden geregistreerd, is het passend om een initiatief gedeeltelijk te registreren in gevallen waarin het initiatief slechts ten dele voldoet aan de in deze verordening vastgestelde registratievereisten. Initiatieven dienen gedeeltelijk te worden geregistreerd op voorwaarde dat een deel van het initiatief, waaronder de belangrijkste doelstellingen, niet duidelijk buiten het kader vallen van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen en aan alle andere registratievereisten wordt voldaan. Duidelijkheid en transparantie moeten worden gewaarborgd waar het gaat om de reikwijdte van de gedeeltelijke registratie, en potentiële ondertekenaars moeten worden gewezen op de reikwijdte van de registratie en op het feit dat de steunbetuigingen enkel worden verzameld met betrekking tot de reikwijdte van de registratie van het initiatief. De Commissie moet de groep organisatoren op voldoende gedetailleerde wijze in kennis stellen van de redenen voor haar besluit om een initiatief niet of slechts gedeeltelijk te registreren, en van alle haar ter beschikking staande gerechtelijke en buitengerechtelijke beroepsmogelijkheden. |
(20) |
Steunbetuigingen voor een initiatief moeten binnen een specifieke termijn worden verzameld. Hoewel het niet eenvoudig is steunbetuigingen in de gehele Unie te verzamelen, dient, om ervoor te zorgen dat een initiatief relevant blijft, die termijn te worden vastgesteld op twaalf maanden na de door de groep organisatoren vastgestelde begindatum van de verzamelperiode. De groep organisatoren dient de mogelijkheid te hebben om te kiezen voor een begindatum van de verzamelperiode binnen zes maanden na de registratie van het initiatief. Uiterlijk tien werkdagen vóór de betrokken datum moet de groep organisatoren de Commissie in kennis stellen van de gekozen datum. Met het oog op de coördinatie met de nationale autoriteiten dient de Commissie de lidstaten in kennis te stellen van de door de groep organisatoren meegedeelde datum. |
(21) |
Teneinde het Europees burgerinitiatief toegankelijker, minder omslachtig en gebruiksvriendelijker te maken voor organisatoren en burgers, moet de Commissie een centraal systeem voor het online verzamelen van steunbetuigingen opzetten en exploiteren. Dit systeem moet kosteloos ter beschikking worden gesteld van groepen organisatoren en het moet de noodzakelijke technische kenmerken hebben die het online verzamelen mogelijk maken, onder meer op het gebied van hosting en software, alsook wat betreft toegankelijkheid, zodat ook burgers met een handicap de initiatieven kunnen steunen. Het systeem moet worden opgezet en beheerd overeenkomstig Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie (9). |
(22) |
Burgers moeten initiatieven online of op papier kunnen steunen door enkel de in bijlage III van deze verordening vermelde persoonsgegevens te verstrekken. De lidstaten moeten de Commissie meedelen of zij willen worden opgenomen in respectievelijk deel A of deel B van bijlage III. Burgers die gebruikmaken van het centrale online verzamelsysteem voor het Europees burgerinitiatief moeten een initiatief online kunnen steunen door voor hun steunbetuiging gebruik te maken van een aangemeld elektronisch identificatiemiddel of door het te ondertekenen met een elektronische handtekening in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (10). Daartoe moeten de Commissie en de lidstaten de nodige relevante technische kenmerken uitvoeren in het kader van die verordening. Burgers dienen een steunbetuiging slechts eenmaal te ondertekenen. |
(23) |
Om de overgang naar een centraal online verzamelsysteem te vergemakkelijken, moet een groep organisatoren de mogelijkheid blijven hebben om haar eigen online systemen voor het verzamelen van steunbetuigingen in de Unie op te zetten en steunbetuigingen via dit systeem te verzamelen voor initiatieven die overeenkomstig deze verordening uiterlijk op 31 december 2022 zijn geregistreerd. De groep organisatoren dient per initiatief één individueel online verzamelsysteem te gebruiken. Individuele online verzamelsystemen die door een groep organisatoren worden opgezet en geëxploiteerd, dienen te beschikken over passende technische en veiligheidskenmerken om te waarborgen dat de gegevens gedurende de hele procedure veilig worden verzameld, bewaard en doorgegeven. Daartoe dient de Commissie in samenwerking met de lidstaten gedetailleerde technische specificaties vast te stellen voor de individuele online verzamelsystemen. De Commissie moet het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa), dat de instellingen van de Unie bijstaat bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleidsmaatregelen inzake de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen, om advies kunnen vragen. |
(24) |
Voordat wordt overgegaan tot het verzamelen van steunbetuigingen, dienen de lidstaten na te gaan of de individuele online systemen die door de groep organisatoren zijn opgezet, aan de vereisten van deze verordening voldoen en een verklaring af te geven waaruit die overeenstemming blijkt. De certificering van de individuele online verzamelsystemen dient te worden verricht door de bevoegde nationale instantie van de lidstaten waar de via het individuele online verzamelsysteem verzamelde gegevens worden bewaard. Onverminderd de bevoegdheden van de nationale toezichthoudende autoriteiten krachtens Verordening (EU) 2016/679 dienen de lidstaten de bevoegde nationale instantie aan te wijzen die verantwoordelijk is voor de certificering van de systemen. De lidstaten moeten de door hun bevoegde instanties afgegeven certificaten onderling erkennen. |
(25) |
Als een initiatief het benodigde aantal steunbetuigingen van ondertekenaars heeft verkregen, dient elke lidstaat verantwoordelijk te zijn voor de verificatie en certificering van de door zijn onderdanen ondertekende steunbetuigingen, teneinde te beoordelen of de vereiste minimumaantallen ondertekenaars die gerechtigd zijn een Europees burgerinitiatief te steunen, zijn bereikt. Aangezien de administratieve last voor de lidstaten moet worden beperkt, dienen dergelijke verificaties te worden verricht op grond van passende controles, die kunnen worden gebaseerd op aselecte steekproeven. De lidstaten dienen een verklaring af te geven ter certificering van het aantal geldige steunbetuigingen dat is ontvangen. |
(26) |
Ter bevordering van participatie en openbaar debat over de kwesties die met de initiatieven aan de orde worden gesteld, dienen, als bij de Commissie een burgerinitiatief wordt ingediend dat door het vereiste aantal ondertekenaars wordt gesteund en dat ook aan de andere vereisten van deze verordening voldoet, de organisatoren het recht te hebben dat initiatief tijdens een openbare hoorzitting op het niveau van de Unie toe te lichten. Het Europees Parlement moet de openbare hoorzitting organiseren binnen drie maanden na de indiening van het initiatief bij de Commissie. Het Europees Parlement dient te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de belangen van de betrokken partijen, waaronder maatschappelijke organisaties, sociale partners en deskundigen. De Commissie moet op passend niveau worden vertegenwoordigd. De Raad, andere instellingen en adviesorganen van de Unie, alsmede geïnteresseerde belanghebbenden, dienen de mogelijkheid te hebben aan de hoorzitting deel te nemen, teneinde haar inclusieve karakter te waarborgen en haar algemeen belang te vergroten. |
(27) |
Het Europees Parlement, de instelling die de burgers van de Unie rechtstreeks op Unieniveau vertegenwoordigt, dient het recht te hebben om de steun voor een geldig initiatief te beoordelen en hierover een openbare hoorzitting te houden. Het Europees Parlement dient ook de mogelijkheid te hebben de maatregelen van de Commissie naar aanleiding van het initiatief en die zijn uiteengezet in haar mededeling, te beoordelen. |
(28) |
Om te waarborgen dat de burgerparticipatie in het democratisch bestel van de Europese Unie doeltreffend is, dient de Commissie geldige initiatieven te onderzoeken en erop te reageren. De Commissie dient dan ook binnen zes maanden na de ontvangst van een initiatief haar juridische en politieke conclusies vast te stellen, alsmede de maatregelen die zij van plan is te nemen. De Commissie dient op heldere, begrijpelijke en uitgebreide wijze de redenen toe te lichten voor de maatregelen die zij van plan is te nemen, ook of zij een voorstel voor een rechtshandeling van de Unie zal vaststellen naar aanleiding van het initiatief, en dient evenzeer haar redenen mee te delen als zij niet van plan is maatregelen te nemen. De Commissie dient initiatieven te onderzoeken overeenkomstig de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals neergelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
(29) |
Teneinde transparantie van haar financiering en steun te waarborgen, dient de groep organisatoren tussen de datum van registratie en de datum waarop het initiatief bij de Commissie wordt ingediend, regelmatig geactualiseerde en uitvoerige informatie te verstrekken over de financiering en steun voor het initiatief. Die informatie moet in het register en op de openbare website over het Europees burgerinitiatief worden bekendgemaakt. De opgave van financierings- en steunbronnen door de groep organisatoren moet informatie bevatten over financiële steun van meer dan 500 EUR per sponsor, alsook over organisaties die de groep organisatoren op vrijwillige basis bijstaan, wanneer die steun niet economisch kwantificeerbaar is. Entiteiten, in het bijzonder organisaties die uit hoofde van de Verdragen bijdragen aan de totstandkoming van Europees politiek bewustzijn en aan het tot uitdrukking brengen van de wil van de burgers van de Unie, mogen initiatieven aanmoedigen, financieren en steunen, op voorwaarde dat zij daarbij de in deze verordening vastgestelde procedures en voorwaarden in acht nemen. |
(30) |
Om volledige transparantie te waarborgen, stelt de Commissie een contactformulier ter beschikking in het register en op de openbare website over het Europees burgerinitiatief, dat burgers de mogelijkheid biedt een klacht in te dienen in verband met de volledigheid en juistheid van de informatie over door de groepen organisatoren opgegeven financierings- en steunbronnen. De Commissie moet het recht hebben om van de groep organisatoren aanvullende informatie te verzoeken in verband met de klachten en, waar nodig, een actualisering van de informatie over de opgegeven steun- en financieringsbronnen in het register. |
(31) |
Verordening (EU) 2016/679 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens die wordt verricht uit hoofde van deze verordening. Hierbij moet, ten behoeve van de rechtszekerheid, worden verduidelijkt dat de vertegenwoordiger van de groep organisatoren of, waar toepasselijk, de juridische entiteit die voor het beheer van het initiatief is opgericht, en de bevoegde instanties van de lidstaten dienen te worden beschouwd als de verwerkingsverantwoordelijken in de zin van Verordening (EU) 2016/679, met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens bij het verzamelen van steunbetuigingen, e-mailadressen en gegevens over de sponsors van de initiatieven, en met het oog op de verificatie en certificering van steunbetuigingen, tevens dient te worden bepaald hoe lang de persoonsgegevens die voor het burgerinitiatief zijn verzameld, maximaal mogen worden bewaard. De vertegenwoordiger van de groep organisatoren of, waar toepasselijk, de juridische entiteit die voor het beheer van het initiatief is opgericht, en de bevoegde instanties van de lidstaten dienen als verwerkingsverantwoordelijken alle maatregelen te nemen die nodig zijn om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit Verordening (EU) 2016/679, in het bijzonder die betreffende de rechtmatigheid van de verwerking en de beveiliging van de verwerkingsactiviteiten, de informatieverstrekking en de rechten van de betrokkenen. |
(32) |
Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie bij de toepassing van deze verordening. Er moet worden verduidelijkt dat de Commissie moet worden beschouwd als de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van Verordening (EU) 2018/1725 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in het register, het online samenwerkingsforum, het centrale online verzamelsysteem en het verzamelen van e-mailadressen. Het centrale online verzamelsysteem waarmee de groepen organisatoren steunbetuigingen voor hun initiatieven online kunnen verzamelen, moet door de Commissie worden opgezet en geëxploiteerd overeenkomstig deze verordening. De Commissie en de vertegenwoordiger van de groep organisatoren of, waar toepasselijk, de juridische entiteit die voor het beheer van het initiatief is opgericht, moeten gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken in de zin van Verordening (EU) 2016/679 zijn voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in het centrale online verzamelsysteem. |
(33) |
Om bij te dragen tot de bevordering van actieve burgerparticipatie in het politieke bestel van de Unie, dient de Commissie het Europees burgerinitiatief onder de aandacht van het brede publiek te brengen, met name door gebruik te maken van digitale technologieën en sociale media, en in het kader van acties ter bevordering van het burgerschap van de Unie en burgerrechten. Het Europees Parlement dient bij te dragen aan de communicatieactiviteiten van de Commissie. |
(34) |
Teneinde de communicatie met de ondertekenaars te vergemakkelijken en hen te informeren over de follow-upmaatregelen die naar aanleiding van een initiatief moeten worden genomen, moeten de Commissie en de groep organisatoren, met inachtneming van de gegevensbeschermingsregels, e-mailadressen van ondertekenaars kunnen verzamelen. Het verzamelen van e-mailadressen dient facultatief te zijn en mag alleen met uitdrukkelijke toestemming van de ondertekenaars plaatsvinden. E-mailadressen mogen niet worden verzameld middels de formulieren voor steunbetuigingen en potentiële ondertekenaars dienen te worden geïnformeerd dat zij hun recht om een initiatief te steunen ook mogen uitoefenen als zij geen toestemming geven voor het verzamelen van hun e-mailadres. |
(35) |
Teneinde deze verordening aan te passen aan toekomstige behoeften, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging van de bijlagen bij deze verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (12). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(36) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend, met name om de technische specificaties voor online verzamelsystemen vast te stellen conform deze verordening. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (13). |
(37) |
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het, teneinde de fundamentele doelstelling van het versterken van de burgerparticipatie bij het democratische en politieke leven in de Unie te verwezenlijken, noodzakelijk en passend om regels voor het Europees burgerinitiatief vast te stellen. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, VEU niet verder dan nodig is om de beoogde doelstelling te verwezenlijken. |
(38) |
Deze verordening is in overeenstemming met de grondrechten en de beginselen vervat in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
(39) |
Ter wille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid dient Verordening (EU) nr. 211/2011 te worden ingetrokken. |
(40) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (14) en heeft op 19 december 2017 formele opmerkingen gegeven, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening stelt de procedures en voorwaarden vast voor een initiatief waarbij de Commissie wordt verzocht om binnen het kader van haar bevoegdheden een passend voorstel in te dienen met betrekking tot een aangelegenheid ten aanzien waarvan burgers vinden dat een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Verdragen (het "Europees burgerinitiatief", "burgerinitiatief" of "initiatief").
Artikel 2
Recht om een Europees burgerinitiatief te steunen
1. Iedere burger van de Unie die ten minste de kiesgerechtigde leeftijd voor de verkiezingen voor het Europees Parlement heeft bereikt, heeft het recht een initiatief te steunen door overeenkomstig deze verordening een steunbetuiging te ondertekenen.
De lidstaten kunnen de minimumleeftijd voor de ondersteuning van een initiatief vaststellen op 16 jaar, overeenkomstig hun nationale recht. In dat geval stellen zij de Commissie daarvan in kennis.
2. Overeenkomstig het toepasselijke recht zorgen de lidstaten en de Commissie ervoor dat personen met een handicap op voet van gelijkheid met andere burgers gebruik kunnen maken van hun recht om initiatieven te ondersteunen en toegang hebben tot alle relevante informatiebronnen over initiatieven.
Artikel 3
Vereiste aantal ondertekenaars
1. Een initiatief is geldig als:
a) |
het overeenkomstig artikel 2, lid 1, de steun heeft gekregen van ten minste één miljoen burgers van de Unie, ("ondertekenaars") uit ten minste een kwart van de lidstaten, en |
b) |
het aantal ondertekenaars in ten minste een kwart van de lidstaten ten minste gelijk is aan het in bijlage I vastgestelde minimumaantal, dat overeenkomt met het in elke lidstaat gekozen aantal leden van het Europees Parlement, vermenigvuldigd met het totale aantal leden van het Europees Parlement, ten tijde van de registratie van het initiatief. |
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt een ondertekenaar geteld in de lidstaat waarvan hij onderdaan is, ongeacht de plaats waar hij de steunbetuiging ondertekent.
Artikel 4
Informatievoorziening en bijstand door de Commissie en de lidstaten
1. De Commissie voorziet burgers en groepen organisatoren van gemakkelijk toegankelijke en uitgebreide informatie en bijstand bij het Europees burgerinitiatief, met inbegrip van verwijzing naar de relevante informatie- en bijstandsbronnen.
De Commissie publiceert online en op papier, in alle officiële talen van de instellingen van de Unie, een gids over het Europees burgerinitiatief.
2. De Commissie stelt kosteloos een online samenwerkingsplatform ter beschikking voor het Europees burgerinitiatief.
Het platform voorziet in praktisch en juridisch advies en in een discussieforum over het Europees burgerinitiatief voor de uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen burgers, groepen organisatoren, belanghebbenden, niet-gouvernementele organisaties, deskundigen en andere instellingen en organen van de Unie die willen deelnemen.
Het platform is toegankelijk voor personen met een handicap.
De kosten van het beheren en onderhouden van het platform komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie.
3. De Commissie stelt een online register ter beschikking waarmee groepen organisatoren hun initiatief gedurende de gehele procedure kunnen beheren.
Het register omvat een openbare website met informatie over het Europees burgerinitiatief in het algemeen en over specifieke initiatieven en hun respectieve status.
De Commissie werkt het register op gezette tijden bij door de door de groep organisatoren verstrekte informatie ter beschikking te stellen.
4. Nadat de Commissie overeenkomstig artikel 6 een initiatief heeft geregistreerd, verstrekt zij een vertaling van de inhoud van dat initiatief, met inbegrip van de bijlage daarbij, in alle officiële talen van de instellingen van de Unie, binnen de in bijlage II gestelde grenzen, met het oog op publicatie in het register en het gebruik ervan voor het verzamelen van steunbetuigingen overeenkomstig deze verordening.
Daarnaast kan de groep organisatoren vertalingen verstrekken in alle officiële talen van de instellingen van de Unie van de aanvullende informatie van het initiatief, en in voorkomend geval, ook van het in bijlage II bedoelde en overeenkomstig artikel 6, lid 2, ingediende ontwerp van rechtshandeling. De groep organisatoren is verantwoordelijk voor die vertalingen. De inhoud van de door de groep organisatoren verstrekte vertalingen komt overeen met de inhoud van het overeenkomstig artikel 6, lid 2, ingediende initiatief.
De Commissie zorgt voor de publicatie in het register en op de openbare website over het Europees burgerinitiatief van de overeenkomstig artikel 6, lid 2, verstrekte informatie en de overeenkomstig dit lid verstrekte vertalingen.
5. De Commissie ontwikkelt een bestandenuitwisselingsdienst voor de overdracht van steunbetuigingen aan de bevoegde instanties van de lidstaten, overeenkomstig artikel 12, en stelt deze dienst gratis ter beschikking van de groepen organisatoren.
6. Elke lidstaat stelt een of meer contactpunten in die de groepen organisatoren kosteloos kunnen voorzien van informatie en bijstand, overeenkomstig het toepasselijke Unie- en nationale recht.
HOOFDSTUK II
PROCEDURELE BEPALINGEN
Artikel 5
Groep organisatoren
1. Een initiatief wordt voorbereid en beheerd door een groep van ten minste zeven natuurlijke personen (de "groep organisatoren"). Leden van het Europees Parlement worden niet meegeteld om dat minimumaantal te bereiken.
2. De leden van de groep organisatoren zijn ten tijde van registratie van het initiatief burgers van de Unie die de kiesgerechtigde leeftijd voor de verkiezingen voor het Europees Parlement hebben bereikt en die groep bevat leden die in ten minste zeven verschillende lidstaten wonen.
Voor elk initiatief maakt de Commissie de namen van alle leden van de groep organisatoren bekend in het register in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725.
3. De groep organisatoren wijst twee van haar leden aan als respectievelijk vertegenwoordiger en plaatsvervanger, die gedurende de hele procedure verantwoordelijk zijn voor het onderhouden van het contact tussen de groep organisatoren en de instellingen van de Unie en die gemachtigd zijn om namens de groep organisatoren te handelen (de "contactpersonen").
De groep organisatoren kan al dan niet uit haar midden ook een maximum van twee andere natuurlijke personen kiezen die gemachtigd zijn om te handelen namens de contactpersonen teneinde gedurende de hele procedure het contact met de instellingen van de Unie te onderhouden.
4. De groep organisatoren stelt de Commissie in kennis van elke wijziging in haar samenstelling gedurende de procedure en verstrekt het nodige bewijs dat aan de in de leden 1 en 2 bepaalde vereisten is voldaan. De wijzigingen in de samenstelling van de groep organisatoren worden weergegeven in de steunbetuigingsformulieren en de namen van de huidige en voormalige leden van de groep organisatoren blijven gedurende de hele procedure beschikbaar in het register.
5. Onverminderd de aansprakelijkheid van de vertegenwoordiger van de groep organisatoren als verwerkingsverantwoordelijke krachtens artikel 82, lid 2, van Verordening (EU) 2016/679, is de groep organisatoren hoofdelijk aansprakelijk voor alle schade die bij de organisatie van een initiatief wordt veroorzaakt door opzettelijk dan wel als gevolg van grove nalatigheid gepleegde onrechtmatige handelingen, overeenkomstig het toepasselijke nationale recht.
6. Onverminderd de sancties krachtens artikel 84 van Verordening (EU) 2016/679, waarborgen de lidstaten, overeenkomstig het nationaal recht, dat aan de leden van een groep organisatoren doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties kunnen worden opgelegd voor inbreuken op deze verordening en met name wegens:
a) |
valse verklaringen; |
b) |
frauduleus gebruik van gegevens. |
7. Als er overeenkomstig het nationale recht van een lidstaat speciaal voor het beheer van een bepaald initiatief een juridische entiteit is opgericht, wordt die juridische entiteit voor de toepassing van de leden 5 en 6 van dit artikel, artikel 6, lid 2 en leden 4 tot en met 7, de artikelen 7 tot en met 19, en de bijlagen II tot en met VII, indien toepasselijk, beschouwd als de groep organisatoren of, in voorkomend geval, de leden van die groep, mits het als vertegenwoordiger aangewezen lid van de groep organisatoren gemachtigd is om namens de juridische entiteit te handelen.
Artikel 6
Registratie
1. Steunbetuigingen voor een initiatief mogen pas worden verzameld nadat het initiatief door de Commissie is geregistreerd.
2. De groep organisatoren dient het verzoek om registratie bij de Commissie in door middel van het register.
Bij het indienen van het verzoek is het ook aan de groep organisatoren om:
a) |
de in bijlage II bedoelde informatie in een van de officiële talen van de instellingen van de Unie toe te zenden; |
b) |
als de groep meer dan zeven leden telt, te vermelden welke zeven leden in aanmerking moeten worden genomen voor de toepassing van artikel 5, leden 1 en 2; |
c) |
in voorkomend geval te vermelden dat een juridische entiteit is opgericht op grond van artikel 5, lid 7. |
Onverminderd de leden 5 en 6 neemt de Commissie een besluit over het registratieverzoek binnen twee maanden na de indiening ervan.
3. De Commissie registreert het initiatief als:
a) |
de groep organisatoren het nodige bewijs heeft verstrekt dat zij aan de in artikel 5, leden 1 en 2, bepaalde vereisten voldoet en de contactpersonen heeft aangewezen overeenkomstig de eerste alinea van artikel 5, lid 3; |
b) |
in de situatie bedoeld in artikel 5, lid 7, de juridische entiteit speciaal is opgericht voor het beheer van het initiatief en het als vertegenwoordiger aangewezen lid van de groep organisatoren gemachtigd is om namens de juridische entiteit te handelen; |
c) |
geen van de delen van het initiatief duidelijk buiten het kader valt van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen; |
d) |
het initiatief niet kennelijk beledigend, lichtzinnig of ergerlijk is; |
e) |
het initiatief niet kennelijk indruist tegen de waarden van de Unie zoals die in artikel 2 VEU zijn vastgelegd, noch tegen de rechten vervat in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |
Om te besluiten of is voldaan aan de in de eerste alinea van dit lid, onder a) tot en met e), genoemde vereisten, beoordeelt de Commissie de door de groep organisatoren overeenkomstig lid 2 verstrekte informatie.
Als niet is voldaan aan een of meer van de in de eerste alinea van dit lid, onder a) tot en met e), genoemde vereisten, weigert de Commissie het initiatief te registreren, onverminderd de leden 4 en 5.
4. Als de Commissie van mening is dat wel aan de in lid 3, eerste alinea, onder a), b), d) en e), vastgestelde vereisten is voldaan, maar dat niet is voldaan aan het in lid 3, eerste alinea, onder c), vastgestelde vereiste, stelt de Commissie de groep organisatoren binnen een maand na de indiening van het verzoek in kennis van haar beoordeling en de redenen daarvoor.
In een dergelijk geval kan de groep organisatoren ofwel het initiatief in het licht van de beoordeling van de Commissie wijzigen om het initiatief in overeenstemming te brengen met het in lid 3, eerste alinea, onder c), vastgestelde vereiste, ofwel het oorspronkelijke initiatief handhaven of intrekken. De groep organisatoren stelt de Commissie binnen twee maanden na de ontvangst van de beoordeling van de Commissie, die de redenen daarvoor aangeeft, in kennis van haar keuze, en geeft eventuele wijzigingen van het oorspronkelijke initiatief door.
Wanneer de groep organisatoren haar oorspronkelijke initiatief wijzigt of handhaaft overeenkomstig de tweede alinea van dit lid, reageert de Commissie hierop als volgt:
a) |
zij registreert het initiatief als het voldoet aan het in lid 3, eerste alinea, onder c), vastgestelde vereiste; |
b) |
zij registreert het initiatief gedeeltelijk, als een deel van het initiatief, met inbegrip van de belangrijkste doelstellingen ervan, niet duidelijk buiten het kader valt van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen; |
c) |
anders weigert zij het initiatief te registreren. |
De Commissie neemt binnen een maand na de ontvangst van de in de tweede alinea van dit lid bedoelde informatie van de groep organisatoren een besluit over het verzoek.
5. Een initiatief dat is geregistreerd, wordt bekendgemaakt in het register.
Als de Commissie een initiatief gedeeltelijk registreert, maakt zij in het register informatie over de reikwijdte van de registratie van het initiatief bekend.
In een dergelijk geval zorgt de groep organisatoren ervoor dat potentiële ondertekenaars worden geïnformeerd over de reikwijdte van de registratie van het initiatief en erop worden gewezen dat steunbetuigingen uitsluitend worden verzameld ten aanzien van de reikwijdte van de registratie.
6. De Commissie registreert een initiatief onder één registratienummer, dat zij meedeelt aan de groep organisatoren.
7. Wanneer de Commissie overeenkomstig lid 4 een initiatief weigert te registreren of slechts gedeeltelijk registreert, motiveert zij haar besluit en stelt zij de groep organisatoren daarvan in kennis. Zij stelt ook de groep organisatoren in kennis van alle haar ter beschikking staande gerechtelijke en buitengerechtelijke beroepsmogelijkheden.
De Commissie maakt alle overeenkomstig dit artikel genomen besluiten over registratieverzoeken bekend in het register en op de openbare website over het Europees burgerinitiatief.
8. De Commissie stelt het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's in kennis van de registratie van een initiatief.
Artikel 7
Intrekking van een initiatief
De groep organisatoren kan het overeenkomstig artikel 6 geregistreerde initiatief intrekken op elk moment vóór de indiening van een initiatief bij de Commissie overeenkomstig artikel 13. Een dergelijke intrekking wordt in het register bekendgemaakt.
Artikel 8
Verzamelingsperiode
1. Alle steunbetuigingen worden verzameld binnen een periode van hoogstens twaalf maanden vanaf een door de groep organisatoren gekozen datum (de "verzamelperiode"), onverminderd artikel 11, lid 6. Die datum mag niet meer dan zes maanden later zijn dan de registratie van het initiatief overeenkomstig artikel 6.
Uiterlijk tien werkdagen voor de betrokken datum stelt de groep organisatoren de Commissie in kennis van de gekozen datum.
Als de groep organisatoren gedurende de verzamelperiode de verzameling van steunbetuigingen wenst te beëindigen voordat de verzamelperiode is verstreken, stelt zij de Commissie ten minste tien werkdagen voor de nieuwe gekozen einddatum van de verzamelperiode van dit voornemen in kennis.
De Commissie stelt de lidstaten in kennis van de in de eerste alinea bedoelde datum.
2. De Commissie vermeldt de begin- en einddatum van de verzamelperiode in het register.
3. De Commissie beëindigt de werking van het centrale online verzamelsysteem als bedoeld in artikel 10 en de groep organisatoren beëindigt de werking van een individueel online verzamelsysteem als bedoeld in artikel 11 op de datum waarop de verzamelperiode eindigt.
Artikel 9
Procedure voor het verzamelen van steunbetuigingen
1. Steunbetuigingen kunnen zowel online als op papier worden ondertekend.
2. Voor het verzamelen van steunbetuigingen mag alleen worden gebruikgemaakt van formulieren die beantwoorden aan de in bijlage III opgenomen modellen.
Voordat wordt begonnen met het verzamelen van steunbetuigingen, vult de groep organisatoren de in bijlage III opgenomen formulieren in. De informatie op het formulier komt overeen met de informatie in het register.
Als de groep organisatoren besluit steunbetuigingen online te verzamelen via het in artikel 10 bedoelde centraal online verzamelsysteem, is de Commissie verantwoordelijk voor de verstrekking van de juiste formulieren, overeenkomstig bijlage III.
Als een initiatief overeenkomstig artikel 6, lid 4, gedeeltelijk is geregistreerd, wordt de reikwijdte van de registratie van het initiatief vermeld in de in bijlage III opgenomen formulieren, alsook in het centrale online verzamelsysteem dan wel een individueel online verzamelsysteem. De steunbetuigingsformulieren kunnen worden aangepast met het oog op het online of op papier verzamelen.
Bijlage III is niet van toepassing wanneer de burgers overeenkomstig artikel 10, lid 4, van deze verordening een initiatief online steunen middels het in artikel 10 bedoelde centrale online verzamelsysteem, door gebruik te maken van hun aangemelde elektronische identificatiemiddel in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014. Burgers melden hun nationaliteit en de lidstaten aanvaarden het minimale gegevenspakket voor een natuurlijke persoon overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie (15).
3. Wie een steunbetuiging ondertekent, hoeft alleen de in bijlage III vermelde persoonsgegevens te verstrekken.
4. De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 30 juni 2019 mee of zij willen worden opgenomen in respectievelijk deel A of deel B van bijlage III. De lidstaten die willen worden opgenomen in deel B van bijlage III, vermelden de soort(en) persoonlijke identificatie(document)nummer(s) als daarin bedoeld.
Uiterlijk op 1 januari 2020 publiceert de Commissie de in bijlage III opgenomen formulieren in het register.
Een in één deel van bijlage III opgenomen lidstaat kan bij de Commissie een verzoek indienen om te worden overgeplaatst naar het andere deel van bijlage III. De lidstaat dient zijn verzoek bij de Commissie in ten minste zes maanden voor de datum waarop de nieuwe formulieren van toepassing worden.
5. De groep organisatoren is verantwoordelijk voor het verzamelen van de op papier ingediende steunbetuigingen van ondertekenaars.
6. Eenieder mag slechts eenmaal een steunbetuiging voor een bepaald initiatief ondertekenen.
7. De groep organisatoren deelt de Commissie gedurende de verzamelperiode ten minste om de twee maanden per lidstaat het aantal verzamelde steunbetuigingen mee en meldt binnen drie maanden na het einde van de verzamelperiode het uiteindelijke aantal, zulks met het oog op bekendmaking in het register.
Als het vereiste aantal steunbetuigingen niet is gehaald of de groep organisatoren niet binnen drie maanden na het einde van de verzamelperiode van zich laat horen, sluit de Commissie het initiatief af, waartoe zij een mededeling publiceert in het register.
Artikel 10
Centraal online verzamelsysteem
1. Voor het online verzamelen van steunbetuigingen wordt uiterlijk op 1 januari 2020 door de Commissie een centraal online verzamelsysteem opgezet en geëxploiteerd overeenkomstig Besluit (EU, Euratom) 2017/46.
De kosten van het opzetten en exploiteren van het online samenwerkingsplatform komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie. Het gebruik van het centrale online verzamelsysteem is gratis.
Het centrale online verzamelsysteem is toegankelijk voor personen met een handicap.
De middels het centrale online verzamelsysteem verkregen gegevens worden bewaard op de daartoe door de Commissie beschikbaar gestelde servers.
Op papier verzamelde steunbetuigingen kunnen worden geüpload in het centrale online verzamelsysteem.
2. De Commissie waarborgt voor ieder initiatief dat steunbetuigingen gedurende de overeenkomstig artikel 8 bepaalde verzamelperiode middels het centrale online verzamelsysteem kunnen worden verzameld.
3. Uiterlijk tien werkdagen vóór de aanvang van de verzamelperiode deelt de groep organisatoren de Commissie mee of zij gebruik wil maken van het centrale online verzamelsysteem en of zij de op papier verzamelde steunbetuigingen wil uploaden.
Als een groep organisatoren de op papier verzamelde steunbetuigingen wil uploaden, uploadt zij alle op papier verzamelde steunbetuigingen binnen twee maanden na het einde van de verzamelperiode en stelt zij de Commissie daarvan in kennis.
4. De lidstaten zorgen ervoor dat:
a) |
burgers initiatieven online kunnen steunen middels steunbetuigingen door gebruik te maken van aangemelde elektronische identificatiemiddelen of door de steunbetuiging te ondertekenen met een elektronische handtekening in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014; |
b) |
het in het kader van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 ontwikkelde eIDAS-knooppunt van de Commissie wordt erkend. |
5. De Commissie raadpleegt belanghebbenden over verdere ontwikkelingen en verbeteringen van het centrale online verzamelsysteem om rekening te houden met hun suggesties en punten van zorg.
Artikel 11
Individueel online verzamelsysteem
1. Als een groep organisatoren niet gebruikmaakt van het centrale online verzamelsysteem, kan zij online steunbetuigingen in meerdere of alle lidstaten verzamelen middels een ander online verzamelsysteem (het "individueel online verzamelsysteem").
De middels het individuele online verzamelsysteem verzamelde steunbetuigingen worden bewaard op het grondgebied van een lidstaat.
2. De groep organisatoren waarborgt dat het individuele online verzamelsysteem gedurende de hele verzamelperiode voldoet aan de in lid 4 van dit artikel en in artikel 18, lid 3, vastgestelde vereisten.
3. Na de registratie van het initiatief en vóór het begin van de verzamelperiode verzoekt de groep organisatoren, onverminderd de bevoegdheden van de nationale toezichthoudende autoriteiten krachtens hoofdstuk VI van Verordening (EU) 2016/679, de bevoegde instantie van de lidstaat waar de middels het individuele online verzamelsysteem verzamelde gegevens zullen worden bewaard, om te verklaren dat het systeem voldoet aan de in lid 4 van dit artikel vastgestelde vereisten.
Als een individueel online verzamelsysteem aan de in lid 4 van dit artikel vastgestelde vereisten voldoet, geeft de bevoegde instantie binnen een maand na het verzoek een certificaat van die strekking af volgens het in bijlage IV opgenomen model. De groep organisatoren maakt een kopie van dat certificaat openbaar op de voor het individuele online verzamelsysteem gebruikte website.
De lidstaten erkennen de certificaten die worden afgegeven door de bevoegde instanties van andere lidstaten.
4. Individuele online verzamelsystemen beschikken over passende technische en veiligheidskenmerken om gedurende de hele verzamelperiode te waarborgen dat:
a) |
alleen natuurlijke personen een steunbetuiging kunnen ondertekenen; |
b) |
de over het initiatief verstrekte informatie overeenkomt met de in het register bekendgemaakte informatie; |
c) |
gegevens van ondertekenaars worden verzameld overeenkomstig bijlage III; |
d) |
de door de ondertekenaars verstrekte gegevens veilig worden verzameld en bewaard. |
5. Uiterlijk op 1 januari 2020 stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast met technische specificaties voor de uitvoering van lid 4 van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 22 bedoelde onderzoeksprocedure.
De Commissie kan het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) om advies vragen bij de ontwikkeling van de in de eerste alinea bedoelde technische specificaties.
6. Als er steunbetuigingen worden verzameld middels een individueel online verzamelsysteem, kan de verzamelperiode pas ingaan zodra het in lid 3 bedoelde certificaat voor dat systeem is afgegeven.
7. Dit artikel is enkel van toepassing op initiatieven die uiterlijk op 31 december 2022 zijn geregistreerd overeenkomstig artikel 6.
Artikel 12
Verificatie en certificering van steunbetuigingen door de lidstaten
1. Elke lidstaat (de "verantwoordelijke lidstaat") verifieert of en certificeert dat de door zijn onderdanen ondertekende steunbetuigingen voldoen aan de bepalingen van deze verordening.
2. Binnen drie maanden na het einde van de verzamelperiode en onverminderd lid 3 van dit artikel dient de groep organisatoren de online dan wel op papier verzamelde steunbetuigingen in bij de in artikel 20, lid 2, bedoelde bevoegde instantie van de verantwoordelijke lidstaat.
De groep organisatoren dient de steunbetuigingen alleen bij de bevoegde instanties in als de in artikel 3 vastgestelde minimumaantallen ondertekenaars zijn bereikt.
Steunbetuigingen worden slechts eenmaal bij elke bevoegde instantie in de verantwoordelijke lidstaat ingediend, met gebruikmaking van het in bijlage V opgenomen formulier.
Online verzamelde steunbetuigingen worden ingediend volgens een door de Commissie openbaar gemaakt elektronisch schema.
Op papier verzamelde steunbetuigingen en middels een individueel online verzamelsysteem verzamelde steunbetuigingen worden afzonderlijk ingediend.
3. De Commissie dient de online middels het centrale online verzamelsysteem verzamelde steunbetuigingen alsook de op papier verzamelde en op grond van artikel 10, lid 3, tweede alinea, geüploade steunbetuigingen bij de bevoegde instantie van de verantwoordelijke lidstaat in zodra de groep organisatoren overeenkomstig lid 2 van dit artikel het in bijlage V opgenomen formulier indient bij de bevoegde instantie van de verantwoordelijke lidstaat.
Als een groep organisatoren steunbetuigingen middels een individueel online verzamelsysteem heeft verzameld, kan zij de Commissie verzoeken om deze steunbetuigingen in te dienen bij de bevoegde instantie van de verantwoordelijke lidstaat.
De Commissie dient de steunbetuigingen in overeenkomstig lid 2, tweede tot en met vierde alinea, van dit artikel, middels de in artikel 4, lid 5, bedoelde bestandenuitwisselingsdienst.
4. Binnen drie maanden nadat de bevoegde instanties de steunbetuigingen ontvangen, verifiëren zij deze aan de hand van passende controles, die kunnen worden verricht op basis van aselecte steekproeven, overeenkomstig de nationale wetten en praktijken.
Als online en op papier verzamelde steunbetuigingen afzonderlijk worden ingediend, gaat die periode in wanneer de bevoegde instantie alle steunbetuigingen heeft ontvangen.
Voor de verificatie van op papier verzamelde steunbetuigingen is geen authenticatie van de handtekeningen vereist.
5. Op basis van de verrichte verificaties certificeert de bevoegde instantie het aantal geldige steunbetuigingen voor de betrokken lidstaat. Dit certificaat wordt kosteloos aan de groep organisatoren geleverd met gebruikmaking van het in bijlage VI opgenomen model.
Het certificaat vermeldt het aantal geldige steunbetuigingen dat op papier en online is verzameld, met inbegrip van de steunbetuigingen die op papier zijn verzameld en op grond van artikel 10, lid 3, tweede alinea, zijn geüpload.
Artikel 13
Indiening bij de Commissie
Binnen drie maanden nadat het laatste in artikel 12, lid 5, bedoelde certificaat is verkregen, dient de groep organisatoren het initiatief in bij de Commissie.
De groep organisatoren dient het in bijlage VII opgenomen formulier ingevuld en samen met een papieren of elektronische kopie van de in artikel 12, lid 5, bedoelde certificaten in.
Het in bijlage VII opgenomen formulier wordt in het register openbaar gemaakt door de Commissie.
Artikel 14
Bekendmaking en openbare hoorzitting
1. Wanneer de Commissie een geldig initiatief ontvangt waarvoor steunbetuigingen zijn verzameld en gecertificeerd overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 12, maakt zij dat onverwijld bekend door middel van een mededeling in het register en legt zij het initiatief voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, alsook aan de nationale parlementen.
2. Binnen drie maanden na de indiening van het initiatief wordt de groep organisatoren in de gelegenheid gesteld om het initiatief op een door het Europees Parlement gehouden openbare hoorzitting te presenteren.
Het Europees Parlement organiseert de hoorzitting in zijn gebouwen.
Op de hoorzitting wordt de Commissie op passend niveau vertegenwoordigd.
De Raad, andere instellingen en adviesorganen van de Unie, de nationale parlementen en het maatschappelijk middenveld worden in de gelegenheid gesteld aan de hoorzittingen deel te nemen.
Het Europees Parlement zorgt voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de betrokken publieke en private belangen.
3. Na de openbare hoorzitting beoordeelt het Europees Parlement de politieke steun voor het initiatief.
Artikel 15
Onderzoek door de Commissie
1. Binnen een maand na de indiening van het initiatief overeenkomstig artikel 13, ontvangt de Commissie de groep organisatoren op passend niveau zodat de groep de doelstellingen van het initiatief uitvoerig kan toelichten.
2. Binnen zes maanden na de bekendmaking van het initiatief overeenkomstig artikel 14, lid 1, en na de in artikel 14, lid 2, bedoelde openbare hoorzitting, maakt de Commissie haar juridische en politieke conclusies over het initiatief bekend in een mededeling, waarbij zij tevens vermeldt waarom zij al dan niet maatregelen neemt, en zo ja, welke maatregelen zij van plan is te nemen.
Indien de Commissie voornemens is maatregelen te nemen naar aanleiding van het initiatief, waaronder, waar nodig, de goedkeuring van één of meerdere voorstellen voor een rechtshandeling van de Unie, zet zij in de mededeling ook het geplande tijdschema voor die maatregelen uiteen.
De mededeling wordt ter kennis gebracht van zowel de groep organisatoren als het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's en wordt openbaar gemaakt.
3. De Commissie en de groep organisatoren stellen de ondertekenaars overeenkomstig artikel 18, leden 2 en 3, in kennis van de respons op het initiatief.
De Commissie verstrekt in het register en op de openbare website over het Europees burgerinitiatief actuele informatie over de uitvoering van de in de mededeling uiteengezette maatregelen zoals die naar aanleiding van het initiatief zijn vastgesteld.
Artikel 16
Follow-up door het Europees Parlement van met succes ingediende burgerinitiatieven
Het Europees Parlement beoordeelt de maatregelen die de Commissie op grond van haar in artikel 15, lid 2, bedoelde mededeling heeft genomen.
HOOFDSTUK III
OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 17
Transparantie
1. De groep organisatoren verstrekt voor de bekendmaking in het register en, waar nodig, op haar campagnewebsite heldere, nauwkeurige en uitvoerige informatie over de financieringsbronnen voor het initiatief van meer dan 500 EUR per sponsor.
De opgegeven financierings- en steunbronnen, met inbegrip van de sponsors, en de overeenkomstige bedragen zijn duidelijk identificeerbaar.
De groep organisatoren verstrekt ook informatie over de organisaties die haar vrijwillig bijstaan, wanneer die steun niet economisch kwantificeerbaar is.
Die informatie wordt ten minste elke twee maanden geactualiseerd gedurende de periode van de registratiedatum tot de datum waarop het initiatief overeenkomstig artikel 13 bij de Commissie wordt ingediend. De Commissie zorgt voor de duidelijke en toegankelijke bekendmaking van die informatie in het register en op de openbare website over het Europees burgerinitiatief.
2. De Commissie heeft het recht om van die groep organisatoren aanvullende informatie en opheldering te vragen over de financierings- en steunbronnen die overeenkomstig deze verordening zijn opgegeven.
3. De Commissie voorziet in een mogelijkheid voor burgers om een klacht in te dienen in verband met de volledigheid en juistheid van de informatie over door de groepen organisatoren opgegeven financierings- en steunbronnen en maakt een contactformulier openbaar toegankelijk in het register en op de openbare website over het Europees burgerinitiatief.
De Commissie kan de groep organisatoren om aanvullende informatie verzoeken in verband met de overeenkomstig dit lid ontvangen klachten en, waar nodig, een actualisering van de informatie over de opgegeven financierings- en steunbronnen in het register.
Artikel 18
Communicatie
1. De Commissie brengt het bestaan, de doelstellingen en de werking van het Europees burgerinitiatief onder de aandacht van het brede publiek door middel van communicatieactiviteiten en voorlichtingscampagnes en draagt aldus bij tot de bevordering van actieve burgerparticipatie in het politieke bestel van de Unie.
Het Europees Parlement draagt bij aan de communicatieactiviteiten van de Commissie.
2. Voor communicatie- en informatieactiviteiten in verband met een specifiek initiatief kan, mits een ondertekenaar hiermee uitdrukkelijk instemt, zijn e-mailadres worden verzameld door een groep organisatoren of de Commissie.
Potentiële ondertekenaars worden geïnformeerd dat zij hun recht om een initiatief te steunen niet enkel kunnen uitoefenen als zij toestemming geven voor het verzamelen van hun e-mailadres.
3. E-mailadressen mogen niet worden verzameld als onderdeel van de steunbetuigingsformulieren. Zij kunnen echter wel tegelijk met de steunbetuigingen worden verzameld, mits zij afzonderlijk worden verwerkt.
Artikel 19
Bescherming van persoonsgegevens
1. De vertegenwoordiger van de groep organisatoren is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van Verordening (EU) 2016/679 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens bij het verzamelen van steunbetuigingen, e-mailadressen en gegevens van de sponsors van de initiatieven. Als een juridische entiteit bedoeld in artikel 5, lid 7, van de onderhavige verordening wordt opgericht, is die entiteit de verwerkingsverantwoordelijke.
2. De overeenkomstig artikel 20, lid 2, van de onderhavige verordening aangewezen bevoegde instanties zijn de verwerkingsverantwoordelijken in de zin van Verordening (EU) 2016/679 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens met het oog op de verificatie en certificering van steunbetuigingen.
3. De Commissie is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van Verordening (EU) 2018/1725 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in het register, het online samenwerkingsforum, het in artikel 10 van de onderhavige verordening genoemde centrale online verzamelsysteem en het verzamelen van e-mailadressen.
4. De in de steunbetuigingsformulieren verstrekte persoonsgegevens worden verzameld voor de verrichtingen die vereist zijn voor de veilige verzameling en bewaring overeenkomstig de artikelen 9, 10 en 11, voor de indiening bij de lidstaten, de verificatie en certificering overeenkomstig artikel 12 en voor de nodige kwaliteitscontroles en statistische analyses.
5. Al naar het geval vernietigen de groep organisatoren en de Commissie, waar nodig, alle voor een initiatief ondertekende steunbetuigingen en alle kopieën daarvan uiterlijk één maand na de indiening van het initiatief bij de Commissie overeenkomstig artikel 13 en uiterlijk 21 maanden na het begin van de verzamelperiode, al naargelang welk moment het eerst komt. Als een initiatief echter na het begin van de verzamelperiode wordt ingetrokken, worden de steunbetuigingen en alle kopieën daarvan uiterlijk een maand na de in artikel 7 bedoelde intrekking vernietigd.
6. De bevoegde instantie vernietigt alle steunbetuigingen en kopieën daarvan uiterlijk drie maanden na de afgifte van het in artikel 12, lid 5, bedoelde certificaat.
7. Steunbetuigingen voor een bepaald initiatief en kopieën daarvan mogen na de in de leden 5 en 6 vermelde termijnen worden bewaard indien zulks noodzakelijk is voor juridische of administratieve procedures in verband met het betrokken initiatief. Zij worden uiterlijk een maand na de datum waarop voornoemde procedures met een definitief besluit zijn afgesloten, vernietigd.
8. De Commissie en de groep organisatoren vernietigen de bestanden met de overeenkomstig artikel 18, lid 2, verzamelde e-mailadressen naargelang het geval uiterlijk een maand na de intrekking van een initiatief respectievelijk twaalf maanden na het einde van de verzamelperiode of de indiening van het initiatief bij de Commissie. Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 15, lid 2, in een mededeling de maatregelen bekendmaakt die zij van plan is te nemen, worden de bestanden met de e-mailadressen uiterlijk drie jaar na de bekendmaking van de mededeling vernietigd.
9. Onverminderd de rechten van de leden van de groep organisatoren krachtens Verordening (EU) 2018/1725, hebben zij het recht om vanaf twee jaar na de datum van registratie van een burgerinitiatief te vragen om verwijdering van hun persoonsgegevens uit het register van het betrokken initiatief.
Artikel 20
Bevoegde instanties in de lidstaten
1. Voor de toepassing van artikel 11 wijst elke lidstaat een of meer bevoegde instanties aan die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van het in artikel 11, lid 3, bedoelde certificaat.
2. Voor de toepassing van artikel 12 wijst elke lidstaat één bevoegde instantie aan die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de verificatie van de steunbetuigingen en voor de afgifte van de in artikel 12, lid 5, bedoelde certificaten.
3. Uiterlijk 1 januari 2020 verstrekken de lidstaten de Commissie de namen en adressen van de op grond van de leden 1 en 2 aangewezen instanties. Zij stellen de Commissie in kennis van iedere update van die informatie.
De Commissie maakt de namen en adressen van de op grond van de leden 1 en 2 aangewezen instanties openbaar in het register.
Artikel 21
Mededeling van nationale bepalingen
1. Uiterlijk 1 januari 2020 delen de lidstaten de Commissie mee welke specifieke bepalingen er zijn vastgesteld ter uitvoering van deze verordening.
2. De Commissie maakt die bepalingen openbaar in het register in de taal van de mededeling die de lidstaten overeenkomstig lid 1 hebben gedaan.
HOOFDSTUK IV
GEDELEGEERDE HANDELINGEN EN UITVOERINGSHANDELINGEN
Artikel 22
Comitéprocedure
1. Bij de uitvoering van artikel 11, lid 5, van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 23
Gedelegeerde bevoegdheden
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 24 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen bij deze verordening te wijzigen binnen het toepassingsgebied van de voor die bijlagen relevante bepalingen van deze verordening.
Artikel 24
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 23 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 6 juni 2019.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 23 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en aan de Raad.
6. Een op grond van artikel 23 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt enkel in werking als er geen bezwaar is aangetekend door het Europees Parlement of de Raad binnen een periode van twee maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad of als het Europees Parlement en de Raad de Commissie beide voor het verstrijken van die periode hebben meegedeeld geen bezwaar te zullen aantekenen. Deze termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.
HOOFDSTUK V
SLOTBEPALINGEN
Artikel 25
Evaluatie
De Commissie toetst de werking van het Europees burgerinitiatief op gezette tijden en dient uiterlijk op 1 januari 2024, en daarna om de vier jaar, een verslag over de uitvoering ervan in bij het Europees Parlement en de Raad. Die verslagen hebben ook betrekking op de minimumleeftijd om steun te betuigen aan Europese burgerinitiatieven in de lidstaten. De verslagen worden openbaar gemaakt.
Artikel 26
Intrekking
Verordening (EU) nr. 211/2011 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden opgevat als verwijzingen naar deze verordening.
Artikel 27
Overgangsbepaling
De artikelen 5 tot en met 9 van Verordening (EU) nr. 211/2011 blijven na 1 januari 2020 van toepassing op Europese burgerinitiatieven die vóór 1 januari 2020 zijn geregistreerd.
Artikel 28
Inwerkingtreding en toepasselijkheid
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.
Artikel 9, lid 4, artikel 10, artikel 11, lid 5, en de artikelen 20 tot en met 24 zijn echter van toepassing met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 17 april 2019.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
A. TAJANI
Voor de Raad
De voorzitter
G. CIAMBA
(1) PB C 237 van 6.7.2018, blz. 74.
(2) PB C 247 van 13.7.2018, blz. 62.
(3) Standpunt van het Europees Parlement van 12 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 9 april 2019.
(4) Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PB L 65 van 11.3.2011, blz. 1).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie van 17 november 2011 tot vaststelling van technische specificaties voor systemen voor het online verzamelen van steunbetuigingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad over het burgerinitiatief (PB L 301 van 18.11.2011, blz. 3).
(6) PB C 355 van 20.10.2017, blz. 17.
(7) 2017/2024(INL)
(8) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad n 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(9) Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie van 10 januari 2017 over de beveiliging van communicatie- en informatiesystemen binnen de Europese Commissie (PB L 6 van 11.1.2017, blz. 40).
(10) Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
(11) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(12) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
(13) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(14) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(15) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie van 8 september 2015 betreffende het interoperabiliteitskader bedoeld in artikel 12, lid 8, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 235 van 9.9.2015, blz. 1).
BIJLAGE I
MINIMUMAANTAL ONDERTEKENAARS PER LIDSTAAT
België |
15 771 |
Bulgarije |
12 767 |
Tsjechië |
15 771 |
Denemarken |
9 763 |
Duitsland |
72 096 |
Estland |
4 506 |
Ierland |
8 261 |
Griekenland |
15 771 |
Spanje |
40 554 |
Frankrijk |
55 574 |
Kroatië |
8 261 |
Italië |
54 823 |
Cyprus |
4 506 |
Letland |
6 008 |
Litouwen |
8 261 |
Luxemburg |
4 506 |
Hongarije |
15 771 |
Malta |
4 506 |
Nederland |
19 526 |
Oostenrijk |
13 518 |
Polen |
38 301 |
Portugal |
15 771 |
Roemenië |
24 032 |
Slovenië |
6 008 |
Slowakije |
9 763 |
Finland |
9 763 |
Zweden |
15 020 |
Verenigd Koninkrijk |
54 823 |
BIJLAGE II
INFORMATIE DIE MOET WORDEN VERSTREKT OM EEN INITIATIEF TE REGISTREREN
1. |
De titel van het initiatief, in maximaal 100 tekens (*1). |
2. |
Een beschrijving van de doelstellingen van het initiatief waarop de Commissie wordt verzocht te reageren, in maximaal 1 100 tekens zonder spaties. (aangepast gemiddelde per taal (*1)).
De groep organisatoren kan een bijlage verstrekken over het onderwerp, de doelstellingen en de achtergrond van het initiatief, in maximaal 5 000 tekens zonder spaties (aangepast gemiddelde per taal (*1)). De groep organisatoren kan aanvullende informatie verstrekken over het onderwerp, de doelstellingen en de achtergrond van het initiatief. Zij mag ook, als zij dat wil, een ontwerp van rechtshandeling indienen. |
3. |
De bepalingen in de Verdragen die door de groep organisatoren relevant worden geacht voor de voorgestelde maatregel. |
4. |
Volledige naam, adres, nationaliteit en geboortedatum van zeven leden van de groep organisatoren, met een specifieke vermelding van de vertegenwoordiger en de plaatsvervanger en hun e-mailadres en telefoonnummer (1).
Volledige naam, adres, nationaliteit, geboortedatum, e-mailadres en telefoonnummer van de vertegenwoordiger en/of de vervanger, indien deze niet een van de in de eerste alinea bedoelde zeven leden is. |
5. |
Documenten ter staving van de volledige naam, het adres, de nationaliteit en de geboortedatum van elk van de zeven in punt 4 bedoelde leden en van de vertegenwoordiger en de plaatsvervanger indien deze niet een van de in het vorige punt bedoelde zeven leden is. |
6. |
De naam van de andere leden van de groep organisatoren. |
7. |
In de situatie bedoeld in artikel 5, lid 7, van Verordening (EU) 2019/788, in voorkomend geval, documenten om te staven dat een juridische entiteit overeenkomstig de nationale wetgeving van een lidstaat speciaal voor beheer van het initiatief is opgericht, en dat het als vertegenwoordiger aangewezen lid van de groep organisatoren gemachtigd is om namens de juridische entiteit te handelen. |
8. |
Alle steun- en financieringsbronnen voor het initiatief ten tijde van de registratie. |
(*1) De Commissie verzorgt de vertaling van deze onderdelen in alle officiële talen van de instellingen van de Unie, voor alle geregistreerde initiatieven.
(1) Alleen de volledige naam van de leden van de groep organisatoren, het land van verblijf van de vertegenwoordiger of, in voorkomend geval, de naam en het land van de zetel van de juridische entiteit, het e-mailadres van de contactpersonen en informatie met betrekking tot de steun- en financieringsbronnen zullen in het online register van de Commissie openbaar worden gemaakt. De betrokkenen mogen op basis van zwaarwegende legitieme gronden die met hun specifieke situatie verband houden, bezwaar aantekenen tegen de openbaarmaking van hun persoonsgegevens.
BIJLAGE III
STEUNBETUIGINGSFORMULIER — deel A (1) (voor lidstaten die niet vereisen dat een deel van een persoonlijk identificatienummer/persoonlijk identificatiedocumentnummer wordt verstrekt) |
Alle velden op dit formulier moeten worden ingevuld.
DOOR DE GROEP ORGANISATOREN VOORAF IN TE VULLEN:
1. |
Alle ondertekenaars op dit formulier zijn onderdanen van:
Gelieve slechts één lidstaat per lijst aan te kruisen. |
2. |
Registratienummer van de Europese Commissie: |
3. |
Begin- en einddatum van de verzamelperiode: |
4. |
Internetadres van het initiatief in het register van de Europese Commissie: |
5. |
Titel van het initiatief: |
6. |
Doelstellingen van het initiatief: |
7. |
Naam en e-mailadres van de geregistreerde contactpersonen:
[in de in artikel 5, lid 7, van Verordening (EU) 2019/788 bedoelde situatie, in voorkomend geval, bovendien de naam en het land van de zetel van de juridische entiteit]: |
8. |
Website van het initiatief (indien van toepassing): |
DOOR DE ONDERTEKENAARS IN TE VULLEN IN BLOKLETTERS:
"Ik verklaar hierbij dat de gegevens in dit formulier juist zijn en dat ik dit initiatief nog niet eerder heb gesteund."
VOORNAMEN (VOLUIT) |
ACHTERNAAM |
VERBLIJFPLAATS (2) (straat, nummer, postcode, plaats, land) |
GEBOORTE-DATUM |
DATUM |
HANDTEKENING (3) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Privacyverklaring (4) voor de steunbetuigingen die op papier of via individuele online verzamelsystemen worden verzameld:
Privacyverklaring voor de steunbetuigingen die online via het centrale online verzamelsysteem worden verzameld:
|
STEUNBETUIGINGSFORMULIER — DEEL B (5) (voor lidstaten die vereisen dat een persoonlijk identificatienummer/persoonlijk identificatiedocumentnummer wordt verstrekt) |
Alle velden op dit formulier moeten worden ingevuld.
DOOR DE GROEP ORGANISATOREN VOORAF IN TE VULLEN:
1. |
Alle ondertekenaars op dit formulier zijn onderdanen van:
Gelieve slechts één lidstaat per lijst aan te kruisen. Voor de persoonlijke identificatienummers/persoonlijke identificatiedocumentnummers, waarvan er een moet worden verstrekt: zie de website van de Europese Commissie over het Europees burgerinitiatief. |
2. |
Registratienummer van de Europese Commissie: |
3. |
Begin- en einddatum van de verzamelperiode: |
4. |
Internetadres van het initiatief in het register van de Europese Commissie: |
5. |
Titel van het initiatief: |
6. |
Doelstellingen van het initiatief: |
7. |
Naam en e-mailadres van geregistreerde contactpersonen:
[Naam en e-mailadres van de geregistreerde contactpersonen [in de in artikel 5, lid 7, van Verordening (EU) 2019/788 bedoelde situatie, in voorkomend geval, bovendien de naam en het land van de zetel van de juridische entiteit]: |
8. |
Website van het initiatief (indien van toepassing): |
DOOR DE ONDERTEKENAARS IN TE VULLEN IN BLOKLETTERS:
"Ik verklaar hierbij dat de gegevens in dit formulier juist zijn en dat ik dit initiatief nog niet eerder heb gesteund."
VOORNAMEN (VOLUIT) |
ACHTERNAAM |
PERSOONLIJK IDENTIFICATIENUMMER/PERSOONLIJK IDENTIFICATIEDOCUMENTNUMMER |
TYPE PERSOONLIJK IDENTIFICATIENUMMER OF PERSOONLIJK IDENTIFICATIEDOCUMENT |
DATUM |
HANDTEKENING (6) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Privacyverklaring (7) voor de steunbetuigingen die op papier of via individuele online verzamelsystemen worden verzameld:
Privacyverklaring voor de steunbetuigingen die online via het centrale online verzamelsysteem worden verzameld:
|
(1) Het formulier moet op één blad worden afgedrukt. De groep organisatoren mag het blad recto verso bedrukken. Om papieren steunbetuigingen in het centrale online verzamelsysteem op te laden, moet een door de Commissie beschikbaar gestelde code worden gebruikt.
(2) Buiten Duitsland verblijvende Duitse onderdanen alleen indien zij hun huidig permanent verblijf geregistreerd hebben bij hun bevoegde Duitse diplomatieke vertegenwoordiging in het buitenland.
(3) Handtekening niet verplicht wanneer het formulier online wordt ingeleverd via het centraal online verzamelsysteem als bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 2019/788 of individuele online verzamelsystemen als bedoeld in artikel 11 van die verordening.
(4) Welke van de twee voorgestelde versies van de privacyverklaring wordt gebruikt, hangt af van de verzamelmethode.
(5) Het formulier moet op één blad worden afgedrukt. De groep organisatoren mag het blad recto verso bedrukken. Om papieren steunbetuigingen in het centrale online verzamelsysteem op te laden, moet een door de Europese Commissie beschikbaar gestelde code worden gebruikt.
(6) Handtekening niet verplicht wanneer het formulier online wordt ingeleverd via het centraal online verzamelsysteem als bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 2019/788 of individuele online verzamelsystemen als bedoeld in artikel 11 van die verordening.
(7) Welke van de twee voorgestelde versies van de privacyverklaring wordt gebruikt, hangt af van de verzamelmethode.
BIJLAGE IV
CERTIFICAAT TER BEVESTIGING VAN DE OVEREENSTEMMING VAN HET ONLINE VERZAMELSYSTEEM MET VERORDENING (EU) 2019/788 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 17 APRIL 2019 BETREFFENDE HET EUROPEES BURGERINITIATIEF
… (naam van de bevoegde instantie) van … (lidstaat) verklaart hierbij dat het individuele systeem voor het online verzamelen van steunbetuigingen … (internetadres) dat is gebruikt voor het verzamelen van steunbetuigingen voor … (titel van het initiatief) met het registratienummer … (registratienummer van het initiatief) voldoet aan de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het burgerinitiatief.
Datum, handtekening en officieel stempel van de bevoegde instantie:
BIJLAGE V
FORMULIER VOOR HET INDIENEN VAN STEUNBETUIGINGEN BIJ DE BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIES
1. |
Volledige naam, adres en e-mailadres van de contactpersonen (vertegenwoordiger en plaatsvervanger van de groep organisatoren) of van de met het beheer van het initiatief belaste juridische entiteit en haar vertegenwoordiger: |
2. |
Titel van het initiatief: |
3. |
Registratienummer van de Commissie: |
4. |
Registratiedatum: |
5. |
Aantal ondertekenaars die onderdaan zijn van (naam van de lidstaat): |
6. |
Totaal aantal verzamelde steunbetuigingen: |
7. |
Aantal lidstaten waar de drempel is gehaald: |
8. |
Bijlagen:
(Voeg alle steunbetuigingen bij van ondertekenaars die onderdaan zijn van de betrokken lidstaat. Voeg, indien van toepassing, ook het certificaat bij waarin wordt bevestigd dat het individueel systeem voor het online verzamelen van steunbetuigingen in overeenstemming is met Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het Europees burgerinitiatief.) |
9. |
Hierbij verklaar ik dat de in dit formulier verstrekte informatie juist is en dat de steunbetuigingen zijn verzameld in overeenstemming met artikel 9 van Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het Europees burgerinitiatief. |
10. |
Datum en handtekening van een van de contactpersonen (vertegenwoordiger/plaatsvervanger (1)) of van de vertegenwoordiger van de juridische entiteit: |
(1) Doorhalen indien niet van toepassing.
BIJLAGE VI
CERTIFICAAT TER BEVESTIGING VAN HET AANTAL GELDIGE STEUNBETUIGINGEN VOOR … (NAAM VAN DE LIDSTAAT)
… (naam van de bevoegde instantie) van … (naam van de lidstaat), verklaart hierbij, na de bij artikel 12 van Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het Europees burgerinitiatief vereiste verificaties te hebben verricht, dat … steunbetuigingen (aantal geldige steunbetuigingen) voor het initiatief met registratienummer … (registratienummer van het initiatief) geldig zijn volgens de bepalingen van genoemde verordening.
Datum, handtekening en officieel stempel
BIJLAGE VII
FORMULIER VOOR HET INDIENEN VAN EEN INITIATIEF BIJ DE EUROPESE COMMISSIE
1. |
Titel van het initiatief: |
2. |
Registratienummer van de Commissie: |
3. |
Registratiedatum: |
4. |
Aantal ontvangen geldige steunbetuigingen (ten minste 1 miljoen): |
5. |
Aantal gecertificeerde ondertekenaars per lidstaat:
|
6. |
Volledige naam, adres en e-mailadres van de contactpersonen (vertegenwoordiger en plaatsvervanger van de groep organisatoren) (1) of van de met het beheer van het initiatief belaste juridische entiteit en haar vertegenwoordiger: |
7. |
Vermeld alle bronnen waaruit steun en financiering voor het initiatief afkomstig zijn, met inbegrip van het bedrag van de financiële steun ten tijde van de indiening. |
8. |
Hierbij verklaar ik dat de in dit formulier verstrekte informatie juist is en dat alle relevante in Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het Europees burgerinitiatief opgenomen procedures en voorwaarden in acht zijn genomen.
Datum en handtekening van een van de contactpersonen (vertegenwoordiger/plaatsvervanger (2)) of van de vertegenwoordiger van de juridische entiteit: |
9. |
Bijlagen: (Alle certificaten bijvoegen a.u.b.) |
(1) Alleen de volledige naam van de leden van de groep organisatoren, het land van verblijf van de vertegenwoordiger of, in voorkomend geval, de naam en het land van de zetel van de juridische entiteit, het e-mailadres van de contactpersonen en informatie met betrekking tot de bronnen van steun en financiering zullen in het onlineregister van de Commissie openbaar worden gemaakt. De betrokkenen mogen op basis van zwaarwegende legitieme gronden die met hun specifieke situatie verband houden, bezwaar aantekenen tegen de openbaarmaking van hun persoonsgegevens.
(2) Doorhalen indien niet van toepassing.