17.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/18


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/625 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2019

tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 126, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2017/625 bevat voorschriften voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, waaronder voor de vaststelling van na te leven voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van dieren en goederen uit derde landen of regio's daarvan en officiële controles van dergelijke zendingen bestemd voor menselijke consumptie om te verzekeren dat zij aan de wetgeving van de Unie inzake levensmiddelen en voedselveiligheid voldoen.

(2)

Verordening (EU) 2017/625 voorziet in een rechtsgrondslag voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen om de voorwaarden van die verordening voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde dieren en goederen aan te vullen. Deze aanvullende voorwaarden omvatten garanties betreffende de controle van de naleving van:

de controlemaatregelen ten aanzien van stoffen en groepen residuen in voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad (2);

de voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's) in levende dieren en producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad (3);

de algemene beginselen en voorschriften die van toepassing zijn op levensmiddelen in het algemeen en voedselveiligheid in het bijzonder op nationaal en op Unie-niveau overeenkomstig Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (4);

de algemene voorschriften voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven inzake levensmiddelenhygiëne overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5);

de specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (6);

de specifieke voorschriften inzake officiële controles en door de bevoegde autoriteiten genomen maatregelen in verband met de productie van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie (7) en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie (8).

(3)

Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad (9) bevat specifieke voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong en Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (10) bevat de algemene voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van levensmiddelen. In Verordening (EU) 2017/625 zijn voorschriften vastgelegd met betrekking tot onderwerpen die momenteel door die twee verordeningen worden bestreken en die verordeningen worden met ingang van 14 december 2019 door Verordening (EU) 2017/625 ingetrokken en vervangen.

(4)

De in deze verordening vastgelegde voorwaarden moeten zorgen voor de voortzetting van de voorwaarden van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 teneinde een hoog niveau van bescherming van de gezondheid te verzekeren en een verstoring van de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen te voorkomen. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de ervaring die is opgedaan bij de uitvoering van de voorschriften van die twee verordeningen door een risicogebaseerde benadering toe te passen.

(5)

Verordening (EG) nr. 853/2004 bevat voorschriften voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven die producten van dierlijke oorsprong in de Unie invoeren. De in deze verordening vastgelegde aanvullende voorwaarden voor officiële controles moeten daarom stroken met de voorschriften die reeds bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn vastgesteld.

(6)

Verordening (EU) 2017/185 van de Commissie (11) voorziet tot en met 31 december 2020 in afwijkingen van Verordening (EG) nr. 854/2004 in verband met gezondheidsvoorschriften voor de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong (zoals insecten en reptielenvlees) en levensmiddelen die zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten (samengestelde producten). Met het oog op een hoog niveau van bescherming van de gezondheid moeten vóór het verstrijken van de overgangsmaatregelen ook voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van dergelijke producten worden vastgesteld om de naleving van de voor deze producten geldende voorschriften van de Unie te controleren.

(7)

Er worden steeds meer insecten voor menselijke consumptie geproduceerd. Er moet voor worden gezorgd dat ingevoerde insecten voldoen aan de voorschriften van de Unie inzake levensmiddelen en voedselveiligheid. De in deze verordening vastgelegde aanvullende voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van producten van dierlijke oorsprong moeten daarom ook op insecten van toepassing zijn. Het is mogelijk dat voor insecten een toelating als nieuw voedingsmiddel is vereist overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad (12).

(8)

Op 18 oktober 2007 heeft het Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een advies uitgebracht over de risico's voor de volksgezondheid die de consumptie van reptielenvlees inhoudt voor mensen (13). Er zijn een aantal gevaren geïdentificeerd, zoals salmonella en Trichinella. Voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie moeten de controle op de naleving van de voorschriften van de Unie omvatten om het uit deze gevaren van zendingen reptielenvlees voortvloeiende risico te beperken.

(9)

De samenstelling van samengestelde producten heeft invloed op de fysisch-chemische kenmerken van die levensmiddelen en leidt tot uiteenlopende risico's. Daarom mag alleen toelating voor binnenkomst in de Unie worden verleend voor zendingen samengestelde producten die voldoen aan toepasselijke voorwaarden, met name inzake de oorsprong van de verwerkte producten van dierlijke oorsprong waaruit die levensmiddelen bestaan, de oorsprong van de levensmiddelen zelf of de garanties waarvan de zendingen samengestelde producten vergezeld gaan. Voor samengestelde producten die een gering risico voor de menselijke gezondheid inhouden, moet deze verordening voorzien in afwijkingen betreffende controles in de grenscontroleposten.

(10)

In de voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen moet worden verwezen naar de codes van de gecombineerde nomenclatuur overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (14) om die goederen en dieren duidelijk te identificeren.

(11)

De binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen mag, op basis van een risicoanalyse, enkel worden toegelaten wanneer de derde landen of regio's daarvan waaruit deze dieren en goederen afkomstig zijn, de naleving van de voorschriften inzake de veiligheid van deze voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen kunnen verzekeren en zij worden vermeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/626 van de Commissie (15).

(12)

Naast de voorschriften van artikel 127, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 moeten voor bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen specifieke voorschriften worden vastgesteld om garanties te bieden wat betreft de doeltreffendheid van officiële controles inzake voedselveiligheid in derde landen of regio's daarvan. Derde landen of regio's daarvan mogen alleen in een lijst worden vermeld als bewijzen en garanties zijn verstrekt dat de betrokken dieren en goederen afkomstig uit die derde landen of regio's daarvan voldoen aan de voedselveiligheidsvoorschriften van de Unie die zijn vastgelegd in Richtlijn 96/23/EG, de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004, (EU) 2017/625, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan gelijkwaardig zijn.

(13)

De binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde goederen mag alleen worden toegestaan als die goederen zijn verzonden uit en verkregen of bereid in inrichtingen die worden vermeld in lijsten die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en worden bijgewerkt. Om de naleving te verzekeren van de voorschriften inzake levensmiddelenhygiëne van de Unie of van voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn, moet daarnaast worden bepaald dat het derde land bij de opstelling en bijwerking van de in artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijsten van dergelijke inrichtingen garanties moet bieden bovenop de in artikel 127, lid 3, onder e), i) en iv), van die verordening bedoelde garanties.

(14)

De Commissie moet de in artikel 127 van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijsten van inrichtingen openbaar maken om de transparantie voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven en consumenten te verzekeren wat betreft de inrichtingen waaruit dergelijke goederen de Unie mogen binnenkomen om in de handel te worden gebracht. Om de doeltreffendheid van deze voorschriften te verzekeren, moeten de lidstaten de binnenkomst van zendingen van dergelijke goederen toestaan op voorwaarde dat de officiële certificaten waarvan deze zendingen op grond van de toepasselijke voorschriften van de Unie vergezeld moeten gaan, door de bevoegde autoriteiten van het derde land worden afgegeven vanaf de datum waarop de Commissie die lijsten bekendmaakt.

(15)

Dergelijke voorschriften betreffende inrichtingen moeten niet worden vastgesteld in verband met voor doorvoer bestemde goederen, aangezien die goederen vanuit het oogpunt van voedselveiligheid een gering risico inhouden en er in die gevallen geen dieren of goederen in de Unie in de handel worden gebracht. Voorts moeten dergelijke voorschriften niet worden vastgesteld voor inrichtingen die zich uitsluitend bezighouden met primaireproductieactiviteiten, vervoer, opslag van producten van dierlijke oorsprong waarvoor geen opslag met gereguleerde temperatuur vereist is, of productie van zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren zoals bedoeld in bijlage III, sectie XVI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(16)

Op grond van Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie (16) is voor inrichtingen die kiemgroenten produceren goedkeuring door de bevoegde autoriteiten vereist overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 852/2004. Om de naleving te verzekeren van de voorschriften inzake levensmiddelenhygiëne van de Unie of van voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn, mag de binnenkomst in de Unie van kiemgroenten alleen worden toegestaan als deze kiemgroenten zijn geproduceerd in inrichtingen die worden vermeld in lijsten die overeenkomstig deze verordening zijn opgesteld en worden bijgewerkt.

(17)

Om de naleving te verzekeren van de voorschriften inzake levensmiddelenhygiëne van de Unie of van voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn, mag de binnenkomst in de Unie van producten die afkomstig zijn uit inrichtingen die vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten, separatorvlees en grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen produceren, alleen worden toegestaan als deze inrichtingen worden vermeld in lijsten die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en worden bijgewerkt en die door de Commissie worden bekendgemaakt. Bovendien moeten de grondstoffen waarvan deze producten worden vervaardigd, afkomstig zijn uit inrichtingen (slachthuizen, wildbewerkingsinrichtingen, uitsnijderijen en inrichtingen waar visserijproducten worden gehanteerd) die worden vermeld in lijsten die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en worden bijgewerkt en die door de Commissie worden bekendgemaakt.

(18)

De binnenkomst in de Unie van zendingen levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen mag alleen worden toegestaan uit productiegebieden in derde landen of regio's daarvan die worden vermeld in lijsten die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en worden bijgewerkt en die door de Commissie worden bekendgemaakt, ter waarborging van de naleving van de in Verordening (EG) nr. 853/2004 en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgelegde toepasselijke specifieke voorschriften voor die producten of van voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn. De bekendmaking van die lijsten moet de transparantie voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven en consumenten verzekeren wat betreft de productiegebieden waaruit levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen de Unie mogen binnenkomen.

(19)

De binnenkomst in de Unie van zendingen visserijproducten mag alleen worden toegestaan als de zendingen zijn verzonden uit, verkregen of bereid in een inrichting op het land, reeferschepen, fabrieksvaartuigen of vriesvaartuigen die de vlag voeren van een derde land dat wordt vermeld in lijsten die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en worden bijgewerkt en die door de Commissie worden bekendgemaakt, ter waarborging van de naleving van de voorschriften van de Unie, met name van de in Verordening (EG) nr. 853/2004 en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgelegde specifieke voorschriften voor visserijproducten, of van voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn. De bekendmaking van die lijsten moet de transparantie voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven en consumenten verzekeren wat betreft de vaartuigen waaruit visserijproducten de Unie mogen binnenkomen.

(20)

De in Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgelegde voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van producten van dierlijke oorsprong zijn niet van toepassing op samengestelde producten. Die verordening vereist echter dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven die samengestelde producten invoeren, verzekeren dat de verwerkte producten van dierlijke oorsprong die in dergelijke levensmiddelen zijn gebruikt, voldoen aan de voorschriften van die verordening.

(21)

Het risico dat samengestelde producten inhouden, is afhankelijk van het soort ingrediënten en de opslagomstandigheden. Daarom moeten voorwaarden voor zendingen samengestelde producten worden vastgelegd om ervoor te zorgen dat samengestelde producten die een risico inhouden, worden uitgevoerd uit landen die zijn goedgekeurd voor uitvoer naar de Unie krachtens Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (17), Beschikking 2006/766/EG van de Commissie (18), Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie (19), Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie (20) en Besluit 2011/163/EU van de Commissie (21).

(22)

Uit het aantal kennisgevingen via het bij Verordening (EG) nr. 178/2002 ingestelde systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders blijkt dat zendingen van bepaalde dieren en goederen die voor menselijke consumptie in de handel worden gebracht, een verhoogd risico op niet-naleving van de voorschriften van de Unie inzake voedselveiligheid inhouden. Elke zending van deze dieren en goederen die voor menselijke consumptie in de handel worden gebracht, moet daarom individueel worden gecertificeerd voor binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen. De certificering van de naleving van de voorschriften van de Unie kan exploitanten van levensmiddelenbedrijven en de bevoegde autoriteiten van derde landen of regio's daarvan ook helpen herinneren aan de toepasselijke voorschriften van de Unie. In het geval van doorvoer moet het gebruik van de huidige specifieke doorvoercertificaten met een verklaring inzake de diergezondheid worden gehandhaafd.

(23)

Aangezien Verordening (EU) 2017/625 met ingang van 14 december 2019 van toepassing is, moet deze verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn. Bij Verordening (EU) 2017/185 zijn overgangsmaatregelen vastgesteld die voorzien in afwijkingen van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 wat betreft de gezondheidsvoorschriften voor de invoer van samengestelde producten; deze overgangsmaatregelen worden overeenkomstig Verordening (EU) 2019/759 van de Commissie (22) tot en met 20 april 2021 verlengd. Om een vlotte overgang te verzekeren moeten de in deze verordening vastgelegde invoervoorwaarden dus vanaf 20 april 2021 van toepassing zijn voor samengestelde producten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Deze verordening vult Verordening (EU) 2017/625 aan wat betreft de voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen uit derde landen of regio's daarvan om te verzekeren dat zij voldoen aan de toepasselijke regels bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn.

2.   De in lid 1 bedoelde voorwaarden omvatten:

a)

de identificatie van dieren en goederen waarop de volgende voorwaarden voor binnenkomst in de Unie van toepassing zijn:

i)

de voorwaarde dat die dieren en goederen afkomstig zijn van derde landen of regio's daarvan die in een lijst worden vermeld overeenkomstig artikel 126, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/625;

ii)

de voorwaarde dat die dieren en goederen zijn verzonden uit en verkregen of bereid in inrichtingen die voldoen aan de toepasselijke voorschriften zoals bedoeld in artikel 126, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn, en die worden vermeld in een lijst die is opgesteld en wordt bijgewerkt overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), ii) en iii), van Verordening (EU) 2017/625;

iii)

de voorwaarde dat elke zending van dieren en goederen vergezeld gaat van een officieel certificaat, een officiële verklaring of enig ander bewijsstuk waaruit de naleving van de in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels blijkt, zoals een particuliere verklaring, overeenkomstig artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625;

b)

voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde dieren en goederen uit derde landen of regio's daarvan die in een lijst worden vermeld overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625;

c)

voorwaarden dat zendingen van bepaalde goederen afkomstig uit derde landen zijn verzonden uit en verkregen of bereid in inrichtingen die voldoen aan de toepasselijke voorschriften zoals bedoeld in artikel 126, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn, en die worden vermeld in een lijst die is opgesteld en wordt bijgewerkt overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), ii) en iii), van Verordening (EU) 2017/625;

d)

voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van de volgende specifieke waren bovenop de voorschriften die overeenkomstig artikel 126 van Verordening (EU) 2017/625 zijn vastgesteld:

i)

vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten, separatorvlees en voor de productie van gelatine en collageen bestemde grondstoffen;

ii)

levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen;

iii)

visserijproducten;

iv)

samengestelde producten;

e)

aanvullende voorwaarden voor de officiële certificaten, officiële verklaringen en particuliere verklaringen waarvan bepaalde dieren en goederen vergezeld gaan om de Unie binnen te komen.

3.   Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

dieren en goederen die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn; wanneer bij binnenkomst in de Unie nog geen beslissing is genomen over de bestemming van de dieren goederen, is deze verordening wel van toepassing;

b)

voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen die slechts door de Unie worden doorgevoerd zonder in de handel te worden gebracht.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.   "gelijkwaardig": gelijkwaardig zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder e), van Verordening (EG) nr. 852/2004;

2.   "in de handel brengen": in de handel brengen zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 8, van Verordening (EG) nr. 178/2002;

3.   "inrichting": een inrichting zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 852/2004;

4.   "particuliere verklaring": een door de invoerende exploitant van een levensmiddelenbedrijf ondertekende verklaring;

5.   "vers vlees": vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

6.   "gehakt vlees": gehakt vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.13, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

7.   "vleesbereidingen": vleesbereidingen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.15, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

8.   "vleesproducten": vleesproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

9.   "separatorvlees": separatorvlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.14, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

10.   "gelatine": gelatine zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

11.   "collageen": collageen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.8, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

12.   "tweekleppige weekdieren": tweekleppige weekdieren zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

13.   "visserijproducten": visserijproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

14.   "samengesteld product": een levensmiddel dat zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevat;

15.   "reptielen": dieren van de soorten Alligator mississippiensis, Crocodylus johnstoni, Crocodylus niloticus, Crocodylus porosus, Timon lepidus, Python reticulatus, Python molurus bivittatus of Pelodiscus sinensis;

16.   "reptielenvlees": de onverwerkte of verwerkte eetbare delen van gekweekte reptielen die in voorkomend geval zijn toegelaten overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 en worden vermeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie (23);

17.   "insecten": voor menselijke consumptie bestemde levensmiddelen die bestaan uit, geïsoleerd zijn uit of vervaardigd zijn uit insecten of delen daarvan, met inbegrip van alle levensstadia van insecten, en die in voorkomend geval zijn toegelaten overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 en worden vermeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470;

18.   "kiemgroenten": kiemgroenten zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie (24);

19.   "primaire productie": primaire productie zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 17, van Verordening (EG) nr. 178/2002;

20.   "slachthuis": een slachthuis zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.16, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

21.   "wildbewerkingsinrichting": een wildbewerkingsinrichting zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.18, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

22.   "uitsnijderij": een uitsnijderij zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.17, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

23.   "productiegebied": een productiegebied zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.5, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

24.   "fabrieksvaartuig": een fabrieksvaartuig zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

25.   "vriesvaartuig": een vriesvaartuig zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

26.   "reeferschip": een vaartuig dat is uitgerust om goederen op pallets of bulkgoed op te slaan en te vervoeren in ruimen of cellen met temperatuurregeling;

27.   "exploitant van een levensmiddelenbedrijf": een exploitant van een levensmiddelenbedrijf zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002.

Artikel 3

Dieren en goederen die afkomstig moeten zijn van derde landen of regio's daarvan die worden vermeld in de in artikel 126, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijst

Zendingen van de volgende voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen mogen de Unie uitsluitend binnenkomen uit derde landen of regio's daarvan die worden vermeld in de in de artikelen 3 tot en met 22 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/626 vastgelegde lijst voor die dieren en goederen:

a)

producten van dierlijke oorsprong, met inbegrip van reptielenvlees en dode hele insecten, delen van insecten of verwerkte insecten, waarvoor codes van de gecombineerde nomenclatuur (GN-codes) zijn vastgelegd in de hoofdstukken 2 tot en met 5, 15 en 16, en codes van het geharmoniseerd systeem (GS-codes) onder de posten 1702, 1806, 2102, 2103, 2105, 2106, 2202, 2301, 2822, 2932, 3001, 3002, 3501, 3502, 3503, 3504, 3507, 3913, 4101, 4102, 4103, 4110 en 9602 van bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, wanneer deze producten voor menselijke consumptie bestemd zijn;

b)

levende insecten aangeduid met GN-code 0106 49 00 in bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87.

Artikel 4

Aanvullende voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde dieren en goederen uit een derde land of regio daarvan

Naast de voorschriften van artikel 127, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 beslist de Commissie enkel om een derde land of regio daarvan in de in artikel 126, lid 2, onder a), van die verordening bedoelde lijst op te nemen als zij van mening is dat de volgende voorschriften ten minste gelijkwaardig zijn aan de desbetreffende voorschriften van de Unie voor de in artikel 3 bedoelde dieren en goederen:

a)

de wetgeving van het derde land inzake:

i)

de productie van levensmiddelen van dierlijke oorsprong;

ii)

het gebruik van diergeneesmiddelen, inclusief de regels inzake het verbieden of toelaten ervan, de distributie ervan en het in de handel brengen ervan, en de regels inzake beheer en inspectie;

iii)

de bereiding en het gebruik van diervoeders, met inbegrip van de procedures voor het gebruik van toevoegingsmiddelen en voor de bereiding en het gebruik van diervoeders met medicinale werking, en de hygiënische kwaliteit van de voor de bereiding van het voeder gebruikte grondstoffen en van het eindproduct;

b)

de hygiënevoorwaarden met betrekking tot productie, vervaardiging, hantering, opslag en verzending die momenteel van toepassing zijn op voor de Unie bestemde producten van dierlijke oorsprong;

c)

de ervaring die bij het in de handel brengen van de producten van dierlijke oorsprong uit het derde land is opgedaan en de resultaten van de officiële controles bij binnenkomst in de Unie;

d)

indien beschikbaar de resultaten van controles door de Commissie in het derde land ten aanzien van andere dieren en goederen waarvoor het derde land reeds overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 in een lijst wordt vermeld, en met name de resultaten van de beoordeling van de bevoegde autoriteiten in het derde land waarvan een audit is uitgevoerd en de maatregelen die de bevoegde autoriteiten hebben genomen op basis van de aan hen gerichte aanbevelingen naar aanleiding van die audits door de Commissie;

e)

het bestaan, de uitvoering en de mededeling van een programma voor de bestrijding van zoönosen dat in voorkomend geval door de Commissie is erkend;

f)

het bestaan, de uitvoering en de mededeling van een programma voor de controle op residuen dat in voorkomend geval door de Commissie is erkend overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG.

Artikel 5

Voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit een derde land in verband met inrichtingen

1.   Zendingen van de volgende goederen mogen de Unie alleen binnenkomen als die zendingen zijn verzonden uit en verkregen of bereid in inrichtingen die worden vermeld in lijsten die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), ii) en iii), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en worden bijgewerkt:

a)

producten van dierlijke oorsprong waarvoor voorschriften zijn vastgesteld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en waarvoor GN-codes zijn vastgelegd in de hoofdstukken 2 tot en met 5, 15 en 16, en GS-codes onder de posten 2102, 2103, 2105, 2106, 2202, 2301, 2822, 2932, 3001, 3002, 3501, 3502, 3503, 3504, 3507, 3913, 4101, 4102, 4103 en 4110 van bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87;

b)

kiemgroenten die met de volgende GS-codes worden aangeduid: 0704 90, 0706 90, 0708 10, 0708 20, 0708 90 of 1214 90 in bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87.

2.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde inrichtingen mogen alleen in de in artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijsten worden vermeld als het derde land, naast de in artikel 127, lid 3, onder e), ii) en iv), van Verordening (EU) 2017/625 bepaalde garanties, de volgende garanties biedt:

a)

die inrichtingen, tezamen met alle inrichtingen waar grondstoffen van dierlijke oorsprong worden gehanteerd die bij de productie van de betrokken producten van dierlijke oorsprong worden gebruikt, voldoen aan de toepasselijke voorschriften zoals bedoeld in artikel 126, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625, met name die van Verordening (EG) nr. 853/2004, of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn;

b)

in de inrichting worden, in voorkomend geval, enkel grondstoffen van dierlijke oorsprong gehanteerd die afkomstig zijn van derde landen met een erkend controleplan voor residuen voor die productcategorie overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG of van lidstaten;

c)

het derde land is bij machte de inrichtingen te beletten naar de Unie uit te voeren indien de inrichtingen niet aan voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de Unie of voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn.

3.   De Commissie verstrekt de lidstaten alle nieuwe en bijgewerkte lijsten die zij overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), iii), van Verordening (EU) 2017/625 van de bevoegde autoriteiten van het derde land ontvangt, en publiceert deze lijsten op haar website.

4.   De lidstaten staan de binnenkomst in de Unie van de in lid 1 bedoelde zendingen toe op voorwaarde dat de officiële certificaten waarvan deze zendingen op grond van de toepasselijke voorschriften van de Unie vergezeld moeten gaan, door de bevoegde autoriteiten van het derde land worden afgegeven vanaf de datum van bekendmaking door de Commissie van de in lid 1 bedoelde lijsten.

Artikel 6

Inrichtingen waarop de voorwaarden van artikel 5, lid 1, niet van toepassing zijn

De in artikel 5 vastgelegde voorwaarden zijn niet van toepassing op inrichtingen die uitsluitend de volgende activiteiten uitvoeren:

a)

primaire productie;

b)

vervoer;

c)

opslag van producten van dierlijke oorsprong waarvoor geen opslag met gereguleerde temperatuur vereist is;

d)

productie van zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren zoals bedoeld in bijlage III, sectie XVI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en aangeduid met de GN-codes onder de posten 2833, ex 3913, 2930, ex 2932, 3507 of 3503 in bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87.

Artikel 7

Voorwaarden voor zendingen vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten, separatorvlees en voor de productie van gelatine en collageen bestemde grondstoffen

Zendingen van de volgende producten van dierlijke oorsprong mogen de Unie alleen binnenkomen als zij zijn vervaardigd van grondstoffen die zijn verkregen in slachthuizen, wildbewerkingsinrichtingen, uitsnijderijen en inrichtingen waar visserijproducten worden gehanteerd, die worden vermeld in lijsten van inrichtingen die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en worden bijgewerkt:

a)

vers vlees;

b)

gehakt vlees;

c)

vleesbereidingen;

d)

vleesproducten en separatorvlees;

e)

voor de productie van gelatine en collageen bestemde grondstoffen zoals bedoeld in sectie XIV, hoofdstuk I, punt 4, onder a), respectievelijk sectie XV, hoofdstuk I, punt 4, onder a), van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Artikel 8

Voorwaarden voor zendingen levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen

1.   Niettegenstaande artikel 6 mogen zendingen levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen waarvoor in post 0307 van bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 GN-codes zijn vastgesteld, de Unie alleen binnenkomen uit productiegebieden in derde landen die worden vermeld in lijsten die door de bevoegde autoriteiten van het derde land overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en die door de Commissie zijn bekendgemaakt.

2.   De volgende producten mogen de Unie binnenkomen uit productiegebieden die niet door de bevoegde autoriteiten in het derde land zijn ingedeeld overeenkomstig artikel 18, lid 6, van Verordening (EU) 2017/625:

a)

Pectinidae, tenzij gegevens van officiële toezichtsprogramma's zoals vastgesteld bij artikel 57 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 de bevoegde autoriteiten in staat stellen visgronden in te delen zoals bepaald in bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, punt 2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

b)

mariene buikpotigen die geen filtrerende dieren zijn en Holothuroidea die geen filtrerende dieren zijn.

Artikel 9

Opname in een lijst van productiegebieden

1.   Voordat de bevoegde autoriteiten van het derde land de in artikel 8, lid 1, bedoelde lijsten opstellen, wordt in het bijzonder rekening gehouden met de garanties die de bevoegde autoriteiten van het derde land kunnen bieden inzake de naleving van de voorschriften van artikel 52 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 betreffende de indeling en controle van productiegebieden.

Vóór die lijsten worden opgesteld, verricht de Commissie een controlebezoek ter plaatse.

2.   Eens de in artikel 8, lid 1, bedoelde lijsten zijn opgesteld en wanneer de bevoegde autoriteiten van het derde land voldoende garanties bieden betreffende het beheer en de controles van de productiegebieden waarvoor zij verantwoordelijk zijn, hoeft het controlebezoek ter plaatse van de Commissie niet te worden uitgevoerd vóór een nieuw productiegebied wordt toegevoegd aan een bestaande overeenkomstig artikel 5 opgestelde lijst.

Artikel 10

Bijzondere voorwaarden voor visserijproducten

Zendingen visserijproducten waarvoor in de posten 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307, 0308, 1504, 1516, 1603, 1604, 1605 of 2106 van bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 GN-codes zijn vastgesteld, mogen de Unie alleen binnenkomen om in de handel te worden gebracht als zij in elk stadium van de productie zijn verkregen of bereid in een inrichting op het land, een fabrieksvaartuig of een vriesvaartuig, of zijn opgeslagen in een koelruimte of een reeferschip die of dat wordt vermeld in een lijst die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 is opgesteld en die door de Commissie is bekendgemaakt.

Artikel 11

1.   Een vaartuig mag in de in artikel 127, lid 3, onder e), ii) van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijsten van inrichtingen worden vermeld op voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten van het derde land waarvan het vaartuig de vlag voert en de bevoegde autoriteiten van een ander derde land waaraan de bevoegde autoriteiten van het derde land waarvan het vaartuig de vlag voert, de verantwoordelijkheid voor de inspectie van het betrokken vaartuig hebben gedelegeerd, de Commissie een gezamenlijke mededeling verstrekken waarin zij verklaren dat aan elk van de volgende vier voorwaarden is voldaan:

a)

beide derde landen worden vermeld in de overeenkomstig artikel 127, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 opgestelde lijst van derde landen of regio's daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van visserijproducten is toegestaan;

b)

alle visserijproducten van het betrokken vaartuig die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht, worden rechtstreeks aan land gebracht in het derde land waaraan het derde land waarvan het vaartuig de vlag voert, de verantwoordelijkheid voor de inspectie van de vaartuigen heeft gedelegeerd;

c)

de gedelegeerde bevoegde autoriteiten hebben het vaartuig geïnspecteerd en hebben verklaard dat het aan de toepasselijke voorschriften van de Unie voldoet;

d)

de gedelegeerde bevoegde autoriteiten hebben verklaard het vaartuig op gezette tijden te zullen inspecteren om ervoor te zorgen dat het blijft voldoen aan de toepasselijke voorschriften van de Unie.

2.   Een vaartuig mag in de in artikel 127, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijsten van inrichtingen worden vermeld op basis van een gezamenlijke verklaring van de bevoegde autoriteiten van het derde land waarvan het vaartuig de vlag voert en de bevoegde autoriteiten van een lidstaat waaraan de bevoegde autoriteiten van het derde land waarvan het vaartuig de vlag voert, de verantwoordelijkheid voor de inspectie van het betrokken vaartuig hebben gedelegeerd, op voorwaarde dat aan elk van de volgende drie voorwaarden is voldaan:

a)

alle visserijproducten van het betrokken vaartuig die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht, worden rechtstreeks in die lidstaat aan land gebracht;

b)

de bevoegde autoriteiten van die lidstaat hebben het vaartuig geïnspecteerd en hebben verklaard dat het aan de toepasselijke voorschriften van de Unie voldoet;

c)

de bevoegde autoriteiten van die lidstaat hebben verklaard het vaartuig op gezette tijden te zullen inspecteren om ervoor te zorgen dat het blijft voldoen aan de toepasselijke voorschriften van de Unie.

3.   Wanneer zendingen visserijproducten de Unie rechtstreeks binnenkomen van een reeferschip, fabrieksvaartuig of vriesvaartuig dat de vlag van een derde land voert, mag het in artikel 13, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie (25) bedoelde officiële certificaat door de kapitein worden ondertekend.

Artikel 12

Voorwaarden voor zendingen samengestelde producten

1.   Zendingen samengestelde producten die worden aangeduid met de GS-codes onder de posten 1601, 1602, 1603, 1604, 1605, 1901, 1902, 1905, 2004, 2005, 2103, 2104, 2105 en 2106 in bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, mogen de Unie enkel binnenkomen om in de handel te worden gebracht als elk verwerkt product van dierlijke oorsprong dat het samengesteld product bevat, is geproduceerd in inrichtingen in derde landen of regio's daarvan die overeenkomstig artikel 5 zijn goedgekeurd voor uitvoer naar de Unie van die verwerkte producten van dierlijke oorsprong of in inrichtingen in de lidstaten.

2.   In afwachting van de opstelling door de Commissie van een specifieke lijst van derde landen of regio's daarvan waaruit samengestelde producten naar de Unie mogen worden uitgevoerd, mogen zendingen samengestelde producten uit derde landen of regio's daarvan de Unie binnenkomen op voorwaarde dat zij aan de volgende voorschriften voldoen:

a)

in lid 1 bedoelde samengestelde producten die met gereguleerde temperatuur moeten worden vervoerd of opgeslagen, zijn afkomstig uit derde landen of regio's daarvan die krachtens Beschikking 2007/777/EG van de Commissie, Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie, Beschikking 2006/766/EG van de Commissie, Verordening (EG) nr. 798/2008 en Besluit 2011/163/EU zijn goedgekeurd voor uitvoer naar de Unie van elk verwerkt product van dierlijke oorsprong dat het eindproduct bevat;

b)

in lid 1 bedoelde samengestelde producten die niet met gereguleerde temperatuur hoeven te worden vervoerd of opgeslagen en die verwerkt vlees bevatten, zijn afkomstig uit derde landen of regio's daarvan die krachtens Beschikking 2007/777/EG van de Commissie en Besluit 2011/163/EU van de Commissie zijn goedgekeurd voor uitvoer naar de Unie van de vleesproducten die het samengesteld product bevat;

c)

in lid 1 bedoelde samengestelde producten die niet met gereguleerde temperatuur hoeven te worden vervoerd of opgeslagen en die andere verwerkte producten van dierlijke oorsprong dan verwerkt vlees, waarvoor in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 voorschriften zijn vastgelegd, bevatten, zijn afkomstig uit derde landen of regio's daarvan die op basis van de voorschriften van de Unie inzake de dierlijke en de volksgezondheid zijn goedgekeurd voor uitvoer naar de Unie van vleesproducten, zuivelproducten, producten op basis van colostrum, visserijproducten of eiproducten en die voor ten minste één van deze producten van dierlijke oorsprong worden vermeld in een lijst krachtens Beschikking 2007/777/EG van de Commissie, Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie, Beschikking 2006/766/EG van de Commissie en Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie, en in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU van de Commissie op basis van een overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG goedgekeurd controleplan voor residuen.

Artikel 13

Officiële certificaten

1.   Een zending van de volgende producten mag de Unie slechts binnenkomen wanneer die zending van een officieel certificaat vergezeld gaat:

a)

producten van dierlijke oorsprong waarvoor GN-codes zijn vastgelegd in de hoofdstukken 2 tot en met 5, 15 en 16, en GS-codes onder de posten 1506, 1521, 1601, 1602, 1603, 1604, 1605, 2102, 2103, 2105, 2106, 2202, 2301, 2932, 3001, 3002, 3501, 3502, 3503, 3504, 3507, 3913, 4101, 4102, 4103, 4110 en 9602 van bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, wanneer deze producten voor menselijke consumptie bestemd zijn;

b)

levende insecten aangeduid met GN-code 0106 49 00 in bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87;

c)

kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten die met de volgende GS-codes worden aangeduid: 0704 90, 0706 90, 0708 10, 0708 20, 0708 90, 0713 10, 0713 33, 0712 34, 0712 35, 0713 39, 0713 40, 0712 50, 0712 60, 0713 90, 0910 99, 1201 10, 1201 90, 1207 50, 1207 99, 1209 10, 1209 21, 1209 91 of 1214 90 in bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87.

2.   In de in lid 1 bedoelde officiële certificaten wordt verklaard dat de producten voldoen aan:

a)

de voorschriften van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 852/2004 en (EG) nr. 853/2004 of voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan gelijkwaardig zijn;

b)

de bij deze verordening vastgestelde specifieke voorschriften voor binnenkomst in de Unie.

3.   De in lid 1 bedoelde officiële certificaten mogen nadere gegevens bevatten die vereist zijn uit hoofde van andere regelgeving van de Unie inzake volksgezondheid en diergezondheid.

4.   Het in lid 1, onder c), bedoelde officiële certificaat voor kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten vergezelt de zending tot deze de in het officiële certificaat vermelde bestemming heeft bereikt. Ingeval de zending wordt gesplitst, gaat elk deel van de zending vergezeld van een kopie van het officiële certificaat.

Artikel 14

Particuliere verklaring

1.   De in artikel 12, lid 2, onder c), bedoelde zendingen samengestelde producten gaan vergezeld van een door de invoerende exploitant van een levensmiddelenbedrijf opgestelde en ondertekende particuliere verklaring waarin wordt bevestigd dat de zendingen voldoen aan de in artikel 126, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde toepasselijke voorschriften.

2.   In afwijking van lid 1 gaan de producten die overeenkomstig artikel 48, onder h), van Verordening (EU) 2017/625 zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten, vergezeld van de particuliere verklaring op het moment dat zij in de handel worden gebracht.

3.   De in lid 1 bedoelde particuliere verklaring verzekert de traceerbaarheid van de zending en bevat:

a)

informatie over de verzender en de ontvanger van de ingevoerde goederen;

b)

de lijst van producten van plantaardige oorsprong en verwerkte producten van dierlijke oorsprong die het samengestelde product bevat, vermeld in afnemende volgorde van gewicht zoals geregistreerd op het moment dat zij bij de vervaardiging van het samengestelde product zijn gebruikt;

c)

het erkenningsnummer van de inrichtingen waar de verwerkte producten van dierlijke oorsprong die het samengestelde product bevat, zijn vervaardigd, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 853/2004, vermeld door de invoerende exploitant van een levensmiddelenbedrijf.

4.   In de in lid 1 bedoelde particuliere verklaring wordt verklaard dat:

a)

het derde land of de regio daarvan waar het samengestelde product is geproduceerd, voor ten minste één van de volgende categorieën producten van dierlijke oorsprong in een lijst wordt vermeld:

i)

vleesproducten;

ii)

zuivelproducten of producten op basis van colostrum;

iii)

visserijproducten;

iv)

eiproducten;

b)

de inrichting waar het samengestelde product is geproduceerd, voldoet aan hygiënische normen waarvan erkend is dat zij gelijkwaardig zijn aan die welke op grond van Verordening (EG) nr. 852/2004 vereist zijn;

c)

het samengestelde product niet met gereguleerde temperatuur moet worden opgeslagen of vervoerd;

d)

de verwerkte producten van dierlijke oorsprong die het samengestelde product bevat, afkomstig zijn uit derde landen of regio's daarvan die zijn goedgekeurd voor de uitvoer naar de Unie van elk verwerkt product van dierlijke oorsprong, of uit de Unie, en afkomstig zijn van in een lijst vermelde inrichtingen;

e)

de verwerkte producten van dierlijke oorsprong die in het samengestelde product zijn gebruikt, ten minste de krachtens Beschikking 2007/777/EG van de Commissie en Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie vereiste behandelingen voor die producten hebben ondergaan, met een korte beschrijving van de processen waarmee en de temperaturen waarbij het product is behandeld.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 14 december 2019. De in artikel 12 en artikel 14, leden 1 en 2, vastgelegde voorschriften zijn echter van toepassing met ingang van 21 april 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(2)  Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).

(3)  Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(7)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2018 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (zie bladzijde 51 van dit Publicatieblad).

(9)  Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206).

(10)  Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

(11)  Verordening (EU) 2017/185 van de Commissie van 2 februari 2017 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de toepassing van een aantal bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 29 van 3.2.2017, blz. 21).

(12)  Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1).

(13)  http://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/578

(14)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(15)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/626 van de Commissie van 5 maart 2019 betreffende lijsten van derde landen of regio's daarvan waaruit de binnenkomst in de Europese Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze lijsten betreft (zie bladzijde 31 van dit Publicatieblad).

(16)  Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 68 van 12.3.2013, blz. 24).

(17)  Beschikking 2007/777/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 49).

(18)  Beschikking 2006/766/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53).

(19)  Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).

(20)  Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie van 2 juli 2010 tot vaststelling van de volks- en diergezondheidsvoorwaarden en de veterinaire certificeringsvoorschriften voor het binnenbrengen in de Europese Unie van rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum, bestemd voor menselijke consumptie (PB L 175 van 10.7.2010, blz. 1).

(21)  Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).

(22)  Verordening (EU) 2019/759 van de Commissie van 13 mei 2019 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de toepassing van gezondheidsvoorschriften voor de invoer van levensmiddelen die zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten (samengestelde producten) (PB L 125 van 14.5.2019, blz. 11).

(23)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie van 20 december 2017 tot vaststelling van de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad betreffende nieuwe voedingsmiddelen (PB L 351 van 30.12.2017, blz. 72).

(24)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de traceerbaarheidsvoorschriften voor kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (PB L 68 van 12.3.2013, blz. 16).

(25)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie van 8 april 2019 betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (zie bladzijde 101 van dit Publicatieblad.