13.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/11


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/396 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2018

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205, Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt voor bepaalde soorten contracten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 5, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De Verdragen zullen niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk met ingang van de datum van inwerkingtreding van een terugtrekkingsakkoord of, bij gebreke daarvan, twee jaar na de kennisgeving, dat wil zeggen vanaf 30 maart 2019, tenzij de Europese Raad met instemming van het Verenigd Koninkrijk en met eenparigheid van stemmen besluit deze termijn te verlengen.

(2)

De in Verordening (EU) nr. 648/2012 neergelegde clearingverplichting houdt geen rekening met de mogelijkheid dat een lidstaat zich terugtrekt uit de Unie. De problemen die zich voordoen voor de partijen bij otc-derivaten waarvan de tegenpartijen in het Verenigd Koninkrijk zijn gevestigd, zijn een rechtstreeks gevolg van een gebeurtenis die zij niet onder controle hebben en waardoor zij in een nadelige positie kunnen terechtkomen in vergelijking met andere tegenpartijen in de Unie.

(3)

In de Gedelegeerde Verordeningen (EU) (2), (EU) 2016/592 (3) en (EU) 2016/1178 (4) wordt vermeld vanaf welke datum de clearingverplichting in werking treedt voor contracten die tot bepaalde klassen van otc-derivaten behoren. Voorts bepalen deze verordeningen verschillende data naargelang van de categorie tegenpartijen bij deze contracten.

(4)

Tegenpartijen kunnen niet voorzien welke de status van een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij zou kunnen worden of in welke mate de tegenpartij in staat zou zijn bepaalde diensten te blijven leveren aan in de Unie gevestigde tegenpartijen. Om deze situatie te verhelpen is het mogelijk dat tegenpartijen het contract willen vernieuwen door de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een tegenpartij in een lidstaat.

(5)

Indien de partijen vanwege de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie besluiten een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een nieuwe in de Unie gevestigde tegenpartij, zal de vernieuwing van het contract de clearingverplichting in werking stellen indien deze verlenging plaatsvindt op of na de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt voor dit soort contract. Als gevolg daarvan zullen de partijen dit contract moeten clearen in een vergunde of erkende CTP.

(6)

Centraal geclearde contracten zijn onderworpen aan een andere zekerhedenregeling dan niet centraal geclearde contracten. De inwerkingstelling van de clearingverplichting kan bepaalde tegenpartijen dus ertoe brengen hun transacties af te breken, waardoor bepaalde risico's niet afgedekt zijn.

(7)

Om de vlotte werking van de markt en een gelijk spelveld tussen in de Unie gevestigde tegenpartijen te garanderen, moeten tegenpartijen in staat zijn in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartijen te vervangen door in een lidstaat gevestigde tegenpartijen zonder dat de clearingverplichting in werking wordt gesteld. Om voldoende tijd te gunnen voor de vervanging van deze tegenpartijen, moet de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt voor de verlenging van deze contracten, twaalf maanden na de datum van toepassing van deze verordening zijn.

(8)

De Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205, (EU) 2016/592 en (EU) 2016/1178 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan de Commissie heeft voorgelegd.

(10)

Het is noodzakelijk dat de implementatie van efficiënte oplossingen door marktdeelnemers zo spoedig mogelijk kan plaatsvinden. Daarom heeft de Europese Autoriteit voor effecten en markten de potentiële kosten en baten die hieraan verbonden zijn, geanalyseerd maar heeft zij geen openbare raadpleging gehouden overeenkomstig de tweede alinea van artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5).

(11)

Deze verordening moet zo snel mogelijk in werking treden en moet pas van toepassing worden op de dag volgende op de dag waarop de Verdragen niet meer van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk, tenzij een terugtrekkingsakkoord met het Verenigd Koninkrijk voor die datum in werking is getreden of de in artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde termijn is verlengd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   In afwijking van de leden 1 en 2 treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, twaalf maanden na de datum van toepassing van deze verordening in werking indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de clearingverplichting is niet in werking gesteld voor 14 maart 2019;

b)

de contracten worden alleen vernieuwd om de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.”.

2)

In artikel 4 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   Voor financiële tegenpartijen van categorie 3 en voor de in artikel 3, leden 2 en 3, van deze verordening bedoelde transacties tussen financiële tegenpartijen is de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt:

a)

50 jaar voor contracten die behoren tot de klassen die in tabel 1 of tabel 2 van de bijlage zijn vermeld;

b)

3 jaar voor contracten die behoren tot de klassen die in tabel 3 of tabel 4 van de bijlage zijn vermeld.”.

Artikel 2

Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   In afwijking van de leden 1 en 2 treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, twaalf maanden na de datum van toepassing van deze verordening in werking indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de clearingverplichting is niet in werking gesteld voor 14 maart 2019;

b)

de contracten worden alleen vernieuwd om de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.”.

2)

In artikel 4 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   Voor financiële tegenpartijen van categorie 3 en voor de in artikel 3, leden 2 en 3, van deze verordening bedoelde transacties tussen financiële tegenpartijen is de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt, 5 jaar en drie maanden.”.

Artikel 3

Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   In afwijking van de leden 1 en 2 treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in de bijlage vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, twaalf maanden na de datum van toepassing van deze verordening in werking indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de clearingverplichting is niet in werking gesteld voor 14 maart 2019;

b)

de contracten worden alleen vernieuwd om de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij te vervangen door een in een lidstaat gevestigde tegenpartij.”.

2)

In artikel 4 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   Voor financiële tegenpartijen van categorie 3 en voor de in artikel 3, leden 2 en 3, van deze verordening bedoelde transacties tussen financiële tegenpartijen is de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt:

a)

15 jaar voor contracten die behoren tot de klassen die in tabel 1 van bijlage I zijn vermeld;

b)

3 jaar voor contracten die behoren tot de klassen die in tabel 2 van bijlage I zijn vermeld.”.

Artikel 4

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum waarop de Verdragen niet meer van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Deze verordening is echter niet van toepassing in elk van de volgende gevallen:

a)

een terugtrekkingsakkoord met het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie is voor die datum in werking getreden;

b)

er is een besluit genomen om de in artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde termijn van twee jaar te verlengen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 van de Commissie van 1 maart 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 5).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 195 van 20.7.2016, blz. 3).

(5)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).