28.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/334 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2018

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de termijnen voor de indiening van summiere aangiften bij binnenbrengen en aangiften vóór vertrek bij vervoer over zee van en naar het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, alsmede de Kanaaleilanden en Man

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 131, onder b), en artikel 265, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van een terugtrekkingsakkoord of, bij gebreke daarvan, na verloop van twee jaar na de kennisgeving, d.w.z. vanaf 30 maart 2019, zullen de Verdragen niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk, tenzij de Europese Raad met instemming van het Verenigd Koninkrijk met eenparigheid van stemmen tot verlenging van deze termijn besluit.

(2)

Zodra het Verenigd Koninkrijk een derde land is geworden, zal, bij gebreke van een terugtrekkingsakkoord, voor goederen die vanuit het Verenigd Koninkrijk het douanegebied van de Unie binnenkomen, een summiere aangifte bij binnenbrengen moeten worden ingediend, en zal voor goederen die het douanegebied van de Unie verlaten naar een bestemming in het Verenigd Koninkrijk, een aangifte vóór vertrek moeten worden ingediend. Deze aangiften moeten worden ingediend binnen een termijn die de douanediensten van de lidstaten voldoende tijd geeft om een degelijke veiligheidsrisicoanalyse te verrichten vóórdat de goederen aankomen respectievelijk vertrekken, zonder dat dit de logistieke stromen en processen bij de marktdeelnemers ernstig verstoort.

(3)

Momenteel zijn, in overeenstemming met Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (2), specifieke termijnen vastgelegd voor de indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen of de indiening van een aangifte vóór vertrek voor vrachtbewegingen tussen het douanegebied van de Unie en een haven aan de Noordzee. Zodra het Verenigd Koninkrijk een derde land is geworden, moeten die termijnen voor die doeleinden ook gelden voor goederen die over zee worden vervoerd en die aankomen uit of vertrekken naar havens van het Verenigd Koninkrijk die niet aan de Noordzee liggen. Derhalve moeten de termijnen die gelden voor de havens aan de Noordzee, gelden voor alle havens van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, alsmede de Kanaaleilanden en Man.

(4)

Deze verordening dient met spoed in werking te treden en van toepassing te zijn met ingang van de dag na die waarop de Verdragen niet meer van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk, tenzij uiterlijk op die datum een terugtrekkingsakkoord met het Verenigd Koninkrijk in werking is getreden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 105, onder c), wordt het volgende punt toegevoegd:

„vi)

alle havens van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, alsmede de Kanaaleilanden en Man;”.

2)

In artikel 244, lid 1, onder a), wordt punt ii) vervangen door:

„ii)

voor in containers vervoerde goederen tussen het douanegebied van de Unie en Groenland, de Faeröer, IJsland of havens aan de Oostzee, Noordzee, Zwarte Zee of Middellandse Zee, alle havens van Marokko en alle havens van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, alsmede de Kanaaleilanden en Man: uiterlijk twee uur voor het vertrek uit een haven in het douanegebied van de Unie;”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de dag na die waarop de Verdragen overeenkomstig artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet meer van toepassing zijn op en in het Verenigd Koninkrijk.

Deze verordening is evenwel niet van toepassing indien uiterlijk op die datum een terugtrekkingsakkoord in werking is getreden dat overeenkomstig artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie met het Verenigd Koninkrijk is gesloten.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).