18.2.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 45/10 |
Rectificatie van Besluit (EU) 2019/2196 van de Raad van 19 december 2019 tot wijziging van Besluit 2013/755/EU betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (“LGO-besluit”)
( Publicatieblad van de Europese Unie L 337 van 30 december 2019 )
Besluit (EU) 2019/2196 komt als volgt te luiden:
BESLUIT (EU) 2019/2196 VAN DE RAAD
van 19 december 2019
tot wijziging van Besluit 2013/755/EU betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (“LGO-besluit”)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 203,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage VI bij Besluit 2013/755/EG van de Raad (1) definieert het begrip “producten van oorsprong” en de methoden voor bestuurlijke samenwerking tussen de Unie en de landen en gebieden overzee. Zij omvat bepalingen voor de toepassing van het systeem voor de registratie van exporteurs (“REX-systeem”) in de LGO met het oog op controle van de oorsprong. |
(2) |
Bij artikel 58 van Bijlage VI bij Besluit 2013/755/EU wordt voorzien in het opzetten van een gegevensbank van geregistreerde exporteurs, en bij artikel 63 van die bijlage wordt voorzien in een afwijking van het REX-systeem. |
(3) |
Uit hoofde van artikel 63, lid 2, van bijlage VI bij Besluit 2013/755/EU hebben alle LGO verzocht om een afwijking van drie jaar van de toepassing van het REX-systeem. Bijgevolg heeft de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2093 van de Commissie (2) de datum voor de toepassing van het REX-systeem door de LGO uitgesteld tot 1 januari 2020. |
(4) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (3), waarbij alle algemene voorschriften voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn neergelegd, werden in het stelsel van algemene preferenties de gewijzigde bepalingen van het REX-systeem opgenomen die werden vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/428 van de Commissie (5). |
(5) |
Aangezien de meeste van de algemene voorschriften voor de tenuitvoerlegging van het douanewetboek van de Unie betrekking hebben op het REX-systeem, is het noodzakelijk bijlage VI bij Besluit 2013/755/EU dienovereenkomstig aan te passen. Bijgevolg dient deze bijlage derhalve te worden vervangen om de bepalingen ervan in verband met het REX-systeem op één lijn te brengen met de bepalingen in verband met het REX-systeem van Verordening (EU) 2015/2447, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage VI bij Besluit 2013/755/EU wordt vervangen door de tekst opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.
Gedaan te Brussel, 19 december 2019.
Voor de Raad
De voorzitter
K. MIKKONEN
BIJLAGE
“BIJLAGE VI
BETREFFENDE DE DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG” EN METHODEN VOOR BESTUURLIJKE SAMENWERKING
INHOUDSOPGAVE
TITEL I: |
Algemene bepalingen | 13 |
TITEL II: |
Definitie van het begrip “producten van oorsprong” | 14 |
TITEL III: |
Territoriale voorwaarden | 22 |
TITEL IV: |
Bewijs van oorsprong | 23 |
TITEL V: |
Regelingen voor bestuurlijke samenwerking | 30 |
TITEL VI: |
Ceuta en Melilla | 35 |
TITEL VII: |
Slotbepalingen | 35 |
Aanhangsels I tot en met VI | 36 |
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze bijlage zijn de volgende definities van toepassing:
a) |
“EPO-landen”: gebieden of staten behorende tot de Groep van staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan (ACS) die overeenkomsten hebben gesloten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (EPO), als een dergelijke EPO voorlopig wordt toegepast of, als dit eerder het geval is, in werking treedt; |
b) |
“vervaardiging”: elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage; |
c) |
“materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz., die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt; |
d) |
“product”: het product dat wordt vervaardigd, ook indien dit bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt; |
e) |
“goederen”: zowel materialen als producten; |
f) |
“fungibele materialen”: materialen van dezelfde soort en handelskwaliteit, met dezelfde technische en fysische kenmerken, waartussen geen onderscheid mogelijk is zodra zij in het eindproduct zijn verwerkt; |
g) |
“douanewaarde”: de waarde zoals bepaald volgens de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO); |
h) |
“waarde van de materialen”: in de lijst in aanhangsel I: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in het LGO is betaald. Dit punt is van overeenkomstige toepassing wanneer de waarde van de materialen van oorsprong moet worden vastgesteld; |
i) |
“prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere aan de vervaardiging verbonden kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd. Wanneer de betaalde prijs niet alle kosten dekt die verbonden zijn aan de vervaardiging van het product in het LGO, is de prijs af fabriek de som van al die kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd. Wanneer de laatste be- of verwerking aan een fabrikant is uitbesteed, kan de in de eerste alinea van dit punt gebruikte term “fabrikant” verwijzen naar het bedrijf dat de be- of verwerking heeft uitbesteed; |
j) |
“maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen”: de maximum hoeveelheid niet van oorsprong zijnde materialen die is toegestaan om een vervaardiging als een toereikende be- of verwerking en het product als van oorsprong te beschouwen. Deze hoeveelheid kan worden uitgedrukt in procenten van de prijs af fabriek van het product of in procenten van het nettogewicht van de gebruikte materialen van een bepaalde groep hoofdstukken, een hoofdstuk, post of postonderverdeling; |
k) |
“nettogewicht”: het gewicht van de goederen zelf zonder verpakkingsmateriaal en verpakkingsrecipiënten van welke soort dan ook; |
l) |
“hoofdstukken”, “posten” en “postonderverdelingen”: de hoofdstukken, posten en postonderverdelingen (vier- of zescijfercodes) van de nomenclatuur die het Geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (“Geharmoniseerd Systeem”) vormt met de wijzigingen ingevolge de aanbeveling van de Internationale Douaneraad van 26 juni 2004; |
m) |
“ingedeeld”: de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post of postonderverdeling; |
n) |
“zending”: producten die
|
o) |
“exporteur”: een persoon die goederen naar de Europese Unie of naar een LGO uitvoert en die de oorsprong van de goederen kan aantonen, ongeacht het feit of hij de fabrikant is en of hij de uitvoerformaliteiten zelf verricht; |
p) |
“geregistreerde exporteur”: een exporteur die bij de bevoegde autoriteiten van het betrokken LGO of van de Unie geregistreerd staat in verband met het opstellen van attesten van oorsprong met het doel goederen in het kader van dit besluit uit te voeren; |
q) |
“attest van oorsprong”: een door een exporteur opgestelde verklaring dat de producten waarop de verklaring betrekking heeft aan de oorsprongsregels van deze bijlage voldoen, zodat degene die deze goederen voor het vrije verkeer in de Unie aangeeft voor de preferentiële tariefbehandeling in aanmerking komt of waarmee een bedrijf in een LGO dat materialen invoert ter verdere be- en verwerking in het kader van de cumulatie de oorsprong van die materialen kan aantonen; |
r) |
“SAP-land”: een SAP-begunstigd land als omschreven in artikel 2, punt d), van Verordening (EG) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6 13 21 25); |
s) |
“REX-systeem”: systeem voor de registratie van exporteurs die bevoegd zijn om een verklaring inzake de oorsprong van goederen af te geven, als beschreven in artikel 80, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (7 14 22 26). |
TITEL II
DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG”
Artikel 2
Algemene vereisten
1. De volgende producten worden geacht van oorsprong te zijn uit een LGO:
a) |
geheel en al in een LGO verkregen producten in de zin van artikel 3 van deze bijlage; |
b) |
in een LGO verkregen producten waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 4 van deze bijlage. |
2. Producten van oorsprong die vervaardigd zijn van materialen die geheel en al zijn verkregen in twee of meer LGO of die daar een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, worden geacht van oorsprong te zijn uit het LGO waar de laatste be- of verwerking heeft plaatsgevonden.
Artikel 3
Geheel en al verkregen producten
1. Als geheel en al in een LGO verkregen worden beschouwd:
a) |
aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen minerale producten; |
b) |
aldaar gekweekte en geoogste producten van het plantenrijk; |
c) |
aldaar geboren en opgefokte levende dieren; |
d) |
producten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren; |
e) |
producten afkomstig van aldaar geboren en opgefokte geslachte dieren; |
f) |
producten van de aldaar bedreven jacht of visserij; |
g) |
producten van de aquacultuur wanneer de vis, schelp- en weekdieren aldaar zijn geboren en gekweekt; |
h) |
producten van de zeevisserij en andere door zijn schepen buiten enig territoriaal water uit de zee gewonnen producten; |
i) |
producten die uitsluitend van de onder h) bedoelde producten aan boord van zijn fabrieksschepen zijn vervaardigd; |
j) |
aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen; |
k) |
afval en schroot afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen; |
l) |
producten gewonnen uit de zeebodem of de ondergrond daarvan buiten de territoriale wateren, mits het LGO het alleenrecht heeft op ontginning van deze zeebodem of ondergrond; |
m) |
goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met l) vermelde producten zijn vervaardigd. |
2. De termen “zijn schepen” en “zijn fabrieksschepen” in lid 1, onder h), en i), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen die aan elk van de volgende vereisten voldoen:
a) |
die in een LGO of in een lidstaat zijn geregistreerd; |
b) |
die de vlag van een LGO of van een lidstaat voeren; |
c) |
die voldoen aan een van de volgende voorwaarden:
|
3. Aan elk van de voorwaarden van lid 2 kan in lidstaten of in verschillende LGO worden voldaan. In dat geval worden de producten geacht de oorsprong te hebben van het LGO waar het vaartuig of fabrieksschip is geregistreerd overeenkomstig lid 2, onder a).
Artikel 4
Toereikende bewerking of verwerking
1. Onverminderd de artikelen 5 en 6 van deze bijlage worden producten die niet geheel en al zijn verkregen in een LGO in de zin van artikel 3 van deze bijlage geacht aldaar van oorsprong te zijn, indien zij voldoen aan de in aanhangsel I vermelde voorwaarden.
2. Indien een product dat overeenkomstig lid 1 de oorsprong van een LGO heeft verkregen, in dat LGO verder wordt be- of verwerkt en gebruikt als materiaal bij de vervaardiging van een ander product, wordt geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan kunnen zijn gebruikt.
3. Voor elk product wordt bepaald of aan de eisen van lid 1 is voldaan.
Wanneer de betrokken regel echter gebaseerd is op een maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen, kan voor de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen een gemiddelde worden berekend, overeenkomstig lid 4, om rekening te houden met schommelingen in kosten en wisselkoersen.
4. Indien lid 3, tweede alinea, van toepassing is, worden een gemiddelde prijs van het product af fabriek en een gemiddelde waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen respectievelijk berekend op basis van de som van de prijzen af fabriek van de gehele verkoop van dat product in het voorgaande boekjaar en de som van de waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van het product in het voorgaande boekjaar, zoals gedefinieerd in het land van uitvoer of, wanneer cijfers voor een geheel boekjaar ontbreken, een kortere periode die echter niet minder dan drie maanden kan zijn.
5. Exporteurs die gekozen hebben voor een berekening op basis van gemiddelden, moeten deze methode in het jaar volgende op het referentieboekjaar steeds gebruiken of, indien van toepassing, in het jaar volgende op de kortere periode die als referentieperiode is gebruikt. Zij mogen ophouden met de toepassing van deze methode wanneer de schommelingen in kosten of wisselkoersen die het gebruik van die methode rechtvaardigden in een bepaald boekjaar, of in de kortere representatieve periode van niet minder dan drie maanden, niet langer bestaan.
6. De in lid 4 bedoelde gemiddelden worden gebruikt als respectievelijk de prijs af fabriek en de waarde van niet van oorsprong zijnde materialen om vast te stellen of voldaan is aan de voorwaarde van de maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen.
Artikel 5
Ontoereikende bewerking of verwerking
1. Onverminderd lid 3 van dit artikel, worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om producten de oorsprongsstatus te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 4 van deze bijlage is voldaan:
a) |
conserverende behandelingen die ervoor moeten zorgen dat de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat blijven; |
b) |
het splitsen en samenvoegen van colli; |
c) |
het wassen of schoonmaken; het verwijderen van stof, roest, olie, verf of dergelijke; |
d) |
het strijken of persen van textiel en artikelen van textiel; |
e) |
eenvoudig schilderen of polijsten; |
f) |
het ontvliezen of doppen en geheel of gedeeltelijk vermalen van rijst; het polijsten of glanzen van granen en rijst; |
g) |
het kleuren of aromatiseren van suiker of het vormen van suikerklonten; het geheel of gedeeltelijk vermalen van kristalsuiker; |
h) |
het pellen, ontpitten of schillen van vruchten of groenten; |
i) |
het aanscherpen of het eenvoudig vermalen of versnijden; |
j) |
het zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van stellen of assortimenten van artikelen); |
k) |
het eenvoudig verpakken in flessen, flacons, blikken, zakken, kratten of dozen, het bevestigen op kaarten of platen en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de verpakking; |
l) |
aanbrengen of opdrukken op de producten zelf of hun verpakking van merken, etiketten, beeldmerken en andere soortgelijke merktekens; |
m) |
het eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten; het mengen van suiker met andere stoffen; |
n) |
het eenvoudig toevoegen van water of het verdunnen, drogen of denatureren van producten; |
o) |
het eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel en het uit elkaar nemen van artikelen; |
p) |
twee of meer van de onder a) tot en met o) genoemde handelingen tezamen; |
q) |
het slachten van dieren. |
2. Voor de toepassing van lid 1 worden behandelingen als eenvoudig beschouwd wanneer voor het uitvoeren daarvan geen bijzondere vaardigheden nodig zijn noch speciaal daarvoor gemaakte of geïnstalleerde machines, apparaten of gereedschappen.
3. Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle behandelingen die dit product in een LGO heeft ondergaan tezamen genomen.
Artikel 6
Toleranties
1. In afwijking van artikel 4 van deze bijlage en met inachtneming van de leden 2 en 3 van dit artikel mogen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden van de lijst in aanhangsel I bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, toch worden gebruikt, mits de totale waarde of het totale nettogewicht niet hoger is dan
a) |
15% van het gewicht van het product voor producten die zijn ingedeeld onder hoofdstuk 2 en de hoofdstukken 4 tot en met 24, andere dan de verwerkte visserijproducten van hoofdstuk 16; |
b) |
15% van de prijs af fabriek van het product voor andere producten, behalve de producten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63, waarvoor de afwijkingen van toepassing zijn die zijn vermeld in aanhangsel I, aantekeningen 6 en 7. |
2. Op grond van lid 1 van dit artikel mogen de percentages niet worden overschreden voor de maximuminhoud van niet van oorsprong zijnde materialen die zijn vermeld in de lijst in aanhangsel I.
3. De leden 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op producten die geheel en al zijn verkregen in een LGO in de zin van artikel 3 van deze bijlage. Onverminderd artikel 5 en artikel 11, lid 2, van deze bijlage, is de in de leden 1 en 2 van dit artikel vastgestelde afwijking echter van toepassing op de som van alle materialen die bij de vervaardiging van een product zijn gebruikt en waarvoor de regel in de lijst in aanhangsel I eist dat die materialen geheel en al zijn verkregen.
Artikel 7
Bilaterale cumulatie
1. Onverminderd artikel 2 van deze bijlage worden materialen van oorsprong uit de Unie beschouwd als materialen van oorsprong uit een LGO indien zij in een aldaar verkregen product zijn opgenomen, mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 5, lid 1, van deze bijlage, vermelde behandelingen.
2. Onverminderd artikel 2 van deze bijlage worden in de Unie uitgevoerde be- of verwerkingen geacht in een LGO te hebben plaatsgevonden indien de materialen later aldaar be- of verwerkingen ondergaan.
3. Met het oog op bilaterale cumulatie als bepaald in dit artikel wordt de oorsprong van de materialen overeenkomstig deze bijlage vastgesteld.
Artikel 8
Cumulatie met EPO-landen
1. Onverminderd artikel 2 van deze bijlage worden materialen van oorsprong uit de EPO‐landen beschouwd als materialen van oorsprong uit een LGO indien zij in een aldaar verkregen product zijn opgenomen, mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 5, lid 1, vermelde behandelingen.
2. Onverminderd artikel 2 van deze bijlage worden in de Unie uitgevoerde be- of verwerkingen geacht in een LGO te hebben plaatsgevonden wanneer de materialen later aldaar be- of verwerkingen ondergaan die meer inhouden dan die welke in artikel 5, lid 1, van deze bijlage worden genoemd.
3. Voor de toepassing van lid 1 wordt de oorsprong van de materialen van oorsprong uit een EPO-land vastgesteld overeenkomstig de oorsprongsregels die van toepassing zijn op het betreffende EPO-land en desbetreffende bepalingen inzake oorsprongsbewijzen en bestuurlijke samenwerking.
De cumulatie waarin dit artikel voorziet, wordt niet toegepast op materialen van oorsprong uit de Republiek Zuid-Afrika die niet rechtstreeks en rechten- en contingentvrij in de Unie kunnen worden ingevoerd in het kader van de EPO tussen de Unie en de Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC).
4. De cumulatie waarin dit artikel voorziet, kan slechts worden toegepast indien:
a) |
het EPO-land dat de materialen levert en het LGO dat het eindproduct vervaardigt zich ertoe verbindt:
|
b) |
het betrokken LGO de Commissie in kennis heeft gesteld van de onder a) bedoelde verbintenissen. |
5. EPO-landen die voor 1 januari 2014 reeds voldeden aan lid 4, hoeven geen nieuwe verbintenis aan te gaan.
Artikel 9
Cumulatie met andere landen die voor rechten- en contingentvrije toegang tot de markt van de Unie in het kader van het het stelsel van algemene preferenties in aanmerking komen
1. Onverminderd artikel 2 van deze bijlage worden materialen van oorsprong uit de landen en gebieden, als beschreven in lid 2 van dit artikel, beschouwd als materialen van oorsprong uit een LGO, wanneer zij in een aldaar verkregen product zijn opgenomen, mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 5, lid 1, van deze bijlage, vermelde behandelingen.
2. Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel moeten materialen afkomstig zijn van een land of gebied:
a) |
dat in aanmerking komt voor de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen van het stelsel van algemene preferenties (“SAP”), als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 978/2012; hetzij |
b) |
dat in aanmerking komt voor rechten- en contingentvrije toegang tot de markt van de Unie in de vorm van de 6-cijferige code van het geharmoniseerd systeem in het kader van de algemene regeling van het SAP, als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 978/2012. |
3. De oorsprong van de materialen uit de desbetreffende landen of gebieden wordt bepaald op grond van de oorsprongsregels die krachtens artikel 33 van Verordening (EU) nr. 978/2012 zijn vastgelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1446 van de Commissie (8 15 23 27).
4. De cumulatie waarin lid 1 van dit artikel, voorziet, wordt niet toegepast op:
a) |
materialen die bij invoer in de Unie onderworpen worden aan antidumpingrechten of compenserende rechten wanneer zij afkomstig zijn van een land dat onderworpen is aan deze antidumpingrechten of compenserende rechten; |
b) |
tonijnproducten die zijn ingedeeld in de hoofdstukken 3 en 16, en die vallen onder artikel 7 van Verordening (EU) nr. 978/2012, en latere wijzigings- en overeenkomstige rechtshandelingen; |
c) |
materialen die vallen onder de artikelen 8 en 22 tot en met 30 van Verordening (EU) nr. 978/2012, en latere wijzigings- en overeenkomstige rechtshandelingen. |
De bevoegde autoriteiten van de LGO stellen de Commissie op jaarlijkse basis in kennis van de eventuele materialen waarop de in lid 1 van dit artikel bedoelde cumulatie is toegepast.
5. De cumulatie waarin lid 1 van dit artikel voorziet, kan slechts worden toegepast indien:
a) |
de bij de cumulatie betrokken landen of gebieden hebben zich ertoe verbonden de bepalingen van deze bijlage toe te passen of ervoor te zorgen dat deze worden toegepast en te zorgen voor de bestuurlijke samenwerking met het oog op de correcte toepassing van deze bijlage, zowel ten aanzien van de Unie als tussen hen onderling; |
b) |
het betrokken LGO de Commissie in kennis heeft gesteld van de onder a) van dit lid bedoelde verbintenis. |
6. De Commissie maakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie de datum bekend met ingang waarvan de in dit artikel genoemde landen of gebieden die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Artikel 10
Uitgebreide cumulatie
1. Op verzoek van een LGO kan de Commissie cumulatie van de oorsprong toestaan tussen een LGO en een land waarmee de Unie een vrijhandelsovereenkomst heeft gesloten overeenkomstig artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT), mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de bij de cumulatie betrokken landen of gebieden hebben zich ertoe verbonden:
|
b) |
het betrokken LGO heeft de Commissie in kennis gesteld van de onder a) bedoelde verbintenis. |
Rekening houdend met het risico op verlegging van het handelsverkeer en specifieke gevoeligheden van de voor cumulatie bestemde materialen, kan de Commissie aanvullende voorwaarden voor het toekennen van de gevraagde cumulatie instellen.
2. Het in de eerste alinea van lid 1 bedoelde verzoek::
a) |
wordt schriftelijk aan de Commissie gericht; |
b) |
vermeldt het (de) desbetreffende derde land(en) en bevat een lijst van materialen waarop de cumulatie van toepassing is; en |
c) |
bevat bewijsmateriaal dat aan de voorwaarden van lid 1, onder a) en b), is voldaan. |
3. De oorsprong van de gebruikte materialen en het documentaire bewijs van de oorsprong wordt bepaald overeenkomstig de regels die in de desbetreffende vrijhandelsovereenkomst zijn opgenomen. De oorsprong van de naar de Unie uit te voeren producten wordt bepaald overeenkomstig de in deze bijlage opgenomen oorsprongsregels.
4. Materialen van oorsprong uit een derde land die in de LGO worden gebruikt bij de vervaardiging van naar de Unie uit te voeren producten, behoeven geen toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan, mits de be- of verwerking in het betrokken LGO meer inhoudt dan de in artikel 5, lid 1, van deze bijlage vermelde behandelingen.
5. De Commissie maakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie de datum bekend waarop de uitgebreide cumulatie van kracht wordt, de bij die cumulatie betrokken vrijhandelspartner van de Unie, de geldende voorwaarden en de lijst van materialen in verband waarmee die cumulatie van toepassing is.
6. De Commissie stelt een maatregel vast die voorziet in de in lid 1 van dit artikel bedoelde cumulatie door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 47, lid 2, van deze bijlage bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 11
In aanmerking te nemen eenheid
1. De voor de toepassing van de bepalingen van deze bijlage in aanmerking te nemen eenheid is het product dat bij de bepaling van de indeling volgens het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
2. Wanneer een zending uit een aantal identieke producten bestaat die onder dezelfde post zijn ingedeeld, zijn de bepalingen van deze bijlage op elk van deze producten op zich beschouwd van toepassing.
3. Wanneer volgens algemene regel 5 van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.
Artikel 12
Toebehoren, reserveonderdelen en gereedschappen
Toebehoren, reserveonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden verzonden en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs af fabriek zijn begrepen, worden geacht één geheel te vormen met het materieel respectievelijk de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.
Artikel 13
Stellen en assortimenten
Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn.
Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt toch als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn, niet hoger is dan 15% van de prijs af fabriek van het stel of assortiment.
Artikel 14
Neutrale elementen
Om te bepalen of een product een product van oorsprong is, behoeft niet te worden nagegaan wat de oorsprong is van bij de vervaardiging van dat product gebruikte:
a) |
energie en brandstof; |
b) |
fabrieksuitrusting; |
c) |
machines en werktuigen; |
d) |
goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en waarvan het ook niet de bedoeling is dat zij daarin voorkomen. |
Artikel 15
Gescheiden boekhouding
1. Indien zowel van oorsprong als niet van oorsprong zijnde fungibele materialen worden gebruikt bij de vervaardiging van een product, kunnen de douaneautoriteiten van de lidstaten, op schriftelijk verzoek van een bedrijf, toestaan dat die materialen in de Unie met behulp van een gescheiden boekhouding worden beheerd met het oog op de latere uitvoer naar een LGO in het kader van de bilaterale cumulatie, zonder dat die materialen apart worden opgeslagen.
2. De douaneautoriteiten van de lidstaten kunnen het verlenen van de in lid 1 bedoelde vergunning afhankelijk stellen van alle door hen passend geachte voorwaarden.
Vergunning wordt slechts verleend indien door het gebruik van de in lid 3 bedoelde methode steeds kan worden vastgesteld dat de hoeveelheid verkregen producten die als van oorsprong uit de Unie kan worden beschouwd dezelfde is als de hoeveelheid die zou zijn verkregen bij een fysieke scheiding van de voorraden.
Indien vergunning wordt verleend, wordt de methode van de gescheiden boekhouding toegepast en de toepassing van die methode geregistreerd overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen die in de Unie van toepassing zijn.
3. De gebruiker van de in lid 2 bedoelde boekhoudmethode stelt de oorsprongsbewijzen op voor de hoeveelheid producten die als van oorsprong uit de Unie kan worden beschouwd of vraagt om de afgifte van deze oorsprongsbewijzen zolang het REX-systeem nog niet van toepassing is. De gebruiker geeft op verzoek van de douaneautoriteiten van de lidstaten een verklaring af over de wijze waarop de hoeveelheden zijn beheerd.
4. De douaneautoriteiten van de lidstaten houden toezicht op het gebruik dat van de in lid 1 bedoelde vergunning wordt gemaakt.
Zij kunnen de vergunning in de volgende gevallen intrekken:
a) |
de gebruiker maakt op de een of ander manier een niet passend gebruik van de vergunning; of |
b) |
de gebruiker voldoet niet aan een van de voorwaarden die in deze bijlage zijn opgenomen. |
Artikel 16
Afwijkingen
1. De Commissie kan op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat of een LGO, een LGO tijdelijk een afwijking van deze bijlage toestaan wanneer:
a) |
het voor het LGO door interne of externe factoren tijdelijk onmogelijk is de in artikel 2 van deze bijlage opgenomen oorsprongsregels in acht te nemen, terwijl het dit voordien wel kon; |
b) |
het LGO tijd nodig heeft om zich voor te bereiden op de inachtneming van de in artikel 2 van deze bijlage opgenomen oorsprongsregels; |
c) |
zulks op grond van de ontwikkeling van bestaande industrieën of de vestiging van nieuwe industrieën gerechtvaardigd is. |
2. Het in lid 1 van dit artikel bedoelde verzoek wordt schriftelijk aan de Commissie gericht, door middel van het formulier in aanhangsel II. Hierop moet worden aangegeven waarom het verzoek wordt ingediend en de nodige bewijsstukken moeten worden bijgevoegd.
3. Bij het onderzoek van verzoeken wordt in het bijzonder rekening gehouden met:
a) |
het ontwikkelingsniveau of de geografische ligging van het betrokken LGO, de economische en sociale gevolgen van het te nemen besluit, in het bijzonder voor de werkgelegenheid; |
b) |
gevallen waarin de toepassing van de bestaande oorsprongsregels de uitvoermogelijkheden naar de Unie van een in het betrokken LGO gevestigde bedrijfstak aanzienlijk zou beperken, in het bijzonder indien dit tot stopzetting van de activiteiten van deze bedrijfstak zou kunnen leiden; |
c) |
bijzondere gevallen waarin duidelijk kan worden aangetoond dat belangrijke investeringen in een industrie door de toepassing van de oorsprongsregels ontmoedigd worden en waarin, door het toestaan van een afwijking, een investeringsprogramma kan worden uitgevoerd dat er op den duur toe leidt dat die regels kunnen worden nageleefd. |
4. De Commissie willigt alle verzoeken in die overeenkomstig dit artikel gerechtvaardigd zijn, tenzij hierdoor ernstige schade kan ontstaan voor een gevestigde industrie van de Unie.
5. De Commissie neemt de nodige maatregen opdat zo spoedig mogelijk een besluit wordt genomen en streeft ernaar haar standpunt binnen 75 werkdagen na ontvangst van het verzoek door de Commissie vast te stellen.
6. De tijdelijke afwijking geldt zolang de gevolgen van de interne of externe factoren die tot de afwijking hebben geleid, voortduren of gedurende de tijd die het LGO nodig heeft om ervoor te zorgen dat de regels in acht worden genomen of om te voldoen aan de doelstellingen die in het kader van de afwijking zijn vastgesteld, waarbij de bijzondere situatie van het betrokken LGO en de moeilijkheden waarmee het te kampen heeft, in aanmerking worden genomen.
7. Wanneer een afwijking wordt toegestaan, moet eventueel aan voorwaarden worden voldaan in verband met aan de Commissie te verstrekken informatie over het gebruik van de afwijking en het beheer van de hoeveelheden waarvoor de afwijking was toegestaan.
8. De Commissie stelt een maatregel vast die voorziet in een in lid 1 van dit artikel bedoelde tijdelijke afwijking door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 47, lid 2, van deze bijlage bedoelde onderzoeksprocedure.
TITEL III
TERRITORIALE VOORWAARDEN
Artikel 17
Territorialiteitsbeginsel
1. Behoudens de artikelen 7 tot en met 10 van deze bijlage moet zonder onderbreking in het LGO zijn voldaan aan de voorwaarden in deze bijlage voor het verkrijgen van de oorsprong.
2. Indien producten van oorsprong uit het LGO naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens terugkeren, worden zij als niet van oorsprong beschouwd tenzij ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van het LGO kan worden aangetoond dat:
a) |
de teruggekeerde producten dezelfde zijn als die welke waren uitgevoerd; en |
b) |
dat de goederen tijdens de periode dat zij in het andere land waren of tijdens de uitvoer geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke nodig waren om ze in goede staat te bewaren. |
Artikel 18
Non-manipulatieclausule
1. De voor het vrije verkeer in de Unie aangegeven producten zijn dezelfde producten als die welke zijn uitgevoerd uit het LGO waaruit zij geacht worden van oorsprong te zijn. Zij zijn op geen enkele manier gewijzigd en hebben ook geen andere behandelingen ondergaan dan die welke noodzakelijk waren voor hun bewaring in goede staat voordat zij voor het vrije verkeer werden aangegeven. De producten of zendingen kunnen worden opgeslagen en de zendingen kunnen worden gesplitst wanneer dit onder de verantwoordelijkheid van de exporteur of een daaropvolgende houder van de goederen gebeurt en zij in het land of de landen van doorvoer onder het toezicht van de douane zijn gebleven.
2. De douaneautoriteiten gaan ervan uit dat de aangever aan lid 1 voldoet, tenzij zij redenen hebben om het tegendeel aan te nemen. In dergelijke gevallen kunnen de douaneautoriteiten de aangever verzoeken te bewijzen dat hij aan de voorwaarden voldoet, welk bewijs op enigerlei wijze kan worden geleverd, onder meer aan de hand van vervoersovereenkomsten zoals cognossementen of feitelijk of concreet bewijsmateriaal zoals merktekens of nummering van de colli of ander bewijsmateriaal betreffende de goederen zelf. moeten De aangever wordt door de douaneautoriteiten geacht te hebben voldaan aan lid 1, tenzij ze
3. De leden 1 en 2 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing bij cumulatie op grond van de artikelen 7 tot en met 10 van deze bijlage.
Artikel 19
Tentoonstellingen
1. Op producten van oorsprong die vanuit een LGO naar een tentoonstelling in een ander land dan een LGO, een EPO-land of een lidstaat zijn verzonden en die na de tentoonstelling voor invoer in de Unie zijn verkocht, zijn de bepalingen van het besluit bij invoer in de Unie van toepassing voor zover ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) |
een exporteur deze producten vanuit een LGO naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en daar heeft tentoongesteld; |
b) |
die exporteur de producten aan een persoon in de Unie heeft verkocht of op andere wijze afgestaan; |
c) |
de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat zijn verzonden als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan, |
d) |
de producten vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond. |
2. Overeenkomstig titel IV van deze bijlage wordt een bewijs van oorsprong afgegeven of opgesteld, dat op de gebruikelijke wijze bij de douaneautoriteiten van het land van invoer wordt ingediend. Op deze verklaring moeten de titel en het adres van de tentoonstelling vermeld zijn. Zo nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden gevraagd ten aanzien van de omstandigheden waaronder de producten werden tentoongesteld.
3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden en gedurende welke de producten onder douanetoezicht blijven.
TITEL IV
BEWIJS VAN OORSPRONG
Afdeling 1
Algemene voorwaarden
Artikel 20
In euro uitgedrukte bedragen
1. Voor de toepassing van de artikelen 29 en 30 van deze bijlage wordt, in gevallen waarin de producten gefactureerd zijn in een andere valuta dan de euro, de tegenwaarde in de nationale valuta van de lidstaten die overeenstemt met de in euro uitgedrukte bedragen, jaarlijks door elk van de betrokken landen vastgesteld.
2. De artikelen 29 en 30 van deze bijlage zijn van toepassing op zendingen op basis van de valuta waarin de factuur is opgesteld.
3. De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn de tegenwaarde in die valuta van de in euro uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober van elk jaar. De bedragen worden de Commissie uiterlijk op 15 oktober medegedeeld en zijn van toepassing vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Commissie stelt alle betrokken landen in kennis van de desbetreffende bedragen.
4. De lidstaten mogen het bedrag dat het resultaat is van de omrekening van een in euro uitgedrukt bedrag in hun nationale valuta naar boven of naar beneden afronden. Het afgeronde bedrag mag niet meer dan 5 procent afwijken van het door omrekening verkregen bedrag. De lidstaten mogen de tegenwaarde in nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag ongewijzigd handhaven indien bij de omrekening van dat bedrag, ten tijde van de in lid 3 bedoelde jaarlijkse aanpassing, vóór afronding, een stijging van minder dan 15 procent van die tegenwaarde wordt verkregen. De tegenwaarde in nationale valuta kan ongewijzigd blijven indien de omrekening tot een daling van de tegenwaarde leidt.
5. De in euro uitgedrukte bedragen en de tegenwaarde in de nationale valuta van sommige lidstaten worden door de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat of een LGO herzien. Bij deze herziening onderzoekt de Commissie of het wenselijk is de effecten van de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Zij kan in dit verband besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen.
Afdeling 2
Procedures bij uitvoer uit het LGO
Artikel 21
Algemene voorwaarden
De in dit besluit opgenomen voordelen gelden in de volgende gevallen:
a) |
goederen die voldoen aan de voorwaarden van deze bijlage en zijn uitgevoerd door een geregistreerde exporteur in de zin van artikel 22 van deze bijlage; |
b) |
zendingen bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten die zijn uitgevoerd door een willekeurige exporteur, wanneer de totale waarde van de producten van oorsprong niet hoger is dan 10 000 EUR. |
Artikel 22
Verzoek tot registratie
1. Om te worden geregistreerd, moeten exporteurs een aanvraag tot registratie indienen bij de in artikel 39, lid 1, van deze bijlage, bedoelde bevoegde autoriteiten van het LGO met behulp van een formulier waarvan het model in aanhangsel V is opgenomen.
2. De bevoegde autoriteiten van het LGO aanvaarden de aanvraag alleen indien deze volledig is ingevuld.
3. De registratie is geldig vanaf de datum waarop de bevoegde autoriteiten van de LGO het volledig ingevulde aanvraagformulier ontvangen, overeenkomstig de eerste en tweede alinea.
4. Van een exporteur die is gevestigd in een LGO en reeds voor het SAP-stelsel van Noorwegen of Zwitserland in het REX-systeem is geregistreerd, wordt niet vereist dat hij een aanvraag bij de bevoegde autoriteiten van het LGO indient om in het kader van dit besluit te worden geregistreerd.
Artikel 23
Registratie
1. De bevoegde autoriteiten van de LGO kennen na ontvangst van het ingevulde aanvraagformulier in aanhangsel III het nummer van geregistreerd exporteur onverwijld toe aan de exporteur en voeren het nummer van geregistreerd exporteur, de registratiegegevens en de begindatum van geldigheid van de registratie overeenkomstig artikel 22, lid 3, van deze bijlage in het REX-systeem in.
De bevoegde autoriteiten van de LGO stellen de exporteur in kennis van het nummer van geregistreerd exporteur dat aan hem is toegekend en van de begindatum van geldigheid van de registratie.
De bevoegde autoriteiten van de LGO houden de door hen geregistreerde gegevens actueel. Zij passen deze gegevens aan zodra zij overeenkomstig artikel 24, lid 1, van deze bijlage, in kennis zijn gesteld door de geregistreerde exporteur.
2. De registratiegegevens bevatten:
a) |
de naam van de geregistreerde exporteur, zoals vermeld in vak 1 van het formulier in aanhangsel III; |
b) |
adres van de geregistreerde exporteur, zoals vermeld in vak 1 van het formulier in aanhangsel III, met inbegrip van de code van het land of gebied (de uit twee letters bestaande ISO-alpha-2-landcode); |
c) |
de contactgegevens zoals vermeld in de vakken 1 en 2 van het formulier in aanhangsel III; |
d) |
een indicatieve beschrijving van de goederen die in aanmerking komen voor preferentiële behandeling, inclusief een indicatieve lijst van posten of hoofdstukken, zoals vermeld in vak 4 van het formulier in aanhangsel III; |
e) |
het identificatienummer van de handelaar (TIN), zoals vermeld in vak 1 van het formulier in aanhangsel III; |
f) |
of de exporteur handelaar of producent is, zoals vermeld in vak 3 van het formulier in aanhangsel III; |
g) |
de datum van registratie van de geregistreerde exporteur; |
h) |
de datum vanaf wanneer de registratie geldig is; |
i) |
de datum van de intrekking van de registratie, in voorkomend geval. |
Artikel 24
Intrekking van de registratie
1. Geregistreerde exporteurs die niet meer voldoen aan de voorwaarden om goederen in het kader van dit besluit uit te voeren, of die niet langer voornemens zijn goederen in het kader van dit besluit uit te voeren, delen dit mede aan de bevoegde autoriteiten van de LGO, die hen onmiddellijk schrappen uit het register van geregistreerde exporteurs dat in dat LGO wordt bijgehouden.
2. Onverminderd straffen en boetes die in de LGO van toepassing zijn, schrappen de bevoegde autoriteiten van het LGO de exporteur uit het register van geregistreerde exporteurs dat in dat LGO wordt bijgehouden, indien de geregistreerde exporteur met opzet of uit nalatigheid attesten van oorsprong of ondersteunende documenten heeft opgesteld of doen opstellen die onjuiste informatie bevatten waardoor de preferentiële tariefbehandeling ten onrechte werd toegekend.
3. Onverminderd de gevolgen van onregelmatigheden die bij controles kunnen worden aangetroffen, heeft de schrapping uit het register van geregistreerde exporteurs slechts gevolgen voor de toekomst, dat wil zeggen ten aanzien van verklaringen die na de datum van schrapping bij de douane van de lidstaat van invoer worden aangeboden.
4. Exporteurs die overeenkomstig lid 2 door de bevoegde autoriteiten van een LGO uit het register van geregistreerde exporteurs zijn geschrapt, kunnen slechts weer in het register van geregistreerde exporteurs worden opgenomen wanneer zij ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van dat LGO hebben aangetoond dat zij de toestand die tot hun schrapping heeft geleid, hebben gecorrigeerd.
5. Indien een exporteur door de bevoegde autoriteiten van het LGO overeenkomstig de SAP-wetgeving van Noorwegen of Zwitserland uit het register van geregistreerde exporteurs is geschrapt, geldt de schrapping ook in het kader van dit besluit.
Artikel 25
Ondersteunende documenten
1. Al dan niet geregistreerde exporteurs voldoen aan de volgende verplichtingen:
a) |
zij voeren een passende boekhouding van de vervaardiging en levering van goederen die voor de preferentiële behandeling in aanmerking komen; |
b) |
zij bewaren alle bewijsstukken in verband met de materialen die zij bij de vervaardiging gebruiken; |
c) |
zij bewaren alle douanedocumenten in verband met de materialen die zij bij de vervaardiging gebruiken; |
d) |
zij bewaren ten minste drie jaar vanaf het einde van het jaar waarin het attest van oorsprong werd opgesteld, of langer indien het nationale recht dit vereist, alle documenten in verband met
|
2. De in lid 1, onder d) bedoelde documenten kunnen elektronische documenten zijn, zolang het aan de hand daarvan mogelijk is de materialen die bij de vervaardiging van de uitgevoerde producten zijn gebruikt te traceren en hun oorsprong te bevestigen.
3. De in de leden 1 en 2 van dit artike, bedoelde verplichtingen zijn ook van toepassing op door leveranciers aan exporteurs afgegeven leveranciersverklaringen als bedoeld in artikel 27 van deze bijlage.
Artikel 26
Attest van oorsprong en informatie in verband met cumulatie
1. Een attest van oorsprong wordt door de exporteur opgesteld wanneer de desbetreffende producten worden uitgevoerd, indien die producten als van oorsprong uit het LGO kunnen worden beschouwd.
2. In afwijking van lid 1 kan een attest van oorsprong bij uitzondering ook na uitvoer worden opgesteld (“verklaring achteraf”), mits deze in de lidstaat waarin de goederen voor het vrije verkeer zijn aangegeven uiterlijk twee jaar na de uitvoer wordt aangeboden.
3. Het attest van oorsprong wordt door de exporteur afgegeven aan zijn afnemer in de Unie en bevat de in aanhangsel IV vermelde gegevens. Een attest van oorsprong wordt in het Engels of in het Frans opgesteld.
Het kan op elk handelsdocument worden opgesteld waaruit de identiteit van de exporteur blijkt en waaruit blijkt om welke goederen het gaat.
4. Voor de toepassing van artikel 2, lid 2, van deze bijlage of bilaterale cumulatie op grond van artikel 7 van deze bijlage:
a) |
wordt het bewijs dat de materialen van oorsprong zijn uit een ander LGO of de Unie geleverd door een attest van oorsprong dat is opgesteld overeenkomstig deze bijlage en aan de exporteur wordt verstrekt door de leverancier in de LGO of de Unie waaruit de materialen afkomstig zijn; |
b) |
wordt het bewijs dat de be- of verwerking is uitgevoerd in een ander LGO of de Unie geleverd door een leveranciersverklaring die is opgesteld overeenkomstig artikel 27 van deze bijlage en door de exporteur wordt verstrekt aan de leverancier in de LGO of de Unie waaruit de materialen afkomstig zijn. |
In gevallen waarin de eerste alinea van toepassing is moet het door de exporteur afgegeven attest van oorsprong de vermelding “EU cumulation” of “OCT cumulation” dan wel “cumul UE” of “cumul PTOM” bevatten.
5. Bij cumulatie met een EPO-land op grond van artikel 8 van deze bijlage:
a) |
wordt het bewijs dat de materialen van oorsprong zijn uit een EPO-land geleverd door een attest van oorsprong dat is opgesteld overeenkomstig de EPO tussen de Unie en het desbetreffende EPO-land en dat aan de exporteur wordt verstrekt door de leverancier in het EPO-land waaruit de materialen afkomstig zijn; |
b) |
wordt het bewijs dat de be- of verwerking is uitgevoerd in het EPO-land geleverd door een leveranciersverklaring die is opgesteld overeenkomstig artikel 27 van deze bijlage, en die door de exporteur wordt verstrekt aan de leverancier in het EPO-land waaruit de materialen afkomstig zijn. |
In gevallen waarin de eerste alinea van toepassing is bevat het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong de vermelding “cumulation with EPA country [naam van land]” of “cumul avec le pays APE [naam van land]”.
6. Bij cumulatie met andere landen die in aanmerking komen voor rechten- en contingentvrije toegang tot de markt van de Unie in het kader van het SAP als beschreven in artikel 9 van deze bijlage, wordt het bewijs van de oorsprong geleverd door een attest van oorsprong als bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447, dat aan de exporteur wordt verstrekt door de leverancier in het SAP-land waaruit de materialen afkomstig zijn.
In dit geval bevat het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong de vermelding “cumulation with EPA country [naam van land]” of “cumul avec le pays APE [naam van land]”.
7. Bij uitgebreide cumulatie als beschreven in artikel 10 van deze bijlage, wordt het bewijs dat de materialen van oorsprong zijn uit een land waarmee de Unie een vrijhandelsovereenkomst geleverd door een attest van oorsprong dat is opgesteld overeenkomstig die vrijhandelsovereenkomst en dat aan de exporteur wordt verstrekt door de leverancier in het land waaruit de materialen afkomstig zijn.
In gevallen waarin de eerste alinea van toepassing is bevat het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong de vermelding “extended cumulation with [naam van land]” of “cumul étendu avec [naam van land]”.
Artikel 27
Leveranciersverklaring
1. Voor de toepassing van artikel 26, lid 4, eerste alinea, onder b), en artikel 26, lid 5, eerste alinea, onder b), van deze bijlage, moet de leverancier voor elke goederenzending een afzonderlijke leveranciersverklaring opstellen, hetzij op de handelsfactuur betreffende deze zending, hetzij op een bijlage bij deze factuur, of op een leveringsformulier of op enig handelsdocument inzake deze zending waarin de betrokken goederen voldoende nauwkeurig omschreven zijn om geïdentificeerd te kunnen worden. Een model van de leveranciersverklaring is opgenomen in aanhangsel V.
2. Wanneer een leverancier aan een bepaalde afnemer geregeld goederen levert waarvan het karakter met betrekking tot de preferentiële oorsprongsregels vermoedelijk geruime tijd ongewijzigd zal blijven, mag hij één enkele verklaring opstellen die voor alle latere zendingen van de betrokken goederen geldig is (“leveranciersverklaring voor herhaald gebruik”), voor zover de hieraan ten grondslag liggende feiten of omstandigheden ongewijzigd blijven.
Een leveranciersverklaring voor herhaald gebruik wordt verstrekt voor een periode van ten hoogste één jaar vanaf de datum waarop de verklaring werd afgegeven. Een leveranciersverklaring voor herhaald gebruik kan met terugwerkende kracht worden verstrekt. In dat geval mag de geldigheidsduur ervan niet langer zijn dan één jaar vanaf de datum waarop de verklaring van kracht werd. De geldigheidsduur moet worden vermeld op de leveranciersverklaring voor herhaald gebruik.
De douaneautoriteit heeft het recht een leveranciersverklaring voor herhaald gebruik in te trekken indien de omstandigheden veranderen of er onjuiste of valse informatie is verstrekt.
Wanneer de leveranciersverklaring voor herhaald gebruik niet meer geldt voor de geleverde goederen, deelt de leverancier dit de afnemer onmiddellijk mede.
3. De leveranciersverklaring kan op een voorgedrukt formulier worden gesteld.
4. De leveranciersverklaring wordt met de hand ondertekend. Wanneer de factuur en de leveranciersverklaring per computer worden opgemaakt, behoeft de leveranciersverklaring niet van een handtekening te worden voorzien indien de douaneautoriteiten in het land of gebied waar de leveranciersverklaringen worden opgesteld, weten wie binnen de onderneming van de leverancier hiervoor verantwoordelijk is. Dergelijke douaneautoriteiten kunnen de toepassingsvoorwaarden van dit lid vaststellen.
Artikel 28
Bewijs van oorsprong
1. Voor elke zending wordt een attest van oorsprong opgesteld.
2. Een attest van oorsprong is twaalf maanden geldig vanaf de datum van opstelling door de exporteur.
3. Een enkel attest van oorsprong kan betrekking hebben op verschillende zendingen indien de goederen aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) |
zij zijn gedemonteerd of niet-gemonteerd in de zin van algemene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem; |
b) |
zij zijn ingedeeld onder afdeling XVI of XVII of post 7308 of 9406 van het geharmoniseerd systeem; en |
c) |
zij zijn bedoeld om in deelzendingen te worden ingevoerd. |
Afdeling 3
Procedures bij het in het vrije verkeer brengen in de unie
Artikel 29
Indiening van het bewijs van oorsprong
1. Op de douaneaangifte voor het vrije verkeer wordt naar het attest van oorsprong verwezen. Het attest van oorsprong wordt ter beschikking gehouden van de douaneautoriteiten die overlegging kunnen eisen ter controle van de aangifte. Die autoriteiten kunnen ook een vertaling verlangen in de officiële taal of een van de officiële talen van de betrokken lidstaat.
2. Wanneer de aangever om toepassing van de voordelen van dit besluit verzoekt, zonder dat hij ten tijde van de aanvaarding van de douaneaangifte voor het vrije verkeer in het bezit is van een attest van oorsprong, wordt deze aangifte als een vereenvoudigde aangifte beschouwd in de zin van artikel 166 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (9 16 24) en dienovereenkomstig behandeld.
3. Voordat goederen voor het vrije verkeer worden aangegeven, ziet de aangever erop toe, dat zij in overeenstemming zijn met deze bijlage, met name door:
a) |
op de in artikel 40, leden 3 en 4, van deze bijlage bedoelde website te controleren dat het om een geregistreerde exporteur gaat die attesten van oorsprong mag opstellen, behalve wanneer de totale waarde van de producten van oorsprong in de zending niet meer dan 10 000 EUR bedraagt; en |
b) |
te controleren dat het attest van oorsprong overeenkomstig Aanhangsel IV is opgesteld. |
Artikel 30
Vrijstelling van het bewijs van oorsprong
1. Voor de volgende producten hoeft geen attest van oorsprong te worden opgesteld en overgelegd:
a) |
producten die door particulieren in kleine colli aan particulieren worden gezonden en waarvan de totale waarde niet meer dan 500 EUR bedraagt; |
b) |
producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers en waarvan de totale waarde niet meer dan 1 200 EUR bedraagt. |
2. De in lid 1 bedoelde producten moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
a) |
het gaat om invoer waaraan elk handelskarakter ontbreekt; |
b) |
verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voldoen om voor de voordelen van dit besluit in aanmerking te komen; |
c) |
er is geen twijfel aan de juistheid van de onder b) bedoelde verklaring. |
3. Voor de doeleinden van lid 2, onder a), wordt verstaan onder invoer waaraan elk handelskarakter ontbreekt:
a) |
incidentele invoer; |
b) |
invoer die uitsluitend bestaat uit producten voor het persoonlijk gebruik van de ontvangers, de reizigers of de leden van hun gezin; |
c) |
invoer die bestaat uit producten waarvoor uit de aard en de hoeveelheid blijkt dat deze geen commerciële doeleinden dienen. |
Artikel 31
Verschillen en vormfouten
1. Geringe verschillen tussen de gegevens in het attest van oorsprong en de gegevens in de documenten die aan de douane worden overgelegd voor het afwikkelen van de formaliteiten bij invoer maken het attest van oorsprong niet automatisch ongeldig indien blijkt dat die verklaring wel degelijk met de aangeboden producten overeenstemt.
2. Kennelijke vormfouten, zoals typfouten op een attest van oorsprong, leiden er niet toe dat dit document wordt geweigerd indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de gegevens in dat document.
Artikel 32
Geldigheid van een attest van oorsprong
Een attest van oorsprong dat bij de douane van het land van invoer wordt overgelegd na afloop van de in artikel 28, lid 2, van deze bijlage genoemde geldigheidsperiode, kan met het oog op de toepassing van de tariefpreferenties worden aanvaard wanneer de verlate overlegging aan buitengewone omstandigheden is te wijten. In andere gevallen van verlate overlegging kunnen de douaneautoriteiten van het land van invoer het attest van oorsprong aanvaarden wanneer de producten vóór het aflopen van die termijn bij de douane zijn aangebracht.
Artikel 33
Procedure voor invoer in deelzendingen
1. De in artikel 28, lid 3, van deze bijlage bedoelde procedure is van toepassing gedurende een door de douaneautoriteiten van de lidstaten vastgestelde periode.
2. De douane van de lidstaat van invoer die toezicht houdt op achtereenvolgende vrijgaven voor het vrije verkeer controleert dat de achtereenvolgende zendingen deel uitmaken van de gedemonteerde of niet-gemonteerde producten waarvoor het attest van oorsprong is opgesteld.
Artikel 34
Controle van een attest van oorsprong
1. Wanneer de douane twijfelt aan de oorsprong van de producten, kan zij de aangever verzoeken haar binnen een door haar te bepalen redelijke termijn bewijsstukken over te leggen zodat zij kan controleren of de in de aangifte vermelde oorsprong juist is en of aan de voorwaarden van artikel 18 van deze bijlage is voldaan.
2. De douane kan de toepassing van de preferentiële tariefmaatregel voor de duur van de in artikel 43 van deze bijlage bedoelde controle schorsen, wanneer:
a) |
de door de aangever verstrekte informatie niet voldoende is om de oorsprong van de producten of de naleving van de voorwaarden van artikel 17, lid 2, of artikel 18 van deze bijlage te bevestigen; |
b) |
de aangever niet antwoordt binnen de termijn voor het verstrekken van de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie. |
3. In afwachting van de informatie die van de aangever is gevraagd, als bedoeld in lid 1, of in afwachting van de resultaten van de controle, als bedoeld in lid 2 wordt de importeur de vrijgave van de producten aangeboden met inachtneming van de noodzakelijk geachte voorzorgsmaatregelen.
Artikel 35
Weigering van preferentiële behandeling
1. De douaneautoriteiten van de lidstaat van invoer weigeren de toepassing van de voordelen van dit besluit zonder verplicht te zijn aanvullende bewijsstukken op te vragen of een verzoek om controle naar het LGO te zenden, wanneer:
a) |
de aangebrachte goederen niet dezelfde zijn als die waarop het attest van oorsprong betrekking heeft; |
b) |
de aangever geen attest van oorsprong voor de betrokken producten overlegt, indien dit vereist is; |
c) |
onverminderd artikel 21, onder b), en artikel 30, lid 1, van deze bijlage, het attest van oorsprong dat in het bezit van de aangever is, niet is opgesteld door een exporteur die in het LGO is geregistreerd; |
d) |
het attest van oorsprong niet overeenkomstig aanhangsel IV is opgesteld; of |
e) |
niet aan de voorwaarden van artikel 18 van deze bijlage is voldaan. |
2. De douaneautoriteiten van de lidstaat van invoer weigeren de toepassing van de voordelen van dit besluit, na het verzenden van een verzoek om controle in de zin van artikel 43 van deze bijlage aan de bevoegde autoriteiten van de LGO, wanneer zij:
a) |
het antwoord hebben ontvangen dat de exporteur niet bevoegd was het attest van oorsprong op te stellen; |
b) |
het antwoord hebben ontvangen dat de betrokken producten niet van oorsprong zijn uit het desbetreffende LGO of dat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 17, lid 2, van deze bijlage; of |
c) |
redenen hebben om te twijfelen aan de geldigheid van het door de aangever opgestelde attest van oorsprong of de juistheid van de door de aangever verstrekte informatie over de oorsprong van de producten, wanneer zij om controle hebben verzocht; en
|
TITEL V
REGELINGEN VOOR BESTUURLIJKE SAMENWERKING
DEEL 1
Algemene voorschriften
Artikel 36
Algemene beginselen
1. Om ervoor te zorgen dat de preferenties op de juiste wijze worden toegepast, verbinden de LGO zich ertoe:
a) |
de administratieve structuren en systemen op te zetten en in stand te houden die nodig zijn voor de toepassing en het beheer in dat land van de in deze bijlage beschreven regels en procedures, zo nodig met inbegrip van regelingen voor de toepassing van cumulatie; |
b) |
via hun bevoegde autoriteiten samen te werken met de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten. |
2. De in lid 1, onder b), van dit artikel bedoelde samenwerking omvat:
a) |
het verlenen van alle nodige steun, op verzoek van de Commissie, bij het toezicht van de Commissie op de uitvoering van deze bijlage in het betrokken land, met inbegrip van controles ter plaatse door de Commissie of de douaneautoriteiten van de lidstaten; |
b) |
onverminderd de artikelen 34 en 35 van deze bijlage het controleren van de oorsprong van producten en nagaan of deze aan de andere voorwaarden van deze bijlage voldoen, met inbegrip van controles ter plaatse indien de Commissie of de douaneautoriteiten van de lidstaten hierom verzoeken in het kader van onderzoeken naar de oorsprong; |
c) |
indien de resultaten van de controle of andere beschikbare gegevens erop lijken te wijzen dat de bepalingen van deze bijlage worden geschonden, stelt het LGO op eigen initiatief of op verzoek van de Commissie of de douaneautoriteiten van de lidstaten met de nodige spoed een onderzoek in of laat het een onderzoek instellen om dergelijke schendingen vast te stellen en te voorkomen. De Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten kunnen aan dit onderzoek deelnemen. |
3. Vóór 1 januari 2020 bevestigen de LGO schriftelijk aan de Commissie dat zij zich ertoe verbinden te voldoen aan de in lid 1 genoemde vereisten.
Artikel 37
Verplichting tot openbaarmaking en naleving
1. De Commissie maakt de lijst van de LGO en de datum waarop zij geacht worden aan de in artikel 39 van deze bijlage bedoelde voorwaarden te hebben voldaan, bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks). De Commissie werkt die lijst bij wanneer een nieuw LGO aan dezelfde voorwaarden voldoet.
2. Producten van oorsprong uit een LGO komen, wanneer zij in de Unie in het vrije verkeer worden gebracht, uitsluitend in aanmerking voor tariefpreferenties indien zij zijn uitgevoerd op of na de datum die is vermeld in de in lid 1 bedoelde lijst.
3. Een LGO wordt geacht aan de artikelen 36 en 39 van deze bijlage te hebben voldaan op de dag waarop het:
a) |
de in artikel 39, lid 1, van deze bijlage bedoelde kennisgeving heeft verricht; en |
b) |
de in artikel 36, lid 3, van deze bijlage bedoelde verbintenis heeft ingediend. |
Artikel 38
Sancties
Sancties worden getroffen tegen ieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen.
Afdeling 2
Methoden voor bestuurlijke samenwerking die gelden voor het rex-systeem
Artikel 39
Mededeling van namen en adressen van bevoegde autoriteiten van de LGO
1. De LGO delen de Commissie de namen en adressen mee van de op hun grondgebied gevestigde autoriteiten die
a) |
deel uitmaken van de overheidsinstanties van het betrokken land en gemachtigd zijn de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten bijstand te verlenen in het kader van de in deze titel bedoelde bestuurlijke samenwerking; |
b) |
deel uitmaken van de overheidsinstanties van het betrokken land of namens de overheid optreden en gemachtigd zijn exporteurs te registreren en deze uit het register van geregistreerde exporteurs te schrappen. |
2. De LGO delen de Commissie onmiddellijk elke wijziging van de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens mee.
3. De Commissie deelt deze informatie aan de douaneautoriteiten van de lidstaten mee.
Artikel 40
Toegangsrechten tot en openbaarmaking van gegevens van het REX-systeem
1. De Commissie kan alle gegevens raadplegen.
2. De bevoegde autoriteiten van de LGO kunnen de gegevens van de door hen geregistreerde exporteurs raadplegen.
De Commissie geeft de bevoegde autoriteiten van de LGO beveiligde toegang tot het REX-systeem.
3. De Commissie maakt de volgende gegevens publiekelijk toegankelijk:
a) |
het nummer van de geregistreerde exporteur; |
b) |
de datum van registratie van de geregistreerde exporteur; |
c) |
de datum vanaf welke de registratie geldig is; |
d) |
in voorkomend geval de datum van de intrekking van de registratie. |
4. De Commissie stelt mits toestemming van de exporteur, die dit aangeeft door vak 6 van het formulier in aanhangsel III te ondertekenen, de volgende gegevens beschikbaar aan het publiek:
a) |
de naam van de geregistreerde exporteur, zoals vermeld in vak 1 van het formulier in aanhangsel III; |
b) |
het adres van de geregistreerde exporteur, zoals vermeld in vak 1 van het formulier in aanhangsel III; |
c) |
de contactgegevens zoals vermeld in de vakken 1 en 2 van het formulier in aanhangsel III; |
d) |
een indicatieve beschrijving van de goederen die in aanmerking komen voor preferentiële behandeling, inclusief een indicatieve lijst van posten of hoofdstukken, zoals vermeld in vak 4 van het formulier in aanhangsel III; |
e) |
het identificatienummer (TIN) van de geregistreerde exporteur, zoals vermeld in vak 1 van het formulier in aanhangsel III; |
f) |
of de exporteur handelaar of producent is, zoals vermeld in vak 3 van het formulier in aanhangsel III. |
Weigering om vak 6 te ondertekenen is geen reden de registratie van de exporteur te weigeren.
Artikel 41
Bescherming van gegevens in het REX-systeem
1. De door de bevoegde autoriteiten van de LGO in het REX-systeem geregistreerde gegevens worden uitsluitend verwerkt ten behoeve van deze bijlage.
2. Aan registreerde exporteurs wordt de in de artikelen 14 tot en met 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (10 17) of de in de artikelen 12 tot en met 14 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (11 18) bedoelde informatie verstrekt, naargelang het geval.
De in de eerste alinea bedoelde informatie wordt aan geregistreerde exporteurs verstrekt via een kennisgeving bij de aanvraag tot registratie als geregistreerde exporteur in aanhangsel III van deze bijlage.
3. Elke bevoegde autoriteit van een LGO die gegevens in het REX-systeem invoert, wordt als de voor de verwerking van deze gegevens verantwoordelijke beschouwd.
De Commissie wordt voor de verwerking van alle gegevens als een gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijke beschouwd om te garanderen dat de geregistreerde exporteur zijn rechten kan uitoefenen.
4. De rechten van geregistreerde exporteurs met betrekking tot de verwerking van de in aanhangsel III van deze bijlage vermelde gegevens, die in het REX-systeem worden opgeslagen en worden verwerkt in nationale systemen, worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679.
5. Lidstaten die de voor hen toegankelijke gegevens van het REX-systeem in hun nationale systemen kopiëren, dienen deze gekopieerde gegevens actueel te houden.
6. De rechten van geregistreerde exporteurs met betrekking tot de verwerking van hun registratiegegevens door de Commissie worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.
7. Elk verzoek van een geregistreerde exporteur om het recht op toegang, rectificatie, uitwissen of afschermen van gegevens overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 wordt ingediend bij en verwerkt door de verwerkingsverantwoordelijke.
Wanneer een geregistreerde exporteur een dergelijk verzoek bij de Commissie indient zonder een poging te hebben gedaan zijn rechten bij de voor de gegevens verantwoordelijke te doen gelden, stuurt de Commissie dat verzoek door naar de voor de gegevens van de geregistreerde exporteur verantwoordelijke.
Wanneer de geregistreerde exporteur er niet in slaagt zijn rechten te doen gelden bij de verwerkingsverantwoordelijke, dient de geregistreerde exporteur een dergelijk verzoek in bij de Commissie, die dan als verwerkingsverantwoordelijke optreedt. De Commissie mag gegevens rectificeren, wissen of afschermen.
8. De nationale toezichthoudende gegevensbeschermingsautoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werken, elk binnen de grenzen van hun eigen bevoegdheden, samen en moeten naar behoefte:
a) |
zorgen voor gecoördineerd toezicht op de registratiegegevens; |
b) |
relevante informatie uitwisselen; |
c) |
elkaar bijstaan in de uitvoering van controles en inspecties; |
d) |
problemen behandelen bij de uitlegging of toepassing van deze bijlage; |
e) |
zich buigen over problemen bij de uitoefening van het onafhankelijk toezicht of bij de uitoefening van de rechten van betrokkenen; |
f) |
geharmoniseerde voorstellen voor gemeenschappelijke oplossingen voor problemen opstellen; en |
g) |
het bewustzijn over gegevensbeschermingsrechten bevorderen. |
Artikel 42
Controle van oorsprong
1. Om erop toe te zien dat aan de oorsprongsregels is voldaan, verrichten de bevoegde autoriteiten van de LGO:
a) |
controles van de oorsprong van producten op verzoek van de douaneautoriteiten van de lidstaten; |
b) |
regelmatige controles bij exporteurs op eigen initiatief. |
2. De in lid 1, onder b), bedoelde controles worden verricht om erop toe te zien dat de exporteurs aan hun verplichtingen blijven voldoen. Zij worden met tussenpozen verricht die worden bepaald aan de hand van risicoanalysecriteria. In dit verband verlangen de bevoegde autoriteiten van de LGO dat exporteurs hun kopieën of een lijst doen toekomen van de attesten van oorsprong die zij hebben opgesteld.
3. De bevoegde autoriteiten van de LGO hebben het recht alle bewijsstukken op te vragen en alle administratieve controles te verrichten bij de exporteurs en, zo nodig, bij hun toeleveranciers, ook ter plaatse, en andere controles te verrichten die zij dienstig achten.
Artikel 43
Verzoek om controle van een attest van oorsprong
1. Attesten van oorsprong worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd, en tevens wanneer de douaneautoriteiten van de lidstaten gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van deze bijlage.
Wanneer de douaneautoriteiten van een lidstaat om de medewerking verzoeken van de bevoegde autoriteiten van een LGO om de geldigheid van attesten van oorsprong of de oorsprong van producten, of beide, te controleren, vermelden zij in hun verzoek, indien van toepassing, de reden waarom zij twijfelen aan de geldigheid van het attest van oorsprong of aan de oorsprong van de producten.
Een kopie van het attest van oorsprong en eventuele aanvullende gegevens of documenten die erop wijzen dat de gegevens in het attest onjuist zijn, kunnen ter ondersteuning van het verzoek om controle worden toegezonden.
De verzoekende lidstaat stelt een termijn van zes maanden vast voor de mededeling van de resultaten van de controle, ingaande op de datum van het verzoek om controle.
2. Wanneer bij gegronde twijfel binnen de in lid 1 genoemde termijn van zes maanden geen antwoord is ontvangen of wanneer het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de oorsprong van de producten vast te stellen, wordt aan de bevoegde autoriteiten van het betrokken LGO een tweede schrijven gezonden. Deze verlenging van de termijn kan maximaal zes maanden bedragen.
Artikel 44
Controle van leveranciersverklaringen
1. De in artikel 27 van deze bijlage bedoelde leveranciersverklaring kan steekproefsgewijs worden gecontroleerd, alsmede wanneer de douaneautoriteiten van het land van invoer gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van het document of de juistheid of volledigheid van de gegevens over de oorsprong van de betrokken materialen.
2. De douaneautoriteiten aan wie een leveranciersverklaring wordt overgelegd, kunnen de douaneautoriteiten van het land waar de verklaring werd opgesteld, verzoeken om afgifte van een inlichtingenblad volgens het model in aanhangsel VI. Zij kunnen ook de exporteur verzoeken een inlichtingenblad over te leggen, afgegeven door de douaneautoriteiten van het land waar de leveranciersverklaring is opgesteld.
Een kopie van het inlichtingenblad wordt ten minste drie jaar bewaard door het kantoor dat het heeft afgegeven.
3. De douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd, worden zo spoedig mogelijk van de resultaten in kennis gesteld. Uit het antwoord moet duidelijk blijken of de verklaring betreffende de oorsprong van de materialen juist is.
4. Voor controledoeleinden bewaren de leveranciers een kopie van het document dat de verklaring bevat alsmede alle bewijsmateriaal voor de werkelijke oorsprong van de goederen gedurende ten minste drie jaar.
5. De douaneautoriteiten van het land waar de leveranciersverklaring is opgesteld, kunnen elk bewijs verlangen en alle controles uitvoeren die zij dienstig achten om de juistheid van de leveranciersverklaring te verifiëren.
6. Attesten van oorsprong die zijn opgesteld op grond van een onjuiste leveranciersverklaring, worden ongeldig geacht.
Artikel 45
Andere bepalingen
1. Deze afdeling en afdeling 2 van titel IV zijn van overeenkomstige toepassing op:
a) |
de uitvoer uit een LGO naar een ander LGO met het oog op de toepassing van de in artikel 7 van deze bijlage bedoelde bilaterale cumulatie. |
b) |
de uitvoer uit een LGO naar een ander LGO met het oog op de toepassing van de in artikel 2, lid 2, van deze bijlage bedoelde LGO-cumulatie. |
c) |
de uitvoer uit de Unie naar een LGO dat unilateraal een preferentiële tariefbehandeling verleent voor een product van oorsprong uit de Unie, in overeenstemming met deze bijlage. |
2. In de gevallen als bedoeld in lid 1, onder a), en c), van dit artikel worden exporteurs geregistreerd in de Unie overeenkomstig artikel 68 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.
TITEL VI
CEUTA EN MELILLA
Artikel 46
Ceuta en Melilla
1. De bepalingen van deze bijlage betreffende de afgifte, het gebruik en de controle achteraf van bewijzen van oorsprong zijn van overeenkomstige toepassing op producten die vanuit een LGO naar Ceuta en Melilla worden uitgevoerd en op producten die vanuit Ceuta en Melilla naar een LGO worden uitgevoerd voor de toepassing van bilaterale cumulatie.
2. Ceuta en Melilla worden als één grondgebied beschouwd.
3. De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van deze bijlage in Ceuta en Melilla.
TITEL VII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 47
Comitéprocedure
1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 ingestelde Comité douanewetboek. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
3. Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure moet worden verkregen en naar dit lid wordt verwezen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien daartoe door de voorzitter van het comité wordt besloten binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies.
Aanhangsel I
INLEIDENDE AANTEKENINGEN EN LIJST VAN OORSPRONGVERLENENDE BE- OF VERWERKINGEN
INLEIDENDE AANTEKENINGEN
Aantekening 1 — Algemene inleiding
Overeenkomstig artikel 4 van deze bijlage bevat deze bijlage de voorwaarden waarop producten als van oorsprong uit een LGO worden beschouwd. Er zijn vier verschillende soorten oorsprongsregels, al naargelang van het product:
a) |
be- of verwerking waarbij een maximumgehalte van niet van oorsprong zijnde materialen niet mag worden overschreden; |
b) |
be- of verwerking waardoor een product ontstaat dat onder een andere post (viercijfercode) of onderverdeling (zescijfercode) valt dan de post (viercijfercode) of onderverdeling (zescijfercode) van de gebruikte materialen; |
c) |
een specifieke be- of verwerking; |
d) |
een be- of verwerking van geheel en al verkregen materialen. |
Aantekening 2 — Structuur van de lijst
2.1. |
In de kolommen 1 en 2 wordt het verkregen product omschreven. Kolom 1 bevat het nummer van het hoofdstuk of de viercijfercode van de post of de zescijfercode van de postonderverdeling. Kolom 2 bevat de omschrijving van de goederen die volgens het geharmoniseerde systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor elke nummercode in de kolommen 1 en 2 worden in kolom 3 een of meer regels (“determinerende behandelingen”) gegeven (zie ook aantekening 2.4). Deze determinerende behandelingen hebben slechts betrekking op de niet van oorsprong zijnde materialen. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door “ex” betekent dat de regel in kolom 3 alleen geldt voor het gedeelte van die post dat in kolom 2 is omschreven. |
2.2. |
Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder een van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld. |
2.3. |
Wanneer de lijst verschillende regels geeft voor verschillende producten binnen één post, is bij ieder gedachtestreepje dat gedeelte van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 vermelde regel van toepassing is. |
2.4 |
Wanneer in kolom 3 twee regels worden gegeven, gescheiden door het woord “of”, kan de exporteur kiezen welke regel wordt toegepast. |
Aantekening 3 — Voorbeelden van toepassing van de regels
3.1. |
Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 4, lid 2, van deze bijlage van toepassing ongeacht het feit of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in het LGO of in de Unie. |
3.2. |
Overeenkomstig artikel 5 van deze bijlage moet de be- of verwerking meer inhouden dan de behandelingen die in dat artikel zijn genoemd. Indien dit niet het geval is, komen de goederen niet in aanmerking voor het preferentiële tarief, zelfs indien aan de voorwaarden in onderstaande lijst is voldaan. Onder voorbehoud van artikel 5 van deze bijlage geven de regels in de lijst de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; meer be- of verwerking verleent dus ook de oorsprongsstatus, maar minder be- of verwerking niet. Is volgens de regel het gebruik van niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium toegestaan, dan is het gebruik van dit materiaal wel in een vroeger productiestadium, maar niet in een later productiestadium toegestaan. |
3.3. |
Onverminderd aantekening 3.2 geldt dat, wanneer in een regel de uitdrukking “materialen van om het even welke post” wordt gebruikt, materialen van alle posten (zelfs die welke onder dezelfde omschrijving en dezelfde post vallen als het product) mogen worden gebruikt, onder voorbehoud echter van de specifieke beperkingen die die regel kan bevatten. Wanneer echter de uitdrukking “vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post …” of “vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van dezelfde post als het product” wordt gebruikt, mogen materialen van alle posten worden gebruikt, met uitzondering van die welke onder dezelfde omschrijving in kolom 2 vallen als het product. |
3.4. |
Wanneer volgens de regel in de lijst een product van meer dan een materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt. |
3.5. |
Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal moet worden vervaardigd, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen. |
Aantekening 4 — Algemene bepalingen betreffende bepaalde landbouwproducten
4.1. |
Landbouwproducten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 6, 7, 8, 9, 10 en 12 en post 2401, die zijn geteeld of geoogst in een LGO, worden behandeld als van oorsprong uit dat LGO, ook indien zij zijn gekweekt uit zaden, bollen, wortels, stekken, enten, scheuten, knoppen of andere levende delen van planten uit een ander land. |
4.2. |
Wanneer de hoeveelheid niet van oorsprong zijnde suiker in een bepaald product een bepaalde limiet niet mag overschrijden, wordt, bij de berekening van die limiet, rekening gehouden met het gewicht van suiker van post 1701 (sacharose) en 1702 (bijv. fructose, glucose, lactose, maltose, isoglucose of invertsuiker) die is gebruikt bij de vervaardiging van het eindproduct en bij de vervaardiging van niet van oorsprong zijnde producten die in het eindproduct zijn opgenomen. |
Aantekening 5 – Terminologie in verband met bepaalde textielproducten
5.1. |
De term “natuurlijke vezels” in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term “natuurlijke vezels” vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen. |
5.2. |
De term “natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003, wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305. |
5.3. |
De termen “textielmassa”, “chemische materialen” en “materialen voor het vervaardigen van papier” in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens. |
5.4. |
De term “synthetische en kunstmatige stapelvezels” in de lijst heeft betrekking op kabel van filamenten, stapelvezels en afval van de posten 5501 tot en met 5507. |
Aantekening 6 – Toegestane afwijkingen voor producten die gemaakt zijn van een mengsel van textielmaterialen
6.1. |
Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 10% van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken. (Zie ook de aantekeningen 6.3 en 6.4). |
6.2. |
De in aantekening 6.1 genoemde afwijking is evenwel slechts van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd. Basistextielmaterialen zijn:
Een voorbeeld: Garen van post 5205, vervaardigd van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde synthetische stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong worden gebruikt tot 10% van het gewicht van het garen. Een voorbeeld: Een weefsel van wol van post 5112, vervaardigd van garen van wol van post 5107 en van synthetisch garen van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Daarom mogen synthetische garens die niet aan de oorsprongsregels voldoen, of wollen garens die niet aan de oorsprongsregels voldoen, of een combinatie van de twee, worden gebruikt, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 10% van het gewicht van het garen. Een voorbeeld: Getufte textielstof van post 5802 vervaardigd van garens van katoen van post 5205 en weefsels van katoen van post 5210 is alleen dan een gemengd product wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd product is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn. Een voorbeeld: Indien de betrokken getufte textielstof is vervaardigd uit katoengarens van post 5205 en uit synthetisch weefsel van post 5407, zijn de gebruikte garens uiteraard van twee verschillende soorten basistextielmateriaal gemaakt en is de getufte textielstof bijgevolg een gemengd product. |
6.3. |
Voor producten bevattende garen “van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld” bedraagt de toegestane afwijking voor dit garen ten hoogste 20%. |
6.4. |
Voor producten met “strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel tussen twee strippen kunststof is aangebracht” bedraagt de toegestane afwijking voor de strippen 30%. |
Aantekening 7 – Andere toegestane afwijkingen voor bepaalde textielproducten
7.1. |
Voor textielproducten die in de lijst van een voetnoot zijn voorzien die naar deze aantekening verwijst, mogen textielmaterialen die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor het betrokken geconfectioneerde product, worden gebruikt voor zover deze onder een andere post vallen dan het product en de waarde niet hoger is dan 8% van de prijs af fabriek van het product. |
7.2. |
Onverminderd aantekening 7.3 mogen materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld bij de vervaardiging van textielproducten vrij worden gebruikt, of zij nu textiel bevatten of niet. Een voorbeeld: Wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een broek, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van artikelen van metaal, zoals knopen, niet uit, omdat deze niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld. Om dezelfde reden is het gebruik van bijvoorbeeld ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel. |
7.3. |
Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn. |
Aantekening 8 — Definitie van specifieke en eenvoudige behandelingen van bepaalde producten van hoofdstuk 27
8.1. |
Wat de posten ex 2707 en 2713 betreft, wordt onder “specifieke behandelingen” verstaan:
|
8.2. |
Wat de posten 2710, 2711 en 2712 betreft, wordt onder “specifieke behandelingen” verstaan:
|
8.3. |
Wat de posten ex 2707 en 2713 betreft, wordt geen oorsprong verkregen door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen. |
Lijst van producten en oorsprongverlenende be- of verwerkingen
Post van het geharmoniseerd systeem |
Omschrijving van het product |
Determinerende behandeling (be- of verwerkingen waardoor niet-oorsprongsmaterialen de oorsprong verkrijgen) |
||||||||||||||||||
(1) |
(2) |
(3) |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 1 |
Levende dieren |
Alle dieren van hoofdstuk 1 zijn geheel en al verkregen |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 2 |
Vlees en eetbare slachtafvallen |
Vervaardiging waarbij al het vlees en het eetbare vleesafval in de producten van dit hoofdstuk geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 3 |
Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren, met uitzondering van: |
Alle vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren zijn geheel en al verkregen |
||||||||||||||||||
0304 |
Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt), vers, gekoeld of bevroren |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
0305 |
Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld; gerookte vis, ook indien voor of tijdens het roken gekookt; meel, poeder en pellets, van vis, geschikt voor menselijke consumptie |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
ex 0306 |
Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, gedroogd, gezouten of gepekeld; schaaldieren in de schaal, gestoomd of in water gekookt, ook indien gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
ex 0307 |
Weekdieren, ook indien ontdaan van de schelp, gedroogd, gezouten of gepekeld; ongewervelde waterdieren, andere dan schaal- en weekdieren, gedroogd, gezouten of gepekeld; meel, poeder en pellets, van schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 4 |
Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen |
Vervaardiging waarbij:
|
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 5 |
Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
ex 0511 91 |
Niet eetbare kuit en hom |
Alle kuit en hom is geheel en al verkregen |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 6 |
Levende planten en producten van de bloementeelt |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 7 |
Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 8 |
Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen |
Vervaardiging waarbij:
|
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 9 |
Koffie, thee, maté en specerijen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 10 |
Granen |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 11 |
Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten, met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 10 en 11, van de posten 0701 en 2303 en de postonderverdeling 0710 10 geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
ex 1106 |
Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713 |
Drogen en malen van peulgroenten bedoeld bij post 0708 |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 12 |
Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 13 |
Gomlak (schellak); gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker (6 13 21 25) niet hoger is dan 40% van het gewicht van het eindproduct |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 14 |
Plantaardige grondstoffen; plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 15 |
Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige postonderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde postonderverdeling als het product |
||||||||||||||||||
1501 t/m 1504 |
Varkensvet en vet van gevogelte, rund- schapen- of geitenvet, van vis enz. |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
1505, 1506 en 1520 |
Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen: Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd. Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
1509 en 1510 |
Olijfolie en fracties daarvan |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al zijn verkregen |
||||||||||||||||||
1516 en 1517 |
Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 16 |
Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren |
Vervaardiging:
|
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 17 |
Suiker en suikerwerk, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
1702 |
Andere suiker, chemisch zuivere lactose en glucose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd karamel |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van alle gebruikte materialen van de posten 1101 tot en met 1108, 1701 en 1703 niet hoger is dan 30% van het gewicht van het eindproduct |
||||||||||||||||||
1704 |
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen) |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product, waarbij:
|
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 18 |
Cacao en bereidingen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product, waarbij
|
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 19 |
Bereidingen van graan, van meel, van zetmeel of van melk; gebak |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product, waarbij:
|
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 20 |
Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, waarbij het gewicht van de gebruikte suiker (6 13 21 25) niet hoger is dan 40% van het gewicht van het eindproduct. |
||||||||||||||||||
2002 en 2003 |
Tomaten, paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al zijn verkregen. |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 21 |
Diverse producten voor menselijke consumptie, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product, waarbij:
|
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 22 |
Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van de posten 2207 en 2208, waarbij:
|
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 23 |
Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
ex 2302 ex 2303 |
Afval van zetmeelfabrieken |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij het gewicht van de gebruikte materialen van hoofdstuk 10 niet hoger is dan 20% van het gewicht van het eindproduct |
||||||||||||||||||
2309 |
Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product, waarbij:
|
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 24 |
Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, waarbij het gewicht van de gebruikte materialen van hoofdstuk 24 niet hoger is dan 30% van het totale gewicht van de gebruikte materialen van hoofdstuk 24 |
||||||||||||||||||
2401 |
Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak |
Alle ruwe en niet tot verbruik bereide tabak en afvallen van hoofdstuk 24 zijn geheel en al verkregen |
||||||||||||||||||
2402 |
Sigaren, cigarillo’s en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 2403, waarbij het gewicht van de gebruikte materialen van post 2401 niet hoger is dan 50% van het totale gewicht van de gebruikte materialen van post 2401 |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 25 |
Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 2519 |
Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt in hermetisch gesloten recipiënten, enmagnesiumoxide, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd) |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) mag evenwel worden gebruikt |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 26 |
Ertsen, slakken en assen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 27 |
Minerale brandstoffen, minerale oliën en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 2707 |
Olie waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke olie als minerale olie verkregen bij het distilleren van hogetemperatuursteenkoolteer, die voor 65% of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250 °C of minder (mengsels van benzine en benzol daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof |
Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (7 14 22 26) hetzij Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||||||||||||
2710 |
Aardolie en olie uit bitumineuze materialen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald; afvalolie |
Raffinage en/of een of meer aangewezen behandelingen (8 15 23 27) hetzij Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||||||||||||
2711 |
Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen |
Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (8 15 23 27) hetzij Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||||||||||||
2712 |
Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, “slack wax”, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd |
Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (8 15 23 27) hetzij Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||||||||||||
2713 |
Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen |
Raffinage en/of één of meer specifieke behandelingen (7 14 22 26) hetzij Andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product. |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 28 |
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 29 |
Organische chemische producten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 2905 |
Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 2905. Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
2905 43 ; 2905 44 ; 2905 45 |
Mannitol; D-glucitol (sorbitol); glycerol |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke onderverdeling, met uitzondering van die van dezelfde onderverdeling als het product. Materialen van dezelfde postonderverdeling als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 30 |
Farmaceutische producten |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 31 |
Meststoffen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 32 |
Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; stopverf en mastiek; inkt |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 33 |
Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 34 |
Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en soortgelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 3404 |
Kunstwas en bereide was:
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 35 |
Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 36 |
Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 37 |
Producten voor fotografie en cinematografie |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 38 |
Diverse producten van de chemische industrie, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
3824 60 |
Sorbitol, andere dan die bedoeld bij postonderverdeling 2905 44 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige postonderverdeling, met uitzondering van materialen van dezelfde postonderverdeling als het product en van postonderverdeling 2905 44 . Materialen van dezelfde postonderverdeling als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 39 |
Kunststof en artikelen daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 3907 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50% van de prijs af fabriek van het product (9 16 24) hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging uit polycarbonaat van tetrabroom(bisfenol A) hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
|||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 40 |
Rubber en werken daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
4012 |
Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, loopvlakken voor banden en velglinten, van rubber: |
|
||||||||||||||||||
|
Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden |
|||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 4011 of 4012 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
|||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 41 |
Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
4101 t/m 4103 |
Huiden en vellen van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of van paardachtigen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld (“pickled”) of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit; huiden en vellen van schapen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld (“pickled”) of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit, andere dan die bij aantekening 1, onder c), op hoofdstuk 41 zijn uitgezonderd; andere huiden en vellen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit, andere dan die op basis van aantekening 1, punten b) en c), bij hoofdstuk 41 zijn uitgezonderd |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
4104 t/m 4106 |
Gelooide onthaarde huiden en vellen en niet afgewerkt leder (“crust”), alsmede gelooide huiden en vellen en niet afgewerkt leder (“crust”) van niet-behaarde dieren, ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt |
Opnieuw looien van gelooide of voorgelooide huiden en vellen van de onderverdelingen 4104 11 , 4104 19 , 4105 10 , 4106 21 , 4106 31 of 4106 91 hetzij Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
4107, 4112, 4113 |
Verder bewerkt leder, na looien of drogen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Materialen van de postonderverdelingen 4104 41 , 4104 49 , 4105 30 , 4106 22 , 4106 32 en 4106 92 mogen evenwel slechts worden gebruikt indien de gelooide of gedroogde huiden of de vellen in droge staat opnieuw worden gelooid |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 42 |
Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en soortgelijke bergingsmiddelen; werken van darmen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 43 |
Pelterijen, bontwerk en namaakbont; Artikelen daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
4301 |
Pelterijen (koppen, staarten, poten en andere delen, geschikt voor bontwerk, daaronder begrepen), niet gelooid noch anderszins bereid, andere dan de ongelooide huiden en vellen bedoeld bij de posten 4101, 4102 en 4103 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
ex 4302 |
Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd: |
|
||||||||||||||||||
|
|
Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde gelooide of anderszins bereide pelterijen |
||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen |
||||||||||||||||||
4303 |
Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont |
Vervaardiging uit niet- samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen van post 4302 |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 44 |
Hout, houtskool en houtwaren; houtskool, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 4407 |
Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm |
Schaven, schuren of in de lengte verbinden |
||||||||||||||||||
ex 4408 |
Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen) en platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, met verbinding aan de randen, alsmede ander hout, overlangs gezaagd dan wel gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding |
Aanbrengen van een verbinding aan de randen, schaven, schuren of aanbrengen van een eindverbinding |
||||||||||||||||||
ex 4410 t/m ex 4413 |
Staaflijst, met inbegrip van plinten en ander lijstwerk |
In profiel frezen of vormen |
||||||||||||||||||
ex 4415 |
Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen van hout |
Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken of platen |
||||||||||||||||||
ex 4418 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Panelen met cellenstructuur en dakspanen (“shingles” en “shakes”) mogen evenwel worden gebruikt |
||||||||||||||||||
|
|
In profiel frezen of vormen |
||||||||||||||||||
ex 4421 |
Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen |
Vervaardiging uit hout van een willekeurige post, met uitzondering van houtdraad bedoeld bij post 4409 |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 45 |
Kurk en kurkwaren |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 46 |
Vlechtwerk en mandenmakerswerk |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 47 |
Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval) |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 48 |
Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 49 |
Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 50 |
Zijde, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
ex 5003 |
Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamd |
Kaarden of kammen van afval van zijde |
||||||||||||||||||
5004 t/m ex 5006 |
Garens van zijde of van afval van zijde |
Spinnen van natuurlijke vezels of extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen of twijnen (10 17) |
||||||||||||||||||
5007 |
Weefsels van zijde of van afval van zijde: |
Spinnen van natuurlijke en/of kunstmatige stapelvezels of extrusie van kunstmatig filamentgaren of twijnen, in alle gevallen samen met weven hetzij Weven samen met verven hetzij Het verven van garen samen met weven hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 51 |
Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin), met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
5106 t/m 5110 |
Garens van wol, van fijn haar, van grof haar of van paardenhaar (crin) |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (10 17) |
||||||||||||||||||
5111 t/m 5113 |
Weefsels van wol, van fijn haar, van grof haar of van paardenhaar (crin) |
Het spinnen van natuurlijke en/of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven hetzij Weven samen met verven hetzij Het verven van garen samen met weven hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 52 |
Katoen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
5204 t/m 5207 |
Garens van katoen |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (10 17) |
||||||||||||||||||
5208 t/m 5212 |
Weefsels van katoen: |
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven hetzij Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag hetzij Het verven van garen samen met weven hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 53 |
Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
5306 t/m 5308 |
Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergaren |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (10 17) |
||||||||||||||||||
5309 t/m 5311 |
Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens: |
Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven hetzij Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag hetzij Het verven van garen samen met weven hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) |
||||||||||||||||||
5401 t/m 5406 |
Monofilamenten en garens, van synthetische of kunstmatige filamenten |
Extrusie van kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke vezels (10 17) |
||||||||||||||||||
5407 t/m 5408 |
Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens: |
Het spinnen van natuurlijke en/of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven hetzij Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag hetzij Twijnen of texturiseren, samen met weven, mits de waarde van de gebruikte niet-getwijnde, niet-getexturiseerde garens niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) |
||||||||||||||||||
5501 t/m 5507 |
Synthetische of kunstmatige stapelvezels |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels. |
||||||||||||||||||
5508 t/m 5511 |
Garens van synthetische of kunstmatige stapelvezels |
Het spinnen van natuurlijke vezels of de extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen (10 17) |
||||||||||||||||||
5512 t/m 5516 |
Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels: |
Het spinnen van natuurlijke en/of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven hetzij Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag hetzij Het verven van garen samen met weven hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 56 |
Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van: |
extrusie van kunstmatige vezels samen met spinnen of het spinnen van natuurlijke vezels; hetzij Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken (10 17) |
||||||||||||||||||
5602 |
Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: |
|
||||||||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming Hierbij geldt echter dat:
waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een totale waarde van 40% van de prijs af fabriek van het product hetzij Alleen weefselvorming in geval van vilt dat uit natuurlijke vezels is vervaardigd (10 17) |
|||||||||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming hetzij Het maken van het weefsel alleen in geval van vilt dat van natuurlijke vezels is gemaakt (10 17) |
|||||||||||||||||||
5603 |
Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels, of gebruik van natuurlijke vezels, samen met niet-weeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen |
||||||||||||||||||
5604 |
Draad en koord van rubber, bekleed met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof: |
|
||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit niet-omwoelde of -omvlochten draad en koord, van rubber |
|||||||||||||||||||
|
De extrusie van kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke vezels (10 17) |
|||||||||||||||||||
5605 |
Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met het spinnen of het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels (10 17) |
||||||||||||||||||
5606 |
Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogenoemd chainettegaren) |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of spinnen van natuurlijke vezels hetzij Spinnen samen met het aanbrengen van flockprints hetzij Het aanbrengen van flockprints samen met verven (10 17) |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 57 |
Tapijten |
Het spinnen van natuurlijke en/of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven hetzij Vervaardiging van kokos-, sisal- of jutegaren hetzij Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken of Tuften samen met verven of bedrukken Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met niet-weeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen (10 17) Hierbij geldt echter dat:
waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een totale waarde van 40% van de prijs af fabriek van het product Juteweefsel mag als rug worden gebruikt |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 58 |
Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk, met uitzondering van: |
Het spinnen van natuurlijke en/of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven hetzij Weven samen met verven of het aanbrengen van een flockprint of een deklaag hetzij Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken hetzij Het verven van garen samen met weven hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) |
||||||||||||||||||
5805 |
Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, aubussons, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
5810 |
Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
5901 |
Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden |
Weven samen met verven of het aanbrengen van een flockprint of een deklaag hetzij Het aanbrengen van flockprints samen met verven of bedrukken |
||||||||||||||||||
5902 |
Bandenkoordweefsel (“tyre cord fabric”) van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon |
|
||||||||||||||||||
|
Weven |
|||||||||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven |
|||||||||||||||||||
5903 |
Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902: |
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
5904 |
Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden |
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag (10 17) |
||||||||||||||||||
5905 |
Wandbekleding van textielstof: |
|
||||||||||||||||||
|
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag |
|||||||||||||||||||
|
Het spinnen van natuurlijke en/of kunstmatige stapelvezels of de extrusie van kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het weven hetzij Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) |
|||||||||||||||||||
5906 |
Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902: |
|
||||||||||||||||||
|
Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met breien hetzij Breien samen met verven of het aanbrengen van een deklaag hetzij Het verven van garen van natuurlijke vezels samen met breien (10 17) |
|||||||||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven |
|||||||||||||||||||
|
Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag hetzij Het verven van garen van natuurlijke vezels samen met weven |
|||||||||||||||||||
5907 |
Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio’s of voor dergelijk gebruik |
Weven samen met verven of het aanbrengen van een flockprint of een deklaag hetzij Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
5908 |
Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rond gebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd: |
|
||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit rond gebreide buisjes |
|||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
|||||||||||||||||||
5909 t/m 5911 |
Technische artikelen van textielstoffen: |
|
||||||||||||||||||
|
Weven |
|||||||||||||||||||
|
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels, in beide gevallen samen met weven hetzij Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag Slechts de volgende vezels mogen worden gebruikt:
|
||||||||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels, samen met weven (10 17) hetzij Weven samen met verven of het aanbrengen van een deklaag |
|||||||||||||||||||
Hoofdstuk 60 |
Brei- en haakwerk aan het stuk |
Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met breien hetzij Breien samen met verven of het aanbrengen van een flockprint of een deklaag hetzij Aanbrengen van een flockprint samen met verven of bedrukken hetzij Het verven van garen van natuurlijke vezels samen met breien hetzij Twijnen of texturiseren, samen met breien, mits de waarde van de gebruikte niet-getwijnde, niet-getexturiseerde garens niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 61 |
Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk: |
|
||||||||||||||||||
|
Breien en confectioneren (met inbegrip van snijden) (10 17) (19) |
|||||||||||||||||||
|
Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met breien (direct in vorm gebreide producten) hetzij Het verven van garen van natuurlijke vezels samen met breien (direct in vorm gebreide producten) (10 17) |
|||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 62 |
Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van: |
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) hetzij Confectioneren voorafgegaan door bedrukken gepaard gaand met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) (19) |
||||||||||||||||||
ex 6202, ex 6204, ex 6206, ex 6209 en ex 6211 |
Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby’s, geborduurd |
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) hetzij Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40% van de prijs af fabriek van het product (19) |
||||||||||||||||||
ex 6210 en ex 6216 |
Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester |
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) hetzij Voorzien van een deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet hoger is dan 40% van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (19) |
||||||||||||||||||
ex 6212 |
Bustehouders, gaines (step-ins), korsetten, bretels, jarretelles, kousenbanden en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan, van brei- of haakwerk |
|
||||||||||||||||||
|
|
Breien en confectioneren (met inbegrip van snijden) (10 17) (19) |
||||||||||||||||||
|
Spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met breien (direct in vorm gebreide producten) hetzij Het verven van garen van natuurlijke vezels samen met breien (direct in vorm gebreide producten) (10 17) |
|||||||||||||||||||
6213 en 6214 |
Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen: |
|
||||||||||||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) hetzij Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40% van de prijs af fabriek van het product (19) hetzij Confectioneren voorafgegaan door bedrukken gepaard gaand met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) (19) |
||||||||||||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) hetzij Bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5% van de prijs af fabriek van het product (10 17) (19) |
||||||||||||||||||
6217 |
Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212) van kleding of van kledingtoebehoren: |
|
||||||||||||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) hetzij Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40% van de prijs af fabriek van het product (19) |
||||||||||||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) hetzij Voorzien van een deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet hoger is dan 40% van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (19) |
||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product, waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is 40% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
|
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (19) |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 63 |
Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; stellen of assortimenten; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
6301 t/m 6304 |
Dekens, bedlinnen en dergelijke; gordijnen en dergelijke; andere artikelen voor stoffering: |
|
||||||||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of gebruik van natuurlijke vezels, in beide gevallen samen met een ander proces dan weven, met inbegrip van naaldponsen en confectioneren (met inbegrip van snijden) (10 17) |
|||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||
|
Weven of breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (19) hetzij Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40% van de prijs af fabriek van het product (19) |
|||||||||||||||||||
|
Weven of breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
|||||||||||||||||||
6305 |
Zakken voor verpakkingsdoeleinden |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of breien en confectioneren (met inbegrip van snijden) (10 17) |
||||||||||||||||||
6306 |
Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden; kampeerartikelen: |
|
||||||||||||||||||
|
Extrusie van synthetische, kunstmatige vezels of natuurlijke vezels, in elk geval samen met andere technieken dan weven, met inbegrip van naaldponsen |
|||||||||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) (10 17) (19) hetzij Voorzien van een deklaag, mits de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet hoger is dan 40% van de prijs af fabriek van het product, samen met confectioneren (met inbegrip van snijden) |
|||||||||||||||||||
6307 |
Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 40% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
6308 |
Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
Elk artikel in het assortiment moet voldoen aan de regel die van toepassing zou zijn indien het geen deel uitmaakte van het assortiment. Niet-oorsprongsartikelen mogen evenwel in het stel of assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15% van de prijs af fabriek van het stel of assortiment |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 64 |
Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen van post 6406 |
||||||||||||||||||
6406 |
Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 65 |
Hoofddeksels en delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 66 |
Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 67 |
Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 68 |
Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 6803 |
Werken van leisteen of van samengekit leigruis |
Vervaardiging uit bewerkte leisteen. |
||||||||||||||||||
ex 6812 |
Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
ex 6814 |
Werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen |
Vervaardiging uit bewerkt mica (geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen) |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 69 |
Keramische producten |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 70 |
Glas en glaswerk, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
7006 |
Optisch glas van 7003, 7004 of 7005, schuin geslepen randen, gegraveerd, geboord |
|
||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit niet-beklede platen van glas (substraten) bedoeld bij post 7006 |
|||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
|||||||||||||||||||
7010 |
Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Slijpen van glaswerk, mits de totale waarde van het gebruikte niet-geslepen glaswerk niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
7013 |
Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Slijpen van glaswerk, mits de totale waarde van het gebruikte niet-geslepen glaswerk niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product hetzij Versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk, mits de totale waarde van het met de hand geblazen glaswerk niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 71 |
Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
7106, 7108 en 7110 |
Edele metalen: |
|
||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 7106, 7108 en 7110 hetzij Elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van post 7106, 7108 of 7110 hetzij Fusie en/of legering van edele metalen van post 7106, 7108 of 7110, onderling of met onedele metalen |
|||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen |
|||||||||||||||||||
ex 7107, ex 7109 en ex 7111 |
Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt |
Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt |
||||||||||||||||||
7115 |
Andere werken van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
7117 |
Fancybijouterieën |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen, waarvan de totale waarde niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 72 |
Gietijzer, ijzer en staal, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
7207 |
Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204, 7205 of 7206 |
||||||||||||||||||
7208 t/m 7216 |
Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen of halffabricaten, bedoeld bij de posten 7206 of 7207 |
||||||||||||||||||
7217 |
Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
Vervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal van post 7207 |
||||||||||||||||||
721891 en 721899 |
Halffabricaten |
Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204, 7205 of van postonderverdeling 7218 10 |
||||||||||||||||||
7219 t/m 7222 |
Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van roestvrij staal |
Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen of uit halffabricaten, bedoeld bij post 7218 |
||||||||||||||||||
7223 |
Draad van roestvrij staal |
Vervaardiging uit halffabricaten bedoeld bij post 7218 |
||||||||||||||||||
7224 90 |
Halffabricaten |
Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204, 7205 of van postonderverdeling 7224 10 |
||||||||||||||||||
7225 t/m 7228 |
Gewalste platte producten, warmgewalste massieve producten, onregelmatig opgerold; profielen van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen, van gelegeerd of niet-gelegeerd staal |
Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen of halffabricaten, bedoeld bij post 7206, 7207, 7218 of 7224 |
||||||||||||||||||
7229 |
Draad van ander gelegeerd staal |
Vervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal van post 7224 |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 73 |
Werken van gietijzer, van ijzer en van staal, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
ex 7301 |
Damwandprofielen |
Vervaardiging uit materialen bedoeld bij post 7207 |
||||||||||||||||||
7302 |
Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails |
Vervaardiging uit materialen van post 7206 |
||||||||||||||||||
7304, 7305 en 7306 |
Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer (anders dan gietijzer) of van staal |
Vervaardiging uit materialen van post 7206, 7207, 7208, 7209, 7210, 7211, 7212, 7218, 7219, 7220 of 7224 |
||||||||||||||||||
ex 7307 |
Hulpstukken voor buizen van roestvrij staal |
Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken met een totale waarde van niet meer dan 35% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
7308 |
Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustrades), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Gelaste profielen bedoeld bij post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt |
||||||||||||||||||
ex 7315 |
Sneeuwkettingen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 74 |
Koper en werken van koper, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
7403 |
Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 75 |
Nikkel en werken van nikkel |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 76 |
Aluminium en werken van aluminium, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
7601 |
Ruw aluminium |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
7607 |
Bladaluminium (ook indien bedrukt of op een drager van papier, van karton, van kunststof of op dergelijke dragers) met een dikte van niet meer dan 0,2 mm (de dikte van de drager niet meegerekend) |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product en post 7606 |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 77 |
Gereserveerd voor eventueel toekomstig gebruik in het geharmoniseerde systeem |
|
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 78 |
Lood en werken van lood, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
7801 |
Ruw lood: |
|
||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
|||||||||||||||||||
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Resten en afval bedoeld bij post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt |
|||||||||||||||||||
Hoofdstuk 79 |
Zink en werken van zink |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 80 |
Tin en werken van tin |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 81 |
Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 82 |
Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8206 |
Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 8202 tot en met 8205 Gereedschap van de posten 8202 tot en met 8205 mag evenwel in het stel worden opgenomen tot een totale waarde van 15% van de prijs af fabriek van het stel |
||||||||||||||||||
8211 |
Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen, alsmede lemmeten daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Lemmeten en handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt |
||||||||||||||||||
8214 |
Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt |
||||||||||||||||||
8215 |
Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 83 |
Allerlei werken van onedele metalen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 8302 |
Andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen, voor gebouwen; automatische deursluiters en deurdrangers |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Andere materialen van post 8302 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 8306 |
Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen, van onedel metaal |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Andere materialen van post 8306 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 30% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 84 |
Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8401 |
Kernreactoren; niet-bestraalde splijtstofelementen (patronen) voor kernreactoren; machines en apparaten voor isotopenscheiding |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8407 |
Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8408 |
Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semi-dieselmotoren) |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8427 |
Vorkheftrucks; andere transportwagentjes met hef- of hanteerinrichting |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8482 |
Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 85 |
Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8501, 8502 |
Elektrische motoren en generatoren; elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8503 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8513 |
Draagbare elektrische lampen, bestemd om met eigen energiebron te werken (bijvoorbeeld met elementen of batterijen, met accumulatoren of met ingebouwde dynamo), andere dan die bedoeld bij post 8512 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8519 |
Toestellen voor het opnemen en het weergeven van geluid |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8522 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8521 |
Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8522 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8523 |
Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37 |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8525 |
Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera’s; digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8526 |
Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8527 |
Ontvangtoestellen voor radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8528 |
Monitors en projectietoestellen, niet voorzien van ontvangtoestel voor televisie; ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8529 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8535 t/m 8537 |
Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom; verbindingsstukken voor optische vezels, optischevezelbundels of optischevezelkabels; borden, panelen, kasten en dergelijke, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product en van post 8538 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8540 11 en 854012 |
Kathodestraalbuizen voor ontvangtoestellen voor televisie, buizen voor videomonitors daaronder begrepen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8542 31 t/m 8542 33 en 8542 39 |
– Monolithische geïntegreerde schakelingen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product hetzij De diffusie (waar geïntegreerde schakelingen worden gevormd op een halfgeleidersubstraat door de selectieve inbrenging van een geschikt doteringsmateriaal), al of niet geassembleerd en/of getest in een ander land dan de partijen |
||||||||||||||||||
8544 |
Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt — zogenaamd emaildraad — of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8545 |
Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8546 |
Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8547 |
Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen enz. aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bijvoorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8548 |
Resten en afval, van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 86 |
Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; vast materieel voor spoor- en tramwegen alsmede delen daarvan; mechanische signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 87 |
Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
8711 |
Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 88 |
Luchtvaart en ruimtevaart, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 8804 |
Rotochutes |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 8804 hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 89 |
Scheepvaart |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex hoofdstuk 90 |
Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
9002 |
Lenzen, prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
9033 |
Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90 |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 91 |
Uurwerken |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 92 |
Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 93 |
Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 94 |
Meubelen; artikelen voor bedden en dergelijke artikelen, verlichtingstoestellen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 95 |
Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
ex 9506 |
Golfstokken en delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Ruw gevormde blokken voor het maken van golfstokken mogen evenwel worden gebruikt |
||||||||||||||||||
Ex hoofdstuk 96 |
Diverse werken, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product hetzij Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
9601 en 9602 |
Ivoor, been, schildpad, hoorn, geweien, koraal, paarlemoer en andere stoffen van dierlijke herkomst geschikt om te worden gesneden, bewerkt; werken van deze stoffen (gevormde werken daaronder begrepen) Plantaardige of minerale stoffen geschikt om te worden gesneden, bewerkt, alsmede werken van deze stoffen; gevormde of gesneden werken van was, van paraffine, van stearine, van natuurlijke gommen of harsen, van modelleerpasta, alsmede gevormde of gesneden werken, elders genoemd noch elders onder begrepen; bewerkte, niet-geharde gelatine, andere dan die bedoeld bij post 3503, alsmede werken van niet-geharde gelatine |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
9603 |
Bezems en borstels, ook indien zij delen van machines, van toestellen of van voertuigen zijn, met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus; gerede knotten voor borstelwerk; verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 70% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
9605 |
Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren |
Elk artikel in het assortiment moet voldoen aan de regel die van toepassing zou zijn indien het geen deel uitmaakte van het assortiment Niet-oorsprongsartikelen mogen evenwel in het stel of assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15% van de prijs af fabriek van het stel of assortiment |
||||||||||||||||||
9606 |
Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm |
Vervaardiging:
|
||||||||||||||||||
9608 |
Kogelpennen; vilt- en merkstiften, alsmede andere pennen met poreuze punt; vulpennen en andere pennen; doorschrijfpennen; vulpotloden; penhouders, potloodhouders en dergelijke artikelen; delen (puntbeschermers en klemmen daaronder begrepen) van deze artikelen, andere dan die bedoeld bij post 9609 |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product Pennen en penpunten van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt |
||||||||||||||||||
9612 |
Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos |
Vervaardiging:
|
||||||||||||||||||
9613 20 |
Zakaanstekers werkend met gas, navulbaar |
Vervaardiging waarbij de totale waarde van de gebruikte materialen van post 9613 niet hoger is dan 30% van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||
9614 |
Pijpen (pijpenkoppen daaronder begrepen), sigaren- en sigarettenpijpjes, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
||||||||||||||||||
Hoofdstuk 97 |
Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van die van het product |
Aanhangsel II
VERZOEK OM AFWIJKING
1. HANDELSBENAMING VAN HET EINDPRODUCT
|
1.1. Indeling douanetarief (GS-code)
|
2. HANDELSBENAMING VAN DE NIET VAN OORSPRONG ZIJNDE MATERIALEN
|
2.1. Indeling douanetarief (GS-code)
|
3. VERWACHTE JAARLIJKSE OMVANG VAN DE UITVOER NAAR DE UNIE (GEWICHT, AANTAL, METERS OF ANDERE EENHEID)
|
4. WAARDE VAN HET EINDPRODUCT
|
5. WAARDE VAN DE NIET VAN OORSPRONG ZIJNDE MATERIALEN
|
6. OORSPRONG VAN DE NIET VAN OORSPRONG ZIJNDE MATERIALEN
|
7. REDENEN WAAROM HET EINDPRODUCT NIET AAN DE OORSPRONGSREGELS KAN VOLDOEN
|
8. VERLANGDE DUUR VAN DE AFWIJKING
Van dd/mm/jjjj tot en met dd/mm/jjjj |
9. MOGELIJKE ONTWIKKELINGEN WAARDOOR EEN AFWIJKING NIET LANGER NODIG ZOU ZIJN
|
10. GEGEVENS VAN HET BEDRIJF
Structuur van het maatschappelijk kapitaal van de betrokken onderneming / Waarde gerealiseerde of overwogen investeringen/Aantal of verwacht aantal werknemers |
Aanhangsel III
AANVRAAG TOT REGISTRATIE ALS GEREGISTREERDE EXPORTEUR
in het kader van de registratie van exporteurs in de LGO in de context van de associatie van de LGO met de EU
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
Ondergetekende verklaart:
____________________________________________________ Plaats en datum en handtekening, naam en functie van de gemachtigde ondertekenaar (6 13 21 25) |
||||||||||||||||||||
De in de aanvraag verstrekte gegevens kunnen op de openbare website aan het publiek worden bekendgemaakt. Ondergetekende stemt ermee in dat deze gegevens op de openbare website worden bekendgemaakt. Ondergetekende kan zijn toestemming voor de bekendmaking van deze gegevens op de openbare website intrekken door een verzoek te sturen naar de voor de registratie verantwoordelijke bevoegde autoriteiten. ____________________________________________________ Plaats en datum en handtekening, naam en functie van de gemachtigde ondertekenaar (6 13 21 25) |
||||||||||||||||||||
De aanvrager is geregistreerd onder het volgende nummer: Registratienummer: … Datum van registratie … Datum vanaf wanneer de registratie geldig is … Handtekening en stempel (6 13 21 25) … |
||||||||||||||||||||
Mededeling over de bescherming en verwerking van persoonsgegevens in het systeem
|
||||||||||||||||||||
|
Aanhangsel IV
ATTEST VAN OORSPRONG
Aan te brengen op handelsdocumenten, voorzien van de naam en het volledig adres van de exporteur en de geadresseerde, van een omschrijving van de goederen en van de datum van uitgifte.
Franse versie
L'exportateur (Numéro d’exportateur enregistré – excepté lorsque la valeur des produits originaires contenus dans l’envoi est inférieure à EUR 10.000 (6 13 21 25)) des produits couverts par le présent document déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (7 14 22 26) au sens des règles d'origine de la Décision d'association des pays et territoires d'outre-mer et que le critère d’origine satisfait est … … (8 15 23 27)
Engelse versie
The exporter (number of registered exporter – unless the value of the consigned originating products does not exceed EUR 10,000 (6 13 21 25)) of the products covered by this document declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … preferential origin (7 14 22 26) according to rules of origin of the Decision on the association of the overseas countries and territories and that the origin criterion met is … … (8 15 23 27)
Aanhangsel V
LEVERANCIERSVERKLARING VOOR PRODUCTEN DIE NIET VAN PREFERENTIËLE OORSPRONG ZIJN
Ondergetekende verklaart dat de op deze factuur vermelde goederen … (1)
werden geproduceerd in … (2)
en de volgende onderdelen of materialen bevatten die in het kader van het preferentiële handelsverkeer niet van oorsprong zijn uit een EPO-land, een LGO of de Europese Unie:
… (3) … (4) … (5)
…
…
… (6)
Hij verbindt zich ertoe de douaneautoriteiten desgewenst bewijsmateriaal ter staving van deze verklaring over te leggen verklaring.
… (7) … (8)
… (9)
Toelichting
Bovenstaande tekst, naar behoren ingevuld overeenkomstig onderstaande voetnoten, vormt een leveranciersverklaring. De tekst van de voetnoten behoeft niet te worden overgenomen.
(1) |
|
(2) |
De Europese Unie, de lidstaat, het EPO-land of het LGO. |
(3) |
In alle gevallen een omschrijving geven. Deze moet nauwkeurig zijn en voldoende bijzonderheden bevatten om de tariefindeling van de betrokken goederen mogelijk te maken. |
(4) |
De douanewaarde alleen opgeven indien deze gevraagd wordt. |
(5) |
Het land van oorsprong alleen opgeven indien dit gevraagd wordt. De opgegeven oorsprong moet een preferentiële oorsprong zijn; in alle andere gevallen moet als oorsprong “derde land” worden ingevuld. |
(6) |
De tekst “en hebben in [de Europese Unie] [de lidstaat] [het EPO-land] [het LGO] de volgende bewerkingen ondergaan …” dient op deze plaats te worden ingevoegd samen met een omschrijving van de uitgevoerde bewerkingen indien om deze informatie wordt verzocht. |
(7) |
Plaats en datum. Voor een leveranciersverklaring als bedoeld in artikel 27, lid 2, van deze bijlage moet de volgende zin hier worden toegevoegd: “Deze verklaring is van toepassing op alle leveringen van deze producten van … tot en met … ”. |
(8) |
Naam en functie in het bedrijf. |
(9) |
Handtekening. |
Aanhangsel VI
INLICHTINGENBLAD
1.
Er moet gebruik worden gemaakt van het inlichtingenblad, waarvan het model in dit aanhangsel is opgenomen; dit formulier moet worden gedrukt in een of meer van de officiële talen waarin dit besluit is opgesteld en in overeenstemming zijn met het nationale recht van het land of gebied van uitvoer. De inlichtingenbladen moeten in een van die talen worden ingevuld; worden zij met de hand ingevuld, dan moet dit met inkt en in blokletters geschieden. Zij moeten van een al dan niet gedrukt volgnummer zijn voorzien aan de hand waarvan zij kunnen worden geïdentificeerd.
2.
Het formaat van het inlichtingenblad is 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van 8 mm meer of 5 mm minder is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit en houtvrij, zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is en weegt ten minste 25 g/m2.
3.
De nationale administraties kunnen zich het recht voorbehouden de formulieren zelf te drukken of ze door daartoe gemachtigde drukkers laten drukken. In het laatste geval dient op ieder formulier naar deze vergunning te worden verwezen. De formulieren moeten zijn voorzien van de naam en het adres van de drukker of van een merkteken aan de hand waarvan deze kan worden geïdentificeerd.
1.Expediteur (1) |
INLICHTINGENBLAD voor het preferentiële handelsverkeer tussen de EUROPESE UNIE en de LGO |
||||||
2.Geadresseerde (1) |
|||||||
3.Be- of verwerker (1) |
4.Staat waar de be- of verwerking heeft plaatsgevonden |
||||||
6.Douanekantoor van invoer (1) |
5.Voor intern gebruik van de douane |
||||||
7.Invoerdocument (2) |
|||||||
Formulier …Nr. … |
|||||||
Serie … |
|||||||
Datum … |
|||||||
GOEDEREN |
|||||||
8.Merken, nummers, hoeveelheid en soort der colli |
9.Geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen post/onderverdeling (GS‐code) |
10.Hoeveelheid (1) |
|||||
11.Waarde (4) |
|||||||
GEBRUIKTE INGEVOERDE MATERIALEN |
|||||||
12.Geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen post/onderverdeling (GS‐code) |
13.Land van oorsprong |
14.Hoeveelheid (3) |
15.Waarde (2)(5) |
||||
16.Aard van de verrichte be- of verwerkingen |
|||||||
17.Opmerkingen |
|||||||
18.VISUM VAN DE DOUANE |
19.VERKLARING VAN DE EXPEDITEUR |
||||||
Verklaring juist bevonden: |
Ondergetekende verklaart dat de op dit inlichtingenblad vermelde gegevens juist zijn. |
||||||
Document … |
|
||||||
Formulier …Nr. … |
|
||||||
Douanekantoor … |
|
||||||
Datum … |
… |
… |
|||||
(Plaats) |
(Datum) |
||||||
|
|
||||||
Officieel stempel |
|
||||||
|
|
||||||
… |
… |
||||||
(Handtekening) |
Handtekening) |
||||||
|
VERZOEK OM CONTROLE |
UITSLAG VAN DE CONTROLE |
||||||||||
Ondergetekende, ambtenaar van de douane, verzoekt de echtheid en juistheid van dit inlichtingenblad te controleren |
Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat dit certificaat |
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
… |
… |
||||||||||
(plaats en datum) |
(plaats en datum) |
||||||||||
|
|
||||||||||
Officieel stempel |
Officieel stempel |
||||||||||
… |
… |
||||||||||
(Handtekening van de ambtenaar) |
(Handtekening van de ambtenaar) |
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
|
(*)Doorhalen wat niet van toepassing is |
||||||||||
VERWIJZINGEN VAN DE VOORZIJDE
|
(1) Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (“LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2093 van de Commissie van 29 november 2016 houdende een afwijking wat betreft de datum van toepassing van het systeem van geregistreerde exporteurs op de uitvoer uit de landen en gebieden overzee (PB L 324 van 30.11.2016, blz. 18).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
(4) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/428 van de Commissie van 10 maart 2015 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 en Verordening (EU) nr. 1063/2010 wat betreft de oorsprongsregels in het kader van het stelsel van algemene preferenties en preferentiële tariefmaatregelen voor bepaalde landen en gebieden (PB L 70 van 14.3.2015, blz. 12).
(6) Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
(8) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).
(9) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(10) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(11) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(12) Zie aanvullende aantekening 4b) bij hoofdstuk 27 van de gecombineerde nomenclatuur.
(13) Zie aantekening 4.2.
(14) Zie de aantekeningen 8.1 en 8.3 voor de bijzondere voorwaarden in verband met “specifieke behandelingen”.
(15) Zie aantekening 8.2 voor de bijzondere voorwaarden in verband met “specifieke behandelingen”.
(16) Voor producten die enerzijds bestaan uit materialen van de posten 3901 tot en met 3906 en anderzijds uit materialen van de posten 3907 tot en met 3911, geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
(17) Zie aantekening 6 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
(18) Dit product kan slechts worden gebruikt bij de vervaardiging van weefsels van de soort gebruikt voor papiermachines.
(19) Zie aantekening 7.
(20) SEMII — Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated.
(21) Wanneer aanvragen tot registratie als geregistreerde exporteur of andere uitwisselingen van informatie tussen geregistreerde exporteurs en bevoegde autoriteiten van de LGO worden gedaan door elektronischegegevensverwerkingstechnieken te gebruiken, wordt de in de vakken 5, 6 en 7 genoemde handtekening en stempel vervangen door een elektronische authenticatie.
(22) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(23) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(24) Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (“LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).
(25) Wanneer het attest van oorsprong een andere verklaring vervangt, vermeldt de daaropvolgende houder van de goederen die een dergelijke verklaring opstelt zijn naam en volledig adres gevolgd door de vermelding (Engelse versie) “acting on the basis of the statement on origin made out by [naam en volledig adres van de exporteur in het LGO], registered under the following number [registratienummer van de exporteur in het LGO]”.
(26) Aanduiding van het land van oorsprong van de producten. Indien het attest van oorsprong geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 46 van deze bijlage, moet de exporteur deze producten door middel van de letters “CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld.
(27)Geheel en al verkregen producten: vermeld de letter “P”; producten die een voldoende be- of verwerking hebben ondergaan: vermeld de letter “W” gevolgd door de viercijfercode van het geharmoniseerd systeem waaronder het uitgevoerde product is ingedeeld (voorbeeld “W” 9618); indien van toepassing wordt bovengenoemde vermelding vervangen door een van de volgende vermeldingen:
a) |
bij cumulatie op grond van artikel 2, lid 2, van deze bijlage of bilaterale cumulatie op grond van artikel 7 van deze bijlage: “EU cumulation” of “cumul UE”; “OCT cumulation” of “cumul PTOM”; |
b) |
bij cumulatie met een EPO-land op grond van artikel 8 van deze bijlage: “cumulation with EPA country [naam van het land]” of “cumul avec le pays APE [naam van het land]”; |
c) |
bij cumulatie met een SAP-land op grond van artikel 9 van deze bijlage: “cumulation with GSP country [naam van het land]” of “cumul avec le pays SPG [naam van het land]”; |
d) |
bij cumulatie met een land waarmee de Unie een vrijhandelsovereenkomst heeft op grond van artikel 10 van deze bijlage: “extended cumulation with country [naam van het land]” of “cumul étendu avec le pays [naam van het land]”. |