24.10.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 270/79


BESLUIT (EU) 2019/1763 VAN DE RAAD

van 4 oktober 2019

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het comité van technische deskundigen van de Intergouvernementele organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) met betrekking tot wijzigingen van de specificatie betreffende de nationale voertuigregisters (NVR) en de eenvormige technische voorschriften — telematicatoepassingen voor goederenvervoer (UTP TAF)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit 2013/103/EU (1) van de Raad is de Unie toegetreden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999.

(2)

Alle lidstaten, met uitzondering van Cyprus en Malta, zijn partij bij het Cotif.

(3)

In artikel 13 van het Cotif is bepaald dat de werking van de Intergouvernementele organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) wordt gewaarborgd door onder andere het comité van technische deskundigen (CTE). Overeenkomstig artikel 20, lid 1, onder e), van het Cotif en artikel 13, leden 1, 4 en 5, van aanhangsel G (ATMF), is het CTE bevoegd om besluiten te nemen over de vaststelling of wijziging van de specificatie betreffende de nationale voertuigregisters (NVR). Overeenkomstig artikel 20, lid 1, onder b), van het Cotif en artikel 6 van aanhangsel F (APTU) is het CTE bevoegd om besluiten te nemen over de aanneming van eenvormige technische voorschriften – telematicatoepassingen voor goederenvervoer (UTP TAF) of van bepalingen tot wijziging van een uniform technisch voorschrift op grond van aanhangsel F (APTU) en aanhangsel G (ATMF) van het Cotif.

(4)

Tijdens zijn twaalfde zitting, die plaatsvond op 12 en 13 juni 2019, besloot het CTE een schriftelijke procedure te starten met het oog op de vaststelling van wijzigingen van de specificatie betreffende de NVR en van bijlage 1 bij de UTP TAF.

(5)

Het doel van de voorgestelde wijzigingen is de specificatie betreffende de NVR en de UTP TAF in overeenstemming te brengen met respectievelijk Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1614 (2) van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/778 (3) van de Commissie.

(6)

De voorgestelde wijzigingen zijn in overeenstemming met het recht en de strategische doelstellingen van de Unie, doordat ze bijdragen tot de aanpassing van de wetgeving van de OTIF aan de de desbetreffende Uniewetgeving, en moeten daarom door de Unie worden gesteund.

(7)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het CTE moet worden ingenomen, aangezien de voorgestelde wijzigingen voor de Unie bindend zullen zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in te nemen standpunt in het Comité van technische deskundigen (CTE) van de Intergouvernementele Organisatie voor het het internationale spoorwegvervoer (OTIF) met betrekking tot de wijzigingen van de specificaties betreffende de NVR en van bijlage 1 bij de UTP TAF, is het volgende:

a)

te stemmen voor de door het CTE voorgestelde wijzigingen van de specificaties betreffende de NVR, zoals vermeld in CTE-werkdocument TECH-19001-CTE12-5.1, en

b)

te stemmen voor de door het CTE voorgestelde wijziging van bijlage 1 bij de UTP-TAF, zoals vermeld in CTE-Document TECH-18037-CTE12-5.2.

Het in de eerste alinea bedoelde standpunt wordt door de Commissie tot uitdrukking gebracht.

Artikel 2

De besluiten van het CTE worden na de vaststelling bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, met vermelding van de datum van inwerkingtreding.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 4 oktober 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

K. MIKKONEN


(1)  Besluit 2013/103/EU van de Raad van 16 juni 2011 betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (Cotif) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (PB L 51 van 23.2.2013, blz. 1).

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1614 van de Commissie van 25 oktober 2018 tot vaststelling van specificaties voor de voertuigregisters die zijn vermeld in artikel 47 van Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging en intrekking van Beschikking 2007/756/EG van de Commissie (PB L 268 van 26.10.2018, blz. 53).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/778 van de Commissie van 16 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2014 van de Commissie wat betreft veranderingsbeheer (PB L 139I van 27.5.2019, blz. 356).