(1)

Het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 ingestelde Informatiesysteem interne markt ("IMI") is een softwareapplicatie die via internet toegankelijk is en door de Commissie in samenwerking met de lidstaten is ontwikkeld om de lidstaten te helpen bij de naleving van de vereisten op het gebied van de informatie-uitwisseling die zijn neergelegd in handelingen van de Unie door het ter beschikking stellen van een gecentraliseerd communicatiemechanisme ter bevordering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie en met het oog op wederzijdse bijstand.

(2)

Krachtens artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1024/2012 kan de Commissie proefprojecten uitvoeren om de doeltreffendheid te beoordelen van het IMI voor de uitvoering van bepalingen voor administratieve samenwerking van niet in de bijlage bij deze verordening opgenomen handelingen van de Unie.

(3)

Richtlijn 91/477/EEG (2) van de Raad voorziet in administratieve samenwerking tussen de lidstaten met betrekking tot de controles op de verwerving en het voorhanden hebben van vuurwapens. Krachtens artikel 13 van de richtlijn moet de Commissie gedetailleerde regelingen vastleggen voor de systematische elektronische uitwisseling van bepaalde informatie. De Commissie heeft de gedelegeerde Verordening (EU) 2019/686 (3) tot vaststelling van gedetailleerde regelingen voor de systematische uitwisseling van informatie over de overbrenging van vuurwapens binnen de Unie vastgesteld. Het IMI kan een doeltreffend instrument zijn bij de uitvoering van de bepalingen over administratieve samenwerking die vallen binnen het toepassingsgebied van die gedelegeerde verordening. Deze bepalingen moeten derhalve het voorwerp vormen van een proefproject uit hoofde van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1024/2012.

(4)

Het IMI moet technische functies bieden die de nationale instanties als bedoeld in artikel 13, lid 3, van Richtlijn 91/477/EEG in staat stellen te voldoen aan al hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 4, 5 en 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/686.

(5)

Met betrekking tot de informatie en documenten die persoonsgegevens bevatten die zijn doorgezonden of geüpload als onderdeel van het proefproject, moet de datum die moet worden beschouwd als de formele beëindiging van de administratieve samenwerkingsprocedure duidelijk worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de persoonsgegevens worden afgeschermd en verwijderd zodra zij niet langer vereist zijn voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld. De datum die moet worden beschouwd als de formele beëindiging moet de geldigheidsdatum zijn van het document houdende voorafgaande toestemming, de overbrengingsvergunning of het begeleidende document, zoals toegezonden door de bevoegde autoriteit.

(6)

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2012 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een evaluatie van de resultaten van het proefproject voor. Het is passend om de uiterste datum te bepalen waarop zij dit moet doen.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1024/2012,