21.1.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 18/43


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/81 VAN DE COMMISSIE

van 17 januari 2019

tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2008 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met nodulaire dermatose in sommige lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 102)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intra-uniale handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Gezien Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (3), en met name artikel 14, lid 2, artikel 19, lid 1, onder a), artikel 19, lid 3, onder a), en artikel 19, leden 4 en 6,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (4), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 92/119/EEG zijn algemene bestrijdingsmaatregelen vastgesteld die moeten worden toegepast in geval van een uitbraak van bepaalde dierziekten, waaronder nodulaire dermatose. Die bestrijdingsmaatregelen omvatten de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden rond het besmette bedrijf en voorzien ook in noodinenting in geval van een uitbraak van nodulaire dermatose als aanvulling op andere bestrijdingsmaatregelen.

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2008 van de Commissie (5) zijn maatregelen op het gebied van de diergezondheid vastgesteld die moeten worden genomen in geval van uitbraken van nodulaire dermatose in de lidstaten of delen daarvan zoals vermeld in bijlage I bij dat besluit, met inbegrip van de minimumvereisten voor inentingsprogramma's tegen nodulaire dermatose die de lidstaten ter goedkeuring aan de Commissie voorleggen. In Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2008 wordt onder „besmette zone” verstaan: het in bijlage I, deel II, van dat uitvoeringsbesluit vermelde gedeelte van het grondgebied van een lidstaat dat het gebied waarin nodulaire dermatose is bevestigd, alsmede de overeenkomstig Richtlijn 92/119/EEG vastgestelde beschermings- en toezichtsgebieden omvat, en waarin na de goedkeuring van inentingsprogramma's inenting tegen nodulaire dermatose mag worden uitgevoerd. Hierin wordt bovendien onder „vrije zone met inenting” verstaan: het in die bijlage, deel I, vermelde gedeelte van het grondgebied van een lidstaat dat de gebieden buiten de besmette zones omvat en waarin na de goedkeuring van inentingsprogramma's inenting tegen nodulaire dermatose wordt uitgevoerd.

(3)

In augustus 2015 is nodulaire dermatose voor het eerst bevestigd in Griekenland. In 2016 waren er gevallen van nodulaire dermatose in Bulgarije en bijkomende gevallen in Griekenland alsook in een aantal aangrenzende derde landen. In 2017 was nodulaire dermatose in mindere mate aanwezig in Zuidoost-Europa, met een grootschalige heropflakkering van de ziekte in Albanië en enkele sporadische uitbraken in Griekenland en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

(4)

In 2018 is de epidemiologische situatie voor nodulaire dermatose verbeterd en is geen enkel geval van nodulaire dermatose gemeld in een lidstaat of in een aangrenzend derde land in Zuidoost-Europa, met uitzondering van Turkije.

(5)

Naar aanleiding van de uitbraken van nodulaire dermatose hebben de betrokken lidstaten, namelijk Griekenland en Bulgarije, en de getroffen aangrenzende derde landen, programma's voor grootschalige inenting van levende runderen en in gevangenschap levende wilde herkauwers uitgevoerd. In 2016 en 2017 heeft Kroatië, waar tot op heden geen uitbraken van nodulaire dermatose hebben plaatsgevonden, eveneens een grootschalig inentingsprogramma tegen nodulaire dermatose uitgevoerd, als preventieve maatregel gezien de epidemiologische situatie in aangrenzende lidstaten en derde landen. De Commissie heeft de inentingsprogramma's tegen nodulaire dermatose in Griekenland, Bulgarije en Kroatië bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2009 van de Commissie (6) goedgekeurd.

(6)

Sinds het eerste geval van nodulaire dermatose in continentaal Europa heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een dringend advies uitgebracht over nodulaire dermatose, dat op 29 juli 2016 is aangenomen (7), en drie verslagen, namelijk „Lumpy skin disease: I. Data collection and analysis”, dat is aangenomen op 27 maart 2017 (8), „Lumpy skin disease II. Data collection and analysis”, dat is aangenomen op 29 januari 2018 (9) en „Lumpy skin disease: scientific and technical assistance on control and surveillance activities”, dat is aangenomen op 28 september 2018 (10). Uit al deze wetenschappelijke beoordelingen blijkt dat wanneer grootschalige inentingscampagnes tegen nodulaire dermatose correct worden uitgevoerd, deze de ziekte onder controle brengen door nieuwe uitbraken te voorkomen.

(7)

In 2018 is in alle lidstaten en in aangrenzende derde landen in Zuidoost-Europa die door nodulaire dermatose zijn getroffen, doorgegaan met grootschalige inenting tegen nodulaire dermatose.

(8)

Sinds het begin van 2018 is Kroatië gestopt met het inenten tegen nodulaire dermatose gezien de gunstige epidemiologische situatie in die lidstaat en in aangrenzende derde landen. In plaats daarvan is Kroatië gestart met de uitvoering van een door de Commissie goedgekeurd toezichtsprogramma voor nodulaire dermatose. Dat programma omvat klinische, virologische en serologische surveillance met de nadruk op gebieden met een hoog risico, die gelegen zijn in de nabijheid van lidstaten en aangrenzende derde landen waar in de afgelopen jaren uitbraken van nodulaire dermatose zijn gemeld.

(9)

Indien klinische, virologische en serologische surveillance werd uitgevoerd overeenkomstig artikel 11.9.15 van de Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) kan overeenkomstig artikel 11.9.4 van die code een land of gebied dat vrij is van nodulaire dermatose en waar preventieve vaccinatie is uitgevoerd als reactie op een bedreiging maar zonder dat een geval van nodulaire dermatose zich heeft voorgedaan, acht maanden na de laatste inenting opnieuw de ziektevrije status kan krijgen.

(10)

Volgens een door Kroatië op 13 oktober 2018 bij de Commissie ingediend verslag blijkt uit de resultaten van de klinische, virologische en serologische surveillance dat er geen bewijs bestaat van de aanwezigheid van nodulaire dermatose op zijn grondgebied. Kroatië voldoet dus aan alle voorschriften van de OIE voor het verkrijgen van de ziektevrije status voor nodulaire dermatose omdat meer dan acht maanden zijn verstreken sinds de laatste inenting tegen nodulaire dermatose. Daarom is het passend in die lidstaat de beperkingen in verband met de inenting tegen nodulaire dermatose op te heffen.

(11)

In bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2008 moet de vermelding voor Kroatië daarom worden geschrapt uit de lijst van lidstaten met „vrije zones met inenting”.

(12)

Bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2008 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 17 januari 2019.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 69.

(4)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2008 van de Commissie van 15 november 2016 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met nodulaire dermatose in sommige lidstaten (PB L 310 van 17.11.2016, blz. 51).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2009 van de Commissie van 15 november 2016 tot goedkeuring van de door de lidstaten ingediende inentingsprogramma's tegen nodulaire dermatose (PB L 310 van 17.11.2016, blz. 66).

(7)  EFSA Journal 2016;14(8):4573.

(8)  EFSA Journal 2017;15(4):4773.

(9)  EFSA Journal 2018;16(2):5176.

(10)  EFSA Journal 2018;16(10):5452.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

DEEL I

Vrije zones met inenting

1.   Bulgarije

A.

De volgende provincies in Bulgarije:

provincie Burgas,

provincie Varna,

provincie Dobrich,

provincie Razgrad,

provincie Silistra,

provincie Ruse,

provincie Pleven.

B.

De volgende gemeenten in Bulgarije:

de gemeenten Opaka, Popovo en Antonovo in de provincie Targovishte,

de gemeenten Shumen, Kaspichan, Novi Pazar, Nikola Kozlevo, Kaolinovo, Venets en Hitrino in de provincie Shumen,

de gemeenten Svishtov, Polski Trambesh en Strazhitsa in de provincie Veliko Tarnovo.

2.   Griekenland

De volgende regio's in Griekenland:

regio Ionische Eilanden, met uitzondering van de regionale eenheid Kerkyra,

regio noordelijke Egeïsche Zee, met uitzondering van de regionale eenheid Limnos,

regio zuidelijke Egeïsche Zee,

regio Kreta.

DEEL II

Besmette zones

1.   Griekenland

A.

De volgende regio's in Griekenland:

regio Attica,

regio Centraal-Griekenland,

regio Centraal-Macedonië,

regio Oost-Macedonië en Thracië,

regio Epirus,

regio Peloponnesos,

regio Thessalië,

regio West-Griekenland,

regio West-Macedonië.

B.

De volgende regionale eenheden in Griekenland:

regionale eenheid Limnos,

regionale eenheid Kerkyra.

2.   Bulgarije

Het gehele grondgebied van Bulgarije met uitzondering van de in deel I vermelde gebieden.

”.