28.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 224/9


BESLUIT (EU) 2019/1378 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 9 augustus 2019

houdende wijziging van Besluit ECB/2014/16 betreffende de oprichting van een administratieve raad voor toetsing en zijn werkwijze (ECB/2019/27)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), en met name artikel 24,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het licht van de opgedane ervaring sinds de oprichting van de administratieve raad voor toetsing dienen bepaalde aspecten van de in Besluit ECB/2014/16 (2) neergelegde werkwijze te worden verduidelijkt en waar passend te worden aangepast, in het bijzonder met betrekking tot de rol van de plaatsvervangers.

(2)

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft een methodologie ontwikkeld voor de omslag van de door de aanvragers en door de ECB gemaakte kosten in het kader van de interne administratieve herziening door de administratieve raad voor toetsing van besluiten van de ECB krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013. Deze methodologie dient te worden opgenomen in de werkwijze.

(3)

Besluit ECB/2014/16 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit ECB/2014/16 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De administratieve raad bestaat uit vijf leden die worden vervangen door twee plaatsvervangers krachtens de in de leden 3 en 4 vastgelegde voorwaarden.”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Een plaatsvervanger vervangt een lid van de administratieve raad bij tijdelijke ongeschiktheid. In het kader van een specifiek toetsingsverzoek vervangt een plaatsvervanger tijdelijk een lid van de administratieve raad in de volgende gevallen:

a)

in alle situaties waarin een belangenconflict kan ontstaan als bedoeld in artikel 11.1 van de Gedragscode voor hoge ambtenaren van de ECB (*1);

b)

het lid is niet beschikbaar op gerechtvaardigde gronden.

(*1)  PB C 89 van 8.3.2019, blz. 2”;"

c)

de volgende leden 4 en 5 worden toegevoegd:

“4.   Een plaatsvervanger zal een lid van de administratieve raad permanent vervangen ingeval van permanente ongeschiktheid, overlijden, ingediend ontslag dan wel ontzetting uit het ambt. In een dergelijk geval zijn zij geen plaatsvervanger meer en wordt de plaatsvervanger door de Raad van bestuur als volwaardig lid van de administratieve raad aangewezen. Een plaatsvervanger zal in hun plaats worden benoemd met inachtneming van de in artikel 4 neergelegde procedure.

5.   De plaatsvervangers nemen volwaardig deel aan de toetsingsprocedures, hetzij door de leden van de administratieve raad tijdelijk te vervangen, hetzij als waarnemer.”.

2)

In artikel 4 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   De ambtstermijn voor de leden van de administratieve raad en de twee plaatsvervangers bedraagt vijf jaar en kan één keer worden verlengd. Indien een plaatsvervangend lid een lid van de administrative raad permanent vervangt in overeenstemming met de voorwaarden in artikel 3, lid 4, wordt een dergelijke vervanging niet beschouwd als een nieuwe benoeming of verlenging en wordt het mandaat geacht te zijn aangevangen op de datum van de benoeming als plaatsvervanger.”.

3)

In artikel 7 wordt lid 5 vervangen door:

“5.   De kennisgeving van toetsing vermeldt duidelijk alle contactgegevens van de verzoeker, zodat de secretaris de verzoeker of diens vertegenwoordiger, al naargelang het geval, mededelingen kan sturen. De secretaris stuurt de verzoeker onverwijld een ontvangstbevestiging, die vermeldt of de kennisgeving van toetsing al dan niet compleet is.”.

4)

In artikel 16 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   De raad voor toetsing neemt een advies aan inzake de toetsing binnen een termijn die passend is gelet op de urgentie van de zaak en niet later dan twee maanden vanaf de datum van ontvangst van het volledige verzoek om toetsing dat alle in overeenstemming met artikel 7, lid 4, in te dienen documenten omvat, de ontvangst waarvan wordt bevestigd overeenkomstig artikel 7, lid 5.”.

5)

In artikel 17 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Het nieuwe ontwerpbesluit van de raad van toezicht dat het oorspronkelijke besluit vervangt door een besluit waarvan de inhoud identiek is aan die van het oorspronkelijke besluit, of het oorspronkelijke besluit intrekt of wijzigt wordt binnen 30 werkdagen na ontvangst van het advies van de administratieve raad bij de Raad van bestuur ingediend.”

6)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de leden 3 en 4 worden geschrapt;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   De Raad van bestuur besluit over de kostenverdeling overeenkomstig de procedure van artikel 13 g.2 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank, op basis van de methodologie voor het toewijzen van kosten als uiteengezet in de bijlage bij dit besluit.”.

7)

De tekst in bijlage bij dit Besluit wordt ingevoegd als een nieuwe bijlage bij Besluit ECB/2014/16.

Artikel 2

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 9 augustus 2019.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.

(2)  Besluit ECB/2014/16 van 14 april 2014 betreffende de oprichting van een administratieve raad voor toetsing en zijn werkwijze (PB L 175 van 14.6.2014, blz. 47).


BIJLAGE

“BIJLAGE

Methodologie voor de omslag van de door de aanvrager en ECB gemaakte kosten in het kader van een toetsing door de administratieve raad

In de gevallen waarin de Raad van bestuur een oorspronkelijk besluit intrekt of het dispositief wijzigt ten gevolge van een kennisgeving van toetsing, zal de ECB de door de aanvrager gemaakte kosten in het kader van de toetsing vergoeden, met uitzondering van onevenredige kosten die door de aanvrager zijn gemaakt bij het indienen van schriftelijk of mondeling bewijs en kosten betreffende de juridische vertegenwoordiging, die voor rekening van de aanvrager komen. In elk geval overschrijdt de vergoeding van de door de aanvrager gemaakte kosten door de ECB het bedrag van 50 000 EUR per individuele toetsing door de administratieve raad niet.

In gevallen waarin de Raad van bestuur het oorspronkelijke besluit vervangt door een besluit waarvan de inhoud identiek is aan die van het oorspronkelijke besluit, of enkel het niet-operatieve deel (*1) van het oorspronkelijke besluit wijzigt ten gevolge van de kennisgeving van toetsing, zal de aanvrager bijdragen in de door de ECB in het kader van de toetsing gemaakte kosten. Natuurlijke personen moeten een bedrag ineens van 500 EUR betalen. Rechtspersonen moeten een bedrag ineens van 5 000 EUR betalen. De betaling van dit bedrag ineens laat de toepassing van artikel 13 van dit besluit onverlet.

In de gevallen waarin de aanvrager een kennisgeving van toetsing intrekt overeenkomstig artikel 7, lid 6, van dit besluit, zullen de aanvrager en de ECB de eventuele door henzelf gemaakte kosten dragen.


(*1)  Onder het “niet-operatieve deel” wordt verstaan elk deel van het besluit waarin de gronden en motivering van het ECB-besluit zijn opgenomen, ongeacht de bewoordingen die in het besluit zelf worden gebruikt om dat deel aan te geven.”