27.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/1


VERORDENING (EU) 2018/647 VAN DE RAAD

van 26 april 2018

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 401/2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2013/184/GBVB van de Raad van 22 april 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Besluit 2010/232/GBVB (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 februari 2018 keurde de Raad conclusies goed waarin de aanhoudende wijdverbreide, stelselmatige, ernstige schendingen van de mensenrechten door het leger en de veiligheidstroepen van Myanmar/Birma worden veroordeeld en waarin de regering van Myanmar/Birma en de veiligheidstroepen worden opgeroepen de veiligheid, de rechtsstaat en de verantwoordingsplicht in de deelstaten Rakhine, Kachin en Shan te waarborgen.

(2)

In dit verband heeft de Raad Besluit (GBVB) 2018/655 (2) vastgesteld tot wijziging van Besluit 2013/184/GBVB, en daarbij nieuwe beperkende maatregelen opgelegd aan Myanmar/Birma in de vorm van een verbod op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik die bestemd zijn voor het leger en de grenswachtpolitie, beperkingen op de uitvoer van apparatuur voor toezicht op communicatie die zou kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie, en gerichte beperkende maatregelen tegen bepaalde natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw) en de grenswachtpolitie en die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen, die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van humanitaire hulp aan burgers in nood en die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van onafhankelijk onderzoek naar de vermeende mensenrechtenschendingen, alsmede personen, entiteiten of lichamen die met hen verbonden zijn.

(3)

Verordening (EU) nr. 401/2013 van de Raad (3) geeft uitvoering aan de bij Besluit 2013/184/GBVB vastgestelde maatregelen. Bepaalde maatregelen van Besluit (GBVB) 2018/655 vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en voor de tenuitvoerlegging ervan is derhalve regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk, in het bijzonder om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(4)

De doorgang van humanitaire hulp aan burgers in nood mag niet gehinderd worden, mits deze door de partijen bij het conflict kan worden gecontroleerd en in overeenstemming is met het internationaal humanitair recht. Het is derhalve gepast om beperkingen toe te passen op tot het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw) behorende natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van de snelle en ongehinderde doorgang van humanitaire hulp aan burgers in nood. Deze beperkingen mogen geen onnodige belemmering vormen voor de verlening van humanitaire hulp en dienen te worden toegepast met volledige inachtneming van het recht inzake de mensenrechten en van de toepasselijke regels van het internationaal humanitair recht.

(5)

Verordening (EU) nr. 401/2013 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(6)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder de rechten op een doeltreffende voorziening in rechte, op een eerlijk proces en op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten.

(7)

Om te zorgen voor samenhang met het wijzigings- en herzieningsproces van de bijlage bij Besluit (GBVB) 2018/655, moet de bevoegdheid om de lijst in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 401/2013 te wijzigen door de Raad worden uitgeoefend.

(8)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. De verwerking van de persoonsgegevens dient te gebeuren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5).

(9)

Om de doeltreffendheid van de in deze verordening vastgestelde maatregelen te garanderen, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 401/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „vordering”: een vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i)

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een tegenvordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)   „contract of transactie”: een verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen obligaties, garanties of contragaranties, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)   „bevoegde autoriteiten”: de op de websites van bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten;

d)   „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)   „bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)   „bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g)   „tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; alsmede

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)   „technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

i)   „tussenhandeldiensten”:

i)

het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologieën van een derde land aan een ander derde land, of

ii)

de verkoop of aankoop van goederen en technologieën die zich bevinden in derde landen, voor hun overbrenging naar een ander derde land;

j)   „invoer”: elke binnenkomst van goederen in het douanegebied van de Unie of in andere gebieden waarop het Verdrag van toepassing is, onder de voorwaarden van de artikelen 349 en 355 daarvan. Dit omvat plaatsing in een vrije zone of een vrij entrepot, plaatsing onder een schorsingsprocedure en het in het vrije verkeer brengen in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (*1), met uitsluiting van doorvoer en tijdelijke opslag;

k)   „uitvoer”: elk vertrek van goederen uit het douanegebied van de Unie of uit andere gebieden waarop het Verdrag van toepassing is, onder de voorwaarden van de artikelen 349 en 355 daarvan. Dit omvat het vertrek van goederen waarvoor een douaneaangifte vereist is en het vertrek van goederen na de opslag ervan in een vrije zone of na plaatsing onder een schorsingsprocedure in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013, met uitsluiting van doorvoer en tijdelijke opslag;

l)   „exporteur”: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon namens welke een douaneaangifte bij uitvoer wordt gedaan, dit is de persoon die op het tijdstip dat de aangifte wordt aanvaard, het contract met de ontvanger in het derde land heeft en die het recht heeft te bepalen dat het product naar een bestemming buiten het douanegebied van de Unie of andere gebieden waarop het Verdrag van toepassing is, wordt verzonden;

m)   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

(*1)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).”"

2)

In artikel 3 worden de leden 3 en 4 geschrapt.

3)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 3 bis

1.   Het is verboden de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 (*2) vermelde goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren of over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Myanmar/Birma, als deze goederen geheel of gedeeltelijk bedoeld zijn of kunnen zijn voor militair gebruik, een militaire eindgebruiker of de grenswachtpolitie.

Wanneer de eindgebruiker het leger van Myanmar/Birma is, worden de betrokken goederen en technologie geacht voor militair gebruik te zijn bestemd.

2.   Wanneer zij besluiten nemen inzake verzoeken om vergunningen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 428/2009, verlenen de bevoegde autoriteiten geen vergunning voor de uitvoer naar een natuurlijke persoon, een rechtspersoon, entiteit of lichaam in Myanmar/Birma of voor gebruik in Myanmar/Birma, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de eindgebruiker een militaire eindgebruiker zou kunnen zijn of dat de goederen voor militair eindgebruik of voor de grenswachtpolitie bestemd zouden kunnen zijn.

3.   De exporteurs verstrekken de bevoegde autoriteiten alle gegevens die vereist zijn voor de aanvraag van een uitvoervergunning.

4.   Het is verboden:

a)

direct of indirect technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten in verband met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie en met de levering, de fabricage, het onderhoud en het gebruik daarvan te verlenen aan militaire eindgebruikers, de grenswachtpolitie of voor militair gebruik in Myanmar/Birma;

b)

direct of indirect financiering of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekeringen, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen en technologie, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten, te verstrekken aan militaire eindgebruikers, de grenswachtpolitie of voor militair gebruik in Myanmar/Birma.

5.   De verbodsbepalingen van de leden 1 en 4 laten de uitvoering van vóór 27 april 2018 gesloten contracten of aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering daarvan, onverlet.

6.   Lid 1 is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van kogelvrije vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de EU of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee geassocieerd personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Myanmar/Birma wordt uitgevoerd.

Artikel 3 ter

1.   Het is verboden de in bijlage III vermelde apparatuur, technologie of software, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar personen, entiteiten of lichamen in Myanmar/Birma of voor gebruik in Myanmar/Birma, tenzij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

2.   De bevoegde autoriteiten verlenen de in lid 1 bedoelde toestemming niet indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de bedoelde apparatuur, technologie of software door de regering van Myanmar/Birma, door overheidsorganen, -bedrijven of -agentschappen, of door personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, zou worden gebruikt voor binnenlandse repressie.

3.   Bijlage III omvat apparatuur, technologie of software die voornamelijk bestemd is voor toezicht op of interceptie van internetcommunicatie of telefoongesprekken.

4.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 3 quater

1.   Tenzij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vooraf toestemming heeft verleend overeenkomstig artikel 3 ter, is het verboden:

a)

direct of indirect technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de in bijlage III vermelde apparatuur, technologie en software, of in verband met het installeren, leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de in bijlage III vermelde apparatuur en technologie, of in verband met het leveren, installeren, in werking stellen of actualiseren van in bijlage III vermelde software, te verlenen aan personen, entiteiten of lichamen in Myanmar/Birma of voor gebruik in Myanmar/Birma;

b)

direct of indirect financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage III vermelde apparatuur, technologie en software te verstrekken aan personen, entiteiten of lichamen in Myanmar/Birma of voor gebruik in Myanmar/Birma;

c)

diensten van enige aard voor toezicht op of interceptie van telecommunicatie of internet te verlenen aan, of direct of indirect ten behoeve van de regering van Myanmar/Birma, overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen of personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen.

2.   Voor de toepassing van lid 1, onder c), worden onder „diensten voor toezicht op of interceptie van telecommunicatie of internet” diensten verstaan die, in het bijzonder met gebruikmaking van de in bijlage III vermelde apparatuur, technologie of software, toegang verschaffen tot en voorzien in doorgifte van de inkomende en uitgaande telecommunicatie en de oproepgegevens van een persoon met als doel deze te extraheren, te decoderen, te registreren, te verwerken, te analyseren of op te slaan of andere daarmee samenhangende handelingen te verrichten.

(*2)  Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).”"

4)

In Artikel 4 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   In afwijking van artikel 2, lid 1, artikel 3, lid 2, en artikel 3 bis, lid 1, en artikel 3 bis, lid 4, onder voorbehoud van artikel 5, kunnen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, zoals aangegeven op de in bijlage II vermelde websites, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor:

a)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage I bedoelde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, en van in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 vermelde goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, die uitsluitend bedoeld zijn voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties en de Europese Unie, of voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie en de Verenigde Naties;

b)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van uitrusting en materieel voor gebruik bij mijnopruimingsoperaties; alsmede

c)

het verstrekken van financiering, financiële bijstand en technische bijstand in verband met uitrusting, materieel, programma's en operaties als bedoeld onder a) en b).”;

5)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 4 bis

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van in bijlage IV vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van de in bijlage IV vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

3.   Bijlage IV omvat:

a)

natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw) en de grenswachtpolitie en verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen in Myanmar/Birma;

b)

natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw) en de grenswachtpolitie en die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van humanitaire hulp aan burgers in nood belemmeren;

c)

natuurlijke personen die behoren tot het leger van Myanmar/Birma (Tatmadaw) en de grenswachtpolitie en die verantwoordelijk zijn voor het belemmeren van onafhankelijk onderzoek naar de vermeende schendingen of het vermeende misbruik van de mensenrechten, en

d)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die met de onder a), b) en c) bedoelde natuurlijke personen geassocieerd zijn.

4.   In bijlage IV worden de redenen vermeld waarom personen, entiteiten en lichamen op de lijst zijn geplaatst.

5.   Bijlage IV bevat tevens, wanneer beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van inschrijving en/of registratie, het inschrijvings- en/of registratienummer en de plaats van vestiging.

Artikel 4 ter

1.   In afwijking van artikel 4 bis kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage IV vermelde natuurlijke personen en rechtspersonen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de betrokken bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming dient te worden verleend, en

e)

gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 4 quater

1.   In afwijking van artikel 4 bis kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 4 bis bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het in artikel 4 bis bedoelde lichaam werd opgenomen in bijlage IV, of van een rechterlijk of administratief besluit dat in de Unie is uitgesproken, of van een rechterlijk besluit dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c)

de beslissing komt niet ten goede aan een in bijlage IV vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, alsmede

d)

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 4 quinquies

1.   In afwijking van artikel 4 bis en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage IV vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst, gesloten door of op grond van een verplichting, ontstaan voor de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage IV werden opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een bijlage IV vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam;

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 4 bis, lid 2

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

3.   Artikel 4 bis, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in de lijst opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

4.   Mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 4 bis worden bevroren, is artikel 4 bis, lid 2, niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 4 bis bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen waren opgenomen in bijlage IV, of

c)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn.

Artikel 4 sexies

1.   Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 4 bis zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, alsmede

b)

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de onder a) bedoelde informatie.

2.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 4 septies

1.   De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Acties van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze verordening.

Artikel 4 octies

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in deze verordening vastgelegde maatregelen worden omzeild.

Artikel 4 novies

1.   Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a)

de in bijlage IV opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.   In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 4 decies

1.   Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 4 bis bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage IV dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokkene daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.

4.   De lijst in bijlage IV wordt met regelmatige tussenpozen en ten minste om de twaalf maanden opnieuw bezien.”

6)

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a)

in het kader van artikel 4 bis bevroren tegoeden en in het kader van de artikelen 3 bis, 3 ter, 3 quater, 4 ter, 4 quater en 4 quinqies verleende toestemmingen;

b)

inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.”;

7)

De tekst in bijlage I bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage III.

8)

De tekst in bijlage I bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage IV.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 april 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

E. ZAHARIEVA


(1)  PB L 111 van 23.4.2013, blz. 75.

(2)  Besluit (GBVB) 2018/655 van de Raad van 26 april 2018 tot wijziging van Besluit 2013/184/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma (zie bladzijde 29 van dit Publicatieblad).

(3)  Verordening (EU) nr. 401/2013 van 2 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Myanmar/Birma en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 194/2008 (PB L 121 van 3.5.2013, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(5)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).


BIJLAGE I

BIJLAGE III

Apparatuur, technologie en software als bedoeld in de artikelen 3 ter en 3 quater

Algemeen

Niettegenstaande de inhoud van deze bijlage is zij niet van toepassing op:

a)

apparatuur, technologie of software die is vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 of in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, of

b)

software die is ontworpen voor installatie door de gebruiker zonder wezenlijke ondersteuning van de leverancier en die algemeen voor het publiek verkrijgbaar is doordat zij via de detailhandel zonder beperkingen uit voorraad wordt verkocht via

i)

winkelverkoop,

ii)

postorderverkoop,

iii)

elektronische transacties, of

iv)

telefonische verkoop, of

c)

software die tot het publieke domein behoort.

De categorieën A, B, C, D en E verwijzen naar de categorieën in Verordening (EG) nr. 428/2009.

De „apparatuur, technologie en software als bedoeld in de artikelen 3 ter en 3 quater” omvat:

A.

Lijst van apparatuur

Systemen voor deep packet inspection

Systemen voor interceptie op netwerken, waaronder systemen voor interceptiebeheer (IMS) en systemen voor informatie over bewaring van gegevens

Monitoringsystemen voor radiofrequenties

Stoorsystemen voor netwerken en satellietverbindingen

Systemen voor infectie op afstand

Spraakherkennings en -verwerkingssystemen

Systemen voor interceptie en monitoring van IMSI (1), MSISDN (2), IMEI (3), TMSI (4)

Systemen voor tactische interceptie en monitoring van sms (5)/GSM (6)/gps (7)/GPRS (8)/UMTS (9)/CDMA (10)/PSTN (11)

Systemen voor interceptie van informatie en monitoring van DHCP (12)/SMTP (13), GTP (14)

Systemen voor patroonherkenning en -profilering

Op afstand werkende forensische systemen

Systemen voor semantische verwerking

Systemen voor het breken van de codes van WEP- en WPA-verbindingen

Interceptiesystemen voor merkgebonden en standaard VoIP-protocollen

B.

Niet gebruikt

C.

Niet gebruikt

D.

„Software” voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van de onder A vermelde apparatuur.

E.

„Technologie” voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van de onder A vermelde apparatuur.

Apparatuur, technologie of software die binnen deze categorieën valt, wordt uitsluitend door deze bijlage bestreken voor zover zij past binnen de algemene beschrijving „systemen voor interceptie en monitoring van internet-, telefoon- en satellietcommunicatie”.

In deze bijlage wordt onder „monitoring” verstaan het vastleggen, extraheren, decoderen, opslaan, verwerken, analyseren en archiveren van de inhoud van gesprekken en van netwerkdata.

”.

(1)  

IMSI: International Mobile Subscriber Identity. Dit is een unieke identificatiecode voor elk mobiel telefoontoestel, die op de SIM-kaart staat en aan de hand waarvan deze SIM via GSM en UMTS-netwerken kan worden opgespoord.

(2)  

MSISDN: Mobile Subscriber Integrated Services Digital Network Number. Dit is het unieke nummer dat aan elk abonnement op een GSM- of UMTS-netwerk wordt toegekend. Eenvoudig gesteld is het het telefoonnummer van de SIM-kaart in een mobiele telefoon en daarom wordt hierdoor de mobiele abonnee net zo goed geïdentificeerd als door het IMSI-nummer, zulks echter in verband met het doorzenden van gesprekken.

(3)  

IMEI: International Mobile Equipment Identity. Het is een, gewoonlijk uniek, nummer voor het identificeren van mobiele telefoons van de types GSM, WCDMA en IDEN, alsook van sommige satelliettelefoons. Meestal is het afgedrukt in het batterijvak van de telefoon. Onderschepping (aftappen) kan gericht plaatsvinden via het IMEI-, IMSI- of MSISDN-nummer.

(4)  

TMSI: Temporary Mobile Subscriber Identity. Dit nummer is het meest gebruikelijk voor de communicatie tussen de telefoon en het netwerk.

(5)  

sms: Short Message System.

(6)  

GSM: Global System for Mobile Communications.

(7)  

gps: Global Positioning System.

(8)  

GPRS: General Package Radio Service.

(9)  

UMTS: Universal Mobile Telecommunication System.

(10)  

CDMA: Code Division Multiple Access.

(11)  

PSTN: Public Switch Telephone Networks.

(12)  

DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol.

(13)  

SMTP: Simple Mail Transfer Protocol.

(14)  

GTP: GPRS Tunneling Protocol.


BIJLAGE II

BIJLAGE IV

Lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in artikel 4 bis”.