18.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 98/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/582 VAN DE COMMISSIE

van 12 april 2018

houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 tot vaststelling van de formulieren waarin is voorzien in Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad (1), en met name artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 van de Commissie (2) is het in Verordening (EU) nr. 608/2013 bedoelde verzoekformulier vastgesteld dat wordt gebruikt voor een verzoek tot optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht (hierna „verzoekformulier” genoemd).

(2)

Het verzoekformulier moet worden aangepast om rekening te houden met de praktische ervaring die is opgedaan bij het gebruik van dat formulier, en om te zorgen voor een vrije doorgifte en uitwisseling van gegevens via de in artikel 31 van Verordening (EU) nr. 608/2013 bedoelde centrale gegevensbank.

(3)

Wordt een verzoek ingediend nadat de douaneautoriteiten op eigen initiatief de vrijgave van de goederen hebben opgeschort of de goederen hebben vastgehouden, dan moet de aanvrager dit op het verzoekformulier vermelden.

(4)

Bij Verordening (EU) 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad (3) is de term „Gemeenschapsmerk” in de rechtsorde van de Unie vervangen door de term „merk van de Europese Unie”. Het verzoekformulier moet dienovereenkomstig worden bijgewerkt.

(5)

Wanneer de aanvrager verzoekt om toepassing van de procedure voor de vernietiging van goederen in kleine zendingen overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) nr. 608/2013, moet hij kunnen aangeven of hij wil dat de procedure in alle lidstaten wordt gebruikt of in één of meer specifieke lidstaten.

(6)

Een aanvrager moet worden verplicht de namen en adressen van de betrokken bedrijven en handelaren in het verzoekformulier te vermelden als deze informatie relevant is voor de analyse en beoordeling van het risico op een inbreuk.

(7)

Rekening houdend met het feit dat, overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EU) nr. 608/2013, alle uitwisselingen van gegevens met betrekking tot besluiten inzake verzoeken en vasthoudingen tussen de lidstaten en de Commissie verlopen via de centrale gegevensbank van de Commissie en dat die gegevensbank moet worden aangepast aan het nieuwe verzoekformulier, moeten de wijzigingen in de bijlagen I en III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 van toepassing zijn met ingang van 15 mei 2018.

(8)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt vervangen door bijlage I bij deze verordening.

2)

Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 15 mei 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 april 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 181 van 29.6.2013, blz. 15.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 van de Commissie van 4 december 2013 tot vaststelling van de formulieren waarin is voorzien in Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 10).

(3)  Verordening (EU) 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk, en van Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2869/95 van de Commissie inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen (PB L 341 van 24.12.2015, blz. 21).


BIJLAGE I

BIJLAGE I

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld
”.

BIJLAGE II

Deel I van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van de aanwijzing voor het invullen van vak 1 („Aanvrager”) wordt vervangen door:

„In dit vak moeten gegevens over de aanvrager worden ingevuld. Het moet informatie bevatten over de naam en het volledige adres van de aanvrager, zijn fiscaal identificatienummer (Taxpayer Identification Number, TIN), een ander nationaal registratienummer of zijn registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (Economic Operator Registration and Identification Number, EORI-nr.), wat een nummer is dat uniek is in de hele Unie en dat door een douaneautoriteit in een lidstaat wordt toegekend aan marktdeelnemers die zich met douaneactiviteiten bezighouden, zijn telefoonnummer, mobiele telefoonnummer of faxnummer en zijn e-mailadres. De aanvrager kan in voorkomend geval ook het adres van zijn website vermelden.”.

2)

In de tekst van de aanwijzing voor het invullen van vak 2 („Unie-/nationaal verzoek”) wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Indien het verzoek wordt ingediend nadat de vrijgave van de goederen werd geschorst of de goederen werden vastgehouden overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. 608/2013, moet het vak „Nationaal verzoek (zie artikel 5, lid 3)” worden aangekruist.”.

3)

De tekst van de aanwijzing voor het invullen van vak 10 („Procedure voor een kleine zending”), wordt vervangen door:

„Indien de aanvrager gebruik wenst te maken van de procedure in artikel 26 van Verordening (EU) nr. 608/2013 voor de vernietiging van goederen in de kleine zending, moet hij het desbetreffende vak aankruisen van de lidstaat, of lidstaten in het geval van een Unieverzoek, waarin hij wenst dat de procedure wordt toegepast.”.