15.3.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 72/17


VERORDENING (EU) 2018/401 VAN DE COMMISSIE

van 14 maart 2018

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 139/2014 wat betreft de indeling van landingsbanen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 8 bis, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 139/2014 (2) van de Commissie is voor de toepassing van die verordening de definitie bepaald van het begrip „instrumentbaan”. De bepalingen van die verordening moeten in overeenstemming zijn met de stand van de techniek en de beste praktijken op het gebied van luchtvaartterreinen, en rekening houden met de toepasselijke internationale normen.

(2)

De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie heeft in ICAO-brief AN 41.2.24-13/20 wijziging 11-B van bijlage 14 bij Volume 1 van het Verdrag van Chicago aangenomen, welke sinds 13 november 2014 van toepassing is in de ICAO-verdragsstaten. Door die wijziging wordt de bestaande indeling van landingsbanen vereenvoudigd en worden de verschillende soorten naderingen en landingen nauwkeuriger beschreven.

(3)

Die wijziging van bijlage 14 van het Verdrag van Chicago moet worden weergegeven in Verordening (EU) nr. 139/2014, in het bijzonder in de bepalingen met betrekking tot naderingen op basis van prestatiegebaseerde navigatie (PBN) met verticale geleiding en landingsbaanvereisten met betrekking tot naderingen. Bovendien moet de invoering van PBN-naderingen met verticale geleiding op een aanzienlijk aantal luchtvaartterreinen worden vergemakkelijkt zonder dat de landingsbaaninfrastructuur hoeft te worden aangepast.

(4)

Verordening (EU) nr. 139/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De maatregelen van deze verordening zijn gebaseerd op advies nr. 03/2016 dat door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart is verstrekt overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder b), en artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 139/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 maart 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 139/2014 van de Commissie van 12 februari 2014 tot vaststelling van eisen en administratieve procedures met betrekking tot luchtvaartterreinen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 44 van 14.2.2014, blz. 1).


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 139/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 22 wordt vervangen door:

„22.   „instrumentbaan”: een van de volgende types landingsbanen die bestemd zijn voor vluchtuitvoeringen met instrumentnaderingsprocedures:

1.   „niet-precisienaderingsbaan”: een landingsbaan met visuele hulpmiddelen en ten minste één niet-visueel hulpmiddel, bestemd voor landingen na een instrumentnadering van type A;

2.   „precisienaderingsbaan, categorie I”: een landingsbaan met visuele hulpmiddelen en ten minste één niet-visueel hulpmiddel, bestemd voor landingen na een instrumentnadering van type B CAT I;

3.   „precisienaderingsbaan, categorie II”: een landingsbaan met visuele hulpmiddelen en ten minste één niet-visueel hulpmiddel, bestemd voor landingen na een instrumentnadering van type B CAT II;

4.   „precisienaderingsbaan, categorie III”: een landingsbaan met visuele hulpmiddelen en ten minste één niet-visueel hulpmiddel, bestemd voor landingen na een instrumentnadering van de types B CAT IIIA, IIIB of IIIC op en langs het baanoppervlak;”.

2)

De volgende punten 47 a) en 47 b) worden ingevoegd:

„47 a)   „instrumentnadering van type A”: een instrumentnadering met een minimumdalingshoogte of -beslissingshoogte van minstens 75 m (250 ft);

„47 b)   „instrumentnadering van type B”: een instrumentnadering met een beslissingshoogte lager dan 75 m (250 ft). Instrumentnaderingen van type B zijn als volgt ingedeeld:

1.   Categorie I (CAT I): met een beslissingshoogte die niet lager is dan 60 m (200 ft) en bij een zicht van niet minder dan 800 m of een zichtbare baanlengte van niet minder dan 550 m;

2.   Categorie II (CAT II): met een beslissingshoogte die lager is dan 60 m (200 ft) maar niet lager dan 30 m (100 ft), en bij een zichtbare baanlengte van niet minder dan 300 m;

3.   Categorie IIIA (CAT IIIA): met een beslissingshoogte die lager is dan 30 m (100 ft) of zonder beslissingshoogte, en bij een zichtbare baanlengte van niet minder dan 175 m;

4.   Categorie IIIB (CAT IIIB): met een beslissingshoogte die lager is dan 15 m (50 ft) of zonder beslissingshoogte, en bij een zichtbare baanlengte van minder dan 175 m maar niet minder dan 50 m;

5.   Categorie IIIC (CAT IIIC): zonder beslissingshoogte en zonder beperking inzake zichtbare baanlengte;”.