tot rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1145 betreffende het uit de handel nemen van bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor overeenkomstig Richtlijnen 70/524/EEG en 82/471/EEG van de Raad een vergunning is verleend en tot intrekking van de verouderde bepalingen waarbij voor die toevoegingsmiddelen een vergunning is verleend

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 10, lid 5,

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1145 van de Commissie van 8 juni 2017 betreffende het uit de handel nemen van bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor overeenkomstig Richtlijnen 70/524/EEG en 82/471/EEG van de Raad een vergunning is verleend en tot intrekking van de verouderde bepalingen waarbij voor die toevoegingsmiddelen een vergunning is verleend (PB L 166 van 29.6.2017, blz. 1).

(3) Verordening (EG) nr. 1463/2004 van de Commissie van 17 augustus 2004 tot verlening van een vergunning voor tien jaar voor het toevoegingsmiddel Sacox 120 microGranulate van de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in diervoeders (PB L 270 van 18.8.2004, blz. 5).

(4) Verordening (EG) nr. 833/2005 van de Commissie van 31 mei 2005 tot verlening van een permanente vergunning voor toevoegingsmiddelen in diervoeding (PB L 138 van 1.6.2005, blz. 5).

(5) Verordening (EG) nr. 1459/2005 van de Commissie van 8 september 2005 tot wijziging van de toelatingsvoorwaarden voor een aantal toevoegingsmiddelen van de groep sporenelementen in diervoeders (PB L 233 van 9.9.2005, blz. 8).

(6) Verordening (EG) nr. 1443/2006 van de Commissie van 29 september 2006 tot verlening van permanente vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen in diervoeding en een voorlopige vergunning voor tien jaar voor een coccidiostaticum (PB L 271 van 30.9.2006, blz. 12).

(7) Verordening (EG) nr. 1334/2003 van de Commissie van 25 juli 2003 tot wijziging van de toelatingsvoorwaarden voor een aantal toevoegingsmiddelen van de groep sporenelementen in diervoeders (PB L 187 van 26.7.2003, blz. 11).

BIJLAGE

Bijlage I wordt als volgt gerectificeerd:

Deel A wordt als volgt gerectificeerd:

a)	in de rubriek „Vitaminen, provitaminen en chemisch duidelijk omschreven stoffen met een gelijkaardige werking” wordt in de vermelding met betrekking tot het toevoegingsmiddel vitamine K de term „L-menadion-natriumwaterstofsulfiet” vervangen door „menadion-natriumwaterstofsulfiet”;

in de rubriek „Andere kleurstoffen” wordt de vermelding in de tabel van kleurstoffen die voor de kleuring van levensmiddelen zijn toegestaan op grond van de communautaire voorschriften, vervangen door

„Desbetreffend nummer

Kleurstoffen die voor de kleuring van levensmiddelen zijn toegestaan op grond van de communautaire voorschriften, met uitzondering van karamelkleurstoffen E 150b, E 150c en E 150d; kopercomplexen van chlorofyllinen E 141; zwart ijzeroxide, rood ijzeroxide, geel ijzeroxide E 172; titaandioxide (anataas- en rutielvorm) E 171; plantaardige koolstof E 153

Alle soorten”

Deel B wordt als volgt gerectificeerd:

in de rubriek „Carotenoïden en xanthofylen” wordt de vermelding voor toevoegingsmiddel E 161j Astaxanthine vervangen door:

„E 161j

Astaxanthine

Alle soorten met uitzondering van:

—	vissen en schaaldieren voor gebruiksvormen die tot de functionele groep 2(a) (ii) behoren;

—	siervissen voor gebruiksvormen die tot de functionele groep 2(a) (iii) behoren”

in de rubriek „Andere kleurstoffen” wordt de tabel met de vermeldingen voor de toevoegingsmiddelen E 155, E 104, E 122 en E 160b vervangen door:

„E 155	Bruin HT	Honden en katten
E 104	Chinolinegeel	Alle soorten met uitzondering van niet-voedselproducerende dieren voor gebruiksvormen die tot de functionele groep 2(a) (i) behoren
E 122	Azorubine (karmozijn)	Alle soorten met uitzondering van honden en katten voor gebruiksvormen die tot de functionele groep 2(a) (i) behoren
Desbetreffend nummer	Kleurstoffen die voor de kleuring van levensmiddelen zijn toegestaan op grond van de communautaire voorschriften, met uitzondering van:
	E 102 Tartrazine	Alle soorten met uitzondering van honden en katten
	E 160b Bixine	Alle soorten met uitzondering van honden en katten
	E 110 Zonnegeel FCF	Alle soorten met uitzondering van honden en katten
	E 120 Karmijn (Carmine Lake WSP 50 %)	Alle soorten met uitzondering van honden en katten
	E 124 Ponceau 4 R	Alle soorten met uitzondering van honden en katten
	E 127 Erytrosine	Alle soorten met uitzondering van honden, katten en reptielen
	E 129 Allurarood	Alle soorten met uitzondering van honden en katten
	E 132 Indigotine	Alle soorten met uitzondering van honden en katten
	E 133 Briljantblauw	Alle soorten met uitzondering van honden en katten
E 160b	Bixine als kleurstof	Siervissen
E 102	Tartrazine als kleurstof	Alle soorten met uitzondering van siervissen, zaadetende siervogels en kleine knaagdieren
E 131	Patentblauw V als kleurstof	Alle soorten met uitzondering van niet-voedselproducerende dieren voor gebruiksvormen die tot de functionele groep 2(a) (i) behoren
E 124	Ponceau 4 R als kleurstof	Alle soorten met uitzondering van siervissen
E 127	Erytrosine als kleurstof	Alle soorten met uitzondering van siervissen
E 132	Indigotine als kleurstof	Alle soorten met uitzondering van siervissen
E 141	Kopercomplexen van chlorofyllinen als kleurstof	Alle soorten met uitzondering van siervissen, zaadetende siervogels en kleine knaagdieren
E 110	Zonnegeel FCF als kleurstof	Alle soorten met uitzondering van siervissen, zaadetende siervogels en kleine knaagdieren
E 153	Plantaardige koolstof als kleurstof	Alle soorten met uitzondering van siervissen”