10.9.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 320/107


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 13 juli 2018

over het nationale hervormingsprogramma 2018 van Slowakije en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2018 van Slowakije

(2018/C 320/24)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 november 2017 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2018 voor coördinatie van het economisch beleid. Er werd terdege rekening gehouden met de Europese pijler van sociale rechten, die op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie werd afgekondigd. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 22 maart 2018 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 22 november 2017 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2) ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Slowakije niet heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen, die op 22 maart 2018 door de Europese Raad is bekrachtigd. Op 14 mei 2018 heeft de Raad de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone (3) („aanbeveling voor de eurozone”) vastgesteld.

(2)

Als lidstaat die de euro als munt heeft en in het licht van de grote onderlinge verwevenheid tussen de economieën van de economische en monetaire unie, dient Slowakije ervoor te zorgen dat volledig en tijdig uitvoering wordt gegeven aan de aanbeveling voor de eurozone, zoals weergegeven in de onderstaande aanbevelingen, en met name in aanbeveling 1.

(3)

Op 7 maart 2018 is het landverslag 2018 voor Slowakije gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Slowakije bij de tenuitvoerlegging van de op 11 juli 2017 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen (4) heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat is gegeven aan de landspecifieke aanbevelingen die in de jaren voordien werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Slowakije in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt.

(4)

Op 25 april 2018 heeft Slowakije zijn nationale hervormingsprogramma 2018 en zijn stabiliteitsprogramma 2018 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma's rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

(5)

De betrokken landspecifieke aanbevelingen zijn meegenomen in de programmering voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) voor de periode 2014-2020. Op grond van artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de desbetreffende programma's opnieuw te bezien en wijzigingen daarop voorstellen, indien dit nodig is om de uitvoering van de betrokken aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft in richtsnoeren over de toepassing van de maatregelen die de effectiviteit van de ESI-fondsen koppelen aan gezonde economische governance, nader aangegeven hoe zij van die bepaling gebruik zou maken.

(6)

Slowakije valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact. Volgens haar stabiliteitsprogramma 2018 is de regering van plan het nominale tekort terug te dringen naar 0,8 % van het bbp in 2018 en dan geleidelijk verder naar 0,0 % van het bbp in 2021. Verwacht wordt dat de begrotingsdoelstelling op middellange termijn — een structureel tekort van 0,5 % van het bbp — voor eind 2020 wordt gerealiseerd. Volgens het stabiliteitsprogramma 2018 zal de overheidsschuldquote naar verwachting geleidelijk dalen van 49,3 % in 2018 tot 43,3 % in 2021. Het macro-economische scenario dat aan die begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is plausibel. Tegelijkertijd zijn de maatregelen die nodig zijn om vanaf 2019 de geplande tekortdoelstellingen te ondersteunen, niet volledig gespecificeerd. De begroting omvat een niet-gespecificeerde uitgavencategorie begrotingsreserves met een niet te verwaarlozen omvang (0,7 % van het bbp) die kan worden gebruikt voor ad-hocoperaties, waardoor de uitvoering van de begroting minder voorspelbaar wordt.

(7)

Op 11 juli 2017 heeft de Raad Slowakije de aanbeveling gedaan ervoor te zorgen dat de nominale groeivoet van de netto primaire overheidsuitgaven (6) in 2018 maximaal 2,9 % bedraagt, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,5 % van het bbp. Tezelfder tijd werd aangegeven dat bij de beoordeling van het ontwerpbegrotingsplan 2018 en de daaropvolgende beoordeling van de begrotingsresultaten 2018 terdege rekening zal moeten worden gehouden met de doelstelling om een begrotingskoers te bereiken die bijdraagt aan zowel het versterken van het voortgaande herstel als aan het waarborgen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Na de beoordeling van de kracht van het herstel in Slowakije die de Commissie heeft uitgevoerd zonder daarbij de uitdagingen wat betreft de houdbaarheid uit het oog te verliezen, hoeven geen bijeenkomende elementen in aanmerking te worden genomen. Op basis van de voorjaarsprognoses 2018 van de Commissie is er een risico dat in 2018 aanzienlijk zal worden afgeweken van die aanbeveling.

(8)

Aangezien de verwachte output gap van Slowakije 1,2 % van het bbp bedraagt, zou voor 2019 de nominale groei van de netto primaire overheidsuitgaven op niet meer dan 4,1 % moeten uitkomen, in overeenstemming met de structurele aanpassing van 0,5 % van het bbp die resulteert uit de gezamenlijk overeengekomen aanpassingsmatrix van vereisten in het kader van het stabiliteits- en groeipact. Bij ongewijzigd beleid bestaat er een risico dat Slowakije in 2019 aanzienlijk afwijkt van dat vereiste als gevolg van de afwijking in de periode 2018-2019. Al met al is de Raad van oordeel dat vanaf 2018 de nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact wordt voldaan.

(9)

De overheidsfinanciën van Slowakije lopen op lange termijn nog steeds risico's. De uitgaven voor gezondheidszorg blijven een risico vormen voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn aangezien een kostenefficiëntere gezondheidszorg in Slowakije een uitdaging blijft. Verwacht wordt dat de overheidsuitgaven voor de gezondheidszorg op de lange termijn met 1,2 procentpunt van het bbp stijgen, hetgeen hoger is dan de gemiddelde geraamde stijging van 0,9 procentpunt voor de Unie. De houdbaarheid op lange termijn van het pensioenstelsel is geleidelijk verbeterd, voornamelijk dankzij de automatische verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, waardoor de geprojecteerde leeftijdsgerelateerde toenamen van de uitgaven lager uitvallen.

(10)

Er zijn enige stappen ondernomen om de kosteneffectiviteit van het gezondheidszorgstelsel te verbeteren. Daartoe behoort met name de toetsing van de uitgaven. Er blijven nog veel mogelijkheden om het gebruik van middelen te stroomlijnen. Het potentieel voor een rationeler gebruik van middelen blijft echter aanzienlijk. Met de plannen voor een ingrijpende hervorming van de gezondheidszorg, waardoor diensten worden gestroomlijnd, de middelen van ziekenhuizen beter worden beheerd en het zorgstelsel efficiënter wordt, wordt geen vooruitgang geboekt. Er wordt nog steeds veel gebruikgemaakt van ziekenhuisdiensten. De percentages voor ziekenhuisopname bij chronische ziekten en voor ziekenhuisontslag liggen boven het Uniegemiddelde en de bedbezettingsgraad is betrekkelijk laag. Door een sterkere eerstelijnssector kan de grote druk op de ziekenhuizen weliswaar worden verlicht, maar het stelsel kampt met een tekort aan huisartsen die bovendien in geografisch opzicht ongelijk zijn verspreid. De leeftijdssamenstelling van de huisartsen geeft ook aanleiding tot zorgen wat betreft het aanbod in de toekomst. Tot slot zijn meerdere voorzieningen ter verbetering van de kosteneffectiviteit van de gezondheidszorg, waaronder de volledige invoering van een diagnosegerelateerd groepsbetalingssysteem en de doeltreffende operationalisering van het e-gezondheidsstelsel, nog in de ontwikkelingsfase. Deze voorzieningen krijgen in de toekomst waarschijnlijk te maken met verdere vertragingen en problemen bij de uitvoering.

(11)

De belastingontvangsten nemen toe als gevolg van de snelle economische groei en er worden inspanningen geleverd om de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren en de grote btw-kloof in Slowakije te dichten. Er werden meer fiscale stimuleringsmaatregelen ter bevordering van O&O genomen, maar de onroerendgoedbelasting blijft een zwakke bron van inkomsten. Een doorlopend programma van evaluaties van de uitgaven voor alle belangrijke gebieden van de overheidsuitgaven blijkt een efficiënt en rigoureus instrument voor het verbeteren van de kosteneffectiviteit van die uitgaven.

(12)

De arbeidsmarkt blijft zich positief ontwikkelen, met name door een toename van de werkgelegenheid en historisch lage werkloosheidsniveaus. Niettemin behoort het percentage langdurig werklozen nog steeds tot de hoogste in de Unie. Hiertoe behoren met name achtergestelde groepen zoals laaggeschoolden, jongeren en gemarginaliseerde Roma. Als gevolg van de verbeterende arbeidsmarktsituatie is er onderhand sprake van een tekort aan geschoolde arbeidskrachten in bepaalde sectoren van de economie. Er zijn duidelijke regionale verschillen op de arbeidsmarkt: in het oosten van Slowakije is de werkloosheid hoger en in het westelijk gedeelte van het land is er een tekort aan arbeidskrachten. Slowakije is begonnen met de uitvoering van zijn actieplan voor de integratie van langdurig werklozen dat wordt ondersteund door het Europees Sociaal Fonds. Het plan voorziet met name in individuele dienstverlening, sociale begeleiding en een nieuw basisprofielbepalingssysteem. De uitvoering heeft echter nog niet tot grote structurele verbeteringen geleid. Er blijven leemten bestaan in de samenwerking met particuliere partners en niet-gouvernementele organisaties die de werklast van publieke arbeidsbemiddelingsdiensten moet verlichten, en geïndividualiseerde begeleiding staat nog in de kinderschoenen. Bovendien is de ruwe indeling van langdurig werklozen geen volwaardig instrument voor de daaropvolgende doorverwijzing naar activeringsmaatregelen. De programma's voor opleiding en omscholing zijn versterkt, maar ze zijn nog steeds ontoereikend en slechts in beperkte mate gericht op langdurig werklozen en kansarme groepen. Bovendien is de deelname van volwassenen aan opleidingen nog steeds ondermaats en is het tweedekansonderwijs voor kansarme groepen onderontwikkeld. De voorwaarden voor het ontvangen van werkloosheidsuitkeringen zijn streng en de duur van de uitkeringen is kort. Daardoor komen weinig kortstondig werklozen in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering.

(13)

De genderkloof inzake werkgelegenheid en beloning is aanzienlijk groter dan het Uniegemiddelde. De lage arbeidsparticipatie van vrouwen in de vruchtbare leeftijd is een afspiegeling van het lange ouderschapsverlof dat zelden door mannen wordt opgenomen, van het feit dat er weinig gebruik wordt gemaakt van flexibele werkregelingen en van het feit dat kinderopvangvoorzieningen slechts in beperkte mate betaalbaar en toegankelijk zijn. Met name voor kinderen jonger dan drie jaar is het inschrijvingspercentage in kinderopvang uiterst laag.

(14)

Het onderwijs, dat op alle niveaus te weinig financiering ontvangt, draagt onvoldoende bij aan de sociaal-economische ontwikkeling van Slowakije. De kwaliteit van de onderwijsresultaten, de participatie van Roma aan regulier onderwijs voor iedereen en de doeltreffende integratie van sociaal-economisch achtergestelde leerlingen in het onderwijs- en opleidingsstelsel zijn nijpende problemen. De onderwijsresultaten en het niveau van de basisvaardigheden blijven naar internationale normen zwak en worden in hoge mate beïnvloed door de sociaal-economische achtergrond van de leerlingen. Het aantal voortijdige schoolverlaters is laag, maar neemt toe, en er zijn duidelijke regionale verschillen wat betreft de uitvalcijfers. Ondanks plannen om het salaris van leerkrachten tot 2020 jaarlijks met 6 % te verhogen, is het beroep van leraar nog steeds onaantrekkelijk, gedeeltelijk als gevolg van de beperkte mogelijkheden voor initiële opleiding en professionele ontwikkeling. De uitvoering van maatregelen om de participatie van Roma-leerlingen in het regulier onderwijs te verhogen, is bijzonder zwak vanwege ontoereikende financiële ondersteuning en toezicht, en door ontoereikende opleiding van leraren op het gebied van interculturele kwesties.

(15)

De overheid ondervindt nog altijd hinder van inefficiëntie en knelpunten die worden veroorzaakt door gebrekkige interministeriële samenwerking en de lage mate van politieke neutraliteit van het ambtelijk apparaat. De ambtenarenwet wordt stap voor stap toegepast, maar de uitwerking ervan op de verbetering van het beheer van personele middelen valt nog te bezien. De administratieve capaciteit en efficiëntie met betrekking tot het beheer van Uniemiddelen zijn nog steeds beperkt en het personeelsverloop is hoog, hetgeen gedeeltelijk verband houdt met de politieke cyclus. Hierin wordt wel verandering gebracht door een versterking van de coördinerende rol van het bureau van de vicepremier, dat fungeert als stabiliserende factor voor de continuïteit en de institutionele expertise in de uitvoerende organisaties.

(16)

De ESI-fondsen zijn van cruciaal belang voor het aanpakken van de grote uitdagingen op het gebied van het concurrentievermogen, de groei en de werkgelegenheid in Slowakije. Slowakije liep in 2017 26 miljoen EUR aan financiering voor onderzoek en innovatie mis, grotendeels als gevolg van problemen bij de toepassing van selectiecriteria en de selectie van beoordelaars, hetgeen blijkt uit de verificaties die zijn uitgevoerd. Indien geen passende maatregelen worden genomen om de uitvoering te bespoedigen, bestaat er een groot risico dat nog minder middelen worden toegewezen. Hoewel de totale middelen voor de huidige programmeringsperiode inmiddels voor meer dan de helft zijn toegewezen aan geselecteerde projecten, is bij de praktische uitvoering slechts 11 % van de toewijzing aan de begunstigden uitbetaald.

(17)

De geringe effectiviteit van de overheidsdiensten heeft ook gevolgen voor andere sectoren, zoals energie en milieu. De recyclingpercentages zijn erg laag en de luchtkwaliteit is nog steeds betrekkelijk laag. De problemen in verband met duurzaam bosbeheer nemen toe. De energiesector heeft te kampen met overregulering en het energiebeleid is niet volledig in overeenstemming met de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie.

(18)

Slowakije heeft belangrijke stappen gezet in de richting van een goed functionerend systeem van openbare aanbestedingen. Er zijn inspanningen gedaan om kwalitatieve gunningscriteria in te voeren. Tegen oktober 2018 moeten verplichte elektronische instrumenten voor het uitvoeren van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten operationeel zijn. Er zijn voor alle projecten die worden gefinancierd via de ESI-fondsen omvattende voorafgaande verificaties uitgevoerd, maar de efficiënte daarvan is nog voor verbetering vatbaar. De prestaties op het gebied van interne controle, transparantie, digitalisering, professionalisering en strategische en ecologisch duurzame overheidsopdrachten zijn echter nog niet bevredigend. Dit komt tot uiting in de scores die Slowakije behaalt in verband met concurrentiebeperkende praktijken: deze zijn weliswaar enigszins verbeterd, maar blijven iets boven het Uniegemiddelde. Bovendien zijn er slechts beperkte tekenen die erop wijzen dat er doortastend wordt opgetreden tegen corruptie. Meer dan de helft van de bedrijven is van mening dat corruptie wijdverbreid is bij openbare aanbestedingen onder toezicht van nationale autoriteiten.

(19)

Corruptie, complexe administratieve procedures, buitensporige en snel veranderende regelgeving voor bedrijven en zorgen over het bestuur van meerdere toezichthoudende instanties doen in hoge mate afbreuk aan de kwaliteit van het ondernemingsklimaat in Slowakije. Slowakije heeft in sommige internationale vergelijkingen wat terrein prijsgegeven, maar het land heeft een aantal maatregelen vastgesteld om het ondernemingsklimaat te verbeteren en investeringen te stimuleren. Verder heeft Slowakije het kader voor de effectbeoordeling van de regelgeving versterkt en het gebruik ervan de afgelopen jaren uitgebreid. Tot slot is er onlangs een nieuwe strategie voor betere regelgeving aangenomen: de effectbeoordeling voor regelgeving „2020”. Er bestaan nog steeds grote regelgevende barrières in de sector van de zakelijke dienstverlening. In die sector zijn de beperkingen voor architecten, ingenieurs, belastingadviseurs, advocaten, octrooigemachtigden, vastgoedmakelaars en toeristische gidsen strikter dan het Uniegemiddelde. In de mededeling van de Commissie van 10 januari 2017 inzake aanbevelingen voor hervorming van de reglementering voor professionele dienstverlening worden aanbevelingen gedaan om de regelgevende barrières aan te pakken. Slowakije heeft echter nog geen vooruitgang gemeld bij het wegnemen van de genoemde beperkingen.

(20)

Al met al is er geen vooruitgang geboekt bij de intensivering van de bestrijding van corruptie. De corruptieperceptie blijft hoog en het aantal vervolgingen van dergelijke strafbare feiten is verder afgenomen. De corruptieperceptie is verder verslechterd in de nasleep van de moord op een onderzoeksjournalist die een groot aantal gevallen van corruptie op hoog niveau op het spoor was gekomen. In dergelijke gevallen op hoog niveau wordt zeer zelden overgegaan tot vervolging. Het gebrek aan verantwoordingsplicht bij de politie en het openbaar ministerie is nog steeds niet opgelost en staat de bestrijding van corruptie en onderzoek in gevoelige corruptiezaken in de weg.

(21)

Slowakije moet nog steeds zorgen voor meer efficiëntie in het justitieel apparaat, met onder andere een grotere onafhankelijkheid daarvan, hoewel er reeds enige verbetering is bewerkstelligd op het gebied van de efficiëntie. Er blijven zorgen over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, onder meer over de benoemingsprocedures voor rechters op alle niveaus.

(22)

Stimulering van innovatie kan het concurrentievermogen aanzwengelen en de overgang naar een kenniseconomie vergemakkelijken, maar de innovatiecapaciteit van Slowakije blijft beperkt: de onderzoeks- en ontwikkelingsintensiteit van het bedrijfsleven is bijvoorbeeld zeer laag (0,40 % van het bbp in 2016). Slowakije heeft weliswaar een grote hightech- en mediumtechindustrie, maar de dominerende multinationale ondernemingen hebben tot dusver slechts beperkte belangstelling voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, en het percentage kleine en middelgrote ondernemingen dat zelf innoveert was in 2016 in Slowakije veel lager (13,9 %) dan in de Unie als geheel (28,8 %).

(23)

De overheidsinvesteringen in onderzoek en innovatie zijn tussen 2009 en 2015 sterk gestegen als gevolg van het gebruik van de ESI-fondsen. Het volledige potentieel van deze investeringen is niet verwezenlijkt als gevolg van ondoelmatigheden in de onderzoeksomgeving van Slowakije. Ondanks de versterkte rol van het bureau van de vicepremier bij de coördinatie van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, is het algemene beheer van het beleid op dit terrein zwak. De versnippering van het systeem en het zwakke beheerskader, waarbij de verantwoordelijkheden zijn verdeeld over meerdere ministeries en uitvoeringsorganen die vaak te kampen hebben met slechte coördinatie, leiden ertoe dat hervormingen dikwijls worden uitgesteld. Maatregelen ter bevordering van de overdracht van kennis, ter versterking van de onderzoekscapaciteit in de industriesector en ter verbetering van de samenwerking tussen het bedrijfsleven en de academische wereld vorderen slechts langzaam.

(24)

In de context van het Europees Semester 2018 heeft de Commissie een brede analyse van het economisch beleid van Slowakije verricht. Die analyse is gepubliceerd in het landverslag 2018. Voorts heeft de Commissie zowel het stabiliteitsprogramma 2018 als het nationale hervormingsprogramma 2018 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Slowakije zijn gericht. Daarbij heeft de Commissie niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaaleconomisch beleid in Slowakije, maar is zij ook nagegaan in hoeverre de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

(25)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2018 onderzocht en zijn advies daarover (7) is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven,

BEVEELT AAN dat Slowakije in 2018 en 2019 de volgende actie onderneemt:

1.

Ervoor zorgen dat de nominale groei van de netto primaire overheidsuitgaven in 2019 niet meer dan 4,1 % bedraagt, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,5 % van het bbp. Maatregelen treffen om de kosteneffectiviteit van het gezondheidszorgstelsel te verbeteren en een doeltreffendere strategie voor de gezondheidswerkers uitstippelen.

2.

Activerings- en bijscholingsmaatregelen versterken, waaronder hoogwaardige gerichte opleidingen en geïndividualiseerde diensten voor kansarme groepen, in het bijzonder door het actieplan voor langdurig werklozen uit te voeren. De arbeidsparticipatie van vrouwen bevorderen, met name door de uitbreiding van goede en betaalbare kinderopvang. De kwaliteit van onderwijs voor iedereen verbeteren, onder meer door de deelname van Romakinderen aan het regulier onderwijs vanaf zeer jonge leeftijd te vergroten.

3.

Bij procedures voor overheidsopdrachten meer gebruikmaken van criteria inzake kwaliteit en levenscycluskosten. Corruptie aanpakken, onder meer door ervoor te zorgen dat bestaande wetgeving wordt gehandhaafd en door de verantwoordingsplicht bij de politie en het openbaar ministerie te versterken. De doeltreffendheid van het rechtsstelsel verbeteren, met name door de onafhankelijkheid bij procedures voor gerechtelijke benoemingen te waarborgen. De versnippering van het publieke onderzoeksstelsel terugdringen en innovatie in het bedrijfsleven stimuleren, onder meer voor kleine en middelgrote ondernemingen.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

H. LÖGER


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).

(3)  PB C 179 van 25.5.2018, blz. 1.

(4)  PB C 261 van 9.8.2017, blz. 1.

(5)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(6)  De netto primaire overheidsuitgaven bestaan uit de totale overheidsuitgaven exclusief rente-uitgaven, uitgaven in het kader van programma's van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd en niet-discretionaire veranderingen in de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen. Nationaal gefinancierde bruto-investeringen in vaste activa zijn gespreid over een periode van vier jaar. Er wordt rekening gehouden met discretionaire inkomstenmaatregelen of bij wet verplicht gestelde inkomstenstijgingen. Eenmalige maatregelen aan zowel de inkomsten- als de uitgavenzijde worden uitgevlakt.

(7)  Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.