12.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 256/108


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1524 VAN DE COMMISSIE

van 11 oktober 2018

tot vaststelling van een toezichtsmethodiek en de regelingen voor rapportage door de lidstaten overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 6560)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (1), en met name artikel 8, leden 2 en 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn (EU) 2016/2102 zijn gemeenschappelijke toegankelijkheidseisen vastgesteld om ervoor te zorgen dat websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties toegankelijker worden door ze waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken.

(2)

Om overheidsinstanties te helpen aan de toegankelijkheidseisen te voldoen, moet het toezicht ook gericht zijn op bewustmaking van de lidstaten en moet het hen aanmoedigen om ervan te leren. Om die reden en om redenen van transparantie moeten de algemene resultaten van de toezichtsactiviteiten in een toegankelijk formaat openbaar worden gemaakt.

(3)

Om hieruit zinvolle en vergelijkbare gegevens te kunnen halen, is het nodig dat de resultaten van de toezichtsactiviteiten op een gestructureerde manier worden gepresenteerd en dat daarbij de verschillende clusters van overheidsdiensten en bestuurlijke niveaus worden aangegeven.

(4)

Om gemakkelijker steekproeven te kunnen nemen van de websites en mobiele applicaties waarop toezicht moet worden gehouden, moeten de lidstaten maatregelen kunnen nemen om te zorgen voor actuele lijsten van de websites en mobiele applicaties die tot de werkingssfeer van Richtlijn (EU) 2016/2102 behoren.

(5)

Om de sociale impact van het toezicht te vergroten, kan bij het nemen van de steekproef een op risicoanalyse gebaseerde benadering worden gevolgd, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de invloed van bepaalde websites en mobiele applicaties, de meldingen die via het feedbackmechanisme worden gemaakt, vorige toezichtresultaten, input van de handhavingsinstantie en bijdragen van nationale belanghebbenden.

(6)

Aangezien de technologie voor het geautomatiseerde toezicht op mobiele applicaties naar verwachting geleidelijk aan zal verbeteren, moeten de lidstaten overwegen om de vereenvoudigde toezichtsmethode die in dit besluit wordt vastgesteld voor websites, ook toe te passen op mobiele applicaties, rekening houdend met de doeltreffendheid en betaalbaarheid van de beschikbare instrumenten.

(7)

De in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde normen en technische specificaties moeten de basis vormen voor de toezichtsmethodiek.

(8)

Om innovatie te bevorderen, belemmeringen op de markt te voorkomen en ervoor te zorgen dat de toezichtsmethodiek technologisch neutraal is, dient in de methodiek niet te worden bepaald welke specifieke tests moeten worden gebruikt om de toegankelijkheid van websites en mobiele applicaties te meten. De toezichtsmethodiek moet daarentegen worden beperkt tot de vaststelling van de vereisten inzake de methoden voor de controle op de naleving en de opsporing van gevallen van niet-naleving van de in artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde toegankelijkheidseisen.

(9)

Indien de bepalingen in de wetgeving van de lidstaat hogere eisen stellen dan de normen en technische specificaties in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102, moet de lidstaat, met het oog op een betere vergelijkbaarheid van het toezicht, op een zodanige manier toezicht houden en rapporteren dat duidelijk is welke resultaten betrekking hebben op de naleving van de eisen in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102.

(10)

Door het gebruik van de in dit besluit vastgestelde toezichtsmethodiek en rapportageregeling moet de vergelijkbaarheid van de resultaten van het toezicht worden gewaarborgd. Ter bevordering van de transparantie en de uitwisseling van beste praktijken moeten de lidstaten bekendmaken hoe zij toezicht houden, en ook, in de vorm van een concordantietabel, een overzicht openbaar maken waarin wordt aangetoond hoe het uitgeoefende toezicht en de gebruikte tests voldoen aan de eisen in de normen en technische specificaties in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102.

(11)

Als de lidstaten gebruikmaken van de mogelijkheid van artikel 1, lid 5, om websites en mobiele applicaties van scholen, kinderdagverblijven of crèches uit te sluiten van het toepassingsgebied van de richtlijn, moeten zij door middel van de relevante onderdelen van de toezichtsmethodiek toezien op de toegankelijkheid van de inhoud van dergelijke websites en mobiele applicaties, waar het essentiële online administratieve functies betreft.

(12)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 11, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/2102 ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Bij dit besluit wordt een methodiek vastgesteld om erop toe te zien dat websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties voldoen aan de in artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/2102 vastgestelde toegankelijkheidseisen.

Bij dit besluit worden de regelingen ingesteld voor rapportage door de lidstaten aan de Commissie over het resultaat van het toezicht, met inbegrip van de meetgegevens.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1.   „toegankelijk formaat”: een elektronisch document dat voldoet aan de in artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde toegankelijkheidseisen;

2.   „toezichtsperiode”: de periode waarin de lidstaten toezichtsactiviteiten uitvoeren om in de steekproef na te gaan of de toegankelijkheidseisen voor websites en mobiele applicaties al dan niet worden nageleefd. Ook de steekproeftrekking, de analyse van de resultaten van het toezicht en de regelingen voor rapportage aan de Commissie kunnen onder de toezichtsperiode vallen.

Artikel 3

Toezichtsfrequentie

1.   De lidstaten zien erop toe dat websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties voldoen aan de in artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/2102 vastgestelde toegankelijkheidseisen, aan de hand van de in dit besluit vastgestelde toezichtsmethodiek.

2.   De eerste toezichtsperiode voor websites loopt van 1 januari 2020 tot en met 22 december 2021. Na de eerste toezichtsperiode wordt het toezicht jaarlijks uitgeoefend.

3.   De eerste toezichtsperiode voor mobiele applicaties loopt van 23 juni 2021 tot en met 22 december 2021. In de eerste toezichtsperiode omvat het toezicht op mobiele applicaties resultaten op basis van een beperkte steekproef van mobiele applicaties. De lidstaten leveren redelijke inspanningen om toezicht te houden op ten minste een derde van het aantal applicaties dat is vastgesteld in punt 2.1.5 van bijlage I.

4.   Na de eerste toezichtsperiode wordt het toezicht op mobiele applicaties jaarlijks uitgeoefend op een steekproef als vastgesteld in punt 2.1.5 van bijlage I.

5.   Na de eerste toezichtsperiode loopt de jaarlijkse toezichtsperiode voor zowel websites als mobiele applicaties van 1 januari tot en met 22 december.

Artikel 4

Reikwijdte en uitgangspunt van het toezicht

1.   De lidstaten zien erop toe dat websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties voldoen aan de in artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/2102 vastgestelde toegankelijkheidseisen, op grond van de eisen in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102.

2.   Indien in de bepalingen van de wetgeving van een lidstaat hogere toegankelijkheidseisen worden gesteld dan in de in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde normen en technische specificaties, wordt het toezicht zo gehouden dat in de resultaten een onderscheid wordt gemaakt tussen de naleving van enerzijds de eisen in de in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde normen en technische specificaties en anderzijds de strengere eisen.

Artikel 5

Toezichtsmethoden

De lidstaten zien erop toe dat websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties voldoen aan de in artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/2102 vastgestelde toegankelijkheidseisen door gebruik te maken van:

a)

een diepgaande toezichtsmethode om de naleving ervan te controleren, toegepast in overeenstemming met de vereisten van punt 1.2 van bijlage I;

b)

een vereenvoudigde toezichtsmethode om niet-naleving ervan op te sporen, toegepast in overeenstemming met de vereisten van punt 1.3 van bijlage I.

Artikel 6

Steekproeftrekking van websites en mobiele applicaties

De lidstaten zorgen ervoor dat van de websites en mobiele applicaties waarop toezicht moet worden gehouden, steekproeven worden genomen overeenkomstig de voorschriften van de punten 2 en 3 van bijlage I.

Artikel 7

Informatie over de resultaten van het toezicht

Indien tekortkomingen zijn vastgesteld, zorgen de lidstaten ervoor dat de overheidsinstanties binnen een redelijke termijn en in een formaat dat die instanties helpt de tekortkomingen te verhelpen, gegevens en informatie krijgen over de tekortkomingen van hun respectieve websites en mobiele applicaties, wat de naleving van de toegankelijkheidseisen betreft.

Artikel 8

Formaat van het verslag

1.   De lidstaten dienen bij de Commissie het in artikel 8, lid 4, van Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde verslag in, opgesteld in een toegankelijk formaat en in een officiële taal van de Europese Unie.

2.   In het verslag staan de resultaten van het toezicht met betrekking tot de eisen in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102. Resultaten met betrekking tot eisen die strenger zijn dan deze eisen, kunnen ook worden opgenomen in het verslag, maar worden in dat geval afzonderlijk gepresenteerd.

Artikel 9

Inhoud van het verslag

1.   Het in artikel 8, lid 4, van Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde verslag omvat:

a)

een gedetailleerde beschrijving van de wijze waarop toezicht is gehouden;

b)

een overzicht, in de vorm van een concordantietabel, waaruit blijkt hoe de toegepaste toezichtsmethoden verband houden met de eisen in de normen en technische specificaties zoals bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102, en waarin eventuele belangrijke wijzigingen van de methoden zijn opgenomen;

c)

de resultaten van de toezichtsactiviteiten van elke toezichtsperiode, met inbegrip van meetgegevens;

d)

de informatie als vereist bij artikel 8, lid 5, van Richtlijn (EU) 2016/2102.

2.   In hun verslagen verstrekken de lidstaten de informatie als gespecificeerd in de instructies in bijlage II.

Artikel 10

Frequentie van de rapportage

1.   Het eerste verslag bestrijkt de eerste toezichtsperiode voor websites en mobiele applicaties, zoals beschreven in artikel 3, leden 2 en 3.

2.   De daaropvolgende verslagen bestrijken telkens de toezichtsperiode voor websites en mobiele applicaties tussen de vorige en de volgende rapportagetermijn als bedoeld in artikel 8, lid 4, van Richtlijn (EU) 2016/2102.

Artikel 11

Nadere regelingen voor rapportage

De lidstaten maken het verslag openbaar in een toegankelijk formaat.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 11 oktober 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1.


BIJLAGE I

TOEZICHT

1.   TOEZICHTSMETHODEN

1.1.   De volgende toezichtsmethoden voegen geen eisen toe aan de eisen in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102, noch vervangen zij deze of doen zij deze teniet. De methoden staan los van alle specifieke tests, instrumenten voor toegankelijkheidsbeoordeling, besturingssystemen, webbrowsers of specifieke ondersteunende technologieën.

1.2.   Diepgaand toezicht

1.2.1.

De lidstaten passen een diepgaande toezichtsmethode toe waarmee grondig wordt gecontroleerd of een website of mobiele applicatie voldoet aan alle eisen die zijn vastgesteld in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102.

1.2.2.

Aan de hand van de diepgaande toezichtsmethode worden alle stappen van de processen in de steekproef gecontroleerd, waarbij ten minste het standaardverloop van het proces wordt gevolgd.

1.2.3.

Met de diepgaande toezichtsmethode wordt ten minste een evaluatie uitgevoerd van de interactie met formulieren, interfacebesturing en dialoogvensters, de bevestigingen voor gegevensinvoer, de foutmeldingen en, indien mogelijk, andere feedback die voortvloeit uit interactie met de gebruiker, alsook het gedrag van de website of mobiele applicatie wanneer verschillende instellingen of voorkeuren worden toegepast.

1.2.4.

De diepgaande toezichtsmethode kan, indien nodig, gebruiksvriendelijkheidstests omvatten, zoals het observeren en analyseren van de manier waarop gebruikers met een handicap de inhoud van de website of mobiele applicatie ervaren, alsook van het gemak waarmee zij onderdelen van de interface, zoals menu's of formulieren, gebruiken.

1.2.5.

De toezichthoudende instantie kan de door de overheidsinstantie verstrekte evaluatieresultaten geheel of gedeeltelijk gebruiken onder de volgende cumulatieve voorwaarden:

a)

de overheidsinstantie verstrekt het meest recente gedetailleerde evaluatieverslag waarover zij beschikt;

b)

de evaluatie werd niet vroeger dan drie jaar vóór het tijdstip van het toezicht en overeenkomstig de punten 1.2.1 tot en met 1.2.4 en punt 3 van deze bijlage uitgevoerd;

c)

de toezichthoudende instantie acht het evaluatieverslag geldig voor gebruik bij diepgaand toezicht, op grond van:

i)

de resultaten van de toepassing van de vereenvoudigde toezichtsmethode op de website of mobiele applicatie, en

ii)

indien de evaluatie meer dan één jaar vóór het tijdstip van het toezicht werd uitgevoerd, een analyse van het verslag, aangepast aan de kenmerken ervan, zoals hoe oud en gedetailleerd het is.

1.2.6.

De lidstaten zorgen ervoor dat, onder voorbehoud van de ter zake geldende wettelijke bepalingen tot vaststelling van bepaalde voorwaarden voor de bescherming van de vertrouwelijkheid, onder meer om redenen van nationale veiligheid, de toezichthoudende instantie toegang krijgt tot intranet- of extranetwebsites. Indien geen toegang kan worden gegeven, maar indien de evaluatieresultaten wel door de overheidsinstantie worden verstrekt, kan de toezichthoudende instantie die resultaten geheel of gedeeltelijk gebruiken onder de volgende cumulatieve voorwaarden:

a)

de overheidsinstantie verstrekt het meest recente gedetailleerde evaluatieverslag waarover zij beschikt;

b)

de evaluatie werd niet vroeger dan drie jaar vóór het tijdstip van het toezicht en overeenkomstig de punten 1.2.1 tot en met 1.2.4 en punt 3 van deze bijlage uitgevoerd.

1.3.   Vereenvoudigd toezicht

1.3.1.

De lidstaten passen op websites een vereenvoudigde toezichtsmethode toe waarmee wordt gezocht naar gevallen van niet-naleving van een deelverzameling van de eisen in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102.

1.3.2.

De vereenvoudigde toezichtsmethode omvat tests met betrekking tot elk van de eisen inzake waarneembaarheid, bedienbaarheid, begrijpelijkheid en robuustheid, zoals bedoeld in artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/2102. Met de tests wordt nagegaan of er op de websites sprake is van niet-naleving. Het vereenvoudigde toezicht is erop gericht om door middel van automatische tests maximaal, voor zover redelijkerwijs mogelijk is, na te gaan of wordt voorzien in de behoeften van de gebruikers inzake toegankelijkheid:

a)

gebruik zonder zicht;

b)

gebruik met beperkt zicht;

c)

gebruik zonder waarneming van kleur;

d)

gebruik zonder gehoor;

e)

gebruik met beperkt gehoor;

f)

gebruik zonder spreekvaardigheden;

g)

gebruik met beperkte handgreep of kracht;

h)

de behoefte om triggers van lichtgevoelige aanvallen tot een minimum te beperken;

i)

gebruik met beperkt cognitief vermogen.

De lidstaten mogen in het kader van vereenvoudigd toezicht ook andere dan geautomatiseerde tests gebruiken.

1.3.3.

De regels voor tests in het kader van vereenvoudigd toezicht worden door de lidstaat herzien na elke termijn voor de indiening van een verslag zoals vastgesteld in artikel 8, lid 4, van Richtlijn (EU) 2016/2102.

2.   STEEKPROEFTREKKING VAN WEBSITES EN MOBIELE APPLICATIES

2.1.   Omvang van de steekproef

2.1.1.

Het aantal websites en mobiele applicaties waarop in elke toezichtsperiode toezicht moet worden gehouden, wordt berekend op basis van het bevolkingsaantal van de lidstaat.

2.1.2.

In de eerste en tweede toezichtsperiode hebben steekproeven voor vereenvoudigd toezicht op websites een minimale omvang van twee websites per 100 000 inwoners, plus 75 websites.

2.1.3.

In de daaropvolgende toezichtsperiodes hebben steekproeven voor vereenvoudigd toezicht op websites een minimale omvang van drie websites per 100 000 inwoners, plus 75 websites.

2.1.4.

Steekproeven voor diepgaand toezicht op websites hebben een omvang van ten minste 5 % van de in punt 2.1.2 vastgestelde minimale steekproefomvang voor vereenvoudigd toezicht, plus 10 websites.

2.1.5.

Steekproeven voor diepgaand toezicht op mobiele applicaties hebben een minimale omvang van één mobiele applicatie per 1 000 000 inwoners, plus zes mobiele applicaties.

2.1.6.

Indien het aantal websites in een lidstaat kleiner is dan het aantal websites waarop moet worden toegezien, houdt de lidstaat toezicht op ten minste 75 % van alle websites.

2.1.7.

Indien het aantal mobiele applicaties in een lidstaat kleiner is dan het aantal mobiele applicaties waarop toezicht moet worden gehouden, houdt de lidstaat toezicht op ten minste 50 % van alle mobiele applicaties.

2.2.   Samenstelling van de steekproef voor websites

2.2.1.

Bij de samenstelling van de steekproef voor websites wordt een diverse, representatieve en geografisch evenwichtige verdeling nagestreefd.

2.2.2.

De steekproef omvat websites van de verschillende bestuurlijke niveaus in de lidstaten. Uitgaande van de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) en de lokale bestuurlijke eenheden (LBE's) in de NUTS omvat de steekproef de volgende websites, voor zover deze bestaan:

a)

nationale websites;

b)

regionale websites (NUTS 1, NUTS 2, NUTS 3);

c)

lokale websites (LBE 1, LBE 2);

d)

websites van publiekrechtelijke lichamen die niet behoren tot de categorieën a) tot en met c).

2.2.3.

De steekproef omvat websites die een zo goed mogelijke weergave zijn van de diversiteit aan diensten die door overheidsinstanties worden aangeboden, met name: sociale bescherming, gezondheidszorg, vervoer, onderwijs, werkgelegenheid en belastingen, milieubescherming, recreatie en cultuur, huisvesting en gemeenschapsvoorzieningen, en openbare orde en veiligheid.

2.2.4.

De lidstaten raadplegen de belanghebbenden, in het bijzonder organisaties die mensen met een handicap vertegenwoordigen, over de samenstelling van de steekproef van de websites waarop toezicht moet worden gehouden en houden terdege rekening met het advies van de belanghebbenden ten aanzien van specifieke websites waarop toezicht moet worden gehouden.

2.3.   Samenstelling van de steekproef voor mobiele applicaties

2.3.1.

Bij de samenstelling van de steekproef voor mobiele applicaties wordt een diverse en representatieve verdeling nagestreefd.

2.3.2.

Vaak gedownloade mobiele applicaties worden in aanmerking genomen in de steekproef.

2.3.3.

Bij de samenstelling van de steekproef voor mobiele applicaties wordt rekening gehouden met verschillende besturingssystemen. Ten behoeve van de steekproeftrekking worden versies van een mobiele applicatie voor verschillende besturingssystemen als afzonderlijke mobiele toepassingen beschouwd.

2.3.4.

Alleen de meest recente versie van een mobiele applicatie wordt in de steekproef opgenomen, behalve in gevallen waarin de meest recente versie van een mobiele applicatie niet compatibel is met een verouderd, maar nog steeds ondersteund, besturingssysteem. In dat geval mag een van die eerdere versies van de mobiele applicatie ook worden opgenomen in de steekproef.

2.3.5.

De lidstaten raadplegen de belanghebbenden, in het bijzonder organisaties die mensen met een handicap vertegenwoordigen, over de samenstelling van de steekproef van de mobiele applicaties waarop toezicht moet worden gehouden en houden terdege rekening met het advies van de belanghebbenden ten aanzien van specifieke mobiele applicaties waarop toezicht moet worden gehouden.

2.4.   Terugkerende steekproef

Indien het aantal bestaande websites of mobiele applicaties zulks toestaat, omvat de steekproef vanaf de tweede toezichtsperiode ten minste 10 % van de websites en mobiele applicaties waarop in de voorgaande toezichtsperiode toezicht is gehouden, en bestaat de steekproef voor ten minste 50 % uit websites en mobiele applicaties waarop in de voorgaande toezichtsperiode geen toezicht is gehouden.

3.   STEEKPROEFTREKKING VAN PAGINA'S

3.1.   Voor de toepassing van deze bijlage wordt onder „pagina” een webpagina of een scherm in een mobiele applicatie verstaan.

3.2.   In het kader van diepgaand toezicht wordt op de volgende pagina's en documenten, indien aanwezig, toezicht uitgeoefend:

a)

homepages, loginpagina's, sitemaps, contactpagina's en pagina's met wettelijke informatie;

b)

ten minste één relevante pagina voor elk type dienst dat door de website of mobiele applicatie wordt aangeboden en ieder ander beoogd primair gebruik ervan, met inbegrip van de zoekfunctie;

c)

de pagina's met de toegankelijkheidsverklaring of het toegankelijkheidsbeleid en de pagina's met het feedbackmechanisme;

d)

voorbeelden van pagina's met een opmerkelijk verschillend uiterlijk of met een ander soort inhoud;

e)

ten minste één relevant, te downloaden document, indien aanwezig, voor elk type dienst dat door de website of mobiele applicatie wordt aangeboden en ieder ander beoogd primair gebruik ervan;

f)

alle andere pagina's die de toezichthoudende instantie relevant acht;

g)

willekeurig gekozen pagina's waarvan het aantal ten minste 10 % van de bij punt 3.2, onder a) tot en met f), genomen steekproef bedraagt.

3.3.   Indien een van de overeenkomstig punt 3.2 geselecteerde pagina's in de steekproef een stap in een proces is, worden, zoals bepaald in punt 1.2.2, alle stappen van het proces gecontroleerd.

3.4.   Voor de vereenvoudigde toezichtsmethode wordt, naast de homepage, een aantal pagina's gecontroleerd dat passend is voor de geschatte omvang en complexiteit van de website.


BIJLAGE II

INSTRUCTIES VOOR DE RAPPORTAGE

1.   SAMENVATTING VAN HET VERSLAG

Het verslag omvat een samenvatting van de inhoud ervan.

2.   BESCHRIJVING VAN DE TOEZICHTSACTIVITEITEN

In het verslag wordt een beschrijving gegeven van de toezichtsactiviteiten van de lidstaten, met een duidelijk onderscheid tussen websites en mobiele applicaties. Het verslag omvat de volgende informatie:

2.1.   Algemene informatie

a)

de data waarop het toezicht is uitgeoefend in elke toezichtsperiode;

b)

de identificatie van het orgaan belast met het toezicht;

c)

de beschrijving van de representativiteit en de verdeling van de steekproef als bepaald in de punten 2.2 en 2.3 van bijlage I.

2.2.   Samenstelling van de steekproef

a)

het totale aantal websites en mobiele applicaties in de steekproef;

b)

het aantal websites waarop de vereenvoudigde toezichtsmethode is toegepast;

c)

het aantal websites en mobiele applicaties waarop de diepgaande toezichtsmethode is toegepast;

d)

het aantal websites van elk van de vier in punt 2.2.2 van bijlage I genoemde categorieën waarop toezicht wordt gehouden;

e)

de verdeling van de steekproef voor websites, waarmee de diversiteit aan bestreken openbare diensten wordt aangetoond (zoals vereist in punt 2.2.3 van bijlage I);

f)

de verdeling van de steekproef van mobiele applicaties over de verschillende besturingssystemen (zoals vereist in punt 2.3.3 van bijlage I);

g)

het aantal websites en mobiele applicaties waarop in de voorafgaande toezichtsperiode toezicht is gehouden en in de huidige toezichtsperiode opnieuw (de terugkerende steekproef zoals beschreven in punt 2.4 van bijlage I).

2.3.   Concordantie met de normen, technische specificaties en de instrumenten die worden gebruikt voor toezichtsactiviteiten

a)

een overzicht, in de vorm van een concordantietabel, waaruit blijkt hoe met de toezichtsmethoden, waaronder de toegepaste tests, wordt nagegaan of er wordt voldaan aan de eisen in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102;

b)

gedetailleerde informatie over de gebruikte instrumenten, over de uitgevoerde controles en over de vraag of er gebruiksvriendelijkheidstests zijn uitgevoerd.

3.   RESULTATEN VAN HET TOEZICHT

In het verslag staan de gedetailleerde resultaten van het toezicht dat door de lidstaten is uitgeoefend.

3.1.   Gedetailleerde resultaten

Voor elke toegepaste toezichtsmethode (diepgaand en vereenvoudigd, voor websites en voor mobiele applicaties) wordt in het verslag het volgende vermeld:

a)

een uitvoerige beschrijving van de resultaten van het toezicht, met inbegrip van de meetgegevens;

b)

een kwalitatieve analyse van de resultaten van het toezicht, met inbegrip van:

i)

de bevindingen met betrekking tot frequente of cruciale gevallen van niet-naleving van de eisen in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102;

ii)

indien mogelijk, de ontwikkelingen, van de ene periode op de andere, op het gebied van de algemene toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties waarop toezicht is gehouden.

3.2.   Aanvullende inhoud (facultatief)

Het verslag kan de volgende informatie bevatten:

a)

de resultaten van het toezicht op websites of mobiele applicaties van overheidsinstanties buiten het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2016/2102;

b)

nadere gegevens over hoe de verschillende technologieën die worden gebruikt door de gecontroleerde websites en mobiele applicaties, presteren op het vlak van toegankelijkheid;

c)

resultaten van het toezicht met betrekking tot eventuele eisen die verder gaan dan de eisen in de normen en technische specificaties als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2102;

d)

de lessen die zijn getrokken uit de feedback die de toezichthoudende instantie aan de gecontroleerde overheidsinstanties heeft gegeven;

e)

ieder ander relevant aspect met betrekking tot het toezicht op de toegankelijkheid van websites of mobiele applicaties van overheidsinstanties dat buiten de vereisten van Richtlijn (EU) 2016/2102 valt;

f)

een samenvatting van de resultaten van het overleg met de belanghebbenden en de lijst van geraadpleegde belanghebbenden;

g)

nadere gegevens over het gebruik van de onevenredige last als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn (EU) 2016/2102.

4.   GEBRUIK VAN DE HANDHAVINGSPROCEDURE EN FEEDBACK VAN DE EINDGEBRUIKER

In het verslag worden de door de lidstaat ingestelde handhavingsprocedure en het gebruik ervan gedetailleerd beschreven.

In het verslag mogen de lidstaten melding maken van alle kwalitatieve of kwantitatieve gegevens over de feedback die de overheidsinstanties hebben ontvangen via het bij artikel 7, lid 1, onder b), van Richtlijn (EU) 2016/2102 ingestelde feedbackmechanisme.

5.   INHOUD IN VERBAND MET AANVULLENDE MAATREGELEN

Het verslag omvat de bij artikel 8, lid 5, van Richtlijn (EU) 2016/2102 vereiste inhoud.