27.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 24/3


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/136 VAN DE COMMISSIE

van 25 januari 2018

tot aanwijzing van het EU-referentielaboratorium voor mond-en-klauwzeer en tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG van de Raad wat betreft het referentielaboratorium van de Europese Unie voor vesiculaire varkensziekte

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 299)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (1), en met name artikel 24, lid 2,

Gezien Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond-en-klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG (2), en met name artikel 69, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 92/119/EEG zijn de algemene bestrijdingsmaatregelen van de Unie vastgesteld die moeten worden toegepast bij een uitbraak van, onder meer, vesiculaire varkensziekte. In punt 6 van bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG wordt het referentielaboratorium van de Europese Unie voor vesiculaire varkensziekte aangegeven dat is aangewezen voor het vervullen van de functies en taken als bedoeld in bijlage III bij die richtlijn.

(2)

Bij Richtlijn 2003/85/EG zijn de minimale bestrijdingsmaatregelen vastgesteld die moeten worden toegepast bij een uitbraak van mond-en-klauwzeer. Bij Richtlijn 2003/85/EG is onder meer bepaald dat een referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer moet worden aangewezen voor het vervullen van de functies en taken als bedoeld in bijlage XVI bij die richtlijn. Vervolgens is bij Uitvoeringsbesluit 2012/767/EU van de Commissie (3) het referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer aangewezen.

(3)

Als gevolg van de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk op grond van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie moet het in bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG als het referentielaboratorium van de Europese Unie voor vesiculaire varkensziekte aangegeven en vervolgens bij Uitvoeringsbesluit 2012/767/EU als het referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer aangewezen laboratorium afstand doen van zijn functies als referentielaboratorium van de Europese Unie voor deze twee ziekten.

(4)

De Commissie heeft, in nauwe samenwerking met de lidstaten, een oproep gepubliceerd voor de selectie en aanwijzing van het referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer, rekening houdend met de criteria inzake de technische en wetenschappelijke competentie van het laboratorium en de expertise van het personeel.

(5)

Na de afronding van de selectieprocedure bleek het consortium ANSES & CODA-CERVA, dat is opgericht door het laboratorium voor diergezondheid van het agentschap voor voedsel, milieu en veiligheid en gezondheid op het werk (ANSES) in Maisons-Alfort, Frankrijk, en het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA-CERVA) in Ukkel, België, het succesvolle laboratorium te zijn.

(6)

Om verstoringen van de werkzaamheden van het referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer te voorkomen en om het onlangs aangewezen referentielaboratorium van de Europese Unie voldoende tijd te gunnen om volledig operationeel te worden, is het passend dat de in dit besluit vervatte maatregelen van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2019.

(7)

In haar wetenschappelijk advies inzake vesiculaire varkensziekte en vesiculaire stomatitis (4) heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid geconcludeerd dat vesiculaire varkensziekte niet langer epidemisch potentieel heeft en snel kan worden gediagnosticeerd aan de hand van laboratoriumtests. Bovendien is de epidemiologische situatie wat betreft vesiculaire varkensziekte in de Europese Unie, aanzienlijk verbeterd en werden de laatste gevallen enkel middels laboratoriumtesten van monsters van een klein gebied in één enkele lidstaat gedetecteerd. Sinds 2014 is vesiculaire varkensziekte door de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) niet langer in de lijst van meldingsplichtige ziekten opgenomen (5).

(8)

Hoewel de Richtlijnen 92/119/EEG en 2003/85/EG worden ingetrokken met ingang van 21 april 2021 overeenkomstig artikel 270 van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (6), is mond-en-klauwzeer vermeld in artikel 5, lid 1, van die verordening, terwijl de vesiculaire varkensziekte staat vermeld in bijlage II bij die verordening. Overeenkomstig artikel 275 van die verordening wordt de lijst van ziekten in bijlage II uiterlijk op 20 april 2019 herzien. Om de bovenstaande wetenschappelijke en technische redenen voldoet vesiculaire varkensziekte niet aan de criteria om te worden opgenomen in de lijst van artikel 5, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429.

(9)

Voorts zijn vesiculaire varkensziekte en andere vesiculaire ziekten opgenomen in bepaalde functies en taken die in bijlage XVI bij Richtlijn 2003/85/EG zijn vastgesteld voor het Europees referentielaboratorium voor mond-en-klauwzeer, en in het bijzonder met betrekking tot de capaciteit van de nationale referentielaboratoria en het referentielaboratorium van de Europese Unie voor de uitvoering van de differentiële diagnose van mond-en-klauwzeer. Al deze elementen samen maken het mogelijk niet langer een referentielaboratorium van de Europese Unie voor vesiculaire varkensziekte aan te wijzen.

(10)

De verwijzing naar het in bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG aangegeven laboratorium moet worden geschrapt. Bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

Omwille van de duidelijkheid moet Uitvoeringsbesluit 2012/767/EU worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2019, de datum waarop het onlangs aangewezen referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer zijn functie en taken moet opnemen.

(12)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het consortium ANSES & CODA-CERVA, dat is opgericht door het laboratorium voor diergezondheid van het agentschap voor voedsel, milieu en veiligheid en gezondheid op het werk (ANSES) in Maisons-Alfort, Frankrijk, en het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA-CERVA) in Ukkel, België, wordt aangewezen als het referentielaboratorium van de Europese Unie voor mond-en-klauwzeer voor onbepaalde tijd.

Artikel 2

In bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG wordt punt 6 geschrapt.

Artikel 3

Uitvoeringsbesluit 2012/767/EU van de Commissie wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.

Verwijzingen naar het ingetrokken uitvoeringsbesluit gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 januari 2018.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 69.

(2)  PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsbesluit 2012/767/EU van de Commissie van 7 december 2012 tot aanwijzing van het EU-referentielaboratorium voor mond-en-klauwzeer en tot intrekking van Beschikking 2006/393/EG (PB L 337 van 11.12.2012, blz. 54).

(4)  Panel voor diergezondheid en dierenwelzijn van de EFSA; Scientific Opinion on Swine Vesicular Disease and Vesicular Stomatitis. EFSA Journal 2012;10(4):2631, 97 blz., doi:10.2903/j.efsa.2012.2631.

(5)  Resolutie nr. 31 inzake wijzigingen in de gezondheidscode voor landdieren (Terrestrial Animal Health Code) van de OIE, goedgekeurd tijdens de 82e algemene vergadering van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE), 25-30 mei 2014, Parijs, Frankrijk.

(6)  Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid („diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).