7.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/30


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1994 VAN DE COMMISSIE

van 6 november 2017

tot opening van een nieuw onderzoek in verband met de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2016/184 en (EU) 2016/185 tot uitbreiding van het definitieve compenserende recht respectievelijk het definitieve antidumpingrecht op fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China, tot fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), verzonden uit Maleisië en Taiwan, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië en Taiwan, met het oog op de vaststelling of één Maleisische producent-exporteur van die maatregelen kan worden vrijgesteld, tot intrekking van het antidumpingrecht ten aanzien van de invoer afkomstig van die producent-exporteur en tot registratie van die invoer

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de antidumpingbasisverordening”), en met name artikel 11, lid 4, artikel 13, lid 4, en artikel 14, lid 5, en Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (2) („de antisubsidiebasisverordening”), en met name artikel 23, lid 6, en artikel 24, lid 5,

Na kennisgeving aan de lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   VERZOEK

(1)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de antidumpingbasisverordening en artikel 23, lid 6, van de antisubsidiebasisverordening een verzoek ontvangen om vrijstelling van de antidumpingmaatregelen en de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China, die zijn uitgebreid tot de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), verzonden uit Maleisië en Taiwan, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië en Taiwan, voor zover het de indiener van het verzoek betreft.

(2)

Het verzoek werd op 23 mei 2017 ingediend door Longi (Kuching) SDN.BHD („de indiener van het verzoek”), een in Maleisië („het betrokken land”) gevestigde producent-exporteur van fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium en cellen van de soort die in dergelijke modules of panelen wordt gebruikt.

2.   ONDERZOCHT PRODUCT

(3)

Bij het onderzochte product gaat het om fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium en cellen van de soort die in dergelijke modules of panelen wordt gebruikt (de cellen hebben een dikte van maximaal 400 micrometer), verzonden uit Maleisië en Taiwan, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië en Taiwan, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8501 31 00, ex 8501 32 00, ex 8501 33 00, ex 8501 34 00, ex 8501 61 20, ex 8501 61 80, ex 8501 62 00, ex 8501 63 00, ex 8501 64 00 en ex 8541 40 90.

(4)

De volgende productsoorten vallen niet onder de productomschrijving van het onderzochte product:

zonneopladers die bestaan uit minder dan zes cellen, draagbaar zijn en apparaten van elektriciteit voorzien of batterijen opladen;

fotovoltaïsche producten vervaardigd met dunnelaagtechnologie;

fotovoltaïsche producten van kristallijn silicium die permanent in elektrische goederen zijn geïntegreerd, wanneer die elektrische goederen een andere functie hebben dan het opwekken van elektriciteit en wanneer die elektrische goederen de elektriciteit verbruiken die door de geïntegreerde fotovoltaïsche cel(len) van kristallijn silicium wordt opgewekt;

modules of panelen met een uitgangsspanning van niet meer dan 50 V gelijkstroom en een uitgangsvermogen van niet meer dan 50 W, uitsluitend voor rechtstreeks gebruik als batterijladers in systemen met dezelfde spannings- en vermogenskenmerken.

3.   BESTAANDE MAATREGELEN

(5)

Bij Verordeningen (EU) nr. 1238/2013 (3) en (EU) nr. 1239/2013 (4) heeft de Raad antidumpingmaatregelen respectievelijk compenserende maatregelen ingesteld ten aanzien van fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium en cellen van de soort die in dergelijke modules wordt gebruikt alsmede de belangrijkste componenten daarvan (cellen), van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China („de VRC”) („de oorspronkelijke maatregelen”). Er werd ook een verbintenis aanvaard. Bij Uitvoeringsverordeningen (EU) 2016/184 (5) en (EU) 2016/185 (6) heeft de Commissie de maatregelen uitgebreid tot de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), verzonden uit Maleisië en Taiwan („de maatregelen zoals uitgebreid”), al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië en Taiwan, met uitzondering van de invoer geproduceerd door bepaalde, specifiek genoemde ondernemingen.

(6)

Bij Verordeningen (EU) 2017/366 (7) en (EU) 2017/367 (8) heeft de Commissie, na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen, de compenserende respectievelijk de antidumpingmaatregelen uitgebreid, en het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek dat tegelijkertijd was geopend, beëindigd.

(7)

Op 10 februari 2017 opende de Commissie op verzoek van een nieuwe producent-exporteur een nieuw onderzoek (9) met het oog op een vrijstelling. Dat nieuwe onderzoek loopt nog. Op 3 maart 2017 heeft de Commissie ook een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek (10) geopend, dat beperkt was tot de vorm van de maatregelen. Op 15 september 2017 heeft de Commissie dat onderzoek afgesloten en verving zij de bestaande, aan een verbintenis gekoppelde ad-valoremrechten door een minimuminvoerprijs (MIP) (11).

4.   MOTIVERING VAN HET NIEUWE ONDERZOEK

(8)

De indiener van het verzoek voerde aan dat hij het onderzochte product tijdens het tijdvak van het onderzoek dat tot de maatregelen zoals uitgebreid heeft geleid, namelijk de periode van 1 april 2014 tot en met 31 maart 2015, niet naar de Unie heeft uitgevoerd.

(9)

Bovendien was er volgens hem geen sprake van dat hij de bestaande maatregelen heeft ontweken.

(10)

Voorts voerde hij aan dat hij na het tijdvak van het onderzoek dat tot de maatregelen zoals uitgebreid heeft geleid, een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren.

5.   PROCEDURE

5.1.   Inleiding

(11)

De Commissie heeft het beschikbare bewijsmateriaal onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat dit toereikend was voor de opening van een onderzoek op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de antidumpingbasisverordening en artikel 23, lid 6, van de antisubsidiebasisverordening teneinde vast te stellen of de indiener van het verzoek van de maatregelen zoals uitgebreid kan worden vrijgesteld.

(12)

Overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de antidumpingbasisverordening is de bekende betrokken bedrijfstak van de Unie in kennis gesteld van het verzoek om een nieuw onderzoek en in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen; er zijn echter geen opmerkingen ontvangen.

(13)

De Commissie zal bijzondere aandacht besteden aan de verbondenheid van de indiener van het verzoek met de ondernemingen waarop de bestaande maatregelen van toepassing zijn, om zich ervan te vergewissen dat hij niet is opgericht of gebruikt werd om de maatregelen te ontwijken. Zij zal ook nagaan of bijzondere monitoringvoorwaarden moeten worden opgelegd indien bij het onderzoek wordt geconcludeerd dat het verlenen van de vrijstelling gerechtvaardigd is.

5.2.   Intrekking van de bestaande antidumpingmaatregelen en registratie van de invoer

(14)

Op grond van artikel 11, lid 4, van de antidumpingbasisverordening moet het geldende antidumpingrecht worden ingetrokken ten aanzien van de invoer van het onderzochte product dat door de indiener van het verzoek wordt vervaardigd en naar de Unie wordt uitgevoerd.

(15)

Tevens moet de invoer van dit product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de antidumpingbasisverordening worden geregistreerd, zodat eventueel antidumpingrechten kunnen worden geheven vanaf de datum van registratie van deze invoer, indien uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de indiener van het verzoek de maatregelen heeft ontweken. In dit stadium van het onderzoek kan geen schatting worden gemaakt van het bedrag dat de indiener van het verzoek in de toekomst eventueel verschuldigd zal zijn.

5.3.   Bestaande antisubsidiemaatregelen

(16)

Aangezien de antisubsidiebasisverordening geen rechtsgrondslag bevat voor de intrekking van de geldende antisubsidiemaatregelen, blijven deze maatregelen van kracht. Alleen als uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de indiener van het verzoek recht heeft op vrijstelling, zullen de geldende antisubsidiemaatregelen worden ingetrokken bij een verordening tot verlening van een dergelijke vrijstelling.

5.4.   Tijdvak van het nieuwe onderzoek

(17)

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op de periode van 1 april 2014 tot en met 30 september 2017 („tijdvak van het nieuwe onderzoek”).

5.5.   Onderzoek naar de indiener van het verzoek

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek een vragenlijst toezenden. Ingevolge artikel 6, lid 2, van de antidumpingbasisverordening en artikel 11, lid 2, van de antisubsidiebasisverordening moet de indiener van het verzoek, tenzij anders vermeld, de ingevulde vragenlijst uiterlijk 37 dagen na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening indienen.

5.6.   Andere schriftelijke opmerkingen

(18)

Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van deze verordening hun standpunten kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en dit bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening in het bezit van de Commissie zijn.

5.7.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

(19)

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.8.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

(20)

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

(21)

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited (12).

(22)

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de antidumpingbasisverordening en artikel 29, lid 2, van de antisubsidiebasisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

(23)

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven moeten worden ingediend op een draagbaar digitaal opslagmedium (cd-rom, dvd, USB-stick enz.). Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf).

(24)

Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1040 Brussel.

BELGIË

E-mail: TRADE-R677-EXEMPTION-SOLAR@ec.europa.eu

6.   NIET-MEDEWERKING

(25)

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de antidumpingbasisverordening en artikel 28 van de antisubsidiebasisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

(26)

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

(27)

Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de antidumpingbasisverordening en artikel 28 van de antisubsidiebasisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

(28)

Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   RAADADVISEUR-AUDITEUR

(29)

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht.

(30)

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

(31)

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

8.   TIJDSCHEMA VOOR HET ONDERZOEK

(32)

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de antidumpingbasisverordening en artikel 22, lid 1, van de antisubsidiebasisverordening uiterlijk negen maanden na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening afgesloten.

9.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

(33)

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (13),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 en artikel 23, lid 6, van Verordening (EU) 2016/1037 wordt een nieuw onderzoek geopend in verband met de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2016/184 en (EU) 2016/185, teneinde vast te stellen of fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium en cellen van de soort die in dergelijke modules of panelen wordt gebruikt (de cellen hebben een dikte van maximaal 400 micrometer), verzonden uit Maleisië en Taiwan, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië en Taiwan, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8501 31 00, ex 8501 32 00, ex 8501 33 00, ex 8501 34 00, ex 8501 61 20, ex 8501 61 80, ex 8501 62 00, ex 8501 63 00, ex 8501 64 00 en ex 8541 40 90 (Taric-codes 8501310082, 8501310083, 8501320042, 8501320043, 8501330062, 8501330063, 8501340042, 8501340043, 8501612042, 8501612043, 8501618042, 8501618043, 8501620062, 8501620063, 8501630042, 8501630043, 8501640042, 8501640043, 8541409022, 8541409023, 8541409032 en 8541409033), geproduceerd door Longi (Kuching) SDN.BHD (aanvullende Taric-code C309), moeten worden onderworpen aan de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/185 ingestelde antidumpingmaatregelen en de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/184 ingestelde antisubsidiemaatregelen.

Artikel 2

Het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/185 ingestelde antidumpingrecht wordt ingetrokken ten aanzien van het in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven product.

Artikel 3

De douaneautoriteiten nemen overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 de nodige maatregelen om de invoer in de Unie van het in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven product te registreren.

De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 november 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

(3)  PB L 325 van 5.12.2013, blz. 1.

(4)  PB L 325 van 5.12.2013, blz. 66.

(5)  PB L 37 van 12.2.2016, blz. 56.

(6)  PB L 37 van 12.2.2016, blz. 76.

(7)  PB L 56 van 3.3.2017, blz. 1.

(8)  PB L 56 van 3.3.2017, blz. 131.

(9)  PB L 36 van 11.2.2017, blz. 47.

(10)  PB C 67 van 3.3.2017, blz. 16.

(11)  PB L 238 van 16.9.2017, blz. 22.

(12)  Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(13)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).