1.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 286/1


VERORDENING (EU) 2017/1953 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 25 oktober 2017

tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 wat de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 172,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de mededeling van de Commissie van 14 september 2016„Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij” wordt een Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en ondernemingen op de digitale eengemaakte markt geschetst en worden een aantal mogelijke maatregelen beschreven waarmee de connectiviteit in de Europese Unie kan worden verbeterd.

(2)

In haar mededeling van 26 augustus 2010„Een digitale agenda voor Europa” herinnert de Commissie eraan dat in de Europa 2020-strategie sterk de nadruk wordt gelegd op het belang van breedbandgebruik voor de sociale inclusie en het concurrentievermogen in de Unie, en bevestigt zij nogmaals de doelstelling om ervoor te zorgen dat alle Europeanen tegen 2020 toegang hebben tot internet met een snelheid van meer dan 30 Mbps en ten minste 50 % van de Europese huishoudens een abonnement hebben op internetverbindingen van meer dan 100 Mbps.

(3)

Als een van de maatregelen ter ondersteuning van de visie op internetconnectiviteit overal in de Unie pleit de Commissie in haar mededeling van 14 september 2016 voor de uitrol van lokale draadloze toegangspunten door middel van vereenvoudigde vergunningsprocedures en minder administratieve belemmeringen. Dergelijke toegangspunten, met inbegrip van deze die aanvullend zijn aan andere openbare dienstverlening of die niet-commercieel van aard zijn, kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering van de huidige draadloze communicatienetwerken en aan de uitrol van de toekomstige generaties van zulke netwerken door voor een fijnmazigere dekking te zorgen die tegemoetkomt aan de evoluerende behoeften. Die toegangspunten moeten deelkunnen uitmaken van een netwerk met één authenticatiesysteem dat in de gehele Unie geldig is, en op het systeem moeten andere gratis lokale draadloze connectiviteitsnetwerken kunnen worden aangesloten. Het systeem moet in overeenstemming zijn met de Unievereisten inzake databescherming en met Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad (4).

(4)

In de context van deze verordening betekent gratis en zonder discriminerende voorwaarden verstrekte lokale draadloze connectiviteit dat, met betrekking tot het gratis karakter ervan, deze wordt aangeboden zonder tegenprestatie, hetzij in de vorm van een directe betaling, hetzij in de vorm van andere soorten van vergoeding, zoals commerciële reclame en het verstrekken van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden. Zonder discriminerende voorwaarden houdt in dat deze connectiviteit wordt aangeboden zonder afbreuk te doen aan beperkingen uit hoofde van het Unierecht of nationale regelgeving conform het Unierecht, alsook met inachtneming van de noodzaak te zorgen voor een vlotte werking van het netwerk en in het bijzonder voor een eerlijke toewijzing van capaciteit tussen de gebruikers op piekmomenten.

(5)

Een concurrerende markt en een wetgevingskader dat kan worden aangepast aan ontwikkelingen en dat concurrentie, investeringen en de wijdverspreide beschikbaarheid en benutting van connectiviteit met een zeer hoge capaciteit, alsook trans-Europese netwerken en nieuwe bedrijfsmodellen bevordert, zijn belangrijke stimulansen voor investeringen in netwerken met een grote en een zeer grote capaciteit die connectiviteit kunnen bieden aan burgers in de gehele Unie.

(6)

In het licht van de mededeling van de Commissie van 14 september 2016 en met het oog op de bevordering van digitale inclusie moet de Unie het aanbod van hoogwaardige, gratis en zonder discriminerende voorwaarden verstrekte lokale draadloze connectiviteit in centra van het lokale openbare leven, met inbegrip van de openbare buitenruimten, ondersteunen. Dergelijke steun valt niet onder de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 (5) en (EU) nr. 283/2014 (6) van het Europees Parlement en de Raad.

(7)

Dit soort steun moet overheidsinstanties, als gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad (7), aanmoedigen om als een aanvullende dienstverlening naast hun openbare opdracht lokale draadloze connectiviteit gratis en zonder discriminerende voorwaarden aan te bieden, zodat de mensen in lokale gemeenschappen in centra van het openbare leven van de voordelen van snelle breedband kunnen genieten en hun digitale vaardigheden kunnen verbeteren. Voorbeelden van dergelijke instanties zijn gemeenten, door gemeenten gevormde samenwerkingsverbanden, andere lokale overheden en instellingen, bibliotheken en ziekenhuizen.

(8)

Lokale draadloze connectiviteit die gratis is en zonder discriminerende voorwaarden, kan de digitale kloof helpen dichten, met name in gebieden die een achterstand hebben op het gebied van digitale geletterdheid, alsook in plattelandsgebieden en afgelegen locaties.

(9)

Betere toegang tot snelle en ultrasnelle breedband en daarmee tot onlinediensten, met name in plattelandsgebieden en afgelegen locaties, kan de levenskwaliteit vergroten door de toegang tot diensten zoals e-gezondheid en e-overheid te vergemakkelijken, en de ontwikkeling van lokale kleine en middelgrote ondernemingen bevorderen.

(10)

Om het succes van de op grond van deze verordening verstrekte steun te verzekeren en het optreden van de Unie op dit gebied te bevorderen, moet de Commissie ervoor zorgen dat entiteiten die met op grond van deze verordening beschikbare financiële bijstand van de Unie projecten willen uitvoeren, eindgebruikers zo veel mogelijk informatie verstrekken over de beschikbaarheid van de diensten en tegelijkertijd duidelijk maken dat de financiering afkomstig is van de Unie. Via dergelijke informatie moeten eindgebruikers ook gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot informatie over de Unie.

(11)

Gezien het specifiek doel ervan en het feit dat zij zich richt op lokale behoeften, moet de bevordering van lokale draadloze connectiviteit in centra van het openbare leven die gratis is en zonder discriminerende voorwaarden, worden aangemerkt als een afzonderlijk project van gemeenschappelijk belang in de telecommunicatiesector in de zin van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014.

(12)

Om de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen passend te financieren en te zorgen voor de succesvolle tenuitvoerlegging daarvan, moeten de financiële middelen voor de tenuitvoerlegging van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) in de telecomsector met 25 000 000 EUR worden verhoogd, een bedrag dat kan worden opgetrokken tot 50 000 000 EUR.

(13)

Gezien het niet-commerciële karakter van de krachtens deze verordening te verlenen steun en de verwachte beperkte omvang van de afzonderlijke projecten moet de administratieve last tot een minimum worden beperkt en in verhouding staan tot de beoogde voordelen, rekening houdend met de noodzaak van verantwoording en een goed evenwicht tussen vereenvoudiging en controle. Deze verordening moet daarom worden uitgevoerd met de meest geschikte vormen van financiële bijstand, in het bijzonder subsidies, bijvoorbeeld door middel van vouchers, die beschikbaar zijn overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (8), nu of in de toekomst. De krachtens deze verordening te verlenen steun mag niet met financieringsinstrumenten worden ondersteund. Het beginsel van goed financieel beheer moet worden toegepast.

(14)

Gezien het beperkte volume financiële kredieten ten opzichte van het mogelijk hoge aantal aanvragen moeten administratieve procedures worden vereenvoudigd om een tijdige besluitvorming mogelijk te maken. Verordening (EU) nr. 1316/2013 moet worden gewijzigd teneinde de lidstaten de mogelijkheid te bieden om in overeenstemming met de in afdeling 4 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 283/2014 omschreven criteria met categorieën van voorstellen in te stemmen, zodat de aanvragen niet afzonderlijk hoeven te worden goedgekeurd en gewaarborgd wordt dat het certificeren van de uitgaven en de jaarlijkse informatieverstrekking aan de Commissie niet verplicht zijn voor subsidies of andere vormen van financiële bijstand die krachtens deze verordening worden toegekend.

(15)

Vanwege het beperkte bereik van lokale draadloze toegangspunten en de geringe waarde van de afzonderlijke projecten wordt niet verwacht dat toegangspunten die financiële bijstand genieten uit hoofde van deze verordening, in het vaarwater van het commerciële aanbod zullen komen. Om er verder voor te zorgen dat dergelijke financiële bijstand de mededinging niet onnodig vervalst, particuliere investeringen niet verdringt of particuliere exploitanten niet ontmoedigt om te investeren, moet de krachtens deze verordening verleende steun worden beperkt tot projecten die niet overlappen met soortgelijk, reeds bestaand gratis particulier of openbaar aanbod in dezelfde openbare ruimte. Deze verordening mag niet uitsluiten dat in de voorwaarden voor het gebruik van de connectiviteit beperkingen kunnen worden gesteld, zoals het beperken van de connectiviteit in de tijd of tot een redelijk maximaal dataverbruik.

(16)

Aangezien aanvullende steun zou kunnen bijdragen tot een significanter effect, mag deze niet worden uitgesloten. Dergelijk aanvullende steun kan worden verleend uit publieke financieringsbronnen, zoals nationale fondsen of fondsen van de Unie, bijvoorbeeld het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, of private financieringsbronnen.

(17)

Het beschikbare budget moet op een geografisch evenwichtige wijze worden toegewezen aan projecten in de verschillende lidstaten en, in beginsel, volgens het principe „wie het eerst komt, het eerst maalt”. Het mechanisme dat moet zorgen voor een geografisch evenwicht, moet worden opgenomen in de betrokken werkprogramma's die krachtens Verordening (EU) nr. 1316/2013 worden vastgesteld, en moet, indien nodig, nader worden gespecificeerd in oproepen tot het indienen van voorstellen die overeenkomstig die verordening worden opgesteld, bijvoorbeeld door een grotere deelname mogelijk te maken van aanvragers uit lidstaten waar relatief weinig gebruik is gemaakt van subsidies of andere vormen van financiële bijstand.

(18)

Om ervoor te zorgen dat de connectiviteit overeenkomstig deze verordening snel wordt verstrekt, moet bij het verlenen van de financiële bijstand zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van online-instrumenten waarmee aanvragen snel kunnen worden ingediend en behandeld, en die de tenuitvoerlegging, monitoring en controle van de geïnstalleerde lokale draadloze toegangspunten ondersteunen. De Commissie en de betrokken autoriteiten in de lidstaten moeten het project van algemeen belang promoten.

(19)

Deze verordening doet geen afbreuk aan nationaal recht dat in overeenstemming is met het Unierecht, zoals nationale voorschriften op grond waarvan gemeenten niet rechtstreeks gratis draadloze connectiviteit mogen aanbieden, maar wel via private entiteiten.

(20)

Gezien de dringende internetconnectiviteitsbehoeften binnen de Unie en de noodzaak van het bevorderen van de toegang tot netwerken die in de hele Unie, met inbegrip van plattelandsgebieden en afgelegen locaties, een kwalitatief hoogwaardige internetervaring op basis van ten minste snelle breedbanddiensten kunnen bieden, waarbij bij voorkeur ook de doelstellingen van de Europese gigabitmaatschappij worden verwezenlijkt, moet in het kader van de financiële bijstand een geografisch evenwichtige verdeling worden nagestreefd.

(21)

Ook moet de begunstigde entiteiten worden voorgeschreven dat zij de draadloze connectie voor een periode van ten minste drie jaar aanbieden.

(22)

Bij krachtens deze verordening gefinancierde acties moet de meest recente en de beste beschikbare uitrusting worden gebruikt die de gebruikers ervan, gratis en zonder discriminerende voorwaarden, gemakkelijk toegankelijke en naar behoren beveiligde hogesnelheidsconnectiviteit kan bieden.

(23)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het verlenen van steun voor het aanbieden van hoogwaardige draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen in de Unie, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(24)

De Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013

Verordening (EU) nr. 1316/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 wordt punt 1 vervangen door:

„1)   „project van gemeenschappelijk belang”: een project dat is aangeduid in Verordening (EU) nr. 1315/2013, Verordening (EU) nr. 347/2013 of Verordening (EU) nr. 283/2014 (*1) van het Europees Parlement en de Raad;

(*1)  Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14).”."

2)

In artikel 4 wordt lid 4 vervangen door:

„4.   In de sector telecommunicatie verleent de CEF steun voor acties waarmee de in Verordening (EU) nr. 283/2014 gespecificeerde doelstellingen worden nagestreefd.”.

3)

In artikel 5, lid 1, eerste alinea, wordt punt b) vervangen door:

„b)

sector telecommunicatie: 1 066 602 000 EUR;”.

4)

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Alleen acties die bijdragen aan projecten van gemeenschappelijk belang overeenkomstig Verordeningen (EU) nr. 1315/2013, (EU) nr. 347/2013 en (EU) nr. 283/2014, alsook programmaondersteunende acties, komen in aanmerking voor financiële bijstand van de Unie, met name in de vorm van subsidies, aanbestedingen en financieringsinstrumenten.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   In de sector telecommunicatie komen alle acties voor de uitvoering van projecten van gemeenschappelijk belang en programmaondersteunende acties, die zijn aangeduid in Verordening (EU) nr. 283/2014 en die voldoen aan de overeenkomstig die verordening vastgestelde criteria en/of voorwaarden, als volgt in aanmerking voor financiële bijstand van de Unie in het kader van deze verordening:

a)

algemene diensten, platforms van kerndiensten en programmaondersteunende acties worden gefinancierd door middel van subsidies en/of aanbestedingen;

b)

acties op het gebied van breedbandnetwerken worden gefinancierd door middel van financieringsinstrumenten;

c)

acties op het gebied van het gratis en zonder discriminerende voorwaarden verstrekken van lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen worden gefinancierd door middel van subsidies of andere vormen van financiële bijstand, met uitsluiting van financieringsinstrumenten.”.

5)

In artikel 9 wordt het volgende lid ingevoegd:

„1 bis.   Waar dat gerechtvaardigd is om onnodige administratieve druk te voorkomen, met name in het geval van subsidies van kleine bedragen in de zin van artikel 185 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012, kunnen de betrokken lidstaten de in lid 1 van dit artikel bedoelde toestemming geven voor een bepaalde categorie van voorstellen in het kader van de werkprogramma's die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 17 van deze verordening, zonder de individuele aanvragers te vermelden. Door een dergelijke toestemming hoeven de lidstaten niet voor elke individuele aanvraag toestemming te verlenen.”.

6)

Aan artikel 10, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Acties op het gebied van de verstrekking van gratis en zonder discriminerende voorwaarden lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen worden gefinancierd met financiële bijstand van de Unie die tot 100 % van de in aanmerking komende kosten dekt, onverminderd het medefinancieringsbeginsel.”.

7)

In artikel 14 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De financieringsinstrumenten waarin is voorzien in titel VIII van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, mogen worden gebruikt om de toegang tot financiering te vergemakkelijken voor entiteiten die acties uitvoeren welke bijdragen aan projecten van gemeenschappelijk belang als omschreven in Verordeningen (EU) nr. 1315/2013, (EU) nr. 347/2013 en (EU) nr. 283/2014, en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan. Die financieringsinstrumenten worden ingezet op basis van een voorafgaand onderzoek naar marktonvolkomenheden of suboptimale investeringssituaties en de investeringsbehoeften. De belangrijkste uitvoeringsvoorwaarden en procedures voor elk financieringsinstrument worden vermeld in deel III van bijlage I bij deze verordening.”.

8)

In artikel 17 wordt lid 5 vervangen door:

„5.   Wanneer de Commissie meerjarenwerkprogramma's en sectorale jaarlijkse werkprogramma's goedkeurt, stelt zij de selectie- en gunningscriteria vast overeenkomstig de doelstellingen en prioriteiten die zijn neergelegd in de artikelen 3 en 4 van deze verordening en in Verordeningen (EU) nr. 1315/2013, (EU) nr. 347/2013 en (EU) nr. 283/2014. Bij de vaststelling van de gunningscriteria houdt de Commissie rekening met de algemene richtsnoeren in deel V van bijlage I bij deze verordening.”.

(9)

In artikel 22 worden de volgende alinea's ingevoegd:

„De certificering van de uitgaven als bedoeld in de tweede alinea van dit artikel is niet verplicht voor subsidies of andere vormen van financiële bijstand die worden toegekend ingevolge artikel 4, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 283/2014.

De verplichte informatieverstrekking aan de Commissie als bedoeld in de derde alinea van dit artikel is niet verplicht voor subsidies of andere vormen van financiële bijstand die worden verleend ingevolge artikel 4, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 283/2014.”.

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EU) nr. 283/2014

Verordening (EU) nr. 283/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 2, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:

„h)   „lokaal draadloos toegangspunt”: kleine uitrusting met laag vermogen en beperkt bereik, die op niet-exclusieve basis radiospectrum gebruikt waarvan de voorwaarden voor de beschikbaarheid en het efficiënt gebruik ervan op Unieniveau zijn geharmoniseerd, en die gebruikers draadloze toegang geeft tot een elektronisch communicatienetwerk.”.

2)

Aan artikel 4, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

„c)

zij ondersteunen het gratis en zonder discriminerende voorwaarden verstrekken van hoogwaardige lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen.”.

3)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„5 bis.   Acties die bijdragen tot projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van de verstrekking in lokale gemeenschappen van lokale draadloze connectiviteit die gratis is en zonder discriminerende voorwaarden, worden ondersteund met:

a)

subsidies, en/of

b)

andere vormen van financiële bijstand, met uitsluiting van financieringsinstrumenten.”;

b)

in lid 7 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Dat bedrag vertegenwoordigt tot 15 % van de financiële middelen voor de telecommunicatiesector, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013.”.

4)

In artikel 6 wordt het volgende lid ingevoegd:

„8 bis.   Acties die bijdragen tot projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van het verstrekken in lokale gemeenschappen van hoogwaardige lokale draadloze connectiviteit die gratis is en zonder discriminerende voorwaarden, voldoen aan de voorwaarden die in afdeling 4 van de bijlage zijn opgenomen om voor de financiering in aanmerking te komen.”.

5)

Aan artikel 8, lid 9, wordt het volgende punt toegevoegd:

„d)

het aantal aansluitingen op lokale draadloze toegangspunten tot stand gebracht in het kader van acties ter uitvoering van afdeling 4 van de bijlage.”.

6)

Aan de bijlage wordt de volgende afdeling toegevoegd:

„AFDELING 4. DRAADLOZE CONNECTIVITEIT IN LOKALE GEMEENSCHAPPEN

Om in aanmerking te komen voor financiële bijstand, moeten acties gericht zijn op de verstrekking van lokale draadloze connectiviteit die gratis is en zonder discriminerende voorwaarden in centra van het lokale openbare leven, met inbegrip van openbare buitenruimten die een belangrijke rol spelen in het openbare leven van lokale gemeenschappen. Omwille van de toegankelijkheid bieden die acties toegang tot diensten die ten minste in de relevante talen van de betrokken lidstaat beschikbaar zijn en, voor zover mogelijk, in de andere officiële talen van de instellingen van de Unie.

Financiële bijstand is beschikbaar voor overheidsinstanties als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad (*2), die zich ertoe verbinden om, in overeenstemming met het nationaal recht, lokale draadloze connectiviteit die gratis is en zonder discriminerende voorwaarden, te verstrekken door middel van de installatie van lokale draadloze toegangspunten.

Acties voor de verstrekking van lokale draadloze connectiviteit komen in aanmerking voor financiering indien deze:

1)

worden uitgevoerd door een overheidsinstantie als bedoeld in de tweede alinea, die de installatie van lokale draadloze toegangspunten in openbare binnen- of buitenruimten kan plannen en controleren, en voor ten minste drie jaar voor de financiering van de exploitatiekosten ervan kan instaan;

2)

gebruikmaken van snelle breedbandconnectiviteit die de gebruikers een kwalitatief hoogwaardige internetervaring biedt die

a)

gratis en zonder discriminerende voorwaarden, gemakkelijk toegankelijk en beveiligd is en gebruikmaakt van de meest recente en de beste beschikbare uitrusting die de gebruikers ervan zeer snelle connectiviteit kan leveren, en

b)

de toegang tot innovatieve digitale diensten ondersteunt, zoals die welke worden aangeboden via infrastructuren voor digitale diensten;

3)

gebruikmaken van de door de Commissie te verstrekken gemeenschappelijke visuele identiteit en verwijzen naar de bijbehorende online-instrumenten;

4)

voldoen aan de beginselen van technologieneutraliteit op het niveau van de backhaul, van efficiënt gebruik van overheidsfinanciering en van aanpassingsvermogen van de projecten aan het beste technologische aanbod;

5)

garanderen de nodige uitrusting te leveren en/of de daaraan gerelateerde installatiediensten te verlenen overeenkomstig de toepasselijke regelgeving om ervoor te zorgen dat projecten de mededinging niet onnodig vervalsen.

Acties die overlappen met een bestaand gratis particulier of publiek aanbod met soortgelijke kenmerken, met inbegrip van kwaliteitskenmerken, in dezelfde openbare ruimte, komen niet voor financiering in aanmerking. Dergelijke overlapping kan worden voorkomen door ervoor te zorgen dat het bereik van de in het kader van deze verordening gefinancierde toegangspunten zodanig is ontworpen dat voornamelijk openbare ruimten worden bestreken en dat er geen overlapping is met dat van een particulier of openbaar aanbod met soortgelijke kenmerken.

Het beschikbare budget wordt, op een geografisch evenwichtige wijze verspreid over de verschillende lidstaten, toegewezen aan acties die aan de in deze afdeling genoemde voorwaarden voldoen, op basis van het aantal ontvangen voorstellen en, in beginsel, volgens het principe „wie het eerst komt, het eerst maalt”. De totale toewijzing van middelen in het kader van elke oproep beslaat alle lidstaten die voorstellen indienen die in aanmerking komen voor financiering.

Acties die in het kader van deze afdeling worden gefinancierd, hebben een looptijd van ten minste drie jaar en worden tijdens deze periode nauwlettend gecontroleerd door de Commissie. Na de looptijd blijft de Commissie inzicht geven in de functionaliteit van deze acties en informatie verzamelen die als input kan dienen voor toekomstige initiatieven.

(*2)  Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).”."

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 25 oktober 2017.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

M. MAASIKAS


(1)  PB C 125 van 21.4.2017, blz. 69.

(2)  PB C 207 van 30.6.2017, blz. 87.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 12 september 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 9 oktober 2017.

(4)  Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

(6)  Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14).

(7)  Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).

(8)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).


Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie komen overeen dat het WiFi4EU-initiatief een betekenisvolle impact en schaalbaarheid moet hebben. In dit verband merken zij op dat de Commissie, indien een verhoging van de financiële enveloppe voor de tenuitvoerlegging van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) met 25 000 000 EUR tot 50 000 000 EUR niet volledig verzekerd kan worden, herschikkingen binnen die enveloppe zou kunnen voorstellen teneinde de globale financiering voor de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen ten belope van 120 000 000 EUR te faciliteren.