4.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/103


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1184 VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2017

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 20, onder c), p), q), r), s) en u), en artikel 223, lid 3, onder c) en d),

Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (2), en met name artikel 62, lid 2, onder a), b) en c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (3) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013. Deel II, titel I, hoofdstuk 1, afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bevat voorschriften inzake openbare interventie en steun voor particuliere opslag, met inbegrip van de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en de mededeling van prijzen daarvan, en bevat bepalingen op grond waarvan de Commissie bevoegd is om gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen op dat gebied vast te stellen. Door middel van dergelijke handelingen dienen bepaalde regels te worden vastgesteld met het oog op een vlotte werking van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en op de vaststelling van vergelijkbare marktprijzen voor karkassen en levende dieren binnen het nieuwe rechtskader. Deze nieuwe regels dienen in de plaats van de Verordeningen (EG) nr. 315/2002 (4) en (EG) nr. 1249/2008 (5) van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 (6) van de Commissie te komen. De genoemde verordeningen worden ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 van de Commissie (7).

(2)

Met het oog op transparantie ten aanzien van de leveranciers moet het slachthuis, het indelingsbureau of het gekwalificeerd personeel dat de indeling van runderen van ten minste acht maanden oud of van varkens of schapen heeft uitgevoerd, de leverancier in kennis stellen van het resultaat van de indeling van de voor slachting aangeboden dieren. Die kennisgeving moet elementen omvatten zoals het resultaat van de indeling, het karkasgewicht, de aanbiedingsvorm van het karkas en, waar van toepassing, de vermelding dat de indeling met geautomatiseerde indelingstechnieken is verricht.

(3)

De betrouwbaarheid van de indeling van karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud, van varkens en van schapen moet worden geverifieerd via regelmatige controles ter plaatse die worden uitgevoerd door instanties die geen banden hebben met de inrichtingen die zij controleren, noch met de indelingsbureaus en het met de indeling belast gekwalificeerd personeel. De voorwaarden en de minimumeisen voor deze controles moeten worden vastgesteld, met inbegrip van die betreffende de verslaggeving over de verrichte controles ter plaatse en de follow-upmaatregelen. Om de lidstaten afhankelijk van hun behoeften meer flexibiliteit te verlenen bij de uitvoering van controles ter plaatse, moet worden voorzien in de mogelijkheid om een risicobeoordeling uit te voeren.

(4)

Om te marktprijzen binnen de Unie met elkaar te kunnen vergelijken moet een referentieaanbiedingsvorm voor karkassen worden bepaald die van invloed is op het gewicht en de juiste prijs van het karkas. Ook moeten bepaalde correctiefactoren worden vastgesteld om de in bepaalde lidstaten gebruikelijke aanbiedingsvormen voor karkassen om te zetten in de referentieaanbiedingsvorm van de Unie.

(5)

De lidstaten moeten kunnen beslissen of zij hun grondgebied voor de prijsnotering indelen, en zo ja, in hoeveel regio's. Aangezien het Verenigd Koninkrijk de verdeling van zijn grondgebied in twee regio's wenst te behouden, is het met het oog op transparantie dienstig te bepalen dat de prijsnotering voor het Verenigd Koninkrijk betrekking moet hebben op twee regio's, namelijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

(6)

Om te garanderen dat de prijzen van karkassen en van levende dieren representatief zijn voor de rundvlees-, varkensvlees- en schapenvleesproductie van de lidstaten, moeten de categorieën, klassen en types worden vastgesteld, alsmede de criteria aan de hand waarvan wordt bepaald voor welke inrichtingen of personen de prijsnoteringsplicht geldt.

(7)

Er moet worden bepaald hoe de lidstaten praktisch te werk moeten gaan voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse prijzen. De mededeling van deze prijzen en de kennisgevingen aan de Commissie dienen te worden verricht overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (ISAMM) (8), met uitzondering van de kennisgevingen die nodig zijn voor de organisatie van inspecties ter plaatse of die dienen als basis voor een compleet overzicht van de vleesmarkt.

(8)

Om te garanderen dat de indelingsschema's van de Unie voor runder-, varkens- en schapenkarkassen eenvormig worden toegepast, moet worden bepaald dat inspecties ter plaatse worden verricht door een inspectiecomité van de Unie, samengesteld uit deskundigen van de Commissie en door de lidstaten aangewezen deskundigen. Er moeten bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de samenstelling en de werking van dat comité.

(9)

Om de lidstaten in de gelegenheid te stellen zich aan te passen aan het nieuwe rechtskader, dient deze verordening twaalf maanden na de inwerkingtreding ervan van toepassing te worden.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

INDELING VAN KARKASSEN EN CONTROLES TER PLAATSE

Artikel 1

Mededeling van de indelingsresultaten

1.   Het slachthuis, het indelingsbureau of het met de indeling belast gekwalificeerd personeel als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 dat de indeling uitvoert overeenkomstig bijlage IV, punten A.II, A.III, B.II, C.II en C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, deelt de leverancier van het dier de resultaten van de indeling mee. Die mededeling geschiedt in papieren of elektronische vorm en bevat per karkas:

a)

de indelingsresultaten, aan de hand van de overeenkomstige letters en cijfers als respectievelijk vermeld in bijlage IV, punten A.II, A.III, B.II, C.II en C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013;

b)

het karkasgewicht, vastgesteld overeenkomstig artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, waarbij wordt vermeld of het om het koude of het warme gewicht gaat;

c)

de aanbiedingsvorm van het karkas op het ogenblik van de weging en de indeling aan de haak; de vermelding van de aanbiedingsvorm van het karkas is niet verplicht indien op grond van de nationale wetgeving slechts één aanbiedingsvorm is toegestaan op het grondgebied van of binnen een regio van de betrokken lidstaat;

d)

indien van toepassing, de vermelding dat de indeling met geautomatiseerde indelingstechnieken is verricht.

2.   De lidstaten kunnen eisen dat de in lid 1, onder a), bedoelde mededeling ook gegevens over subklassen bevat, voor zover die informatie beschikbaar is.

Artikel 2

Controles ter plaatse

1.   Bij alle slachthuizen die de in artikel 10, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde verplichte karkasindeling toepassen, worden controles ter plaatse verricht.

2.   De prestaties van het met de indeling belast gekwalificeerd personeel en de toegepaste indelingsmethoden, evenals de in bijlage IV, punten A.II, A.III, A.V, B.II, B.V, C.II, C.III, C.IV en C.V, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde indeling, aanbiedingsvorm en identificatie van de karkassen in de slachthuizen, worden zonder voorafgaande aankondiging ter plaatse gecontroleerd door een instantie die geen banden heeft met de slachthuizen, de indelingsbureaus of het met de indeling belast gekwalificeerd personeel.

De eis dat er geen banden met de indelingsbureaus en het met de indeling belast gekwalificeerd personeel mogen zijn, geldt niet als die controles door de bevoegde autoriteit van een lidstaat zelf worden uitgevoerd.

3.   Wanneer de met controles ter plaatse belaste instantie niet onder een bevoegde autoriteit ressorteert, verifieert de bevoegde autoriteit minstens eenmaal per jaar, door middel van fysiek toezicht onder dezelfde voorwaarden, of de controles ter plaatse correct worden uitgevoerd.

Artikel 3

Minimumeisen voor de controles ter plaatse

1.   Wanneer in een lidstaat een risicobeoordeling wordt uitgevoerd om de minimumeisen voor controles ter plaatse te bepalen, worden de frequentie van deze controles en het minimumaantal te controleren karkassen bepaald op basis van die risicobeoordeling, waarbij met name rekening wordt gehouden met het aantal dieren dat in de betrokken slachthuizen wordt geslacht en met de bevindingen bij vorige controles ter plaatse in die slachthuizen.

2.   Wanneer in een lidstaat geen risicobeoordeling wordt uitgevoerd, worden de controles ter plaatse als volgt verricht:

a)

in alle slachthuizen waar op jaarbasis gemiddeld ten minste 150 runderen van ten minste acht maanden oud per week worden geslacht: minstens twee controles per kwartaal; elke controle heeft betrekking op ten minste 40 willekeurig gekozen karkassen of, indien minder dan 40 karkassen beschikbaar zijn, op alle karkassen;

b)

in alle slachthuizen waar op jaarbasis gemiddeld minstens 500 varkens per week worden geslacht: minstens twee controles per kwartaal;

c)

de lidstaten bepalen de frequentie van de controles ter plaatse en het minimumaantal te controleren karkassen voor slachthuizen waar:

i)

op jaarbasis gemiddeld minder dan 150 runderen van ten minste acht maanden oud per week worden geslacht;

ii)

op jaarbasis gemiddeld minder dan 500 varkens per week worden geslacht;

iii)

indeling van schapenkarkassen wordt verricht.

3.   Bij de controles ter plaatse wordt in het bijzonder gelet op:

a)

de categorie van het runder- of schapenkarkas;

b)

de indeling, de weging en het merken van de karkassen;

c)

de nauwkeurigheid van de geautomatiseerde indelingsmethoden voor runder- en schapenkarkassen, aan de hand van een punten- en grenswaardensysteem dat de nauwkeurigheid van de indelingsmethode bepaalt;

d)

de aanbiedingsvorm van het karkas;

e)

in voorkomend geval, de dagelijkse functioneringstest en alle andere technische aspecten van de indelingsmethoden;

f)

de in artikel 12, lid 1, onder b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 bedoelde dagelijkse controleverslagen.

Artikel 4

Verslagen en intrekking van vergunningen en goedkeuringen

1.   De bevoegde autoriteit stelt verslagen op van de in artikel 2 bedoelde controles ter plaatse en houdt deze bij.

2.   Als bij de in artikel 2 bedoelde controles ter plaatse een aanzienlijk aantal onjuiste indelingen, aanbiedingsvormen of identificaties wordt geconstateerd of als wordt geconstateerd dat de toepassing van de geautomatiseerde indelingstechniek niet aan de voorschriften voldoet, kunnen de vergunningen of goedkeuringen voor gekwalificeerd personeel of geautomatiseerde indelingstechnieken waarin is voorzien in artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 worden ingetrokken. Indien een fout wordt geconstateerd in de categorie, de bevleesdheidsklasse of de vetheidsklasse, kan de instantie die belast is met de controles ter plaatse, de marktdeelnemer verzoeken deze fout recht te zetten in het merkteken op het karkas en in de betrokken documenten.

HOOFDSTUK II

NOTERING EN MEDEDELING VAN MARKTPRIJZEN VOOR KARKASSEN EN LEVENDE DIEREN

Artikel 5

Aanbiedingsvorm van karkassen

1.   Als de aanbiedingsvorm van het karkas op het moment van de weging en de indeling aan de haak verschilt van de aanbiedingsvorm waarin is voorzien in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, wordt het warme karkasgewicht aangepast door toepassing van correctiefactoren.

Voor karkassen van varkens, van runderen van minder dan acht maanden oud en van schapen worden de correctiefactoren bepaald door de lidstaten.

Voor karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud worden de correctiefactoren toegepast die zijn vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.

2.   Wanneer de in lid 1 bedoelde aanpassingen dezelfde zijn voor het hele grondgebied van een lidstaat, mogen zij op nationaal niveau worden berekend. Wanneer die aanpassingen verschillen naargelang van het slachthuis, worden zij op niveau van het slachthuis berekend.

Artikel 6

Territoriale verdeling voor de notering van marktprijzen voor karkassen

De lidstaten besluiten of hun grondgebied één enkele regio vormt dan wel in verscheidene regio's moet worden ingedeeld. Dit besluit wordt genomen op basis van:

a)

de grootte van hun grondgebied;

b)

het al dan niet bestaan van bestuurlijke indelingen;

c)

geografische prijsverschillen.

Het Verenigd Koninkrijk omvat voor de notering van marktprijzen voor runderkarkassen ten minste twee regio's, namelijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland, die op basis van de in de eerste alinea genoemde criteria verder mogen worden onderverdeeld.

Artikel 7

Klassen voor de notering van marktprijzen voor runderkarkassen

De notering van de marktprijzen op basis van de in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde schema's van de Unie heeft betrekking op de in bijlage IV, punt A.II, van die verordening gespecificeerde categorieën en op de volgende bevleesdheids- en vetheidsklassen:

a)

karkassen van runderen die ten minste acht maanden oud zijn, maar jonger dan twaalf maanden: U2, U3, R2, R3, O2 en O3;

b)

karkassen van niet-gecastreerde mannelijke dieren die ten minste twaalf maanden oud zijn, maar jonger dan 24 maanden: U2, U3, R2, R3, O2 en O3;

c)

karkassen van niet-gecastreerde mannelijke dieren die ten minste 24 maanden oud zijn: R3;

d)

karkassen van gecastreerde mannelijke dieren die ten minste twaalf maanden oud zijn: U2, U3, U4, R3, R4, O3 en O4;

e)

karkassen van vrouwelijke dieren die gekalfd hebben: R3, R4, O2, O3, O4, P2 en P3;

f)

karkassen van andere vrouwelijke dieren die ten minste twaalf maanden oud zijn: U2, U3, U4, R2, R3, R4, O2, O3 en O4.

Artikel 8

Notering van marktprijzen voor runderkarkassen

1.   De mee te delen marktprijs voor karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud, als bedoeld in artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, wordt genoteerd door:

a)

de exploitant van elk slachthuis waar jaarlijks ten minste 20 000 runderen van ten minste acht maanden oud worden geslacht;

b)

de exploitant van elk door de lidstaat aangewezen slachthuis waar jaarlijks minder dan 20 000 runderen van ten minste acht maanden oud worden geslacht;

c)

elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die jaarlijks ten minste 10 000 runderen van ten minste acht maanden oud laat slachten; en

d)

elke door de lidstaat aangewezen natuurlijke persoon of rechtspersoon die jaarlijks minder dan 10 000 runderen van ten minste acht maanden oud laat slachten.

2.   De lidstaat ziet erop toe dat de prijzen worden genoteerd voor ten minste:

a)

25 % van de slachtingen in de regio's die samen goed zijn voor ten minste 75 % van het totale aantal slachtingen in de lidstaat; en

b)

30 % van de in die lidstaat geslachte runderen van ten minste acht maanden oud.

3.   De overeenkomstig lid 1 genoteerde prijzen hebben betrekking op de gedurende de betrokken noteringsperiode geslachte runderen van ten minste acht maanden oud en zijn gebaseerd op het koude karkasgewicht als bedoeld in artikel 14, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182.

4.   Bij de prijzen die zijn genoteerd voor elke in artikel 7 van deze verordening bedoelde klasse, wordt het gemiddelde karkasgewicht opgegeven waarop zij betrekking hebben, en wordt vermeld of zij al dan niet zijn gecorrigeerd door toepassing van een van de in artikel 5 bedoelde factoren.

Artikel 9

Klassen en gewichten voor de notering van marktprijzen voor varkenskarkassen

De notering van de marktprijzen op basis van de in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde schema's van de Unie heeft betrekking op de volgende gewichtsklassen:

a)

karkassen van minimaal 60 maar minder dan 120 kg: klassen S en E;

b)

karkassen van minimaal 120 maar minder dan 180 kg: klasse R.

Artikel 10

Notering van marktprijzen voor karkassen van varkens en van runderen van minder dan acht maanden oud

De mee te delen marktprijs voor karkassen van varkens en van runderen van minder dan acht maanden oud, als bedoeld in de artikelen 14 en 15 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, wordt op de representatieve markten genoteerd door de lidstaat of de exploitanten van een slachthuis of de door de lidstaat aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen die deze dieren laten slachten.

Artikel 11

Notering van marktprijzen voor karkassen van schapen van minder dan twaalf maanden oud

De mee te delen marktprijs voor karkassen van schapen van minder dan twaalf maanden oud, als bedoeld in artikel 15 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, wordt op de representatieve markten genoteerd door de lidstaat of de exploitanten van een slachthuis of de door de lidstaat aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen die deze dieren laten slachten.

De notering van de marktprijzen heeft betrekking op de volgende gewichtsklassen:

a)

karkassen van lichte lammeren met een karkasgewicht van minder dan 13 kg;

b)

karkassen van zware lammeren met een karkasgewicht van minstens 13 kg.

Artikel 12

Notering van marktprijzen voor levende dieren

De mee te delen marktprijzen voor elk type van mannelijke kalveren tussen acht dagen en vier weken oud, voor mestvee en voor biggen met een levend gewicht van ongeveer 25 kg, als bedoeld in artikel 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, worden op de representatieve markten genoteerd door de lidstaat of de door de lidstaat aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen die deze dieren verhandelen.

Artikel 13

Berekening van wekelijkse marktprijzen voor karkassen en levende dieren

1.   Bij het ontbreken van prijsnotering op de representatieve markten of door exploitanten van slachthuizen of door de in de artikelen 10, 11 en 12 bedoelde natuurlijke of rechtspersonen, worden de prijzen genoteerd door landbouwkamers, noteringscentra, landbouwcoöperaties of landbouwverenigingen in de betrokken lidstaat.

Als een lidstaat in de betrokken regio evenwel een commissie heeft ingesteld om de prijzen voor die regio te bepalen en die commissie paritair is samengesteld uit kopers en verkopers van runderen van ten minste acht maanden oud en de karkassen daarvan, kan die lidstaat de door die commissie vastgestelde prijzen hanteren voor de berekening van de mee te delen prijzen.

2.   Wanneer de aankopen tegen een forfaitaire prijs meer dan 35 % van het totale aantal slachtingen van runderen van ten minste acht maanden oud in een lidstaat uitmaken, kan die lidstaat criteria vaststellen om bepaalde zendingen uit te sluiten bij de berekening van de prijzen als deze zendingen op onevenredige wijze van invloed zijn op de prijzen.

Wanneer de aankopen tegen een forfaitaire prijs evenwel minder dan 35 % van het totale aantal slachtingen van runderen van ten minste acht maanden oud in de betrokken lidstaat uitmaken, kan deze besluiten bij de berekening van de prijzen geen rekening te houden met de prijs voor die aankopen.

In de in de tweede alinea bedoelde gevallen wordt voor elke klasse door de bevoegde autoriteit een representatieve nationale prijs berekend, rekening houdend met de in artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 en artikel 5 van de onderhavige verordening bedoelde factoren.

Artikel 14

Mededeling van marktprijzen aan de bevoegde autoriteit

De prijzen die wekelijks overeenkomstig de artikelen 7 tot en met 12 in de periode van maandag tot en met zondag zijn genoteerd,

a)

worden door de exploitant van het slachthuis of door de in de artikelen 8, 10, 11 en 12 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon uiterlijk op het door de lidstaat bepaalde tijdstip in papieren of elektronische vorm aan de bevoegde autoriteit meegedeeld; of

b)

worden, indien de lidstaat dit verkiest, in het slachthuis of op het bedrijf van de in de artikelen 8, 10, 11 en 12 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteit van die lidstaat.

Artikel 15

Mededeling van marktprijzen en kennisgevingen aan de Commissie

1.   De mededeling van de marktprijzen en de kennisgevingen als bedoeld in de artikelen 13 en 25 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 worden verricht overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185, met uitzondering van de kennisgevingen waarin is voorzien in artikel 25, leden 3 en 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182.

2.   Deze prijzen hebben betrekking op de periode van maandag tot en met zondag van de week die voorafgaat aan de week waarin de gegevens worden meegedeeld.

HOOFDSTUK III

INSPECTIECOMITÉ VAN DE UNIE EN INSPECTIE TER PLAATSE

Artikel 16

Inspectiecomité van de Unie

1.   Het inspectiecomité van de Unie (hierna „het comité” genoemd) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de inspecties ter plaatse met betrekking tot:

a)

de toepassing van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen;

b)

de notering van de marktprijzen overeenkomstig die indelingsschema's;

c)

de indeling, de identificatie en het merken van producten in het kader van de openbare-interventieaankoop in de rundvleessector.

2.   Het comité bestaat ten hoogste uit:

a)

drie deskundigen van de Commissie, van wie één het voorzitterschap van het comité waarneemt;

b)

één deskundige van de betrokken lidstaat;

c)

acht deskundigen van andere lidstaten.

De lidstaten wijzen de deskundigen aan op grond van hun onafhankelijkheid en hun deskundigheid, met name op het gebied van de indeling van karkassen en de notering van marktprijzen, en op basis van de specifieke aard van de te verrichten taken.

Deze deskundigen mogen in geen geval de bij de werkzaamheden van het comité verkregen informatie voor persoonlijke doeleinden aanwenden, noch daaraan bekendheid geven.

3.   De aan de inspecties ter plaatse gerelateerde reis- en verblijfkosten van de leden van het comité worden door de Commissie gedragen volgens de voorschriften betreffende de vergoeding van de reis- en verblijfkosten van personen die niet tot de diensten van de Commissie behoren en op wie zij een beroep doet als deskundige.

Artikel 17

Inspecties ter plaatse

1.   Inspecties ter plaatse worden verricht in slachthuizen, vleesmarkten, interventiecentra en noteringscentra en bij regionale en centrale diensten die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van de bepalingen betreffende:

a)

de toepassing van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen;

b)

de notering van de marktprijzen overeenkomstig die indelingsschema's;

c)

de indeling, de identificatie en het merken van producten in het kader van de openbare-interventieaankoop in de rundvleessector.

2.   De inspecties ter plaatse in de lidstaten vinden regelmatig plaats, maar de frequentie ervan kan variëren, met name naargelang van de relatieve omvang van de rund-, varkens- en schapenvleesproductie in de bezochte lidstaten of in verband met onregelmatigheden bij de toepassing van de indelingsschema's en de mededeling van de marktprijzen.

Vertegenwoordigers van de lidstaat waar het bezoek plaatsvindt, mogen de inspecties ter plaatse bijwonen.

Elke lidstaat organiseert de op zijn grondgebied uit te voeren inspecties ter plaatse volgens de door de Commissie vastgestelde voorschriften. Daartoe deelt de lidstaat uiterlijk 60 dagen vóór de inspecties ter plaatse het ontwerpprogramma van de geplande inspecties mee aan de Commissie. De Commissie kan verzoeken om wijzigingen aan te brengen in het programma.

De Commissie stelt de lidstaten zo lang mogelijk vóór elke inspectie ter plaatse in kennis van wijzigingen aan het programma en de wijze van uitvoering.

Artikel 18

Verslagen

Na afloop van elk inspectiebezoek komen de leden van het comité en de vertegenwoordigers van de lidstaat waar het bezoek heeft plaatsgehad, bijeen om de resultaten te beoordelen. De leden van het comité formuleren hun conclusies van het inspectiebezoek met betrekking tot:

a)

de toepassing van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen;

b)

de notering van de marktprijzen overeenkomstig die indelingsschema's.

De voorzitter van het comité stelt een verslag op over de verrichte inspecties ter plaatse en vermeldt daarin de in de eerste alinea bedoelde conclusies. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk aan de geïnspecteerde lidstaat toegezonden, en vervolgens aan de andere lidstaten.

Met betrekking tot de in de tweede alinea bedoelde verslagen over in een lidstaat uitgevoerde inspecties ter plaatse verstrekt de Commissie de betrokken bevoegde autoriteit een ontwerpverslag met het oog op eventuele opmerkingen, houdt zij bij het opstellen van het definitieve verslag rekening met die opmerkingen en maakt zij de opmerkingen van de bevoegde autoriteit samen met het definitieve verslag bekend.

Als het verslag van de uitgevoerde inspecties ter plaatse tekortkomingen aan het licht brengt in de diverse activiteitendomeinen waarop de inspecties betrekking hadden, of aanbevelingen bevat om de werking te verbeteren, stellen de lidstaten de Commissie uiterlijk drie maanden na de datum van overlegging van het verslag in kennis van alle wijzigingen die worden overwogen of reeds zijn doorgevoerd.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 19

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 11 juli 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 april 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(3)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 315/2002 van de Commissie van 20 februari 2002 betreffende de constatering van de prijzen voor verse of gekoelde geslachte schapen op de representatieve markten in de Gemeenschap (PB L 50 van 21.2.2002, blz. 47).

(5)  Verordening (EG) nr. 1249/2008 van de Commissie van 10 december 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de communautaire indelingsschema's voor runder-, varkens- en schapenkarkassen en voor de mededeling van de prijzen daarvan (PB L 337 van 16.12.2008, blz. 3).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 van de Commissie van 26 augustus 2013 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de constatering van de prijzen voor sommige categorieën runderen op de representatieve markten van de Unie (PB L 228 van 27.8.2013, blz. 5).

(7)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van de marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren (zie bladzijde 74 van dit Publicatieblad).

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (zie bladzijde 113 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE

In artikel 5, lid 1, bedoelde correctiefactoren voor runderen van ten minste acht maanden oud, als bij te tellen of af te trekken percentage van het karkasgewicht

Percentage

Af te trekken

Bij te tellen

Vetheidsklassen

1-2

3

4-5

1

2

3

4

5

Nieren

– 0,4

 

Niervet

– 1,75

– 2,5

– 3,5

 

Slotvet

– 0,5

 

Lever

– 2,5

 

Omlopen

– 0,4

 

Longhaasjes

– 0,4

 

Staart

– 0,4

 

Ruggenmerg

– 0,05

 

Uiervet

– 1,0

 

Teelballen

– 0,3

 

Zakvet

– 0,5

 

Bovenbilvet

– 0,3

 

Vette nekader

– 0,3

 

Ontdaan van het overtollige dekvet

 

0

0

+ 2

+ 3

+ 4

Ontdaan van de vetlaag aan de puntborst met behoud van enige vetbedekking (het spierweefsel mag niet blootliggen)

 

0

+ 0,2

+ 0,2

+ 0,3

+ 0,4

Ontdaan van het vet aan de binnenzijde van de vang

 

0

+ 0,3

+ 0,4

+ 0,5

+ 0,6