30.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/31


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1159 VAN DE COMMISSIE

van 29 juni 2017

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010 van de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/325 van de Commissie, wat betreft de productomschrijving in het kader van de bestaande antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en waarbij wordt voorzien in de mogelijkheid van terugbetaling of kwijtschelding van rechten in bepaalde gevallen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), en met name artikel 11, lid 3, en artikel 14,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

1.   Geldende maatregelen

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010 (2) („de oorspronkelijke verordening”) heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op garens met een hoge sterktegraad van polyesters („GHS”) van oorsprong uit de Volksrepubliek China („China”).

(2)

Na een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen („het nieuwe onderzoek”) op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening zijn de oorspronkelijke maatregelen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/325 van de Commissie (3) („de NOVM-verordening”) met vijf jaar verlengd.

(3)

De opgelegde maatregelen bestonden uit een ad-valoremrecht met een residueel recht van 9,8 %, terwijl voor de ondernemingen waarvoor antidumpingrechten werden ingesteld, individuele rechten tussen 5,1 % en 9,8 % werden vastgesteld. Uit het oorspronkelijke onderzoek bleek dat twee ondernemingen zich niet schuldig maakten aan dumping.

2.   Opening van een tussentijds nieuw onderzoek

(4)

Een Sloveense importeur, A&E Europe („de indiener van het verzoek”), heeft op 4 oktober 2016 een verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening ingediend. De indiener van het verzoek verzocht om uitsluiting van bepaalde soorten naaigaren („NG”), namelijk naaigarens van ongebleekte stoffen („NGOS”), van het toepassingsgebied van de huidige maatregelen vanwege hun vermeende afwijkende fysische en technische eigenschappen.

(5)

Nadat de Europese Commissie („de Commissie”), na kennisgeving aan de lidstaten, tot de conclusie was gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal was om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen, heeft zij met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4) („het bericht van opening”) de opening aangekondigd van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van GHS van oorsprong uit China.

(6)

Het huidige nieuwe onderzoek heeft uitsluitend betrekking op de productomschrijving en beoogt te verduidelijken of bepaalde soorten NG, met name NGOS, binnen het toepassingsgebied van de oorspronkelijke maatregelen, zoals verlengd, vallen.

(7)

Het argument van de indiener van het verzoek werd uitdrukkelijk gesteund door één van de producenten in de Unie van GHS (DuraFiber), waarvan in het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen was gebleken dat hij goed was voor 49 % van de productie van GHS in de Unie.

(8)

De vertegenwoordigers van de indiener van het verzoek werden uitgenodigd om hun zaak bij de Commissie te bepleiten. Die bijeenkomst heeft op 29 september 2016 plaatsgevonden.

3.   Bij het nieuwe onderzoek betrokken partijen

(9)

De vier bekende producenten van GHS in de Unie, hun vereniging en de vertegenwoordiger van het land van uitvoer zijn door de Commissie in kennis gesteld van de opening van het nieuwe onderzoek.

(10)

De Commissie heeft de bovengenoemde partijen en alle andere partijen die zichzelf binnen de in het bericht van opening vermelde termijn bekend hadden gemaakt, verzocht informatie in te dienen. De Commissie heeft de belanghebbenden ook in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord.

(11)

Geen van de Chinese producenten-exporteurs noch hun vereniging heeft zich tijdens de procedure gemeld.

(12)

Geen van de partijen heeft tijdens het onderzoek om een hoorzitting verzocht.

(13)

Amann Group was de enige importeur van NGOS en gebruiker van GHS die zich als belanghebbende voor dit onderzoek heeft gemeld. De onderneming meldde zich op eigen initiatief en steunde het verzoek van de indiener om NGOS van de productomschrijving van de bestaande maatregelen uit te sluiten. Deze belanghebbende sprak zich ook uit tegen de argumenten van de vereniging van producenten van GHS in de Unie, die hieronder in de overwegingen 15 tot en met 20 zijn uiteengezet.

(14)

Geen van de producenten in de Unie van het betrokken product heeft zich tijdens het nieuwe onderzoek gemeld.

(15)

De European Man-Made Fibres Association (CIRFS) heeft opmerkingen ingediend waarin zij zich uitsprak tegen een wijziging van de bestaande productomschrijving. Ten eerste stelde de CIRFS dat het voorwerp van het verzoek onder de bevoegdheid van de nationale douaneautoriteiten zou vallen, gezien hun rol in de uitvoering van de basisverordening, in plaats van aanleiding te geven tot een nieuw onderzoek van de productomschrijving.

(16)

Hierbij moet evenwel worden opgemerkt dat antidumpingmaatregelen worden ingesteld voor specifieke producten en dat een adequate productomschrijving derhalve een essentieel element is voor de correcte toepassing van de maatregelen. Op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening kan de noodzaak tot handhaving van de maatregelen worden getoetst en kan met name de productomschrijving opnieuw worden geëvalueerd om te verduidelijken of bepaalde productsoorten binnen de definitie van het toepassingsgebied van een antidumpingmaatregel vallen. Het argument werd derhalve afgewezen.

(17)

Ten tweede voerde de CIRFS aan dat de in overweging 7 vermelde steunverklaring afkomstig was van DuraFiber, en dat die onderneming slechts één van de vier producenten was die als klager om het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen hadden verzocht. De overige drie producenten zouden naar verluidt gekant zijn tegen het verzoek om een nieuw onderzoek. Aangezien in dit verband echter geen bewijsmateriaal of specifieke verklaringen van andere producenten waren ontvangen, werd het argument verworpen.

(18)

Ten derde voerde de CIRFS aan dat andere gebruikers en/of importeurs zich ook zouden kunnen laten inspireren door het verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek en ook zouden kunnen gaan verzoeken om de uitsluiting van andere soorten GHS met bepaalde specifieke en bijzondere kenmerken. Volgens de CIRFS zijn de mogelijkheden in dit verband eindeloos en moet het prefix „ex” niet voor de GN-code worden geplaatst om versnippering te voorkomen. In dit verband moet worden opgemerkt dat dit nieuwe onderzoek beperkt is tot de vraag of bepaalde soorten naaigarens (naaigarens van ongebleekte stoffen) onder de productomschrijving vallen. Elke belanghebbende heeft het recht te verzoeken om een verduidelijking of bepaalde producten al dan niet onder de productomschrijving van antidumpingmaatregelen vallen. De Commissie beoordeelt op individuele basis in hoeverre elk verzoek gegrond is en opent een procedure wanneer zulks gerechtvaardigd is. Het argument werd derhalve afgewezen.

(19)

Ten vierde voerde de CIRFS aan dat het niveau van deskundigheid op het gebied van vezels en textiel bij de douanediensten in verschillende lidstaten niet consistent zou zijn, waardoor twijfel ontstaat over de correcte toepassing van de antidumpingmaatregelen en de opsporing van mogelijke ontwijking. In dit verband moet worden opgemerkt dat alle douanebeambten in alle lidstaten gebonden zijn door hetzelfde douanestelsel van de Unie. Als een partij zich zorgen maakt over het bestaan van mogelijke ontwijkingspraktijken, kan zij de Commissie verzoeken tot de opening van een ontwijkingsonderzoek op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening. Aangezien de CIRFS geen dergelijk verzoek heeft ingediend en haar beweringen niet heeft gestaafd, werd het argument afgewezen.

(20)

Ten vijfde en laatste voerde de CIRFS aan dat het verzoek pas in een zeer laat stadium was ingediend en dat steunverklaring een paar dagen na de opening van het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen was opgesteld. In dit verband moet erop worden gewezen dat in de basisverordening geen termijn is vastgesteld voor het indienen van een verzoek om een onderzoek met betrekking tot de verduidelijking van de productomschrijving. Het argument werd daarom afgewezen.

B.   BETROKKEN PRODUCT EN ONDERZOCHT PRODUCT

1.   Betrokken product

(21)

Het betrokken product, zoals omschreven in artikel 1, lid 1, van de NOVM-verordening, betreft garens met een hoge sterktegraad (andere dan naaigarens) van polyesters, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein, inclusief monofilamenten van minder dan 67 decitex, van oorsprong uit de VRC („het betrokken product” of „GHS”), momenteel ingedeeld onder GN-code 5402 20 00.

(22)

In aantekening 5 bij afdeling XI van de gecombineerde nomenclatuur worden „naaigarens” (NG) als volgt gedefinieerd:

„[…] worden als „naaigarens” aangemerkt, getwijnde of gekabelde garens, die aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

opgemaakt op een opwindmiddel (bijvoorbeeld klossen of buisjes) met een gewicht (het gewicht van het opwindmiddel meegerekend) van niet meer dan 1 000 g;

b)

geappreteerd met het oog op hun gebruik als naaigaren, en

c)

met een „Z”-eindtwist.”.

2.   Onderzocht product

(23)

In zijn verzoek om een nieuw onderzoek stelde de indiener dat „naaigarens van ongebleekte stoffen” („het onderzochte product” of „NGOS”), dat wil zeggen ongeverfde en/of onafgewerkte naaigarens in hun hoedanigheid na de laatste vlechting, niet binnen het toepassingsgebied van de maatregelen zouden moeten vallen.

(24)

De indiener van het verzoek legde uit dat de Sloveense douaneautoriteiten de aangifte van het onderzochte product als NG niet konden aanvaarden, aangezien het gewicht van de ingevoerde producten meer bedroeg dan de grenswaarde van 1 000 g (met inbegrip van het opwindmiddel) en dus niet voldaan zou worden aan de hierboven vermelde voorwaarde a) in aantekening 5 bij afdeling XI van de gecombineerde nomenclatuur. Het onderzochte product wordt feitelijk ingevoerd met een gewicht van niet meer dan 2 000 g (met inbegrip van het opwindmiddel).

C.   BEVINDINGEN VAN HET ONDERZOEK

(25)

Om te beoordelen of NGOS onder de oorspronkelijke maatregelen viel, onderzocht de Commissie of NGOS en GHS dezelfde fysische, chemische en technische basiskenmerken en dezelfde gebruiksdoeleinden hebben. De onderlinge verwisselbaarheid en de concurrentie tussen NGOS en GHS werden eveneens beoordeeld. Tevens werd alle informatie met betrekking tot het toepassingsgebied van de bestaande antidumpingmaatregelen verzameld en gecontroleerd.

(26)

GHS is het basismateriaal voor de productie van NG, wat derhalve een downstreamproduct is van het product waarop de maatregelen van toepassing zijn. Bijgevolg verschilt de vereiste apparatuur voor de productie van het onderzochte product (NGOS) volledig van die van het betrokken product (GHS). Dit werd bevestigd tijdens een controlebezoek aan een Europese fabrikant, Amann Group, en tijdens de controlebezoeken die in het kader van het recente nieuwe onderzoek bij het vervallen van de geldende maatregelen zijn afgelegd bij de producenten van het betrokken product in de Unie.

(27)

Uit het onderzoek is voorts gebleken dat NGOS niet langer geschikt is voor de gebruiksvormen waarvoor GHS doorgaans als basismateriaal dienst doet, omdat het bestaat uit GHS dat op zekere wijze volgens een „Z”-vormig patroon tot naaigaren is gevlochten.

(28)

In feite voldoet het onderzochte product aan de eisen om in wezen als NG te worden beschouwd, een product dat buiten het toepassingsgebied van de oorspronkelijke maatregelen valt, hoewel het niet voldoet aan twee voorwaarden van de relevante aantekening bij de afdeling van de gecombineerde nomenclatuur over „naaigarens”: 1) het weegt meer dan 1 000 g wanneer het op een opwindmiddel is opgemaakt (een geperforeerde spoel van plastic waar het product losjes op is gewonden om het later te kunnen verven en appreteren); en 2) het is niet geappreteerd met het oog op gebruik als „naaigaren”.

(29)

In tegenstelling tot de twee genoemde voorwaarden is vlechting volgens een „Z”-vormig patroon („Z-twisting”) echter een doorslaggevende factor voor de toepassingen van het product. De vervaardiging van NGOS vereist dat twee of meer strengen GHS een proces van Z-twisting ondergaan dat op onomkeerbare wijze de fysische kenmerken van het GHS zodanig veranderd dat het gevlochten product niet geschikt is om in de plaats van GHS te worden gebruikt. Het proces van Z-twisting op zich transformeert het GHS in wezen in een soort van (halfafgewerkt) naaigaren (NGOS) dat klaar is om later te worden gekleurd en/of gesmeerd. Zodra NGOS is vervaardigd, is het proces onomkeerbaar. Er is dus geen sprake van onderlinge verwisselbaarheid van GHS (het betrokken product) en NGOS (het onderzochte product).

(30)

Uit de bovenstaande bevindingen blijkt dus dat NGOS en GHS twee verschillende producten zijn.

(31)

Verder herinnert de Commissie eraan dat dit nieuwe onderzoek beperkt was tot de verduidelijking van de productomschrijving en dat zij heeft vastgesteld dat NGOS niet binnen het toepassingsgebied van de oorspronkelijke maatregelen had moeten vallen.

D.   CONCLUSIE INZAKE DE PRODUCTOMSCHRIJVING

(32)

Uit het nieuwe onderzoek is gebleken dat het betrokken product in het oorspronkelijke onderzoek, GHS, en het onderzochte product, NGOS, twee verschillende producten zijn.

(33)

Daarnaast was het nooit de bedoeling dat NGOS binnen het toepassingsgebied van het antidumpingonderzoek inzake GHS zou vallen en maakte het geen deel uit van de analyse waarop de bevindingen inzake dumping en schade oorspronkelijk werden gebaseerd.

(34)

De door de indiener van het verzoek voorgestelde wijziging in de productomschrijving in de oorspronkelijke verordening, namelijk om de algemene uitsluiting van NG in de productomschrijving te vervangen door de algemene uitsluiting van NGOS, gekoppeld aan de invoering van een maximaal spoelgewicht van 2 kg, kan evenwel niet worden aanvaard. Een dergelijke wijziging zou het toepassingsgebied van de oorspronkelijke maatregelen kunstmatig uitbreiden, aangezien de rechten van toepassing zouden worden op alle NG die geen NGOS zijn. Verder stelde een andere importeur die zich tijdens het nieuwe onderzoek kenbaar had gemaakt een nog hogere drempelwaarde van 2,5 kg voor, omdat hij spoelen met een dergelijk gewicht invoert.

(35)

Het is derhalve passend om de formulering van de productomschrijving van de geldende antidumpingmaatregelen te wijzigen om duidelijkheid te scheppen over de uitsluiting van zowel NG als NGOS, waarbij NGOS een tussenproduct is bij de vervaardiging van NG. Om toekomstige vorderingen met betrekking tot de specifieke gewichtsbeperking van NGOS te voorkomen, moet de specifieke gewichtsbeperking uit de definitie van het betrokken product worden geschrapt.

(36)

Op basis van het bovenstaande moet de omschrijving van het betrokken product als volgt zijn:

Bij het betrokken product gaat het om garens met een hoge sterktegraad, van polyesters, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein, inclusief monofilamenten van minder dan 67 decitex (met uitzondering van naaigarens en volgens een „Z”-vormig patroon gevlochten getwijnde of gekabelde garens, bestemd voor de productie van naaigarens, klaar om te worden geverfd en een afwerkende behandeling te krijgen, losjes op een plastic geperforeerde buis gewonden), momenteel ingedeeld onder GN-code 5402 20 00 (Taric-code 5402200010) en van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

(37)

Na de mededeling van de definitieve bevindingen heeft de indiener van het verzoek opmerkingen en suggesties ingediend met betrekking tot de voorgestelde gewijzigde productomschrijving. De indiener van het verzoek herhaalde zijn bezorgdheid over de mogelijke problemen bij de praktische uitvoering van de maatregelen door de nationale douaneautoriteiten en het meest geschikte onderscheidende kenmerk om naaigarens van ongebleekte stoffen van de productomschrijving uit te sluiten.

(38)

Op basis van het onderzoek is geconcludeerd dat de frase „klaar om te worden geverfd en een afwerkende behandeling te krijgen” op passende wijze de fysische kenmerken van de „volgens een „Z”-vormig patroon gevlochten getwijnde of gekabelde garens” beschrijft door te verduidelijken dat de getwijnde of gekabelde garens wel volgens een „Z„-vormig patroon gevlochten, maar niet geverfd of afgewerkt zijn. De uitdrukking” losjes op […] gewonden” beschrijft een van de twee kenmerken van het verpakkingstype. Het andere kenmerk van het verpakkingstype is beschreven met de uitdrukking „een plastic geperforeerde buis”.

(39)

Wat betreft de door de indiener van het verzoek kenbaar gemaakte bezorgdheid over mogelijke problemen met de praktische toepassing van de gewijzigde productomschrijving door de douaneautoriteiten, moet in de eerste plaats worden opgemerkt dat de productomschrijving duidelijk is vastgesteld door een handeling van de Unie, namelijk een uitvoeringsverordening van de Commissie. De uitdrukking „losjes op […] gewonden” wordt aan de productomschrijving toegevoegd om het gemakkelijker te maken losjes gewonden spoelen te onderscheiden van strak gewonden spoelen met GHS, waarop maatregelen van toepassing zijn. Ten tweede is het verschil in losheid van de wikkeling tussen de losjes gewonden spoelen met NGOS en de strak gewonden spoelen met GHS — ook al zijn er wellicht gradaties in de mate van losheid — zo duidelijk dat er geen risico bestaat op misleiding van de douaneautoriteiten.

(40)

Ten slotte suggereerde de indiener van het verzoek weliswaar dat de opname van een onderscheidend kenmerk op basis van een gewichtsbeperking in de productomschrijving het volgen van de productomschrijving door de douaneautoriteiten zou kunnen vergemakkelijken, maar hij liet daarbij na te beargumenteren waarom het passend zou zijn de drempel tot 2,5 kg te beperken zonder het risico te lopen producenten die gelijkaardige producten met een hoger gewicht invoeren, te discrimineren. Om de hierboven genoemde redenen werden de aanvullende door de indiener van het verzoek kenbaar gemaakte suggesties afgewezen en werd de in overweging 36 uiteengezette definitie passend geacht.

E.   TOEPASSING MET TERUGWERKENDE KRACHT

(41)

Aangezien dit nieuwe onderzoek beperkt was tot de verduidelijking van de productomschrijving en NGOS niet onder de oorspronkelijke maatregelen had moeten vallen, wordt het passend geacht dat de conclusie van dit nieuwe onderzoek, om te voorkomen dat importeurs van het onderzochte product daarmee verband houdende schade ondervinden met terugwerkende kracht wordt toegepast vanaf de datum van inwerkingtreding van de oorspronkelijke verordening, met inbegrip van de invoer waarop tussen 1 juni 2010 en 2 december 2010 voorlopige rechten van toepassing waren.

(42)

In het bericht van opening werden belanghebbenden uitdrukkelijk uitgenodigd hun mening te geven over de vraag of de conclusies eventueel met terugwerkende kracht moeten worden toegepast. De indiener van het verzoek en een importeur van NGOS spraken hun steun uit voor toepassing met terugwerkende kracht, en geen van de belanghebbenden maakte er bezwaar tegen dat de resultaten van het nieuwe onderzoek met terugwerkende kracht zouden worden toegepast.

(43)

Bijgevolg kunnen de definitief geïnde voorlopige rechten en de definitieve antidumpingrechten die zijn betaald op de invoer van NGOS in de Unie op grond van Verordening (EU) nr. 478/2010 (5) van de Commissie en de oorspronkelijke verordening betreffende de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals verlengd bij de NOVM-verordening door de nationale douaneautoriteiten worden terugbetaald of kwijtgescholden overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving. Als de termijn van drie jaar zoals bedoeld in artikel 121, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6) vóór of op de datum van bekendmaking van deze verordening is verstreken, of als hij binnen zes maanden na die datum verstrijkt, dan wordt de termijn, overeenkomstig artikel 121, lid 1, tweede alinea van Verordening (EU) nr. 952/2013, verlengd met een periode van zes maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening.

(44)

Dit nieuwe onderzoek heeft geen invloed op de datum waarop de NOVM-verordening overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening vervalt.

F.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

(45)

Alle belanghebbenden werden op de hoogte gebracht van de belangrijkste feiten en overwegingen die tot voornoemde conclusies hebben geleid, en werden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. Zij konden hierover ook binnen een bepaalde termijn opmerkingen maken.

(46)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op garens met een hoge sterktegraad van polyesters, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein, inclusief monofilamenten van minder dan 67 decitex, (met uitzondering van naaigarens en volgens een „Z”-vormig patroon gevlochten getwijnde of gekabelde garens, bestemd voor de productie van naaigarens, klaar om te worden geverfd en een afwerkende behandeling te krijgen, losjes op een plastic geperforeerde buis gewonden), momenteel ingedeeld onder GN-code 5402 20 00 (Taric-code 5402200010) en van oorsprong uit de Volksrepubliek China.”.

Artikel 2

In artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/325 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op garens met een hoge sterktegraad van polyesters, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein, inclusief monofilamenten van minder dan 67 decitex, (met uitzondering van naaigarens en volgens een „Z”-vormig patroon gevlochten getwijnde of gekabelde garens, bestemd voor de productie van naaigarens, klaar om te worden geverfd en een afwerkende behandeling te krijgen, losjes op een plastic geperforeerde buis gewonden), momenteel ingedeeld onder GN-code 5402 20 00 (Taric-code 5402200010) en van oorsprong uit de Volksrepubliek China.”.

Artikel 3

Voor goederen die niet vallen onder artikel 1, lid 1, van Verordening (EU) nr. 478/2010 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010, als verlengd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/325 en gewijzigd bij deze verordening, worden de definitieve antidumpingrechten die krachtens artikel 1, lid 1, van Verordening (EU) nr. 478/2010 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010, zoals verlengd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2017/325, vóór de wijziging bij deze verordening zijn betaald of in de boeken zijn opgenomen, door de nationale douaneautoriteiten terugbetaald of kwijtgescholden overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving.

Als de termijn van drie jaar zoals bedoeld in artikel 121, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 952/2013 vóór of op de datum van bekendmaking van deze verordening is verstreken, of als hij binnen zes maanden na die datum verstrijkt, dan wordt de termijn, overeenkomstig artikel 121, lid 1, tweede alinea van Verordening (EU) nr. 952/2013, verlengd met een periode van zes maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 2 december 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 juni 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010 van de Raad van 29 november 2010 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot beëindiging van de procedure betreffende de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Republiek Korea en Taiwan (PB L 315 van 1.12.2010, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/325 van de Commissie van 24 februari 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 49 van 25.2.2017, blz. 6).

(4)  PB C 384 van 18.10.2016, blz. 15.

(5)  Verordening (EU) nr. 478/2010 van de Commissie van 1 juni 2010 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op garens met een hoge sterktegraad, van polyesters, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 135 van 2.6.2010, blz. 3).

(6)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).