30.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/1


VERORDENING (EU) 2017/1128 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 14 juni 2017

betreffende grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten in de interne markt

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een naadloze toegang in de hele Unie tot online-inhoudsdiensten die rechtmatig aan consumenten in hun woonlidstaat worden verstrekt, is belangrijk voor de vlotte werking van de interne markt en voor de doeltreffende toepassing van de beginselen van het vrije verkeer van personen en diensten. Aangezien de interne markt een gebied zonder interne grenzen bestrijkt dat onder meer is gebaseerd op het vrije verkeer van personen en diensten, moet worden verzekerd dat consumenten portabele online-inhoudsdiensten kunnen gebruiken die toegang bieden tot inhoud zoals muziek, spellen, films, amusementsprogramma’s of sportevenementen, niet alleen in hun woonlidstaat, maar ook wanneer zij tijdelijk aanwezig zijn in een andere lidstaat voor doeleinden zoals ontspanning, reizen, zakenreizen of leermobiliteit. Daarom moeten belemmeringen die in dergelijke gevallen de toegang tot en het gebruik van dergelijke online-inhoudsdiensten hinderen, worden weggenomen.

(2)

De technologische ontwikkelingen die hebben geleid tot een toenemend aantal portabele apparaten zoals laptops, tablets en smartphones, vergemakkelijken in toenemende mate het gebruik van online-inhoudsdiensten door het verlenen van toegang tot deze diensten, ongeacht de locatie van de consumenten. Er is een snelgroeiende vraag van de kant van de consumenten naar toegang tot inhoud en innovatieve onlinediensten niet alleen in hun woonlidstaat, maar ook wanneer zij tijdelijk in een andere lidstaat aanwezig zijn.

(3)

Consumenten sluiten steeds meer overeenkomsten met aanbieders voor de verstrekking van online-inhoudsdiensten. Consumenten die tijdelijk in een andere lidstaat dan hun woonlidstaat aanwezig zijn, hebben vaak echter niet langer toegang tot en kunnen vaak niet langer gebruikmaken van de online-inhoudsdiensten waarvoor zij in hun woonlidstaat het recht op toegang en gebruik rechtmatig hebben verworven.

(4)

Er zijn een aantal belemmeringen die in de weg staan aan de verstrekking van online-inhoudsdiensten aan consumenten die tijdelijk in een andere lidstaat dan hun woonlidstaat aanwezig zijn. Bepaalde onlinediensten bieden inhoud zoals muziek, spellen, films of amusementsprogramma’s die Unierechtelijk beschermd zijn door auteursrechten of naburige rechten. Momenteel verschillen de belemmeringen voor grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten per sector. De belemmeringen vloeien voort uit het feit dat de rechten voor de doorgifte van inhoud die wordt beschermd door auteursrechten of naburige rechten, zoals audiovisuele werken, vaak op territoriale basis in licentie worden gegeven, alsook uit het feit dat aanbieders van online-inhoudsdiensten er voor kunnen kiezen enkel specifieke markten te bedienen.

(5)

Hetzelfde geldt voor inhoud zoals sportevenementen, die niet Unierechtelijk wordt beschermd door auteursrechten of naburige rechten, maar die eventueel wel nationaalrechtelijk wordt beschermd door auteursrechten of naburige rechten of op grond van andere specifieke nationale wetgeving en waarvoor vaak ook een licentie wordt gegeven door de organisatoren van dergelijke evenementen of die op territoriale basis door aanbieders van online-inhoudsdiensten wordt aangeboden. Doorgiften van dergelijke inhoud door omroeporganisaties worden beschermd door naburige rechten die op Unieniveau zijn geharmoniseerd. Bovendien bevatten de doorgiften van dergelijke inhoud vaak auteursrechtelijk beschermde elementen zoals muziek, leaders of aftitelingen of grafische elementen. Daarnaast zijn bepaalde aspecten van doorgiften van dergelijke inhoud, meer bepaald die met betrekking tot het uitzenden van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving en die met betrekking tot korte nieuwsverslagen over evenementen van groot belang voor het publiek, geharmoniseerd bij Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad (4). Tot slot omvatten audiovisuele mediadiensten in de zin van Richtlijn 2010/13/EU diensten die toegang verlenen tot inhoud zoals sportevenementen, nieuws en actualiteiten.

(6)

Steeds vaker worden online-inhoudsdiensten aangeboden in een pakket waarin inhoud die niet wordt beschermd door auteursrechten of naburige rechten niet kan worden gescheiden van inhoud die wel wordt beschermd door auteursrechten of naburige rechten zonder aanzienlijke vermindering van de waarde van de aan de consumenten verstrekte dienst. Dit is met name het geval met premium inhoud zoals sportevenementen of andere evenementen die van significant belang zijn voor de consument. Om aanbieders van online-inhoudsdiensten in staat te stellen consumenten volledige toegang te bieden tot hun online-inhoudsdiensten wanneer consumenten tijdelijk aanwezig zijn in een lidstaat die niet hun woonlidstaat is, is het onontbeerlijk dat deze verordening ook geldt voor dergelijke inhoud die wordt gebruikt door online-inhoudsdiensten en dat zij dus van toepassing is op audiovisuele mediadiensten in de zin van Richtlijn 2010/13/EU, alsook op doorgiften van omroeporganisaties in hun geheel.

(7)

De rechten van door auteursrechten beschermde werken en van door naburige rechten beschermd materiaal („werken en ander beschermd materiaal”) worden onder meer geharmoniseerd in Richtlijnen 96/9/EG (5), 2001/29/EG (6), 2006/115/EG (7) en 2009/24/EG (8) van het Europees Parlement en de Raad. De bepalingen van internationale, door de Unie gesloten overeenkomsten op het gebied van auteursrecht en naburige rechten, met name de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, die is opgenomen als bijlage 1C bij het Verdrag tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie van 15 april 1994, het WIPO-Verdrag inzake auteursrecht van 20 december 1996 en het WIPO-verdrag inzake uitvoeringen en fonogrammen van 20 december 1996, zoals alle gewijzigd, vormen een integraal onderdeel van de rechtsorde van de Unie. Het Unierecht moet in de mate van het mogelijke worden uitgelegd op een manier die strookt met het internationaal recht.

(8)

Het is essentieel dat aanbieders van online-inhoudsdiensten die gebruikmaken van werken of ander beschermd materiaal, zoals boeken, audiovisuele werken, muziekopnamen of uitzendingen, beschikken over het recht om deze inhoud voor de betrokken gebieden te gebruiken.

(9)

Wanneer aanbieders van online-inhoudsdiensten inhoud doorgeven die wordt beschermd door het auteursrecht of naburige rechten, moet daarvoor toestemming worden gegeven door de betrokken rechthebbenden, zoals auteurs, uitvoerende kunstenaars, producenten of omroeporganisaties, ten aanzien van de in de doorgifte opgenomen inhoud. Dit geldt ook wanneer een dergelijke doorgifte plaatsvindt om een consument toe te staan iets te downloaden om een online-inhoudsdienst te kunnen gebruiken.

(10)

De verwerving van een licentie voor relevante rechten is niet altijd mogelijk, met name wanneer rechten op de inhoud op exclusieve basis in licentie worden gegeven. Om te garanderen dat territoriale exclusiviteit daadwerkelijk in acht wordt genomen, verbinden aanbieders van online-inhoudsdiensten zich vaak ertoe om in hun licentieovereenkomsten met rechthebbenden, met inbegrip van omroeporganisaties en organisatoren van evenementen, te voorkomen dat hun abonnees toegang hebben tot en gebruikmaken van hun diensten buiten het gebied waarvoor de aanbieders houder zijn van de licentie. Dergelijke aan aanbieders opgelegde contractuele beperkingen vereisen dat zij overgaan tot het nemen van maatregelen zoals het uitsluiten van toegang tot hun diensten vanaf buiten het betrokken gebied gesitueerde internetprotocol (IP)-adressen. Daarom is een van de belemmeringen voor de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten gelegen in de overeenkomsten tussen de aanbieders van online-inhoudsdiensten en hun abonnees, die een weerspiegeling zijn van de territoriale beperkingsbedingen die zijn opgenomen in overeenkomsten tussen de aanbieders en de rechthebbenden.

(11)

De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dient in acht genomen te worden bij het afwegen van het doel van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten tegen de fundamentele vrijheden die door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) worden gewaarborgd.

(12)

Daarom is de doelstelling van deze verordening het geharmoniseerde rechtskader inzake auteursrecht en naburige rechten aan te passen, en te voorzien in een gezamenlijke benadering voor de verstrekking van online-inhoudsdiensten aan abonnees die tijdelijk aanwezig zijn in een lidstaat die niet hun woonlidstaat is, door middel van het wegnemen van belemmeringen voor de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten die rechtmatig worden verstrekt. Deze verordening dient grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten in alle betrokken sectoren te verzekeren, en bijgevolg aan consumenten een aanvullende manier van rechtmatige toegang tot online-inhoud te bieden, zonder gevolgen voor het hoge niveau van bescherming waarin auteursrechten en naburige rechten in de Unie voorzien, zonder verandering van de bestaande licentiemodellen, zoals territoriale licenties, en zonder gevolgen voor de bestaande financieringsmechanismen. Het concept van grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten moet worden onderscheiden van het concept van grensoverschrijdende toegang voor consumenten tot online-inhoudsdiensten die worden verstrekt in een lidstaat die niet hun woonlidstaat is, wat niet valt onder deze verordening.

(13)

Gelet op de Unie-instrumenten die bestaan op belastinggebied, moet het domein van belastingen worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening. Deze verordening mag bijgevolg geen gevolgen hebben voor de toepassing van bepalingen inzake belastingen.

(14)

Deze verordening definieert verschillende concepten die noodzakelijk zijn voor de toepassing ervan, waaronder de woonlidstaat. De woonlidstaat dient te worden bepaald in overeenstemming met de doelstellingen van deze verordening en met de noodzaak om een uniforme toepassing in de Unie te verzekeren. De definitie van de woonlidstaat impliceert dat de abonnee zijn feitelijke en stabiele woonplaats in die lidstaat heeft. Een aanbieder van een online-inhoudsdienst die de woonlidstaat overeenkomstig deze verordening heeft gecontroleerd, moet voor de doeleinden van deze verordening kunnen aannemen dat de gecontroleerde woonlidstaat de enige woonlidstaat van de abonnee is. Aanbieders mogen niet worden verplicht te controleren of hun abonnees ook abonnees zijn van een online-inhoudsdienst in een andere lidstaat.

(15)

Deze verordening moet van toepassing zijn op online-inhoudsdiensten die aanbieders, na van de rechthebbenden de betrokken rechten voor een bepaald grondgebied te hebben verkregen, op welke manier dan ook — zoals streaming, downloaden, via toepassingen of enige andere techniek die het gebruik van die inhoud toelaat — op grond van een overeenkomst aan hun abonnees verstrekken. Voor de toepassing van deze verordening moet de term „overeenkomst” geacht worden betrekking te hebben op elke overeenkomst tussen een aanbieder en een abonnee, met inbegrip van elke regeling waarbij de abonnee de voorwaarden van de aanbieder voor de verstrekking van online-inhoudsdiensten aanvaardt, tegen betaling in geld of zonder een dergelijke betaling. Een registratie om inhoudssignaleringen te ontvangen of een loutere aanvaarding van HTML-cookies mag niet worden beschouwd als een overeenkomst voor de verstrekking van online-inhoudsdiensten in de zin van deze verordening.

(16)

Een onlinedienst die geen audiovisuele mediadienst is in de zin van Richtlijn 2010/13/EU, en die louter ter ondersteuning gebruikmaakt van werken, ander beschermd materiaal of doorgiften van omroeporganisaties, mag niet onder deze verordening vallen. Dergelijke diensten omvatten websites die alleen ter ondersteuning gebruikmaken van werken of ander beschermd materiaal, zoals grafische elementen of achtergrondmuziek, waarbij het hoofddoel van dergelijke websites bijvoorbeeld bestaat in het verkopen van goederen.

(17)

Deze verordening dient alleen van toepassing te zijn op online-inhoudsdiensten waartoe abonnees daadwerkelijk toegang hebben en die zij kunnen gebruiken in hun woonlidstaat, zonder tot een specifieke locatie te worden beperkt, aangezien het niet passend is te bepalen dat aanbieders van online-inhoudsdiensten die in de woonlidstaat van een abonnee geen portabele online-inhoudsdiensten aanbieden, dat wel over de grenzen heen zouden moeten doen.

(18)

Deze verordening moet van toepassing zijn op online-inhoudsdiensten die tegen betaling in geld worden aangeboden. Aanbieders van dergelijke diensten zijn in staat om de woonlidstaat van hun abonnees te controleren. Het recht op het gebruik van een online-inhoudsdienst moet worden beschouwd als een tegen betaling in geld verworven recht, of die betaling nu rechtstreeks aan de aanbieder van de online-inhoudsdienst wordt gedaan dan wel aan een andere partij zoals een aanbieder die een pakket aanbiedt, bestaande uit een elektronischecommunicatiedienst, gecombineerd met een online-inhoudsdienst van een andere aanbieder. Voor de toepassing van deze verordening mag de betaling van een verplichte bijdrage voor openbare omroepdiensten niet worden beschouwd als een betaling in geld voor de toegang tot en het gebruik van een online-inhoudsdienst.

(19)

Aanbieders van online-inhoudsdiensten mogen hun abonnees geen bijkomende kosten aanrekenen voor het aanbieden van grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten overeenkomstig deze verordening. Het is echter mogelijk dat, om toegang te krijgen tot online-inhoudsdiensten en deze te gebruiken in een lidstaat die niet hun eigen woonlidstaat is, aan abonnees een vergoeding wordt gevraagd, die moet worden betaald aan de operatoren van de elektronische communicatienetwerken die worden gebruikt om toegang tot deze diensten te krijgen.

(20)

In het algemeen controleren aanbieders van online-inhoudsdiensten die zonder betaling in geld worden verstrekt niet de woonlidstaat van hun abonnees. De opneming van dergelijke online-inhoudsdiensten binnen het toepassingsgebied van deze verordening zou een belangrijke verandering betekenen van de manier waarop die diensten worden verstrekt en zou buitensporige kosten met zich brengen. De uitsluiting van die diensten uit het toepassingsgebied van deze verordening zou evenwel betekenen dat aanbieders van die diensten, zelfs wanneer zij beslissen om te investeren in middelen die hen in staat stellen de woonlidstaat van hun abonnees te controleren, geen gebruik kunnen maken van het wettelijke mechanisme waarin deze verordening voorziet en dat aanbieders van online-inhoudsdiensten in staat stelt grensoverschrijdende portabiliteit van dergelijke diensten aan te bieden. Daarom moeten aanbieders van online-inhoudsdiensten die zonder betaling in geld worden verstrekt, er voor kunnen kiezen in het toepassingsgebied van deze verordening te worden opgenomen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de vereisten inzake de controle van de woonlidstaat van hun abonnees. Als dergelijke aanbieders die mogelijkheid gebruiken, moeten zij voldoen aan dezelfde verplichtingen als die waarin deze verordening voorziet voor de aanbieders van online-inhoudsdiensten die tegen betaling in geld worden verstrekt. Bovendien moeten zij hun abonnees en de relevante houders van auteursrecht, naburige rechten en andere rechten met betrekking tot de online-inhoudsdienst tijdig op de hoogte stellen van hun beslissing om die mogelijkheid te gebruiken. Dergelijke informatie kan via de website van de aanbieder worden verstrekt.

(21)

Om te zorgen voor de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten is het noodzakelijk te eisen dat onder deze verordening vallende aanbieders van online-inhoudsdiensten abonnees de mogelijkheid bieden in de lidstaat waarin zij tijdelijk aanwezig zijn gebruik te maken van dergelijke diensten op dezelfde manier als in hun woonlidstaat. Abonnees moeten toegang hebben tot online-inhoudsdiensten met dezelfde inhoud, dezelfde reeks en hetzelfde aantal apparaten, met hetzelfde aantal gebruikers en voor dezelfde reeks functionaliteiten als die welke in hun woonlidstaat worden geboden. Het is essentieel dat de verplichting om grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten aan te bieden, bindend is, en de partijen mogen deze dus niet terzijde kunnen schuiven, noch ervan kunnen afwijken of de gevolgen ervan kunnen wijzigen. Elk optreden van een aanbieder dat abonnees de toegang tot of het gebruik van de dienst zou ontzeggen wanneer zij tijdelijk in een andere lidstaat dan hun woonlidstaat aanwezig zijn, bijvoorbeeld beperkingen van de functionaliteiten van de dienst of de kwaliteit van de aflevering, moet worden geacht een omzeiling te zijn van de verplichting om grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten aan te bieden en derhalve in strijd met deze verordening.

(22)

Vereisen dat de verstrekking van online-inhoudsdiensten aan abonnees die tijdelijk aanwezig zijn in andere lidstaten dan hun woonlidstaat van dezelfde kwaliteit is als in de woonlidstaat zou tot hoge kosten voor aanbieders van online-inhoudsdiensten en daarmee uiteindelijk voor abonnees kunnen leiden. Daarom is het in het kader van deze verordening niet passend te vereisen dat aanbieders zorgen voor een kwaliteit van verstrekking van dergelijke diensten die hoger zou zijn dan de kwaliteit die beschikbaar is via de plaatselijke, door een abonnee gekozen onlinetoegang, wanneer deze tijdelijk aanwezig is in een andere lidstaat. In dergelijke gevallen mag de aanbieder niet aansprakelijk zijn indien de kwaliteit van de verstrekking van de dienst lager is. Wanneer de aanbieder echter uitdrukkelijk abonnees een bepaalde kwaliteit waarborgt wanneer die abonnees tijdelijk in een andere lidstaat aanwezig zijn, moet hij aan die waarborg gebonden zijn. De aanbieder dient op basis van de gegevens waarover hij beschikt de abonnees op voorhand te informeren over de kwaliteit van de online-inhoudsdienstverlening in andere lidstaten dan hun woonlidstaat, met name over het feit dat de kwaliteit van de dienstverlening verschillend kan zijn van de kwaliteit in hun woonlidstaat. De aanbieder mag niet verplicht worden om actief op zoek te gaan naar informatie over de kwaliteit van de dienstverlening in andere lidstaten dan de woonlidstaat van de abonnee. De relevante informatie kan via de website van de aanbieder worden verstrekt.

(23)

Om ervoor te zorgen dat de onder deze verordening vallende aanbieders van online-inhoudsdiensten voldoen aan de verplichting om grensoverschrijdende portabiliteit van hun diensten aan te bieden zonder dat zij de desbetreffende rechten in een andere lidstaat moeten aanschaffen, dient te worden bepaald dat aanbieders altijd het recht moeten hebben om deze diensten aan abonnees te verstrekken wanneer zij tijdelijk in een andere lidstaat dan hun woonlidstaat aanwezig zijn. Dit moet worden bereikt door te bepalen dat de verstrekking van, de toegang tot en het gebruik van dergelijke online-inhoudsdiensten moeten worden geacht plaats te vinden in de woonlidstaat van de abonnee. Dit wettelijk mechanisme dient uitsluitend te worden toegepast om de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten te verzekeren. Een online-inhoudsdienst moet worden geacht rechtmatig te worden verstrekt als zowel de dienst als de inhoud rechtmatig in de woonlidstaat worden verstrekt. Deze verordening, en met name het wettelijke mechanisme dat de verstrekking van, de toegang tot en het gebruik van een online-inhoudsdienst in de woonlidstaat van de abonnee lokaliseert, belet een aanbieder niet om de abonnee ook toegang te verschaffen tot en gebruik te maken van inhoud die rechtmatig wordt aangeboden door de aanbieder in de lidstaat waar de abonnee tijdelijk aanwezig is.

(24)

Voor de licentieverlening van auteursrechten of naburige rechten betekent het in deze verordening neergelegde wettelijke mechanisme dat relevante handelingen van reproductie, mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling van werken en ander beschermd materiaal, alsook de aanhaling of het hergebruik met betrekking tot databanken die worden beschermd door sui-generisrechten, die zich voordoen wanneer de dienst wordt verleend aan abonnees wanneer zij tijdelijk in een andere lidstaat dan hun woonlidstaat aanwezig zijn, moeten worden geacht te zijn verricht in de woonlidstaat van de abonnees. Onder deze verordening vallende aanbieders van online-inhoudsdiensten moeten derhalve worden geacht dergelijke handelingen op basis van de respectieve toestemmingen van de betrokken rechthebbenden voor de woonlidstaat van hun abonnees te verrichten. Telkens wanneer aanbieders het recht hebben in de woonlidstaat van hun abonnees handelingen te verrichten zoals mededelingen aan het publiek of reproductie op basis van toestemming van de betrokken rechthebbenden, moeten abonnees die tijdelijk aanwezig zijn in een andere lidstaat dan hun woonlidstaat, toegang kunnen krijgen tot en gebruik kunnen maken van de dienst en waar nodig alle relevante reproductiehandelingen kunnen verrichten, zoals downloaden, waartoe zij in hun woonlidstaat het recht zouden hebben. De verstrekking van een online-inhoudsdienst door aanbieders aan abonnees die tijdelijk aanwezig zijn in een andere lidstaat dan hun woonlidstaat en de toegang tot en het gebruik van die dienst door dergelijke abonnees in overeenstemming met deze verordening, mogen niet worden opgevat als een schending van het auteursrecht of naburige rechten of van enige andere rechten die relevant zijn voor de verstrekking van, de toegang tot en het gebruik van de online-inhoudsdienst.

(25)

Onder deze verordening vallende aanbieders van online-inhoudsdiensten mogen niet aansprakelijk zijn voor de schending van contractuele bepalingen die strijdig zijn met de verplichting hun abonnees in staat te stellen gebruik te maken van dergelijke diensten in de lidstaat waarin zij tijdelijk aanwezig zijn. Daarom moeten clausules in overeenkomsten die beogen de grensoverschrijdende portabiliteit van dergelijke online-inhoudsdiensten te verbieden of te beperken, onafdwingbaar zijn. De aanbieders en de houders van rechten die relevant zijn voor de verstrekking van online-inhoudsdiensten mogen niet de mogelijkheid krijgen de toepassing van deze verordening te omzeilen door het recht van een derde land te kiezen als recht dat van toepassing is op overeenkomsten die zij met elkaar hebben gesloten. Hetzelfde moet gelden voor overeenkomsten tussen aanbieders en abonnees.

(26)

Deze verordening dient abonnees in staat te stellen om gebruik te maken van online-inhoudsdiensten waar zij op geabonneerd zijn in hun woonlidstaat wanneer zij tijdelijk in een andere lidstaat aanwezig zijn. Abonnees mogen enkel voor grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten in aanmerking komen indien zij in een lidstaat van de Unie wonen. Om die reden dient deze verordening aanbieders van een online-inhoudsdiensten te verplichten gebruik te maken van redelijke, evenredige en doeltreffende middelen om de woonlidstaat van hun abonnees te controleren. Daartoe dienen aanbieders gebruik te maken van de in deze verordening opgesomde controlemiddelen. Dit belet niet dat aanbieders en rechthebbenden overeenkomsten sluiten over die controlemiddelen binnen de grenzen van deze verordening. De doelstelling van de lijst is het bieden van rechtszekerheid met betrekking tot de door de aanbieders te gebruiken controlemiddelen en het beperken van interferentie met de privacy van abonnees. In elk geval moet rekening worden gehouden met de doeltreffendheid en proportionaliteit van een specifiek controlemiddel in een betrokken lidstaat en voor een betrokken soort online-inhoudsdienst. Als de woonlidstaat van de abonnee niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld op basis van één enkel controlemiddel, dient de aanbieder gebruik te maken van twee van deze middelen. In gevallen waarin de aanbieder redelijke twijfels heeft over de woonlidstaat van de abonnee, moet de aanbieder de woonlidstaat van de abonnee nogmaals kunnen controleren. De aanbieder moet overeenkomstig de toepasselijke gegevensbeschermingsvoorschriften de nodige technische en organisationele maatregelen treffen voor de verwerking van de persoonlijke gegevens die overeenkomstig deze verordening zijn verzameld voor de controle van de woonlidstaat van de abonnee. Voorbeelden van dergelijke maatregelen zijn onder meer transparante informatieverstrekking aan personen over de methoden voor de controle en de doeleinden daarvan, en passende veiligheidsmaatregelen.

(27)

Om de woonlidstaat van de abonnee te controleren, dient de aanbieder van een online-inhoudsdienst waar mogelijk gebruik te maken van informatie waarover hij beschikt, zoals factureringsinformatie. Met betrekking tot overeenkomsten die zijn gesloten vóór de datum van toepassing van deze verordening en met betrekking tot controles bij hernieuwing van een overeenkomst, is het de aanbieder enkel wanneer hij niet reeds over de nodige informatie beschikt om de woonlidstaat van de abonnee te bepalen, toegestaan om deze informatie aan de abonnee te vragen.

(28)

Controles van IP-adressen uit hoofde van deze verordening moeten in overeenstemming met Richtlijn 95/46/EG (9) en Richtlijn 2002/58/EG (10) van het Europees Parlement en de Raad gebeuren. Daarnaast is het voor de controle van de woonlidstaat van de abonnee niet zozeer van belang wat de precieze locatie van de abonnee is, maar veeleer de vraag vanuit welke lidstaat de abonnee zich toegang verschaft tot de dienst. Bijgevolg mogen er voor dat doel geen gegevens over de precieze locatie van een abonnee of andere persoonsgegevens worden verzameld of verwerkt. Wanneer de aanbieder redelijke twijfels heeft over de woonlidstaat van de abonnee, en hij een controle van het IP-adres verricht om de woonlidstaat na te gaan, mag die controle enkel tot doel hebben te bepalen of de abonnee zich binnen of buiten de woonlidstaat toegang verschaft tot of gebruikmaakt van de online-inhoudsdienst. De gegevens uit de controle van de IP-adressen mogen daarom in deze gevallen enkel in binair formaat en in overeenstemming met de toepasselijke gegevensbeschermingsvoorschriften worden verzameld. De aanbieder mag niet verder gaan dan die mate van gedetailleerdheid.

(29)

Een houder van auteursrechten en naburige rechten of van andere rechten met betrekking tot de inhoud van een online-inhoudsdienst moet de contractvrijheid kunnen behouden om toestemming te geven voor de verstrekking van, de toegang tot en het gebruik van die inhoud uit hoofde van deze verordening, zonder controle van de woonlidstaat. Dit kan met name relevant zijn in sectoren zoals die van muziek en e-boeken. Elke rechthebbende dient dergelijke beslissingen vrij te kunnen nemen bij het aangaan van overeenkomsten met aanbieders van online-inhoudsdiensten. Overeenkomsten tussen aanbieders en rechthebbenden mogen geen beperking inhouden van de mogelijkheid voor rechthebbenden om die toestemming in te trekken, op voorwaarde van een redelijke opzegtermijn aan de aanbieder. De toestemming van een individuele rechthebbende als zodanig ontslaat de aanbieder niet van de verplichting om de woonlidstaat van de abonnee te controleren. Enkel in gevallen waarin alle houders van auteursrechten, naburige rechten of andere rechten met betrekking tot de inhoud die door de aanbieder wordt gebruikt, beslissen toestemming te geven voor de verstrekking van, de toegang tot en het gebruik van hun inhoud zonder controle van de woonlidstaat van de abonnee, mag de verplichting tot controle niet gelden, en dient de overeenkomst tussen de aanbieder en de abonnee voor de verstrekking van een online-inhoudsdienst te worden gebruikt om de woonlidstaat van de abonnee te bepalen. Alle andere aspecten van deze verordening moeten in dergelijke gevallen van toepassing blijven.

(30)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het „Handvest”) erkende beginselen in acht. Derhalve dient deze verordening te worden uitgelegd en toegepast in overeenstemming met die rechten en beginselen, met name het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven, het recht op bescherming van persoonsgegevens, het recht op vrijheid van meningsuiting en van ondernemerschap en het recht op eigendom, waaronder intellectuele eigendom. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening dient te gebeuren in overeenstemming met de grondrechten, met inbegrip van het recht op de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van de artikelen 7 en 8 van het Handvest, en het is daarbij essentieel dat bij dergelijke verwerking Richtlijn 95/46/EG en Richtlijn 2002/58/EG worden nageleefd. Meer in het bijzonder moeten aanbieders van online-inhoudsdiensten ervoor zorgen dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening noodzakelijk, redelijk en proportioneel is om het betrokken doel te bereiken. Wanneer de authenticatie van een abonnee volstaat om de dienst te verstrekken, mag identificatie van de abonnee niet worden vereist. Gegevens die uit hoofde van deze verordening worden verzameld voor controle van de woonlidstaat mogen door de aanbieder niet langer worden bewaard dan voor die controle nodig is. Dergelijke gegevens moeten na de voltooiing van de controle onmiddellijk en onherroepelijk worden vernietigd. Dit geldt echter niet voor het bewaren van gegevens die werden verzameld voor een ander legitiem doel, volgens de toepasselijke gegevensbeschermingsvoorschriften, met inbegrip van voorschriften voor de opslag van die gegevens.

(31)

Overeenkomsten waarbij licenties voor inhoud worden gegeven, worden doorgaans voor een relatief lange duur gesloten. Daarom, en om ervoor te zorgen dat alle consumenten die in de Unie wonen op voet van gelijkheid, tijdig en zonder onnodige vertraging grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten kunnen genieten, moet deze verordening ook van toepassing zijn op vóór de datum van toepassing ervan gesloten overeenkomsten en verkregen rechten, indien die overeenkomsten en rechten relevant zijn voor de grensoverschrijdende portabiliteit van een na die datum verstrekte online-inhoudsdienst. Een dergelijke toepassing van deze verordening is ook noodzakelijk om te zorgen voor een gelijk speelveld voor onder deze verordening vallende aanbieders van online-inhoudsdiensten die actief zijn op de interne markt, met name voor kmo’s, namelijk door aanbieders die voor langere tijd overeenkomsten hebben gesloten met de rechthebbenden in staat te stellen hun abonnees grensoverschrijdende portabiliteit aan te bieden, ongeacht of de aanbieder in staat is om opnieuw te onderhandelen over dergelijke overeenkomsten. Een dergelijke toepassing van deze verordening moet er bovendien voor zorgen dat wanneer aanbieders regelingen treffen die noodzakelijk zijn voor de grensoverschrijdende portabiliteit van hun diensten, zij die portabiliteit kunnen bieden voor hun online-inhoud in zijn totaliteit. Dit dient ook van toepassing te zijn op aanbieders van online-inhoudsdiensten die pakketten bestaande uit een combinatie van elektronischecommunicatiediensten en online-inhoudsdiensten aanbieden. Tot slot moet een dergelijke toepassing van deze verordening er ook voor zorgen dat rechthebbenden niet opnieuw hoeven te onderhandelen over hun bestaande licentieovereenkomsten om aanbieders in staat te stellen grensoverschrijdende portabiliteit van hun diensten aan te bieden.

(32)

Aangezien deze verordening bijgevolg van toepassing is op bepaalde gesloten overeenkomsten en op rechten die zijn verkregen vóór de datum van toepassing ervan, is het passend een redelijke periode te laten tussen de datum van inwerkingtreding van deze verordening en de datum waarop zij van toepassing wordt, waardoor rechthebbenden en onder deze verordening vallende aanbieders van online-inhoudsdiensten de nodige regelingen kunnen treffen om zich aan te passen aan de nieuwe situatie en aanbieders de mogelijkheid krijgen de voorwaarden voor het gebruik van hun diensten te wijzigen. Wijzigingen aan de gebruiksvoorwaarden van online-inhoudsdiensten die worden aangeboden in een pakket dat een combinatie is van een elektronischecommunicatiedienst met een online-inhoudsdienst, die louter worden doorgevoerd om te voldoen aan de eisen van deze verordening, mogen abonnees niet het recht geven op grond van de nationale wetgeving tot omzetting van het regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten om zich terug te trekken uit overeenkomsten voor de verstrekking van dergelijke elektronischecommunicatiediensten.

(33)

Deze verordening beoogt het concurrentievermogen te verbeteren door innovatie van online-inhoudsdiensten te stimuleren en meer consumenten aan te trekken. Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de toepassing van de mededingingsregels, met name de artikelen 101 en 102 van het VWEU. De voorschriften van deze verordening mogen niet worden gebruikt om de mededinging te beperken op een wijze die strijdig is met het VWEU.

(34)

Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de toepassing van Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad (11), en met name titel III daarvan. Deze verordening is in overeenstemming met de doelstelling bestaande in het vergemakkelijken van de rechtmatige toegang tot inhoud die wordt beschermd door auteursrechten of naburige rechten en tot de hiermee samenhangende diensten.

(35)

Met het oog op de verwezenlijking van de doelstelling om grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten in de Unie te garanderen, is het passend om een verordening vast te stellen, aangezien die rechtstreeks van toepassing is in de lidstaten. Dit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de regels inzake grensoverschrijdende portabiliteit in de lidstaten uniform worden toegepast en dat zij voor alle online-inhoudsdiensten gelijktijdig in werking treden. Alleen een verordening garandeert de mate van rechtszekerheid die noodzakelijk is om de consument in staat te stellen volledige grensoverschrijdende portabiliteit te genieten in de hele Unie.

(36)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een rechtskader waarmee wordt voorzien in grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten in de Unie, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de werkingssfeer en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. Meer bepaald is deze verordening niet van wezenlijke invloed op de manier waarop rechten in licentie worden gegeven en verplicht zij de rechthebbenden en aanbieders niet opnieuw te onderhandelen over overeenkomsten. Bovendien hoeven aanbieders op grond van deze verordening geen maatregelen te nemen om de kwaliteit van de verstrekking van online-inhoudsdiensten buiten de woonlidstaat van de abonnees te garanderen. Tot slot is deze verordening niet van toepassing op aanbieders die online-inhoudsdiensten aanbieden waarvoor geen geldbedrag hoeft te worden betaald en die geen gebruikmaken van de mogelijkheid om grensoverschrijdende portabiliteit van hun diensten mogelijk te maken. Daarom brengt deze verordening geen onevenredige kosten met zich mee,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Deze verordening voorziet in een gemeenschappelijke benadering in de Unie van de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten door ervoor te zorgen dat de abonnees op portabele online-inhoudsdiensten die rechtmatig worden verstrekt in hun woonlidstaat, toegang hebben tot en gebruik kunnen maken van die diensten, wanneer zij tijdelijk in een andere lidstaat dan hun woonlidstaat aanwezig zijn.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op het gebied van belastingen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.

„abonnee”: een consument die op basis van een overeenkomst met een aanbieder voor de verstrekking van een online-inhoudsdienst, tegen betaling in geld of zonder een dergelijke betaling, het recht heeft op toegang tot en gebruik van deze dienst in de woonlidstaat;

2.

„consument”: iedere natuurlijke persoon die bij onder deze verordening vallende overeenkomsten handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen;

3.

„woonlidstaat”: de op basis van artikel 5, bepaalde lidstaat, waar de abonnee zijn feitelijk en stabiel verblijf heeft;

4.

„tijdelijk aanwezig in een lidstaat”: gedurende een beperkte periode aanwezig zijn in een andere lidstaat dan de woonlidstaat;

5.

„online-inhoudsdienst”: een dienst in de zin van de artikelen 56 en 57 van het VWEU die een aanbieder rechtmatig onder overeengekomen voorwaarden online aan abonnees in hun woonlidstaat aanbiedt, die portabel is en die:

i)

een audiovisuele mediadienst is zoals gedefinieerd in artikel 1, onder a), van Richtlijn 2010/13/EU, of

ii)

een dienst is waarvan het voornaamste kenmerk bestaat in het verlenen van toegang tot, en het gebruik van, werken, ander beschermd materiaal of doorgiften van omroeporganisaties, op lineaire wijze of op aanvraag;

6.

„portabel”: een kenmerk van een online-inhoudsdienst waarbij abonnees daadwerkelijk toegang kunnen krijgen tot en gebruik kunnen maken van de online-inhoudsdienst in hun woonlidstaat, zonder beperking tot een bepaalde locatie.

Artikel 3

Verplichting tot het mogelijk maken van grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten

1.   De aanbieder van een online-inhoudsdienst die tegen betaling in geld wordt verstrekt, stelt een abonnee die tijdelijk in een lidstaat aanwezig is in staat toegang te krijgen tot en gebruik te maken van de online-inhoudsdienst, op dezelfde manier als in de woonlidstaat, onder meer door toegang tot dezelfde inhoud, op dezelfde reeks en hetzelfde aantal toestellen, met hetzelfde aantal gebruikers en voor dezelfde functionaliteiten te verstrekken.

2.   De aanbieder mag geen bijkomende kosten aanrekenen aan de abonnee voor de toegang tot en het gebruik van de online-inhoudsdienst op grond van lid 1.

3.   De in lid 1 uiteengezette verplichting strekt zich niet uit tot kwaliteitseisen die gelden voor de verstrekking van een online-inhoudsdienst, die de aanbieder moet naleven wanneer hij deze dienst in de woonlidstaat verstrekt, tenzij de aanbieder en de abonnee uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen.

De aanbieder neemt bij het verstrekken van de online-inhoudsdienst in overeenstemming met lid 1 geen maatregelen om de kwaliteit van de verstrekking van de online-inhoudsdienst te verminderen.

4.   De aanbieder bezorgt, op basis van de informatie waarover hij beschikt, de abonnee informatie over de kwaliteit van de verstrekking van de overeenkomstig lid 1 verstrekte online-inhoudsdienst. De informatie wordt voorafgaand aan de verstrekking van de online-inhoudsdienst in overeenstemming met lid 1 en op passende en proportionele wijze aan de abonnee verstrekt.

Artikel 4

Plaats van de verstrekking van, de toegang tot en het gebruik van online-inhoudsdiensten

De verstrekking van een online-inhoudsdienst uit hoofde van deze verordening aan een abonnee die tijdelijk aanwezig is in een lidstaat, alsmede de toegang tot en het gebruik van die dienst door de abonnee, worden geacht uitsluitend plaats te vinden in de woonlidstaat van de abonnee.

Artikel 5

Controle van de woonlidstaat

1.   Bij de sluiting en bij de hernieuwing van een overeenkomst voor de verstrekking van een online-inhoudsdienst tegen betaling in geld, controleert de aanbieder de woonlidstaat van de abonnee aan de hand van hoogstens twee van de hiernavolgende controlemiddelen en zorgt hij ervoor dat de gebruikte middelen redelijk, proportioneel en doeltreffend zijn:

a)

een identiteitskaart, een elektronisch identificatiemiddel, met name die welke vallen onder de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (12) aangemelde nationale stelsels voor elektronische identificatie, of een ander geldig identiteitsdocument waarin de woonlidstaat van de abonnee wordt bevestigd;

b)

betalingsgegevens, zoals een bankrekeningnummer of het nummer van een krediet- of debetkaart van de abonnee;

c)

de plaats van installatie van een settopbox, een decoder of een soortgelijk apparaat waarmee de diensten aan de abonnee worden verstrekt;

d)

betaling door de abonnee van een vergoeding voor andere diensten die in de lidstaat worden verstrekt, zoals een omroepbijdrage;

e)

een overeenkomst voor de verstrekking van internet- of telefoondiensten, of een soortgelijk type overeenkomst waaruit de band van de abonnee met de lidstaat blijkt;

f)

registratie op lokale kiezerslijsten, indien deze informatie publiekelijk toegankelijk is;

g)

betaling van plaatselijke belastingen, indien deze informatie publiekelijk toegankelijk is;

h)

een rekening van een nutsbedrijf, waaruit de band van de abonnee met de lidstaat blijkt;

i)

het factuur- of postadres van de abonnee;

j)

een verklaring waarin de abonnee zijn adres in de lidstaat bevestigt;

k)

een controle van het IP-adres (Internet Protocol), om de lidstaat waarin de abonnee toegang heeft tot de online-inhoudsdienst te identificeren.

De controlemiddelen onder punten i) tot en met k) mogen enkel worden gebruikt in combinatie met een van de controlemiddelen onder punt a) tot en met h), tenzij het postadres onder punt i) opgenomen is in een publiekelijk toegankelijk officieel register.

2.   Indien de aanbieder redelijke twijfels heeft over de woonlidstaat van de abonnee gedurende de looptijd van de overeenkomst voor de verstrekking van een online-inhoudsdienst, mag de aanbieder de controle van de woonlidstaat van de abonnee nogmaals overeenkomstig lid 1 verrichten. In dat geval mag het controlemiddel onder punt k) hierbij evenwel als enig controlemiddel worden gebruikt. Gegevens die voortkomen uit het gebruik van het controlemiddel onder punt k) mogen enkel in binaire vorm worden verzameld.

3.   De aanbieder heeft het recht de abonnee te verzoeken de informatie te verstrekken die noodzakelijk is om de woonlidstaat van de abonnee overeenkomstig de leden 1 en 2 te bepalen. Indien de abonnee die informatie niet verstrekt en de aanbieder daardoor de woonlidstaat van de abonnee niet kan controleren, stelt de aanbieder de abonnee op basis van deze verordening niet in staat toegang te krijgen tot of gebruik te maken van de online-inhoudsdienst wanneer hij tijdelijk in een lidstaat aanwezig is.

4.   De houders van auteursrechten of naburige rechten of de houders van andere rechten met betrekking tot de inhoud van een online-inhoudsdienst kunnen toestemming geven voor de verstrekking van, de toegang tot en het gebruik van hun inhoud uit hoofde van deze verordening, zonder controle van de woonlidstaat. In dergelijke gevallen volstaat de overeenkomst tussen de aanbieder en de abonnee voor de verstrekking van een online-inhoudsdienst om de woonlidstaat van de abonnee te bepalen.

De houders van auteursrechten of naburige rechten of de houders van andere rechten met betrekking tot de inhoud van een online-inhoudsdienst hebben het recht de op grond van de eerste alinea gegeven toestemming in te trekken op voorwaarde van een redelijke opzegtermijn aan de aanbieder.

5.   De overeenkomst tussen de aanbieder en de houders van auteursrechten of naburige rechten of de houders van andere rechten met betrekking tot de inhoud van een online-inhoudsdienst mag de mogelijkheid voor dergelijke houders van rechten om de in lid 4 bedoelde toestemming in te trekken, niet beperken.

Artikel 6

Grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten die zonder betaling in geld worden verstrekt

1.   De aanbieder van een online-inhoudsdienst die zonder betaling in geld wordt verstrekt, kan beslissen om zijn abonnees die tijdelijk in een andere lidstaat aanwezig zijn, in staat te stellen toegang te krijgen tot en gebruik te maken van die online-inhoudsdienst, op voorwaarde dat de aanbieder de woonlidstaat van zijn abonnee overeenkomstig deze verordening controleert.

2.   De aanbieder informeert zijn abonnees, de betrokken houders van auteursrechten en naburige rechten en de betrokken houders van andere rechten met betrekking tot de inhoud van de online-inhoudsdienst over zijn beslissing om de online-inhoudsdienst overeenkomstig lid 1 te verstrekken, voorafgaand aan de verstrekking van die dienst. De informatie wordt op passende en evenredige wijze verstrekt.

3.   Deze verordening is van toepassing op aanbieders die overeenkomstig lid 1 een online-inhoudsdienst verstrekken.

Artikel 7

Contractuele bepalingen

1.   Alle contractuele bepalingen, met inbegrip van die tussen aanbieders van online-inhoudsdiensten en houders van auteursrechten of naburige rechten of houders van andere rechten met betrekking tot de inhoud van online-inhoudsdiensten, alsmede die tussen dergelijke aanbieders en hun abonnees, die strijdig zijn met deze verordening, met inbegrip van bepalingen die de grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten verbieden of die portabiliteit tot een specifieke periode beperken, zijn onafdwingbaar.

2.   Deze verordening is van toepassing ongeacht het recht dat geldt voor overeenkomsten tussen aanbieders van online-inhoudsdiensten en houders van auteursrechten of naburige rechten of houders van andere rechten met betrekking tot de inhoud van online-inhoudsdiensten of voor overeenkomsten tussen deze aanbieders en hun abonnees.

Artikel 8

Bescherming van persoonsgegevens

1.   De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening, waaronder met name ten behoeve van controle van de woonlidstaat van de abonnee op grond van artikel 5, wordt uitgevoerd in overeenstemming met Richtlijnen 95/46/EG en 2002/58/EG. Met name het gebruik van controlemiddelen uit hoofde van artikel 5 en de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening worden beperkt tot wat noodzakelijk en proportioneel is om het beoogde doel te bereiken.

2.   Gegevens die worden verzameld uit hoofde van artikel 5 mogen uitsluitend worden gebruikt om de woonlidstaat van de abonnee te controleren. De gegevens mogen niet gecommuniceerd, overgedragen, gedeeld, in licentie of anderszins doorgeven of vrijgegeven worden aan houders van auteursrecht of naburige rechten of houders van andere rechten met betrekking tot de inhoud in online-inhoudsdiensten of andere derde partijen.

3.   Gegevens die worden verzameld uit hoofde van artikel 5 worden door de aanbieder van een online-inhoudsdienst niet langer bewaard dan nodig is voor het voltooien van een controle van de woonlidstaat van een abonnee op grond van artikel 5, lid 1 of 2. Na de voltooiing van elke controle worden de gegevens onmiddellijk en onherroepelijk vernietigd.

Artikel 9

Toepassing op bestaande overeenkomsten en verkregen rechten

1.   Deze verordening is ook van toepassing op overeenkomsten die zijn gesloten en rechten die zijn verkregen vóór de datum van toepassing ervan, indien deze van belang zijn voor de verstrekking van, de toegang tot en het gebruik van een online-inhoudsdienst overeenkomstig de artikelen 3 en 6 na die datum.

2.   Uiterlijk op 21 mei 2018 controleert de aanbieder van een online-inhoudsdienst die tegen betaling in geld wordt verstrekt, in overeenstemming met deze verordening, de woonlidstaat van de abonnees die vóór die datum overeenkomsten voor de verstrekking van de online-inhoudsdienst hebben gesloten.

Binnen twee maanden na de datum waarop de aanbieder van een online-inhoudsdienst die zonder betaling in geld wordt verstrekt, de dienst in overeenstemming met artikel 6 voor het eerst verstrekt, controleert de aanbieder overeenkomstig deze verordening de woonlidstaat van de abonnees die vóór die datum overeenkomsten voor de verstrekking van de online-inhoudsdienst hebben gesloten.

Artikel 10

Herziening

Uiterlijk op 21 maart 2021, en vervolgens zoals is vereist, evalueert de Commissie de toepassing van deze verordening in het licht van de juridische, technologische en economische ontwikkelingen, en brengt zij hierover aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit.

Het in het eerste lid bedoelde verslag omvat onder meer een beoordeling van de toepassing van de middelen voor controle van de in artikel 5 bedoelde woonlidstaat, rekening houdend met recent ontwikkelde technologieën, sectorale normen en praktijken, en indien nodig een beoordeling van de behoefte aan een herziening. In het verslag moet bijzondere aandacht worden besteed aan de gevolgen van deze verordening voor kmo’s en de bescherming van persoonsgegevens. De Commissie laat haar verslag in voorkomend geval vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel.

Artikel 11

Slotbepalingen

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Zij is van toepassing met ingang van 20 maart 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 14 juni 2017.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

H. DALLI


(1)  PB C 264 van 20.7.2016, blz. 86.

(2)  PB C 240 van 1.7.2016, blz. 72.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 18 mei 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 juni 2017.

(4)  Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1).

(5)  Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).

(6)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).

(7)  Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28).

(8)  Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s (PB L 111 van 5.5.2009, blz. 16).

(9)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31). Richtlijn 95/46/EG wordt met ingang van 25 mei 2018 ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119, 4.5.2016, blz. 1).

(10)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

(11)  Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72).

(12)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).