31.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/382


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/586 VAN DE COMMISSIE

van 14 juli 2016

tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten bij hun samenwerking in toezichtactiviteiten, verificaties ter plaatse en onderzoeken

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (1), en met name artikel 80, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU uit te wisselen informatie moet qua omvang en aard toereikend zijn opdat de bevoegde autoriteiten hun toezichthoudende taken en functies effectief kunnen uitvoeren. Het is derhalve noodzakelijk dat de bevoegde autoriteiten informatie kunnen uitwisselen aan de hand waarvan zij toezicht kunnen uitoefenen op het gedrag van natuurlijke personen en rechtspersonen binnen hun respectieve rechtsgebieden.

(2)

Om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen effectief toezicht uit te oefenen op beleggingsondernemingen, marktexploitanten en aanbieders van datadiensten is het van belang dat zij de volgende relevante informatie uitwisselen: algemene achtergrondinformatie en oprichtingsdocumenten (met inbegrip van nationale oprichtingsakten of andere documenten die inzicht verschaffen in de structuur en bedrijfsactiviteiten van een entiteit); informatie met betrekking tot het vergunningsproces; informatie met betrekking tot de leidinggevende organen van beleggingsondernemingen, onder meer informatie op basis waarvan de geschiktheid van de leden van het leidinggevend orgaan kan worden getoetst, zoals hun werkervaring (met inbegrip van hun curriculum vitae met vermelding van onderwijs en opleiding, beroepservaring en beroepsactiviteiten of andere daarmee verband houdende functies die thans vereist zijn voor de toepassing van Richtlijn 2014/65/EU); informatie over hun reputatie; informatie over aandeelhouders en vennoten met een gekwalificeerde deelneming, zoals bedrijfsgegevens en reputatie; informatie over de vergunning van een bedrijf, waaronder informatie over aan die bedrijven toegekende of geweigerde vergunningen; informatie over de organisatievoorschriften van gereglementeerde markten; informatie over de vergunning van aanbieders van datadiensten; informatie betreffende toegestane of geweigerde vrijstellingen om cliënten als „professioneel” aan te merken; informatie over sancties en handhavingsmaatregelen; informatie over bedrijfsactiviteiten en de relevante gedrags- en nalevingsantecedenten.

(3)

Het is belangrijk dat de bevoegde autoriteiten tevens informatie kunnen uitwisselen die relevant is voor de effectieve monitoring van kredietinstellingen wanneer deze beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten.

(4)

Om geheel te kunnen voldoen aan hun toezichthoudende taken is het ook van belang dat bevoegde autoriteiten relevante in hun bezit zijnde informatie kunnen uitwisselen, waaronder informatie over beleggingsondernemingen, marktexploitanten, aanbieders van datarapporteringsdiensten, kredietinstellingen, financiële tegenpartijen, leden van of deelnemers aan gereglementeerde markten, multilaterale handelsfaciliteiten of personen die overeenkomstig artikel 2 of 3 van Richtlijn 2014/65/EU zijn vrijgesteld. Daarnaast moeten de bevoegde autoriteiten relevante achtergrondinformatie kunnen uitwisselen over personen die beleggingsdiensten verlenen zonder over de op grond van Richtlijn 2014/65/EU vereiste vergunning te beschikken.

(5)

Om redenen van consistentie en omwille van de soepele werking van de financiële markten is het noodzakelijk dat de in deze verordening vastgestelde bepalingen en de desbetreffende nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2014/65/EU vanaf dezelfde datum van toepassing zijn.

(6)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

(7)

ESMA heeft het advies ingewonnen van de Stakeholdergroep effecten en markten die overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad werd opgericht (2).

(8)

ESMA heeft geen openbare raadplegingen over deze ontwerpen van technische reguleringsnormen gehouden aangezien deze betrekking hebben op de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten bij hun samenwerking in toezichtactiviteiten, verificaties en onderzoeken ter plaatse en dit niet evenredig met de werkingssfeer en het effect werd geacht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

De informatie die op grond van artikel 80 van Richtlijn 2014/65/EU moet worden uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteit waaraan een verzoek om samenwerking is gericht (de aangezochte autoriteit) en de bevoegde autoriteit die een verzoek om samenwerking doet (de verzoekende autoriteit) kan betrekking hebben op de volgende entiteiten:

a)

een beleggingsonderneming, een marktexploitant of een aanbieder van datarapporteringsdiensten met een vergunning overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU;

b)

een kredietinstelling waaraan overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) vergunning is verleend en die beleggingsdiensten aanbiedt of beleggingsactiviteiten uitvoert;

c)

elke andere natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die niet onder a) en b) wordt genoemd.

Artikel 2

Uit te wisselen informatie met betrekking tot beleggingsondernemingen, marktexploitanten of aanbieders van datarapporteringsdiensten

1.   Wanneer een bevoegde autoriteit besluit te verzoeken om samenwerking kan zij de volgende informatie met betrekking tot entiteiten zoals bedoeld in artikel 1, onder a), aanvragen:

a)

algemene informatie en documenten betreffende de oprichting van de entiteiten:

i)

informatie over de naam van de entiteiten, het adres van hun statutaire zetel en/of hoofdkantoor, contactgegevens, het nationale identificatienummer van de entiteit en uittreksels uit nationale registers;

ii)

informatie betreffende oprichtingsdocumenten waarover entiteiten krachtens hun desbetreffende nationale wetgeving moeten beschikken.

b)

informatie als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Richtlijn 2014/65/EU met betrekking tot het vergunningsproces voor een entiteit voor zover deze informatie niet aanwezig is in het overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder k), van Verordening (EU) nr. 1095/2010 ingestelde openbaar register van ESMA;

c)

informatie met betrekking tot de leden van het leidinggevend orgaan of de personen die de bedrijfsactiviteit van de entiteiten leiden en die in het kader van het vergunningsproces is verstrekt, waaronder:

i)

hun namen, persoonlijke identificatienummers (indien beschikbaar in die lidstaat), adressen en contactgegevens;

ii)

informatie over de positie waarin deze personen binnen de entiteit zijn benoemd;

iii)

een organisatieschema van de bestuursstructuur of identificatie van de personen die verantwoordelijk zijn voor de activiteiten die de entiteit in het kader van Richtlijn 2014/65/EU verricht.

d)

informatie die nodig is voor het beoordelen van de geschiktheid van de leden van het leidinggevend orgaan of van de personen die de bedrijfsactiviteit van de entiteiten leiden, waaronder:

i)

informatie met betrekking tot werkervaring;

ii)

informatie over de reputatie van een lid of een persoon, waaronder:

informatie over het strafregister of strafrechtelijke onderzoeken of procedures, relevante civiele en administratieve rechtszaken en tuchtrechtelijke maatregelen (met inbegrip van uitsluiting als bedrijfsleider of faillissement, insolventie of soortgelijke procedures) in de vorm van een officieel attest, indien beschikbaar, of een ander gelijkwaardig document;

informatie over openbare onderzoeken, handhavingsprocedures, sancties of andere uitvoerbare titels tegen personen;

weigering van registratie, vergunning, lidmaatschap of licentie om handel te drijven, zaken te doen of een beroep uit te oefenen; de intrekking, herroeping of beëindiging van een dergelijke registratie, vergunning, lidmaatschap of licentie of uitsluiting door een regelgevend of overheidsorgaan of door een beroepsorde of beroepsvereniging;

ontslag uit een positie of betrekking of uit een vertrouwenspositie, vertrouwensrelatie en dergelijke.

e)

informatie over aandeelhouders en vennoten met gekwalificeerde deelnemingen, waaronder:

i)

de lijst van personen met een gekwalificeerde deelneming;

ii)

voor aandeelhouders die behoren tot een ondernemingsgroep: een organisatieschema van de ondernemingsgroep waarin de activiteiten worden weergegeven van elke onderneming binnen de groep en de bedrijven of personen binnen de groep die activiteiten uitvoeren onder het bepaalde in Richtlijn 2014/65/EU;

iii)

informatie en documenten die nodig zijn om hun geschiktheid te beoordelen.

f)

informatie over de organisatiestructuur, de exploitatievoorwaarden en de naleving van de voorschriften in Richtlijn 2014/65/EU, waaronder:

i)

informatie over de krachtens Richtlijn 2014/65/EU vereiste gedragslijnen en procedures voor naleving en risicobeheer met betrekking tot entiteiten en hun verbonden agenten;

ii)

antecedenten van de entiteiten op het gebied van naleving, met inbegrip van door bevoegde autoriteiten bijgehouden informatie;

iii)

informatie over organisatorische en administratieve regelingen ter voorkoming van belangenconflicten als omschreven in artikel 23 van Richtlijn 2014/65/EU;

iv)

in het geval van beleggingsondernemingen die financiële instrumenten voor verkoop aan cliënten ontwikkelen: informatie over het proces voor de goedkeuring van elk financieel instrument met inbegrip van informatie over de doelmarkt en distributiestrategie, alsmede informatie over de regelingen voor beleidsevaluatie;

v)

met betrekking tot beleggingsondernemingen: informatie met betrekking tot hun verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad (4);

vi)

informatie die van beleggingsondernemingen kan worden verlangd in overeenstemming met de in artikel 16 van Richtlijn 2014/65/EU gespecificeerde activiteiten en voorschriften.

g)

informatie over overeenkomstig de artikelen 5 tot en met 10 van Richtlijn 2014/65/EU aan beleggingsondernemingen toegekende vergunningen;

h)

informatie over de toekenning van een vergunning aan gereglementeerde markten en aanbieders van datarapporteringsdiensten overeenkomstig de artikelen 44, 45 en 46 en de artikelen 59 tot en met 63 van Richtlijn 2014/65/EU;

i)

informatie betreffende vrijstellingen die zijn toegekend of geweigerd met betrekking tot cliënten die op verzoek als professionele cliënt kunnen worden behandeld, zoals aangegeven in bijlage II van Richtlijn 2014/65/EU;

j)

informatie over aan de entiteiten opgelegde sancties en handhavingsmaatregelen, waaronder:

i)

informatie over sancties tegen een entiteit of tegen een lid van het leidinggevend orgaan of personen die de bedrijfsactiviteit van de entiteit leiden;

ii)

informatie over inbreuken door entiteiten of door personen die leidinggevende functies bekleden;

iii)

informatie over strafregisters, strafrechtelijke of administratieve onderzoeken of procedures, relevante civiele en administratieve rechtszaken en tuchtrechtelijke maatregelen, in de vorm van een officieel attest indien beschikbaar, of een ander gelijkwaardig document.

k)

informatie met betrekking tot de beleidsactiviteiten en relevante gedrags- en nalevingsantecedenten met betrekking tot het onderwerp van het verzoek, waaronder:

i)

informatie over de bedrijfsactiviteiten van een entiteit, in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU;

ii)

interne notulen of door ondernemingen en bijkantoren bijgehouden registers voor controle door de relevante bevoegde autoriteit.

l)

alle andere informatie die noodzakelijk is voor de samenwerking bij toezichtactiviteiten, verificaties ter plaatse of onderzoeken als bedoeld in artikel 80, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU.

2.   Wanneer een lidstaat vereist dat een onderneming uit een derde land op grond van artikel 39, lid 1 en lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU een bijkantoor opricht, kan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat de voor het toezicht op dit bijkantoor bevoegde autoriteit om de informatie verzoeken die is verkregen van de autoriteit van het land van herkomst met betrekking tot de vergunning voor het openen van het bijkantoor, waaronder:

a)

informatie die relevant is voor het toezicht op de naleving van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (5) of bepalingen en maatregelen vastgesteld ter omzetting van Richtlijn 2014/65/EU;

b)

een antwoord van het leidinggevend orgaan van de beleggingsonderneming van een derde land of van personen die de bedrijfsactiviteit van de entiteit leiden op de vragen van de bevoegde autoriteit.

Artikel 3

Uit te wisselen informatie met betrekking tot kredietinstellingen

Wanneer een bevoegde autoriteit besluit te verzoeken om samenwerking kan zij de volgende informatie met betrekking tot in artikel 1, onder b), bedoelde entiteiten verlangen:

a)

informatie bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), f), i) en j);

b)

alle andere informatie die relevant is voor het toezicht op de naleving door kredietinstellingen van Verordening (EU) nr. 600/2014 of bepalingen en maatregelen vastgesteld ter omzetting van Richtlijn 2014/65/EU;

c)

alle andere informatie die noodzakelijk is voor de samenwerking bij toezichtactiviteiten, verificaties ter plaatse of onderzoeken als bedoeld in artikel 80, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU.

Artikel 4

Uit te wisselen informatie met betrekking tot personen als bedoeld in artikel 1, onder c)

1.   Wanneer een bevoegde autoriteit besluit met betrekking tot natuurlijke personen als bedoeld in artikel 1, onder c), te verzoeken om samenwerking kan zij ten minste de naam van de persoon, zijn geboortedatum en -plaats, nationaal identificatienummer, adres en contactgegevens opvragen.

2.   Met betrekking tot rechtspersonen of entiteiten of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 1, onder c), kan een bevoegde autoriteit eveneens ten minste verzoeken om documenten ter bevestiging van de firmanaam en het adres van het hoofdkantoor, en het postadres indien verschillend, en om contactgegevens en het nationale identificatienummer; inschrijving van rechtsvorm in overeenstemming met de toepasselijke nationale wetgeving; een volledige lijst van de personen die de bedrijfsactiviteit leiden, hun naam, geboortedatum en geboorteplaats, adres, contactgegevens, nationaal identificatienummer.

3.   Bovendien kunnen de bevoegde autoriteiten verzoeken om uitwisseling van de volgende informatie met betrekking tot personen die zonder de overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU vereiste vergunning of registratie beleggingsdiensten of beleggingsactiviteiten verrichten:

a)

bijzonderheden van de verrichte beleggingsdiensten en -activiteiten;

b)

bijzonderheden over eventuele personen die zijn aangezocht door de persoon of rechtspersoon in verband met het verlenen van beleggingsdiensten of het verrichten van beleggingsactiviteiten zonder over de vereiste vergunning te beschikken of te zijn geregistreerd.

4.   In elk geval moeten de bevoegde autoriteiten kunnen verzoeken om informatie met betrekking tot de personen bedoeld in artikel 1, onder c), verkregen in overeenstemming met, en relevant voor het toezicht op de naleving van Verordening (EU) nr. 600/2014 of bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 2014/65/EU of moeten zij andere informatie kunnen opvragen die nodig is om samen te werken bij toezichtactiviteiten, verificaties ter plaatse of onderzoeken als bedoeld in artikel 80, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum die het eerst voorkomt in artikel 93, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2014/65/EU.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op 14 juli 2016.

Voor de Commissie

De Voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.

(2)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(3)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

(4)  Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22).

(5)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012. (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).