17.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 72/1


VERORDENING (EU) 2017/459 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2017

tot vaststelling van een netcode betreffende capaciteitstoewijzingsmechanismen in gastransmissiesystemen en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 984/2013

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (1), en met name artikel 6, lid 11, en artikel 7, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 715/2009 zijn niet-discriminerende regels vastgesteld voor de toegangsvoorwaarden voor aardgastransmissiesystemen met het oog op de goede werking van de interne markt voor gas.

(2)

Duplicering van gastransmissiesystemen is in de meeste gevallen noch economisch noch efficiënt. Concurrentie op de aardgasmarkten vergt derhalve een transparante en niet-discriminerende toegang tot de aardgasinfrastructuur voor alle netgebruikers. In grote delen van de Unie blijft het ontbreken van een gelijke en transparante toegang tot transmissiecapaciteit echter een ernstige hinderpaal voor het verwezenlijken van daadwerkelijke concurrentie op de groothandelsmarkt. Het feit dat nationale regels van lidstaat tot lidstaat verschillen, bemoeilijkt bovendien de totstandbrenging van een goed werkende interne markt voor gas.

(3)

Een inefficiënt gebruik van en de beperkte toegang tot de hogedrukgaspijpleidingen in de Unie resulteren in suboptimale marktomstandigheden. Een transparanter, efficiënter en niet-discriminerend systeem van toewijzing van de schaarse transmissiecapaciteit moet voor de gastransmissiesystemen in de Unie ten uitvoer worden gelegd zodat de grensoverschrijdende mededinging zich verder kan ontwikkelen en de marktintegratie vooruitgang kan boeken. De diverse betrokken partijen hebben voortdurend voor de ontwikkeling van daartoe strekkende voorschriften gepleit.

(4)

Om een effectieve concurrentie tussen leveranciers van binnen en buiten de Unie tot stand te brengen, moeten die ertoe in staat worden gesteld op een flexibele wijze de bestaande transmissiesystemen te gebruiken om hun gas overeenkomstig de prijssignalen te vervoeren. Alleen een goed functionerend netwerk van onderling gekoppelde transmissienetten, met gelijke toegangsvoorwaarden voor allen, maakt het mogelijk dat gas vrij door de Unie stroomt. Dat trekt op zijn beurt meer leveranciers aan, waardoor de liquiditeit in de handelshubs groter wordt en wordt bijgedragen tot efficiënte prijszettingsmechanismen en bijgevolg tot billijke gasprijzen die gebaseerd zijn op vraag en aanbod.

(5)

Verordening (EU) nr. 984/2013 van de Commissie (2) tot vaststelling van een netcode met betrekking tot capaciteitstoewijzingsmechanismen in gastransmissiesystemen had tot doel een afdoende harmonisatie in de hele Unie tot stand te brengen. De effectiviteit van de tenuitvoerlegging van die verordening hing bovendien af van de invoering van tariefsystemen die consistent zijn met de in de verordening voorgestelde capaciteitstoewijzingsmechanismen om er zo voor te zorgen dat de tenuitvoerlegging verloopt zonder negatieve effecten op de inkomsten en cashflowposities van de transmissiesysteembeheerders.

(6)

Deze verordening heeft een bredere werkingssfeer dan Verordening (EU) nr. 984/2013, voornamelijk wat betreft de voorschriften voor het aanbieden van incrementele capaciteit, en verduidelijkt een aantal bepalingen in verband met de definitie en het aanbieden van vaste en afschakelbare capaciteit en met het verbeteren van de mate van overeenstemming van contractuele voorwaarden van de respectievelijke transmissiesysteembeheerders voor het aanbod van gebundelde capaciteit. De bepalingen van deze verordening in verband met de coördinatie van onderhoud en de standaardisering van communicatie moeten worden geïnterpreteerd in de context van Verordening (EU) 2015/703 van de Commissie (3).

(7)

Om de netgebruikers de mogelijkheid te geven op een geïntegreerde markt gebruik te maken van capaciteitstoewijzingsmechanismen die zo veel mogelijk zijn geharmoniseerd, is deze richtlijn van toepassing op niet-ontheven capaciteit in grote nieuwe gasinfrastructuurprojecten waarvoor een ontheffing van het bepaalde in artikel 32 van Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) is verleend, voor zover de toepassing van deze verordening een dergelijke ontheffing niet ondermijnt en er bij de bundeling van capaciteit rekening wordt gehouden met de specifieke aard van de interconnectoren.

(8)

Deze verordening laat de toepassing van de nationale en EU-mededingingsregels onverlet, met name het verbod van beperkende overeenkomsten (artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en van misbruik van een machtspositie op de interne markt (artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). De ingevoerde capaciteitstoewijzingsmechanismen moeten op zodanige wijze zijn ontworpen dat afscherming van downstream-leveranciersmarkten wordt voorkomen.

(9)

Teneinde te waarborgen dat het aanbod van vaste capaciteit door transmissiesysteembeheerders wordt gemaximaliseerd, dient er een hiërarchie van producten in acht te worden genomen op basis waarvan afschakelbare jaar-, kwartaal- en maandcapaciteit uitsluitend wordt aangeboden indien er geen vaste capaciteit beschikbaar is.

(10)

Wanneer er grote verschillen zijn tussen de respectievelijke voorwaarden die van toepassing zijn op het aanbod van gebundelde-capaciteitsproducten door transmissiesysteembeheerders aan twee zijden van een interconnectiepunt, kunnen de waarde en het nut voor netgebruikers van het boeken van gebundelde capaciteit beperkt zijn. Er moet daarom een proces op gang worden gebracht, onder toezicht van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators („het Agentschap”) en het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas („ENTSB-G”), in het kader waarvan dergelijke voorwaarden van transmissiesysteembeheerders in de hele Unie voor gebundelde-capaciteitsproducten worden beoordeeld en zo veel mogelijk met elkaar in overeenstemming worden gebracht, teneinde een gemeenschappelijk model met betrekking tot voorwaarden tot stand te brengen.

(11)

Een gestroomlijnd en geharmoniseerd Uniebreed proces voor het aanbieden van incrementele capaciteit is noodzakelijk om te kunnen reageren op een mogelijke vraag van de markt naar dergelijke capaciteit. Een dergelijk proces dient te bestaan uit een periodieke beoordeling van de vraag, waarna een gestructureerde fase van ontwerp en toewijzing plaatsvindt op basis van een doeltreffende samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders en nationale regulerende instanties over de grenzen van de Unie heen. Elk investeringsbesluit dat naar aanleiding van de beoordeling van de marktvraag naar capaciteit wordt genomen, dient te worden onderworpen aan een economische test waarmee de economische levensvatbaarheid wordt bepaald. Met deze economische test wordt vervolgens gewaarborgd dat de netgebruikers die capaciteit vragen de met hun vraag verband houdende risico's op zich nemen, teneinde te voorkomen dat gebonden afnemers worden blootgesteld aan het risico dat met dergelijke investeringen gepaard gaat.

(12)

Capaciteitstoewijzing in het kader van standaard incrementele projecten dient plaats te vinden in de vorm van toewijzing door middel van een standaardveilingproces, om ervoor te zorgen dat de transparantie en niet-discriminatie zo veel mogelijk in acht worden genomen. In het geval van grote, complexe projecten die op verschillende lidstaten effect hebben, moeten de transmissiesysteembeheerders echter over de mogelijkheid beschikken om gebruik te maken van alternatieve toewijzingsmechanismen. Dergelijke mechanismen dienen de nodige flexibiliteit te bieden om investeringen mogelijk te maken indien er een daadwerkelijke marktvraag is, maar zij dienen eveneens over de grenzen heen met elkaar in overeenstemming te zijn. Indien een alternatief toewijzingsmechanisme wordt toegestaan, moet afscherming van markten worden voorkomen door te vereisen dat een groter aandeel van de capaciteit wordt gereserveerd voor boekingen op korte termijn.

(13)

In het kader van de uitvoering van complexe entry/exit-regelingen, met name op het gebied van voor andere markten bestemde fysieke gasstromen door deze zones, hebben transmissiesysteembeheerders verschillende contractuele benaderingen gehanteerd met betrekking tot vaste-capaciteitsproducten, die door de nationale reguleringsinstanties zijn goedgekeurd. Het effect daarvan dient in een Uniebrede context te worden beoordeeld.

(14)

De nationale regulerende instanties en transmissiesysteembeheerders moeten rekening houden met goede praktijken en geleverde inspanningen met het oog op de harmonisering van processen voor de tenuitvoerlegging van deze verordening. Handelend in overeenstemming met artikel 7 van Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) moeten het Agentschap en de nationale regulerende instanties erover waken dat capaciteitstoewijzingsmechanismen zo efficiënt mogelijk ten uitvoer worden gelegd op de relevante interconnectiepunten in de Unie.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 51 van Richtlijn 2009/73/EG ingesteld comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening wordt een netcode vastgesteld waarbij capaciteitstoewijzingsmechanismen in gastransmissiesystemen met betrekking tot bestaande en incrementele capaciteit worden opgezet. Bij deze verordening wordt vastgesteld hoe de beheerders van aangrenzende transmissiesystemen samenwerken om de verkoop van capaciteit te vergemakkelijken, rekening houdend met de algemene commerciële en technische voorschriften met betrekking tot capaciteitstoewijzingsmechanismen.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.   Deze verordening is van toepassing op interconnectiepunten. Deze verordening kan ook van toepassing zijn op entrypunten van en exitpunten naar derde landen, naargelang van het besluit van de desbetreffende nationale regulerende instantie. Deze verordening is niet van toepassing op exitpunten naar eindafnemers en distributienetten, entrypunten vanuit LNG-terminals („LNG” is „liquefied natural gas” oftewel „vloeibaar aardgas”) en LNG-productiefaciliteiten, en entrypunten vanuit of exitpunten naar opslaginstallaties.

2.   De gestandaardiseerde capaciteitstoewijzingsmechanismen die in overeenstemming met deze verordening worden opgezet, omvatten een veilingprocedure voor de relevante interconnectiepunten binnen de Unie, alsook de standaard capaciteitsproducten die moeten worden aangeboden en toegewezen. Wanneer incrementele capaciteit wordt aangeboden, kunnen ook alternatieve toewijzingsmechanismen worden gebruikt indien wordt voldaan aan de in artikel 30, lid 2, vastgestelde voorwaarden.

3.   Deze verordening is van toepassing op alle technische en afschakelbare capaciteit op interconnectiepunten, alsmede op aanvullende capaciteit in de zin van punt 2.2.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009, en op incrementele capaciteit. Deze verordening is niet van toepassing op interconnectiepunten tussen lidstaten waarbij aan één van deze lidstaten een ontheffing op grond van artikel 49 van Richtlijn 2009/73/EG is verleend.

4.   Wanneer een alternatief capaciteitstoewijzingsmechanisme overeenkomstig artikel 30 wordt toegepast, zijn artikel 8, leden 1 tot en met 7, de artikelen 11 tot en met 18, artikel 19, lid 2, en artikel 37 niet van toepassing op de aanbodniveaus, tenzij de desbetreffende nationale regulerende instanties een ander besluit treffen.

5.   Wanneer implicietecapaciteitstoewijzingsmethoden worden gebruikt, kunnen de nationale regulerende instanties besluiten om de artikelen 8 tot en met 37 niet toe te passen.

6.   Teneinde afscherming van downstream-leveranciersmarkten te voorkomen, kunnen de nationale regulerende instanties, na raadpleging van de netgebruikers, besluiten evenredige maatregelen te treffen om vroegtijdige biedingen voor capaciteit door één enkele netgebruiker op interconnectiepunten binnen een lidstaat te beperken.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 715/2009, artikel 3 van Verordening (EU) 2017/460 van de Commissie (6) en artikel 2 van Richtlijn 2009/73/EG en wordt verstaan onder:

1.   „incrementele capaciteit”: mogelijke toekomstige toename via marktgebaseerde procedures van de technische capaciteit of mogelijke nieuwe capaciteit die wordt gecreëerd wanneer momenteel geen capaciteit bestaat die kan worden aangeboden op basis van investeringen in fysieke infrastructuur of optimalisering van de capaciteit op lange termijn, en die vervolgens wordt toegewezen bij een positief resultaat van een economische test, in de onderstaande gevallen:

a)

in bestaande interconnectiepunten;

b)

door een nieuw interconnectiepunt of nieuwe interconnectiepunten op te zetten;

c)

als fysieke reverse flow-capaciteit op één of meer interconnectiepunten die nog niet eerder is aangeboden;

2.   „interconnectiepunt”: fysiek of virtueel punt dat aangrenzende entry/exit-systemen met elkaar verbindt of dat een entry/exit-systeem verbindt met een interconnector, voor zover voor deze punten boekingsprocedures voor netgebruikers gelden;

3.   „alternatief toewijzingsmechanisme”: toewijzingsmechanisme voor capaciteit op aanbodniveau of incrementele capaciteit dat door transmissiesysteembeheerders per geval wordt opgezet en door de nationale regulerende instanties wordt goedgekeurd om tegemoet te komen aan vraagverzoeken waaraan voorwaarden zijn verbonden;

4.   „standaard capaciteitsproduct”: een bepaalde hoeveelheid transportcapaciteit binnen een gegeven tijdsperiode op een bepaald interconnectiepunt;

5.   „aanbodniveau”: som van de beschikbare capaciteit en het respectievelijke niveau van de incrementele capaciteit dat wordt aangeboden voor elk van de jaarlijkse standaard capaciteitsproducten op een interconnectiepunt;

6.   „impliciete toewijzingsmethode”: toewijzingsmethode waarbij, eventueel door middel van een veiling, tegelijkertijd zowel transmissiecapaciteit als een dienovereenkomstige hoeveelheid gas wordt toegewezen;

7.   „biedronde”: tijdsperiode waarin netgebruikers biedingen kunnen uitbrengen, wijzigen of intrekken;

8.   „grote prijsstap”: vast of variabel bedrag dat is vastgesteld per interconnectiepunt en standaard capaciteitsproduct;

9.   „incrementele-capaciteitsproject”: project dat erop is gericht de hoeveelheid technische capaciteit op een bestaand interconnectiepunt te verhogen of een nieuw interconnectiepunt op te zetten op basis van capaciteitstoewijzing in het voorafgaande incrementele-capaciteitsproces;

10.   „economische test”: test die wordt toegepast om de economische levensvatbaarheid van incrementele-capaciteitsprojecten te beoordelen;

11.   „incrementele-capaciteitsproces”: proces ter beoordeling van de marktvraag naar incrementele capaciteit dat een niet-bindende fase omvat waarin netgebruikers hun vraag naar incrementele capaciteit kenbaar maken en kwantificeren, alsmede een bindende fase waarin één of meer transmissiesysteembeheerders de netgebruikers verzoeken om bindende verbintenissen inzake het inkopen van capaciteit aan te gaan;

12.   „gebundelde capaciteit”: op vaste basis aangeboden standaard capaciteitsproduct met bijbehorende entry- en exitcapaciteit aan beide zijden van elk interconnectiepunt;

13.   „interconnectieovereenkomst”: overeenkomst die is aangegaan door aangrenzende transmissiesysteembeheerders waarvan de systemen onderling gekoppeld zijn op een specifiek interconnectiepunt, waarin de voorwaarden, operationele procedures en bepalingen met betrekking tot de levering en/of het onttrekken van gas op het interconnectiepunt nader worden bepaald met het doel een efficiënte interoperabiliteit van de onderling gekoppelde transmissienetten te vergemakkelijken, zoals vastgesteld in hoofdstuk II van Verordening (EU) 2015/703;

14.   „concurrerende capaciteiten”: capaciteiten waarvoor de beschikbare capaciteit op één punt van het net niet kan worden toegewezen zonder de beschikbare capaciteit op een ander punt van het net geheel of gedeeltelijk te verminderen;

15.   „veilingkalender”: tabel met informatie met betrekking tot specifieke veilingen die in januari van elk kalenderjaar door ENTSB-G wordt gepubliceerd voor veilingen die plaatsvinden in de periode van maart tot en met februari van het volgende kalenderjaar en die bestaat uit alle relevante tijdschema's voor veilingen, inclusief de begindatums en de standaard capaciteitsproducten waarvoor zij gelden;

16.   „gasdag”: periode van 5:00 tot 5:00 UTC de volgende dag voor de wintertijd en van 4:00 tot 4:00 UTC de volgende dag wanneer de zomertijd wordt gebruikt;

17.   „within-daycapaciteit”: de capaciteit die wordt aangeboden en toegewezen na sluiting van de veilingen van de day-aheadcapaciteit wat die dag betreft;

18.   „veiling bij opbod”: veiling waarbij een netgebruiker gevraagde hoeveelheden plaatst tegen bepaalde prijsstappen die sequentieel worden aangekondigd;

19.   „uniforme-prijsveiling”: veiling waarbij de netgebruiker in één biedronde zowel een prijs als een hoeveelheid aanbiedt en alle netgebruikers die erin zijn geslaagd capaciteit te verkrijgen de prijs van de laagste succesvolle bieding betalen;

20.   „reserveringsprijs”: de in aanmerking komende bodemprijs in de veiling;

21.   „kleine prijsstap”: vast of variabel bedrag dat is vastgesteld per interconnectiepunt en standaard capaciteitsproduct, en dat kleiner is dan de grote prijsstap;

22.   „eerste onderbieding”: gebeurtenis waarbij de geaggregeerde vraag van alle netgebruikers kleiner is dan de capaciteit die wordt aangeboden aan het einde van de tweede biedronde of een daaropvolgende biedronde;

23.   „virtueel interconnectiepunt”: twee of meer interconnectiepunten die dezelfde twee aangrenzende entry/exit-systemen verbinden en die zijn geïntegreerd met het doel één enkele capaciteitsdienst te leveren;

24.   „f-factor”: aandeel van de momentele waarde van de geraamde toename van de toegestane of beoogde inkomsten van de transmissiesysteembeheerder die verband houden met de incrementele capaciteit die deel uitmaakt van het respectievelijke aanbodniveau overeenkomstig artikel 22, lid 1, onder b), dat wordt gedekt door de momentele waarde van de bindende verbintenissen van netgebruikers betreffende het inkopen van capaciteit, berekend overeenkomstig artikel 22, lid 1, onder a);

25.   „overnominatie”: het recht van netgebruikers die voldoen aan de minimumeisen voor het indienen van nominaties om afschakelbare capaciteit op elk tijdstip binnen de dag aan te vragen door een nominatie in te dienen die het totaal van hun nominaties verhoogt tot een niveau dat hoger ligt dan de door hen gecontracteerde capaciteit.

HOOFDSTUK II

SAMENWERKINGSBEGINSELEN

Artikel 4

Coördinatie van het onderhoud

Wanneer het onderhoud van een pijpleiding of een deel van een transmissienet een effect heeft op de hoeveelheid transmissiecapaciteit die op interconnectiepunten kan worden aangeboden, werken de transmissiesysteembeheerders in verband met hun respectievelijke onderhoudsplannen nauw samen met de aangrenzende transmissiesysteembeheerders teneinde het effect op de potentiële gasstromen en de capaciteit op een interconnectiepunt te minimaliseren.

Artikel 5

Standaardisering van de communicatie

1.   De transmissiesysteembeheerders coördineren de tenuitvoerlegging van gestandaardiseerde communicatieprocedures, gecoördineerde informatiesystemen en compatibele elektronische onlinecommunicatie, zoals gedeelde gegevensuitwisselingsformaten en -protocollen, en komen beginselen voor de wijze van behandeling van die gegevens overeen.

2.   De gestandaardiseerde communicatieprocedures omvatten met name de procedures voor de toegang van netgebruikers tot het veilingsysteem of een desbetreffend boekingsplatform van de transmissiesysteembeheerders en de evaluatie van de verstrekte veilinginformatie. De timing en de inhoud van de uit te wisselen gegevens moeten in overeenstemming zijn met het bepaalde in hoofdstuk III.

3.   De door de transmissiesysteembeheerders vastgestelde gestandaardiseerde communicatieprocedures omvatten een tenuitvoerleggingsplan en een omschrijving van de duur van de toepasselijkheid, die in overeenstemming moeten zijn met de opzet van de in artikel 37 bedoelde boekingsplatform(s). De transmissiesysteembeheerders waarborgen de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie.

Artikel 6

Capaciteitsberekening en -maximalisering

1.   De maximale technische capaciteit wordt aan de netgebruikers ter beschikking gesteld, rekening houdend met de systeemintegriteit, de veiligheid en de efficiëntie van de netexploitatie.

a)

Teneinde het aanbod van gebundelde capaciteit te maximaliseren door een optimalisering van de technische capaciteit, nemen de transmissiesysteembeheerders de volgende maatregelen op interconnectiepunten, waarbij zij prioriteit geven aan de interconnectiepunten waar contractuele congestie plaatsvindt overeenkomstig punt 2.2.3, onder 1, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009: de transmissiesysteembeheerders stellen een gezamenlijke methode vast, waarbij de specifieke stappen worden bepaald die door de respectievelijke transmissiesysteembeheerders moeten worden ondernomen om de vereiste optimalisering te bereiken:

1)

de gezamenlijke methode omvat een grondige analyse van de technische capaciteiten, met inbegrip van alle discrepanties daarvan aan beide zijden van een interconnectiepunt, alsook een omschrijving van de specifieke acties en een gedetailleerd tijdschema — inclusief mogelijke implicaties en de wettelijke goedkeuringen die nodig zijn om de kosten terug te winnen en het reguleringsstelsel aan te passen — die vereist zijn om het aanbod van gebundelde capaciteit te maximaliseren. Dergelijke specifieke acties mogen niet nadelig zijn voor het aanbieden van capaciteit op andere relevante punten van de betrokken systemen en punten naar distributienetten die relevant zijn voor de voorzieningszekerheid van de eindafnemers, zoals punten naar opslaginstallaties, LNG-terminals en beschermde afnemers als bepaald in Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad (7);

2)

de berekeningsmethodologie en de voorschriften betreffende het beschikbaar stellen van capaciteit die door de transmissiesysteembeheerders worden vastgesteld, zijn gericht op specifieke situaties waarin interconnectiepunten en exitpunten naar opslaginstallaties betrokken zijn bij concurrerende capaciteiten op systeemoverschrijdend niveau;

3)

in deze grondige analyse wordt rekening gehouden met de aannamen die zijn gemaakt in het Uniebrede tienjarige netontwikkelingsplan overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 715/2009, de nationale investeringsplannen, de relevante verplichtingen in het kader van de toepasselijke nationale wetgeving en de relevante contractuele verplichtingen;

4)

de betrokken transmissiesysteembeheerders passen een dynamische aanpak toe om de technische capaciteit te herberekenen, waar passend in combinatie met de dynamische berekening toegepast voor additionele capaciteit op basis van punt 2.2.2, onder 2, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009, waarbij zij gezamenlijk de passende frequentie voor die herberekening per interconnectiepunt vastleggen en rekening houden met de bijzondere specifieke kenmerken daarvan;

5)

wanneer de gezamenlijke methode wordt toegepast, raadplegen aangrenzende transmissiesysteembeheerders andere transmissiesysteembeheerders met een specifiek belang bij het interconnectiepunt;

6)

wanneer transmissiesysteembeheerders de technische capaciteit herberekenen, houden zij rekening met de informatie die netgebruikers kunnen verstrekken met betrekking tot verwachte toekomstige stromen.

b)

De transmissiesysteembeheerders evalueren gezamenlijk minimaal de volgende parameters en passen die waar nodig aan:

1)

de verbintenissen met betrekking tot de druk;

2)

alle relevante vraag- en aanbodscenario's, inclusief nadere gegevens over referentieklimaatcondities en netconfiguraties in verband met extreme scenario's;

3)

de calorische waarde.

2.   Wanneer de optimalisering van de technische capaciteit kosten meebrengt voor de transmissiesysteembeheerders, met name kosten die ongelijk zijn verdeeld over de transmissiesysteembeheerders aan beide zijden van een interconnectiepunt, mogen de transmissiesysteembeheerders dergelijke op efficiënte wijze gemaakte kosten recupereren via het reguleringskader dat is vastgesteld door de relevante regulerende instanties overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 715/2009 en artikel 42 van Richtlijn 2009/73/EG. Artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 713/2009 is van toepassing.

3.   Waar passend raadplegen de nationale regulerende instanties de netgebruikers over de gehanteerde berekeningsmethode en gezamenlijke aanpak.

4.   Wijzigingen in de hoeveelheid op interconnectiepunten aangeboden gebundelde capaciteit als resultaat van het proces overeenkomstig lid 1 worden vermeld in het rapport van het Agentschap dat overeenkomstig punt 2.2.1, onder 2, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 wordt gepubliceerd.

Artikel 7

Uitwisseling van informatie tussen aangrenzende transmissiesysteembeheerders

1.   Aangrenzende transmissiesysteembeheerders wisselen op de relevante interconnectiepunten op gezette tijden informatie uit over nominatie, hernominatie, matching en bevestiging.

2.   Aangrenzende transmissiesysteembeheerders wisselen informatie uit over het onderhoud van hun afzonderlijke transmissienetten teneinde bij te dragen tot het besluitvormingsproces in verband met het technisch gebruik van interconnectiepunten. De procedures voor de uitwisseling van informatie tussen transmissiesysteembeheerders worden geïntegreerd in hun respectievelijke interconnectieovereenkomsten.

HOOFDSTUK III

TOEWIJZING VAN VASTE-CAPACITEITSPRODUCTEN

Artikel 8

Toewijzingsmethodologie

1.   Voor de toewijzing van capaciteit op interconnectiepunten worden veilingen gebruikt, behalve wanneer de alternatieve toewijzingsmethodologie overeenkomstig artikel 30 wordt toegepast.

2.   Voor alle interconnectiepunten wordt dezelfde veilingopzet toegepast. Het desbetreffende veilingproces start gelijktijdig voor alle betrokken interconnectiepunten. In elk veilingproces dat betrekking heeft op één standaard capaciteitsproduct wordt capaciteit toegewezen onafhankelijk van elk ander veilingproces, behalve wanneer incrementele capaciteit wordt aangeboden of, afhankelijk van het akkoord van de direct betrokken transmissiesysteembeheerders en de goedkeuring van de relevante nationale regulerende instanties, concurrerende capaciteit wordt toegewezen. De nationale regulerende instantie van elke aangrenzende en betrokken lidstaat kan een standpunt kenbaar maken dat de desbetreffende nationale regulerende instantie in overweging neemt. Indien incrementele capaciteit wordt aangeboden, is de onafhankelijke toewijzing niet van toepassing op de gelijktijdige veilingprocessen voor de respectievelijke aanbodniveaus, aangezien deze van elkaar afhankelijk zijn en slechts één aanbodniveau kan worden toegewezen.

3.   Veilingen voor standaard capaciteitsproducten volgen een logische volgorde waarin producten die betrekking hebben op jaarlijkse capaciteit het eerst worden aangeboden, gevolgd door het product met de volgende kortste duur voor gebruik gedurende dezelfde periode. De in de artikelen 11 tot en met 15 uiteengezette timing van de veilingen is in overeenstemming met dit beginsel.

4.   De regels betreffende standaard capaciteitsproducten, als uiteengezet in artikel 9, en betreffende veilingen, als uiteengezet in de artikelen 11 tot en met 15, zijn van toepassing op gebundelde capaciteit en ongebundelde capaciteit op een interconnectiepunt.

5.   Voor een bepaalde veiling wordt de beschikbaarheid van de relevante standaard capaciteitsproducten meegedeeld overeenkomstig de artikelen 11 tot en met 15 en overeenkomstig de veilingkalender.

6.   Een hoeveelheid van minimaal 20 % van de bestaande technische capaciteit op elk interconnectiepunt wordt gereserveerd en overeenkomstig lid 7 aangeboden. Als de beschikbare capaciteit kleiner is dan het te reserveren deel van de technische capaciteit, wordt het geheel van alle technische capaciteit gereserveerd. Deze capaciteit wordt aangeboden overeenkomstig lid 7, onder b), terwijl alle resterende gereserveerde capaciteit wordt aangeboden overeenkomstig lid 7, onder a).

7.   Alle capaciteit die overeenkomstig lid 6 is gereserveerd, wordt aangeboden met inachtneming van de volgende bepalingen:

a)

een hoeveelheid van minimaal 10 % van de bestaande technische capaciteit op elk interconnectiepunt wordt niet vroeger aangeboden dan op de in artikel 11 bedoelde jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling die overeenkomstig de veilingkalender wordt gehouden gedurende het vijfde gasjaar voorafgaand aan de start van het desbetreffende gasjaar, en

b)

een verdere hoeveelheid van minimaal 10 % van de bestaande technische capaciteit op elk interconnectiepunt wordt als eerste aangeboden niet eerder dan op de in artikel 12 bedoelde jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling die overeenkomstig de veilingkalender wordt gehouden gedurende het gasjaar voorafgaand aan de start van het desbetreffende gasjaar.

8.   In het geval van incrementele capaciteit wordt een hoeveelheid van minimaal 10 % van de bestaande technische capaciteit op het betrokken interconnectiepunt gereserveerd en niet vroeger aangeboden dan op de in artikel 12 bedoelde jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling die overeenkomstig de veilingkalender wordt gehouden gedurende het gasjaar voorafgaand aan de start van het desbetreffende gasjaar.

9.   Het exacte aandeel van de overeenkomstig de leden 6 en 8 gereserveerde capaciteit wordt bepaald na raadpleging van de belanghebbenden, overeenstemming tussen de transmissiesysteembeheerders en goedkeuring door de nationale regulerende instanties voor elk interconnectiepunt. De nationale regulerende instanties overwegen met name om een groter aandeel van de capaciteit voor een kortere duur te reserveren teneinde afscherming van downstream-leveranciersmarkten te voorkomen.

10.   Door middel van niet-marktgebaseerde procedures gecreëerde capaciteit waarvoor het definitieve investeringsbesluit is genomen zonder voorafgaande verbintenissen door de netgebruikers, wordt aangeboden en toegewezen als in deze verordening omschreven beschikbare standaard capaciteitsproducten.

Artikel 9

Standaard capaciteitsproducten

1.   De transmissiesysteembeheerders bieden standaard capaciteitsproducten aan op jaar-, kwartaal-, maand-, dag- en within-daybasis.

2.   Onder standaard jaarcapaciteitsproducten wordt verstaan de capaciteit die door een netgebruiker kan worden aangevraagd, in een bepaalde hoeveelheid, voor alle gasdagen in een bepaald gasjaar (beginnend op 1 oktober).

3.   Onder standaard kwartaalcapaciteitsproducten wordt verstaan de capaciteit die door een netgebruiker kan worden aangevraagd, in een bepaalde hoeveelheid, voor alle gasdagen in een bepaald kwartaal (beginnend op respectievelijk 1 oktober, 1 januari, 1 april of 1 juli).

4.   Onder standaard maandcapaciteitsproducten wordt verstaan de capaciteit die door een netgebruiker kan worden aangevraagd, in een bepaalde hoeveelheid, voor alle gasdagen in een bepaalde kalendermaand (beginnend op de eerste dag van elke maand).

5.   Onder standaard dagcapaciteitsproducten wordt verstaan de capaciteit die door een netgebruiker kan worden aangevraagd, in een bepaalde hoeveelheid, voor één enkele gasdag.

6.   Onder standaard within-daycapaciteitsproducten wordt verstaan de capaciteit die door een netgebruiker kan worden aangevraagd, in een bepaalde hoeveelheid, beginnend bij een starttijd binnen een bepaalde gasdag en eindigend op het einde van diezelfde gasdag.

Artikel 10

Gebruikte capaciteitseenheid

De aangeboden capaciteit wordt uitgedrukt in energie-eenheden per eenheid van tijd. De volgende eenheden worden gebruikt: kWh/h of kWh/d. In het geval van kWh/d wordt een constante gasstroom gedurende de gasdag verondersteld.

Artikel 11

Jaarlijkse jaarcapaciteitsveilingen

1.   De jaarlijkse jaarcapaciteitsveilingen vinden eens per jaar plaats.

2.   Capaciteit voor elk standaard jaarcapaciteitsproduct wordt geveild op de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling met gebruikmaking van een „veiling bij opbod”-algoritme overeenkomstig artikel 17.

3.   In het veilingproces wordt capaciteit aangeboden voor ten minste de volgende 5 gasjaren en voor maximaal de volgende 15 gasjaren met betrekking tot bestaande capaciteit. Wanneer incrementele capaciteit wordt aangeboden, mogen de aanbodniveaus in jaarlijkse jaarcapaciteitsveilingen worden aangeboden voor maximaal 15 jaar na het begin van het operationeel gebruik.

4.   Met ingang van 2018 beginnen de jaarlijkse jaarcapaciteitsveilingen elk jaar op de eerste maandag van juli, tenzij anderszins bepaald in de veilingkalender.

5.   Tijdens de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling kunnen de netgebruikers deelnemen aan één of meer samenvallende veilingen in verband met elk interconnectiepunt, waarop zij kunnen bieden voor standaard capaciteitsproducten.

6.   De tijdens de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling aan te bieden capaciteit is gelijk aan:

 

A – B – C + D + E – F

 

waarbij:

A de technische capaciteit van de transmissiesysteembeheerder voor elk van de standaard capaciteitsproducten is;

B voor jaarlijkse jaarveilingen waarbij capaciteit voor de komende vijf jaar wordt aangeboden, de hoeveelheid technische capaciteit (A) die is gereserveerd overeenkomstig artikel 8, lid 7, is; voor jaarlijkse jaarveilingen waarbij capaciteit wordt aangeboden voor een periode na de eerste vijf jaar, de hoeveelheid technische capaciteit (A) die is gereserveerd overeenkomstig artikel 8, lid 7, is;

C de voordien reeds verkochte technische capaciteit is, aangepast met de capaciteit die opnieuw is aangeboden in overeenstemming met de geldende congestiebeheersprocedures;

D in voorkomend geval, aanvullende capaciteit voor het desbetreffende jaar is;

E in voorkomend geval, de incrementele capaciteit voor een dergelijk jaar die is opgenomen in een desbetreffend aanbodniveau is;

F in voorkomend geval, de hoeveelheid incrementele capaciteit (E) die is gereserveerd overeenkomstig artikel 8, leden 8 en 9, is.

7.   De aan te bieden capaciteit mag overeenkomstig artikel 19 gebundelde capaciteit of ongebundelde capaciteit zijn. Dit geldt ook voor alle andere veilingen als bedoeld in de artikelen 12 tot en met 15.

8.   Ten minste één maand voor de veiling begint, stellen de transmissiesysteembeheerders de netgebruikers in kennis van de hoeveelheid voor elk jaar op de komende jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling aan te bieden vaste capaciteit.

9.   De biedrondes van elke veiling vinden plaats op alle relevante gasdagen tussen 8:00 UTC en 17:00 UTC (wintertijd) of tussen 7:00 UTC en 16:00 UTC (zomertijd). De biedrondes worden geopend en gesloten binnen elke gasdag als gespecificeerd in artikel 17, lid 2.

10.   De toewijzingsresultaten van de veiling worden ter beschikking gesteld zodra dat redelijkerwijs mogelijk is, uiterlijk op de volgende handelsdag na de sluiting van de biedronde, gelijktijdig voor alle afzonderlijke netgebruikers die hebben deelgenomen aan de desbetreffende veiling.

In het geval van incrementele capaciteit worden de bindende verbintenissen van de netgebruikers met betrekking tot het aankopen van capaciteit, waaronder informatie of wordt voldaan aan de voorwaarden voor een herhaalde veiling overeenkomstig artikel 29, lid 3, uiterlijk op de volgende handelsdag na de sluiting van de biedronde ter beschikking gesteld, gelijktijdig voor de afzonderlijke netgebruikers die hebben deelgenomen aan de desbetreffende veiling. De resultaten van de economische tests worden uiterlijk twee handelsdagen na de sluiting van de biedronde ter beschikking gesteld, gelijktijdig voor alle afzonderlijke netgebruikers die hebben deelgenomen aan de desbetreffende veiling.

11.   De geaggregeerde informatie inzake veilingresultaten wordt bekendgemaakt aan de markt.

Artikel 12

Jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen

1.   Tijdens elk gasjaar vinden vier jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen plaats.

2.   Capaciteit voor elk standaard kwartaalcapaciteitsproduct wordt geveild op de jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen met gebruikmaking van een „veiling bij opbod”-algoritme overeenkomstig artikel 17.

3.   Capaciteit voor de kwartalen van het komende gasjaar wordt in verband met elk interconnectiepunt door middel van samenvallende veilingen voor elk kwartaal als volgt geveild:

a)

voor de kwartalen één (oktober-december) tot en met vier (juli-september) tijdens de eerste jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling;

b)

voor de kwartalen twee (januari-maart) tot en met vier (juli-september) tijdens de tweede jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling;

c)

voor de kwartalen drie (april-juni) tot en met vier (juli-september) tijdens de derde jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling;

d)

voor het laatste kwartaal (juli-september) tijdens de vierde jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling.

Voor elke jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling kunnen de netgebruikers deelnemen aan alle samenvallende veilingen.

4.   De jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen beginnen elk gasjaar op de volgende dagen, tenzij anderszins bepaald in de veilingkalender:

a)

de eerste jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen beginnen op de eerste maandag van augustus;

b)

de tweede jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen beginnen op de eerste maandag van november;

c)

de derde jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen beginnen op de eerste maandag van februari;

d)

de vierde jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling begint op de eerste maandag van mei.

5.   De tijdens alle jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen aan te bieden capaciteit is gelijk aan:

 

A – C + D

 

waarbij:

A de technische capaciteit van de transmissiesysteembeheerder voor elk van de standaard capaciteitsproducten is;

C de voordien reeds verkochte technische capaciteit is, aangepast met de capaciteit die opnieuw is aangeboden in overeenstemming met de geldende congestiebeheersprocedures;

D in voorkomend geval, aanvullende capaciteit voor het desbetreffende kwartaal is.

6.   Twee weken voor de veilingen beginnen, stellen de transmissiesysteembeheerders de netgebruikers in kennis van de hoeveelheid voor elk kwartaal op de komende jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveiling aan te bieden capaciteit.

7.   De biedrondes van elke veiling vinden plaats op alle relevante gasdagen tussen 8:00 UTC en 17:00 UTC (wintertijd) of tussen 7:00 UTC en 16:00 UTC (zomertijd). De biedrondes worden geopend en gesloten binnen elke gasdag als gespecificeerd in artikel 17, lid 2.

8.   De toewijzingsresultaten van de veiling worden bekendgemaakt zodra dat redelijkerwijs mogelijk is, uiterlijk op de volgende handelsdag na de sluiting van de biedronde, gelijktijdig voor alle afzonderlijke netgebruikers die hebben deelgenomen aan de desbetreffende veiling.

9.   De geaggregeerde informatie inzake veilingresultaten wordt bekendgemaakt aan de markt.

Artikel 13

Doorlopende maandcapaciteitsveilingen

1.   De doorlopende maandcapaciteitsveiling vindt eens per maand plaats.

2.   Capaciteit voor elk standaard maandcapaciteitsproduct wordt geveild op de doorlopende maandcapaciteitsveiling met gebruikmaking van een „veiling bij opbod”-algoritme overeenkomstig artikel 17. Elke maand wordt het standaard maandcapaciteitsproduct voor de volgende kalendermaand geveild.

3.   Tijdens de doorlopende maandcapaciteitsveiling kunnen de netgebruikers bieden op één standaard maandcapaciteitsproduct.

4.   De doorlopende maandcapaciteitsveilingen beginnen op de derde maandag van elke maand voor het volgende standaard maandcapaciteitsproduct, tenzij anderszins bepaald in de veilingkalender.

5.   De tijdens de doorlopende maandcapaciteitsveiling aan te bieden capaciteit is iedere maand gelijk aan:

 

A – C + D

 

waarbij:

A de technische capaciteit van de transmissiesysteembeheerder voor elk van de standaard capaciteitsproducten is;

C de voordien reeds verkochte technische capaciteit is, aangepast met de capaciteit die opnieuw is aangeboden in overeenstemming met de geldende congestiebeheersprocedures;

D in voorkomend geval, aanvullende capaciteit voor de desbetreffende maand is.

6.   Eén week voor de veiling begint, stellen de transmissiesysteembeheerders de netgebruikers in kennis van de hoeveelheid voor elk kwartaal op de komende doorlopende maandcapaciteitsveiling aan te bieden capaciteit.

7.   De biedrondes van elke veiling vinden plaats op alle relevante gasdagen tussen 8:00 UTC en 17:00 UTC (wintertijd) of tussen 7:00 UTC en 16:00 UTC (zomertijd). De biedrondes worden geopend en gesloten binnen elke gasdag als gespecificeerd in artikel 17, lid 2.

8.   De toewijzingsresultaten van de veiling worden bekendgemaakt zodra dat redelijkerwijs mogelijk is, uiterlijk op de volgende handelsdag na de sluiting van de biedronde, gelijktijdig voor alle afzonderlijke netgebruikers die hebben deelgenomen aan de desbetreffende veiling.

9.   De geaggregeerde informatie inzake veilingresultaten wordt bekendgemaakt aan de markt.

Artikel 14

Doorlopende day-aheadcapaciteitsveilingen

1.   De doorlopende veiling van day-aheadcapaciteit vindt eens per maand plaats.

2.   Elke dag wordt een standaard capaciteitsproduct voor de volgende gasdag geveild door middel van een doorlopende veiling van day-aheadcapaciteit.

3.   Capaciteit voor elk standaard dagcapaciteitsproduct wordt geveild op de doorlopende veiling van day-aheadcapaciteit met gebruikmaking van een uniforme-prijsveilingalgoritme overeenkomstig artikel 18. Elke dag wordt het standaard dagcapaciteitsproduct voor de volgende gasdag geveild.

4.   Tijdens de doorlopende veiling van day-aheadcapaciteit kunnen de netgebruikers capaciteit voor één standaard dagcapaciteitsproduct aanvragen.

5.   De biedronde begint elke dag om 15:30 UTC (wintertijd) of om 14:30 UTC (zomertijd).

6.   Een capaciteitsbod voor het standaard dagcapaciteitsproduct voor de doorlopende veiling van day-aheadcapaciteit wordt als volgt afgehandeld: indiening, intrekking of wijziging van 15:30 UTC tot 16:00 UTC (wintertijd) of van 14:30 UTC tot 15:00 UTC (zomertijd).

7.   De tijdens de doorlopende veiling van day-aheadcapaciteit aan te bieden capaciteit is iedere dag gelijk aan:

 

A – C + D

 

waarbij:

A de technische capaciteit van de transmissiesysteembeheerder voor elk van de standaard capaciteitsproducten is;

C de voordien reeds verkochte technische capaciteit is, aangepast met de capaciteit die opnieuw is aangeboden in overeenstemming met de geldende congestiebeheersprocedures;

D in voorkomend geval, aanvullende capaciteit voor de desbetreffende dag is.

8.   Op het tijdstip dat de biedronde begint, stellen de transmissiesysteembeheerders de netgebruikers in kennis van de hoeveelheid capaciteit die wordt aangeboden op de komende veiling van day-aheadcapaciteit.

9.   De toewijzingsresultaten van de veiling worden uiterlijk dertig minuten na de sluiting van de biedronde bekendgemaakt, gelijktijdig voor alle afzonderlijke netgebruikers die hebben deelgenomen aan de desbetreffende veiling.

10.   De geaggregeerde informatie inzake veilingresultaten wordt bekendgemaakt aan de markt.

Artikel 15

Veilingen van within-daycapaciteit

1.   Afhankelijk van de beschikbaar gestelde capaciteit wordt elk uur gedurende een relevante gasdag een veiling van within-daycapaciteit gehouden met gebruikmaking van een uniforme-prijsveilingalgoritme overeenkomstig artikel 18.

2.   De eerste biedronde begint direct op het uur volgende op de publicatie van de resultaten van de laatste day-aheadveiling (inclusief afschakelbare capaciteit indien aangeboden) overeenkomstig artikel 14. De eerste biedronde wordt gesloten om 1:30 UTC (wintertijd) of om 0:30 UTC (zomertijd) vóór de gasdag. De toewijzing van geslaagde biedingen wordt van kracht vanaf 5:00 UTC (wintertijd) of vanaf 4:00 UTC (zomertijd) op de desbetreffende gasdag.

3.   De laatste biedronde wordt op de desbetreffende gasdag gesloten om 0:30 UTC (wintertijd) of om 23:30 UTC (zomertijd).

4.   De netgebruikers hebben het recht biedingen uit te brengen, in te trekken of te wijzigen vanaf de opening van elke biedronde tot de sluiting van die biedronde.

5.   Elk uur van de desbetreffende gasdag wordt capaciteit die van kracht is vanaf het uur + 4, geveild als within-daycapaciteit.

6.   Elke biedronde wordt geopend bij het begin van elk uur op de desbetreffende gasdag.

7.   Elke biedronde duurt dertig minuten vanaf de opening van de biedronde.

8.   De tijdens de within-daycapaciteitsveiling aan te bieden capaciteit is ieder uur gelijk aan:

 

A – C + D

 

waarbij:

A de technische capaciteit van de transmissiesysteembeheerder voor elk van de standaard capaciteitsproducten is;

C de voordien reeds verkochte technische capaciteit is, aangepast met de capaciteit die opnieuw is aangeboden in overeenstemming met de geldende congestiebeheersprocedures;

D in voorkomend geval, aanvullende capaciteit is.

9.   De transmissiesysteembeheerders maken de hoeveelheid aangeboden vaste within-daycapaciteit bekend na de sluiting van de laatste day-aheadveiling en in overeenstemming met artikel 32, lid 9.

10.   De transmissiesysteembeheerders zorgen ervoor dat de netgebruikers die biedingen uitbrengen tijdens de day-aheadveilingen geldige, maar niet-geslaagde biedingen automatisch kunnen inbrengen op de volgende within-dayveiling.

11.   De capaciteit wordt uiterlijk dertig minuten na de sluiting van de biedronde toegewezen, op voorwaarde dat de biedingen worden aanvaard en de transmissiesysteembeheerder het toewijzingsproces beheert.

12.   De resultaten van de veiling worden gelijktijdig bekendgemaakt aan alle afzonderlijke netgebruikers.

13.   De geaggregeerde informatie inzake veilingresultaten wordt ten minste aan het einde van elke dag bekendgemaakt.

Artikel 16

Veilingalgoritmen

1.   Wanneer tijdens een veiling verschillende standaard capaciteitsproducten worden aangeboden, wordt het desbetreffende toewijzingsalgoritme afzonderlijk gehanteerd voor elk standaard capaciteitsproduct wanneer het wordt toegewezen. Biedingen voor de verschillende standaard capaciteitsproducten worden bij de toepassing van het veilingalgoritme als onafhankelijk van elkaar beschouwd.

2.   Voor jaarlijkse jaarcapaciteitsveilingen, jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen en doorlopende maandcapaciteitsveilingen wordt een „veiling bij opbod”-algoritme met meerdere biedrondes, als bedoeld in artikel 17, gebruikt.

3.   Voor doorlopende day-aheadcapaciteitsveilingen en voor within-daycapaciteitsveilingen wordt een uniforme-prijsalgoritme met één biedronde, als bedoeld in artikel 18, gebruikt.

Artikel 17

„Veiling bij opbod”-algoritme

1.   Op veilingen bij opbod kunnen netgebruikers volumebiedingen plaatsen tegen oplopende prijzen die worden aangekondigd in opeenvolgende biedrondes, te beginnen bij de reserveringsprijs P0.

2.   De eerste biedronde, waarbij een prijs geldt die gelijk is aan de reserveringsprijs P0, heeft een duur van drie uur. Daaropvolgende biedrondes hebben een duur van één uur. Biedrondes volgen elkaar op met een tussentijd van één uur.

3.   In een bod wordt het volgende gespecificeerd:

a)

de identiteit van de netgebruiker die het bod uitbrengt;

b)

het desbetreffende interconnectiepunt en de richting van de stroom;

c)

het standaard capaciteitsproduct waarvoor capaciteit wordt aangevraagd;

d)

per prijsstap de hoeveelheid capaciteit voor het respectievelijke standaard capaciteitsproduct waarvoor het bod geldt;

e)

wanneer incrementele capaciteit wordt aangeboden, het desbetreffende aanbodniveau.

4.   Een bieding wordt als geldig beschouwd wanneer deze door een netgebruiker wordt uitgebracht en voldoet aan alle bepalingen van dit artikel.

5.   Om deel te nemen aan een veiling, zijn netgebruikers verplicht een volumebod uit te brengen in de eerste biedronde.

6.   De transmissiesysteembeheerders bieden de netgebruikers de optie om automatisch biedingen uit te brengen voor elke prijsstap.

7.   Zodra de desbetreffende biedronde is gesloten, wordt geen wijziging, intrekking of variatie van geldige biedingen meer aanvaard. Alle geldige biedingen worden bindende verbintenissen van een netgebruiker om capaciteit te boeken voor de gevraagde hoeveelheid en voor de aangekondigde prijs, op voorwaarde dat de clearingprijs van de veiling de prijs is die is aangekondigd in de desbetreffende biedronde.

8.   Het volumebod per netgebruiker in een biedronde is gelijk aan of kleiner dan de capaciteit die tijdens een specifieke veiling is aangeboden. Het volumebod per netgebruiker tegen een specifieke prijs is gelijk aan of kleiner dan het volumebod dat door deze netgebruiker in de vorige ronde is uitgebracht, tenzij lid 16 van toepassing is.

9.   Tijdens een biedronde mogen biedingen vrijelijk worden uitgebracht, gewijzigd en ingetrokken, op voorwaarde dat alle biedingen voldoen aan het bepaalde in lid 8. Geldige biedingen blijven geldig tot deze worden gewijzigd of ingetrokken.

10.   Voorafgaand aan de desbetreffende veiling worden voor die veiling per interconnectiepunt en per standaard capaciteitsproduct een grote prijsstap en een kleine prijsstap gedefinieerd, en wordt deze informatie bekendgemaakt. De kleine prijsstap wordt zodanig vastgesteld dat een verhoging met een geheel aantal kleine prijsstappen gelijk is aan een verhoging met een grote prijsstap.

11.   Bij de bepaling van de grote prijsstap wordt ernaar gestreefd om voor zover redelijkerwijs mogelijk de duur van het veilingproces te minimaliseren. Bij de bepaling van de kleine prijsstap wordt ernaar gestreefd om voor zover redelijkerwijs mogelijk het volume van onverkochte capaciteit te beperken, wanneer de veiling sluit tegen een prijs die hoger ligt dan de reserveringsprijs.

12.   Wanneer de geaggregeerde vraag van alle netgebruikers samen kleiner is dan of gelijk is aan de capaciteit die op het einde van de eerste biedronde wordt aangeboden, wordt de veiling gesloten.

13.   Wanneer de geaggregeerde vraag van alle netgebruikers samen groter is dan de capaciteit die op het einde van de eerste biedronde of een daaropvolgende biedronde wordt aangeboden, wordt een nieuwe biedronde geopend met een prijs die gelijk is aan de prijs van de vorige biedronde, vermeerderd met de grote prijsstap.

14.   Wanneer de geaggregeerde vraag van alle netgebruikers samen gelijk is aan de capaciteit die op het einde van de tweede biedronde of een daaropvolgende biedronde wordt aangeboden, wordt de veiling gesloten.

15.   Als een eerste onderbieding wordt gedaan, vindt een prijsvermindering plaats en wordt een volgende biedronde geopend. In die volgende biedronde geldt een prijs die gelijk is aan de prijs die gold in de biedronde die voorafging aan de eerste onderbieding, vermeerderd met de kleine prijsstap. Vervolgens worden verdere biedrondes met prijsverhogingen met de kleine prijsstap geopend totdat de geaggregeerde vraag van alle netgebruikers kleiner is dan of gelijk is aan de aangeboden capaciteit, waarop de veiling wordt gesloten.

16.   Het volumebod per netgebruiker in alle biedrondes waarin kleine prijsstappen worden gebruikt, is gelijk aan of kleiner dan het volumebod dat door deze netgebruiker is uitgebracht in de biedronde die voorafging aan de eerste onderbieding. Het volumebod per netgebruiker voor een kleine prijsstap is gelijk aan of kleiner dan het volumebod dat door deze netgebruiker in de vorige ronde van kleine prijsstappen is uitgebracht. Het volumebod per netgebruiker in alle biedrondes waarin kleine prijsstappen werden gehanteerd, is gelijk aan of groter dan het volumebod dat door deze netgebruiker is geplaatst gedurende de biedronde waarin de eerste onderbieding heeft plaatsgevonden.

17.   Wanneer de geaggregeerde vraag van alle netgebruikers samen groter is dan de capaciteit die in de biedronde is aangeboden tegen een prijs die gelijk is aan die welke heeft geleid tot de eerste onderbieding, verminderd met één kleine prijsstap, wordt de veiling gesloten. De clearingprijs is dan de prijs die heeft geleid tot de eerste onderbieding en de geslaagde biedingen zijn dan die welke zijn uitgebracht gedurende de oorspronkelijke biedronde waarin de eerste onderbieding heeft plaatsgevonden.

18.   Na elke biedronde wordt de vraag van alle netgebruikers in een specifieke veiling zo snel als redelijkerwijs mogelijk in geaggregeerde vorm gepubliceerd.

19.   De prijs die is aangekondigd in de laatste biedronde waarin de veiling werd gesloten, wordt beschouwd als de clearingprijs van die specifieke veiling, behalve in de gevallen waarin lid 17 van toepassing is.

20.   Alle netgebruikers die geldige volumebiedingen hebben geplaatst tegen de clearingprijs, krijgen de capaciteit toegewezen overeenkomstig hun volumebiedingen tegen de clearingprijs. Wanneer incrementele capaciteit wordt aangeboden, wordt de toewijzing van incrementele capaciteit uitgevoerd overeenkomstig het resultaat van de in artikel 22 bedoelde economische test. Netgebruikers die een geslaagde bieding hebben uitgebracht, betalen de clearingprijs van de specifieke veiling, waarbij een „vaste te betalen prijs”-benadering of een „variabele te betalen prijs”-benadering wordt gehanteerd als bedoeld in artikel 24, van Verordening (EU) 2017/460, alsmede alle andere mogelijke heffingen die van toepassing zijn op het tijdstip dat de aan hen toegewezen capaciteit kan worden gebruikt.

21.   Na elke gesloten veiling wordt het uiteindelijke veilingresultaat gepubliceerd, met inbegrip van de samenvoeging van de toegewezen capaciteiten en de clearingprijs. Netgebruikers die een geslaagde bieding hebben uitgebracht, worden geïnformeerd over de hoeveelheid capaciteit die aan hen is toegewezen; individuele informatie wordt uitsluitend aan de betrokken partijen medegedeeld. Wanneer incrementele capaciteit wordt toegewezen, is dit lid uitsluitend van toepassing op de veilingresultaten van het aanbodniveau waarbij de grootste hoeveelheid capaciteit wordt aangeboden en dat tot een positieve economische test overeenkomstig artikel 22, lid 3, heeft geleid.

22.   Wanneer een veiling bij opbod niet is geëindigd bij het geplande startpunt (overeenkomstig de veilingkalender) van de volgende veiling voor capaciteit met betrekking tot dezelfde periode, wordt de eerste veiling gesloten en wordt er geen capaciteit toegewezen. De desbetreffende capaciteit wordt aangeboden op de volgende relevante veiling.

Artikel 18

Uniforme-prijsveilingalgoritme

1.   In een uniforme-prijsveiling is er één biedronde waarin de netgebruikers zowel op prijs als op hoeveelheid bieden.

2.   Gedurende de biedronde van een gegeven veiling kunnen de netgebruikers tot tien biedingen uitbrengen. Elk bod wordt onafhankelijk van andere biedingen behandeld. Na de sluiting van de biedronde mogen de resterende biedingen niet worden aangepast of ingetrokken.

3.   In een bod wordt het volgende gespecificeerd:

a)

de identiteit van de netgebruiker die het bod uitbrengt;

b)

het desbetreffende interconnectiepunt en de richting van de stroom;

c)

het standaard capaciteitsproduct waarvoor capaciteit wordt aangevraagd;

d)

de hoeveelheid capaciteit voor het respectievelijke standaard capaciteitsproduct waarvoor het bod geldt, die gelijk is aan of kleiner is dan de capaciteit die tijdens een specifieke veiling is aangeboden;

e)

de minimale hoeveelheid capaciteit voor het respectievelijke standaard capaciteitsproduct dat de netgebruiker overeenkomstig het relevante algoritme toegewezen wil krijgen in het geval aan de netgebruiker niet de overeenkomstig punt d) aangevraagde hoeveelheid capaciteit is toegewezen;

f)

de biedprijzen, die niet lager mogen liggen dan de reserveringsprijs die geldt voor het desbetreffende standaard capaciteitsproduct die de netgebruiker bereid is te betalen voor de door hem aangevraagde capaciteit. Biedingen waarvan de biedprijs lager ligt dan de reserveringsprijs worden niet aanvaard.

4.   De transmissiesysteembeheerder rangschikt alle biedingen met betrekking tot een bepaald standaard capaciteitsproduct overeenkomstig hun biedprijs, met de hoogste prijs bovenaan.

5.   Alle biedingen die overblijven na sluitingstijd van een biedronde worden beschouwd als bindend voor de netgebruikers aan wie ten minste de minimale hoeveelheid gevraagde capaciteit overeenkomstig lid 3, onder e), is toegewezen.

6.   Na de rangschikking van de biedingen overeenkomstig lid 4 en behoudens het bepaalde in de leden 7 tot en met 10 wordt capaciteit aan de biedingen toegewezen naargelang van hun prijsrangschikking. Alle biedingen waarvoor capaciteit is toegewezen, worden als geslaagd beschouwd. Na de toewijzing van capaciteit wordt de resterende niet-toegewezen capaciteit verminderd met de desbetreffende hoeveelheid.

7.   Na de toepassing van lid 6 en behoudens het bepaalde in lid 9 wordt aan een netgebruiker, wanneer de hoeveelheid capaciteit waarvoor die netgebruiker een bod heeft uitgebracht de resterende niet-toegewezen capaciteit overschrijdt (nadat capaciteit is toegewezen aan de netgebruikers die een hoger bod hebben uitgebracht), capaciteit toegewezen die gelijk is aan de resterende niet-toegewezen capaciteit.

8.   Na de toepassing van lid 7 en behoudens het bepaalde in lid 9 wordt, wanneer in elk van twee of meer biedingen dezelfde biedprijs is gespecificeerd en de hoeveelheid resterende relevante capaciteit die gezamenlijk overeenkomstig die biedingen wordt aangevraagd de resterende niet-toegewezen capaciteit overschrijdt, de resterende niet-toegewezen hoeveelheid toegewezen naar rato van de hoeveelheden die in elk van die biedingen zijn aangevraagd.

9.   Wanneer de toe te wijzen hoeveelheid met betrekking tot een bieding overeenkomstig lid 6, 7 of 8 lager ligt dan de minimale hoeveelheid capaciteit overeenkomstig lid 3, onder e), wordt de bieding als niet-geslaagd beschouwd, en wordt de desbetreffende hoeveelheid herverdeeld over de overige biedingen met gelijke biedprijs overeenkomstig lid 8, of vindt toewijzing plaats aan de volgende hogere bieding overeenkomstig lid 6.

10.   Wanneer de resterende toe te wijzen hoeveelheid met betrekking tot elke bieding overeenkomstig lid 6, 7, 8 of 9 gelijk is aan nul, wordt geen verdere capaciteit toegewezen aan de resterende biedingen. Die laatste biedingen worden dan als niet-geslaagd beschouwd.

11.   Als de vraag het aanbod tegen de reserveringsprijs overschrijdt, wordt de clearingprijs gedefinieerd als de prijs van de laagste geslaagde bieding. In alle andere gevallen is de clearingprijs gelijk aan de reserveringsprijs. Netgebruikers die een geslaagde bieding hebben uitgebracht, betalen de clearingprijs van de specifieke veiling, waarbij een „vaste te betalen prijs”-benadering of een „variabele te betalen prijs”-benadering wordt gehanteerd als bedoeld in artikel 24, van Verordening (EU) 2017/460, alsmede alle andere mogelijke heffingen die van toepassing zijn op het tijdstip dat de aan hen toegewezen capaciteit kan worden gebruikt.

HOOFDSTUK IV

BUNDELING VAN CAPACITEIT OP INTERCONNECTIEPUNTEN

Artikel 19

Gebundelde-capaciteitsproducten

Aangrenzende transmissiesysteembeheerders bieden gezamenlijk gebundelde-capaciteitsproducten aan overeenkomstig de volgende beginselen:

1.

aan beide zijden van een interconnectiepunt wordt alle vaste capaciteit aangeboden als gebundelde capaciteit, voor zover er aan beide zijden van een interconnectiepunt vaste of incrementele capaciteit beschikbaar is;

2.

de transmissiesysteembeheerders bieden capaciteit aan voor het relevante standaard capaciteitsproduct op een boekingsplatform, overeenkomstig artikel 37 en in overeenstemming met de toepasselijke toewijzingsprocedure als uiteengezet in hoofdstuk III;

3.

de door de betrokken transmissiesysteembeheerders op een interconnectiepunt aan te bieden gebundelde capaciteit wordt gecontracteerd via een enkele toewijzingsprocedure;

4.

de netgebruikers moeten vanaf het tijdstip dat de transportcapaciteit is gecontracteerd, voldoen aan de toepasselijke voorwaarden van het transportcontract of de transportcontracten van de betrokken transmissiesysteembeheerders;

5.

wanneer er voor enige periode in kwestie meer beschikbare capaciteit is aan één zijde van een interconnectiepunt dan aan de andere zijde, kan de transmissiesysteembeheerder met de meeste beschikbare vaste capaciteit dergelijke extra capaciteit overeenkomstig de veilingkalender en de volgende voorschriften als ongebundeld product aanbieden aan de netgebruikers:

a)

wanneer er een bestaand transportcontract voor ongebundelde capaciteit bestaat aan de andere zijde van het interconnectiepunt, kan op ongebundelde basis capaciteit worden aangeboden die de hoeveelheid en de tijdsduur van het bestaande transportcontract aan de andere zijde niet overschrijdt;

b)

wanneer dergelijke extra capaciteit niet valt onder lid 5, onder a), mag deze worden aangeboden voor een periode van ten hoogste één jaar;

6.

alle overeenkomstig lid 5 toegewezen ongebundelde capaciteit mag als zodanig worden gebruikt en genomineerd. Deze capaciteit mag ook worden verhandeld op de secundaire markt;

7.

aangrenzende transmissiesysteembeheerders stellen een gezamenlijke nominatieprocedure vast voor gebundelde capaciteit, waarbij netgebruikers de middelen krijgen om de stromen van hun gebundelde capaciteit te nomineren via één enkele nominatie;

8.

de verplichtingen om gebundelde capaciteit aan te bieden zijn, voor zover deze relevant zijn, ook van toepassing op secundaire capaciteitsmarkten. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan capaciteit die oorspronkelijk is toegewezen als gebundelde capaciteit uitsluitend als gebundelde capaciteit op de secundaire markt worden herverkocht;

9.

wanneer twee of meer interconnectiepunten dezelfde twee aangrenzende entry/exit-systemen verbinden, bieden de betrokken aangrenzende transmissiesysteembeheerders de op de interconnectiepunten beschikbare capaciteiten aan op één virtueel interconnectiepunt. Wanneer meer dan twee transmissiesysteembeheerders betrokken zijn omdat capaciteit in één of in beide entry/exit-systemen wordt verhandeld door meer dan één transmissiesysteembeheerder, omvat het virtuele interconnectiepunt al deze transmissiesysteembeheerders, voor zover dat mogelijk is. In alle gevallen wordt een virtueel interconnectiepunt uitsluitend opgezet wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de totale technische capaciteit op de virtuele interconnectiepunten is gelijk aan of hoger dan de som van de technische capaciteiten op elk van de interconnectiepunten die bijdragen tot de virtuele interconnectiepunten;

b)

het virtuele interconnectiepunt vergemakkelijkt het economisch en efficiënt gebruik van het systeem, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de voorschriften die zijn vastgesteld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 715/2009.

Aangrenzende transmissiesysteembeheerders voeren de vereiste analyse uit en richten uiterlijk op 1 november 2018 functionele virtuele interconnectiepunten op.

Artikel 20

In overeenstemming brengen van de voornaamste voorwaarden voor gebundelde-capaciteitsproducten

1.   Vóór 6 januari 2018 neemt ENTSB-G, na raadpleging van de belanghebbenden, de voornaamste voorwaarden van het transportcontract of de transportcontracten van de transmissiesysteembeheerders met betrekking tot gebundelde-capaciteitsproducten op in een catalogus. ENTSB-G analyseert de bestaande transportcontracten, stelt vast welke verschillen er met betrekking tot de voornaamste voorwaarden zijn en catalogiseert deze, vermeldt wat de redenen voor dergelijke verschillen zijn, en brengt een verslag met zijn bevindingen uit.

2.   Op basis van het in lid 1 bedoelde verslag ontwikkelt en publiceert ENTSB-G, na raadpleging van de belanghebbenden, binnen zes maanden na de publicatie van het verslag met betrekking tot het aanbieden van gebundelde-capaciteitsproducten een model voor de voornaamste voorwaarden dat contractuele bepalingen omvat die niet worden beïnvloed door fundamentele verschillen betreffende de beginselen van nationaal recht of nationale jurisprudentie.

3.   Het Agentschap brengt uiterlijk drie maanden daarna een advies uit betreffende het model voor de voornaamste voorwaarden, waarbij het terdege rekening houdt met de adviezen van de nationale regulerende instanties. Rekening houdend met het door het Agentschap verstrekte advies, publiceert ENTSB-G uiterlijk drie maanden na ontvangst van het advies van het Agentschap het definitieve model voor de voornaamste voorwaarden op zijn website.

4.   Na de publicatie van het definitieve model voor de voornaamste voorwaarden en na goedkeuring door de nationale regulerende instantie kunnen de transmissiesysteembeheerders de in het model opgenomen voorwaarden toepassen bij nieuwe gecontracteerde gebundelde-capaciteitsproducten.

Artikel 21

Bundeling in het geval van bestaande transportcontracten

1.   De netgebruikers die partij zijn bij transportcontracten voor ongebundelde capaciteit op hun respectievelijke interconnectiepunten, streven ernaar om een overeenkomst te bereiken over de bundeling van de capaciteit via contractuele regelingen („bundelingsregeling”) met inachtneming van het bepaalde in artikel 19. Deze netgebruikers en de desbetreffende transmissiesysteembeheerders brengen aan de desbetreffende nationale regulerende instanties verslag uit over alle bundelingsregelingen die zijn bereikt tussen alle partijen bij bestaande transportcontracten.

2.   De transmissiesysteembeheerders die partij zijn bij de bestaande transportcontracten, kunnen op elk moment deelnemen aan het overleg betreffende de bundelingsregeling, op uitnodiging van de netgebruikers die partij zijn bij de bestaande transportcontracten.

3.   Met ingang van 1 januari 2018 bieden transmissiesysteembeheerders aan netgebruikers die beschikken over onevenwichtige ongebundelde capaciteit aan één zijde van een interconnectiepunt een kosteloze capaciteitsconversiedienst aan. Deze capaciteitsconversiedienst is van toepassing op jaar-, kwartaal- of maandcapaciteitsproducten voor gebundelde vaste capaciteit op dat interconnectiepunt die de netgebruiker moest kopen omdat aan de andere zijde van het interconnectiepunt onvoldoende ongebundelde capaciteit werd aangeboden door een aangrenzende transmissiesysteembeheerder. Deze dienst wordt op basis van niet-discriminatie aangeboden en zorgt ervoor dat voor capaciteit waarover netgebruikers reeds beschikken geen aanvullende vergoedingen worden aangerekend. In het bijzonder worden betalingen voor het gedeelte van de gecontracteerde gebundelde capaciteit waarover netgebruikers reeds beschikken als onevenwichtige ongebundelde capaciteit beperkt tot een eventuele veilingpremie. Deze dienst is gebaseerd op het conversiemodel dat door ENTSB-G wordt ontwikkeld en dat uiterlijk op 1 oktober 2017 na raadpleging van de belanghebbenden en het Agentschap wordt voltooid. De uitvoering kan worden vergemakkelijkt door middel van één of meer van de in artikel 37 bedoelde capaciteitsboekingsplatforms. Van het gebruik van deze dienst wordt jaarlijks verslag uitgebracht aan de respectievelijke nationale regulerende instanties.

4.   Wanneer de respectievelijke netgebruikers overeenstemming hebben bereikt over een bundelingsregeling, worden de transmissiesysteembeheerders die bij het interconnectiepunt betrokken zijn, door de partijen onverwijld op de hoogte gesteld van een dergelijke geplande bundelingsregeling en wordt de overdracht van de desbetreffende capaciteit uitgevoerd. In ieder geval wordt de bundelingsregeling ten uitvoer gelegd overeenkomstig de toepasselijke voorwaarden van bestaande verwante transportcontracten. Zodra de bundelingsregeling ten uitvoer is gelegd, wordt de desbetreffende capaciteit behandeld als gebundelde capaciteit.

5.   In ieder geval is de looptijd van bundelingsregelingen met betrekking tot capaciteitsbundeling in het kader van een wijziging van bestaande contracten niet langer dan de looptijd van de oorspronkelijke transportcontracten.

6.   Alle capaciteit wordt zo spoedig mogelijk gebundeld. Bestaande transportcontracten voor ongebundelde capaciteit kunnen na hun vervaldatum niet worden vernieuwd, verlengd of overgedragen. Dergelijke capaciteit wordt vanaf de vervaldatum van de transportcontracten beschikbare capaciteit.

HOOFDSTUK V

INCREMENTELE-CAPACITEITSPROCES

Artikel 22

Economische test

1.   De in dit artikel bedoelde economische test wordt uitgevoerd door de transmissiesysteembeheerder(s) of door de nationale regulerende instantie, overeenkomstig het besluit van de nationale regulerende instantie, voor elk aanbodniveau van een incrementele-capaciteitsproject, nadat de betrokken transmissiesysteembeheerders bindende verbintenissen wat betreft in te kopen capaciteit van de netgebruikers hebben verkregen, en omvat de volgende parameters:

a)

de momentele waarde van de bindende verbintenissen van netgebruikers betreffende het inkopen van capaciteit, die is berekend als gedisconteerde som van de volgende parameters:

i)

de som van de respectievelijke geraamde referentieprijzen en een potentiële veilingpremie en een potentiële verplichte minimumpremie vermenigvuldigd met de hoeveelheid gecontracteerde incrementele capaciteit;

ii)

de som van een potentiële veilingpremie en een potentiële verplichte minimumpremie vermenigvuldigd met de hoeveelheid beschikbare capaciteit die is gecontracteerd in combinatie met de incrementele capaciteit;

b)

de momentele waarde van de geraamde toename van de toegestane of beoogde inkomsten van de transmissiesysteembeheerder die verband houden met de incrementele capaciteit die deel uitmaakt van het respectievelijke aanbodniveau, als goedgekeurd door de desbetreffende nationale regulerende instantie overeenkomstig artikel 28, lid 2;

c)

de f-factor.

2.   Het resultaat van de economische test is:

a)

positief wanneer de waarde van de in lid 1, onder a), bedoelde parameter ten minste gelijk is aan het aandeel van de in lid 1, onder b), bedoelde parameter, als gedefinieerd door de f-factor;

b)

negatief wanneer de waarde van de in lid 1, onder a), bedoelde parameter lager is dan het aandeel van de in lid 1, onder b), bedoelde parameter, als gedefinieerd door de f-factor.

3.   Er wordt een incrementele-capaciteitsproject geïnitieerd indien het resultaat van de economische test aan beide zijden van een interconnectiepunt positief is voor ten minste één aanbodniveau dat incrementele capaciteit omvat. Indien meer dan één aanbodniveau een positief resultaat van de economische test tot gevolg heeft, wordt het aanbodniveau met de grootste hoeveelheid capaciteit dat tot een positief resultaat heeft geleid, gebruikt om het incrementele-capaciteitsproject uit te voeren teneinde tot ingebruikname te komen. Indien geen enkel aanbod een positief resultaat tot gevolg heeft, wordt het specifieke incrementele-capaciteitsproces stopgezet.

Artikel 23

F-factor

1.   Wanneer de in artikel 22 bedoelde economische test wordt toegepast, stelt de nationale regulerende instantie het niveau van de f-factor voor een gegeven aanbodniveau vast, waarbij met het volgende rekening wordt gehouden:

a)

de hoeveelheid technische capaciteit die is gereserveerd overeenkomstig artikel 8, leden 8 en 9;

b)

positieve effecten van het incrementele-capaciteitsproject op de markt of het transmissienet, of beide;

c)

de looptijd van de bindende verbintenissen van de netgebruikers betreffende het inkopen van capaciteit in vergelijking met de economische levensduur van het activum;

d)

de mate waarin kan worden verwacht dat de vraag naar de capaciteit die is bepaald in het incrementele-capaciteitsproject aanhoudt na afloop van de periode die als uitgangspunt voor de economische test is gebruikt.

2.   Indien het resultaat van de economische test positief is, worden de investeringskosten die verband houden met de incrementele capaciteit weerspiegeld in een verhoging van de toegestane of beoogde inkomsten, in overeenstemming met de toepasselijke nationale voorschriften.

Artikel 24

Samenvoeging in één economische test

1.   Teneinde het aanbieden van gebundelde-capaciteitsproducten te vergemakkelijken, worden afzonderlijke parameters van economische tests van de betrokken transmissiesysteembeheerders voor een gegeven aanbodniveau samengevoegd in één enkele economische test.

2.   De enkele economische test omvat de volgende parameters:

a)

de momentele waarde van de bindende verbintenissen van netgebruikers betreffende het inkopen van capaciteit die gelijk is aan de som van de waarden overeenkomstig artikel 22, lid 1, onder a), van de betrokken transmissiesysteembeheerders;

b)

de som van de afzonderlijke momentele waarden van de geraamde toename van de toegestane of beoogde inkomsten van de betrokken transmissiesysteembeheerders die is toe te schrijven aan de incrementele capaciteit van een respectievelijk aanbodniveau;

c)

de f-factor die het aandeel van de onder b) bedoelde parameter definieert dat gedekt dient te zijn door de onder a) bedoelde parameter, waarbij alle betrokken transmissiesysteembeheerders afzonderlijk in staat zijn hun van tevoren gedefinieerde respectievelijke aandelen te dekken.

3.   Het resultaat van de toepassing van de enkele economische test is positief wanneer alle onderliggende resultaten van de economische tests leiden tot de in artikel 22, lid 2, onder a), bedoelde positieve resultaten, waarbij rekening wordt gehouden met een mogelijke herverdeling van inkomsten overeenkomstig de leden 4 en 5. Indien dat niet het geval is, is het resultaat van de toepassing van de enkele economische test negatief.

4.   In het geval dat herverdeling van de inkomsten potentieel kan leiden tot een afname van het niveau van de bindende verbintenissen van netgebruikers betreffende het inkopen van capaciteit dat vereist is voor een positief resultaat van de enkele economische test, kunnen de transmissiesysteembeheerders de mechanismen voor herverdeling van de inkomsten uit incrementele capaciteit ter gecoördineerde goedkeuring voorleggen aan de desbetreffende nationale regulerende instanties.

5.   Herverdeling van inkomsten kan als volgt worden uitgevoerd:

a)

tijdens het proces van samenvoeging van afzonderlijke parameters van economische tests in één enkele economische test;

b)

indien het resultaat van de enkele economische test negatief is en tegelijkertijd het niveau van de bindende verbintenissen van netgebruikers betreffende het inkopen van capaciteit hoger is dan het minimum dat vereist is om de afzonderlijke momentele waarde van de toename van de toegestane of beoogde inkomsten voor ten minste één van de betrokken transmissiesysteembeheerders te dekken.

Artikel 25

Vereisten inzake publicatie in verband met de economische test

1.   Met betrekking tot een gegeven incrementele-capaciteitsproject legt de transmissiesysteembeheerder dan wel leggen de transmissiesysteembeheerders de volgende informatie betreffende elk aanbodniveau ter goedkeuring voor aan de desbetreffende nationale regulerende instantie(s):

a)

de geraamde referentieprijzen voor het tijdsbestek van het initiële aanbod van incrementele capaciteit die worden gebruikt voor de berekening van de in artikel 22, lid 1, onder a), en artikel 24, lid 2, onder a), bedoelde parameter indien respectievelijk een afzonderlijke of een enkele economische test wordt uitgevoerd;

b)

de in artikel 22, lid 1, onder b) en c), en artikel 24, lid 2, onder b) en c), bedoelde parameters indien respectievelijk een afzonderlijke of een enkele economische test wordt uitgevoerd;

c)

indien van toepassing het bereik van het niveau van de in artikel 33, lid 4, van Verordening (EU) 2017/460 bedoelde verplichte minimumpremie voor elk aanbodniveau en interconnectiepunt, toegepast op de eerste veiling en eventueel op daaropvolgende veilingen waarop de incrementele capaciteit wordt aangeboden als gedefinieerd in artikel 33, lid 3, van Verordening (EU) 2017/460.

2.   Na goedkeuring door de desbetreffende nationale regulerende instantie(s) wordt de in lid 1 bedoelde informatie overeenkomstig artikel 28, lid 3, door de betrokken transmissiesysteembeheerder(s) gepubliceerd.

Artikel 26

Beoordeling van de marktvraag

1.   Ten minste in elk oneven jaar voeren de transmissiesysteembeheerders onmiddellijk na het begin van de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling gezamenlijk de processen uit betreffende de beoordeling van de marktvraag naar incrementele capaciteit en betreffende het verrichten van technische studies op het gebied van incrementele-capaciteitsprojecten voor hun gezamenlijke interconnectiepunten. De eerste beoordeling van de vraag wordt in 2017 bij de inwerkingtreding van deze verordening uitgevoerd.

2.   Ten minste elk oneven jaar stellen de betrokken transmissiesysteembeheerders uiterlijk acht weken na het begin van de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling aan elke zijde van de grens van een entry/exit-systeem gemeenschappelijke verslagen inzake de marktvraagbeoordeling op, waarbij in elk verslag alle interconnectiepunten van ten minste één grens van een entry/exit-systeem aan bod komen. In het verslag inzake de marktbeoordeling wordt de verwachte vraag naar incrementele capaciteit van alle netgebruikers overeenkomstig lid 8 geëvalueerd en wordt vermeld of er een incrementele-capaciteitsproject wordt geïnitieerd.

3.   Het verslag inzake de marktvraagbeoordeling wordt ten minste in elk oneven jaar uiterlijk 16 weken na het begin van de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling op de websites van de betrokken transmissiesysteembeheerders gepubliceerd; het verslag is in één of meer officiële talen van de lidstaat en voor zover mogelijk in het Engels opgesteld.

4.   ENTSB-G biedt coördinatie en ondersteuning bij het opstellen van de verslagen inzake de marktvraagbeoordeling, onder meer door een standaardmodel te verstrekken en de verslagen op de ENTSB-G-website te publiceren.

5.   Indien de netgebruikers uiterlijk acht weken na het begin van de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling in even jaren kenbaar maken dat zij behoefte aan incrementele capaciteit hebben, kunnen de betrokken transmissiesysteembeheerders overeenkomen dat ook in een even jaar een beoordeling van de marktvraag wordt uitgevoerd, mits:

a)

het in de artikelen 26 tot en met 30 bedoelde proces kan worden voltooid voordat de volgende, in lid 1 bedoelde vraagbeoordelingscyclus begint, en

b)

rekening wordt gehouden met de veilingkalender.

6.   De transmissiesysteembeheerders houden in het kader van de lopende beoordeling van de marktvraag rekening met tot uiterlijk acht weken na het begin van de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling ingediende niet-bindende vraagindicaties.

7.   De transmissiesysteembeheerders kunnen in het kader van de lopende beoordeling van de marktvraag ook rekening houden met na de in lid 6 genoemde termijn ingediende niet-bindende vraagindicaties of deze opnemen in de volgende beoordeling van de marktvraag.

8.   De in de leden 6 en 7 bedoelde niet-bindende vraagindicaties omvatten ten minste de volgende informatie:

a)

de twee of meer aangrenzende entry/exit-systemen waartussen de vraag naar incrementele capaciteit — aan één of meer zijden van een interconnectiepunt — kenbaar wordt gemaakt alsmede de gevraagde richting;

b)

het gasjaar of de gasjaren waarvoor de vraag naar incrementele capaciteit kenbaar wordt gemaakt;

c)

de hoeveelheid capaciteit waarnaar tussen de respectievelijke entry/exit-systemen wordt gevraagd;

d)

informatie betreffende niet-bindende vraagindicaties die bij andere transmissiesysteembeheerders zijn ingediend of zullen worden ingediend, indien dergelijke indicaties aan elkaar zijn gekoppeld, zoals vraag naar capaciteit op meerdere verwante interconnectiepunten.

9.   De netgebruikers vermelden of op hun vraag voorwaarden in verband met lid 8, onder a) tot en met d), van toepassing zijn.

10.   De transmissiesysteembeheerders reageren uiterlijk 16 weken na het begin van de jaarlijkse jaarveilingen dan wel uiterlijk 8 weken na ontvangst van vraagindicaties overeenkomstig lid 7 op niet-bindende vraagindicaties. De reactie omvat ten minste de volgende informatie:

a)

of de transmissiesysteembeheerder in het lopende proces rekening kan houden met de vraag waarop de indicatie betrekking heeft, dan wel

b)

of vraagindicaties overeenkomstig lid 7 voldoende zijn om te overwegen een incrementele-capaciteitsproces overeenkomstig lid 5 op gang te brengen, dan wel

c)

in welk verslag inzake de marktvraagbeoordeling overeenkomstig lid 3 de vraag waarop de indicatie betrekking heeft zal worden beoordeeld, op voorwaarde dat er overeenkomstig punt a) of punt b) geen rekening kan worden gehouden met de vraag waarop de indicatie betrekking heeft; hiervoor dient een rechtvaardiging te worden verstrekt.

11.   Een transmissiesysteembeheerder mag vergoedingen in rekening brengen voor activiteiten die voortvloeien uit de indiening van niet-bindende vraagindicaties. Dergelijke vergoedingen geven de administratieve kosten in verband met de indiening van vraagindicaties weer, en deze worden goedgekeurd door de desbetreffende nationale regulerende instantie en gepubliceerd op de website van de transmissiesysteembeheerder. Dergelijke vergoedingen worden terugbetaald aan de respectievelijke netgebruiker bij een positief resultaat van de economische test voor ten minste één aanbodniveau dat incrementele capaciteit op het respectievelijke interconnectiepunt omvat.

12.   In het verslag inzake de marktvraagbeoordeling wordt rekening gehouden met alle hieronder genoemde criteria:

a)

of in het Uniebrede tienjarige netontwikkelingsplan een fysiek capaciteitstekort wordt geconstateerd dat inhoudt dat de voorziening in een specifieke regio bij een redelijk piekscenario tekortschiet, waarbij het aanbieden van incrementele capaciteit op het interconnectiepunt het tekort zou aanvullen; of een nationaal netontwikkelingsplan een concrete en aanhoudende vereiste inzake fysiek transport omvat;

b)

of er geen standaard jaarcapaciteitsproduct dat twee aangrenzende entry/exit-systemen met elkaar verbindt beschikbaar is in de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling voor het jaar waarin incrementele capaciteit voor het eerst kan worden aangeboden, alsmede in de drie daaropvolgende jaren, omdat de gehele capaciteit is gecontracteerd;

c)

of netgebruikers niet-bindende vraagindicaties hebben ingediend waarin zij vragen naar incrementele capaciteit voor een aantal opeenvolgende jaren, en alle andere in economisch opzicht efficiënte middelen voor het maximaliseren van de beschikbaarheid van bestaande capaciteit reeds zijn benut.

13.   Het verslag inzake de marktvraagbeoordeling omvat ten minste de volgende informatie:

a)

een conclusie met betrekking tot de vraag of een incrementele-capaciteitsproject wordt geïnitieerd;

b)

de geaggregeerde niet-bindende vraagindicaties, ontvangen uiterlijk acht weken na het begin van de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling in het jaar waarin het respectievelijke verslag inzake de marktvraagbeoordeling is gepubliceerd;

c)

de geaggregeerde niet-bindende vraagindicaties, ingediend nadat de in lid 6 genoemde termijn is verstreken tijdens het voorgaande incrementele-capaciteitsproces, indien in het kader van de voorgaande vraagbeoordeling geen rekening is gehouden met deze vraagindicaties;

d)

de geaggregeerde niet-bindende vraagindicaties, ingediend overeenkomstig lid 7, waarmee de transmissiesysteembeheerders hebben besloten rekening te houden in het kader van de lopende marktvraagbeoordeling;

e)

een beoordeling van de verwachte hoeveelheid, richting en duur van de vraag naar incrementele capaciteit op de interconnectiepunten met elk aangrenzend entry/exit-systeem of interconnectoren;

f)

een conclusie met betrekking tot de vraag of technische studies op het gebied van incrementele-capaciteitsprojecten zullen worden uitgevoerd, waarbij wordt gespecificeerd voor welke interconnectiepunten en voor welk verwacht vraagniveau;

g)

voorlopige tijdschema's voor het incrementele-capaciteitsproject, de technische studies en de in artikel 27, lid 3, bedoelde raadpleging;

h)

een conclusie met betrekking tot de vraag of er vergoedingen, en zo ja welke, overeenkomstig lid 10 worden opgelegd;

i)

de types en, indien beschikbaar, de geaggregeerde omvang van de vraagindicaties waarop overeenkomstig lid 9 voorwaarden van toepassing zijn;

j)

op welke manier de transmissiesysteembeheerders van plan zijn artikel 11, lid 3, toe te passen wat betreft de beperking van het aantal jaren dat wordt aangeboden op de jaarlijkse jaarcapaciteitsveilingen tijdens het incrementele proces.

14.   De transmissiesysteembeheerders en de desbetreffende nationale regulerende instanties publiceren de nodige informatie over de respectievelijke contactpunten voor incrementele-capaciteitsprojecten die zijn geïnitieerd na de publicatie van het verslag inzake de marktvraagbeoordeling, en zij werken deze informatie tijdens het hele project op gezette tijden bij.

Artikel 27

Ontwerpfase

1.   De ontwerpfase begint op de dag na de publicatie van het verslag inzake de marktvraagbeoordeling, indien in het verslag inzake de marktvraagbeoordeling wordt geconstateerd dat er vraag naar incrementele-capaciteitsprojecten is.

2.   De transmissiesysteembeheerders die actief zijn op het respectievelijke interconnectiepunt voeren technische studies met betrekking tot incrementele-capaciteitsprojecten uit teneinde het incrementele-capaciteitsproject en gecoördineerde aanbodniveaus te ontwerpen op basis van de technische haalbaarheid en de verslagen inzake de marktvraagbeoordeling.

3.   Uiterlijk twaalf weken na het begin van de ontwerpfase voeren de betrokken transmissiesysteembeheerders een gezamenlijke openbare raadpleging uit met betrekking tot het ontwerp van het projectvoorstel; de raadpleging is in één of meer officiële talen van de lidstaten en voor zover mogelijk in het Engels opgesteld en duurt minimaal één maand en ten hoogste twee maanden. Deze beheerders treffen alle redelijke maatregelen om grensoverschrijdende coördinatie te waarborgen.

De raadpleging heeft ten minste betrekking op de volgende elementen:

a)

een omschrijving van het incrementele-capaciteitsproject, met inbegrip van een kostenraming;

b)

de aanbodniveaus voor gebundelde-capaciteitsproducten op het interconnectiepunt;

c)

indien relevant, op basis van vraagindicaties waarop voorwaarden van toepassing zijn, het door de transmissiesysteembeheerders voorgestelde alternatieve toewijzingsmechanisme, met inbegrip van de bijbehorende rechtvaardiging;

d)

voorlopige tijdschema's van het incrementele-capaciteitsproject;

e)

de algemene voorschriften en voorwaarden die een netgebruiker moet aanvaarden teneinde deel te nemen aan en toegang te krijgen tot capaciteit tijdens de bindende capaciteitstoewijzingsfase van het incrementele-capaciteitsproces, met inbegrip van elke door de netgebruikers te stellen zekerheid, en van de te hanteren contractuele werkwijze bij eventuele vertragingen van de levering van capaciteit of bij een verstoring van het project;

f)

wanneer een benadering met vaste prijzen wordt gehanteerd voor het incrementele-capaciteitsproject, de in artikel 24, onder b), van Verordening (EU) 2017/460 omschreven elementen IND en RP;

g)

het niveau van de verbintenissen van de gebruikers, uitgedrukt als raming van de f-factor als toegepast overeenkomstig artikel 23 dat na raadpleging van de transmissiesysteembeheerders wordt voorgesteld en vervolgens ter goedkeuring aan de betrokken nationale regulerende instanties wordt voorgelegd;

h)

alle ontvangen aanvullende vraagindicaties overeenkomstig artikel 26, lid 7;

i)

of wordt verwacht dat de incrementele capaciteit resulteert in een aanhoudende, significante afname van het gebruik van andere niet-afgeschreven gasinfrastructuur in dezelfde en aangrenzende entry/exit-systemen of langs dezelfde gastransportroute.

4.   Bij het proces van het ontwerpen van gecoördineerde aanbodniveaus werken de transmissiesysteembeheerders nauw samen met de betrokken nationale regulerende instanties en zorgen zij voor grensoverschrijdende coördinatie, teneinde aanbiedingen van incrementele capaciteit als gebundelde producten mogelijk te maken. Bij het projectvoorstel en -ontwerp betreffende gecoördineerde aanbodniveaus wordt rekening gehouden met de resultaten van de in lid 3 bedoelde raadpleging.

Artikel 28

Goedkeuring en publicatie

1.   Na de raadpleging en voltooiing van de ontwerpfase betreffende een incrementele-capaciteitsproject overeenkomstig artikel 27 leggen de betrokken transmissiesysteembeheerders het projectvoorstel voor een incrementele-capaciteitsproject ter gecoördineerde goedkeuring voor aan de relevante nationale regulerende instanties. Het projectvoorstel, dat in één of meer officiële talen van de lidstaten en voor zover mogelijk in het Engels is opgesteld, wordt verder door de betrokken transmissiesysteembeheerders gepubliceerd en omvat ten minste de volgende informatie:

a)

alle aanbodniveaus die het bereik van de verwachte vraag naar incrementele capaciteit op de desbetreffende interconnectiepunten weergeven, als resultaat van de in artikel 27, lid 3, en artikel 26 bedoelde processen;

b)

de algemene voorschriften en voorwaarden die een netgebruiker moet aanvaarden teneinde deel te nemen aan en toegang te krijgen tot capaciteit tijdens de bindende capaciteitstoewijzingsfase van het incrementele-capaciteitsproces, met inbegrip van alle door de netgebruikers te stellen zekerheden, en van de te hanteren contractuele werkwijze bij eventuele vertragingen van de levering van capaciteit of bij een verstoring van het project;

c)

tijdschema's van het incrementele-capaciteitsproject, met inbegrip van alle wijzigingen die hebben plaatsgevonden na de in artikel 27, lid 3, bedoelde raadpleging, en maatregelen om vertragingen te voorkomen en de effecten van vertragingen zo veel mogelijk te beperken;

d)

de in artikel 22, lid 1, gedefinieerde parameters;

e)

of een bij wijze van uitzondering verlengd tijdsbestek voor het inkopen van capaciteit met een aanvullende periode van maximaal 5 jaar na de toewijzing van maximaal 15 jaar na het begin van het operationeel gebruik eventueel vereist is, overeenkomstig artikel 30;

f)

indien van toepassing, het voorgestelde alternatieve toewijzingsmechanisme met bijbehorende rechtvaardiging overeenkomstig artikel 30, lid 2, alsmede de door de transmissiesysteembeheerder goedgekeurde voorwaarden voor de bindende fase overeenkomstig artikel 30, lid 3;

g)

wanneer een benadering met vaste prijzen wordt gehanteerd voor het incrementele-capaciteitsproject, de in artikel 24, onder b), van Verordening (EU) 2017/460 omschreven elementen.

2.   Uiterlijk zes maanden na ontvangst van het volledige projectvoorstel door de laatste van de desbetreffende regulerende instanties publiceren deze nationale regulerende instanties de gecoördineerde besluiten betreffende het in lid 1 gedefinieerde projectvoorstel in één of meer officiële talen van de lidstaat en voor zover mogelijk in het Engels. De besluiten omvatten rechtvaardigingen. De nationale regulerende instanties stellen elkaar in kennis van de ontvangst van het projectvoorstel en van de volledigheid ervan, zodat kan worden vastgesteld wanneer de periode van zes maanden begint.

Bij de opstelling van haar besluit neemt elke nationale regulerende instantie de standpunten van de andere betrokken nationale regulerende instanties in overweging. De nationale regulerende instanties houden in ieder geval rekening met alle nadelige, met de betrokken incrementele-capaciteitsprojecten verband houdende, effecten op de mededinging of de doeltreffende werking van de interne gasmarkt.

Als een relevante nationale regulerende instantie bezwaar heeft tegen het ingediende projectvoorstel, stelt zij de andere betrokken nationale regulerende instanties daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. In een dergelijke situatie ondernemen alle betrokken nationale regulerende instanties alle redelijke stappen om samen te werken en tot overeenstemming te komen.

Wanneer de relevante nationale regulerende instanties met betrekking tot het voorgestelde alternatieve toewijzingsmechanisme binnen de in de eerste alinea bedoelde periode van zes maanden niet tot overeenstemming kunnen komen, neemt het Agentschap een besluit betreffende het uit te voeren alternatieve toewijzingsmechanisme, nadat het in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 713/2009 bedoelde proces is uitgevoerd.

3.   Nadat de besluiten van de relevante nationale regulerende instanties overeenkomstig lid 2 zijn gepubliceerd en uiterlijk twee maanden voordat incrementele capaciteit op de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling wordt aangeboden, publiceren de transmissiesysteembeheerders gezamenlijk een bericht dat in één of meer officiële talen van de lidstaat en voor zover mogelijk in het Engels is opgesteld en ten minste de volgende informatie omvat:

a)

de in lid 1 gedefinieerde informatie die door de nationale regulerende instanties is goedgekeurd;

b)

een model van het contract of de contracten die verband houden met de aangeboden capaciteit.

Artikel 29

Veiling van incrementele capaciteit

1.   Op voorwaarde dat de in artikel 27 genoemde stappen zijn voltooid, bieden de transmissiesysteembeheerders de incrementele capaciteit samen met de respectievelijke beschikbare capaciteit aan op de jaarlijkse jaarcapaciteitsveiling als standaard gebundelde producten door middel van veilingen bij opbod overeenkomstig artikel 17 als standaardprocedure en in overeenstemming met artikel 8, leden 8 en 9, en artikel 19.

2.   De veilingen voor de respectievelijke aanbodniveaus worden parallel en onafhankelijk van elkaar uitgevoerd, overeenkomstig artikel 17 en rekening houdend met de voorwaarden van artikel 8, lid 2. Er worden uitsluitend gecoördineerde aanbodniveaus geveild.

3.   Teneinde potentiële veilingpremies zo veel mogelijk te beperken en tot een positief resultaat van de economische test voor het hoogst mogelijke aanbodniveau te komen, mag slechts één keer een nieuwe veiling worden geïnitieerd, uitsluitend indien:

a)

de transmissiesysteembeheerders ten minste twee aanbodniveaus hebben vastgesteld voorafgaand aan de start van de in lid 2 bedoelde veilingen, en

b)

ten minste één aanbodniveau niet geslaagd is en tot een negatief resultaat van de economische test heeft geleid, en

c)

het volgende kleinere aanbodniveau ten opzichte van het laagste niet-geslaagde aanbodniveau heeft geleid tot een positief resultaat van de economische test en is goedgekeurd met een veilingpremie voor ten minste één standaard jaarcapaciteitsproduct.

Als aan deze voorwaarden is voldaan, mag de nieuwe veiling worden geïnitieerd voor het onder b) bedoelde laagste niet-geslaagde aanbodniveau.

4.   Indien de nieuwe veiling niet resulteert in een positief resultaat van de economische test, worden de toewijzingsresultaten van de oorspronkelijke, onder c) bedoelde veiling gehandhaafd in overeenstemming met artikel 17, leden 20 en 21.

Artikel 30

Beginselen betreffende alternatieve toewijzingsmechanismen

1.   Een alternatief toewijzingsmechanisme is maximaal 15 jaar na het begin van het operationeel gebruik van toepassing. Indien de economische test niet met succes kon worden uitgevoerd op basis van de boekingen van 15 jaar, mogen de nationale regulerende instanties het tijdsbestek bij wijze van uitzondering met 5 jaar verlengen.

2.   Indien de nationale regelgevende instanties daarvoor toestemming geven, kan een alternatief capaciteitstoewijzingsmechanisme worden gebruikt wanneer naar aanleiding van de marktvraagbeoordeling overeenkomstig artikel 26 of de in artikel 27, lid 3, bedoelde raadpleging redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een veiling bij opbod niet passend is en wanneer het incrementele-capaciteitsproject aan de volgende twee voorwaarden voldoet:

a)

het project omvat meer dan twee entry/exit-systemen, en tijdens de toewijzingsprocedure worden biedingen langs meerdere interconnectiepunten gevraagd;

b)

er worden biedingen met een looptijd van meer dan één jaar gevraagd.

3.   In een alternatief toewijzingsmechanisme kunnen de netgebruikers bindende voorwaardelijke biedingen indienen betreffende het contracteren van capaciteit, waaraan één of meer van de volgende voorwaarden zijn verbonden die de transmissiesysteembeheerders in het in artikel 28, lid 1, bedoelde goedgekeurde projectvoorstel hebben gespecificeerd:

a)

verbintenissen waarmee verbintenissen op andere interconnectiepunten worden gekoppeld of uitgesloten;

b)

verbintenissen betreffende meerdere verschillende jaarlijkse standaard capaciteitsproducten op een interconnectiepunt;

c)

verbintenissen waaraan voorwaarden zijn verbonden betreffende de toewijzing van een specifieke of minimale hoeveelheid capaciteit.

4.   Het alternatieve toewijzingsmechanisme is onderworpen aan de goedkeuring van de betrokken nationale regulerende instanties overeenkomstig artikel 28, lid 2. Het mechanisme is transparant en niet-discriminerend, maar voorziet in de mogelijkheid prioriteiten vast te stellen wat betreft de duur van boekingen of wat betreft biedingen voor grotere hoeveelheden capaciteit voor een standaard jaarcapaciteitsproduct.

5.   Als er prioriteit wordt verleend aan de duur van boekingen of aan biedingen voor grotere hoeveelheden capaciteit, besluiten de nationale regulerende instanties om bij de toepassing van artikel 8, lid 8, een hoeveelheid van ten minste 10 % en maximaal 20 % van de technische capaciteit op elk interconnectiepunt te reserveren. Op deze wijze gereserveerde capaciteit wordt in overeenstemming met artikel 8, lid 7, aangeboden.

Artikel 31

Overgangsregelingen

In het geval van voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening geïnitieerde incrementele-capaciteitsprojecten zijn de artikelen 26 tot en met 30 van toepassing, tenzij de respectievelijke nationale regulerende instanties voor dergelijke projecten vóór 1 augustus 2017 de toepasselijke toestemmingen voor capaciteitstoewijzing verlenen.

HOOFDSTUK VI

AFSCHAKELBARE CAPACITEIT

Artikel 32

Toewijzing van afschakelbare diensten

1.   Met ingang van 1 januari 2018 mogen de transmissiesysteembeheerders uitsluitend standaard capaciteitsproducten voor afschakelbare capaciteit met een duur van meer dan één dag aanbieden indien het overeenkomstige standaard maand-, kwartaal- of jaarcapaciteitsproduct voor vaste capaciteit is verkocht met een veilingpremie, uitverkocht was of niet werd aangeboden.

2.   De transmissiesysteembeheerders bieden een dagcapaciteitsproduct voor afschakelbare capaciteit in beide richtingen op interconnectiepunten aan wanneer het respectievelijke standaard capaciteitsproduct voor vaste capaciteit day-ahead was uitverkocht of niet werd aangeboden. Op unidirectionele interconnectiepunten waar vaste capaciteit uitsluitend in één richting wordt aangeboden, bieden de transmissiesysteembeheerders ten minste één dagproduct voor afschakelbare capaciteit in de andere richting aan.

3.   Wanneer afschakelbare capaciteit wordt aangeboden, mag dit niet ten nadele zijn van de hoeveelheid aangeboden vaste capaciteit. De transmissiesysteembeheerders reserveren geen capaciteit die als vaste capaciteit kan worden aangeboden om die capaciteit aan te bieden als afschakelbare capaciteit.

4.   Voor zover afschakelbare-capaciteitsproducten, andere dan dagproducten, worden aangeboden, worden dezelfde standaard capaciteitsproducten voor vaste capaciteit ook gebruikt voor afschakelbare capaciteit, wat de looptijd van de producten betreft.

5.   Voor zover afschakelbare capaciteit wordt aangeboden, wordt die via een veilingproces toegewezen, met uitzondering van afschakelbare within-daycapaciteit.

6.   Afschakelbare within-daycapaciteit wordt toegewezen via een overnominatieprocedure.

7.   Afschakelbare within-daycapaciteit wordt uitsluitend toegewezen wanneer vaste capaciteit, hetzij technische capaciteit hetzij aanvullende capaciteit, is uitverkocht.

8.   Wanneer er veilingen worden gehouden voor afschakelbare producten met een langere looptijd dan within-day, publiceren de transmissiesysteembeheerders de hoeveelheden aangeboden afschakelbare capaciteit, wanneer bekend, voordat het veilingproces begint.

9.   Wanneer afschakelbare capaciteit wordt aangeboden, wordt deze toegewezen door middel van een afzonderlijke veiling nadat vaste capaciteit met eenzelfde looptijd is toegewezen, maar voordat de veiling van vaste capaciteit met een kortere looptijd begint, met uitzondering van afschakelbare within-daycapaciteit.

10.   Wanneer dergelijke capaciteit wordt aangeboden, worden veilingen voor afschakelbare capaciteit uitgevoerd overeenkomstig dezelfde ontwerpbeginselen en tijdschema's die voor vaste capaciteit worden toegepast. De exacte, voor de veilingen voor afschakelbare capaciteit te gebruiken veilingdata worden nader omschreven in de veilingkalender, met uitzondering van afschakelbare within-daycapaciteit. Wat betreft de jaarlijkse jaarcapaciteitsveilingen, alle jaarlijkse kwartaalcapaciteitsveilingen en alle doorlopende maandcapaciteitsveilingen, stellen de transmissiesysteembeheerders de netgebruikers één week voordat de veiling begint in kennis van de hoeveelheid afschakelbare capaciteit die wordt aangeboden. Wanneer een veiling van vaste capaciteit niet is gesloten op de geplande startdag van de veilingen van afschakelbare capaciteit, worden de veilingen van afschakelbare capaciteit uiterlijk op de volgende handelsdag na de sluiting van de respectievelijke veilingen van vaste capaciteit geopend. In dergelijke gevallen wordt elke wijziging van de aangeboden hoeveelheid ten minste twaalf uur vóór het begin van de respectievelijke veiling van afschakelbare capaciteit gemeld.

Artikel 33

Minimale aanlooptijd tot afschakeling

1.   Afschakelbare capaciteit heeft een minimale aanlooptijd tot afschakeling waarover gezamenlijk wordt beslist door de aangrenzende transmissiesysteembeheerders.

2.   De standaard minimale aanlooptijd tot afschakeling voor een bepaald gasuur is 45 minuten na de start van de hernominatiecyclus voor dat gasuur. Wanneer twee transmissiesysteembeheerders de aanlooptijd tot afschakeling wensen in te korten, dient elke daarmee verband houdende tussen de transmissiesysteembeheerders gesloten overeenkomst te worden goedgekeurd door de bevoegde nationale regulerende instantie.

Artikel 34

Coördinatie van het afschakelingsproces

De transmissiesysteembeheerder die de afschakeling initieert, stelt de desbetreffende aangrenzende transmissiesysteembeheerder daarvan in kennis. De aangrenzende transmissiesysteembeheerders informeren hun respectievelijke beïnvloede netgebruikers daarover zo snel mogelijk, maar met de nodige aandacht voor de betrouwbaarheid van de informatie.

Artikel 35

Vastgestelde afschakelingsvolgorde

1.   De volgorde waarin afschakeling wordt uitgevoerd, indien het geheel van de nominaties de hoeveelheid gas overschrijdt die op een bepaald interconnectiepunt kan doorstromen, wordt bepaald op basis van het contractueel vastgelegde tijdstempel van de respectievelijke transportcontracten op afschakelbare basis. In het geval van afschakeling hebben transportcontracten die eerder in werking treden voorrang op transportcontracten die later in werking treden.

2.   Wanneer na toepassing van de in lid 1 vastgestelde procedure twee of meer nominaties in de afschakelingsvolgorde op dezelfde plaats zijn gerangschikt, en de transmissiesysteembeheerder die niet allemaal afschakelt, wordt een vermindering naar rato van deze specifieke nominaties toegepast.

3.   Om rekening te houden met de verschillen tussen de diverse afschakelbare-capaciteitsdiensten binnen de Unie, leggen de aangrenzende transmissiesysteembeheerders de gezamenlijke procedures als bedoeld in dit artikel op een interconnectiepunt ten uitvoer op interconnectiepuntbasis en coördineren zij die procedures.

Artikel 36

Redenen voor afschakeling

De transmissiesysteembeheerders nemen de redenen voor eventuele afschakeling rechtstreeks op in hun transportcontracten voor afschakelbare capaciteit of nemen deze op in de algemene voorwaarden die gelden voor dergelijke contracten. De redenen voor afschakeling kunnen onder meer kwesties van gaskwaliteit, druk, temperatuur, stroompatronen, gebruik van vaste contracten, onderhoud, up- of downstreambeperkingen, openbaredienstverplichtingen en capaciteitsbeheer in het kader van congestiebeheersprocedures zijn.

HOOFDSTUK VII

CAPACITEITSBOEKINGSPLATFORMS

Artikel 37

Capaciteitsboekingsplatforms

1.   De transmissiesysteembeheerders passen deze verordening toe door capaciteit aan te bieden via één of een beperkt aantal gezamenlijke webgebaseerde boekingsplatforms. Het beheer van deze platforms wordt uitgevoerd door de transmissiesysteembeheerders of door een overeengekomen derde die, indien nodig, namens de transmissiesysteembeheerders handelt ten opzichte van de netgebruikers.

2.   In verband met de gezamenlijke boekingsplatforms zijn de volgende voorschriften van toepassing:

a)

de voorschriften en procedures voor het aanbieden en toewijzen van alle capaciteit overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk III zijn van kracht;

b)

de vaststelling van een procedure om vaste gebundelde capaciteit aan te bieden in overeenstemming met hoofdstuk IV heeft prioriteit;

c)

er worden functionaliteiten voor netgebruikers geboden waarmee zij secundaire capaciteit kunnen aanbieden en verkrijgen;

d)

om de diensten van de boekingsplatforms te kunnen gebruiken, treden de netgebruikers toe tot alle toepasselijke wettelijke en contractuele regelingen en nemen zij de desbetreffende eisen in acht, die het hen mogelijk maken in het kader van een transportcontract capaciteit te boeken en te gebruiken op het relevante net van de transmissiesysteembeheerder;

e)

capaciteit op één interconnectiepunt of virtueel interconnectiepunt wordt uitsluitend in één enkel boekingsplatform aangeboden, maar een transmissiesysteembeheerder kan capaciteit op verschillende interconnectiepunten of virtuele interconnectiepunten via verschillende boekingsplatforms aanbieden.

3.   Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening sluiten alle transmissiesysteembeheerders een contractuele overeenkomst met betrekking tot het gebruik van één enkel boekingsplatform waarmee capaciteit aan beide zijden van hun respectievelijke interconnectiepunten of virtuele interconnectiepunten wordt aangeboden. Indien de transmissiesysteembeheerders binnen die termijn niet tot overeenstemming komen, leggen zij de zaak onmiddellijk voor aan de respectievelijke nationale regulerende instanties. Uiterlijk zes maanden nadat de zaak aan de nationale regulerende instanties is voorgelegd, selecteren zij gezamenlijk het enkele boekingsplatform voor een periode van ten hoogste drie jaar. Indien de nationale regulerende instanties niet in staat zijn om uiterlijk zes maanden nadat de zaak aan de nationale regulerende instanties is voorgelegd gezamenlijk een enkel boekingsplatform te selecteren, is artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 713/2009 van toepassing. Het Agentschap neemt een besluit betreffende het boekingsplatform dat voor een periode van ten hoogste drie jaar op het specifieke interconnectiepunt of virtuele interconnectiepunt dient te worden gebruikt.

4.   Indien de selectie van het boekingsplatform op een specifiek interconnectiepunt of een virtueel interconnectiepunt is verricht door de nationale regulerende instanties of door het Agentschap, sluiten de transmissiesysteembeheerders, uiterlijk aan het eind van de in de laatste zin van lid 3 bedoelde periode waarvoor de nationale regulerende instanties of het Agentschap de selectie hebben verricht, een contractuele overeenkomst inzake het gebruik van een boekingsplatform. Indien geen contractuele overeenkomst wordt gesloten, wordt de in lid 3 genoemde procedure voortgezet.

5.   De oprichting van één boekingsplatform of een beperkt aantal gezamenlijke boekingsplatforms vergemakkelijkt en vereenvoudigt de capaciteitsboeking op interconnectiepunten in de gehele Unie ten bate van de netgebruikers. Indien passend bevorderen ENTSB-G en het Agentschap dit proces.

6.   Met betrekking tot toenames van de technische capaciteit worden de toewijzingsresultaten gepubliceerd op het boekingsplatform dat voor het veilen van bestaande capaciteit wordt gebruikt; voor nieuwe capaciteit, wanneer momenteel geen capaciteit bestaat, worden deze gepubliceerd op een gezamenlijk boekingsplatform waarover de relevante transmissiesysteembeheerders overeenstemming hebben bereikt.

HOOFDSTUK VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 38

Toezicht op de tenuitvoerlegging

1.   Ter ondersteuning van het Agentschap bij zijn toezichttaken overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 715/2009 monitort en analyseert ENTSB-G hoe de transmissiesysteembeheerders deze verordening in overeenstemming met artikel 8, leden 8 en 9, van Verordening (EG) nr. 715/2009 ten uitvoer hebben gelegd. ENTSB-G waarborgt met name dat alle door de transmissiesysteembeheerders verstrekte relevante informatie volledig en correct is. ENTSB-G verstrekt deze informatie uiterlijk op 31 maart 2019 aan het Agentschap.

2.   De transmissiesysteembeheerders verstrekken uiterlijk op 31 december 2018 alle informatie aan ENTSB-G die het nodig heeft om aan zijn verplichtingen krachtens lid 1 te voldoen.

3.   Het vertrouwelijke karakter van commercieel gevoelige informatie wordt door ENTSB-G gewaarborgd.

4.   Het Agentschap brengt vóór 6 april 2019 in het kader van zijn toezichttaken verslag uit van de in contracten voor standaard capaciteitsproducten voor vaste capaciteit opgenomen voorwaarden en het effect daarvan op een efficiënt netgebruik en de integratie van de gasmarkten van de Unie. Het Agentschap wordt bij de beoordeling ondersteund door de desbetreffende nationale regulerende instanties en de transmissiesysteembeheerders.

Artikel 39

Intrekking

Verordening (EU) nr. 984/2013 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 40

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Ze is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding ervan.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36.

(2)  Verordening (EU) nr. 984/2013 van de Commissie van 14 oktober 2013 tot vaststelling van een netcode met betrekking tot capaciteitstoewijzingsmechanismen in gastransmissiesystemen en tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 273 van 15.10.2013, blz. 5).

(3)  Verordening (EU) 2015/703 van de Commissie van 30 april 2015 tot vaststelling van een netcode inzake interoperabiliteit en gegevensuitwisseling (PB L 113 van 1.5.2015, blz. 13).

(4)  Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

(5)  Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) 2017/460 van de Commissie van 16 maart 2017 tot vaststelling van een netcode betreffende geharmoniseerde transmissietariefstructuren voor gas (zie bladzijde 29 van dit Publicatieblad).

(7)  Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1).