23.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 344/21


BESLUIT (EU) 2017/2433 VAN DE RAAD

van 18 december 2017

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Subcomité douane, opgericht bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, over de vervanging van Protocol I bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (1) („de overeenkomst”), is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2016/838 van de Raad (2) en is op 1 juli 2016 in werking getreden.

(2)

Ingevolge artikel 38 van Protocol I bij de overeenkomst („Protocol I”) kan het bij artikel 74, lid 1, van de overeenkomst opgerichte Subcomité douane EU-Georgië („Subcomité douane”) wijzigingen van de bepalingen van dat protocol vaststellen.

(3)

Het Subcomité douane zal een besluit vaststellen over de vervanging van Protocol I betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol dat naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (3) („de conventie”) verwijst.

(4)

Deze conventie bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld. De conventie is voor de Unie en voor Georgië op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 juli 2017 in werking getreden.

(5)

In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient Protocol I te worden vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen.

(6)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Subcomité douane EU-Georgië, aangezien het besluit voor de Unie bindend zal zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in te nemen standpunt in het Subcomité douane dat is opgericht bij artikel 74, lid 1, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Subcomité douane.

Kleine technische verbeteringen van het ontwerpbesluit van het Subcomité douane kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Subcomité douane.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel, 18 december 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

K. SIMSON


(1)  PB L 261 van 30.8.2014, blz. 4.

(2)  Besluit (EU) 2016/838 van de Raad van 23 mei 2016 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 141 van 28.5.2016, blz. 26).

(3)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.


ONTWERP

BESLUIT Nr. 2017/… VAN HET SUBCOMITÉ DOUANE EU-GEORGIË

van …

tot vervanging van protocol I bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

HET SUBCOMITÉ DOUANE EU-GEORGIË,

Gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (1), en met name artikel 23, lid 2,

Gezien protocol I bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 23, lid 2, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds („de overeenkomst”), wordt voor de oorsprongsregels verwezen naar protocol I bij de overeenkomst („protocol I”).

(2)

De overeenkomst is op 1 juli 2016 in werking getreden.

(3)

Krachtens artikel 38 van protocol I kan het bij artikel 74, lid 1, van de overeenkomst opgerichte Subcomité douane besluiten de bepalingen van dat protocol te wijzigen.

(4)

De Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”) strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euromediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen.

(5)

De Unie heeft de conventie op 15 juni 2011 ondertekend. In zijn Besluit nr. 1/2016 (3) heeft het bij artikel 3, lid 1, van de conventie opgerichte Gemengd Comité bepaald dat Georgië wordt uitgenodigd om tot de conventie toe te treden.

(6)

De Unie en Georgië hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 17 mei 2017 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Unie en voor Georgië op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 juli 2017 in werking getreden.

(7)

Protocol I moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol I bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van …

Gedaan te …,

Voor het Subcomité douane

De voorzitter


(1)  PB L 261 van 30.8.2014, blz. 4.

(2)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.

(3)  Besluit nr. 1/2016 van het Gemengd Comité van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels van 28 september 2016 inzake het verzoek van Georgië om partij te worden bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels [2016/2126] (PB L 329 van 3.12.2016, blz. 118).


BIJLAGE

Protocol I

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) („de conventie”) van toepassing.

2.   Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

Artikel 2

Geschillenregeling

1.   Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I bij de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt dit aan het Subcomité douane voorgelegd. De bepalingen betreffende het geschillenbeslechtingsmechanisme in hoofdstuk 14 (Beslechting van geschillen) van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst zijn niet van toepassing.

2.   In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 3

Wijzigingen van het protocol

Het Subcomité douane kan besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 4

Opzegging van de conventie

1.   Indien ofwel de Europese Unie ofwel Georgië de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie te willen opzeggen, openen de Unie en Georgië onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.

2.   Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie van toepassing op deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Unie en Georgië toestaan.

Artikel 5

Overgangsbepalingen — cumulatie

Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I bij de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-staten, de Faeröer, de Unie, Turkije, de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces, de Republiek Moldavië en Georgië zijn betrokken.


(1)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.