6.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/11


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/2238 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2017

betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader dat in de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing is op designated contract markets en swap execution facilities

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 28, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 600/2014 bepaalt dat in de Unie gevestigde financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die de in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde clearingdrempel overschrijden, transacties in derivaten die behoren tot een klasse van derivaten waarop de handelsverplichting van toepassing is, uitsluitend mogen verrichten op gereglementeerde markten, multilaterale handelsfaciliteiten (multilateral trading facilities of MTF's), georganiseerde handelsfaciliteiten (organised trading facilities of OTF's), en door de Commissie als gelijkwaardig beschouwde handelsplatformen van derde landen. Het desbetreffende derde land moet beschikken over een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van handelsplatformen waaraan op grond van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) vergunning is verleend.

(2)

De in artikel 28 van Verordening (EU) nr. 600/2014 vastgestelde procedure voor de erkenning van handelsplatformen in derde landen moet in de Unie gevestigde financiële tegenpartijen en bepaalde niet-financiële tegenpartijen in staat stellen transacties met derivaten waarop de handelsverplichting van toepassing is uit te voeren op handelsplatformen in derde landen die als gelijkwaardig zijn erkend. De erkenningsprocedure en het gelijkwaardigheidsbesluit verhogen dus de transparantie van de handel in derivaten, zelfs wanneer de handel plaatsvindt op handelsplatformen in derde landen.

(3)

Gezien het feit dat de partijen bij de G20-top in Pittsburgh op 25 september 2009 zijn overeengekomen dat de handel in gestandaardiseerde otc-derivatencontracten moet worden verplaatst naar beurzen of elektronische handelsplatformen, is het passend te voorzien in een geschikt gamma in aanmerking komende platformen waarop krachtens dat akkoord de handel kan plaatsvinden. De gelijkwaardigheidsbepalingen moeten worden gelezen in het licht van de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 600/2014, met name haar bijdrage tot de instelling en de werking van de interne markt, de integriteit van de markt, de bescherming van investeerders en de financiële stabiliteit. In Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt bovendien de noodzaak benadrukt om met betrekking tot bepaalde vereisten één set regels vast te stellen die voor alle instellingen gelden, en om potentiële reguleringsarbitrage te voorkomen. Wanneer de Unie bepaalt op welke gestandaardiseerde otc-derivatencontracten de handelsverplichting van toepassing is, dient zij er daarom voor te zorgen dat voor de uitvoering van de handelsverplichting voldoende geschikte handelsplatformen worden ontwikkeld, ook in de EU.

(4)

Overeenkomstig artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 600/2014 kunnen handelsplatformen van derde landen als gelijkwaardig worden erkend mits zij voldoen aan wettelijk bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten voor handelsplatformen voortkomend uit Richtlijn 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4), en in dat derde land onderworpen zijn aan effectieftoezicht en effectieve handhaving. Dit moet worden gelezen in het licht van de doelstellingen van die handeling, met name haar bijdrage tot de instelling en de werking van de interne markt, de integriteit van de markt, de bescherming van investeerders en tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, de financiële stabiliteit.

(5)

Op de handelsplatformen voor swaps die in de Verenigde Staten van Amerika (VS) actief zijn, worden grote volumes in dollar luidende swaps verhandeld, en het is voor een efficiënt risicobeheer van belang dat EU-ondernemingen tot deze liquiditeit toegang kunnen krijgen. Gezien het belang van de Amerikaanse swaphandelsplatformen voor de werking van de EU-markt en de gevolgen ervan op de financiële stabiliteit, moeten in deze context handelsplatformen voor swaps die in de VS actief zijn, worden erkend. Dit besluit is gebaseerd op een gedetailleerde beoordeling van het wettelijke en toezichtskader voor swaphandelsplatformen krachtens de Commodity Exchange Act (CEA) van de VS en de bijbehorende uitvoeringsverordeningen, met bijzondere aandacht voor de integriteit en de transparantie van de markt.

(6)

Deze gelijkwaardigheidsbeoordeling moet zekerheid verschaffen dat het wettelijke en toezichtskader van de CEA en de uitvoeringsverordeningen waarborgen dat in de VS gevestigde en door de Commodity Futures Trading Commission (CFTC) erkende designated contract markets (DCM's) en swap execution facilities (SEF's) onderworpen zijn aan wettelijk bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten voor handelsplatformen voortvloeiend uit Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 596/2014 en Verordening (EU) nr. 600/2014, en gebaseerd zijn op de criteria in artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 600/2014. Uit deze gelijkwaardigheidsbeoordeling moet bovendien ook blijken of de DCM's en de SEF's in dat derde land onderworpen zijn aan effectief toezicht en effectieve handhaving.

(7)

De wettelijk bindende vereisten voor in de VS erkende DCM's zijn in de CEA bepaald in de vorm van een op beginselen gebaseerd rechtskader voor de werking van DCM's. De vereisten van de CEA voor DCM's omvatten 23 centrale beginselen. Deze beginselen hebben rechtskracht en de DCM's moeten deze vanaf de toelating voortdurend in acht nemen. De DCM's moeten tevens voldoen aan de toepasselijke regulations van de CFTC (CFR), waarin de vereisten voor de werking als DCM worden bepaald.

(8)

De wettelijk bindende vereisten voor in de VS erkende SEF's zijn in de CEA bepaald in de vorm van een op beginselen gebaseerd rechtskader. De activiteiten van SEF's vallen onder Section 5 van de CEA, dat door Section 733 van de Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act voor de handel in en de verwerking van swaps is toegevoegd. Section 5h van de CEA stelt 15 centrale beginselen voor SEF's vast. Om een registratie bij de CFTC te verkrijgen en te behouden, moeten de SEF's aan de 15 centrale beginselen voldoen. SEF's moeten bovendien vanaf de toelating voortdurend aan de op SEF's toepasselijke CFTC-regulations voldoen.

(9)

In artikel 28, lid 4, onder a) tot en met d), van Verordening (EU) nr. 600/2014 zijn vier voorwaarden vastgesteld waaraan moet worden voldaan om te bepalen dat het wettelijke en toezichtskader van een derde land met betrekking tot de handelsplatformen waaraan een vergunning is verleend, gelijkwaardig is aan dat van Verordening (EU) nr. 600/2014 en Richtlijn 2014/65/EU.

(10)

Volgens de eerste voorwaarde in artikel 28, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 600/2014 moeten handelsplatformen van derde landen een vergunning hebben en doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving worden onderworpen.

(11)

Om als DCM actief te kunnen zijn, moet een kandidaat bij de CFTC een aanstelling aanvragen en moet hij aantonen dat de toepasselijke bepalingen van de CEA en de CFTC-regulations worden nageleefd. Ook om als SEF actief te kunnen zijn moet een kandidaat bij de CFTC worden geregistreerd en moet hij aantonen dat de toepasselijke bepalingen van de CEA en de CFTC-regulations worden nageleefd. De CFTC is krachtens Sections 5 en 5h van de CEA, en 7 USC 7 en 7 USC 7b-3 bevoegd voor het regelgevend toezicht op DCM's en SEF's. Om door de CFTC aangesteld te worden, moet een DCM voldoen aan de 23 centrale beginselen voor DCM's in de CEA en aan alle vereisten die de CFTC via regels en verordeningen kan opleggen. Om door de CFTC geregistreerd te worden, moet een SEF voldoen aan de 15 centrale beginselen voor SEF's in de CEA en aan alle vereisten die de CFTC via regels en verordeningen kan opleggen. DCM's moeten een handelsfaciliteit exploiteren, waarmee in het kader van de CEA in de regel wordt gedoeld op een multilateraal systeem waarbinnen deelnemers de mogelijkheid hebbentransacties uit te voeren volgens niet-discretionaire regels. DCM's moeten leden onpartijdige toegang aanbieden tot hun markten en diensten. De toegangscriteria moeten onpartijdig en transparant zijn en moeten op niet-discriminerende wijze worden toegepast. Bovendien moeten DCM's op grond van de CEA- en CFTC-regulations voldoen aan organisatorische voorschriften met betrekking tot corporate governance, beleid inzake belangenconflicten, risicobeheer, billijke en ordelijke handel, veerkracht van het handelssysteem, clearing- en afwikkelingsregelingen, toelating tot de handel en monitoring van de naleving. Al deze voorwaarden moeten permanent nageleefd worden. SEF's zijn handelsplatformen voor swaps die op multilaterale basis werken. SEF's moeten in aanmerking komende contractpartijen onpartijdige toegang verlenen tot hun markten en diensten en moeten beschikken over onpartijdige en transparante toegangscriteria die billijk en niet-discriminerend worden toegepast. Ook SEF's moeten voldoen aan organisatorische voorschriften met betrekking tot corporate governance, beleid inzake belangenconflicten, risicobeheer, billijke en ordelijke handel, veerkracht van het handelssysteem, clearing- en afwikkelingsregelingen, toelating tot de handel en monitoring van de naleving. Al deze voorwaarden moeten permanent nageleefd worden.

(12)

DCM's en SEF's moeten voor hun activiteiten regels opstellen, die onder meer misbruikpraktijken in de handel verbieden en zorgen voor de naleving van deze regels. Deze regels en de wijzigingen daarvan worden door de CFTC beoordeeld om ervoor te zorgen dat zij in overeenstemming zijn met de regels van de CEA en de CFTC-regulations. DCM's en SEF's moeten over voldoende capaciteit beschikken om schendingen van DCM- of SEF-regels op te sporen, te onderzoeken en daaraan passende sancties te verbinden. DCM's en SEF's mogen een beroep doen op reguleringsdiensten van derden voor bijstand bij de naleving van de toepasselijke vereisten van de CEA en de CFTC-regulations. Ook wanneer DCM's en SEF's voor regelgevende diensten een beroep doen op een dergelijke derde, blijven zij verantwoordelijk voor de naleving van hun wettelijke en reglementaire verplichtingen.

(13)

De CFTC heeft met betrekking tot DCM's en SEF's ook permanente toezichts- en handhavingsverantwoordelijkheden. Om de naleving van de wettelijke en reglementaire vereisten inzake toezicht op handelspraktijken, markttoezicht, auditspoor en disciplinaire programma's van de DCM te beoordelen, worden periodieke Rule Enforcement Reviews (RER's) georganiseerd. Voor de SEF's wordt momenteel een gelijkaardig programma ontwikkeld. Section 8, onder a), 1), van de CEA verleent de CFTC ruime onderzoeksbevoegdheden om de naleving van de CEA en de CFTC-regulations te waarborgen. Krachtens Sections 5e, 6(b), 6b en 6c(a) van de CEA kan de CFTC ook burgerrechtelijke handhavingsmaatregelen treffen om de schendingen van de CEA of de CFTC-regulations te beëindigen en andere billijke schadeloosstelling en boeten op te leggen: bestuursrechtelijke handhavingsprocedures inleiden, de aanstelling van een DCM of de registratie van een SEF opschorten of intrekken, en bij schending van de CEA of CFTC-regulations tegen een DCM of een SEF een vordering tot staking instellen. Krachtens Section 6(c) van de CEA is de CFTC voor de handhaving van de CEA of ten behoeve van onderzoek of procedures bevoegd eden en verklaringen onder ede af te nemen, getuigen op te roepen, hun verschijning af te dwingen, bewijs op te nemen en de overlegging te verlangen van boeken, briefwisseling, nota's en andere documentatie.

(14)

Daarom kan worden geconcludeerd dat DCM's en SEF's vergunningsplichtig zijn en doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving onderworpen zijn.

(15)

Volgens de tweede voorwaarde in artikel 28, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 600/2014 moeten handelsplatformen van derde landen beschikken over duidelijke en transparante regels voor de toelating van financiële instrumenten tot de handel om ervoor te zorgen dat dergelijke financiële instrumenten op billijke, ordelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld en vrij verhandelbaar zijn.

(16)

DCM's en SEF's mogen geen nieuwe derivatencontracten noteren die niet voldoen aan de CEA en de CFTC-regulations, die een billijke, ordelijke en efficiënte handel waarborgen. Voor de handhaving worden alle DCM's en SEF's verplicht nieuwe contracten bij de CFTC aan te melden voordat zij worden genoteerd, hetzij om door de CFTC te worden goedgekeurd, hetzij met een certificering van de DCM of de SEF dat het contract in overeenstemming is met de CEA en de CFTC-regulations. De aanmelding gaat vergezeld van een toelichting en een analyse van het derivatencontract en de overeenstemming ervan met de toepasselijke vereisten, met inbegrip van de vereiste van de CEA dat de DCM of de SEF enkel contracten noteert die niet gemakkelijk te manipuleren zijn. In de CFTC-richtsnoeren om aan deze wettelijke verplichting te voldoen, is bepaald dat de DCM of de SEF bij in contanten afgewikkelde swapcontracten onder andere rekening dient te houden met de betrouwbaarheid van de contante koers als een indicator van de contante marktwaarde, en met de commerciële aanvaardbaarheid, de openbare beschikbaarheid en de actualiteit van de voor de berekening van de contante koers gebruikte koersreeks. Die richtsnoeren geven ook weer wat voor de CFTC een aanvaardbare specificatie van contractbepalingen en voorwaarden inhoudt. De DCM en de SEF moeten de voorwaarden van een bij de CFTC aangemeld derivatencontract op het ogenblik van die aanmelding voor het publiek beschikbaar maken. De aan de notering voorafgaande aanmeldingsplicht en de CFTC-vereisten inzake de kenmerken van het contract dragen ertoe bij dat de derivatencontracten billijk, ordelijk en efficiënt kunnen worden verhandeld. De CFTC-richtsnoeren helpen de CFTC om te beoordelen of een DCM of een SEF de voorschriften van de centrale beginselen naleeft.

(17)

DCM's moeten zorgen voor een concurrerende, open en doeltreffende markt en voor een mechanisme om transacties uit te voeren waarbij de prijsvorming van de handel in de gecentraliseerde markt van de DCM wordt beschermd. In overeenstemming met dit voorschrift moeten alle DCM's gebruikmaken van central limit order books waarin de bied- en laatkoers worden weergegeven. Daarnaast publiceren de DCM's koersinformatie op hun publieke website. SEF-transacties met swaps waarop de CFTC-handelsverplichting van toepassing is en die geen blokhandel vormen, moeten worden uitgevoerd volgens een orderboek, zoals gedefinieerd in de CFTC-regulations, of volgens een prijsaanvraagsysteem (request-for-quote) dat werkt in combinatie met een orderboek. Een request-for-quotesysteem wordt in de CFTC-regulations gedefinieerd als een handelssysteem of -platform waarbij een marktdeelnemer een prijsaanvraag voor de aankoop of de verkoop van een specifiek instrument indient bij ten minste drie marktdeelnemers in het handelssysteem of -platform, die daar allemaal op kunnen reageren. Voorts moeten openbaar aan te melden swaptransacties (publicly reportable swap transaction) volgens Part 43 van de CFTC-regulations in een bij de CFTC geregistreerde swapgegevensbank (swap data repository of SDR) worden gemeld zodra dat na de uitvoering van de transactie technisch mogelijk is. Bij openbaar aan te melden swaptransacties die worden uitgevoerd op een DCM of een SEF, of volgens de regels daarvan, moet de SDR ervoor zorgen dat de swaptransacties en de door de DCM of SEF doorgegeven prijsgegevens na ontvangst openbaar worden gemaakt zodra dat technisch mogelijk is, tenzij de swap is uitgesteld. Bij openbaar aan te melden swaptransacties die een bepaalde grootte overschrijden, moet de SDR de bekendmaking van gegevens over de swaptransactie en de prijsgegevens uitstellen.

(18)

Daarom kan worden geconcludeerd dat DCM's en SEF's beschikken over duidelijke en transparante regels om financiële instrumenten tot de handel toe te laten, zodat dergelijke financiële instrumenten op billijke, ordelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld en vrij verhandelbaar zijn.

(19)

Volgens de derde voorwaarde in artikel 28, lid 4, onder c), van Verordening (EU) nr. 600/2014 moeten emittenten van financiële instrumenten onderworpen zijn aan periodieke en doorlopende informatie-eisen die een hoge mate van beleggersbescherming garanderen.

(20)

Gezien de aard en de kenmerken van de op DCM's en SEF's genoteerde derivatencontracten, en met name het feite dat de onderliggende activa voornamelijk grondstoffen, rentevoeten of valuta's zijn, kan de derde voorwaarde niet worden toegepast op de meeste via DCM's en SEF's verhandelde opties en swaps. Dit voorschrift kan niet van toepassing zijn op derivatencontracten zonder aandelen als onderliggende activa. Voor derivaten waarop de handelsverplichting van toepassing is, zoals swaps met rentevoeten als onderliggende activa, is er geen onderneming die relevante financiële verslagen kan uitbrengen. De emittenten van derivatencontracten hebben echter een informatieplicht wanneer de onderliggende activa effecten zijn. In de VS zou dit enkel van belang zijn voor opties op effecten of voor op effecten gebaseerde swaps. Opties op effecten kunnen enkel worden verhandeld op een effectenbeurs die onder het toezicht van de Securities and Exchange Commission (SEC) staat, en niet op DCM's of SEF's. Swaps op basis van effecten kunnen worden verhandeld op een uitvoeringsfaciliteit voor op effecten gebaseerde swaps, maar worden gereglementeerd door de SEC. Wanneer het onderliggende effect van een op effecten gebaseerde swap tot de handel op een nationale effectenbeurs in de VS is toegelaten, valt de emittent ervan onder de informatieplicht van Section 13(a) van de Exchange Act en moet hij jaarlijkse en tussentijdse financiële verslagen bekendmaken, waarvoor het juridische kader in de VS duidelijke, uitgebreide en specifieke informatieverplichtingen bevat, en waarvoor op de SEC-website door het EDGAR-systeem vrije en openbare toegang wordt gewaarborgd. Daardoor is nog steeds een hoge mate van beleggersbescherming gegarandeerd.

(21)

Volgens de vierde voorwaarde in artikel 28, lid 4, onder d), van Verordening (EU) nr. 600/2014 moet het kader in een derde land zorgen voor transparantie en integriteit van de markt door middel van regelgeving ter bestrijding van marktmisbruik in de vorm van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie.

(22)

In de CEA en de CFTC-regulations wordt een uitgebreid regelgevend kader vastgelegd om de integriteit van de markt te waarborgen en handel met voorwetenschap en marktmanipulatie te voorkomen. Dit kader machtigt de CFTC om handhavingsmaatregelen te treffen tegen op grond van dit kader verboden gedrag dat kan leiden tot de verstoring van de markten, zoals prijsmanipulatie en de verspreiding van misleidende informatie (CEA §§ 6(c) en 9(a)(2), §§ 180.1 en 180.2 van de CFTC-regulations), schendingen van de handelspraktijken (CEA §§ 4c(a)(1)-(2)), bepaalde verstorende praktijken die de ordelijke uitvoering van de transacties kunnen aantasten (CEA § 4c(a)(5)) en het gebruik of de poging tot gebruik van hulpmiddelen, regelingen of kunstgrepen met bedrieglijk oogmerk (CEA § 6(c)(1), 17 CFR § 180.1 van de CFTC-regulations). Ook de handel op basis van onrechtmatig verkregen voorwetenschap of met schending van een bestaande verplichting om belangrijke niet-publieke informatie bekend te maken, kan in strijd zijn met de CEA. DCM's en SEF's moeten hun markten monitoren om ertoe bij te dragen dat handelsactiviteiten doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving onderworpen zijn en om manipulatie die tot prijsverstoring of marktmanipulatie kan leiden, op te sporen en te voorkomen. Het RER-programma van de CFTC beoordeelt de toezichtsprogramma's en de disciplinaire programma's van de DCM's.Voor de SEF's wordt momenteel een gelijkaardig programma ontwikkeld. De CFTC kan bovendien steeds op eigen initiatief van een DCM of SEF het bewijs verlangen dat zij voldoen aan hun respectieve verplichtingen uit hoofde van de CEA of de CFTC-regulations.

(23)

Daarom kan worden geconcludeerd dat het in de VS op DCM's en SEF's toepasselijke kader zorgt voor transparantie en integriteit van de markt door middel van regelgeving ter bestrijding van marktmisbruik in de vorm van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie.

(24)

Daarom kan worden geconcludeerd dat DCM's en SEF's voldoen aan wettelijk bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten voor handelsplatformen die voortvloeien uit Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 596/2014 en Verordening (EU) nr. 600/2014 en onderworpen zijn aan effectief toezicht en effectieve handhaving.

(25)

Overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 600/2014 kunnen handelsplatformen van derde landen als gelijkwaardig worden erkend op voorwaarde dat het derde land beschikt over een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van handelsplatformen waaraan op grond van Richtlijn 2014/65/EU vergunning is verleend om derivaten waarop een handelsverplichting van toepassing is verklaard, in dat derde land op niet-exclusieve basis tot de handel toe te laten of te verhandelen.

(26)

Krachtens Section 5h(g) van de CEA is de CFTC bevoegd om swap execution facilities vrij te stellen van registratie indien de CFTC oordeelt dat de faciliteiten door de nationale bevoegde autoriteit van het thuisland van de faciliteit op geconsolideerde wijze aan vergelijkbare en uitgebreide controle en reglementering worden onderworpen. Overeenkomstig Section 5h(g) is de CFTC bevoegd alle door de Commissie aangemelde gereglementeerde markten, MTF's en OTF's met één besluit vrij te stellen wanneer de CFTC heeft vastgesteld dat de aangemelde platformen op geconsolideerde wijze aan vergelijkbare en uitgebreide controle en reglementering worden onderworpen.

(27)

In een gemeenschappelijke verklaring van de voorzitter van de CFTC en de voor financiële diensten verantwoordelijke vicevoorzitter van de Europese Commissie wordt de benadering van de CFTC met betrekking tot de vrijstelling van EU-handelsplatformen uiteengezet. Het besluit wordt tevens aangevuld met samenwerkingsregelingen om te zorgen voor een effectieve uitwisseling van gegevens en coördinatie van toezichtsactiviteiten tussen de nationale bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de verlening van vergunningen aan en het toezicht op erkende EU-handelsplatformen en de CFTC.

(28)

Daarom kan worden geconcludeerd dat het wettelijke en toezichtskader van de VS voorziet in een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van handelsplatformen waaraan op grond van Richtlijn 2014/65/EU vergunning is verleend om derivaten waarop een handelsverplichting van toepassing is verklaard op niet-exclusieve basis in de VS tot de handel toe te laten of te verhandelen.

(29)

Dit besluit bepaalt of handelsplatformen van derde landen in aanmerking kunnen komen om in de Unie gevestigde financiële en niet-financiële tegenpartijen aan hun handelsverplichting te laten voldoen wanneer zij derivaten verhandelen op een platform van derde landen. Dit besluit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor in de Unie gevestigde financiële en niet-financiële tegenpartijen om derivaten te verhandelen waarop de handelsverplichting overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 600/2014 inzake handelsplatformen van derde landen niet van toepassing is.

(30)

Dit besluit is gebaseerd op de op het moment van de vaststelling van dit besluit in de VS geldende juridisch bindende vereisten met betrekking tot DCM's en SEF`s. De Commissie moet op regelmatige basis blijven volgen hoe het wettelijke en toezichtskader voor deze handelsplatformen zich ontwikkelt, welke marktontwikkelingen zich voordoen, hoe de samenwerking tussen toezichthouders verloopt met betrekking tot het toezicht en de handhaving en of is voldaan aan de voorwaarden op basis waarvan dit besluit is vastgesteld.

(31)

De regelmatige beoordeling van het wettelijke en toezichtskader dat in de VS van toepassing is op DCM`s en SEF`s waaraan een vergunning is verleend, en van de ontwikkelingen van de markt, laat voor de Commissie de mogelijkheid onverlet om te allen tijde een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij dit besluit erkende gelijkwaardigheid herbeoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van dit besluit leiden.

(32)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt het wettelijke en toezichtskader van de Verenigde Staten van Amerika dat van toepassing is op de in de bijlage opgenomen designated contract markets en swap execution facilities waaraan een vergunning is verleend, geacht gelijkwaardig te zijn aan de bij Verordening (EU) nr. 600/2014 vastgestelde vereisten voor handelsplatformen als gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 5 december 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84.

(2)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(3)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(4)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).


BIJLAGE

Met handelsplatformen als gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU gelijkwaardig geachte designated contract markets:

a)

Cantor Futures Exchange, L.P.

b)

CBOE Futures Exchange, LLC

c)

Chicago Board of Trade (Board of Trade of the City of Chicago, Inc.)

d)

Chicago Mercantile Exchange, Inc.

e)

Commodity Exchange, Inc.

f)

Eris Exchange, LLC

g)

ICE Futures U.S., Inc.

h)

Minneapolis Grain Exchange, Inc.

i)

NASDAQ Futures, Inc.

j)

New York Mercantile Exchange, Inc.

k)

Nodal Exchange, LLC

l)

North American Derivatives Exchange, Inc.

m)

OneChicago LLC

n)

trueEX LLC

Met handelsplatformen als gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU gelijkwaardig geachte swap execution facilities:

a)

360 Trading Networks, Inc.

b)

Bats Hotspot SEF, LLC

c)

BGC Derivatives Markets, L.P.

d)

Bloomberg SEF LLC

e)

Chicago Mercantile Exchange, Inc.

f)

Clear Markets North America, Inc.

g)

DW SEF LLC

h)

FTSEF LLC

i)

GFI Swaps Exchange LLC

j)

GTX SEF LLC

k)

ICAP SEF (US) LLC

l)

ICE Swap Trade LLC

m)

LatAm SEF, LLC

n)

LedgerX LLC

o)

MarketAxess SEF Corporation

p)

Seed SEF LLC

q)

SwapEx LLC

r)

TeraExchange, LLC

s)

Thomson Reuters (SEF) LLC

t)

tpSEF Inc.

u)

Tradition SEF, Inc.

v)

trueEX LLC

w)

TW SEF LLC