3.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/63


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/191 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2017

tot wijziging van Besluit 2010/166/EU met het oog op de invoering van nieuwe technologieën en frequentiebanden voor mobiele communicatiediensten aan boord van vaartuigen (MCV-diensten) in de Europese Unie

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 450)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking (1), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit 2010/166/EU van de Commissie (2) zijn de technische en operationele voorwaarden vastgesteld waaraan moet worden voldaan om gsm aan boord van vaartuigen (MCV-diensten) in de Unie te mogen gebruiken.

(2)

Door de ontwikkeling van verbeterde communicatiemiddelen die worden ondersteund door de technische vooruitgang, krijgen burgers de mogelijkheid om overal en altijd online te zijn, in overeenstemming met het bij Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) vastgestelde programma voor het radiospectrumbeleid, en wordt bijgedragen tot de totstandbrenging van de digitale eengemaakte markt. Bovendien moet spectrum worden gebruikt overeenkomstig de beginselen van neutraliteit op het gebied van technologie en diensten die zijn vastgesteld in Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad. (4)

(3)

In Besluit 2010/166/EU worden de lidstaten opgeroepen toezicht te houden op het gebruik van de 900 MHz- en 1 800 MHz-banden die MCV-diensten leveren in hun territoriale wateren, met name wat betreft de voortdurende relevantie van alle in dat besluit vermelde voorwaarden en gevallen van schadelijke interferentie. De lidstaten moeten verder bij de Commissie een verslag over hun bevindingen indienen en de Commissie moet in voorkomend geval overgaan tot een herziening van Besluit 2010/166/EU.

(4)

Uit de verslagen die de lidstaten bij de Commissie hebben ingediend, blijkt duidelijk dat het noodzakelijk is nieuwe communicatietechnologieën voor MCV-gebruik toe te staan.

(5)

Teneinde de verdere uitrol van MCV-toepassingen in de Unie te bevorderen, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit nr. 676/2002/EG op 16 november 2015 een mandaat aan de Europese Conferentie van de administraties van posterijen en van telecommunicatie („CEPT”) gegeven om onderzoek te doen naar de mogelijkheid van co-existentie van toestellen aan boord van vaartuigen die LTE-technologie gebruiken, en terrestrische elektronische-communicatienetwerken die gebruikmaken van de 1 710-1 785/1 805-1 880 MHz- en 2 500-2 570/2 620-2 690 MHz-banden, en de co-existentie van toestellen aan boord van vaartuigen die UMTS-technologie gebruiken met terrestrische elektronische-communicatienetwerken die gebruikmaken van de 1 920-1 980/2 110-2 170 MHz-banden.

(6)

In het kader van dat mandaat heeft CEPT op 17 juni 2016 verslag 62 aangenomen, waarin wordt geconcludeerd dat het mogelijk is MCV te gebruiken, mits aan de relevante technische voorwaarden wordt voldaan, wanneer gebruik wordt gemaakt van LTE-technologie in de 1 710-1 785/1 805-1 880 MHz- en 2 500-2 570/2 620-2 690 MHz-banden en UMTS-technologie in de 1 920-1 980/2 110-2 170 MHz-band. Besluit 2010/166/EU moet daarom op basis van de resultaten van CEPT-verslag 62 worden gewijzigd, waarbij deze technologieën en frequenties worden opgenomen en het gebruik van systemen op basis van deze technologieën aan boord van vaartuigen wordt toegestaan.

(7)

Zonder afbreuk te doen aan de in de bijlage vastgestelde vereisten mogen de lidstaten met het oog op de bescherming van andere toegestane toepassingen van spectrum aanvullende geografische beperkingen opleggen aan het gebruik van het MCV-systeem in hun territoriale wateren.

(8)

Rekening houdend met het belang van UMTS- en LTE-technologieën voor draadloze communicatie in de Unie, dient de mogelijkheid om MCV-systemen op basis van LTE en MCV-systemen op basis van UMTS als beschreven in dit besluit te gebruiken, zo snel mogelijk en uiterlijk zes maanden na bekendmaking van dit besluit van toepassing te worden.

(9)

Er moet permanent toezicht worden gehouden op de technische specificaties met betrekking tot MCV teneinde te waarborgen dat deze aansluiten bij de technologische ontwikkelingen.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2010/166/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Dit besluit beoogt de technische voorwaarden voor de beschikbaarheid en het doelmatig gebruik van de 900 MHz-, 1 800 MHz-, 1 900/2 100 MHz- en 2 600 MHz-frequentiebanden voor systemen die mobiele communicatie leveren aan boord van vaartuigen binnen de territoriale wateren van de Unie te harmoniseren.”.

2)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 1 wordt vervangen door:

„1.   „mobiele communicatiediensten aan boord van vaartuigen (MCV-diensten)”: elektronische communicatiediensten zoals omschreven in artikel 2, onder c), van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad (*1), die geleverd worden door een onderneming om personen aan boord van een vaartuig in staat te stellen te communiceren via openbare communicatienetwerken met gebruikmaking van een systeem in overeenstemming met artikel 3 zonder rechtstreekse verbindingen met terrestrische netwerken tot stand te brengen;

(*1)  Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33).”;"

b)

punt 7 wordt vervangen door:

„7.   „ontvangststation aan boord van vaartuigen”: een mobiele picocel aan boord van een vaartuig ter ondersteuning van gsm-, LTE- of UMTS-diensten in overeenstemming met de bijlage bij dit besluit;”;

c)

de volgende punten worden toegevoegd:

„8.   „de 1 900/2 100 MHz-banden”: de 1 920-1 980 MHz-band voor uplink (verzending vanaf eindapparatuur en ontvangst door basisstation) en de 2 110-2 170 MHz-band voor downlink (verzending vanaf basisstation en ontvangst door eindapparatuur);

9.   „de 2 600 MHz-band”: de 2 500-2 570 MHz-band voor uplink (verzending vanaf eindapparatuur en ontvangst door basisstation) en de 2 620-2 690 MHz-band voor downlink (verzending vanaf basisstation en ontvangst door eindapparatuur);

10.   „LTE-systeem”: een elektronischecommunicatienetwerk als omschreven in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2011/251/EU van de Commissie (*2);

11.   „UMTS-systeem”: een elektronischecommunicatienetwerk als omschreven in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2011/251/EU.

(*2)  Uitvoeringsbesluit 2011/251/EU van de Commissie van 18 april 2011 tot wijziging van Beschikking 2009/766/EG betreffende de harmonisatie van de 900 MHz- en de 1 800 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die pan-Europese elektronische communicatiediensten kunnen verschaffen in de Gemeenschap (PB L 106 van 27.4.2011, blz. 9).”."

3)

Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3

1.   De lidstaten stellen ten minste 2 MHz spectrum beschikbaar in de uplink-richting en 2 MHz dienovereenkomstig gepaard spectrum in de downlink-richting binnen de 900 MHz- en/of 1 800 MHz-band voor gsm-systemen die op interferentievrije en onbeschermde basis MCV-diensten leveren in hun territoriale wateren.

2.   Zo spoedig mogelijk, en uiterlijk zes maanden na de datum van bekendmaking van dit besluit, stellen de lidstaten 5 MHz spectrum beschikbaar in de uplink-richting en 5 MHz dienovereenkomstig gepaard spectrum in de downlink-richting binnen de 1 900/2 100 MHz-banden voor UMTS-systemen en binnen de 1 800- en 2 600 MHz-banden voor LTE-systemen die op interferentievrije en onbeschermde basis MCV-diensten leveren in hun territoriale wateren.

3.   De lidstaten waarborgen dat de systemen waarop de leden 1 en 2 van toepassing zijn, voldoen aan de in de bijlage vastgestelde voorwaarden.”.

4)

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

De lidstaten houden toezicht op het gebruik van de frequentiebanden door de in de artikel 3, leden 1 en 2, genoemde systemen die MCV-diensten leveren in hun territoriale wateren, met name wat betreft de voortdurende relevantie van alle in artikel 3 vermelde voorwaarden en gevallen van schadelijke interferentie.”.

5)

De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2017.

Voor de Commissie

Andrus ANSIP

Vicevoorzitter


(1)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.

(2)  Besluit 2010/166/EU van de Commissie van 19 maart 2010 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden inzake het gebruik van radiospectrum voor mobiele communicatiediensten aan boord van vaartuigen (MCV-diensten) in de Europese Unie (PB L 72 van 20.3.2010, blz. 38).

(3)  Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7).

(4)  Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33).


BIJLAGE

„BIJLAGE

Voorwaarden waaraan moet worden voldaan door een systeem dat MCV-diensten levert in de territoriale wateren van de lidstaten van de Europese Unie om schadelijke interferentie met terrestrische mobiele netwerken te voorkomen

(1)   Voorwaarden waaraan moet worden door gsm-systemen die gebruikmaken van de 900 MHz-band en de 1 800 MHz-band en die MCV-diensten leveren in de territoriale wateren van de lidstaten om schadelijke interferentie met terrestrische mobiele netwerken te voorkomen

De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

a)

het systeem dat MCV-diensten levert, wordt niet gebruikt binnen een afstand van twee zeemijl (1) van de basislijn, zoals gedefinieerd in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;

b)

in het bereik tussen twee en twaalf zeemijl van de basislijn worden alleen binnenantenne(s) bij basisstations aan boord van vaartuigen gebruikt;

c)

limieten die moeten worden vastgesteld voor mobiele eindstations wanneer deze gebruikt worden aan boord van vaartuigen en voor basisstations aan boord van vaartuigen:

Parameter

Omschrijving

Zendvermogen/vermogensdichtheid

Voor mobiele eindstations die worden gebruikt aan boord van vaartuigen en worden gecontroleerd door het basisstation in vaartuigen in de 900 MHz-band, is het maximaal uitgestraald uitgangsvermogen:

5 dBm

Voor mobiele eindstations die worden gebruikt aan boord van vaartuigen en worden gecontroleerd door het basisstation in vaartuigen in de 1 800 MHz-band, is het maximaal uitgestraald uitgangsvermogen:

0 dBm

Voor basisstations aan boord van vaartuigen is de maximale vermogensdichtheid gemeten in externe zones van het vaartuig, gecorrigeerd voor een meetantenne met een antennewinst van 0 dBi:

– 80 dBm/200 kHz

Voorschriften voor toegang tot en bezetting van het kanaal

Om interferentie te onderdrukken, moeten technieken worden gebruikt die ten minste even goed presteren als de volgende onderdrukkingsfactoren gebaseerd op gsm-normen:

tussen twee en drie zeemijlen van de basislijn moet de gevoeligheid van de ontvangstapparatuur en de drempel voor het verbreken van de verbinding (ACCMIN (2)- en min-RXLEV (3)-niveau) van het mobiele eindstation dat gebruikt wordt aan boord van het vaartuig gelijk zijn aan of hoger dan – 70 dBm/200 kHz en tussen drie en twaalf zeemijl van de basislijn gelijk aan of hoger dan – 75 dBm/200 kHz;

in de uplink-richting van het MCV-systeem moet onderbroken zending (4) geactiveerd zijn;

de timing advance-waarde (5) van het basisstation aan boord van vaartuigen moet op de minimale waarde zijn ingesteld.

(2)   Voorwaarden waaraan moet worden door UMTS-systemen in de 1 900/2 100 MHz-banden die MCV-diensten leveren in de territoriale wateren van de lidstaten om schadelijke interferentie met terrestrische mobiele netwerken te voorkomen

De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

a)

het systeem dat MCV-diensten levert, wordt niet gebruikt binnen een afstand van twee zeemijl van de basislijn, zoals gedefinieerd in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;

b)

in het bereik tussen twee en twaalf zeemijl van de basislijn word(t)(en) alleen (een) binnenantenne(s) bij basisstations aan boord van vaartuigen gebruikt;

c)

er mag slechts een bandbreedte tot maximaal 5 MHz (duplex) worden gebruikt;

d)

limieten die moeten worden vastgesteld voor mobiele eindstations wanneer deze gebruikt worden aan boord van vaartuigen en voor basisstations aan boord van vaartuigen:

Parameter

Omschrijving

Zendvermogen/vermogensdichtheid

Voor mobiele eindstations die uitzenden in de 1 900 MHz-band, worden gebruikt aan boord van vaartuigen en worden gecontroleerd door het basisstation in vaartuigen dat uitzendt in de 2 100 MHz-band, is het maximaal uitgestraald uitgangsvermogen:

0 dBm/5 MHz

Emissies aan dek

De emissie van basisstations aan boord van vaartuigen is gelijk aan of lager dan – 102 dBm/5 MHz (Common Pilot Channel).

Voorschriften voor toegang tot en bezetting van het kanaal

Tussen twee en twaalf zeemijl van de basislijn moeten de kwaliteitscriteria (minimaal vereist ontvangen signaalniveau in de cel) gelijk aan of hoger zijn dan:

– 87 dBm/5 MHz

De PLMN-selectietimer („Public Land Mobile Network”) wordt ingesteld op tien minuten

De parameter betreffende timing advance wordt ingesteld naargelang van een celbereik voor het verdeeld antennesysteem betreffende MCV dat gelijk is aan 600 m

De RRC-gebruikersinactiviteitsreleasetimer („Radio Resource Control”) wordt ingesteld op twee seconden

Geen overeenstemming met terrestrische netwerken

De centrale draaggolffrequentie voor MCV mag niet overeenstemmen met de draaggolffrequenties van terrestrische netwerken

(3)   Voorwaarden waaraan moet worden door LTE-systemen in de 1 800 MHz-band en de 2 600 MHz-band en die MCV-diensten leveren in de territoriale wateren van de lidstaten om schadelijke interferentie met terrestrische mobiele netwerken te voorkomen

De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

a)

het systeem dat MCV-diensten levert, wordt niet gebruikt binnen een afstand van vier zeemijl van de basislijn, zoals gedefinieerd in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;

b)

in het bereik tussen vier en twaalf zeemijl van de basislijn word(t)(en) alleen (een) binnenantenne(s) bij basisstations aan boord van vaartuigen gebruikt;

c)

er mag slechts een bandbreedte tot maximaal 5 MHz (duplex) worden gebruikt per frequentieband (1 800 MHz en 2 600 MHz);

d)

limieten die moeten worden vastgesteld voor mobiele eindstations wanneer deze gebruikt worden aan boord van vaartuigen en voor basisstations aan boord van vaartuigen:

Parameter

Omschrijving

Zendvermogen/vermogensdichtheid

Voor mobiele eindstations die worden gebruikt aan boord van vaartuigen en worden gecontroleerd door het basisstation in vaartuigen in de 1 800 MHz-band en 2 600  MHz-band is het maximaal uitgestraald uitgangsvermogen:

0 dBm

Emissies aan dek

De emissie van basisstations aan boord van vaartuigen is gelijk aan of lager dan – 98 dBm/5 MHz (gelijkwaardig aan – 120 dBm/15 kHz)

Voorschriften voor toegang tot en bezetting van het kanaal

Tussen vier en twaalf zeemijl van de basislijn moeten de kwaliteitscriteria (minimaal vereist ontvangen signaalniveau in de cel) gelijk aan of hoger zijn dan – 83 dBm/5 MHz (gelijkwaardig aan – 105 dBm/15 kHz)

De PLMN-selectietimer („Public Land Mobile Network”) wordt ingesteld op tien minuten

De parameter betreffende timing advance wordt ingesteld naargelang van een celbereik voor het verdeeld antennesysteem betreffende MCV dat gelijk is aan 400 m

De RRC-gebruikersinactiviteitsreleasetimer („Radio Resource Control”) wordt ingesteld op twee seconden

Geen overeenstemming met terrestrische netwerken

De centrale draaggolffrequentie voor MCV mag niet overeenstemmen met de draaggolffrequenties van terrestrische netwerken”


(1)  Eén zeemijl = 1 852 meter.

(2)  ACCMIN (RX_LEV_ACCESS_MIN); zoals beschreven in gsm-norm ETSI TS 144 018.

(3)  RXLEV (RXLEV-FULL-SERVING-CELL); zoals beschreven in gsm-norm ETSI TS 148 008.

(4)  Onderbroken zending of DTX; zoals beschreven in gsm-norm ETSI TS 148 008.

(5)  Timing advance; zoals beschreven in gsm-norm ETSI TS 144 018.