2.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 28/9


BESLUIT (EU) 2017/175 VAN DE COMMISSIE

van 25 januari 2017

tot vaststelling van EU-milieukeurcriteria voor toeristische accommodatie

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 299)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de EU-milieukeur (1), en met name artikel 8, lid 2,

Na raadpleging van het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 66/2010 kan de EU-milieukeur worden toegekend aan diensten die gedurende hun volledige levenscyclus een verminderd milieueffect hebben.

(2)

In Verordening (EG) nr. 66/2010 is bepaald dat per productgroep specifieke criteria voor de EU-milieukeur worden vastgesteld.

(3)

Bij de Beschikkingen 2009/564/EG (2) en 2009/578/EG (3) van de Commissie zijn de milieucriteria en de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en verificatie van respectievelijk kampeerterreinen en toeristische accommodatie vastgesteld, die geldig zijn tot en met 31 december 2016.

(4)

Om beter rekening te kunnen houden met de gemeenschappelijke kenmerken van diensten op het gebied van toeristische accommodatie en kampeerterreinen en synergie te creëren door een gemeenschappelijke aanpak voor deze productgroepen en om ervoor te zorgen dat de criteria zo doeltreffend mogelijk worden toegepast, wordt het passend geacht om beide productgroepen samen te voegen tot één productgroep, getiteld „toeristische accommodatie”.

(5)

De herziene criteria zijn erop gericht het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen, energie en water te besparen, de hoeveelheid afval te beperken en het plaatselijke milieu te verbeteren. De herziene criteria, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en verificatie, moeten — rekening houdend met de innovatiecyclus van deze productgroep — vanaf de datum van kennisgeving van dit besluit vijf jaar lang geldig zijn.

(6)

Een code die overeenkomt met de productgroep, vormt een integraal onderdeel van de registratienummers van de EU-milieukeur. Aan de productgroep „toeristische accommodatie” moet een codenummer worden toegewezen, zodat de bevoegde instanties een registratienummer van de EU-milieukeur kunnen toekennen aan toeristische accommodaties die aan de EU-milieukeurcriteria voldoen.

(7)

De Beschikkingen 2009/564/EG en 2009/578/EG moeten derhalve worden ingetrokken.

(8)

Er moet in een passende overgangsperiode worden voorzien voor aanvragers aan wier toeristische accommodatie of kampeerterrein de EU-milieukeur voor kampeerterreinen of toeristische accommodatie is toegekend overeenkomstig de criteria van Beschikking 2009/564/EG dan wel Beschikking 2009/578/EG, zodat zij voldoende tijd hebben om hun product aan de herziene criteria aan te passen. Aanvragers moet ook gedurende een voldoende lange periode worden toegestaan om aanvragen in te dienen op basis van de milieucriteria die zijn vastgesteld bij de Beschikkingen 2009/564/EG en 2009/578/EG.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 16 van Verordening (EG) nr. 66/2010 ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De productgroep „toeristische accommodatie” omvat de verstrekking van diensten op het gebied van toeristische accommodatie en kampeerterreinen alsook het aanbieden, onder beheer van de aanbieder van toeristische accommodatie, van ondersteunende diensten op het gebied van:

1)

het bereiden en serveren van voedsel;

2)

vrijetijds- of fitnessfaciliteiten;

3)

groenvoorzieningen;

4)

ruimten voor bijzondere evenementen, zoals zakelijke conferenties, vergaderingen of opleidingsevenementen;

5)

sanitaire voorzieningen, was- en kookfaciliteiten en informatiefaciliteiten voor collectief gebruik door kampeerders, reizigers en meer permanente gasten.

2.   Vervoerdiensten en plezierreizen vallen niet onder de productgroep „toeristische accommodatie”.

Artikel 2

In dit besluit wordt verstaan onder:

1.   „toeristische accommodatie”: de verstrekking, tegen betaling, van logies in een overdekte accommodatie, in ruimten waarin ten minste een bed en eigen of gedeelde sanitaire voorzieningen beschikbaar zijn, aan toeristen, reizigers en meer permanente gasten;

2.   „kampeerterreinen”: de verstrekking, tegen betaling, van kampeerplaatsen die zijn uitgerust voor de volgende onderkomens: tenten, caravans, mobile homes, kampeerwagens, bungalows en appartementen met eigen of gedeelde sanitaire voorzieningen, aan toeristen, reizigers en meer permanente gasten;

3.   „bereiden en serveren van voedsel”: het verstrekken van ontbijt en andere maaltijden;

4.   „vrijetijds- of fitnessfaciliteiten”: sauna's, zwembaden, sportfaciliteiten en wellnesscentra die voor gasten of dagbezoekers of voor beide toegankelijk zijn;

5.   „groenvoorzieningen”: parken, tuinen of andere buitenterreinen die geopend zijn voor toeristen, reizigers en meer permanente gasten.

Artikel 3

Voor de toekenning van de EU-milieukeur krachtens Verordening (EG) nr. 66/2010 moet een toeristische accommodatie binnen de productgroep „toeristische accommodatie” als omschreven in artikel 1 van dit besluit vallen en aan alle onderstaande voorwaarden voldoen, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en verificatie die zijn vastgelegd in de bijlage bij dit besluit:

a)

zij voldoet aan alle criteria in afdeling A van de bijlage bij dit besluit;

b)

zij voldoet aan een voldoende aantal criteria in afdeling B van de bijlage bij dit besluit teneinde het krachtens de artikelen 4 en 5 vereiste aantal punten te behalen.

Artikel 4

1.   Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 3, onder b), moet de toeristische accommodatie ten minste twintig punten behalen.

2.   Het krachtens lid 1 vereiste minimumaantal punten wordt verhoogd met:

a)

drie punten wanneer de beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie voedsel bereidt en serveert;

b)

drie punten wanneer door de beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie groenvoorzieningen aan de gasten ter beschikking worden gesteld;

c)

drie punten wanneer door de beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie vrijetijds- of fitnessfaciliteiten ter beschikking worden gesteld, of vijf punten wanneer die vrijetijds- of fitnessfaciliteiten uit een wellnesscentrum bestaan dat toegankelijk is voor dagbezoekers.

Artikel 5

1.   Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 3, onder b), moet het kampeerterrein ten minste twintig punten, of, wanneer collectieve diensten worden verricht, ten minste 24 punten behalen.

2.   Het krachtens lid 1 vereiste minimumaantal punten wordt verhoogd met:

a)

drie punten wanneer de beheerder of eigenaar van het kampeerterrein voedsel bereidt en serveert;

b)

drie punten wanneer door de beheerder of eigenaar van het kampeerterrein groenvoorzieningen aan de gasten ter beschikking worden gesteld;

c)

drie punten wanneer door de beheerder of eigenaar van het kampeerterrein vrijetijds- of fitnessfaciliteiten ter beschikking worden gesteld, of vijf punten wanneer die vrijetijds- of fitnessfaciliteiten uit een wellnesscentrum bestaan dat toegankelijk is voor dagbezoekers.

Artikel 6

De criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor de productgroep „toeristische accommodatie” en de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en verificatie zijn geldig tot vijf jaar na de datum van kennisgeving van dit besluit.

Artikel 7

Voor administratieve doeleinden wordt aan de productgroep „toeristische accommodatie” het codenummer „051” toegekend.

Artikel 8

De Beschikkingen 2009/564/EG en 2009/578/EG worden ingetrokken.

Artikel 9

In afwijking van artikel 8 kunnen aanvragen voor de EU-milieukeur voor producten die onder de productgroepen „toeristische accommodatie” of „kampeerterreinen” vallen, gedurende een periode van twee maanden vanaf de datum van kennisgeving van dit besluit worden ingediend overeenkomstig de criteria van Beschikking 2009/578/EG of Beschikking 2009/564/EG of overeenkomstig de in dit besluit vastgestelde criteria.

De EU-milieukeurlicenties die zijn toegekend in overeenstemming met de criteria van Beschikking 2009/564/EG of Beschikking 2009/578/EG, kunnen nog gedurende twintig maanden na de datum van kennisgeving van dit besluit worden gebruikt.

Artikel 10

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 januari 2017.

Voor de Commissie

Karmenu VELLA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 27 van 30.1.2010, blz. 1.

(2)  Beschikking 2009/564/EG van de Commissie van 9 juli 2009 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan kampeerterreinen (PB L 196 van 28.7.2009, blz. 36).

(3)  Beschikking 2009/578/EG van de Commissie van 9 juli 2009 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan toeristische accommodatie (PB L 198 van 30.7.2009, blz. 57).


BIJLAGE

KADER

EU-MILIEUKEURCRITERIA

Criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan toeristische accommodatie:

Verplichte criteria

Algemene beheerscriteria

Criterium 1.

Basis van een milieubeheersysteem

Criterium 2.

Opleiding van personeel

Criterium 3.

Informeren van gasten

Criterium 4.

Algemeen onderhoud

Criterium 5.

Monitoren van energie- en waterverbruik

Criteria inzake energie

Criterium 6.

Energie-efficiënte ruimte- en waterverwarmingstoestellen

Criterium 7.

Energie-efficiënte airconditioning en luchtwarmtepompen

Criterium 8.

Energie-efficiënte verlichting

Criterium 9.

Temperatuurregelingssystemen

Criterium 10.

Automatisch uitschakelen van HVAC-installaties en verlichting

Criterium 11.

Buitenverwarming en airconditioning

Criterium 12.

Levering van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen

Criterium 13.

Kolen en stookolie

Criteria inzake water

Criterium 14.

Efficiënte waterinstallaties: badkamerkranen en douches

Criterium 15.

Efficiënte waterinstallaties: toiletten en urinoirs

Criterium 16.

Vermindering van de hoeveelheid wasgoed door hergebruik van handdoeken en beddengoed

Criteria inzake afval en afvalwater

Criterium 17.

Afvalpreventie: plan ter vermindering van voedselverspilling

Criterium 18.

Afvalpreventie: wegwerpartikelen

Criterium 19.

Afvalscheiding en -inzameling voor recycling

Overige criteria

Criterium 20.

Rookverbod in gemeenschappelijke ruimten

Criterium 21.

Bevordering van milieuvriendelijke vervoermiddelen

Criterium 22.

Informatie op de EU milieukeur

Optionele criteria

Algemene beheercriteria

Criterium 23.

EMAS-registratie of ISO-certificering van de toeristische accommodatie (maximaal 5 punten)

Criterium 24.

EMAS-registratie of ISO-certificering van leveranciers (maximaal 5 punten)

Criterium 25.

Diensten met milieukeur (maximaal 4 punten)

Criterium 26.

Ecologische en sociale communicatie en educatie (maximaal 2 punten)

Criterium 27.

Monitoren van energie- en waterverbruik: energie- en watermeters (maximaal 2 punten)

Criteria inzake energie

Criterium 28.

Energie-efficiënte ruimte- en waterverwarmingstoestellen (maximaal 3 punten)

Criterium 29.

Energie-efficiënte airconditioning en luchtwarmtepompen (maximaal 3,5 punten)

Criterium 30.

Luchtwarmtepompen met een verwarmingsvermogen van ten hoogste 100 kW (3 punten)

Criterium 31.

Energie-efficiënte huishoudelijke apparaten en-verlichting (maximaal 4 punten)

Criterium 32.

Warmteterugwinning (maximaal 3 punten)

Criterium 33.

Temperatuurregeling en raamisolatie (maximaal 4 punten)

Criterium 34.

Automatisch uitschakelen van installaties/apparaten (maximaal 4,5 punten)

Criterium 35.

Stadsverwarming/-koeling en koeling uit warmtekrachtkoppeling (maximaal 4 punten)

Criterium 36.

Elektrische handdrogers met bewegingssensor (1 punt)

Criterium 37.

Emissies van verwarmingstoestellen (1,5 punt)

Criterium 38.

Levering van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (maximaal 4 punten)

Criterium 39.

Zelfopwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen (maximaal 5 punten)

Criterium 40.

Verwarmingsenergie uit hernieuwbare energiebronnen (maximaal 3,5 punten)

Criterium 41.

Zwembadverwarming (maximaal 1,5 punt)

Criteria inzake water

Criterium 42.

Efficiënte waterinstallaties: badkamerkranen en douches (maximaal 4 punten)

Criterium 43.

Efficiënte waterinstallaties: toiletten en urinoirs (maximaal 4,5 punten)

Criterium 44.

Waterverbruik afwasmachines (2,5 punten)

Criterium 45.

Waterverbruik wasmachines (3 punten)

Criterium 46.

Vermelding waterhardheid (maximaal 1,5 punt)

Criterium 47.

Geoptimaliseerd poolbeheer (maximaal 2,5 punten)

Criterium 48.

Opvang van regenwater en hergebruik van grijs water (maximaal 3 punten)

Criterium 49.

Efficiënte bewateringssystemen (1,5 punt)

Criterium 50.

Beplanting van groenvoorzieningen met inheemse of niet-invasieve uitheemse soorten (maximaal 2 punten)

Criteria inzake afval en afvalwater

Criterium 51.

Papierproducten (maximaal 2 punten)

Criterium 52.

Duurzame goederen (maximaal 4 punten)

Criterium 53.

Verstrekken van dranken (2 punten)

Criterium 54.

Levering van reinigingsmiddelen en toiletartikelen (maximaal 2 punten)

Criterium 55.

Beperking van het gebruik van schoonmaakmiddelen (1,5 punt)

Criterium 56.

Sneeuw- en ijsvrij maken van wegen (1 punt)

Criterium 57.

Gebruikt textiel en meubilair (maximaal 2 punten)

Criterium 58.

Compostering (maximaal 2 punten)

Criterium 59.

Behandeling van afvalwater (maximaal 3 punten)

Overige criteria

Criterium 60.

Rookverbod in kamers (1 punt)

Criterium 61.

Sociaal beleid (maximaal 2 punten)

Criterium 62.

Onderhoudsvoertuigen (1 punt)

Criterium 63.

Milieuvriendelijke vervoermiddelen (maximaal 2,5 punten)

Criterium 64.

Onverharde oppervlakken (1 punt)

Criterium 65.

Lokale en biologische producten (maximaal 4 punten)

Criterium 66.

Vermijden van bestrijdingsmiddelengebruik (2 punten)

Criterium 67.

Aanvullende ecologische en sociale maatregelen (maximaal 3 punten)

BEOORDELING EN VERIFICATIE

De specifieke eisen inzake beoordeling en verificatie worden onder de verschillende criteria in de afdelingen A en B vermeld.

Wanneer de aanvrager verplicht is verklaringen, documentatie, analysen, testverslagen of andere bewijsstukken in te dienen waaruit blijkt dat aan de criteria wordt voldaan, mogen deze bescheiden afkomstig zijn van de aanvrager en/of diens leverancier.

De bevoegde instanties erkennen bij voorkeur verklaringen die zijn afgegeven door instanties die volgens de toepasselijke geharmoniseerde norm voor test- en kalibratielaboratoria zijn geaccrediteerd, en verificaties door instanties die zijn geaccrediteerd volgens de toepasselijke geharmoniseerde norm voor instellingen die producten, processen en diensten certificeren. De accreditatie moet worden verricht overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1).

Gegevens uit in het kader van het milieubeheer-en milieuauditsysteem (2) (EMAS) van de Unie afgegeven milieuverklaringen worden erkend als zijnde gelijkwaardig aan de in de vorige alinea bedoelde verklaringen.

Eventueel mogen andere testmethoden worden gebruikt dan die voor elk criterium worden vermeld, indien deze door de bevoegde instantie die de aanvraag beoordeelt, als gelijkwaardig worden geaccepteerd.

In voorkomend geval mogen de bevoegde instanties om ondersteunende documentatie vragen en onafhankelijke verificaties uitvoeren.

De bevoegde instanties moeten een eerste bezoek ter plaatse uitvoeren vóór de toekenning van de EU-milieukeur en voeren mogelijk op gezette tijden bezoeken ter plaatse uit tijdens de tijdens de geldigheidsduur ervan.

Als eerste voorwaarde moeten de aangeboden faciliteiten en diensten voldoen aan alle respectieve wettelijke vereisten van het land (de landen) waar de toeristische accommodatie zich bevindt. In het bijzonder moet het volgende worden gewaarborgd:

1.

De bouwwerken voldoen aan de lokale, nationale en Europese wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot energie-efficiëntie en isolatie, waterbronnen, waterzuivering en afvalwaterafvoer (met inbegrip van chemische toiletten), afvalinzameling en -verwijdering, onderhoud en servicewerkzaamheden aan apparatuur, alsook aan de toepasselijke veiligheids- en gezondheidsvoorschriften en de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot het behoud van het landschap en de biodiversiteit.

2.

De onderneming is operationeel en geregistreerd overeenkomstig de vereisten van de nationale en/of lokale wetgeving, en het personeel is legaal in dienst en verzekerd. Hiertoe moeten personeelsleden beschikken over een schriftelijke arbeidsovereenkomst die aan de nationale wetgeving voldoet, en ten minste het bij collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegde nationale of regionale minimumloon (of, bij ontstentenis van een collectieve arbeidsovereenkomst, ten minste het nationale of regionale minimumloon) ontvangen en de werktijden moeten in overeenstemming zijn met de nationale wetgeving.

De aanvrager moet verklaren dat de faciliteiten en/of diensten aan die vereisten voldoen en dit, onverminderd het nationale recht inzake gegevensbescherming, aantonen aan de hand van een onafhankelijke controle of bewijsstukken (zoals een bouwvergunning, verklaringen van vakbekwame technici waarin wordt toegelicht op welke wijze aan de nationale wetgeving en lokale voorschriften met betrekking tot de hierboven genoemde aspecten van gebouwen is voldaan, een kopie van het schriftelijk geformuleerde sociale beleid, afschriften van overeenkomsten, bewijzen van inschrijving van de werknemers in het nationale verzekeringsstelsel, officiële documentatie/een lijst waarin de namen van de werknemers en het aantal werknemers zijn aangegeven door de lokale arbeidsinspectie of het lokale arbeidsbureau); bovendien kunnen tijdens controlebezoeken ter plaatse vraaggesprekken met willekeurige werknemers worden gevoerd.

DEEL A

CRITERIA BEDOELD IN ARTIKEL 3, ONDER a)

ALGEMEEN BEHEER

Criterium 1.   Basis van het milieubeheersysteem

De beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie moet de basis voor een milieubeheersysteem leggen door de volgende procedures toe te passen:

uitwerken van een milieubeleid waarin de belangrijkste milieuaspecten met betrekking tot energie, water en afval worden vermeld die relevant zijn voor de accommodatie;

opstellen van een nauwkeurig geformuleerd actieprogramma dat streefdoelen omvat voor de milieuprestaties in verband met de vermelde milieuaspecten; dit actieprogramma moet ten minste om de twee jaar worden herzien, rekening houdend met de eisen van dit besluit betreffende de EU-milieukeur.

Indien de vermelde milieuaspecten niet onder deze EU-milieukeur vallen, moeten de streefdoelen bij voorkeur worden gebaseerd op de milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties die zijn omschreven in het referentiedocument betreffende de beste milieubeheerpraktijk voor de toeristische sector (3) (EMAS);

uitvoeren van een interne evaluatie waarbij de prestaties van de organisatie met betrekking tot de in het actieprogramma omschreven streefdoelen ten minste jaarlijks worden gecontroleerd en indien nodig correcties worden aangebracht.

Gasten en personeel moeten informatie over de in de vorige alinea bedoelde procedures kunnen raadplegen.

Op- en aanmerkingen van gasten die door middel van de onder criterium 3 bedoelde vragenlijst worden meegedeeld, moeten indien nodig in het kader van de interne evaluatie en het actieprogramma worden geëvalueerd.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, die vergezeld gaat van:

een kopie van het schriftelijk geformuleerde milieubeleid,

het actieprogramma, en

het evaluatierapport, dat binnen de 2 jaar na indiening aan de bevoegde instantie moet worden verstrekt en dat om de twee jaar geüpdatet moet worden.

Aanvragers die geregistreerd zijn in het kader van EMAS of ISO 14001 worden geacht aan dit criterium te voldoen. In dit geval moet het ISO 14001-certificaat of de EMAS-registratie ter staving worden verstrekt. In geval van een certificering volgens ISO 14001 moet de aanvraag vergezeld gaan van een rapport waarin de prestaties met betrekking tot de in het actieprogramma omschreven streefdoelen zijn samengevat.

Criterium 2.   Opleiding van personeel

a)

De beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie moet zijn personeel (met inbegrip van uitzendkrachten) van informatie voorzien en opleiden, onder meer aan de hand van schriftelijk vastgelegde procedures of handleidingen, om de toepassing van de milieumaatregelen te waarborgen en om bij het personeel bewustzijn te kweken voor milieuvriendelijk gedrag, in overeenstemming met de van toepassing zijnde verplichte en optionele criteria van deze EU-milieukeur. De opleiding van het personeel moet onder meer de volgende aspecten omvatten:

i)

het milieubeleid en het actieplan van de toeristische accommodatie en kennis over de EU-milieukeur voor toeristische accommodatie;

ii)

energiebesparende maatregelen in verband met verlichting, airconditioning en verwarmingssystemen wanneer het personeel een ruimte verlaat of bij geopende ramen;

iii)

waterbesparende maatregelen met betrekking tot de controle op lekkage, bewatering, de frequentie waarmee lakens en handdoeken worden gewisseld en de terugspoelprocedure voor zwembaden;

iv)

maatregelen ter beperking van het gebruik van chemicaliën voor schoonmakendoeleinden, vaatwasmachines, ontsmetting, reiniging van wasgoed en van andere bijzondere reinigingsmiddelen (bijvoorbeeld voor het terugspoelen van zwembadfilters), die alleen mogen worden gebruikt wanneer dit noodzakelijk is; en, wanneer informatie over de dosering beschikbaar is, de verbruiksgrenzen voor de genoemde producten moeten overeenkomen met wat op de verpakking wordt aangegeven of door de producent wordt aanbevolen;

v)

maatregelen voor afvalvermindering en -scheiding met betrekking tot wegwerpartikelen en verwijderingscategorieën;

vi)

milieuvriendelijke vervoermiddelen voor personeel;

vii)

de relevante informatie die overeenkomstig criterium 3 door personeelsleden aan gasten moet worden verstrekt.

b)

Nieuwe personeelsleden moeten binnen vier weken na aanstelling een passende opleiding krijgen en de kennis over de voornoemde aspecten moet voor alle andere personeelsleden ten minste eenmaal per jaar worden opgefrist.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met bijzonderheden over het opleidingsprogramma, de inhoud ervan en een vermelding van welke medewerkers welke opleiding hebben gekregen en de data waarop deze opleidingen hebben plaatsgevonden. De data en de aard van de personeelsopleiding moeten worden geregistreerd als bewijs dat een opfrissing van de opleiding heeft plaatsgevonden.

Criterium 3.   Informeren van gasten

a)

De beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie moet ook informatie aan de gasten verstrekken om de toepassing van de milieumaatregelen te waarborgen en om bij zijn gasten bewustzijn te kweken voor milieuvriendelijk gedrag, in overeenstemming met de van toepassing zijnde verplichte en optionele criteria van deze EU-milieukeur. Deze informatie moet actief mondeling of schriftelijk aan de gasten verstrekt worden aan de receptie of in de ruimte waarin zij verblijven, en omvat met name de volgende aspecten:

i)

het milieubeleid van de toeristische accommodatie en informatie over de EU-milieukeur voor toeristische accommodatie;

ii)

energiebesparende maatregelen in verband met verlichting, airconditioning en verwarmingssystemen wanneer de gasten een ruimte verlaten of bij geopende ramen;

iii)

waterbesparende maatregelen met betrekking tot de controle op lekkage en de frequentie waarmee lakens en handdoeken worden gewisseld;

iv)

maatregelen voor afvalvermindering en -scheiding met betrekking tot wegwerpartikelen en verwijderingscategorieën en voorwerpen die niet met afvalwater mogen worden doorgespoeld. Bovendien moet in de ontbijt- en eetzalen een poster of ander informatiemateriaal worden getoond met adviezen over beperking van voedselafval;

v)

milieuvriendelijke vervoermiddelen voor gasten;

vi)

de beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie moet gasten informatie verstrekken over de lokale toeristische attracties, lokale gidsen, restaurants, markten en ambachtelijke centra.

b)

De gasten moeten via internet of ter plekke een vragenlijst krijgen waarin gevraagd wordt naar hun mening over de algemene milieuaspecten van de toeristische accommodatie als bedoeld in punt a), en naar hun algehele tevredenheid met de aldaar aangeboden faciliteiten en diensten. Er moet een duidelijke procedure worden ingesteld voor het registreren van de door klanten ingediende opmerkingen, klachten en gegeven antwoorden en de genomen corrigerende maatregelen.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met exemplaren van het beschikbare informatiemateriaal voor gasten. De aanvrager moet aangeven welke procedures worden toegepast voor de distributie en het verzamelen van gegevens en de vragenlijst en op welke wijze rekening wordt gehouden met op- en aanmerkingen.

Criterium 4.   Algemeen onderhoud

Ten minste eenmaal per jaar moet preventief onderhoud van toestellen en apparaten worden uitgevoerd, of zo nodig vaker indien dat volgens de wet of de relevante instructies van de fabrikant vereist is. Het onderhoud moet de controle op mogelijke lekkage en de goede werking van ten minste energieapparatuur (zoals verwarmings-, ventilatie- en airconditioningapparatuur (HVAC-apparatuur), koelsystemen enz.) en waterinstallaties (zoals sanitaire installaties, bewateringssystemen enz.) op de locatie van de accommodatie omvatten.

Toestellen die gebruikmaken van koelmiddelen die vallen onder Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4), moeten als volgt worden geïnspecteerd en onderhouden:

a)

bij apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevat in hoeveelheden van 5 ton CO2-equivalent of meer, doch minder dan 50 ton CO2-equivalent, ten minste om de twaalf maanden of, wanneer een lekkagedetectiesysteem is geïnstalleerd, ten minste om de 24 maanden;

b)

bij apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevat in hoeveelheden van 50 ton CO2-equivalent of meer, doch minder dan 500 ton CO2-equivalent, ten minste om de zes maanden of, wanneer een lekkagedetectiesysteem is geïnstalleerd, ten minste om de twaalf maanden;

c)

bij apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevat in hoeveelheden van 500 ton CO2-equivalent of meer, ten minste om de drie maanden of, wanneer een lekkagedetectiesysteem is geïnstalleerd, ten minste om de zes maanden.

Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden geregistreerd in een specifiek onderhoudsregister, met vermelding, bij benadering, van de uit het watervoorzieningssysteem weggelekte hoeveelheden water.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit verstrekken, tezamen met een korte beschrijving van het onderhoudsprogramma, nadere bijzonderheden over de personen of ondernemingen die het onderhoud uitvoeren, en het onderhoudsregister.

Criterium 5.   Monitoren van energie- en waterverbruik

De beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie moet over procedures beschikken voor het verzamelen en bijhouden, op maandelijkse of ten minste jaarlijkse basis, van gegevens over ten minste de volgende aspecten:

a)

het specifieke energieverbruik (kWh per gast per overnachting en/of kWh per m2 (binnenruimte) per jaar);

b)

de hoeveelheid ter plekke opgewekte duurzame energie, als percentage van het eindverbruik;

c)

het waterverbruik per gast per overnachting (in liters), met inbegrip van het voor bewatering gebruikte water (indien van toepassing) en alle andere activiteiten in verband met het watergebruik;

d)

de afvalproductie per gast per overnachting (in kg). Voedselafval moet afzonderlijk worden gemonitord (5);

e)

het verbruik van chemische producten voor schoonmaakdoeleinden, vaatwasmachines, reiniging van wasgoed, ontsmetting alsmede andere bijzondere reinigingsproducten (bijvoorbeeld voor het terugspoelen van zwembadfilters) (in kg of liters per gast per overnachting), met vermelding of het om gebruiksklare of onverdunde producten gaat;

f)

percentage toegepaste producten met een keurmerk van ISO-type I die onder de optionele criteria van dit besluit inzake de EU-milieukeur vallen.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met een beschrijving van de procedures voor het verzamelen en bijhouden van de gegevens. De beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie moet, tezamen met het verslag van de interne evaluatie bedoeld onder criterium 1, een kort samenvattend verslag opstellen van de verzamelde gegevens voor de hierboven vermelde verbruiksparameters, dat binnen twee jaar na de aanvraag en vervolgens om de twee jaar aan de bevoegde instantie ter beschikking moet worden gesteld.

ENERGIE

Criterium 6.   Energie-efficiënte ruimte- en waterverwarmingstoestellen

a)

Voorzieningen voor ruimteverwarming op basis van water die gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur worden geïnstalleerd, moeten:

i)

hoogrenderende warmtekrachtkoppelingseenheden zijn als omschreven in Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad (6), of

ii)

een seizoensgebonden energie-efficiëntie hebben en/of voldoen aan de emissiegrenswaarden voor broeikasgassen zoals vermeld in de volgende tabellen, berekend als aangegeven in Besluit 2014/314/EU van de Commissie (7):

Type ruimteverwarmingstoestel op basis van water

Efficiëntie-indicator

Alle ruimteverwarmingstoestellen, met uitzondering van verwarmingstoestellen met een met vaste biomassa gestookte ketel en verwarmingstoestellen met een warmtepomp

Minimale seizoensgebonden energie-efficiëntie van ruimteverwarming

s) ≥ 98 %

Verwarmingstoestellen met een met vaste biomassa gestookte ketel

Minimale seizoensgebonden energie-efficiëntie van ruimteverwarming

s) ≥ 79 %

Verwarmingstoestellen met een warmtepomp (er zijn twee opties voor warmtepompen die gebruikmaken van koelmiddelen met een GWP ≤ 2 000 ; optie 2 is verplicht voor warmtepompen die gebruikmaken van koelmiddelen met een GWP ≤ 2 000 )

Optie 1 — Minimale seizoensgebonden energie-efficiëntie van ruimteverwarming/GWP-waarden van koelmiddelen

ηs ≥ 107 %/[0-500]

ηs ≥ 110 %/(500-1 000 ]

ηs ≥ 120 %/(1 000 -2 000 ]

ηs ≥ 130 %/> 2 000

Optie 2 — Grenswaarden voor emissies van broeikasgassen

150 g CO2-equivalent/kWh warmteafgifte

b)

Toestellen voor lokale ruimteverwarming die gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur worden geïnstalleerd, moeten aan de minimale seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming voldoen die is vastgesteld in Verordening (EU) 2015/1185 van de Commissie (8) of in Verordening (EU) 2015/1188 van de Commissie (9).

c)

Waterverwarmingstoestellen die gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur worden geïnstalleerd, moeten ten minste over de volgende relevante energie-efficiëntie-indicatoren beschikken:

Type waterverwarmingstoestel

Energie-efficiëntieindicator

Alle waterverwarmingstoestellen met een opgegeven capaciteitsprofiel ≤ S

Energie-efficiëntieklasse A (b)

Alle andere elektrische waterverwarmingstoestellen, met uitzondering van waterverwarmingstoestellen met warmtepomp, met een opgegeven capaciteitsprofiel > S en ≤ XXL

Energie-efficiëntieklasse A (b)

Waterverwarmingstoestellen met een opgegeven capaciteitsprofiel > S en ≤ XXL

Energie-efficiëntieklasse A+ (b)

Alle waterverwarmingstoestellen met een opgegeven capaciteitsprofiel > XXL (3XL en 4XL)

Energie-efficiëntieklasse voor waterverwarming ≥ 131 % (c)

d)

Bestaande warmtekrachtkoppelingseenheden die na 4 december 2012 zijn geïnstalleerd, moeten voldoen aan de definitie van hoog rendement in bijlage III bij Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (10) of bijlage II bij Richtlijn 2012/27/EU.

e)

Bestaande olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels zoals gedefinieerd in Richtlijn 92/42/EEG (11) moeten voldoen aan rendementsnormen die ten minste gelijkwaardig zijn aan drie sterren, als bedoeld in die richtlijn. Het rendement van ketels die niet onder Richtlijn 92/42/EEG vallen, moet in overeenstemming zijn met de instructies van de fabrikant en met de toepasselijke nationale en lokale wetgeving inzake rendement; voor dergelijke bestaande ketels (met uitzondering van met biomassa gestookte ketels) mag het rendement echter niet lager zijn dan 88 %.

Beoordeling en verificatie

Voor de eisen onder a), b) en c) moet de milieukeurhouder de bevoegde instantie in kennis stellen van de installatie van nieuwe toestellen als hierboven bedoeld gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur en legt hij door de fabrikant of door de met de installatie, de verkoop of het onderhoud van de ruimte- en waterverwarmingstoestellen belaste vakbekwame technici opgestelde technische specificaties over waaruit blijkt hoe de vereiste efficiëntie wordt bereikt. Verwarmingsproducten op basis van water waaraan de EU-milieukeur is toegekend, worden geacht aan de onder a), ii), bedoelde eis te voldoen. Producten die een ander keurmerk van ISO-type I hebben en die voldoen aan een van de eisen bedoeld in de punten a) tot en met e), worden geacht aan het respectieve punt van dit criterium te voldoen. Wanneer verwarmingstoestellen op basis van water waaraan de EU-milieukeur is toegekend, worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de EU-milieukeur werd toegekend overeenkomstig Besluit 2014/314/EU. Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken, met vermelding van de voor het ISO-type-I-keurmerk geldende vereisten als vermeld in de punten a) tot en met e). Voor de eisen onder d) en e) moet de aanvrager door de fabrikant of door de met de installatie, de verkoop of het onderhoud van de ruimte- en waterverwarmingstoestellen belaste vakbekwame technici opgestelde technische specificaties verstrekken waaruit blijkt hoe de vereiste efficiëntie wordt bereikt.

Criterium 7.   Energie-efficiënte airconditioning en luchtwarmtepompen

Huishoudelijke airconditioners en luchtwarmtepompen die gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur worden geïnstalleerd, zijn ten minste van de volgende toepasselijke energieklassen, als gedefinieerd in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 626/2011 van de Commissie (12):

Type

Energie-efficiëntieklasse (koeling/verwarming)

Monosplit < 3kW

A+++/A+++

Monosplit 3-4 kW

A+++/A+++

Monosplit 4-5 kW

A+++/A++

Monosplit 5-6 kW

A+++/A+++

Monosplit 6-7 kW

A++/A+

Monosplit 7-8 kW

A++/A+

Monosplit > 8kW

A++/A++

Multi-split

A++/A+

Opmerking: Dit criterium is van toepassing op het elektriciteitsnet aangesloten airconditioners en luchtwarmtepompen met een nominale capaciteit van ≤ 12 kW voor koeling, of voor verwarming indien het product geen koelfunctie heeft. Dit criterium is niet van toepassing op toestellen die gebruikmaken van niet-elektrische energiebronnen, en toestellen waarvan het condensorgedeelte of het verdampergedeelte, of beide, geen gebruikmaken van lucht als medium voor hitteoverdracht.

Beoordeling en verificatie

De houder moet de bevoegde instantie in kennis stellen van de installatie van nieuwe toestellen als hierboven bedoeld gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur en moet door de fabrikant of door de met de installatie, de verkoop of het onderhoud van het airconditioningsysteem belaste vakbekwame technici opgestelde technische specificaties verstrekken waaruit blijkt hoe de vereiste efficiëntie wordt bereikt.

Criterium 8.   Energie-efficiënte verlichting

a)

Op de datum van toekenning van de EU-milieukeur:

i)

is ten minste 40 % van alle verlichting op de toeristische accommodatie ten minste van klasse A als bepaald overeenkomstig bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012 van de Commissie (13);

ii)

is ten minste 50 % van de verlichting op plaatsen waar de lampen dagelijks doorgaans vijf uur of langer branden, ten minste van klasse A als bepaald overeenkomstig bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012.

b)

Binnen twee jaar te rekenen vanaf de datum van toekenning van de EU-milieukeur:

i)

is ten minste 80 % van alle verlichting op de toeristische accommodatie ten minste van klasse A als bepaald overeenkomstig bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012;

ii)

is 100 % van de verlichting op plaatsen waar de lampen dagelijks doorgaans vijf uur of langer branden, ten minste van klasse A als bepaald overeenkomstig bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012.

Opmerking: De percentages zijn vastgesteld met betrekking tot alle verlichtingsarmaturen die geschikt zijn voor gebruik van energiebesparende verlichting. De hierboven vermelde streefdoelen gelden niet voor verlichtingselementen die op grond van hun fysieke eigenschappen niet geschikt zijn voor het gebruik van energiebesparende verlichting.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet de bevoegde instantie schriftelijke verslagen verstrekken met opgave van het totale aantal verlichtingselementen en -armaturen die voor het gebruik van energiebesparende verlichting geschikt zijn, van het aantal uren dat zij branden, en van het aantal verlichtingselementen en -armaturen waarin energiebesparende verlichting worden gebruikt die ten minste van klasse A zijn, als bepaald overeenkomstig bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012. De verslagen moeten ook de toelichting bevatten waarom het niet mogelijk is om bepaalde verlichtingselementen of -armaturen te vervangen die op grond van hun fysieke eigenschappen niet geschikt zijn voor het gebruik van energiebesparende verlichting. Er moeten twee verslagen worden ingediend: een eerste verslag op de datum van aanvraag en een tweede binnen een termijn van twee jaar te rekenen vanaf de datum van toekenning van de EU-milieukeur.

Onder meer in de volgende gevallen kunnen de fysieke eigenschappen het gebruik van energiebesparende verlichting in de weg staan: decoratieve verlichting waarvoor gespecialiseerde lampen en verlichtingsarmaturen vereist zijn; dimbare verlichting; toepassingen waarvoor geen spaarlampen beschikbaar zijn. In dergelijke gevallen moet worden aangetoond waarom geen energiebesparende lampen en verlichtingsarmaturen kunnen worden gebruikt. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld foto's van de verlichtingsinstallaties worden overgelegd.

Criterium 9.   Temperatuurregelingssystemen

De temperatuur moet in alle gemeenschappelijke ruimten (zoals restaurants, loungeruimten en conferentiezalen) afzonderlijk worden geregeld binnen het volgende temperatuurbereik:

i)

De temperatuur in gemeenschappelijke ruimten wordt gedurende de zomer in de koelmodus ingesteld op of boven 22 °C (± 2 °C op verzoek van klanten).

ii)

De temperatuur in gemeenschappelijke ruimten wordt gedurende de winter in de verwarmingsmodus ingesteld op of beneden 22 °C (± 2 °C op verzoek van klanten).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met documentatie over de gebruikte temperatuurregelingssystemen of de procedures die worden gevolgd om de temperatuur binnen het aangegeven bereik te houden.

Criterium 10.   Automatisch uitschakelen van HVAC-installaties en verlichting

a)

HVAC-systemen en -toestellen die gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur worden geïnstalleerd, moeten automatisch worden uitgeschakeld wanneer de ramen worden geopend of de gasten de ruimte verlaten.

b)

Bij nieuwbouw en/of renovatie van alle verhuurde onderkomens en kamers gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur moeten geautomatiseerde systemen (zoals sensoren, gecentraliseerde sleutelfuncties/kaart enz.) worden geïnstalleerd die de verlichting uitschakelen wanneer gasten de ruimte verlaten.

Opmerking: Kleine accommodaties (maximaal vijf kamers) zijn vrijgesteld van deze eis.

Beoordeling en verificatie

De houder stelt de bevoegde instantie in kennis van de installatie van nieuwe systemen voor de automatische uitschakeling van HVAC- en verlichtingssystemen of -apparatuur gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur en legt technische specificaties over die door de met de installatie of het onderhoud van deze systemen of apparaten belaste vakbekwame technici zijn opgesteld.

Criterium 11.   Buitenverwarming en airconditioning

In de buitenruimten van de toeristische accommodatie mag geen verwarming of airconditioning worden gebruikt.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken. Tijdens het bezoek ter plaatse moet worden gecontroleerd of aan dit criterium wordt voldaan.

Criterium 12.   Levering van elektriciteit door een leverancier die hernieuwbare elektriciteit levert

a)

Indien er op de plaats waar de accommodatie is gevestigd, één tot vier leveranciers zijn die groene tarieven aanbieden met een aandeel van hernieuwbare energie van 50 % of die afzonderlijke certificaten van oorsprong vertrekken:

moet ten minste 50 % van de in de toeristische accommodatie gebruikte elektriciteit afkomstig zijn uit hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad (14). Om dit doel te verwezenlijken:

moet de beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie bij voorkeur een afzonderlijk elektriciteitscontract afsluiten dat voorziet in een aandeel van energie uit hernieuwbare energiebronnen van ten minste 50 %. Aan deze eis is voldaan ingeval de algemene brandstofmix van de leverancier volgens diens informatie ten minste 50 % elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen omvat, of ingeval de in het kader van het contract geleverde productmix volgens de informatie van de leverancier ten minste 50 % elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen omvat;

of

kan het minimumaandeel van 50 % hernieuwbare energie ook worden verkregen door de niet-gebundelde aankoop van garanties van oorsprong zoals gedefinieerd in artikel 2, onder j), van Richtlijn 2009/28/EG, die in overeenstemming met de beginselen en voorschriften van het Europese stelsel van energiecertificaten (European Energy Certificate System — EECS) worden verhandeld. In dit geval moet aan volgende voorwaarden zijn voldaan:

i)

de nationale regelgeving van het land van uitvoer voorziet evenals die van het land van invoer in domeinprotocollen die door de Association of Issuing Bodies (AIB) worden erkend overeenkomstig de beginselen en voorschriften van het EESC, teneinde dubbeltelling te voorkomen wanneer de afnemer voor de niet-gebundelde aankoop van garanties van oorsprong kiest;

ii)

de bij een niet-gebundelde aankoop verworven garanties van oorsprong komen qua aantal overeen met het elektriciteitsverbruik van de aanvrager gedurende dezelfde periode.

b)

Indien er op de locatie van de toeristische accommodatie ten minste vijf verschillende leveranciers zijn die tarieven aanbieden met een aandeel hernieuwbare energie van 100 %, moet de beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie zijn elektriciteit voor 100 % uit hernieuwbare bronnen betrekken in het kader van een afzonderlijk contract voor de levering van groene stroom. Aan deze eis wordt voldaan indien de algehele brandstofmix die door de leverancier wordt aangeboden, volgens diens informatie 100 % elektriciteit uit hernieuwbare bronnen omvat, of indien de brandstofmix van het aangekochte tarief volgens de verstrekte informatie 100 % elektriciteit uit hernieuwbare bronnen omvat.

Opmerking: Toeristische accommodaties die niet onder a) of b) vallen, worden vrijgesteld. Uitsluitend leveranciers die het door de toeristische accommodatie gevraagde vermogen en voltage aanbieden, worden meegerekend in het minimumaantal leveranciers als bedoeld in de gevallen a) en b).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van (of het contract dan wel de contracten met) de elektriciteitsleverancier of de verstrekker van de garanties van oorsprong verstrekken waaruit blijkt om welke hernieuwbare energiebron(nen) het gaat, en welk percentage van de geleverde elektriciteit afkomstig is uit een hernieuwbare bron, alsmede een lijst van leveranciers die op de locatie van de toeristische accommodatie groene stroom aanbieden. Aanvragers die voor de niet-gebundelde aankoop van garanties van oorsprong kiezen als bedoeld onder a), moeten bovendien verklaringen van de verstrekker van de garanties van oorsprong indienen waaruit blijkt dat aan de hierboven onder a) vermelde voorwaarden is voldaan.

Wanneer op de locatie van de toeristische accommodatie geen elektriciteitstarieven of garanties van oorsprong als hierboven beschreven worden aangeboden, moet de aanvrager bewijsstukken verstrekken waaruit blijkt dat hij geen toegang heeft tot groene stroomtarieven of niet-gebundelde garanties van oorsprong.

Overeenkomstig artikel 2, onder a), van Richtlijn 2009/28/EG wordt onder „energie uit hernieuwbare bronnen” verstaan energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, namelijk wind, zon, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolwaterzuiveringsinstallaties en biogassen.

Criterium 13.   Kolen en stookolie

Stookolie met een zwavelgehalte van meer dan 0,1 % en steenkool mogen niet als energiebron worden gebruikt.

Opmerking: Dit criterium is alleen van toepassing op toeristische accommodaties met een onafhankelijk verwarmingssysteem.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, waarin wordt aangegeven van welke energiebronnen gebruik wordt gemaakt. Tijdens het bezoek ter plaatse moet worden gecontroleerd of aan dit criterium wordt voldaan.

WATER

Criterium 14.   Efficiënte waterinstallaties: badkamerkranen en douches

Onverminderd de lokale of nationale regelgeving inzake het debiet van badkamerkranen en douches, mag het gemiddelde debiet van badkamerkranen en douches niet hoger zijn dan 8,5 liter/minuut.

Opmerking: Badkranen, regendouches en massagedouches zijn van deze eis vrijgesteld.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium en desbetreffende documentatie verstrekken, tezamen met een toelichting waaruit blijkt op welke wijze de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet (bijvoorbeeld door het gebruik van een debietmeter of door meting met behulp van een kleine emmer en een stopwatch). Sanitaire kranen met een EU-milieukeur en producten met een ander keurmerk van ISO-type I die aan de voornoemde eisen voldoen, worden geacht tevens aan dit criterium te voldoen. Wanneer sanitaire kranen met een EU-milieukeur worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of van het keurmerk op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de EU-milieukeur werd toegekend overeenkomstig Besluit 2013/250/EU van de Commissie (15). Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken, met vermelding van de voor het ISO-type-I-keurmerk geldende eisen die vergelijkbaar zijn met de hierboven vermelde eisen.

Criterium 15.   Efficiënte waterinstallaties: toiletten en urinoirs

Onverminderd de lokale of nationale regelgeving inzake het doorspoelen van toiletten en urinoirs:

a)

is voortdurende doorspoeling van urinoirs in de accommodatie niet toegestaan;

b)

mag voor het doorspoelen van toiletten die gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur zijn geïnstalleerd, per spoeling niet meer dan 4,5 l worden gebruikt.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie. Voor de eis onder b) moet de milieukeurhouder de bevoegde instantie in kennis stellen van de installatie van nieuwe toiletten gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur en passende ondersteunende documentatie verstrekken. Spoeltoiletten en urinoirs met een EU-milieukeur en toiletten en urinoirs met een ander keurmerk van ISO-type I die aan de voornoemde eisen voldoen, worden geacht tevens aan dit criterium te voldoen. Wanneer toiletten en urinoirs met een EU-milieukeur worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of een kopie van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de EU-milieukeur werd toegekend overeenkomstig Besluit 2013/641/EU van de Commissie (16). Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken, met vermelding van de voor het ISO-type-I-keurmerk geldende eisen die vergelijkbaar zijn met de hierboven vermelde eisen.

Criterium 16.   Vermindering van de hoeveelheid wasgoed door hergebruik van handdoeken en beddengoed

In de toeristische accommodatie moeten lakens en handdoeken in de regel worden verschoond en gewisseld met een frequentie die is vastgelegd in het milieu-actieprogramma, dat wil zeggen met een frequentie van minder dan eenmaal per dag, tenzij anders is bepaald bij de wet, bij nationale regelgeving of bij een door derden beheerde certificeringsregeling waarbij de toeristische accommodatie is aangesloten. Handdoeken en beddengoed mogen alleen op uitdrukkelijk verzoek van gasten vaker worden verschoond en gewisseld.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met relevante documentatie over de frequentie die is vastgesteld door de beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie of die is voorgeschreven bij een door derden beheerde certificeringsregeling, de wet of nationale regelgeving.

AFVAL EN AFVALWATER

Criterium 17.   Afvalpreventie: plan ter vermindering van voedselverspilling

Onverminderd de lokale of nationale regelgeving inzake het bereiden en serveren van voedsel geldt dat in de toeristische accommodatie:

a)

met het oog op de vermindering van verpakkingsafval bij het serveren van voedsel voor lang houdbare levensmiddelen (zoals koffie, suiker, cacao, met uitzondering van theezakjes) geen portieverpakkingen mogen worden gebruikt;

b)

met het oog op een evenwichtige vermindering van verpakkingsafval en voedselverspilling naar gelang van het seizoen, aan bederf onderhevige levensmiddelen (zoals yoghurt, jam, honing, koude vleeswaren en deegwaren) dusdanig moeten worden geserveerd dat verpakkingsafval en voedselverspilling zoveel mogelijk worden voorkomen. Hiertoe moet in de toeristische accommodatie een gedocumenteerde procedure worden gevolgd die aansluit op het actieprogramma (criterium 1) waarin wordt gespecificeerd hoe, al naar gelang van het aantal gasten, een zo goed mogelijk evenwicht tussen verpakkingsafval en voedselverspilling wordt bereikt.

Dit criterium geldt niet voor: winkels en automaten onder beheer van de toeristische accommodatie en portieverpakkingen suiker en koffie in kamers, op voorwaarde dat de desbetreffende producten fairtradeproducten en/of biologisch gecertificeerd zijn en dat gebruikte koffiecapsules in voorkomend geval voor recycling aan de producent worden geretourneerd.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken alsook een beschrijving van de gedocumenteerde procedure voor de vermindering van voedselverspilling en verpakkingsafval. Eventuele wetgeving waarbij het gebruik van producten in portieverpakkingen is voorgeschreven, moet eveneens worden vermeld. Indien van toepassing, moeten bewijsstukken worden verstrekt van de naleving van de voorwaarden voor een vrijstelling (bijvoorbeeld een terugnameverklaring van de producent van koffiecapsules of een biologisch keurmerk of fairtradekeurmerk). Tijdens het bezoek ter plaatse moet worden gecontroleerd of aan dit criterium wordt voldaan.

Aan bederf onderhevige levensmiddelen zijn levensmiddelen die bederven of vergaan, waarbij het doorgaans gaat om voedsel dat bijvoorbeeld nauwelijks is verwerkt of houdbaar is gemaakt en dat gekoeld moet worden bewaard om het proces van bederf en kwaliteitsverlies te vertragen (Codex Alimentarius).

Criterium 18.   Afvalpreventie: wegwerpartikelen

a)

Er mogen geen wegwerptoiletartikelen (douchemutsen, borstels, nagelvijltjes, shampoo, zeep enz.) ter beschikking worden gesteld aan gasten in kamers, tenzij gasten hierom verzoeken, of tenzij dit wettelijk verplicht is of wordt voorgeschreven bij een onafhankelijke kwaliteitsbeoordelings- of certificeringsregeling of het kwaliteitsbeleid van een hotelketen waarbij de toeristische accommodatie is aangesloten.

b)

Er mag geen wegwerptafelgerei (serviesgoed, bestek en waterkannen) ter beschikking worden gesteld aan gasten in kamers, restaurants en bars, tenzij de aanvrager een overeenkomst heeft gesloten met een recyclingbedrijf dat dergelijke artikelen verwerkt.

c)

In de kamers mogen er geen wegwerphanddoeken en -lakens (uitgezonderd steeklakens) worden gebruikt.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met relevante informatie waarin wordt uitgelegd hoe aan het criterium wordt voldaan. Eventuele wettelijke of onafhankelijke kwaliteitsbeoordelings- of certificeringsregelingen waarbij het gebruik van wegwerpartikelen is voorgeschreven, moet eveneens worden vermeld. Tijdens het bezoek ter plaatse moet worden gecontroleerd of aan dit criterium wordt voldaan.

Criterium 19.   Afvalscheiding en -inzameling voor recycling

a)

Onverminderd de lokale of nationale wetgeving inzake afvalscheiding moeten in de kamers en/of op elke verdieping en/of op een centraal punt van de toeristische accommodatie passende recipiënten voor afvalscheiding door de gasten ter beschikking worden gesteld.

b)

Afval moet in de toeristische accommodatie worden gescheiden in categorieën zoals voorgeschreven of aanbevolen door de beschikbare lokale afvalbeheerfaciliteiten, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan toiletartikelen en gevaarlijk afval zoals toners, inkt, koel- en elektrische apparatuur, batterijen, spaarlampen, farmaceutische producten, vetten en oliën.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met een beschrijving van de verschillende afvalcategorieën die door de lokale instanties worden aanvaard en/of met relevante overeenkomsten met recyclingbedrijven. Tijdens het bezoek ter plaatse wordt gecontroleerd of aan dit criterium wordt voldaan.

OVERIGE CRITERIA

Criterium 20.   Rookverbod in gemeenschappelijke ruimten en kamers

a)

In gemeenschappelijke binnenruimten is roken niet toegestaan.

b)

In ten minste 80 % van de kamers of verhuurde onderkomens (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) is roken niet toegestaan.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, vergezeld van bewijsstukken, zoals foto's van de verbodsborden in de toeristische accommodatie. De aanvrager moet aangeven hoeveel kamers er zijn en in welke hiervan roken niet is toegestaan.

Criterium 21.   Bevordering van milieuvriendelijke vervoermiddelen

Op de website van de accommodatie (indien beschikbaar) en ter plaatse moet aan gasten en personeelsleden informatie worden verstrekt over:

a)

milieuvriendelijke vervoermiddelen die beschikbaar zijn voor het bezichtigen van de stad of het dorp waar de toeristische accommodatie is gevestigd (openbaar vervoer, fietsen enz.);

b)

milieuvriendelijke vervoermiddelen die beschikbaar zijn voor het reizen van en naar de stad of het dorp waar de toeristische accommodatie is gevestigd (openbaar vervoer, fietsen enz.);

c)

indien beschikbaar, bijzondere aanbiedingen of regelingen met vervoerbedrijven waarvan gasten en personeelsleden van de toeristische accommodatie gebruik kunnen maken (zoals ophaaldiensten, collectief busvervoer voor personeel, elektrische auto's enz.).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met kopieën van het beschikbare informatiemateriaal (websites, brochures enz.).

Criterium 22.   Informatie op de EU milieukeur

Het optionele etiket met tekstvak moet de volgende tekst bevatten:

„Deze toeristische accommodatie neemt actief maatregelen om haar milieu-impact te beperken door:

het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen,

energie en water te besparen, en

afval te verminderen.”.

De richtsnoeren voor het gebruik van het optionele etiket met tekstvak zijn te vinden in de „Guidelines for use of the Ecolabel logo” op de website:

http://ec.europa.eu/environment/ecolabel/documents/logo_guidelines.pdf

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken en geeft aan op welke drager hij het logo wenst aan te brengen.

SECTIE B

CRITERIA BEDOELD IN ARTIKEL 3, ONDER b)

ALGEMEEN BEHEER

Criterium 23.   EMAS-registratie of ISO-certificering van de toeristische accommodatie (maximaal 5 punten)

De toeristische accommodatie moet zijn geregistreerd in het kader van het milieubeheer- en auditsysteem (EMAS) van de Unie (5 punten), zijn gecertificeerd volgens ISO 14001 (3 punten) of zijn gecertificeerd volgens ISO 50001 (2 punten).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet passend bewijs leveren van de EMAS-registratie of de ISO-certificering(en).

Criterium 24.   EMAS-registratie of ISO-certificering van leveranciers (maximaal 5 punten)

Ten minste twee van de belangrijkste leveranciers of dienstverleners van de toeristische accommodatie moeten lokale marktdeelnemers zijn en een EMAS-registratie (5 punten) hebben, of volgens ISO 14001 (2 punten) of volgens ISO 50001 (1,5 punt) zijn gecertificeerd.

Voor de toepassing van dit criterium wordt onder een lokale dienstverlener verstaan een dienstverlener die gevestigd is in een straal van 160 km rond de toeristische accommodatie.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet passend bewijs leveren van de EMAS-registratie of de ISO-certificering(en) van ten minste twee hoofdleveranciers.

Criterium 25.   Diensten met milieukeur (maximaal 4 punten)

Alle uitbestede wasserij- en/of schoonmaakdiensten worden verricht door een dienstverlener aan wie een keurmerk van ISO-type I is toegekend (2 punten per dienst, maximaal 4 punten).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet passend bewijs leveren van de ISO-type-I-certificering van de verstrekkers van wasserij- en/of schoonmaakdiensten.

Criterium 26.   Ecologische en sociale communicatie en educatie (maximaal 2 punten)

a)

De beheerder van de toeristische accommodatie moet de gasten via milieuvoorlichting en -educatie informeren over biodiversiteit, landschap en natuurbehoudmaatregelen ter plaatse (1 punt).

b)

In het activiteitenprogramma voor de gasten moet aandacht worden besteed aan milieueducatie (bv. boeken, animatie, evenementen) (1 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

Criterium 27.   Monitoren van energie- en waterverbruik: energie- en watermeters (maximaal 2 punten)

De toeristische accommodatie moet over energie- en watermeters beschikken, zodat gegevens over het verbruik van verschillende activiteiten en/of machines kunnen worden verzameld, bijvoorbeeld voor de volgende categorieën (1 punt voor elke categorie, tot maximaal 2 punten):

a)

ruimten,

b)

kampeerplaatsen,

c)

wasserijdiensten,

d)

keukendiensten,

e)

specifieke machines (zoals koelkasten en wasmachines).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met een plattegrond waarop de locatie van de meters is aangegeven.

ENERGIE

Criterium 28.   Energie-efficiënte ruimte- en waterverwarmingstoestellen (maximaal 3 punten)

De toeristische accommodatie moet ten minste beschikken over:

a)

een ruimteverwarmingstoestel op basis van water dat voldoet aan criterium 6, onder a) (1 punt);

b)

een toestel voor lokale ruimteverwarming van ten minste energie-efficiëntieklasse A als gedefinieerd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1186 van de Commissie (17) (1 punt);

c)

een waterverwarmingstoestel dat aan criterium 6, onder c), voldoet (1 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet door de fabrikant of door de met de installatie, de verkoop of het onderhoud van de ruimte- en waterverwarmingstoestellen belaste vakbekwame technici opgestelde technische specificaties verstrekken waaruit blijkt hoe de vereiste efficiëntie overeenkomstig criterium 6, onder a), b) en c), wordt bereikt. Verwarmingstoestellen op basis van water met een EU-milieukeur worden geacht te voldoen aan de eisen van criterium 6, onder a), ii). Producten met een ander keurmerk van ISO-type I die aan één of meer van de eisen van criterium 6, onder a), b) en c), voldoen, worden geacht aan dit criterium te voldoen. Wanneer verwarmingstoestellen op basis van water waaraan de EU-milieukeur is toegekend, worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of een kopie van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de EU-milieukeur werd toegekend overeenkomstig Besluit 2014/314/EU. Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken en de voor het ISO-type-I-keurmerk geldende eisen aangeven als vermeld in de punten a), b) en c).

Criterium 29.   Energie-efficiënte airconditioning en luchtwarmtepompen (maximaal 3,5 punten)

De toeristische accommodatie moet aan een van de onderstaande drempels voldoen:

a)

50 % van de airconditioners of de luchtwarmtepompen voor huishoudelijk gebruik (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) heeft een energie-efficiëntie die ten minste 15 % hoger is dan de in criterium 7 vastgestelde drempelwaarde (1,5 punt);

b)

50 % van de airconditioners of luchtwarmtepompen voor huishoudelijk gebruik (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) heeft een energie-efficiëntie die ten minste 30 % hoger is dan de in criterium 7 vastgestelde drempelwaarde (3,5 punten).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet door de fabrikant of door de met de installatie, de verkoop of het onderhoud van het airconditioningsysteem belaste vakbekwame technici opgestelde technische specificaties verstrekken waaruit blijkt hoe de vereiste efficiëntie wordt bereikt.

Criterium 30.   Luchtwarmtepompen met een verwarmingsvermogen van ten hoogste 100 kW (3 punten)

De toeristische accommodatie moet ten minste over een luchtwarmtepomp beschikken die voldoet aan criterium 7 (indien van toepassing, zie opmerking bij criterium 7) en waaraan de EU-milieukeur overeenkomstig Beschikking 2007/742/EG van de Commissie (18), of een ander milieukeur van ISO-type I is toegekend.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet door de fabrikant of door de met de installatie, de verkoop of het onderhoud van de luchtwarmtepomp belaste vakbekwame technici opgestelde technische specificaties verstrekken waaruit blijkt hoe de vereiste efficiëntie wordt bereikt (indien van toepassing). Wanneer warmtepompen met een EU-milieukeur worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of een kopie van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de EU-milieukeur werd toegekend overeenkomstig Beschikking 2007/742/EG. Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken.

Criterium 31.   Energie-efficiënte huishoudelijke apparaten en verlichting (maximaal 4 punten)

Toeristische accommodatie moet voor de volgende categorieën beschikken over energie-efficiënte apparaten (0,5 punt of 1 punt per categorie, maximaal 4 punten):

a)

huishoudelijke koelapparaten, waarvan ten minste 50 % (0,5 punt) of 90 % (1 punt) (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) van energie-efficiëntieklasse A++ of beter is als vastgelegd in bijlage IX bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1060/2010 van de Commissie (19);

b)

huishoudelijke elektrische ovens, waarvan ten minste 50 % (0,5 punt) of 90 % (1 punt) (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) van energie-efficiëntieklasse A++ of beter is als vastgelegd in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 65/2014 van de Commissie (20);

c)

huishoudelijke afwasmachines, waarvan ten minste 50 % (0,5 punt) of 90 % (1 punt) (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) van energie-efficiëntieklasse A++ of beter is als omschreven in bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1059/2010 van de Commissie (21);

d)

huishoudelijke wasmachines, waarvan ten minste 50 % (0,5 punt) of 90 % (1 punt) (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) van energie-efficiëntieklasse A++ of beter is als vastgelegd in bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1061/2010 van de Commissie (22);

e)

kantoorapparatuur, waarvan ten minste 50 % (0,5 punt) of 90 % (1 punt) (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) over een Energy Star-kwalificatie beschikt overeenkomstig Energy Star versie 6.1 voor computers in het kader van de in Besluit (EU) 2015/1402 van de Commissie (23) vervatte overeenkomst, dan wel overeenkomstig Energy Star versie 6.0 voor beeldschermen, overeenkomstig Energy Star versie 2.0 voor beeldverwerkingsapparatuur, overeenkomstig Energy Star versie 1.0 voor onderbrekingsvrije voedingen en/of overeenkomstig Energy Star versie 2.0 voor bedrijfsservers in het kader van de in Besluit 2014/202/EU (24) vervatte overeenkomst.

f)

huishoudelijke droogtrommels, waarvan ten minste 50 % (0,5 punt) of 90 % (1 punt) (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) van EU-energie-efficiëntieklasse A++ of beter is als vastgelegd in bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012 van de Commissie (25);

g)

huishoudelijke stofzuigers, waarvan ten minste 50 % (0,5 punt) of 90 % (1 punt) (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) van EU-energie-efficiëntieklasse A of beter is als vastgelegd in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 665/2013 van de Commissie (26);

h)

elektrische lampen en verlichtingsarmaturen, waarvan ten minste 50 % (0,5 punt) of 90 % (1 punt) (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) van energie-efficiëntieklasse A++ of beter is als vastgelegd in bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012.

Opmerking: Het criterium geldt niet voor toestellen en verlichting die niet onder de voor de respectieve categorieën vermelde verordeningen vallen (bijvoorbeeld industriële apparatuur).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet de nodige documentatie verstrekken waaruit de energieklasse (Energy Star-certificaat voor categorie e)) van alle toestellen van de respectieve categorieën blijkt.

Criterium 32.   Warmteterugwinning (maximaal 3 punten)

De toeristische accommodatie moet beschikken over een warmteterugwinningssysteem voor één (1,5 punt) of twee (3 punten) van de volgende categorieën: koelsystemen, ventilatoren, wasmachines, afwasmachines, zwembaden en sanitair afvalwater.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met documentatie over de gebruikte warmteterugwinningssystemen (zoals een kopie van het ontwerp van de toegepaste warmteterugwinningssystemen, een beschrijving door een technicus enz.).

Criterium 33.   Temperatuurregeling en raamisolatie (maximaal 4 punten)

a)

In elke gastenkamer moet de gast de temperatuur kunnen regelen. Het systeem moet een afzonderlijke temperatuurregeling mogelijk maken binnen het volgende bereik (2 punten):

i)

de kamertemperatuur wordt gedurende de zomer in de koelmodus ingesteld op of boven 22 °C;

ii)

de kamertemperatuur wordt gedurende de winter in de verwarmingsmodus ingesteld op of beneden 22 °C.

b)

90 % van de ramen in verwarmde en/of van airconditioning voorziene kamers en gemeenschappelijke ruimten moeten geïsoleerd worden met ten minste dubbele beglazing of gelijkwaardige voorzieningen (2 punten).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met documentatie over de gebruikte temperatuurregelingssystemen of de procedures die worden gevolgd om de temperatuur binnen het aangegeven bereik te houden, of met foto's van ramen. Indien raamisolatie wordt gebruikt die gelijkwaardig is aan dubbele beglazing, moet een desbetreffende verklaring van een deskundige worden verstrekt.

Criterium 34.   Automatisch uitschakelen van installaties/apparaten (maximaal 4,5 punten)

a)

In 90 % van de gastenkamers van de toeristische accommodatie (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) moeten HVAC-systemen automatisch worden uitgeschakeld wanneer de ramen worden geopend of de gasten de ruimte verlaten (1,5 punt).

b)

In 90 % van de gastenkamers van de toeristische accommodatie (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) moet de verlichting automatisch worden uitgeschakeld wanneer de gasten de ruimte verlaten (1,5 punt).

c)

90 % van de buitenverlichting (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) die niet nodig is om veiligheidsredenen, moet na een bepaalde tijd automatisch worden uitgeschakeld of door een bewegingssensor worden geactiveerd (1,5 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet technische specificaties verstrekken die door met de installatie of het onderhoud van deze installaties/apparaten belaste vakbekwame technici zijn opgesteld.

Criterium 35.   Stadsverwarming/-koeling en koeling uit warmtekrachtkoppeling (maximaal 4 punten)

a)

De verwarming en/of koeling van de toeristische accommodatie moet worden verzorgd via een efficiënt systeem voor stadsverwarming of -koeling. Voor de toekenning van de EU-milieukeur wordt daaronder verstaan een systeem voor stadsverwarming of -koeling dat ten minste 50 % hernieuwbare energie, 50 % afvalwarmte, 75 % warmte uit warmtekrachtkoppeling of 50 % uit een combinatie van dergelijke energie- en warmtebronnen gebruikt, zoals gedefinieerd in Richtlijn 2012/27/EU (2 punten).

b)

De voor de toeristische accommodatie benodigde koeling moet worden geleverd door een hoogrendabele warmtekrachtkoppelingseenheid als bedoeld in Richtlijn 2012/27/EU (2 punten).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met documentatie over het gebruikte systeem voor stadsverwarming en/of -koeling dat op warmtekrachtkoppeling is gebaseerd.

Criterium 36.   Elektrische handdrogers met bewegingssensor (1 punt)

Alle elektrische handdrogers moeten met een bewegingssensor zijn uitgerust of handdrogers met een keurmerk van ISO-type I zijn.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet passende ondersteunende documentatie verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet. Wanneer producten met een keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken.

Criterium 37.   Emissies van ruimteverwarmingstoestellen (1,5 punt)

Het gehalte aan stikstofoxide (NOx) in de uitlaatgassen van ruimteverwarmingstoestellen in de toeristische accommodatie, berekend overeenkomstig de hieronder genoemde verordeningen, mag de in de onderstaande tabel vermelde grenswaarden niet overschrijden:

a)

voor gasgestookte en met vloeibare brandstof gestookte ruimteverwarmingstoestellen op basis van water: Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie (27);

b)

voor met vaste brandstof gestookte ruimteverwarmingstoestellen op basis van water: Verordening (EU) 2015/1189 van de Commissie (28);

c)

voor gasgestookte en met vloeibare brandstof gestookte toestellen voor lokale ruimteverwarming: Verordening (EU) 2015/1188;

d)

voor met vaste brandstof gestookte toestellen voor lokale ruimteverwarming: Verordening (EU) 2015/1185.

Verwarmingstechnologie

Emissiegrenswaarde voor NOx

Gasgestookte verwarmingstoestellen

Voor verwarmingstoestellen op basis van water uitgerust met een interneverbrandingsmotor: 240 mg/kWh GCV energie-input

Voor toestellen voor lokale verwarming op basis van water uitgerust met een externeverbrandingsmotor (ketel): 56 mg/kWh GCV energie-input

Met vloeibare brandstoffen gestookte verwarmingstoestellen

Voor verwarmingstoestellen op basis van water uitgerust met een interneverbrandingsmotor: 420 mg/kWh GCV energie-input

Voor toestellen voor lokale verwarming op basis van water uitgerust met een externeverbrandingsmotor (ketel): 120 mg/kWh GCV energie-input

Met vaste brandstoffen gestookte verwarmingstoestellen

Ruimteverwarmingstoestellen op basis van water: 200 mg/Nm3 bij 10 % O2

Toestellen voor lokale ruimteverwarming: 200 mg/Nm3 bij 13 % O2

De emissies van zwevende deeltjes in de uitlaatgassen van ruimteverwarmingstoestellen in de toeristische accommodatie mogen de in Verordening (EU) 2015/1189 respectievelijk Verordening (EU) 2015/1185 vastgestelde grenswaarden niet overschrijden.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet door de fabrikant of door de met de installatie, de verkoop of het onderhoud van de ruimteverwarmingstoestellen belaste vakbekwame technici opgestelde technische specificaties verstrekken waaruit blijkt hoe de vereiste efficiëntie wordt bereikt. Verwarmingstoestellen op basis van water waaraan de EU-milieukeur is toegekend, worden geacht aan bovengenoemde eisen te voldoen. Producten met een ander keurmerk van ISO-type I die aan de voornoemde eisen voldoen, worden geacht aan dit criterium te voldoen. Wanneer verwarmingstoestellen op basis van water waaraan de EU-milieukeur is toegekend, worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de EU-milieukeur werd toegekend overeenkomstig Besluit 2014/314/EU. Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken en de voor het ISO-type-I-keurmerk geldende eisen aangeven die met de hierboven vermelde eisen overeenkomen.

Criterium 38.   Levering van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (maximaal 4 punten)

a)

De beheerder of eigenaar van de toeristische accommodatie moet een afzonderlijk elektriciteitscontract afsluiten dat voorziet in 100 % (algemene brandstofmix die door de leverancier wordt aangeboden, of in het kader van het contract aangeboden productmix) elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen als omschreven in Richtlijn 2009/28/EG (3 punten), en dat gecertificeerd is door een milieukeur voor groene stroom (4 punten).

b)

In plaats van via 100 % elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen die gecertificeerd is door een milieukeur voor groene stroom kan ook aan het criterium worden voldaan door de niet-gebundelde aankoop van garanties van oorsprong zoals gedefinieerd in artikel 2, onder j), van Richtlijn 2009/28/EG (3 punten).

Voor de toepassing van dit criterium moet de milieukeur voor groene stroom aan de volgende voorwaarden voldoen:

1.

De naleving van de norm van het keurmerk wordt gecontroleerd door een onafhankelijke organisatie (derde partij).

2.

De aangeschafte gecertificeerde elektriciteit is afkomstig uit nieuwe installaties voor hernieuwbare energie die in de voorafgaande twee jaar zijn gerealiseerd, of een financieel aandeel van de aangeschafte gecertificeerde elektriciteit wordt gebruikt om investeringen in nieuwe capaciteiten voor de opwekking van energie uit hernieuwbare bronnen te bevorderen.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van (of het contract dan wel de contracten met) de elektriciteitsleverancier(s) verstrekken waaruit blijkt om welke hernieuwbare energiebron(nen) het gaat en welk percentage van de geleverde elektriciteit afkomstig is uit een hernieuwbare bron, alsook, waar van toepassing, een verklaring dat de geleverde elektriciteit voor 100 % is gecertificeerd of onder een door een derde partij toegekende milieukeur valt. Met betrekking tot het vereiste onder b) moeten ook verklaringen van de verstrekker van de garanties van oorsprong worden ingediend waaruit blijkt dat aan de onder criterium 12, onder a), vermelde voorwaarden is voldaan.

Criterium 39.   Zelfopwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen (maximaal 5 punten)

Op het terrein van de toeristische accommodatie moet elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2009/28/EG worden opgewekt, zoals fotovoltaïsche energie (zonnecellen), lokale waterkracht, aardwarmte, biomassa of windenergie, die voorziet in:

a)

ten minste 10 % van het totale jaarlijkse energieverbruik (1 punt);

b)

ten minste 20 % van het totale jaarlijkse energieverbruik (3 punten);

c)

ten minste 50 % van het totale jaarlijkse energieverbruik (5 punten).

In het kader van dit criterium wordt lokale biomassa beschouwd als biomassa die afkomstig is van een bron die zich binnen een straal 160 km van de toeristische accommodatie bevindt.

Indien voor de zelf opgewekte elektriciteit uit hernieuwbare bronnen garanties van oorsprong worden afgegeven, kan de zelfopwekking alleen in aanmerking worden genomen indien de garanties van oorsprong niet op de markt worden verhandeld, maar worden geschrapt voor wat betreft de ter plaatse verbruikte energie.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met documentatie over het gebruikte systeem voor fotovoltaïsche energie, lokale waterkracht, aardwarmte, biomassa of windenergie alsmede gegevens over de geleverde output. Wanneer van lokale biomassa gebruik wordt gemaakt, moet de aanvrager bewijs verstrekken dat lokaal biomassa beschikbaar is (bv. een contract van een leverancier van biomassa). Bovendien moet de aanvrager, wanneer gebruik wordt gemaakt van waterkracht, een geldige vergunning, toelating of concessie verstrekken overeenkomstig de toepasselijke nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. De berekening van het aandeel van de zelfopgewekte energie in het totale verbruik in het jaar voorafgaand aan de aanvraag kan worden gebruikt om aan te tonen dat aan de capaciteitsvereisten van dit criterium is voldaan.

Criterium 40.   Verwarmingsenergie uit hernieuwbare energiebronnen (maximaal 3,5 punten)

a)

Ten minste 70 % van de totale energie die voor het verwarmen of koelen van de kamers (1,5 punt) en/of de verwarming van sanitair water (1 punt) wordt gebruikt, moet worden geleverd door hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2009/28/EG.

b)

100 % van de totale energie die voor het verwarmen of koelen van de kamers (2 punten) en/of de verwarming van sanitair water (1,5 punt) wordt gebruikt, moet worden geleverd door hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2009/28/EG.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met gegevens over het energieverbruik, alsmede documentatie waaruit blijkt dat ofwel ten minste 70 % ofwel 100 % van de bedoelde energie door hernieuwbare energiebronnen wordt geleverd.

Criterium 41.   Zwembadverwarming (maximaal 1,5 punt)

a)

Ten minste 50 % van de totale energie die voor het verwarmen van zwembadwater wordt gebruikt, moet worden geleverd door hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2009/28/EG (1 punt).

b)

Ten minste 95 % van de totale energie die voor het verwarmen van zwembadwater wordt gebruikt, moet worden geleverd door hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2009/28/EG (1,5 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met gegevens over het energieverbruik van de verwarming van het zwembadwater, alsmede documentatie waaruit blijkt hoeveel van de verbruikte energie uit hernieuwbare energiebronnen afkomstig is.

WATER

Criterium 42.   Efficiënte waterinstallaties: badkamerkranen en douches (maximaal 4 punten)

a)

Het gemiddelde debiet van de douches mag niet meer dan 7 liter per minuut bedragen, dat van badkamerkranen (met uitzondering van badkranen) niet meer dan 6 liter per minuut (2 punten).

b)

Aan ten minste 50 % van de badkamerkranen en douches (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) is de EU-milieukeur overeenkomstig Besluit 2013/250/EU of een ander product van ISO-type I toegekend (2 punten).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium en desbetreffende documentatie verstrekken, tezamen met een toelichting waaruit blijkt op welke wijze de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet (bijvoorbeeld door het gebruik van een debietmeter of door meting met behulp van een kleine emmer en een stopwatch). Sanitaire kranen met een EU-milieukeur en producten met een ander keurmerk van ISO-type I die aan de voornoemde eisen voldoen, worden geacht aan dit criterium te voldoen. Wanneer sanitaire kranen met een EU-milieukeur worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of een kopie van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de EU-milieukeur werd toegekend overeenkomstig Besluit 2013/250/EU. Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken.

Criterium 43.   Efficiëntie waterinstallaties: toiletten en urinoirs (maximaal 4,5 punten)

a)

Alle urinoirs moeten een systeem zonder water gebruiken (1,5 punt).

b)

Aan ten minste 50 % van de urinoirs (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) is de EU-milieukeur overeenkomstig Besluit 2013/641/EU of een andere milieukeur van ISO-type I (1,5 punt) toegekend.

c)

Aan ten minste 50 % van de toiletten (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) is de EU-milieukeur overeenkomstig Besluit 2013/641/EU of een andere milieukeur van ISO-type I (1,5 punt) toegekend.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie. Spoeltoiletten en urinoirs met een EU-milieukeur of producten met een ander keurmerk van ISO-type I die aan de voornoemde eisen voldoen, worden geacht aan dit criterium te voldoen. Wanneer spoeltoiletten en urinoirs met een EU-milieukeur worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de EU-milieukeur werd toegekend overeenkomstig Besluit 2013/641/EU. Wanneer producten met een ander keur van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken.

Criterium 44.   Waterverbruik afwasmachines (2,5 punten)

Het waterverbruik van afwasmachines mag niet hoger zijn dan de drempelwaarde zoals vastgesteld in de onderstaande tabel, gemeten volgens norm EN 50242 en uitgaande van de standaardcyclus:

Productsubgroep

Waterverbruik (Wt)

[l/cyclus]

Huishoudelijke afwasmachines voor 15 couverts

10

Huishoudelijke afwasmachines voor 14 couverts

10

Huishoudelijke afwasmachines voor 13 couverts

10

Huishoudelijke afwasmachines voor 12 couverts

9

Huishoudelijke afwasmachines voor 9 couverts

9

Huishoudelijke afwasmachines voor 6 couverts

7

Huishoudelijke afwasmachines voor 4 couverts

9,5

Opmerking: Het criterium geldt alleen voor huishoudelijke afwasmachines die onder Verordening (EU) nr. 1016/2010 van de Commissie (29) vallen.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet technische specificaties verstrekken die zijn opgesteld door de fabrikant of door met de installatie, de verkoop of het onderhoud van de afwasmachines belaste vakbekwame technici. Ingeval alleen gegevens over het jaarlijkse verbruik worden verstrekt, wordt uitgegaan van 280 standaardwascycli per jaar.

Criterium 45.   Waterverbruik wasmachines (3 punten)

De door gasten en personeel in de toeristische accommodatie of door de dienstverlener waaraan de was is uitbesteed, gebruikte wasmachines moeten aan ten minste één van de volgende eisen voldoen:

a)

het waterverbruik van de huishoudelijke wasmachines is niet hoger dan de drempelwaarde als gedefinieerd in onderstaande tabel, gemeten volgens norm EN 60456, uitgaande van de standaardwascyclus (wasprogramma „katoen 60 °C”):

Productsubgroep

Waterverbruik [l/cyclus]

Huishoudelijke wasmachines met een nominaal vermogen van 3 kg

39

Huishoudelijke wasmachines met een nominaal vermogen van 3,5 kg

39

Huishoudelijke wasmachines met een nominaal vermogen van 4,5 kg

40

Huishoudelijke wasmachines met een nominaal vermogen van 5 kg

39

Huishoudelijke wasmachines met een nominaal vermogen van 6 kg

37

Huishoudelijke wasmachines met een nominaal vermogen van 7 kg

43

Huishoudelijke wasmachines met een nominaal vermogen van 8 kg

56

b)

het waterverbruik van commerciële of professionele wasmachines is gemiddeld ≤ 7 l water per kg wasgoed.

Opmerking: Het bepaalde onder a) is alleen van toepassing op huishoudelijke wasmachines die onder Verordening (EU) nr. 1015/2010 van de Commissie (30) vallen.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een technische specificatie verstrekken die is opgesteld door de fabrikant of door met de installatie, de verkoop of het onderhoud van de wasmachines belaste vakbekwame technici. Ingeval alleen gegevens over het jaarlijkse verbruik worden verstrekt, wordt voor de beoordeling of aan de eis onder a) wordt voldaan, uitgegaan van 220 standaardwascycli per jaar.

Criterium 46.   Vermelding waterhardheid (maximaal 1,5 punt)

De aanvrager moet aan ten minste één van de volgende eisen voldoen:

a)

In sanitaire ruimten en bij wasmachines en afwasmachines moet informatie over de plaatselijke waterhardheid worden verstrekt met het oog op een doeltreffender gebruik van reinigingsmiddelen door gasten en personeel (0,5 punt).

b)

Bij het gebruik van wasmachines en afwasmachines door gasten en personeel in de toeristische accommodatie moet een automatisch doseringssysteem worden toegepast met het oog op een optimaal gebruik van reinigingsmiddelen al naargelang de waterhardheid (1,5 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met relevante documentatie waaruit blijkt hoe de desbetreffende informatie wordt verstrekt aan gasten, of vergezeld van relevante informatie over het toegepaste doseringssysteem.

Criterium 47.   Geoptimaliseerd poolbeheer (maximaal 2,5 punten)

a)

Verwarmde zwembaden en buitenbubbelbaden worden 's nachts afgedekt. Niet-verwarmde met water gevulde zwembaden en buitenbubbelbaden die meer dan een dag niet worden gebruikt, worden afgedekt om verdamping te verminderen (1 punt).

b)

Zwembaden en buitenbubbelbaden zijn uitgerust met een automatisch systeem voor een optimale dosering van het chloorgebruik of maken gebruik van aanvullende ontsmettingsmethoden zoals ozonisatie of uv-behandeling (1,5 punt), tenzij het gaat om natuurlijke zwembaden waarin voor zuiveringsdoeleinden biologische filtering door middel van planten wordt toegepast om aan de vereiste hygiënenormen te voldoen (1,5 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie (zoals foto's van afdekkingen of automatische doseringssystemen, foto's waaruit het zwembadtype blijkt, of gedocumenteerde procedures voor automatische dosering).

Criterium 48.   Opvang van regenwater en hergebruik van grijs water (maximaal 3 punten)

De toeristische accommodatie maakt voor andere doeleinden dan sanitair of drinkwater gebruik van de volgende alternatieve waterbronnen:

i)

hergebruikt water of grijs water afkomstig van wasmachines, douches en of wastafels (1 punt);

ii)

hemelwater van het dak (1 punt);

iii)

condensaat van HVAC-systemen (1 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met foto's van alternatieve waterdistributiesystemen alsmede doeltreffende garanties dat de voorziening van sanitair- en drinkwater volledig gescheiden is gehouden.

Criterium 49.   Efficiënte bewateringssystemen (1,5 punt)

De aanvrager moet aan ten minste één van de volgende eisen voldoen:

a)

De toeristische accommodatie moet over een gedocumenteerde procedure voor de bewatering van het buitenterrein en/of planten beschikken waarin nader is beschreven op welke wijze de bewateringstijden worden geoptimaliseerd en het waterverbruik tot een minimum wordt beperkt. Er kan bijvoorbeeld worden afgezien van bewatering van het buitenterrein (1,5 punt).

b)

De toeristische accommodatie moet zijn voorzien van een automatisch systeem dat de bewateringstijden en het waterverbruik voor de groenvoorzieningen in de buitenlucht optimaliseert (1,5 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie met een nadere beschrijving van het gedocumenteerde systeem of de gedocumenteerde procedure voor de bewatering of foto's van de geautomatiseerde bewateringssystemen.

Criterium 50.   Beplanting van groenvoorzieningen met inheemse of niet-invasieve uitheemse soorten (maximaal 2 punten)

Gedurende de geldigheidsduur van de EU-milieukeur bestaat de vegetatie op het buitenterrein, met inbegrip van eventuele watervegetatie, uit inheemse en/of niet-invasieve uitheemse soorten:

i)

afwezigheid van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten (0,5 punt) (er kunnen wel andere invasieve uitheemse soorten aanwezig zijn);

ii)

uitsluitend niet-invasieve uitheemse soorten (1 punt);

iii)

inheemse en niet-invasieve uitheemse soorten (1,5 punt);

iv)

uitsluitend inheemse soorten (2 punten).

Voor de toekenning van deze EU-milieukeur worden onder „inheemse soorten” plantensoorten verstaan die van nature voorkomen in het betrokken land.

Voor de toekenning van deze EU-milieukeur worden onder „niet-invasieve uitheemse soorten” plantensoorten verstaan die niet van nature voorkomen in het betrokken land en waarvoor er geen aanwijzingen zijn dat zij zich gemakkelijk vermeerderen, vestigen en verspreiden of dat zij negatieve gevolgen hebben voor de inheemse biodiversiteit.

De groenvoorzieningen omvatten geen voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten in de zin van artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad (31).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie, opgesteld door een deskundige.

AFVAL EN AFVALWATER

Criterium 51.   Papierproducten (maximaal 2 punten)

Aan 90 % van de volgende categorieën papierproducten is de EU-milieukeur of een ander keurmerk van ISO-type I toegekend (0,5 punt voor elk van de volgende categorieën, maximaal 2 punten):

a)

toiletpapier,

b)

tissues,

c)

kantoorpapier,

d)

drukwerk,

e)

verwerkt papier (zoals enveloppen).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet gegevens en documentatie (inclusief relevante facturen) verstrekken waaruit blijkt welke hoeveelheden van deze producten zijn gebruikt en voor welke hoeveelheden een milieukeur geldt. Wanneer producten met een EU-milieukeur worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of een kopie van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de milieukeur werd toegekend overeenkomstig, naargelang het product in kwestie, Besluit 2014/256/EU van de Commissie (32), Besluit 2012/481/EU van de Commissie (33), Besluit 2011/333/EU van de Commissie (34) of Beschikking 2009/568/EG van de Commissie (35). Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken.

Criterium 52.   Duurzame goederen (maximaal 4 punten)

Aan ten minste 40 % (afgerond op het eerstvolgende gehele getal) van ten minste één van de volgende categorieën van duurzame goederen aanwezig in de toeristische accommodatie is de EU-milieukeur of een ander keurmerk van ISO-type I toegekend (1 punt voor elke categorie, maximaal 4 punten):

a)

beddengoed, handdoeken en tafellakens,

b)

computers,

c)

televisietoestellen,

d)

matrassen,

e)

houten meubels,

f)

stofzuigers,

g)

vloerbedekking,

h)

beeldverwerkingsapparatuur.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet gegevens en documentatie verstrekken waaruit blijkt welke hoeveelheden van deze producten hij bezit en voor welke hoeveelheden een milieukeur geldt. Wanneer producten met een EU-milieukeur worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of een kopie van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de milieukeur werd toegekend overeenkomstig, naargelang het product in kwestie, Besluit 2014/350/EU van de Commissie (36), Besluit 2009/300/EG van de Commissie (37), Besluit 2014/391/EU van de Commissie (38), Besluit 2010/18/EG van de Commissie (39), Besluit (EU) 2016/1332 van de Commissie (40) of Beschikking 2009/607/EG van de Commissie (41). Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken.

Criterium 53.   Verstrekken van dranken (2 punten)

Indien dranken worden aangeboden op plaatsen die het eigendom zijn van of rechtstreeks worden beheerd door de toeristische accommodatie (bijvoorbeeld in bars of restaurants, winkels en automaten), moet ten minste 50 % (1 punt) of 70 % (2 punten) van de dranken worden aangeboden in hervulbare en retourverpakkingen.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voor zover relevant.

Criterium 54.   Aankoop van reinigingsmiddelen en toiletartikelen (maximaal 2 punten)

Aan ten minste 80 % (berekend op basis van de ingekochte hoeveelheid of het gewicht) van ten minste de volgende categorieën reinigingsmiddelen en toiletartikelen die in de toeristische accommodatie worden gebruikt, is de EU-milieukeur of een ander keurmerk van ISO-type I toegekend (0,5 punt voor elke categorie, maximaal 2 punten):

a)

handafwasmiddelen,

b)

machineafwasmiddelen,

c)

wasmiddelen,

d)

allesreinigers,

e)

sanitairreinigers,

f)

zeep en shampoo,

g)

haarconditioner.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet gegevens en documentatie verstrekken waaruit blijkt welke hoeveelheden van deze producten zijn gebruikt en voor welke hoeveelheden een milieukeur geldt. Wanneer producten met een EU-milieukeur worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het EU-milieukeurcertificaat of een kopie van de milieukeur op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat de milieukeur werd toegekend overeenkomstig, naargelang het product in kwestie, Besluit 2011/382/EU van de Commissie (42), Besluit 2011/263/EU van de Commissie (43), Besluit 2011/264/EU van de Commissie (44), Besluit 2011/383/EU van de Commissie (45) of Beschikking 2014/893/EU van de Commissie (46). Wanneer producten met een ander keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken.

Criterium 55.   Beperking van het gebruik van schoonmaakmiddelen (1,5 punt)

De toeristische accommodatie moet nauwkeurig vastgestelde procedures toepassen voor een efficiënt gebruik van schoonmaakproducten, zoals het gebruik van microvezelproducten of andere schoonmaakmaterialen met soortgelijke resultaten en schoonmaakactiviteiten met behulp van water of schoonmaakactiviteiten met soortgelijke resultaten. Om aan dit criterium te voldoen, moeten bij alle schoonmaakactiviteiten methoden voor een efficiënt gebruik van schoonmaakproducten worden toegepast, behoudens andersluidende wettelijke bepaling of eisen op het gebied van hygiëne, gezondheid en veiligheid.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voor zover relevant (zoals een kopie van de schriftelijk vastgelegde procedures of technische gegevens met betrekking tot de gebruikte producten).

Criterium 56.   Sneeuw- en ijsvrij maken van wegen (1 punt)

Wanneer de wegen op het terrein van de toeristische accommodatie om veiligheidsredenen sneeuw- of ijsvrij moeten worden gemaakt door de accommodatieverschaffer, moet dit gebeuren met mechanische hulpmiddelen, zand of grit of met dooimiddelen waaraan een keurmerk van ISO-type I is toegekend.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie. Wanneer dooimiddelen met een keurmerk van ISO-type I worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende certificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken.

Criterium 57.   Gebruikt textiel en meubilair (maximaal 2 punten)

De toeristische accommodatie moet beschikken over een procedure met betrekking tot:

a)

alle activiteiten betreffende donaties van meubilair en textielproducten die het einde van hun levensduur in de toeristische accommodatie hebben bereikt, maar nog wel bruikbaar zijn. Tot de mogelijke eindgebruikers behoren onder meer liefdadigheidsinstellingen of andere organisaties die goederen inzamelen en weer in omloop brengen, alsook werknemers (1 punt);

b)

alle aankoopactiviteiten betreffende hergebruikte/tweedehands meubels. Tot de mogelijke leveranciers behoren onder meer tweedehands markten of verenigingen en collectieven die gebruikte goederen verkopen of weer in omloop brengen (1 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie, zoals de schriftelijke vastgestelde procedure, met vermelding van de contactgegevens van de eindgebruikers, bonnen en lijsten van gebruikte en gedoneerde goederen enz.

Criterium 58.   Compostering (maximaal 2 punten)

In de toeristische accommodatie moeten afvalstoffen van ten minste één van de volgende categorieën worden gescheiden en worden gecomposteerd of gebruikt voor de productie van biogas overeenkomstig de richtsnoeren van de lokale autoriteiten (bijvoorbeeld intern of door de lokale overheid of een particulier bedrijf) (1 punt voor elke categorie, maximaal 2 punten):

a)

tuinafval,

b)

voedselresten afkomstig van bereide en geserveerde maaltijden,

c)

biologisch afbreekbare producten (zoals wegwerpartikelen van materialen op basis van maïs),

d)

biologisch afbreekbaar afval dat door de gasten in kamers en/of onderkomens wordt geproduceerd.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voor zover relevant.

Criterium 59.   Behandeling van afvalwater (maximaal 3 punten)

a)

Indien in de toeristische accommodatie autowasvoorzieningen worden aangeboden, is het wassen van auto's alleen toegestaan in zones waar het water en de gebruikte reinigingsmiddelen kunnen worden opgevangen en afgevoerd naar het rioleringssysteem (1 punt).

b)

Als het niet mogelijk is afvalwater gecentraliseerd te laten behandelen, omvat de behandeling van afvalwater ter plekke voorbehandeling (zeef/rooster, egalisatie en sedimentatie), gevolgd door biologische behandeling met een verwijdering van het biologisch zuurstofverbruik (BZV) > 95 %, een nitrificatie > 90 % en anaerobe vergisting van het overtollige slib (dit laatste elders) (2 punten).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met passende ondersteunende documentatie (bijvoorbeeld foto's voor de eis onder a) en technische specificaties van de fabrikant of van met de installatie, de verkoop of het onderhoud van het afvalwatersysteem belaste vakbekwame technici voor de eis onder b)).

OVERIGE CRITERIA

Criterium 60.   Rookverbod in kamers (1 punt)

Roken is in de kamers en verhuurde onderkomens niet toegestaan.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, vergezeld van bewijsstukken, zoals foto's van de verbodsborden in de kamers of verhuurde onderkomens.

Criterium 61.   Sociaal beleid (maximaal 2 punten)

De toeristische accommodatie moet beschikken over een schriftelijk vastgesteld sociaal beleid dat ten minste in één van de volgende sociale voorzieningen voor het personeel voorziet (0,5 punt voor elke voorziening, maximaal 2 punten):

a)

opleidingsverlof,

b)

gratis maaltijden of maaltijdbonnen,

c)

gratis uniformen en werkkleding,

d)

korting op producten/diensten die in de toeristische accommodatie worden aangeboden,

e)

gesubsidieerd duurzaam vervoer,

f)

borgstelling voor een hypotheek.

Het schriftelijk vastgelegde sociaal beleid wordt jaarlijks geactualiseerd en ter kennis gebracht van het personeel. De personeelsleden ondertekenen het schriftelijk vastgelegde sociaal beleid tijdens de vergadering waarop het beleid wordt voorgesteld. Bij de receptie is het desbetreffende document voor alle medewerkers beschikbaar.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een kopie van het schriftelijke, naar behoren door de personeelsleden ondertekende sociaal beleid en een eigen verklaring verstrekken waarin hij toelicht op welke wijze aan de voornoemde eisen is voldaan. Daarnaast mag de bevoegde instantie bewijsstukken opvragen en/of tijdens controlebezoeken ter plaatse vraaggesprekken met willekeurige werknemers voeren.

Criterium 62.   Onderhoudsvoertuigen (1 punt)

Voor het onderhoud van de toeristische accommodatie mogen geen voertuigen met verbrandingsmotor worden gebruikt (1 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

Criterium 63.   Milieuvriendelijke vervoermiddelen (maximaal 2,5 punten)

a)

De toeristische accommodatie moet gasten ten minste één van de volgende milieuvriendelijke vervoermiddelen aanbieden (1 punt, maximaal 2 punten):

i)

elektrische voertuigen voor ophaaldiensten of uitstapjes;

ii)

oplaadpunten (oplaadstations) voor elektrische voertuigen;

iii)

ten minste één fiets per vijf kampeerplaatsen, verhuurde onderkomens of kamers.

b)

De toeristische accommodatie onderhoudt actieve partnerschappen met bedrijven die elektrische voertuigen of fietsen ter beschikking stellen (0,5 punt). Onder „actief partnerschap” wordt verstaan een overeenkomst tussen een toeristische accommodatie en een bedrijf dat elektrische voertuigen of fietsen verhuurt. Op de locatie van de toeristische accommodatie moet zichtbare informatie over het actieve partnerschap worden verstrekt. Indien het verhuurbedrijf geen vestiging heeft op het terrein van de toeristische accommodatie, worden praktische regelingen getroffen (zo kan een fietsverhuurbedrijf fietsen leveren aan de toeristische accommodatie).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie en aan gasten te verstrekken informatie.

Criterium 64.   Onverharde oppervlakken (1 punt)

Ten minste 90 % van het buitenterrein onder beheer van de toeristische accommodatie is niet verhard met asfalt, cement of ander materiaal dat een behoorlijke afwatering en doorluchting van de bodem verhindert.

Wanneer regenwater en grijs water worden opgevangen, worden ongebruikt regenwater en grijs water behandeld en geïnfiltreerd op het land.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

Criterium 65.   Lokale en biologische producten (maximaal 4 punten)

a)

Bij iedere maaltijd, met inbegrip van het ontbijt, moeten ten minste twee voedselproducten van lokale oorsprong worden aangeboden die (voor verse groente en fruit) niet buiten het seizoen mogen vallen (1 punt).

b)

De toeristische accommodatie kiest actief voor lokale leveranciers van goederen en diensten (1 punt).

c)

Ten minste twee producten (1 punt) of vier producten (2 punten) die door de accommodatieverschaffer worden gebruikt bij de dagelijkse bereiding van maaltijden of worden verkocht, zijn met gebruikmaking van biologische teeltmethoden geproduceerd als omschreven in Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (47).

Voor de toepassing van dit criterium wordt onder „lokaal” verstaan: binnen een straal van 160 km van de toeristische accommodatie.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met passende ondersteunende documentatie. Wanneer biologische producten worden gebruikt, moet de aanvrager een kopie van het desbetreffende productcertificaat of een kopie van het keurmerk op de verpakking verstrekken waaruit blijkt dat het product is gecertificeerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 834/2007. In sommige landen kunnen restaurants en hotels worden gecertificeerd in het kader van bepaalde regelingen wanneer zij uitsluitend gebruikmaken van biologische producten. Wanneer een toeristische accommodatie in het kader van een dergelijke regeling wordt gecertificeerd, mag deze informatie worden verstrekt als bewijs van conformiteit met dit criterium.

Criterium 66.   Vermijden van bestrijdingsmiddelengebruik (2 punten)

Buitenterreinen onder beheer van de toeristische accommodatie moeten worden beheerd zonder dat gebruik wordt gemaakt van bestrijdingsmiddelen.

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een uitvoerige toelichting verstrekken waaruit blijkt hoe de toeristische accommodatie plagen bestrijdt en het buitenterrein beheert. Tijdens het bezoek ter plaatse moet worden gecontroleerd of aan dit criterium wordt voldaan.

Criterium 67.   Aanvullende ecologische en sociale maatregelen (maximaal 3 punten)

De beheerder van de toeristische accommodatie moet maatregelen nemen in aanvulling op die welke deel uitmaken van de criteria in deze afdeling of in afdeling A, teneinde de milieu- en sociale prestaties van de toeristische accommodatie te verbeteren:

a)

aanvullende milieumaatregelen (maximaal 0,5 punt per maatregel, maximaal 2 punten),

en/of

b)

aanvullende sociale maatregelen (maximaal 0,5 punt per maatregel, maximaal 1 punt).

Beoordeling en verificatie

De aanvrager moet een verklaring van conformiteit met dit criterium verstrekken, tezamen met een volledige beschrijving (met inbegrip van schriftelijk vastgelegde milieudoelstellingen of sociale voorzieningen in verband met de maatregelen) van elke aanvullende maatregel waarvan de aanvrager wenst dat deze in aanmerking wordt genomen.


(1)  Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

(2)  Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1).

(3)  Besluit (EU) 2016/611 van de Commissie van 15 april 2016 inzake het referentiedocument betreffende de beste milieubeheerpraktijk, sectorale milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties voor de toeristische sector in het kader van Verordening (EG) nr. 1221/2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) (PB L 104 van 20.4.2016, blz. 27).

(4)  Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 195).

(5)  Deze bepaling is van toepassing indien voedsel wordt bereid en geserveerd en de plaatselijke faciliteiten voor afvalbeheer de gescheiden inzameling van organisch afval mogelijk maken.

(6)  Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van de Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).

(7)  Besluit 2014/314/EU van de Commissie van 28 mei 2014 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor verwarmingstoestellen op basis van water (PB L 164 van 3.6.2014, blz. 83).

(8)  Verordening (EU) 2015/1185 van de Commissie van 24 april 2015 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp betreft voor toestellen voor lokale ruimteverwarming die vaste brandstoffen gebruiken (PB L 193 van 21.7.2015, blz. 1).

(9)  Verordening (EU) 2015/1188 van de Commissie van 28 april 2015 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor toestellen voor lokale ruimteverwarming betreft (PB L 193 van 21.7.2015, blz. 76).

(b)  Zoals gedefinieerd in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 812/2013 van de Commissie (1)..

(c)  Zoals gedefinieerd in bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 814/2013 van de Commissie (2)..

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 812/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van waterverwarmingstoestellen, warmwatertanks en pakketten van waterverwarmingstoestellen en zonne-energie-installaties (PB L 239 van 6.9.2013, blz. 83).

(2)

Verordening (EU) nr. 814/2013 van de Commissie van 2 augustus 2013 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor waterverwarmingstoestellen en warmwatertanks betreft (PB L 239 van 6.9.2013, blz. 162).

(10)  Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG (PB L 52 van 21.2.2004, blz. 50).

(11)  Richtlijn 92/42/EEG van de Raad van 21 mei 1992 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels (PB L 167 van 22.6.1992, blz. 17).

(12)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 626/2011 van de Commissie van 4 mei 2011 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van airconditioners (PB L 178 van 6.7.2011, blz. 1).

(13)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012 van de Commissie van 12 juli 2012 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van elektrische lampen en verlichtingsarmaturen (PB L 258 van 26.9.2012, blz. 1).

(14)  Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

(15)  Besluit 2013/250/EU van de Commissie van 21 mei 2013 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor sanitaire kranen (PB L 145 van 31.5.2013, blz. 6).

(16)  Besluit 2013/641/EU van de Commissie van 7 november 2013 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor spoeltoiletten en urinoirs (PB L 299 van 9.11.2013, blz. 38).

(17)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1186 van de Commissie van 24 april 2015 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van toestellen voor lokale ruimteverwarming betreft (PB L 193 van 21.7.2015, blz. 20).

(18)  Beschikking 2007/742/EG van de Commissie van 9 november 2007 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de Europese milieukeur aan elektrische, gas- of gasabsorptiewarmtepompen (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 14).

(19)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1060/2010 van de Commissie van 28 september 2010 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke koelapparaten (PB L 314 van 30.11.2010, blz. 17).

(20)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 65/2014 van de Commissie van 1 oktober 2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke ovens en afzuigkappen (PB L 29 van 31.1.2014, blz. 1).

(21)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1059/2010 van de Commissie van 28 september 2010 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van afwasmachines (PB L 314 van 30.11.2010, blz. 1).

(22)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1061/2010 van de Commissie van 28 september 2010 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke wasmachines (PB L 314 van 30.11.2010, blz. 47).

(23)  Besluit (EU) 2015/1402 van de Commissie van 15 juli 2015 houdende bepaling van het standpunt van de Europese Unie inzake een besluit van de beheersinstanties, in het kader van de Overeenkomst tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur, met betrekking tot de herziening van de computerspecificaties in bijlage C bij de overeenkomst (PB L 217 van 18.8.2015, blz. 9).

(24)  Besluit 2014/202/EU van de Commissie van 20 maart 2014 houdende bepaling van het standpunt van de Europese Unie inzake een besluit van de beheersinstanties, in het kader van de Overeenkomst tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur, met betrekking tot de toevoeging in bijlage C van de overeenkomst van specificaties voor computerservers en onderbrekingsvrije voedingen en met betrekking tot de herziening van de in bijlage C bij de overeenkomst vervatte specificaties voor beeldschermen en grafische apparatuur (PB L 114 van 16.4.2014, blz. 68).

(25)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012 van de Commissie van 1 maart 2012 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke droogtrommels (PB L 123 van 9.5.2012, blz. 1).

(26)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 665/2013 van de Commissie van 3 mei 2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van stofzuigers (PB L 192 van 13.7.2013, blz. 1).

(27)  Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie van 2 augustus 2013 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen betreft (PB L 239 van 6.9.2013, blz. 136).

(28)  Verordening (EU) 2015/1189 van de Commissie van 28 april 2015 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de eisen inzake ecologisch ontwerp voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen betreft (PB L 193 van 21.7.2015, blz. 100).

(29)  Verordening (EU) nr. 1016/2010 van de Commissie van 10 november 2010 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 31).

(30)  Verordening (EU) nr. 1015/2010 van de Commissie van 10 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke wasmachines (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 21).

(31)  Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 35).

(32)  Besluit 2014/256/EU van de Commissie van 2 mei 2014 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor producten van verwerkt papier (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 24).

(33)  Besluit 2012/481/EU van de Commissie van 16 augustus 2012 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor bedrukt papier (PB L 223 van 21.8.2012, blz. 55).

(34)  Besluit 2011/333/EU van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor kopieerpapier en grafisch papier (PB L 149 van 8.6.2011, blz. 12).

(35)  Beschikking 2009/568/EG van de Commissie van 9 juli 2009 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan tissuepapier (PB L 197 van 29.7.2009, blz. 87).

(36)  Besluit 2014/350/EU van de Commissie van 5 juni 2014 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan textielproducten (PB L 174 van 13.6.2014, blz. 45).

(37)  Beschikking 2009/300/EG van de Commissie van 12 maart 2009 tot vaststelling van de herziene milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor televisietoestellen (PB L 82 van 28.3.2009, blz. 3).

(38)  Besluit 2014/391/EU van de Commissie van 23 juni 2014 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan matrassen (PB L 184 van 25.6.2014, blz. 18).

(39)  Besluit 2010/18/EG van de Commissie van 26 november 2009 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor houten vloerbekledingen (PB L 8 van 13.1.2010, blz. 32).

(40)  Besluit (EU) 2016/1332 van de Commissie van 28 juli 2016 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan meubelen (PB L 210 van 4.8.2016, blz. 100).

(41)  Beschikking 2009/607/EG van de Commissie van 9 juli 2009 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor harde vloer- en wandbekledingen (PB L 208 van 12.8.2009, blz. 21).

(42)  Besluit 2011/382/EU van de Commissie van 24 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan handafwasmiddelen (PB L 169 van 29.6.2011, blz. 40).

(43)  Besluit 2011/263/EU van de Commissie van 28 april 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan machineafwasmiddelen (PB L 111 van 30.4.2011, blz. 22).

(44)  Besluit 2011/264/EU van de Commissie van 28 april 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor wasmiddelen (PB L 111 van 30.4.2011, blz. 34).

(45)  Besluit 2011/383/EU van de Commissie van 28 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan allesreinigers en sanitairreinigers (PB L 169 van 29.6.2011, blz. 52).

(46)  Besluit 2014/893/EU van de Commissie van 9 december 2014 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor cosmetische producten die worden af-, uit- of weggespoeld (PB L 354 van 11.12.2014, blz. 47).

(47)  Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).