31.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 31/61


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 januari 2017

tot oprichting van de deskundigengroep van de Commissie „Platform voor dierenwelzijn”

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 31/12)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden dieren erkend als wezens met gevoel en is bepaald dat de Unie en de lidstaten bij het formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, visserij, vervoer, interne markt en onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte ten volle rekening moeten houden met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren, onder eerbiediging van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en gebruiken van de lidstaten met betrekking tot met name godsdienstige riten, culturele tradities en regionaal erfgoed.

(2)

Krachtens artikel 11, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie moeten de instellingen een open, transparante en regelmatige dialoog met representatieve organisaties en met het maatschappelijk middenveld voeren.

(3)

In artikel 26 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de Unie de maatregelen moet vaststellen die ertoe bestemd zijn om de interne markt tot stand te brengen en de werking ervan, met vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal, te verzekeren.

(4)

In artikel 38 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie krijgt de Unie de taak toebedeeld om een gemeenschappelijk landbouwbeleid te bepalen en uit te voeren.

(5)

In artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de Unie tot doel heeft haar wetenschappelijke en technologische grondslagen te versterken door de totstandbrenging van een Europese onderzoeksruimte. In overeenstemming met artikel 180, onder b), van dat verdrag moet de Unie de samenwerking met derde landen en internationale organisaties inzake onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie in de Unie bevorderen.

(6)

In 2011 heeft de Commissie een deskundigengroep inzake dierenwelzijn (1) opgericht met als doel de Commissie bij te staan en te adviseren over kwesties met betrekking tot de wetgeving inzake dierenwelzijn en de uitwisseling van informatie, ervaring en goede praktijken op het gebied van wetgeving inzake dierenwelzijn te bevorderen.

(7)

Het Europees Parlement (2) en de Raad van de Europese Unie (3) hebben opgeroepen tot de oprichting van een EU-platform voor dierenwelzijn om de dialoog tussen belanghebbenden te verbeteren en ervaring, deskundigheid en standpunten uit te wisselen.

(8)

Naar aanleiding van de verzoeken van het Parlement en de Raad moet een nieuwe deskundigengroep met als naam „Platform voor dierenwelzijn” (hierna „het platform” genoemd) de Commissie bijstaan en helpen om een regelmatige dialoog te voeren over aangelegenheden van de Unie die rechtstreeks verband houden met dierenwelzijn, zoals handhaving van de wetgeving, uitwisseling van wetenschappelijke kennis, innovaties en goede praktijken/initiatieven op het gebied van dierenwelzijn, of internationale activiteiten rond dierenwelzijn. Het platform moet de Commissie ook bijstaan met betrekking tot onderwerpen die relevant zijn voor de Unie en een wisselwerking kunnen hebben met dierenwelzijnskwesties zoals handel, antimicrobiële resistentie, voedselveiligheid, onderzoek of milieu. Aangezien het platform hetzelfde mandaat zal hebben als de bestaande deskundigengroep inzake dierenwelzijn is het niet nodig deze laatste te behouden.

(9)

Het platform moet terdege rekening houden met de activiteiten van andere relevante dialooggroepen of netwerken inzake dierenwelzijn, zoals werkgroepen en netwerken van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid of het regionaal platform inzake dierenwelzijn in Europa van de Wereldorganisatie voor diergezondheid.

(10)

Het platform moet samengesteld zijn uit vertegenwoordigers van bevoegde autoriteiten uit alle lidstaten, bedrijfsorganisaties die op het niveau van de Europese Unie betrokken zijn bij de voedselvoorzieningsketen en bij het houden van dieren voor andere landbouwdoeleinden, organisaties uit het maatschappelijk middenveld die op het niveau van de Europese Unie betrokken zijn bij dierenwelzijn, alsook vertegenwoordigers van academische en onderzoeksinstituten die werken op het gebied van dierenwelzijnswetenschappen. Het lidmaatschap van het platform moet ook openstaan voor deskundigen van de bevoegde autoriteiten uit niet-EU-landen die overeenkomstsluitende partijen zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte alsook deskundigen en van internationale intergouvernementele organisaties.

(11)

Er moeten voorschriften betreffende de openbaarmaking van informatie door leden van het platform worden vastgesteld.

(12)

Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4).

(13)

Er moet een periode worden vastgesteld gedurende welke dit besluit van toepassing is. De Commissie zal te gepasten tijde de wenselijkheid van een verlenging van het besluit onderzoeken,

BESLUIT:

Artikel 1

Onderwerp

Hierbij wordt een deskundigengroep met als naam „Platform voor dierenwelzijn” (hierna „het platform” genoemd) opgericht.

Artikel 2

Taken

Het platform heeft tot taak:

a)

de Commissie bij te staan in de ontwikkeling en uitwisseling van gecoördineerde acties met als doel bij te dragen tot de uitvoering en toepassing van de wetgeving van de Europese Unie inzake dierenwelzijn en tot het begrip, zowel binnen als buiten de Unie, van zowel de wetgeving van de Unie als de internationale normen inzake dierenwelzijn;

b)

de ontwikkeling en het gebruik van vrijwillige verbintenissen inzake de verbetering van dierenwelzijn door bedrijven te bevorderen;

c)

bij te dragen tot het uitdragen van de normen van de Unie inzake dierenwelzijn om de marktwaarde van producten van de Unie op mondiaal niveau op te waarderen;

d)

de dialoog tussen bevoegde autoriteiten, bedrijven, het maatschappelijk middenveld, de academische wereld, wetenschappers en internationale intergouvernementele organisaties over voor de Unie relevante onderwerpen inzake dierenwelzijn aan te moedigen;

e)

de uitwisseling van voor de Unie relevante ervaringen, goede praktijken, wetenschappelijke kennis en innovaties inzake dierenwelzijn te bevorderen;

f)

informatie te delen over beleidsontwikkeling op de bovengenoemde gebieden en over de bovengenoemde activiteiten.

Artikel 3

Raadpleging

De Commissie kan het platform raadplegen in alle voor de Unie relevante aangelegenheden inzake dierenwelzijn.

Artikel 4

Lidmaatschap

1.   Het platform bestaat uit ten hoogste 75 leden.

2.   Het platform is samengesteld uit de volgende leden:

a)

de voor dierenwelzijn bevoegde autoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie en van niet-EU-landen die overeenkomstsluitende partijen zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-leden” genoemd);

b)

bedrijfs- en beroepsorganisaties die werkzaam zijn op Unieniveau in de voedselvoorzieningsketen en waarbij dieren of dierlijke producten betrokken zijn, en in het houden van dieren voor andere landbouwdoeleinden;

c)

organisaties uit het maatschappelijk middenveld die op Unieniveau actief zijn op het gebied van dierenwelzijn;

d)

onafhankelijke deskundigen van academische en onderzoeksinstituten die actief zijn op het gebied van wetenschappen inzake dierenwelzijn die invloed hebben op het beleid van de Unie;

e)

internationale intergouvernementele organisaties die actief zijn op het gebied van dierenwelzijn (5);

f)

de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.

3.   De in lid 2, onder d), bedoelde leden worden op persoonlijke titel benoemd en handelen onafhankelijk en in het algemeen belang.

4.   De in lid 2, onder b) en c), bedoelde leden worden geselecteerd volgens de in artikel 5 vastgestelde procedure. Zij wijzen hun vertegenwoordigers in het platform aan op hoog niveau en moeten ervoor zorgen dat hun vertegenwoordigers permanent zijn en een voldoende hoog niveau van deskundigheid verschaffen. De Commissie kan een door deze leden aangewezen vertegenwoordiger weigeren als zij op gerechtvaardigde gronden, zoals vastgelegd in de regels van de oproep tot kandidaatstelling voor het platform, van mening is dat de benoeming ongepast zou zijn. In dergelijke gevallen wordt de betrokken organisatie verzocht een andere vertegenwoordiger aan te wijzen.

6.   De in lid 2, onder a), e) en f), bedoelde leden wijzen hun voor dierenwelzijn bevoegde vertegenwoordigers aan en moeten ervoor zorgen dat hun vertegenwoordigers een voldoende hoog niveau van deskundigheid verschaffen.

7.   Leden die niet langer in staat zijn op doeltreffende wijze bij te dragen tot de activiteiten van de deskundigengroep en die naar het oordeel van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of die ontslag nemen, worden niet langer uitgenodigd om deel te nemen aan vergaderingen van het platform en kunnen voor de rest van hun ambtstermijn worden vervangen.

Artikel 5

Selectieprocedure

1.   De selectie van de in artikel 4, lid 2, onder b) tot en met d), bedoelde leden van het platform verloopt via een openbare oproep tot kandidaatstelling die wordt bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie („register van deskundigengroepen”). Daarnaast kan de oproep tot kandidaatstelling via andere media, waaronder specifieke websites, worden bekendgemaakt.

In de oproep tot kandidaatstelling worden de selectiecriteria, waaronder die voor de vereiste deskundigheid, en de te vertegenwoordigen belangen met betrekking tot het uit te voeren werk duidelijk geformuleerd. De termijn voor kandidaatstelling bedraagt ten minste vier weken.

2.   De in artikel 4, lid 2, onder d), bedoelde leden melden alle omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot een belangenconflict. Meer bepaald vereist de Commissie van de personen in kwestie dat zij als onderdeel van hun kandidaatstelling een belangenverklaring indienen op basis van het standaard belangenverklaringformulier voor deskundigengroepen, tezamen met een geactualiseerd cv. Om in aanmerking te komen voor benoeming tot lid op persoonlijke titel moeten zij een naar behoren ingevuld belangenverklaringformulier indienen. De beoordeling of er al dan niet sprake is van een belangenconflict wordt verricht in overeenstemming met de horizontale regels voor deskundigengroepen van de Commissie (hierna „de horizontale regels” genoemd) (6).

3.   Om te kunnen worden benoemd, moeten de in artikel 4, lid 2, onder b) en c), bedoelde organisaties zich inschrijven in het transparantieregister.

4.   De in artikel 4, lid 2, onder b) tot en met d), bedoelde leden worden door de directeur-generaal voor Gezondheid en Voedselveiligheid geselecteerd uit de kandidaten die over voldoende competenties in de in artikel 2 bedoelde gebieden beschikken en gereageerd hebben op de oproep tot kandidaatstelling.

5.   De leden worden benoemd tot en met 31 december 2019. Zij blijven in functie totdat hun ambtstermijn afloopt. Hun ambtstermijn kan worden verlengd.

6.   Voor de in artikel 4, lid 2, onder d), bedoelde leden benoemt de directeur-generaal voor Gezondheid en Voedselveiligheid, onder dezelfde voorwaarden als voor leden, plaatsvervangers door wie afwezige of niet-beschikbare leden automatisch worden vervangen. De directeur-generaal stelt tevens, na instemming van de betrokkenen, een reservelijst met geschikte kandidaten op, waaruit plaatsvervangers van de leden kunnen worden benoemd.

Artikel 6

Voorzitter

Het platform wordt voorgezeten door de directeur-generaal voor Gezondheid en Voedselveiligheid of zijn/haar vertegenwoordiger.

Artikel 7

Werking

1.   Het platform handelt op verzoek van de voorzitter, in overeenstemming met de horizontale regels.

2.   Het platform komt in beginsel ten minste tweemaal per jaar bijeen in de gebouwen van de Commissie en telkens als de Commissie dat nodig acht.

3.   De diensten van de Commissie verzorgen het secretariaat. Ambtenaren van de Commissie van andere afdelingen die een belang hebben bij de werkzaamheden van het platform mogen de vergaderingen van het platform en zijn subgroepen bijwonen.

4.   In overleg met de voorzitter kan het platform bij een gewone meerderheid van zijn leden besluiten om zijn beraadslagingen open te stellen voor het publiek.

5.   De notulen van de besprekingen over elk agendapunt en de conclusies van de debatten moeten relevant en volledig zijn. De notulen worden opgesteld door het secretariaat, onder verantwoordelijkheid van de voorzitter.

6.   Het platform neemt verslagen of conclusies aan bij consensus. Wanneer er wordt gestemd, gebeurt dit met een gewone meerderheid van de leden. Leden die hebben tegengestemd, hebben het recht een document met een samenvatting van de redenen voor hun standpunt aan het desbetreffende verslag of de desbetreffende conclusie te laten hechten.

Artikel 8

Subgroepen

1.   De directeur-generaal voor Gezondheid en Voedselveiligheid kan subgroepen oprichten om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door de Commissie opgesteld mandaat. De subgroepen handelen overeenkomstig de horizontale regels en brengen verslag uit aan het platform. Zij worden opgeheven zodra hun opdracht is vervuld.

2.   De leden van subgroepen die geen lid zijn van het platform worden geselecteerd via een openbare oproep tot kandidaatstelling overeenkomstig artikel 5 en de horizontale regels (7).

Artikel 9

Uitgenodigde deskundigen

De voorzitter kan deskundigen met een specifieke deskundigheid ten aanzien van een agendapunt verzoeken om op ad-hocbasis aan de werkzaamheden van het platform of de subgroepen deel te nemen.

Artikel 10

Waarnemers

1.   Overeenkomstig de horizontale regels kan, via een rechtstreekse uitnodiging of als uitkomst van een oproep tot kandidaatstelling, aan personen, organisaties en overheidsinstanties de status van waarnemer worden toegekend.

2.   De tot waarnemer benoemde organisaties of overheidsinstanties wijzen hun vertegenwoordigers aan.

3.   Waarnemers en hun vertegenwoordigers kunnen toestemming van de voorzitter krijgen om deel te nemen aan de besprekingen van het platform en deskundigheid te verschaffen. Zij hebben echter geen stemrecht en nemen niet deel aan het redigeren van verslagen of conclusies van het platform.

4.   Het platform telt maximaal vijf waarnemers.

Artikel 11

Reglement van orde

Op voorstel van en in overleg met de voorzitter stelt het platform zijn reglement van orde vast met een gewone meerderheid van stemmen van zijn leden, op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen en overeenkomstig de horizontale regels.

Artikel 12

Geheimhouding en behandeling van gerubriceerde informatie

De leden van het platform en hun vertegenwoordigers, evenals uitgenodigde deskundigen en waarnemers, zijn gebonden aan het beroepsgeheim, dat op grond van de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan voor alle leden van de instellingen en hun personeelsleden geldt, alsook aan de beveiligingsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (8) en (EU, Euratom) 2015/444 (9) van de Commissie. Bij niet-nakoming van die verplichtingen kan de Commissie alle passende maatregelen nemen.

Artikel 13

Betrekkingen met het Europees Parlement

Het Europees Parlement wordt op de hoogte gehouden van de werkzaamheden van het platform. Op verzoek van het Europees Parlement en overeenkomstig de bepalingen van het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie (10) kan de Commissie het Parlement verzoeken deskundigen te sturen om de vergaderingen bij te wonen.

Artikel 14

Transparantie

1.   Het platform en zijn subgroepen worden geregistreerd in het register van deskundigengroepen.

2.   Wat de samenstelling betreft, worden de volgende gegevens in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt:

a)

de namen van op persoonlijke titel benoemde personen;

b)

de namen van organisaties die lid zijn; het vertegenwoordigde belang;

c)

de namen van andere overheidsinstanties;

d)

de namen van waarnemers.

3.   Alle relevante documenten, inclusief de agenda's, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen of via een link in het register naar een speciale website. De toegang tot speciale websites wordt niet onderworpen aan gebruikersregistratie of enige andere beperking. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumentatie worden te gepasten tijde vóór aanvang van de vergadering bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Op de bekendmakingsplicht wordt uitsluitend een uitzondering gemaakt wanneer wordt geoordeeld dat de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (11).

Artikel 15

Vergaderkosten

1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van het platform en de subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij aanbieden.

2.   De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de werkzaamheden van het platform en de subgroepen worden door de Commissie vergoed. Vergoeding vindt plaats overeenkomstig de binnen de Commissie geldende bepalingen en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die aan de departementen van de Commissie zijn toegewezen op grond van de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen.

Artikel 16

Toepasselijkheid

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 december 2019.

Gedaan te Brussel, 24 januari 2017.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  Deskundigengroep inzake dierenwelzijn E02668.

(2)  Resolutie van het Europees Parlement van 26 november 2015 over een nieuwe strategie voor het welzijn van dieren voor de periode 2016-2020 (2015/2957(RSP)).

(3)  3464e zitting van de Raad (Landbouw en Visserij) — 17 mei 2016.

(4)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(5)  Bv. de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE), de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO).

(6)  Besluit van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen.

(7)  Zie artikel 10 en artikel 14, lid 2, van de horizontale regels.

(8)  PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41.

(9)  PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53.

(10)  PB L 304 van 20.11.2010, blz. 47.

(11)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).