29.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/62


Rectificatie van Verordening (EU) 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 183 van 8 juli 2016 )

Bladzijde 56, artikel 69, leden 2 en 3:

in plaats van:

„2.   Als de vordering in de lidstaat van oorsprong vóór 29 januari 2019 is ingesteld, worden de na deze datum gegeven beslissingen erkend en ten uitvoer gelegd overeenkomstig hoofdstuk IV, mits de toegepaste bevoegdheidsregels in overeenstemming zijn met die welke in hoofdstuk II zijn bepaald.

3.   Hoofdstuk III is slechts van toepassing op partners die na 29 januari 2019 hun partnerschap registreren of het op de vermogensrechtelijke gevolgen van hun geregistreerd partnerschap toepasselijke recht bepalen.”,

lezen:

„2.   Als de vordering in de lidstaat van oorsprong vóór 29 januari 2019 is ingesteld, worden de op of na deze datum gegeven beslissingen erkend en ten uitvoer gelegd overeenkomstig hoofdstuk IV, mits de toegepaste bevoegdheidsregels in overeenstemming zijn met die welke in hoofdstuk II zijn bepaald.

3.   Hoofdstuk III is slechts van toepassing op partners die op of na 29 januari 2019 hun partnerschap registreren of het op de vermogensrechtelijke gevolgen van hun geregistreerd partnerschap toepasselijke recht bepalen.”.