24.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 166/1


VERORDENING (EU) 2016/1017 VAN DE COMMISSIE

van 23 juni 2016

tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) wat betreft anorganische ammoniumzouten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 68, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 14 augustus 2013 heeft de Franse Republiek overeenkomstig de vrijwaringsclausule van artikel 129, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 de Commissie, het Europees Agentschap voor chemische stoffen (hierna „het Agentschap” genoemd) en de andere lidstaten ervan op de hoogte gesteld dat zij op 21 juni 2013 een voorlopige maatregel had genomen (2) om de bevolking te beschermen tegen blootstelling aan ammoniak die vrijkomt uit in gebouwen toegepaste isolatiematerialen op basis van cellulosewatten en met ammoniumzouten als hulpstoffen.

(2)

De voorlopige maatregel was tot 14 oktober 2016 goedgekeurd bij Uitvoeringsbesluit 2013/505/EU van de Commissie (3), vastgesteld krachtens artikel 129, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1907/2006.

(3)

Overeenkomstig artikel 129, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 heeft de Franse Republiek de beperkingsprocedure ingeleid door op 18 juni 2014 bij het Agentschap een bijlage XV-dossier in te dienen.

(4)

In het bijlage XV-dossier (4) werd een beperking voorgesteld ten aanzien van anorganische ammoniumzouten, die als vlamvertragers aan cellulose-isolatiemateriaal worden toegevoegd, aangezien zij onder bepaalde omstandigheden de emissie van ammoniakgas veroorzaken. In het dossier werd voorgesteld een grenswaarde van 3 ppm voor de ammoniakemissie uit met anorganische ammoniumzouten behandeld cellulose-isolatiemateriaal vast te stellen, in plaats van een grenswaarde voor het gehalte aan ammoniumzouten in het cellulose-isolatiemateriaal. Uit het dossier is gebleken dat op het niveau van de Unie actie moet worden ondernomen.

(5)

Op 3 maart 2015 heeft het Comité risicobeoordeling (RAC) van het Agentschap een advies inzake de in het bijlage XV-dossier voorgestelde beperking vastgesteld, waarin het concludeerde dat er een risico voor de menselijke gezondheid bestaat als gevolg van het vrijkomen van ammoniak uit isolerende mengsels en voorwerpen van cellulose, en dat dit risico moet worden aangepakt. Voorts stelde het RAC dat de voorgestelde beperking, zoals door het RAC aangepast, uit het oogpunt van doeltreffendheid ten aanzien van het beperken van de vastgestelde risico's de meest geëigende maatregel op het niveau van de Unie is om die risico's aan te pakken.

(6)

Het RAC stelde voor de beperking betrekking te laten hebben op het in de handel brengen van anorganische ammoniumzouten bevattend cellulose-isolatiemateriaal, zowel in de vorm van mengsels als in de vorm van voorwerpen. Het RAC deed de aanbeveling dat de beperking leveranciers van isolerende mengsels van cellulose ertoe dient te verplichten de maximaal toelaatbare vullingsgraad (5) van het isolerende mengsel dat bij de vóór het in de handel brengen uitgevoerde test voor het aantonen van de naleving van de voorschriften is gebruikt, langs de leveringsketen en uiteindelijk aan de eindgebruikers (beroepsmatige gebruikers en consumenten) door te geven, bijvoorbeeld door middel van begeleidende documenten bij de mengsels of van etikettering. De beperking dient ook voor te schrijven dat de maximaal toelaatbare vullingsgraad, zoals door de fabrikant doorgegeven, niet wordt overschreden bij het gebruik van de isolerende mengsels van cellulose door downstreamgebruikers, zodat de ammoniakemissies het in de test vóór het in de handel brengen bepaalde niveau niet overschrijden. Tevens deed het RAC de aanbeveling dat, bij wijze van uitzondering, isolerende mengsels van cellulose die alleen worden gebruikt voor de productie van isolerende voorwerpen van cellulose niet hoeven te voldoen aan de vastgestelde grenswaarde voor de emissie van ammoniak, aangezien het resulterende voorwerp zelf al moet voldoen aan de emissiegrenswaarde wanneer het in de handel wordt gebracht of wordt gebruikt.

(7)

Op 10 juni 2015 heeft het Comité sociaaleconomische analyse (SEAC) van het Agentschap een advies inzake de in het bijlage XV-dossier voorgestelde beperking vastgesteld, waarin het aangaf dat de voorgestelde beperking, zoals door het SEAC aangepast, bij afweging van de sociaaleconomische baten tegen de sociaaleconomische kosten de meest geëigende maatregel op het niveau van de Unie is om de vastgestelde risico's aan te pakken.

(8)

Het SEAC concludeerde dat ondernemers twee jaar, in plaats van één jaar zoals voorgesteld in het bijlage XV-dossier, de tijd moet worden geboden, zodat zij voldoende tijd hebben om ervoor te zorgen dat de ammoniakemissies uit cellulose-isolatiemateriaal dat anorganische ammoniumzouten bevat onder de vastgestelde emissiegrenswaarde blijven.

(9)

Het RAC en het SEAC waren het eens met de Franse Republiek dat geen vrijstelling voor met anorganische ammoniumzouten behandeld cellulose-isolatiemateriaal voor gebruik buitenshuis moet worden verleend.

(10)

Het Forum voor de uitwisseling van handhavingsinformatie van het Agentschap werd tijdens de beperkingsprocedure geraadpleegd en met de aanbevelingen daarvan is rekening gehouden.

(11)

Op 25 juni 2015 heeft het Agentschap de adviezen van het RAC en het SEAC (6) aan de Commissie voorgelegd. Op basis van deze adviezen heeft de Commissie geconcludeerd dat met anorganische ammoniumzouten behandeld cellulose-isolatiemateriaal een onaanvaardbaar risico voor de menselijke gezondheid oplevert indien de ammoniakemissie onder de gespecificeerde testomstandigheden een concentratie van 3 ppm bereikt of overschrijdt.

(12)

Op dit moment is er geen specifieke methode beschikbaar voor het meten van de ammoniakemissie uit met anorganische ammoniumzouten behandeld cellulose-isolatiemateriaal. Daarom moet een bestaande testmethode, de technische specificatie CEN/TS 16516, worden aangepast om te kunnen worden gebruikt bij het vaststellen of de beperking ten aanzien van anorganische ammoniumzouten is nageleefd, totdat er een specifieke methode is ontwikkeld.

(13)

De belanghebbenden moeten voldoende tijd krijgen om passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat, bij gebruik van anorganische ammoniumzouten in cellulose-isolatiemateriaal, de ammoniakemissies de gespecificeerde grenswaarde niet overschrijden. De toepassing van de beperking ten aanzien van anorganische ammoniumzouten moet daarom worden uitgesteld. Ter wille van de continuïteit en de rechtszekerheid moet de beperking echter met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening gelden in lidstaten die reeds beschikken over nationale maatregelen ter beperking van ammoniumzouten in cellulose-isolatiemateriaal die door de Commissie in het kader van de REACH-vrijwaringsprocedure zijn goedgekeurd.

(14)

Verordening (EG) nr. 1907/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

De in deze verordening vervatte bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juni 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  Journal Officiel de la République Française, 3 juli 2013, „Arrêté du 21 juin 2013 relatif à l'interdiction de mise sur le marché d'importation, de vente et de distribution et de fabrication d'isolants à base de ouate de cellulose adjuvantés de sel d'ammonium” („Besluit van 21 juni 2013 houdende een verbod op het in de handel brengen, de invoer, verkoop en distributie en de vervaardiging van isolatiematerialen op basis van cellulosewatten en met ammoniumzouten als hulpstoffen”). Het ontwerpbesluit was oorspronkelijk bij de Commissie ingediend in het kader van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften.

(3)  Uitvoeringsbesluit 2013/505/EU van de Commissie van 14 oktober 2013 tot goedkeuring van de Franse voorlopige maatregel overeenkomstig artikel 129 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) ter beperking van het gebruik van ammoniumzouten in isolatiematerialen op basis van cellulosewatten (PB L 275 van 16.10.2013, blz. 52).

(4)  http://echa.europa.eu/documents/10162/999a106c-6baf-48c7-8764-0c55576a2517

(5)  De vullingsgraad van het cellulose-isolatiemateriaal (bv. uitgedrukt in kg/m2) wordt uitgedrukt in dikte (bv. uitgedrukt in m) en densiteit (bv. uitgedrukt in kg/m3).

(6)  http://echa.europa.eu/documents/10162/522a9f94-058a-4bef-9818-f265a1d2d64d


BIJLAGE

In bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

„65.

Anorganische ammoniumzouten

1.

Mogen na 14 juli 2018 niet meer in de handel worden gebracht of worden gebruikt in isolerende mengsels van cellulose of isolerende voorwerpen van cellulose, tenzij de ammoniakemissie uit deze mengsels of voorwerpen onder de in punt 4 gespecificeerde testvoorwaarden resulteert in een concentratie van minder dan 3 ppm, uitgedrukt op basis van volume (2,12 mg/m3).

Een leverancier van een anorganische ammoniumzouten bevattend isolerend mengsel van cellulose moet de ontvanger of consument op de hoogte stellen van de maximaal toelaatbare belasting van het isolerende mengsel van cellulose, uitgedrukt in dikte en densiteit.

Een downstreamgebruiker van een anorganische ammoniumzouten bevattend isolerend mengsel van cellulose moet ervoor zorgen dat de door de leverancier meegedeelde maximaal toelaatbare belasting niet wordt overschreden.

2.

Bij wijze van uitzondering is punt 1 niet van toepassing op het in de handel brengen van isolerende mengsels van cellulose die uitsluitend bestemd zijn voor de productie van isolerende voorwerpen van cellulose, of op het gebruik van die mengsels bij de productie van isolerende voorwerpen van cellulose.

3.

In het geval van een lidstaat die op 14 juli 2016 beschikt over voorlopige nationale maatregelen die krachtens artikel 129, lid 2, onder a), door de Commissie zijn goedgekeurd, zijn de bepalingen van de leden 1 en 2 met ingang van die datum van toepassing.

4.

De naleving van de in punt 1, eerste alinea, gespecificeerde emissiegrenswaarde moet worden aangetoond overeenkomstig de technische specificatie CEN/TS 16516, met de volgende aanpassingen:

a)

de duur van de test bedraagt ten minste 14 dagen, in plaats van 28 dagen;

b)

gedurende de test moet de emissie van ammoniakgas ten minste een maal per dag worden gemeten;

c)

de emissiegrenswaarde mag niet worden bereikt of overschreden voor elke tijdens de test verrichte meting;

d)

de relatieve vochtigheid bedraagt 90 %, in plaats van 50 %;

e)

er moet een geschikte methode voor het meten van de emissie van ammoniakgas worden gebruikt;

f)

de belasting, uitgedrukt in dikte en densiteit, wordt geregistreerd gedurende de bemonstering van de te testen isolerende mengsels of voorwerpen van cellulose.”