29.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/144


VERORDENING (EU) 2016/1013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 8 juni 2016

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 184/2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten de aan de Commissie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad (3) toegekende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

(2)

Kwalitatief hoogwaardige en goed vergelijkbare statistieken over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (BDI) zijn essentieel voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het overheidsbeleid in de Unie, onderzoekers en alle Europese burgers. De Commissie (Eurostat) dient alle noodzakelijke maatregelen te nemen om gemakkelijke en gebruiksvriendelijke onlinetoegang tot gegevensreeksen te bieden en de gebruikers een intuïtieve presentatie van de gegevens aan te reiken.

(3)

Europese statistieken over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en BDI zijn van vitaal belang om te zorgen voor een goed onderbouwde vorming van economisch beleid en het maken van accurate economische prognoses.

(4)

De Commissie heeft naar aanleiding van de vaststelling van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4) door middel van een verklaring toegezegd (5) vigerende wetgevingshandelingen die verwijzingen naar de regelgevingsprocedure met toetsing bevatten, te bezien in het licht van de in het VWEU vastgelegde criteria.

(5)

Verordening (EG) nr. 184/2005 bevat verwijzingen naar de regelgevingsprocedure met toetsing en moet derhalve aan de hand van de in het VWEU neergelegde criteria worden herzien.

(6)

In de context van de aanpassing van Verordening (EG) nr. 184/2005 aan de artikelen 290 en 291 VWEU moeten de bij die verordening aan de Commissie toegekende uitvoeringsbevoegdheden worden vervangen door de bevoegdheid gedelegeerde handelingen en/of uitvoeringshandelingen vast te stellen.

(7)

De bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen moet aan de Commissie worden overgedragen wanneer ingevolge economische of technische veranderingen de niveaus geografische uitsplitsing, indeling van institutionele sectoren en uitsplitsing naar economische activiteit, vermeld in de tabellen 6, 7 en 8 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 184/2005, moeten worden geactualiseerd, mits dergelijke actualisering geen invloed heeft op de rapportagelast noch het geldende onderliggende conceptuele kader wijzigen. De bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen moet ook aan de Commissie worden overgedragen wanneer bepaalde vereisten voor gegevensstromen in bijlage I bij die verordening moeten worden geschrapt of verminderd, mits deze schrapping of vermindering de kwaliteit van de in overeenstemming met deze verordening geproduceerde statistieken niet vermindert. Deze gedelegeerde handelingen moeten ook betrekking hebben op de verlenging van de termijn voor het verslag over de resultaten van de studies over BDI-statistieken die steunen op het concept van uiteindelijk eigenaar en BDI-statistieken waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen transacties betreffende greenfield-BDI en overnames. De Commissie dient ervoor te zorgen dat deze gedelegeerde handelingen voor de lidstaten en de respondenten geen aanzienlijke extra lasten meebrengen, bovenop wat voor de toepassing van deze verordening noodzakelijk is, noch het geldende onderliggende conceptuele kader wijzigen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden het nodige overleg pleegt, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (6). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(8)

Teneinde eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 184/2005 te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met het oog op de harmonisatie van de modaliteiten, de opbouw en de frequentie van de kwaliteitsrapporten. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.

(9)

Het in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 184/2005 bedoelde Betalingsbalanscomité heeft advies verstrekt aan de Commissie en heeft haar bijgestaan bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden. Volgens de strategie om ter verbetering van de coördinatie en het partnerschap het Europees statistisch systeem (ESS) een nieuwe, duidelijk piramidevormige structuur te geven, dient het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (7) opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité) een adviserende rol te hebben en de Commissie bij te staan bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden. Hiertoe moet Verordening (EG) nr. 184/2005 aldus worden gewijzigd dat de verwijzingen naar het Betalingsbalanscomité worden vervangen door een verwijzing naar het ESS-comité.

(10)

De bestaande goede operationele samenwerking tussen de nationale centrale banken (NCB's) en de nationale bureaus voor de statistiek (NBS'en) en tussen Eurostat en de Europese Centrale Bank (ECB) heeft een meerwaarde die men moet blijven benutten en die verder moet worden ontwikkeld met het oog op verbetering van de algehele consistentie en de kwaliteit van macro-economische statistieken, zoals betalingsbalansstatistieken, financiële statistieken, statistieken betreffende de overheidsfinanciën en nationale rekeningen. De NCB's en de NBS'en moeten nauw betrokken blijven bij de voorbereiding van alle besluiten in verband met de betalingsbalans, internationale handel in diensten en BDI-statistieken via hun deelname aan de respectieve verantwoordelijke deskundigengroepen. De samenwerking tussen het ESS en het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) wordt op strategisch niveau gecoördineerd binnen het European Statistical Forum, ingesteld op grond van een memorandum van overeenstemming over de samenwerking tussen de leden van het Europees statistisch systeem en de leden van het Europees Stelsel van centrale banken, dat is ondertekend op 24 april 2013.

(11)

Met het oog op een nog nauwere samenwerking tussen het ESS en het ESCB dient de Commissie het advies van het bij Besluit 2006/856/EG van de Raad (8) opgerichte Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (CMFB) in te winnen over alle aangelegenheden die behoren tot de in dat besluit vermelde bevoegdheden van dat comité.

(12)

Krachtens artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, VWEU moet de ECB worden geraadpleegd over elk voorstel voor een handeling van de Unie op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen.

(13)

De lidstaten moeten de nodige gegevens verstrekken opdat de Europese statistieken over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en BDI tijdig, in de juiste vorm en met de vereiste kwaliteit kunnen worden opgesteld.

(14)

Sinds de vaststelling van Verordening (EG) nr. 184/2005 zijn de internationale kapitaalstromen zowel intensiever als complexer geworden. Door het toegenomen gebruik van voor een speciaal doel opgerichte vehikels (special purpose vehicles) en juridische constructies om kapitaalstromen te leiden is het moeilijker geworden deze stromen te monitoren met het oog op de traceerbaarheid ervan en het voorkomen van dubbele of meervoudige telling.

(15)

Verordening (EG) nr. 184/2005 dient derhalve te worden bijgewerkt teneinde ze transparanter en fijnmaziger te maken wat betreft de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en de BDI.

(16)

Teneinde de krachtens deze verordening vereiste passende informatie te vergaren, dienen de lidstaten gebruik te maken van alle relevante en adequate bronnen, met inbegrip van administratieve gegevensbronnen als bedrijfsregisters of het EuroGroups Register. Ook kan de transparantie worden verbeterd door gebruik te maken van recente innovaties als de mondiale identificatiecode voor juridische entiteiten (global legal entity identifier), evenals van de registers van uiteindelijk begunstigden die in het kader van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (9) zijn ingesteld.

(17)

Om statistieken te ontwikkelen over BDI die steunen op het concept van uiteindelijk eigenaar en BDI-statistieken die het onderscheid maken tussen transacties inzake greenfield-BDI en tot overnames leidende BDI, die gedurende een bepaalde periode in de regel niet in een toename van de bruto-investeringen in de lidstaten resulteren, dient op deze gebieden een passende methodologie te worden ontwikkeld en versterkt. Dit moet gebeuren in samenwerking met relevante belanghebbenden als de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, het Internationaal Monetair Fonds en de Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling.

(18)

Middels pilotstudies dienen de voorwaarden, inclusief het methodologisch kader, te worden vastgesteld voor de invoering van nieuwe gegevensverzamelingen over jaarlijkse BDI-statistieken en voor de evaluatie van de kosten van de gerelateerde gegevensverzamelingen, de kwaliteit van de statistieken en de vergelijkbaarheid tussen de landen. De Commissie dient over de resultaten van deze studies een verslag op te stellen en dit aan het Europees Parlement en aan de Raad voor te leggen.

(19)

Ter waarborging van de kwaliteit van de statistische gegevens die door de lidstaten worden verstrekt, moet de Commissie gebruikmaken van de passende prerogatieven en bevoegdheden bedoeld in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 223/2009.

(20)

Verordening (EG) nr. 184/2005 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 184/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 2 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen wanneer ingevolge economische of technische veranderingen de niveaus geografische uitsplitsing, indeling van institutionele sectoren en uitsplitsing naar economische activiteit, bedoeld in de tabellen 6, 7 en 8 van bijlage I, moeten worden geactualiseerd, mits dergelijke actualisering geen invloed heeft op de rapportagelast, noch het geldende onderliggende conceptuele kader wijzigen.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen wanneer bepaalde vereisten voor gegevensstromen als bedoeld in bijlage I moeten worden geschrapt of verminderd, op voorwaarde dat deze schrapping of vermindering de kwaliteit van de in overeenstemming met deze verordening geproduceerde statistieken niet vermindert.

Bij de uitoefening van deze bevoegdheden ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen voor de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende belasting meebrengen.

Voorts geeft de Commissie een behoorlijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen beoogde acties, in voorkomend geval vanuit de optiek van kostenefficiëntie, daaronder begrepen de lasten voor de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (*).

(*)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”."

2)

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

Kwaliteitscriteria en rapporten

1.   Voor de toepassing van deze verordening zijn de kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing op de overeenkomstig artikel 5 van deze verordening toe te zenden gegevens.

2.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) een rapport over de kwaliteit van de toegezonden gegevens („kwaliteitsrapport”).

3.   Bij de toepassing van de in lid 1 bedoelde kwaliteitscriteria op de onder deze verordening vallende gegevens worden de modaliteiten, de opbouw en de frequentie van de kwaliteitsrapporten door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4.   De Commissie (Eurostat) beoordeelt, met de bijstand van het in artikel 11, lid 1, bedoelde Comité voor het Europees statistisch systeem, de kwaliteit van de toegezonden gegevens op basis van een adequate analyse van de kwaliteitsrapporten en stelt een verslag over de kwaliteit van de onder deze verordening vallende Europese statistiek op en maakt dat verslag bekend. Dat verslag wordt ter informatie voorgelegd aan het Europees Parlement en aan de Raad.

5.   De lidstaten delen de Commissie (Eurostat) alle belangrijke methodologische of andere soorten veranderingen mee die de toegezonden gegevens kunnen beïnvloeden, en wel uiterlijk drie maanden nadat dergelijke veranderingen van toepassing zijn geworden. De Commissie stelt het Europees Parlement en de overige lidstaten van dergelijke mededelingen in kennis.”.

3)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

Gegevensstromen

1.   De te produceren statistieken worden voor toezending aan de Commissie (Eurostat) gegroepeerd overeenkomstig de volgende gegevensstromen:

a)

maandstatistieken betalingsbalans;

b)

kwartaalstatistieken betalingsbalans;

c)

internationale handel in diensten;

d)

BDI-stromen;

e)

BDI-posities.

2.   De Commissie (Eurostat) en de lidstaten ontwikkelen in samenwerking met de betrokken internationale partners de passende methodologie voor het opstellen van BDI-statistieken die in aanvulling op het rechtstreekse-tegenpartijbeginsel (immediate counterpart principle) steunen op het concept van uiteindelijk eigenaar en BDI-statistieken waarin het onderscheid gemaakt wordt tussen transacties betreffende greenfield-BDI en overnames.

3.   Uiterlijk op 20 juli 2018 stelt de Commissie (Eurostat) door de lidstaten uit te voeren pilotstudies in met betrekking tot jaarlijkse BDI-statistieken die steunen op het concept van uiteindelijk eigenaar en BDI-statistieken waarin het onderscheid gemaakt wordt tussen transacties betreffende greenfield-BDI en overnames. Doel van die studies is de voorwaarden, inclusief het vereiste methodologisch kader, voor het invoeren van deze nieuwe gegevensverzamelingen inzake jaarlijkse BDI-statistieken te bepalen, de kosten van de betrokken gegevensverzamelingen en van de inherente kwaliteit van de statistieken te beoordelen en ervoor te zorgen dat de vergelijkbaarheid tussen landen kan worden beoordeeld.

4.   Om de uitvoering van de in lid 3 bedoelde studies te vergemakkelijken kan de Unie de lidstaten financiële steun in de vorm van subsidies verstrekken in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (**).

5.   Uiterlijk op 20 juli 2019 stelt de Commissie (Eurostat) een verslag op over de resultaten van de in lid 3 bedoelde studies. Dit verslag wordt doorgestuurd aan het Europees Parlement en de Raad, en behelst in voorkomend geval de resterende voorwaarden waaraan moet worden voldaan met het oog op het ontwikkelen van de in lid 2 bedoelde methodologie.

6.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid 5 van dit artikel vermelde verslagleggingstermijn met twaalf maanden te verlengen indien in de beoordeling door de Commissie van de in dat lid bedoelde pilotstudies wordt gesteld dat het vaststellen van de resterende voorwaarden passend is.

Bij de uitoefening van deze bevoegdheden ziet de Commissie erop toe dat de gedelegeerde handelingen voor de lidstaten of de respondenten geen aanzienlijke bijkomende belasting meebrengen.

Voorts geeft de Commissie een behoorlijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen beoogde acties, in voorkomend geval vanuit de optiek van kostenefficiëntie, daaronder begrepen de lasten voor de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 223/2009.

7.   Uiterlijk twaalf maanden na de datum van het uitbrengen van het in lid 5 bedoelde verslag dient de Commissie waar passend, met name naargelang van haar beoordeling van de resultaten van de in lid 3 bedoelde pilotstudies, een voorstel in tot wijziging van deze verordening ter omschrijving van de methodologische en de gegevensvereisten voor jaarlijkse BDI-statistieken die steunen op het concept van uiteindelijk eigenaar en voor jaarlijkse BDI-statistieken waarin het onderscheid wordt gemaakt tussen transacties betreffende greenfield-BDI en overnames.

(**)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).”."

4)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Verspreiding

1.   De Commissie (Eurostat) verspreidt de krachtens deze verordening geproduceerde Europese statistieken met een gelijkaardige frequentie als gespecificeerd in bijlage I. Deze statistieken worden beschikbaar gesteld via de website van de Commissie (Eurostat).

2.   In overeenstemming met artikel 18 van Verordening (EG) nr. 223/2009 dragen de lidstaten en de Commissie (Eurostat), onverminderd de statistische geheimhouding, zorg voor het verspreiden van gegevens en metagegevens, zoals vereist bij deze verordening, alsmede voor de exacte methodologie die voor het opstellen ervan is gebruikt.”.

5)

Artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 2, lid 3, en artikel 5, lid 6, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 19 juli 2016. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 3, en artikel 5, lid 6, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (***).

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en aan de Raad.

6.   Een overeenkomstig artikel 2, lid 3, en artikel 5, lid 6, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met drie maanden verlengd.

(***)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.”."

6)

Artikel 11 wordt vervangen door:

„Artikel 11

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 opgericht Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (****).

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

(****)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”."

7)

Artikel 12 wordt vervangen door:

„Artikel 12

Uitvoeringsverslagen

Uiterlijk op 28 februari 2018, en vervolgens om de vijf jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag over de uitvoering van deze verordening in.

Dit verslag bevat met name:

a)

een evaluatie van de kwaliteit van de gegevens over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en BDI;

b)

een beoordeling van de baten van de geproduceerde statistieken voor de Unie, de lidstaten en de verstrekkers en gebruikers van statistische gegevens, in verhouding tot de kosten;

c)

de vermelding op welke gebieden verbeteringen en aanpassingen mogelijk zijn die in het licht van de verkregen resultaten nodig worden geacht.”.

8)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 12 bis

Samenwerking met andere comités

Voor alle aangelegenheden die onder de bevoegdheid vallen van het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek, dat is opgericht bij Besluit 2006/856/EG van de Raad (*****), vraagt de Commissie dat comité om advies in overeenstemming met dat besluit.

(*****)  Besluit 2006/856/EG van de Raad van 13 november 2006 tot oprichting van een Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (PB L 332 van 30.11.2006, blz. 21).”."

9)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 8 juni 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

A.G. KOENDERS


(1)  PB C 31 van 30.1.2015, blz. 3.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 10 mei 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 30 mei 2016.

(3)  Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23).

(4)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(5)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 19.

(6)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(7)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(8)  Besluit 2006/856/EG van de Raad van 13 november 2006 tot oprichting van een Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (PB L 332 van 30.11.2006, blz. 21).

(9)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 184/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De aanhef van tabel 2 wordt vervangen door:

„Frequentie: driemaandelijks

Eerste referentieperiode: eerste kwartaal 2014

Termijn: T + 85 van 2014 tot en met 2016; T + 82 vanaf 2017 (2)

(2)  De overgang naar T + 82 is niet verplicht voor lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen.”."

2)

In tabel 2 wordt, onder deel E. „Internationale investeringspositie”, de vermelding „Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werknemers” vervangen door:

„Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werknemers

Naar ingezeten sector (Sec 2)

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)

 

 

Geo 2 (1)”

3)

Tabel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermelding „Directe investeringen in het buitenland (DIB) — Transacties” wordt vervangen door:

„Directe investeringen in het buitenland (DIB) — Transacties

Geo 6

Geo 6 (*)

Geo 6 (*)”

b)

de vermelding „Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) — transacties” wordt vervangen door:

„Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) — Transacties

Geo 6

Geo 6 (*)

Geo 6 (*)”

c)

de volgende eindnoot wordt toegevoegd:

„(*)

Geo 6: Geo 6 vetgedrukt, verplicht met ingang van referentiejaar 2015.”.

4)

Tabel 4.2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermelding „Directe investeringen in het buitenland (DIB) — Inkomen” wordt vervangen door:

„Directe investeringen in het buitenland (DIB) — Inkomen

Geo 6

Geo 6 (*)

Geo 6 (*)”

b)

de vermelding „Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) — inkomen” wordt vervangen door:

„Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE) — Inkomen

Geo 6

Geo 6 (*)

Geo 6 (*)”

c)

de volgende eindnoot wordt toegevoegd:

„(*)

Geo 6: Geo 6 vetgedrukt, verplicht met ingang van referentiejaar 2015.”.

5)

Tabel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de vermelding „Directe investeringen in het buitenland (DIB)” wordt vervangen door:

„Directe investeringen in het buitenland (DIB)

Geo 6

Geo 6 (*)

Geo 6 (*)”

b)

de vermelding „Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE)” wordt vervangen door:

„Directe investeringen in de rapporterende economie (DIRE)

Geo 6

Geo 6 (*)

Geo 6 (*)”

c)

de volgende eindnoot wordt toegevoegd:

„(*)

Geo 6: Geo 6 vetgedrukt, verplicht met ingang van referentiejaar 2015.”.