17.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 160/15


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/958 VAN DE COMMISSIE

van 9 maart 2016

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de technische regelingen voor objectieve presentatie van beleggingsaanbevelingen of andere informatie waarin beleggingsstrategieën worden aanbevolen of voorgesteld en ter openbaarmaking van specifieke belangen of indicaties van belangenverstrengeling

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (1), en met name artikel 20, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Geharmoniseerde normen voor beleggingsaanbevelingen of andere informatie waarin beleggingsstrategieën worden aanbevolen of voorgesteld (hierna „aanbevelingen” genoemd) zijn nodig voor de objectieve, duidelijke en precieze presentatie van dergelijke informatie en voor de openbaarmaking van belangen en belangenverstrengeling. Die normen moeten worden nageleefd door personen die aanbevelingen uitbrengen of verspreiden. Om ervoor te zorgen dat in de markt hoge normen inzake eerlijkheid, integriteit en transparantie prevaleren, moeten aanbevelingen met name objectief worden gepresenteerd, op zodanige wijze dat de marktdeelnemers of het publiek niet worden misleid.

(2)

Alle personen die aanbevelingen uitbrengen of verspreiden, moeten regelingen invoeren om ervoor te zorgen dat informatie objectief wordt gepresenteerd en dat belangen of belangenverstrengeling doeltreffend openbaar worden gemaakt. Daarnaast moeten aanvullende regelingen worden getroffen voor de categorieën van personen die door hun aard en hun activiteiten doorgaans een groter risico vormen voor de marktintegriteit en de beleggersbescherming. Die groep zou bestaan uit onafhankelijke analisten, beleggingsondernemingen, kredietinstellingen, alle personen met als hoofdactiviteit het uitbrengen of verspreiden van aanbevelingen, en de natuurlijke personen die in het kader van een arbeidscontract of op andere wijze voor hen werken, alsook andere personen die beleggingsbeslissingen met betrekking tot financiële instrumenten voorstellen en die stellen over financiële ervaring of deskundigheid te beschikken of als zodanig door marktdeelnemers worden beschouwd (hierna „deskundigen” genoemd). Indicatoren die bij de identificatie van dergelijke deskundigen in aanmerking moeten worden genomen, zijn onder meer de frequentie waarmee zij aanbevelingen uitbrengen, het aantal volgers dat zij hebben wanneer zij aanbevelingen voorstellen, hun persoonlijke loopbaangegevens, onder meer of zij in het verleden professioneel aanbevelingen hebben uitgebracht, en of hun vroegere aanbevelingen door derden, bijvoorbeeld de media, worden of werden overgenomen.

(3)

De identiteit van de personen die aanbevelingen uitbrengen, hun bevoegde autoriteit, als die er is, en de data en tijdstippen waarop de aanbevelingen werden voltooid en vervolgens verspreid, moeten openbaar worden gemaakt, omdat deze gegevens voor beleggers waardevolle informatie voor hun beleggingsbeslissingen kan zijn.

(4)

De openbaarmaking van waarderingen en methoden is waardevolle informatie om de aanbevelingen te begrijpen, en om te kunnen inschatten in welke mate de personen die de aanbevelingen uitbrengen, die waarderingen en methoden consistent toepassen. Aanbevelingen die door dezelfde persoon worden uitgebracht en ondernemingen betreffen die tot dezelfde sector of hetzelfde land behoren, moeten zoveel mogelijk systematisch bepaalde consistente gemeenschappelijke factoren hebben. Om die redenen moeten onafhankelijke analisten, beleggingsondernemingen, kredietinstellingen, personen met als hoofdactiviteit het uitbrengen van aanbevelingen, en de natuurlijke personen die in het kader van een arbeidscontract of op andere wijze voor hen werken, alsook deskundigen in de aanbevelingen alle veranderingen in de door hen gebruikte waarderingen en methoden uitleggen.

(5)

De belangen van personen die aanbevelingen uitbrengen, en de verstrengeling waartoe die belangen aanleiding zouden kunnen geven, kunnen van invloed zijn op de mening die deze personen in hun aanbevelingen uiten. Om ervoor te zorgen dat de objectiviteit en de betrouwbaarheid van de informatie kunnen worden beoordeeld, moet het passend zijn dat alle betrekkingen en omstandigheden waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat ze de objectiviteit van de informatie in het gedrang brengen, waaronder belangen of belangenverstrengeling van de persoon die de aanbeveling uitbrengt, of van een persoon die tot dezelfde groep behoort, met betrekking tot het financiële instrument of de uitgevende instelling waarop de aanbeveling direct of indirect betrekking heeft, openbaar worden gemaakt.

(6)

De openbaarmaking van belangen of belangenverstrengeling moet specifiek genoeg zijn zodat de ontvanger van de aanbeveling een geïnformeerd standpunt kan innemen over de omvang en de aard van het belang of de belangenverstrengeling. Onafhankelijke analisten, beleggingsondernemingen, kredietinstellingen, personen met als hoofdactiviteit het uitbrengen van aanbevelingen, en de natuurlijke personen die in het kader van een arbeidscontract of op andere wijze voor hen werken, alsook deskundigen moeten ook openbaar maken of zij een netto long- of shortpositie bezitten boven een vooraf vastgestelde drempel in het uitgegeven aandelenkapitaal van de uitgevende instelling waarop de aanbeveling betrekking heeft. In die context moeten zij de netto long- of shortpositie berekenen volgens de methode voor de berekening van posities die in Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) is vastgesteld.

(7)

Omwille van de evenredigheid moet worden toegestaan dat personen die aanbevelingen uitbrengen, hun regelingen voor objectieve presentatie en voor openbaarmaking van belangen of belangenverstrengeling aanpassen binnen de in deze verordening vastgestelde grenzen, onder meer wanneer zij tijdens bijvoorbeeld bijeenkomsten, promotietours, audio- of videoconferenties of in interviews op radio, televisie of websites niet-schriftelijke aanbevelingen uitbrengen.

(8)

Aanbevelingen mogen in ongewijzigde, gewijzigde of samengevatte vorm worden verspreid door een andere persoon dan de persoon die de aanbevelingen uitbrengt. De wijze waarop personen die aanbevelingen verspreiden, die aanbevelingen behandelen, kan een belangrijk effect hebben op de beoordeling daarvan door beleggers. Het kan met name voor beleggers bij het nemen van hun beleggingsbeslissingen van belang zijn om de identiteit te kennen van de persoon die de aanbeveling verspreidt, en te weten in welke mate de oorspronkelijke aanbeveling is gewijzigd.

(9)

Wanneer de personen die aanbevelingen verspreiden slechts bepaalde elementen van een oorspronkelijke aanbeveling extrapoleren, zou dit kunnen neerkomen op een wezenlijke wijziging van de inhoud van de oorspronkelijke aanbeveling. Een verandering in de richting van de oorspronkelijke aanbeveling (bv. door de aanbeveling „kopen” te veranderen in een aanbeveling „aanhouden” of „verkopen”, of omgekeerd, of door de richtkoers te veranderen) moet altijd als een wezenlijke wijziging worden beschouwd.

(10)

De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening moet plaatsvinden overeenkomstig de nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3).

(11)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan de Commissie heeft voorgelegd.

(12)

De Europese Autoriteit voor effecten en markten heeft openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de potentiële hieraan gerelateerde kosten en baten geanalyseerd en heeft het advies van de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten ingewonnen (4).

(13)

Teneinde de goede werking van de financiële markten te waarborgen, is het noodzakelijk dat deze verordening met spoed in werking treedt en dat de bepalingen van deze verordening vanaf dezelfde datum van toepassing zijn als de bepalingen van Verordening (EU) nr. 596/2014,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „deskundige”: een in artikel 3, lid 1, punt 34, onder ii), van Verordening (EU) nr. 596/2014 bedoelde persoon die herhaaldelijk beleggingsbeslissingen met betrekking tot financiële instrumenten voorstelt en die:

i)

stelt over financiële deskundigheid of ervaring te beschikken; of

ii)

zijn aanbevelingen verstrekt op een manier waardoor andere personen redelijkerwijs zouden aannemen dat hij over financiële deskundigheid of ervaring beschikt;

b)   „groep”: een groep in de zin van artikel 2, lid 11, van Richtlijn 2013/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (5).

HOOFDSTUK II

UITBRENGEN VAN AANBEVELINGEN

Artikel 2

Identiteit van uitbrengers van aanbevelingen

1.   Personen die beleggingsaanbevelingen of andere informatie waarin een beleggingsstrategie wordt aanbevolen of voorgesteld („aanbevelingen”), uitbrengen, maken in alle door hen uitgebrachte aanbevelingen duidelijk en opvallend melding van hun identiteit en de volgende informatie over de identiteit van alle andere personen die voor het uitbrengen van de aanbeveling verantwoordelijk zijn:

a)

de naam en de functie van alle natuurlijke personen die bij het uitbrengen van de aanbeveling betrokken zijn;

b)

wanneer een bij het uitbrengen van de aanbeveling betrokken natuurlijke of rechtspersoon in het kader van een contract, waaronder een arbeidscontract, of op andere wijze voor een rechtspersoon handelt, de naam van die rechtspersoon.

2.   Wanneer de persoon die aanbevelingen uitbrengt, een beleggingsonderneming, een kredietinstelling of een natuurlijke persoon is die in het kader van een arbeidscontract of op andere wijze voor een beleggingsonderneming of een kredietinstelling werkt, deelt hij naast de in lid 1 vastgestelde informatie de identiteit van de betrokken bevoegde autoriteit in de aanbeveling mee.

3.   Wanneer de persoon die aanbevelingen uitbrengt, geen in lid 2 bedoelde persoon is maar onderworpen is aan uit zelfregulering voortvloeiende normen of gedragscodes voor het uitbrengen van aanbevelingen, neemt hij naast de in lid 1 vastgestelde informatie een verwijzing naar die normen of codes in de aanbeveling op.

Artikel 3

Algemene verplichtingen met betrekking tot objectieve presentatie van aanbevelingen

1.   Personen die aanbevelingen uitbrengen, zorgen ervoor dat hun aanbevelingen aan de volgende vereisten voldoen:

a)

feiten worden duidelijk onderscheiden van interpretaties, ramingen, adviezen en andere vormen van informatie die niet op feiten berust;

b)

alle wezenlijke informatiebronnen worden duidelijk en opvallend vermeld;

c)

alle informatiebronnen zijn betrouwbaar; wanneer wordt betwijfeld of een bron betrouwbaar is, wordt dit duidelijk vermeld;

d)

alle projecties, prognoses en richtkoersen worden duidelijk en opvallend als zodanig aangemerkt, en de wezenlijke aannames bij het opstellen en het gebruik ervan worden vermeld;

e)

de datum en het tijdstip waarop het uitbrengen van de aanbeveling werd voltooid, worden duidelijk en opvallend vermeld.

2.   Wanneer de openbaarmaking van de in lid 1, onder b) of e), vereiste informatie gelet op de lengte of de vorm van de aanbeveling onevenredig is, onder meer in het geval van een niet-schriftelijke aanbeveling die bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten, promotietours, audio- of videoconferenties of in interviews op radio, televisie of websites wordt uitgebracht, vermeldt de persoon die aanbevelingen uitbrengt, in de aanbeveling waar de vereiste informatie direct en gemakkelijk kan worden geraadpleegd door de personen die de aanbeveling kosteloos ontvangen.

3.   Personen die aanbevelingen uitbrengen, motiveren alle door hen uitgebrachte aanbevelingen bij de bevoegde autoriteit op diens verzoek.

Artikel 4

Aanvullende verplichtingen met betrekking tot objectieve presentatie van aanbevelingen die van toepassing zijn op de in artikel 3, lid 1, punt 34, onder i), van Verordening (EU) nr. 596/2014 bedoelde personen en deskundigen

1.   Naast de in artikel 3 vastgestelde informatie nemen de in artikel 3, lid 1, punt 34, onder i), van Verordening (EU) nr. 596/2014 bedoelde personen en deskundigen duidelijk en opvallend de volgende informatie in de aanbeveling op:

a)

indien de aanbeveling openbaar is gemaakt aan de uitgevende instelling waarop de aanbeveling direct of indirect betrekking heeft, en vervolgens is gewijzigd, een verklaring daarover;

b)

een samenvatting van alle waarderingsgrondslagen of methoden die voor de beoordeling van een financieel instrument of een uitgevende instelling of voor de vaststelling van een richtkoers voor een financieel instrument zijn gebruikt, en van de onderliggende aannames, alsook een indicatie en een samenvatting van alle veranderingen in de waardering, methoden of onderliggende aannames;

c)

wanneer de persoon die aanbevelingen uitbrengt, geen beschermde modellen heeft gebruikt, een indicatie van de plaats waar nadere informatie over de waardering, methoden en de onderliggende aannames direct en gemakkelijk kan worden geraadpleegd;

d)

wanneer de persoon die aanbevelingen uitbrengt, beschermde modellen heeft gebruikt, een indicatie van de plaats waar wezenlijke informatie over de beschermde modellen direct en gemakkelijk kan worden geraadpleegd;

e)

een afdoende uitleg van de betekenis van de uitgebrachte aanbevelingen, zoals de aanbevelingen „kopen”, „verkopen” of „aanhouden”, en van de duur van de belegging waarop de aanbeveling betrekking heeft, en een passende risicowaarschuwing, met inbegrip van een gevoeligheidsanalyse van de aannames;

f)

een verwijzing naar de geplande frequentie van de herzieningen van de aanbeveling;

g)

een indicatie van de relevante datum en het tijdstip voor alle in de aanbeveling vermelde koersen van financiële instrumenten;

h)

ingeval een aanbeveling verschilt van een van hun vorige aanbevelingen met betrekking tot hetzelfde financiële instrument of dezelfde uitgevende instelling die tijdens de voorafgaande twaalf maanden is verspreid, een indicatie van de wijziging(en) en de datum van die vorige aanbeveling; en

i)

een lijst van al hun aanbevelingen over een financieel instrument of een uitgevende instelling die tijdens de voorafgaande twaalf maanden werden verspreid, met voor elke aanbeveling de volgende informatie: de datum van verspreiding, de identiteit van de in artikel 2, lid 1, onder a), bedoelde personen, de richtkoers en de relevante marktprijs op het tijdstip van verspreiding, de richting van de aanbeveling en de geldigheidsduur van de richtkoers of van de aanbeveling.

2.   Wanneer de openbaarmaking van de in lid 1, onder b), e) of i), vereiste informatie gelet op de lengte of de vorm van de aanbeveling onevenredig is, onder meer in het geval van een niet-schriftelijke aanbeveling die bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten, promotietours, audio- of videoconferenties of in interviews op radio, televisie of websites wordt uitgebracht, vermeldt de persoon die aanbevelingen uitbrengt, in de aanbeveling waar de vereiste informatie direct en gemakkelijk kan worden geraadpleegd door de personen die de aanbeveling kosteloos ontvangen.

Artikel 5

Algemene verplichtingen met betrekking tot de openbaarmaking van belangen of belangenverstrengeling

1.   Personen die aanbevelingen uitbrengen, maken in hun aanbevelingen alle betrekkingen en omstandigheden openbaar waarvan redelijkerwijs mag worden verwacht dat ze de objectiviteit van de aanbeveling in het gedrang brengen, waaronder belangen of belangenverstrengeling, van hen of van alle natuurlijke of rechtspersonen die in het kader van een contract, waaronder een arbeidscontract, of op andere wijze voor hen werken en die bij het uitbrengen van de aanbeveling betrokken waren, met betrekking tot alle financiële instrumenten of de uitgevende instelling waarop de aanbeveling direct of indirect betrekking heeft.

2.   Wanneer een in lid 1 bedoelde persoon die aanbevelingen uitbrengt, een rechtspersoon is, omvat de overeenkomstig lid 1 openbaar te maken informatie ook alle belangen of belangenverstrengeling van alle personen die tot dezelfde groep behoren die:

a)

bekend zijn, of redelijkerwijs mochten worden verwacht bekend te zijn, bij de personen die bij het uitbrengen van de aanbeveling betrokken zijn; of

b)

bekend zijn bij de personen die weliswaar niet bij het uitbrengen van de aanbeveling betrokken zijn, maar die toegang hebben, of van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij toegang hebben, tot de aanbeveling voordat die is voltooid.

3.   Wanneer een in lid 1 bedoelde persoon die aanbevelingen uitbrengt, een natuurlijke persoon is, omvat de overeenkomstig lid 1 openbaar te maken informatie ook alle belangen of belangenverstrengeling van alle nauw met hem gelieerde personen.

Artikel 6

Aanvullende verplichtingen met betrekking tot de openbaarmaking van belangen of belangenverstrengeling door de in artikel 3, lid 1, punt 34, onder i), van Verordening (EU) nr. 596/2014 bedoelde personen en deskundigen

1.   Naast de in artikel 5 vereiste informatie nemen de in artikel 3, lid 1, punt 34, onder i), van Verordening (EU) nr. 596/2014 bedoelde personen en deskundigen in de aanbeveling de volgende informatie op over hun belangen en belangenverstrengeling met betrekking tot de uitgevende instelling waarop de aanbeveling direct of indirect betrekking heeft:

a)

als zij een netto long- of shortpositie bezitten die de drempel van 0,5 % van het totale uitgegeven aandelenkapitaal van de uitgevende instelling overschrijdt, berekend overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. 236/2012 en de hoofdstukken III en IV van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie (6), een verklaring daarover waarin wordt gespecificeerd of de nettopositie long of short is;

b)

als de uitgevende instelling deelnemingen aanhoudt van meer dan 5 % van hun totale uitgegeven aandelenkapitaal, een verklaring daarover;

c)

als de persoon die de aanbeveling uitbrengt of een andere persoon die met hem tot dezelfde groep behoort:

i)

een market maker of een liquiditeitsverschaffer in de financiële instrumenten van de uitgevende instelling is, een verklaring daarover;

ii)

tijdens de voorafgaande twaalf maanden lead manager of co-lead manager is geweest bij een openbare aanbieding van financiële instrumenten van de uitgevende instelling, een verklaring daarover;

iii)

partij is bij een overeenkomst met de uitgevende instelling met betrekking tot het verstrekken van diensten van beleggingsondernemingen die in de delen A en B van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (7) zijn opgenomen, een verklaring daarover, mits dit niet zou leiden tot de openbaarmaking van vertrouwelijke commerciële informatie en de overeenkomst tijdens de voorafgaande twaalf maanden van kracht was of in dezelfde periode aanleiding heeft gegeven tot de verplichting tot betaling of ontvangst van een vergoeding;

iv)

partij is bij een overeenkomst met de uitgevende instelling met betrekking tot het uitbrengen van de aanbeveling, een verklaring daarover.

2.   Wanneer de in lid 1 bedoelde persoon een beleggingsonderneming, een kredietinstelling of een natuurlijke of rechtspersoon is die in het kader van een contract, waaronder een arbeidscontract, of op andere wijze voor een beleggingsonderneming of een kredietinstelling werkt, neemt hij naast de in lid 1 vastgestelde informatie de volgende informatie in de aanbeveling op:

a)

een beschrijving van de daadwerkelijke interne organisatorische en administratieve regelingen en van alle informatiebarrières die hij heeft opgezet om belangenverstrengeling met betrekking tot de aanbevelingen te voorkomen en te vermijden;

b)

als de vergoeding van de natuurlijke of rechtspersonen die in het kader van een arbeidscontract of op andere wijze voor hem werken, en die bij het uitbrengen van de aanbeveling betrokken waren, direct gekoppeld is aan transacties bij diensten van beleggingsondernemingen die in de delen A en B van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU zijn opgenomen, of aan andere soorten transacties die hij of een tot dezelfde groep behorende rechtspersoon verricht, of aan handelsvergoedingen die hij of een tot dezelfde groep behorende rechtspersoon ontvangt, een verklaring daarover;

c)

informatie over de prijs en datum van verwerving van aandelen wanneer natuurlijke personen die in het kader van een arbeidscontract of op andere wijze voor de in de eerste alinea bedoelde persoon werken, en die bij het uitbrengen van de aanbeveling betrokken waren, de aandelen van de uitgevende instelling waarop de aanbeveling direct of indirect betrekking heeft, ontvangen of aankopen voordat die aandelen openbaar worden aangeboden.

3.   Wanneer de in lid 1 bedoelde persoon een beleggingsonderneming, een kredietinstelling of een natuurlijke of rechtspersoon is die in het kader van een contract, waaronder een arbeidscontract, of op andere wijze voor een beleggingsonderneming of kredietinstelling werkt, maakt hij per kwartaal het aandeel openbaar van alle aanbevelingen die „kopen”, „aanhouden”, „verkopen” luiden of gelijkwaardig geformuleerd zijn tijdens de voorafgaande twaalf maanden, en het aandeel van de met elk van die categorieën overeenstemmende uitgevende instellingen waarvoor hij tijdens de voorafgaande twaalf maanden belangrijke diensten van beleggingsondernemingen die in de delen A en B van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU zijn opgenomen, heeft verricht.

4.   Wanneer de openbaarmaking van de in de leden 1 en 2 bedoelde informatie gelet op de lengte of de vorm van de aanbeveling onevenredig is, onder meer in het geval van een niet-schriftelijke aanbeveling die bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten, promotietours, audio- of videoconferenties of interviews op radio, televisie of websites wordt uitgebracht, vermeldt de persoon die aanbevelingen uitbrengt, in de aanbeveling waar de vereiste informatie direct en gemakkelijk kan worden geraadpleegd door de personen die de aanbeveling kosteloos ontvangen.

Artikel 7

Verspreiding van aanbevelingen door de uitbrenger

Wanneer een persoon die aanbevelingen uitbrengt, een door hem uitgebrachte aanbeveling verspreidt, neemt hij in de aanbeveling de datum en het tijdstip op waarop de aanbeveling voor het eerst werd verspreid.

HOOFDSTUK III

VERSPREIDING VAN DOOR DERDEN UITGEBRACHTE AANBEVELINGEN

Artikel 8

Regelingen voor de verspreiding van aanbevelingen

1.   Personen die door derden uitgebrachte aanbevelingen verspreiden, delen de personen die de aanbevelingen ontvangen, de volgende informatie mee:

a)

hun identiteit, op een duidelijke en opvallende manier;

b)

alle betrekkingen en omstandigheden waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat ze de objectieve presentatie van de aanbeveling in het gedrang brengen, waaronder belangen of belangenverstrengeling met betrekking tot alle financiële instrumenten of uitgevende instellingen waarop de aanbeveling direct of indirect betrekking heeft;

c)

de datum en het tijdstip waarop de aanbeveling het eerst wordt verspreid.

2.   Wanneer een in lid 1 bedoelde persoon een beleggingsonderneming, een kredietinstelling of een natuurlijke of rechtspersoon is die in het kader van een contract, waaronder een arbeidscontract, of op andere wijze voor een beleggingsonderneming of een kredietinstelling werkt, deelt hij de personen die de aanbevelingen ontvangen, naast de in lid 1 vastgestelde informatie de volgende informatie in de aanbeveling mee:

a)

de identiteit van de betrokken bevoegde autoriteit;

b)

zijn eigen belangen of een indicatie van belangenverstrengeling als vastgesteld in artikel 5 en artikel 6, leden 1 en 2, tenzij hij optreedt als het verspreidingskanaal van de aanbevelingen die binnen dezelfde groep worden uitgebracht zonder dat hij discretionaire bevoegdheid heeft wat de selectie van de te verspreiden aanbeveling betreft.

Artikel 9

Aanvullende regelingen voor de verspreiding van samenvattingen van of uittreksels uit aanbevelingen

1.   Naast de in artikel 8 vastgestelde informatie zorgen personen die een samenvatting van of een uittreksel uit een door een derde uitgebrachte aanbeveling verspreiden, ervoor dat die samenvatting of dat uittreksel:

a)

duidelijk en niet misleidend is;

b)

als samenvatting of uittreksel wordt aangemerkt;

c)

een duidelijke verwijzing naar de originele aanbeveling bevat.

2.   De in lid 1 bedoelde personen zorgen er ook voor dat de in de artikelen 2 tot en met 6 opgenomen informatie met betrekking tot de uitbrenger van de aanbeveling, hetzij direct in de samenvatting of het uittreksel zelf beschikbaar wordt gemaakt, hetzij via verwijzing naar de plaats waar die informatie kan worden geraadpleegd door de personen die de samenvatting van of het uittreksel uit de aanbeveling kosteloos ontvangen.

Artikel 10

Aanvullende regelingen voor de verspreiding van wezenlijk gewijzigde aanbevelingen

1.   Naast de in artikel 8 vastgestelde informatie zorgen de personen die een door een derde uitgebrachte aanbeveling verspreiden die wezenlijk is gewijzigd, ervoor dat de wezenlijke wijziging duidelijk en nauwkeurig in de aanbeveling is opgegeven.

2.   De in lid 1 bedoelde personen voldoen aan de in de artikelen 2 tot en met 5 vastgestelde vereisten met betrekking tot de wezenlijke wijziging en nemen in de wezenlijk gewijzigde aanbeveling een verwijzing op naar de plaats waar de in de artikelen 2 tot en met 6 vastgestelde informatie met betrekking tot de uitbrenger van de originele aanbeveling kan worden geraadpleegd door de personen die de wezenlijk gewijzigde aanbeveling kosteloos ontvangen.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 3 juli 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 maart 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1).

(3)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(4)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(5)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

(6)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van definities, de berekening van netto shortposities, gedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld, meldingsdrempels, liquiditeitsdrempels voor het opschorten van beperkingen, aanmerkelijke dalingen in de waarde van financiële instrumenten en ongunstige gebeurtenissen (PB L 274 van 9.10.2012, blz. 1).

(7)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).