29.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 115/33


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/669 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2016

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 wat betreft de wijziging en de inhoud van plattelandsontwikkelingsprogramma's, de publiciteit over deze programma's en de omrekeningspercentages in grootvee-eenheden

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (1), en met name artikel 8, lid 3, de artikelen 12 en 41 en artikel 66, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie (2) is bepaald hoeveel wijzigingen van plattelandsontwikkelingsprogramma's de lidstaten bij de Commissie mogen indienen. Wanneer steun wordt verleend via een financieringsinstrument, moeten specifieke voorschriften gelden, zodat de lidstaten beschikken over de nodige flexibiliteit voor de uitvoering van het financieringsinstrument. Bijgevolg moet het maximumaantal programmawijzigingen niet gelden voor wijzigingen die betrekking hebben op de programmering van financieringsinstrumenten.

(2)

In artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 zijn regels vastgesteld voor de omrekening van eenheden, waaronder bepalingen inzake omrekeningspercentages van verschillende categorieën dieren naar grootvee-eenheden. Er moet worden verduidelijkt dat dergelijke omrekeningspercentages niet alleen gelden voor verbintenissen op het gebied van het fokken van plaatselijke rassen die voor de landbouw verloren dreigen te gaan, maar voor alle aan veeteelt gerelateerde verbintenissen in het kader van de artikelen 28, 29 en 34 van Verordening (EU) nr. 1305/2013.

(3)

In bijlage I, deel 1, punt 8.2, en deel 2, punt 5.2, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 zijn bepaalde voorschriften vastgesteld inzake de beschrijving van de maatregelen uit hoofde van plattelandsontwikkelingsprogramma's en uit hoofde van nationale kaders. Wanneer steun wordt verleend via een financieringsinstrument, moeten specifieke voorschriften gelden, zodat de lidstaten beschikken over de nodige flexibiliteit voor de uitvoering van het financieringsinstrument.

(4)

In bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 zijn de in artikel 9 van die verordening bedoelde omrekeningspercentages van dieren in grootvee-eenheden bepaald en is vastgesteld dat deze omrekeningspercentages voor alle in de tabel opgenomen categorieën kunnen worden verhoogd en voor ander pluimvee kunnen worden verlaagd, rekening houdend met wetenschappelijke gegevens die in de plattelandsontwikkelingsprogramma's moeten worden toegelicht en gemotiveerd. De lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen om in gemotiveerde gevallen en op basis van wetenschappelijke gegevens, deze percentages niet alleen voor „ander pluimvee” te verlagen, maar voor alle in de tabel opgenomen categorieën.

(5)

In bijlage III, deel 1, punt 2.2, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 zijn minimumvereisten vastgesteld voor voorlichtings- en publiciteitsacties door de begunstigden tijdens de uitvoering van een concrete actie. Punt 2.2, onder b), voorziet in verschillende vereisten naargelang van de totale overheidssteun. Met het oog op evenredige en geharmoniseerde vereisten moet één enkele drempel worden vastgelegd, namelijk 50 000 EUR. Gezien de specifieke aard van areaalgebonden en diergebonden maatregelen en van andere maatregelen die geen betrekking hebben op investeringen, moeten de lidstaten voorts kunnen beslissen of deze maatregelen onder de voorlichtingsverplichtingen vallen.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 4, lid 2, derde alinea, wordt het volgende punt e) toegevoegd:

„e)

in geval van wijzigingen met betrekking tot de in artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde financieringsinstrumenten.”.

2)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

1.   Indien de verbintenissen in het kader van de artikelen 28, 29 en 34 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 verwijzen naar grootvee-eenheden, gelden de in bijlage II opgenomen omrekeningspercentages voor de verschillende categorieën dieren naar grootvee-eenheden.

2.   Indien de verbintenissen in het kader van de artikelen 28, 29 en 34 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 zijn uitgedrukt in andere dan de in bijlage II bij die verordening vastgestelde eenheden, mogen de lidstaten de betalingen berekenen op basis van die andere eenheden. In dat geval dragen de lidstaten er zorg voor dat de in die bijlage genoemde maximumbedragen die per jaar voor Elfpo-steun in aanmerking komen, in acht worden genomen.

3.   Met uitzondering van betalingen voor in artikel 28, lid 10, onder b), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde verbintenissen op het gebied van het fokken van plaatselijke rassen die voor de landbouw verloren dreigen te gaan, mogen betalingen op grond van de artikelen 28, 29 en 34 van die verordening niet per grootvee-eenheid worden verleend.”.

3)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

4)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

5)

Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 227 van 31.7.2014, blz. 18).


BIJLAGE I

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel 1, punt 8.2, wordt punt c) vervangen door:

„c)

toepassingsgebied, steunniveau, in aanmerking komende begunstigden en, in voorkomend geval, de methodologie voor de berekening van het steunbedrag of -percentage, waar nodig uitgesplitst per submaatregel en/of soort concrete actie. Voor elke soort concrete actie, een specificatie van de subsidiabele kosten, de subsidiabiliteitsvoorwaarden, de toepasselijke steunbedragen en -percentages en beginselen inzake de vaststelling van selectiecriteria. Indien steun wordt verleend aan een financieringsinstrument dat wordt uitgevoerd op grond van artikel 38, lid 4, eerste alinea, punten a) en b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013: beschrijving van het soort financieringsinstrument, algemene categorieën eindontvangers, algemene categorieën subsidiabele kosten, maximumniveau van de steun en beginselen inzake de vaststelling van selectiecriteria;”.

2)

In deel 2, punt 5.2, wordt punt c) vervangen door:

„c)

toepassingsgebied, steunniveau, in aanmerking komende begunstigden en, in voorkomend geval, de methodologie voor de berekening van het steunbedrag of -percentage, waar nodig uitgesplitst per submaatregel en/of soort concrete actie. Voor elke soort concrete actie, een specificatie van de subsidiabele kosten, de subsidiabiliteitsvoorwaarden, de toepasselijke steunbedragen en -percentages en beginselen inzake de vaststelling van selectiecriteria. Indien steun wordt verleend aan een financieringsinstrument dat wordt uitgevoerd op grond van artikel 38, lid 4, eerste alinea, punten a) en b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013: beschrijving van het soort financieringsinstrument, algemene categorieën eindontvangers, algemene categorieën subsidiabele kosten, maximumniveau van de steun en beginselen inzake de vaststelling van selectiecriteria;”.


BIJLAGE II

„BIJLAGE II

Omrekeningspercentages van dieren in grootvee-eenheden (GVE) zoals bedoeld in artikel 9, leden 1 en 2

1.

Stieren, koeien en andere runderen ouder dan twee jaar en paardachtigen ouder dan zes maanden

1,0 GVE

2.

Runderen vanaf zes maanden maar niet ouder dan twee jaar

0,6 GVE

3.

Runderen jonger dan zes maanden

0,4 GVE

4.

Schapen en geiten

0,15 GVE

5.

Fokzeugen > 50 kg

0,5 GVE

6.

Andere varkens

0,3 GVE

7.

Legkippen

0,014 GVE

8.

Ander pluimvee

0,03 GVE

Voor de categorieën of subcategorieën dieren in deze tabel kunnen de omrekeningspercentages uitzonderlijk worden verhoogd of verlaagd, rekening houdend met wetenschappelijke gegevens die in de POP's moeten worden toegelicht en gemotiveerd.

Andere categorieën dieren mogen bij uitzondering worden toegevoegd. Omrekeningspercentages voor zulke categorieën worden vastgesteld rekening houdend met de specifieke omstandigheden en wetenschappelijke gegevens die in de POP's moeten worden toegelicht en gemotiveerd.”


BIJLAGE III

In bijlage III, deel 1, punt 2.2, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 wordt punt b) vervangen door:

„b)

voor niet onder punt c) vallende concrete acties waarvoor de totale overheidssteun meer dan 50 000 EUR bedraagt: door ten minste een affiche (ten minste A3-formaat) of informatieplaquette over het project, die de financiële steun van de Unie onder de aandacht brengt, aan te brengen op een voor het publiek gemakkelijk zichtbare plaats. De lidstaten kunnen evenwel besluiten dat deze vereiste niet geldt voor, of dat de drempel wordt verhoogd voor concrete acties die onder artikel 21, lid 1, punten a) en b) (betreffende kosten van gederfde landbouwinkomsten en onderhoudsactiviteiten) en onder de artikelen 28 tot en met 31, 33, 34 en 40 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 vallen. De lidstaten kunnen eveneens besluiten dat deze vereiste niet geldt voor, of dat de drempel wordt verhoogd voor andere concrete acties die niet tot een investering leiden, waarbij het door de aard van de gefinancierde concrete actie niet mogelijk is een geschikte plaats te vinden voor een affiche of een plaquette. Ook bij de gebouwen van in het kader van LEADER gefinancierde plaatselijke groepen wordt een informatieplaquette aangebracht;”.