16.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 101/3


VERORDENING (EU) 2016/582 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2016

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 333/2007 wat betreft de analyse van anorganisch arseen, lood en polycyclische aromatische koolwaterstoffen en bepaalde prestatiecriteria voor de analyse

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 11, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 333/2007 van de Commissie (2) zijn bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de gehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen vastgesteld.

(2)

De maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (3). Bij Verordening (EU) 2015/1006 van de Commissie (4) is Verordening (EG) nr. 1881/2006 gewijzigd teneinde maximumgehalten aan anorganisch arseen vast te stellen; het is derhalve passend om te voorzien in specifieke procedures voor de analyse van anorganisch arseen.

(3)

De EN-norm 13804 betreffende de bepaling van elementen en hun chemische species is bijgewerkt; het is derhalve passend om de verwijzing naar die norm dienovereenkomstig bij te werken.

(4)

De maximumgehalten aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) in cacaobonen en afgeleide producten moeten worden vastgesteld op vetbasis. Uit door het referentielaboratorium van de Europese Unie voor PAK's uitgevoerde proficiency tests blijkt dat er discrepanties optreden bij de bepaling van het vetgehalte. Het is derhalve passend de aanpak van de bepaling van het vetgehalte te harmoniseren.

(5)

Op advies van het referentielaboratorium van de Europese Unie voor zware metalen in diervoeders en levensmiddelen is het passend de definitie van de bepaalbaarheidsgrens en de prestatiecriteria met betrekking tot de aantoonbaarheidsgrens voor de analysemethoden voor lood, cadmium, kwik en anorganisch tin te wijzigen.

(6)

Het is passend dat de bepalingen met betrekking tot de bemonsteringswijzen en analysemethoden ook buiten het kader van officiële controles van toepassing zijn.

(7)

Verordening (EG) nr. 333/2007 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 333/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

„Verordening (EG) nr. 333/2007 van de Commissie van 28 maart 2007 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de controle op de gehalten aan sporenelementen en procescontaminanten in levensmiddelen”.

2)

Artikel 1, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De bemonstering en de analyse voor de controle op de gehalten aan lood, cadmium, kwik, anorganisch tin, anorganisch arseen, 3-MCPD en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) als vermeld in de afdelingen 3, 4 en 6 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 worden uitgevoerd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.”.

3)

De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 333/2007 van de Commissie van 28 maart 2007 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de gehalten aan lood, cadmium, kwik, anorganisch tin, 3-MCPD en benzo(a)pyreen in levensmiddelen (PB L 88 van 29.3.2007, blz. 29).

(3)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(4)  Verordening (EU) 2015/1006 van de Commissie van 25 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten voor anorganisch arseen in levensmiddelen betreft (PB L 161 van 26.6.2015, blz. 14).


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 333/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt C.2.2.1 wordt vervangen door:

„C.2.2.1.   Specifieke procedures voor lood, cadmium, kwik, anorganisch tin en anorganisch arseen

De analist zorgt ervoor dat de monsters tijdens de voorbehandeling niet worden verontreinigd. Voor zover mogelijk bevatten apparatuur en benodigdheden die met het monster in aanraking komen, niet de te bepalen metalen, zijn zij gemaakt van inert materiaal, bv. kunststof zoals polypropyleen, polytetrafluorethyleen (PTFE) enz., en worden zij met zuur schoongemaakt om het contaminatierisico tot een minimum te beperken. Voor snijkanten kan roestvrij staal van hoge kwaliteit worden gebruikt.

Er bestaan tal van geschikte specifieke monstervoorbehandelingsprocedures die voor de betrokken producten kunnen worden gebruikt. Voor aspecten die niet specifiek in deze verordening worden behandeld, blijkt CEN-norm „Voedingsmiddelen — Bepaling van elementen en hun chemische species — Algemene overwegingen en specifieke eisen” (*) te voldoen, maar andere monstervoorbehandelingsprocedures kunnen evenzeer bruikbaar zijn.

In het geval van anorganisch tin wordt ervoor gezorgd dat al het materiaal in de oplossing wordt opgenomen daar zich, zoals bekend is, gemakkelijk verliezen voordoen, met name vanwege hydrolyse tot onoplosbaar gehydrateerd Sn(IV)-oxide.

(*)  Norm EN 13804:2013, „Voedingsmiddelen — Bepaling van elementen en hun chemische species — Algemene overwegingen en specifieke eisen”, CEN, de Stassartstraat 36, 1050 Brussel, BELGIË.”."

2)

In punt C.2.2.2, Specifieke procedures voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Voor de analyse van PAK's in cacao en van cacao afgeleide producten wordt de bepaling van het vetgehalte uitgevoerd overeenkomstig AOAC Official Method 963.15 voor de bepaling van het vetgehalte van cacaobonen en afgeleide producten. Gelijkwaardige procedures voor de bepaling van het vetgehalte mogen ook worden toegepast, mits kan worden aangetoond dat de gebruikte procedure een gelijke (equivalente) waarde voor het vetgehalte oplevert.”.

3)

In punt C.3.1, Definities, wordt de definitie van LOQ vervangen door:

„„LOQ”

=

bepaalbaarheidsgrens, laagste analytgehalte dat met redelijke statistische zekerheid kan worden gemeten. Indien zowel de nauwkeurigheid als de precisie constant zijn over een concentratiebereik rond de aantoonbaarheidsgrens, is de bepaalbaarheidsgrens numeriek gelijk aan tienmaal de standaardafwijking van het gemiddelde van blancobepalingen (n ≥ 20).”.

4)

Punt C.3.3.1, Prestatiecriteria, onder a), wordt vervangen door:

„a)

Prestatiecriteria voor analysemethoden voor lood, cadmium, kwik, anorganisch tin en anorganisch arseen

Tabel 5

Parameter

Criterium

Van toepassing op

de in Verordening (EG) nr. 1881/2006 genoemde levensmiddelen

Specificiteit

Vrij van matrixeffecten of spectrale storingen

Herhaalbaarheid (RSDr)

HORRATr minder dan 2

Herhaalbaarheid (RSDR)

HORRATR minder dan 2

Terugvindingspercentage

De bepalingen van punt D.1.2 zijn van toepassing

LOD

= drie tiende van LOQ

LOQ

Anorganisch tin

≤ 10 mg/kg

Lood

MG ≤ 0,01 mg/kg

0,01 < MG ≤ 0,02 mg/kg

0,02 < MG < 0,1 mg/kg

MG ≥ 0,1 mg/kg

≤ MG

≤ twee derde van het MG

≤ twee vijfde van het MG

≤ één vijfde van het MG

Cadmium, kwik, anorganisch arseen

MG < 0,100 mg/kg

MG ≥ 0,100 mg/kg

≤ twee vijfde van het MG

≤ één vijfde van het MG”

5)

Punt C.3.2 wordt vervangen door:

„C.3.2.   Algemene voorschriften

De analysemethoden voor de controle op levensmiddelen moeten voldoen aan de bepalingen van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 882/2004.

Analysemethoden voor totaal tin zijn geschikt voor controle op gehalten aan anorganisch tin.

Voor de analyse van lood in wijn zijn de door de OIV (**) vastgestelde methoden en regels van toepassing overeenkomstig artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (***).

Analysemethoden voor totaal arseen zijn geschikt voor screening voor controle op gehalten aan anorganisch arseen. Indien het gehalte aan totaal arseen lager is dan het maximumgehalte aan anorganisch arseen, hoeft niet verder te worden getest en wordt het monster geacht te voldoen aan het maximumgehalte aan anorganisch arseen. Indien het gehalte aan totaal arseen gelijk is aan of hoger is dan het maximumgehalte aan anorganisch arseen, worden verdere tests uitgevoerd om na te gaan of het gehalte aan anorganisch arseen het maximumgehalte overschrijdt.

(**)  Organisation internationale de la vigne et du vin."

(***)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).”"