„BIJLAGE E
MODEL I
Tekst van het beeld
EUROPESE UNIE
Certificaat voor de handel binnen de EU
Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending
I.1. Verzender
Naam
Adres
Postcode
I.2. Referentienummer certificaat
I.2.a. Lokaal referentie-nummer
I.3. Bevoegde centrale autoriteit
I.4. Bevoegde lokale autoriteit
I.5. Geadresseerde
Naam
Adres
Postcode
I.6. Nummer(s) van bijbehorende originele certificaten
Nummer(s) van de begeleidende documenten
I.7. Handelaar
Naam Erkenningsnummer
I.8. Land van oors-prong
ISO-code
I.9. Regio van oorsprong
Code
I.10. Land van bestemming
ISO-code
I.11. Regio van bestem-ming
Code
I.12. Plaats van oorsprong
Bedrijf Verzamelcentrum Bedrijfsruimte van de handelaar
Naam Erkenningsnummer
Adres
Postcode
I.13. Plaats van bestemming
Bedrijf Verzamelcentrum Bedrijfsruimte van de handelaar
Naam Erkenningsnummer
Adres
Postcode
I.14. Plaats van lading
Postcode
I.15. Datum en uur van vertrek
I.16. Vervoermiddelen
Vliegtuig Vaartuig Treinwagon
Wegvoertuig Andere
Identificatie:
Nummer(s):
I.17. Vervoerder
Naam Erkenningsnummer
Adres
Postcode Lidstaat
I.18. Omschrijving van de goederen
I.19. Productcode (GN-code)
I.20. Hoeveelheid
Tekst van het beeld
I.21.
I.22. Aantal verpakkingen
I.23. Zegelnummer/Containernummer
I.24.
I.25. Goederen gecertificeerd voor:
Slacht
I.26. Doorvoer door een derde land
Derde land ISO-code
Punt van uitgang Code
Punt van binnenkomst Nr. GIP
I.27. Doorvoer door lidstaten
Lidstaat ISO-code
Lidstaat ISO-code
Lidstaat ISO-code
I.28. Uitvoer
Derde land ISO-code
Punt van uitgang Code
I.29. Geschatte duur van het vervoer
I.30. Reisschema
Ja Neen
I.31. Identificatie van de goederen
Soort (wetenschappelijke benaming)
Officiële individuele identificatie
Leeftijd
Geslacht
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EI Slachtschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
(1) hetzij [II.1. De dieren zijn geboren en sedert hun geboorte gehouden op het grondgebied van de Unie.]
(1) hetzij [II.1. De dieren zijn ingevoerd uit een derde land, ten minste 30 dagen voor het laden, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie.]
II.2. De dieren:
II.2.1. zijn vandaag (in de laatste 24 uur vóór het laden) geïnspecteerd en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen;
II.2.2. zijn geen dieren die in het kader van een programma voor de uitroeiing van een besmettelijke ziekte moeten worden geruimd;
II.2.3. zijn afkomstig van een bedrijf waar de afgelopen 42 dagen met betrekking tot brucellose, 30 dagen met betrekking tot rabiës en 15 dagen met betrekking tot miltvuur geen officiële beperkende maatregelen om gezondheidsredenen van toepassing zijn geweest, en zij zijn niet in contact geweest met dieren van bedrijven waarvoor niet aan deze voorwaarden werd voldaan;
II.2.4. zijn niet afkomstig van noch in contact geweest met dieren afkomstig van bedrijven die gelegen zijn in een krachtens de regelgeving van de Unie ingesteld beschermingsgebied dat de dieren niet mogen verlaten;
II.2.5. zijn geen dieren waarvoor veterinairrechtelijke maatregelen gelden op grond van de wetgeving van de Unie inzake mond-en-klauwzeer, en zijn niet tegen mond-en-klauwzeer gevaccineerd.
II.3. Getuige de schriftelijke verklaring van de houder of een onderzoek van de bedrijfsregister- en verplaatsingsdocumenten die worden bijgehouden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad, met name de delen B en C van de bijlage bij die verordening:
II.3.1. hebben de dieren gedurende een periode van ten minste 21 dagen op een en hetzelfde bedrijf van oorsprong verbleven, of, in het geval van dieren die minder dan 21 dagen oud zijn, op het bedrijf van oorsprong waar zij sedert hun geboorte hebben verbleven; in die bedrijven zijn gedurende de laatste 30 dagen geen uit een derde land ingevoerde evenhoevige dieren binnengebracht, tenzij die dieren zijn binnengebracht overeenkomstig artikel 4 bis, lid 2, van Richtlijn 91/68/EEG van de Raad, en
(1) hetzij [hebben zij verbleven op een en hetzelfde bedrijf van oorsprong waar geen schapen of geiten zijn binnengebracht, tenzij die dieren tijdens de laatste 21 dagen overeenkomstig artikel 4 bis, lid 1, van Richtlijn 91/68/EEG in het bedrijf zijn binnengebracht.]
(1) hetzij [zijn zij bestemd voor rechtstreekse verzending vanuit één bedrijf naar het slachthuis van bestemming.]
II.4.1. De dieren zijn vervoerd in vervoermiddelen en met bevestigingsvoorzieningen die vooraf zijn gereinigd en met een officieel erkend ontsmettingsmiddel zijn ontsmet, zodat een doeltreffende bescherming van de gezondheidsstatus van de dieren gegarandeerd is.
II.4.2. Uit de officiële documenten die de dieren begeleiden, blijkt dat het transport van de zending waarop dit gezondheidscertificaat betrekking heeft, zal beginnen op (datum invullen) (2).
II.4.3. Op het ogenblik van de inspectie waren de dieren waarop dit gezondheidscertificaat betrekking heeft, geschikt om voor de geplande reis te worden vervoerd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (3) (4).
II.5. Dit certificaat:
(1) hetzij [is tien dagen geldig vanaf de datum van inspectie op het bedrijf van oorsprong, of in het erkende verzamelcentrum of in de bedrijfsruimte van de erkende handelaar in de lidstaat van oorsprong.]
(1) hetzij [verstrijkt overeenkomstig artikel 9, lid 6, van Richtlijn 91/68/EEG op (datum invullen).(5)]
Deel II: Certificering
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EI Slachtschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
Opmerkingen
Deel I:
— Vak I.19: De juiste GN-code onder de volgende rubrieken gebruiken: 0104 10 of 0104 20.
— Vak I.23: Bij vervoer in containers of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.
— Vak I.31: Identificatiesysteem: De dieren moeten voorzien zijn van: een individueel nummer aan de hand waarvan het bedrijf van herkomst kan worden getraceerd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad.
Leeftijd: (maanden).
Geslacht: (M = mannelijk, F = vrouwelijk, C = gecastreerd).
Deel II:
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(2) Indien een zending in een verzamelcentrum wordt samengesteld uit dieren die op verschillende data geladen zijn, geldt als begindatum van het transport van de gehele zending de vroegste datum waarop een deel van de zending het bedrijf van oorsprong heeft verlaten.
(3) Deze verklaring ontslaat de vervoerder niet van de verplichtingen die krachtens de geldende regelgeving van de Unie op hem rusten, met name wat de geschiktheid van de dieren voor transport betreft.
(4) Invullen indien een zending wordt samengesteld in een erkend verzamelcentrum of in de bedrijfsruimte van een erkende handelaar.
(5) Invullen indien een zending wordt samengesteld in een erkend verzamelcentrum in de lidstaat van doorvoer.
— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.
Officiële dierenarts of officiële inspecteur
Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:
Lokale veterinaire eenheid: Nr. LVE:
Datum: Handtekening:
Stempel:
MODEL II
Tekst van het beeld
EUROPESE UNIE
Certificaat voor de handel binnen de EU
Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending
I.1. Verzender
Naam
Adres
Postcode
I.2. Referentienummer certificaat
I.2.a. Lokaal referentie-nummer
I.3. Bevoegde centrale autoriteit
I.4. Bevoegde lokale autoriteit
I.5. Geadresseerde
Naam
Adres
Postcode
I.6. Nummer(s) van bijbehorende originele certificaten
Nummer(s) van de begeleidende documenten
I.7. Handelaar
Naam Erkenningsnummer
I.8. Land van oors-prong
ISO-code
I.9. Regio van oorsprong
Code
I.10. Land van bestemming
ISO-code
I.11. Regio van bestem-ming
Code
I.12. Plaats van oorsprong
Bedrijf Verzamelcentrum
Naam Erkennings-/registratienummer
Adres
Postcode
I.13. Plaats van bestemming
Bedrijf Verzamelcentrum Bedrijfsruimte van de handelaar
Naam Erkenningsnummer
Adres
Postcode
I.14. Plaats van lading
Postcode
I.15. Datum en uur van vertrek
I.16. Vervoermiddelen
Vliegtuig Vaartuig Treinwagon
Wegvoertuig Andere
Identificatie:
Nummer(s):
I.17. Vervoerder
Naam Erkenningsnummer
Adres
Postcode Lidstaat
I.18. Omschrijving van de goederen
I.19. Productcode (GN-code)
I.20. Hoeveelheid
Tekst van het beeld
I.21.
I.22. Aantal verpakkingen
I.23. Zegelnummer/Containernummer
I.24.
I.25. Goederen gecertificeerd voor:
Mesten
I.26. Doorvoer door een derde land
Derde land ISO-code
Punt van uitgang Code
Punt van binnenkomst Nr. GIP
I.27. Doorvoer door lidstaten
Lidstaat ISO-code
Lidstaat ISO-code
Lidstaat ISO-code
I.28. Uitvoer
Derde land ISO-code
Punt van uitgang Code
I.29. Geschatte duur van het vervoer
I.30. Reisschema
Ja Neen
I.31. Identificatie van de goederen
Soort (wetenschappelijke benaming)
Officiële individuele identificatie
Leeftijd
Geslacht
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EII Mestschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
(1) hetzij [II.1. De dieren zijn geboren en sedert hun geboorte gehouden op het grondgebied van de Unie.]
(1) hetzij [II.1. De dieren zijn ingevoerd uit een derde land, ten minste 30 dagen voor het laden, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie.]
II.2. De dieren:
II.2.1. zijn vandaag (in de laatste 24 uur vóór het laden) geïnspecteerd en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen;
II.2.2. zijn geen dieren die in het kader van een programma voor de uitroeiing van een besmettelijke ziekte moeten worden geruimd;
II.2.3. zijn afkomstig van een bedrijf waar de afgelopen 42 dagen met betrekking tot brucellose, 30 dagen met betrekking tot rabiës en 15 dagen met betrekking tot miltvuur geen officiële beperkende maatregelen om gezondheidsredenen van toepassing zijn geweest, en zij zijn niet in contact geweest met dieren van bedrijven waarvoor niet aan deze voorwaarden werd voldaan;
II.2.4. zijn niet afkomstig van noch in contact geweest met dieren afkomstig van bedrijven die gelegen zijn in een krachtens de regelgeving van de Unie ingesteld beschermingsgebied dat de dieren niet mogen verlaten;
II.2.5. zijn geen dieren waarvoor veterinairrechtelijke maatregelen gelden op grond van de wetgeving van de Unie inzake mond-en-klauwzeer, en zijn niet tegen mond-en-klauwzeer gevaccineerd.
II.3. Getuige de schriftelijke verklaring van de houder of een onderzoek van de bedrijfsregister- en verplaatsingsdocumenten die worden bijgehouden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad, met name de delen B en C van de bijlage bij die verordening, hebben de dieren verbleven op een en hetzelfde bedrijf van oorsprong gedurende ten minste de laatste 30 dagen, of, in het geval van dieren die minder dan 30 dagen oud zijn, op het bedrijf van oorsprong waar zij sedert hun geboorte hebben verbleven, en gedurende de laatste 21 dagen zijn op het bedrijf van oorsprong geen schapen of geiten binnengebracht, en gedurende de laatste 30 dagen zijn op het bedrijf van oorsprong geen uit een derde land ingevoerde evenhoevigen binnengebracht, tenzij de dieren zijn binnengebracht overeenkomstig artikel 4 bis, lid 1, van Richtlijn 91/68/EEG van de Raad.
(1) [II.4. De dieren voldoen aan de aanvullende garanties zoals bedoeld in artikel 7 of 8 van Richtlijn 91/68/EEG, die voor de lidstaat van bestemming of een gedeelte van het grondgebied daarvan (lidstaat of gedeelte van het grondgebied invullen) zijn vastgesteld bij Besluit/Beschikking …/…/… (nummer invullen) van de Commissie.]
II.5. De dieren voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden en komen derhalve in aanmerking voor toelating tot een officieel brucellosevrije (B. melitensis) schapen- of geitenhouderij:
(1) hetzij [het bedrijf van oorsprong bevindt zich in een lidstaat of een gedeelte van het grondgebied daarvan (lidstaat of gedeelte van het grondgebied invullen) die/dat als officieel brucellosevrij is erkend overeenkomstig Besluit/Beschikking …/…/… (nummer invullen) van de Commissie;]
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een officieel brucellosevrij (B. melitensis) bedrijf;]
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een brucellosevrij (B. melitensis) bedrijf, en
i) zij zijn individueel geïdentificeerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad;
ii) zij zijn nog nooit of langer dan twee jaar geleden tegen brucellose gevaccineerd of het gaat om vrouwelijke dieren die ouder zijn dan twee jaar en die tegen brucellose zijn gevaccineerd voordat zij zeven maanden oud waren;
iii) zij zijn op het bedrijf van oorsprong onder officieel toezicht geïsoleerd, en hebben in die periode negatief gereageerd op twee tests op brucellose die overeenkomstig bijlage C bij Richtlijn 91/68/EEG zijn verricht met een tussenpoos van ten minste zes weken.]
Deel II: Certificering
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EII Mestschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
II.6. De dieren voldoen aan ten minste één van volgende voorwaarden en komen derhalve in aanmerking voor toelating tot een brucellosevrije (B. melitensis) schapen- of geitenhouderij:
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een officieel brucellosevrij (B. melitensis) bedrijf;]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van een brucellosevrij (B. melitensis) bedrijf;]
(1) en/of [totdat zij in aanmerking komen om te worden opgenomen in het kader van krachtens Beschikking 90/242/EEG van de Raad erkende uitroeiingsprogramma’s, zijn zij afkomstig van een ander dan een officieel brucellosevrij of brucellosevrij bedrijf en voldoen zij aan de volgende voorwaarden:
i) zij zijn individueel geïdentificeerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad;
ii) zij zijn van oorsprong van een bedrijf waar alle dieren van voor brucellose (B. melitensis) vatbare soorten sedert ten minste de laatste twaalf maanden vrij zijn van klinische ziekteverschijnselen of andere symptomen van brucellose, en
(1) hetzij [zij zijn de afgelopen twee jaar niet tegen brucellose (B. melitensis) gevaccineerd en zij zijn op het bedrijf van oorsprong onder veterinair toezicht geïsoleerd, en hebben in die periode negatief gereageerd op twee tests op brucellose die overeenkomstig bijlage C bij Richtlijn 91/68/EEG zijn verricht met een tussenpoos van ten minste zes weken.]]
(1) hetzij [zij zijn met het Rev. 1-vaccin gevaccineerd voordat zij zeven maanden oud waren, of in elk geval uiterlijk 15 dagen voordat zij op het bedrijf van bestemming zijn binnengebracht.]]
(1) [II.7. De dieren zijn bestemd voor een lidstaat die of een gebied van een lidstaat dat is opgenomen in de lijst van lidstaten en gebieden van lidstaten met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie in hoofdstuk A, afdeling A, punt 2.3, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad, of voor een lidstaat die is opgenomen in de lijst van lidstaten met een goedgekeurd nationaal scrapiebestrijdingsprogramma in punt 3.2 van die afdeling, en
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat zich bevindt in een lidstaat die of een gebied van een lidstaat dat is opgenomen in de lijst van lidstaten en gebieden van lidstaten met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie in hoofdstuk A, afdeling A, punt 2.3, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat overeenkomstig hoofdstuk A, afdeling A, punt 1.2, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001 is erkend als bedrijf met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie en dat overeenkomstig punt 1.1 van die afdeling door de bevoegde autoriteit van de lidstaat is opgenomen in de lijst van bedrijven met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat niet is onderworpen aan de maatregelen die zijn vastgelegd in hoofdstuk B, punten 3 en 4, van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001, en de dieren zijn schapen met prioneiwitgenotype ARR/ARR.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van en zijn bestemd voor een officieel erkende instelling, een officieel erkend instituut of een officieel erkend centrum zoals omschreven in artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 92/65/EEG.]]
(1) of [zij voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk A, afdeling A, punt 4.1, onder d), van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001.]]
II.8.1. De dieren zijn vervoerd in vervoermiddelen en met bevestigingsvoorzieningen die vooraf zijn gereinigd en met een officieel erkend ontsmettingsmiddel zijn ontsmet, zodat een doeltreffende bescherming van de gezondheidsstatus van de dieren gegarandeerd is.
II.8.2. Uit de officiële documenten die de dieren begeleiden, blijkt dat het transport van de zending waarop dit gezondheidscertificaat betrekking heeft, zal beginnen op (datum invullen) (2).
II.8.3. Op het ogenblik van de inspectie waren de dieren waarop dit gezondheidscertificaat betrekking heeft, geschikt om voor de geplande reis te worden vervoerd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (3).
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EII Mestschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
Opmerkingen
Deel I:
— Vak I.19: De juiste GN-code onder de volgende rubrieken gebruiken: 0104 10 of 0104 20.
— Vak I.23: Bij vervoer in containers of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.
— Vak I.31: Identificatiesysteem: De dieren moeten voorzien zijn van: een individueel nummer aan de hand waarvan het bedrijf van herkomst kan worden getraceerd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad.
Leeftijd: (maanden).
Geslacht: (M = mannelijk, F = vrouwelijk, C = gecastreerd).
Deel II:
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(2) Indien een zending in een verzamelcentrum wordt samengesteld uit dieren die op verschillende data geladen zijn, geldt als begindatum van het transport van de gehele zending de vroegste datum waarop een deel van de zending het bedrijf van oorsprong heeft verlaten.
(3) Deze verklaring ontslaat de vervoerder niet van de verplichtingen die krachtens de geldende regelgeving van de Unie op hem rusten, met name wat de geschiktheid van de dieren voor transport betreft.
— Dit certificaat is tien dagen geldig.
— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op dit certificaat.
Officiële dierenarts of officiële inspecteur
Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:
Lokale veterinaire eenheid: Nr. LVE:
Datum: Handtekening:
Stempel:
MODEL III
Tekst van het beeld
EUROPESE UNIE
Certificaat voor de handel binnen de EU
Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending
I.1. Verzender
Naam
Adres
Postcode
I.2. Referentienummer certificaat
I.2.a. Lokaal referentie-nummer
I.3. Bevoegde centrale autoriteit
I.4. Bevoegde lokale autoriteit
I.5. Geadresseerde
Naam
Adres
Postcode
I.6. Nummer(s) van bijbehorende originele certificaten
Nummer(s) van de begeleidende documenten
I.7. Handelaar
Naam Erkenningsnummer
I.8. Land van oors-prong
ISO-code
I.9. Regio van oorsprong
Code
I.10. Land van bestemming
ISO-code
I.11. Regio van bestem-ming
Code
I.12. Plaats van oorsprong
Bedrijf Verzamelcentrum
Naam Erkennings-/registratienummer
Adres
Postcode
I.13. Plaats van bestemming
Bedrijf Verzamelcentrum Bedrijfsruimte van de handelaar
Naam Erkenningsnummer
Adres
Postcode
I.14. Plaats van lading
Postcode
I.15. Datum en uur van vertrek
I.16. Vervoermiddelen
Vliegtuig Vaartuig Treinwagon
Wegvoertuig Andere
Identificatie:
Nummer(s):
I.17. Vervoerder
Naam Erkenningsnummer
Adres
Postcode Lidstaat
I.18. Omschrijving van de goederen
I.19. Productcode (GN-code)
I.20. Hoeveelheid
Tekst van het beeld
I.21.
I.22. Aantal verpakkingen
I.23. Zegelnummer/Containernummer
I.24.
I.25. Goederen gecertificeerd voor:
Fokken
I.26. Doorvoer door een derde land
Derde land ISO-code
Punt van uitgang Code
Punt van binnenkomst Nr. GIP
I.27. Doorvoer door lidstaten
Lidstaat ISO-code
Lidstaat ISO-code
Lidstaat ISO-code
I.28. Uitvoer
Derde land ISO-code
Punt van uitgang Code
I.29. Geschatte duur van het vervoer
I.30. Reisschema
Ja Neen
I.31. Identificatie van de goederen
Soort (wetenschappelijke benaming)
Officiële individuele identificatie
Leeftijd
Geslacht
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EIII Fokschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:
(1) hetzij [II.1. De dieren zijn geboren en sedert hun geboorte gehouden op het grondgebied van de Unie.]
(1) hetzij [II.1. De dieren zijn ingevoerd uit een derde land, ten minste 30 dagen voor het laden, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie.]
II.2. De dieren:
II.2.1. zijn vandaag (in de laatste 24 uur vóór het laden) geïnspecteerd en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen;
II.2.2. zijn geen dieren die in het kader van een programma voor de uitroeiing van een besmettelijke ziekte moeten worden geruimd;
II.2.3. zijn afkomstig van een bedrijf waar de afgelopen 42 dagen met betrekking tot brucellose, 30 dagen met betrekking tot rabiës en 15 dagen met betrekking tot miltvuur geen officiële beperkende maatregelen om gezondheidsredenen van toepassing zijn geweest, en zij zijn niet in contact geweest met dieren van bedrijven waarvoor niet aan deze voorwaarden werd voldaan;
II.2.4. zijn niet afkomstig van noch in contact geweest met dieren afkomstig van bedrijven die gelegen zijn in een krachtens de regelgeving van de Unie ingesteld beschermingsgebied dat de dieren niet mogen verlaten;
II.2.5. zijn geen dieren waarvoor veterinairrechtelijke maatregelen gelden op grond van de wetgeving van de Unie inzake mond-en-klauwzeer, en zijn niet tegen mond-en-klauwzeer gevaccineerd.
II.3. Getuige de schriftelijke verklaring van de houder of een onderzoek van de bedrijfsregister- en verplaatsingsdocumenten die worden bijgehouden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad, met name de delen B en C van de bijlage bij die verordening, hebben de dieren verbleven op een en hetzelfde bedrijf van oorsprong gedurende ten minste de laatste 30 dagen, of, in het geval van dieren die minder dan 30 dagen oud zijn, op het bedrijf van oorsprong waar zij sedert hun geboorte hebben verbleven, en gedurende de laatste 21 dagen zijn op het bedrijf van oorsprong geen schapen of geiten binnengebracht, en gedurende de laatste 30 dagen zijn op het bedrijf van oorsprong geen uit een derde land ingevoerde evenhoevigen binnengebracht, tenzij de dieren zijn binnengebracht overeenkomstig artikel 4 bis, lid 1, van Richtlijn 91/68/EEG van de Raad.
(1) [II.4. De dieren voldoen aan de aanvullende garanties zoals bedoeld in artikel 7 of 8 van Richtlijn 91/68/EEG, die voor de lidstaat van bestemming of een gedeelte van het grondgebied daarvan (lidstaat of gedeelte van het grondgebied invullen) zijn vastgesteld bij Besluit/Beschikking …/…/… (nummer invullen) van de Commissie.]
II.5. De dieren voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden en komen derhalve in aanmerking voor toelating tot een officieel brucellosevrije (B. melitensis) schapen- of geitenhouderij:
(1) hetzij [het bedrijf van oorsprong bevindt zich in een lidstaat of een gedeelte van het grondgebied daarvan (lidstaat of gedeelte van het grondgebied invullen) die/dat als officieel brucellosevrij is erkend overeenkomstig Besluit/Beschikking …/…/… (nummer invullen) van de Commissie;]
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een officieel brucellosevrij (B. melitensis) bedrijf;]
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een brucellosevrij (B. melitensis) bedrijf, en
i) zij zijn individueel geïdentificeerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad;
ii) zij zijn nog nooit of langer dan twee jaar geleden tegen brucellose gevaccineerd of het gaat om vrouwelijke dieren die ouder zijn dan twee jaar en die tegen brucellose zijn gevaccineerd voordat zij zeven maanden oud waren;
iii) zij zijn op het bedrijf van oorsprong onder officieel toezicht geïsoleerd, en hebben in die periode negatief gereageerd op twee tests op brucellose die overeenkomstig bijlage C bij Richtlijn 91/68/EEG zijn verricht met een tussenpoos van ten minste zes weken.]
Deel II: Certificering
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EIII Fokschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
II.6. De dieren voldoen aan ten minste één van volgende voorwaarden en komen derhalve in aanmerking voor toelating tot een brucellosevrije (B. melitensis) schapen- of geitenhouderij:
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een officieel brucellosevrij (B. melitensis) bedrijf;]
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een brucellosevrij (B. melitensis) bedrijf;]
(1) hetzij [totdat zij in aanmerking komen om te worden opgenomen in het kader van krachtens Beschikking 90/242/EEG van de Raad erkende uitroeiingsprogramma’s, zijn zij afkomstig van een ander dan een officieel brucellosevrij of brucellosevrij bedrijf en voldoen zij aan de volgende voorwaarden:
i) zij zijn individueel geïdentificeerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad;
ii) zij zijn van oorsprong van een bedrijf waar alle dieren van voor brucellose (B. melitensis) vatbare soorten sedert ten minste de laatste twaalf maanden vrij zijn van klinische ziekteverschijnselen of andere symptomen van brucellose, en
(1) hetzij [zij zijn de afgelopen twee jaar niet tegen brucellose (B. melitensis) gevaccineerd en zij zijn op het bedrijf van oorsprong onder veterinair toezicht geïsoleerd, en hebben in die periode negatief gereageerd op twee tests op brucellose die overeenkomstig bijlage C bij Richtlijn 91/68/EEG zijn verricht met een tussenpoos van ten minste zes weken.]]
(1) hetzij [zij zijn met het Rev. 1-vaccin gevaccineerd voordat zij zeven maanden oud waren en zij werden in de 15 dagen voor de afgifte van dit gezondheidscertificaat niet gevaccineerd.]]
(1) [II.7. Zij zijn ongecastreerde fokrammen en:
i) zij zijn afkomstig van een bedrijf waar in de laatste twaalf maanden geen enkel geval van besmettelijke epididymitis bij de ram (B. ovis) is geregistreerd;
ii) zij zijn gedurende de laatste 60 dagen zonder onderbreking op dat bedrijf gehouden;
iii) zij hebben in de laatste 30 dagen negatief gereageerd op een test op besmettelijke epididymitis bij de ram, (B. ovis) overeenkomstig bijlage D bij Richtlijn 91/68/EEG.]
II.8. Voor zover ondergetekende daarvan kennis heeft en blijkens een schriftelijke verklaring van de eigenaar komen de dieren niet van een bedrijf en hebben zij geen contact gehad met dieren van een bedrijf waar één van de volgende ziekten klinisch is geconstateerd:
i) in de laatste zes maanden, besmettelijke agalactie van het schaap (Mycoplasma agalactiae) en besmettelijke agalactie van de geit (Mycoplasma agalactiae, M. capricolum, M. mycoides subsp. mycoides „large colony”);
ii) in de laatste twaalf maanden, paratuberculose of kaasachtige lymfadenitis;
iii) in de laatste drie jaar, longadenomatose, zwoegerziekte (maedi-visna) of capriene artritis-encefalitis. Deze termijn wordt evenwel tot twaalf maanden verkort indien de met zwoegerziekte (maedi-visna) of capriene artritis-encefalitis besmette dieren zijn geslacht en de overgebleven dieren negatief hebben gereageerd op twee tests.
(1) hetzij [II.9. De dieren zijn bestemd voor een lidstaat die of een gebied van een lidstaat dat is opgenomen in de lijst van lidstaten en gebieden van lidstaten met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie in hoofdstuk A, afdeling A, punt 2.3, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001, of voor een lidstaat die is opgenomen in de lijst van lidstaten met een goedgekeurd nationaal scrapiebestrijdingsprogramma in punt 3.2 van die afdeling, en
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat zich bevindt in een lidstaat die of een gebied van een lidstaat dat is opgenomen in de lijst van lidstaten en gebieden van lidstaten met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie in hoofdstuk A, afdeling A, punt 2.3, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat overeenkomstig hoofdstuk A, afdeling A, punt 1.2, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001 is erkend als bedrijf met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie en dat overeenkomstig punt 1.1 van die afdeling door de bevoegde autoriteit van de lidstaat is opgenomen in de lijst van bedrijven met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie.]]
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EIII Fokschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
(1) en/of [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat niet is onderworpen aan de maatregelen die zijn vastgelegd in hoofdstuk B, punten 3 en 4, van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001, en de dieren zijn schapen met prioneiwitgenotype ARR/ARR.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van en zijn bestemd voor een officieel erkende instelling, een officieel erkend instituut of een officieel erkend centrum zoals omschreven in artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 92/65/EEG.]]
(1) of [zij voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk A, afdeling A, punt 4.1, onder d), van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001.]]
(1) hetzij [II.9. De dieren zijn bestemd voor een lidstaat die of een gebied van een lidstaat dat niet is opgenomen in de lijst van lidstaten en gebieden van lidstaten met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie in hoofdstuk A, afdeling A, punt 2.3, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001, of voor een lidstaat die niet is opgenomen in de lijst van lidstaten met een goedgekeurd nationaal scrapiebestrijdingsprogramma in punt 3.2 van die afdeling, en
(1) hetzij [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat zich bevindt in een lidstaat die of een gebied van een lidstaat dat is opgenomen in de lijst van lidstaten en gebieden van lidstaten met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie in hoofdstuk A, afdeling A, punt 2.3, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat overeenkomstig hoofdstuk A, afdeling A, punt 1.2, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001 is erkend als bedrijf met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie en dat overeenkomstig punt 1.1 van die afdeling door de bevoegde autoriteit van de lidstaat is opgenomen in de lijst van bedrijven met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat niet is onderworpen aan de maatregelen die zijn vastgelegd in hoofdstuk B, punten 3 en 4, van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 999/2001, en de dieren zijn schapen met prioneiwitgenotype ARR/ARR.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van een bedrijf dat overeenkomstig hoofdstuk A, afdeling A, punt 1.3, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001 is erkend als bedrijf met een gecontroleerd risico op klassieke scrapie en dat overeenkomstig punt 1.1 van die afdeling door de bevoegde autoriteit van de lidstaat is opgenomen in de lijst van bedrijven met een gecontroleerd risico op klassieke scrapie.]]
(1) en/of [zij zijn afkomstig van en zijn bestemd voor een officieel erkende instelling, een officieel erkend instituut of een officieel erkend centrum zoals omschreven in artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 92/65/EEG.]]
(1) of [zij voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk A, afdeling A, punt 4.1, onder d), van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001.]]
II.10.1. De dieren zijn vervoerd in vervoermiddelen en met bevestigingsvoorzieningen die vooraf zijn gereinigd en met een officieel erkend ontsmettingsmiddel zijn ontsmet, zodat een doeltreffende bescherming van de gezondheidsstatus van de dieren gegarandeerd is.
II.10.2. Uit de officiële documenten die de dieren begeleiden, blijkt dat het transport van de zending waarop dit gezondheidscertificaat betrekking heeft, zal beginnen op (datum invullen) (2).
II.10.3. Op het ogenblik van de inspectie waren de dieren waarop dit gezondheidscertificaat betrekking heeft, geschikt om voor de geplande reis te worden vervoerd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (3).
Opmerkingen
Deel I:
— Vak I.19: De juiste GN-code onder de volgende rubrieken gebruiken: 0104 10 of 0104 20.
— Vak I.23: Bij vervoer in containers of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.
— Vak I.31: Identificatiesysteem: De dieren moeten voorzien zijn van een individueel nummer aan de hand waarvan het bedrijf van herkomst kan worden getraceerd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad.
Leeftijd: (maanden).
Geslacht: (M = mannelijk, F = vrouwelijk, C = gecastreerd).
Tekst van het beeld
Europese Unie
91/68 EIII Fokschapen/-geiten
II. Informatie over de gezondheid
II.a. Referentienummer certificaat
II.b. Lokaal referentienummer
Deel II:
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(2) Indien een zending in een verzamelcentrum wordt samengesteld uit dieren die op verschillende data geladen zijn, geldt als begindatum van het transport van de gehele zending de vroegste datum waarop een deel van de zending het bedrijf van oorsprong heeft verlaten.
(3) Deze verklaring ontslaat de vervoerder niet van de verplichtingen die krachtens de geldende regelgeving van de Unie op hem rusten, met name wat de geschiktheid van de dieren voor transport betreft.
— Dit certificaat is tien dagen geldig.
— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.
Officiële dierenarts of officiële inspecteur
Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:
Lokale veterinaire eenheid: Nr. LVE:
Datum: Handtekening:
Stempel:
”