19.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 193/38


BESLUIT (EU) 2016/1171 VAN DE RAAD

van 12 juli 2016

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over wijzigingen van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 53, lid 1, en artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3, onder a)

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Overeenkomstig artikel 98 en in het bijzonder artikel 102 van de EER-overeenkomst, kan het Gemengd Comité van de EER besluiten onder andere bijlage IX bij de EER-overeenkomst, die bepalingen inzake financiële diensten bevat, te wijzigen.

(3)

De volgende besluiten hebben betrekking op financiële diensten en moeten in de EER-overeenkomst worden opgenomen:

Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3);

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (4);

Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5);

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (6);

Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7);

Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (8);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie (9);

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 447/2013 van de Commissie (10);

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 448/2013 van de Commissie (11);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 694/2014 van de Commissie (12);

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/514 van de Commissie (13);

Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (14);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 826/2012 van de Commissie (15);

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 827/2012 van de Commissie (16);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie (17);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 919/2012 van de Commissie (18);

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/97 van de Commissie (19);

Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (20);

Verordening (EU) nr. 513/2011 van het Europees Parlement en de Raad (21);

Verordening (EU) nr. 462/2013 van het Europees Parlement en de Raad (22);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 van de Commissie (23);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 446/2012 van de Commissie (24);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 447/2012 van de Commissie (25);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 448/2012 van de Commissie (26);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 449/2012 van de Commissie (27);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 946/2012 van de Commissie (28);

Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU van de Commissie (29);

Uitvoeringsbesluit 2014/246/EU van de Commissie (30);

Uitvoeringsbesluit 2014/247/EU van de Commissie (31);

Uitvoeringsbesluit 2014/248/EU van de Commissie (32), en

Uitvoeringsbesluit 2014/249/EU van de Commissie (33).

(4)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(5)

Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijzigingen van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

P. KAŽIMÍR


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

(5)  Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

(6)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(7)  Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 5).

(8)  Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

(9)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht (PB L 83 van 22.3.2013, blz. 1).

(10)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 447/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot vaststelling van de procedure voor abi-beheerders die voor opt-in kiezen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 132 van 16.5.2013, blz. 1.)

(11)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 448/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot vaststelling van een procedure voor het bepalen van de referentielidstaat van een niet-EU abi-beheerder ingevolge Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 132 van 16.5.2013, blz. 3).

(12)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 694/2014 van de Commissie van 17 december 2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor het vaststellen van de soorten beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 18).

(13)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/514 van de Commissie van 18 december 2014 betreffende de overeenkomstig artikel 67, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad door de bevoegde autoriteiten aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie (PB L 82 van 27.3.2015, blz. 5).

(14)  Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1).

(15)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 826/2012 van de Commissie van 29 juni 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de technische reguleringsnormen inzake de meldings- en openbaarmakingsvereisten met betrekking tot netto shortposities, de bijzonderheden van de aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie over netto shortposities en de methode voor het berekenen van de omzet om te bepalen welke aandelen zijn vrijgesteld (PB L 251 van 18.9.2012, blz. 1).

(16)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 827/2012 van de Commissie van 29 juni 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de manier waarop netto shortposities in aandelen openbaar mogen worden gemaakt, de vorm van de aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie over netto shortposities, de soorten overeenkomsten, regelingen en maatregelen die er adequaat voor zorgen dat aandelen of overheidsschuldinstrumenten voor afwikkeling beschikbaar zijn, alsmede de datum van en de in aanmerking te nemen periode bij de bepaling van het belangrijkste handelsplatform van een aandeel, als bedoeld in Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PB L 251 van 18.9.2012, blz. 11).

(17)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van definities, de berekening van netto shortposities, gedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld, meldingsdrempels, liquiditeitsdrempels voor het opschorten van beperkingen, aanmerkelijke dalingen in de waarde van financiële instrumenten en ongunstige gebeurtenissen (PB L 274 van 9.10.2012, blz. 1).

(18)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 919/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de berekeningsmethode voor de waardedaling van liquide aandelen en andere financiële instrumenten (PB L 274 van 9.10.2012, blz. 16).

(19)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/97 van de Commissie van 17 oktober 2014 tot correctie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 ten aanzien van de melding van aanmerkelijke netto shortposities in overheidsschuld (PB L 16 van 23.1.2015, blz. 22).

(20)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(21)  Verordening (EU) nr. 513/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (PB L 145 van 31.5.2011, blz. 30).

(22)  Verordening (EU) nr. 462/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (PB L 146 van 31.5.2013, blz. 1).

(23)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 van de Commissie van 7 februari 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen, (PB L 90 van 28.3.2012, blz. 6.).

(24)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 446/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen over de inhoud en het formaat van de periodieke verslagen betreffende de ratinggegevens die door ratingbureaus aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten moeten worden voorgelegd (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 2).

(25)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 447/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus door vaststelling van technische reguleringsnormen voor de beoordeling van de conformiteit van ratingmethodologieën, (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 14.)

(26)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 448/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de presentatie van de informatie die ratingbureaus ter beschikking moeten stellen in een centrale databank die door de Europese Autoriteit voor effecten en markten is opgezet (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 17).

(27)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 449/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende te verstrekken gegevens voor de registratie en certificatie van ratingbureaus (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 32.)

(28)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 946/2012 van de Commissie van 12 juli 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen (PB L 282 van 16.10.2012, blz. 23).

(29)  Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Australië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 65).

(30)  Uitvoeringsbesluit 2014/246/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Argentinië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 68).

(31)  Uitvoeringsbesluit 2014/247/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Mexico als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 71).

(32)  Uitvoeringsbesluit 2014/248/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Singapore als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 73).

(33)  Uitvoeringsbesluit 2014/249/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Hongkong als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 76).


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr.

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's (1) moet worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

(2)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31ed (Besluit 2010/C-326/07) het volgende ingevoegd:

„31f.

32010 R 1092: Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

De desbetreffende autoriteiten van de EVA-staten nemen deel aan de werkzaamheden van het Europees Comité voor systeemrisico's (ESRB).

b)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” en „toezichthoudende autoriteiten” niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar respectievelijk ook voor de EVA-staten, hun bevoegde en toezichthoudende autoriteiten. Dit geldt niet betrekking tot de artikel 5, lid 2, artikel 9, lid 5 en artikel 11, lid 1, onder c).

c)

In artikel 6, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„c)

de presidenten van de nationale centrale banken van de EVA-staten, of, in het geval van Liechtenstein, een vertegenwoordiger op hoog niveau van het ministerie van Financiën;

d)

een lid van het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, indien dit van belang is voor de opdrachten van dit College.

De in de punten c) en d) bedoelde niet-stemgerechtigde leden van de algemene raad nemen niet deel aan de werkzaamheden van de algemene raad wanneer de situatie van individuele financiële instellingen in de EU of EU-lidstaten kan worden besproken.”.

d)

Aan artikel 13, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

„i)

een vertegenwoordiger van elke nationale centrale bank van de EVA-staten, of, in het geval van Liechtenstein, van het ministerie van Financiën. Deze vertegenwoordigers nemen niet deel aan de werkzaamheden van het technisch adviescomité wanneer de situatie van individuele financiële instellingen in de EU of EU-lidstaten kan worden besproken.”.

e)

Aan artikel 15, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Overeenkomstig de EER-overeenkomst werken de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de nationale centrale banken, de nationale toezichthoudende autoriteiten en de nationale statistische autoriteiten van de EVA-staten nauw samen met het ESRB en verstrekken dit alle nodige informatie voor het vervullen van zijn taken.”.

f)

In artikel 16, lid 3, worden de woorden „en wanneer zij gericht zijn tot een EVA-staat of een of meer van zijn nationale toezichthoudende autoriteiten, het Permanent Comité van de EVA-staten” toegevoegd na de woorden „de Commissie” en de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” na het woord „ESA's”.

g)

In artikel 17, leden 1 en 2, en artikel 18, lid 1, worden de woorden „en wanneer zij gericht zijn tot een EVA-staat of een of meer van zijn nationale toezichthoudende autoriteiten, het Permanent Comité van de EVA-staten” toegevoegd na de woorden „de Raad”.

h)

Artikel 17, lid 3, is niet van toepassing met betrekking tot besluiten die verband houden met aanbevelingen die gericht zijn tot een of meer EVA-staten.

i)

In artikel 18, lid 4, worden de woorden „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en het Permanent Comité van de EVA-Staten” toegevoegd na het woord „ESA's”.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 1092/2010 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op …, of op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst, indien dat later is (*).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1.

(*)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen

bij Besluit Nr. […] waarbij Verordening (EU) nr. 1092/2010 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen

De overeenkomstsluitende partijen merken op dat Verordening (EU) nr. 1092/2010 alleen voorziet in een bepaalde mate van deelname van staten die geen EU-lidstaat zijn, aan het Europees Comité voorsysteemrisico's. In het licht van eventuele toekomstige herzieningen van Verordening (EU) nr. 1092/2010 gaat de EU na of een recht op deelname dat spoort met de deelname van de EER-EVA-staten aan de in de besluiten van het Gemengd Comité van de EER nr. …/…, nr. …/… en nr. …/… bedoelde drie Europese toezichthoudende autoriteiten aan de EER-EVA-staten kan worden verleend.


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

De ministers van financiën en economische zaken van de EU en de EER-EVA toonden zich in hun conclusies (3) van 14 oktober 2014 met betrekking tot de opname van de ETA-verordeningen van de EU in de EER-overeenkomst, erover verheugd dat de overeenkomstsluitende partijen een evenwichtige oplossing hadden gevonden, die rekening houdt met de structuur en de doelstellingen van de ETA-verordeningen van de EU en de EER-overeenkomst, alsmede met de juridische en politieke beperkingen van de EU en de EER-EVA-staten.

(4)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA onderstreepten dat, overeenkomstig de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA besluiten zal nemen ten aanzien van bevoegde instanties van de EER-EVA of marktdeelnemers in de EER-EVA-staten. De EU-ETA's zullen bevoegd zijn voor het uitvoeren van niet-bindende handelingen, zoals de aanneming van aanbevelingen en niet-bindende bemiddeling, mede ten aanzien van bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers van de EER-EVA. Elk optreden van beide zijden wordt, naargelang het geval, voorafgegaan door raadpleging, coördinatie of uitwisseling van informatie tussen de EU-ETA's en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

(5)

Teneinde te zorgen voor integratie van de expertise van de EU-ETA's in het proces en samenhang tussen beide pijlers, zullen afzonderlijke besluiten en formele adviezen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ten aanzien van één of meer afzonderlijke bevoegde instanties of marktdeelnemers van de EER-EVA, worden aangenomen op basis van ontwerpen die zijn opgesteld door de bevoegde EU-ETA. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de belangrijke voordelen van toezicht door één enkele autoriteit behouden blijven.

(6)

De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover een dat dit besluit het akkoord uitvoert dat in deze conclusies is terug te vinden en dat het besluit dus moet worden opgevat overeenkomstig de beginselen die in deze conclusies zijn vervat.

(7)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31f (Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende ingevoegd:

„31 g.

32010 R 1093: Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12), gewijzigd bij:

32013 R 1022: Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 5).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

De bevoegde autoriteiten van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hebben dezelfde rechten en verplichtingen — maar zonder stemrecht — als de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten in de werkzaamheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), hierna „de Autoriteit” genoemd, haar raad van toezichthouders en alle voorbereidende instanties van de Autoriteit, inclusief interne comités en panels, met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst.

Onverminderd de artikelen 108 en 109 van deze overeenkomst heeft de Autoriteit het recht — - maar zonder stemrecht — om deel te nemen aan de werkzaamheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en haar voorbereidende instanties, wanneer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ten aanzien van de EVA-staten de taken van de Autoriteit verricht, zoals bepaald in deze overeenkomst.

Het reglement van orde van de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geven volledige uitvoering aan hun deelname, alsook aan die van bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, in elkaars werkzaamheden zoals bepaald in deze overeenkomst.

b)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

c)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, is het reglement van orde van de Autoriteit van overeenkomstige toepassing op aangelegenheden met betrekking tot de bevoegde autoriteiten van de EVA en financiële instellingen. Met name het opstellen van conceptversies voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is onderworpen aan dezelfde interne procedures als de voorbereiding van besluiten die worden aangenomen met betrekking tot soortgelijke kwesties die betrekking hebben op EU-lidstaten, met inbegrip van hun bevoegde autoriteiten en financiële instellingen.

d)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de verordening, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen.

Indien tussen de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onenigheid rijst met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van de verordening, roepen de voorzitter van de Autoriteit en het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, met inachtneming van de spoedeisendheid van de aangelegenheid, onverwijld een vergadering bijeen om een consensus tot stand te brengen. Indien geen consensus tot stand kan komen, kan de voorzitter van de Autoriteit of het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de overeenkomstsluitende partijen verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan het Gemengd Comité van de EER, dat de kwestie zal behandelen overeenkomstig artikel 111 van deze overeenkomst, dat van overeenkomstige toepassing is. Overeenkomstig artikel 2 van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 1/94 van 8 februari 1994 tot goedkeuring van het reglement van orde van het Gemengd Comité van de EER (PB L 85 van 30.3.1994, blz. 60) kan een overeenkomstsluitende partij een verzoek indienen om in dringende situaties onmiddellijk vergaderingen te beleggen. Onverminderd dit lid kan een overeenkomstsluitende partij te allen tijd op eigen initiatief de kwestie aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen overeenkomstig de artikelen 5 of 111 van deze overeenkomst.

e)

Verwijzingen naar andere besluiten in de verordening zijn van toepassing voor zover en in de vorm waarin deze in de overeenkomst zijn opgenomen.

f)

Wat de EVA-staten betreft, luidt artikel 1, lid 4, als volgt:

„De bepalingen van deze verordening laten de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onverlet, in het bijzonder de bevoegdheden uit hoofde van artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie om de naleving van de EER-overeenkomst of de desbetreffende overeenkomt te waarborgen.”.

g)

In artikel 9, lid 5:

i)

wat de EVA-staten betreft, worden in de eerste alinea de woorden „De Autoriteit” vervangen door „De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

wat de EVA-staten betreft, luiden de tweede en derde alinea als volgt:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA evalueert het in de eerste twee alinea's bedoelde besluit met passende tussenpozen en ten minste om de drie maanden. Indien het besluit na een periode van drie maanden niet wordt verlengd, verstrijkt het automatisch.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de Autoriteit zo spoedig mogelijk na de vaststelling van het in de eerste twee alinea's bedoelde besluit in kennis van de einddatum. Vóór het verstrijken van de in de derde alinea bedoelde termijn van drie maanden dient de Autoriteit bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA conclusies in, indien nodig vergezeld van een conceptversie. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan de Autoriteit in kennis stellen van ontwikkelingen die zij van belang acht voor de beoordeling.

Een EVA-staat kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verzoeken haar besluit te heroverwegen. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stuurt dit verzoek door naar de Autoriteit. In dat geval overweegt de Autoriteit overeenkomstig de procedure van artikel 44, lid 1, tweede alinea, of zij een nieuwe conceptversie opstelt voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

Indien de Autoriteit een besluit dat correspondeert met een door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vastgesteld besluit, wijzigt of intrekt, stelt de Autoriteit onverwijld een conceptversie op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

h)

In artikel 16, lid 4, worden de woorden „het Permanent Comité van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Commissie”.

i)

In artikel 17:

i)

worden de woorden „het Unierecht” vervangen door „de EER-overeenkomst”;

ii)

in lid 1, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”;

iii)

in lid 2, worden de woorden „het Permanent Comité van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Commissie”;

iv)

aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer de Autoriteit een vermeende inbreuk of niet-toepassing van de EER-overeenkomst onderzoekt met betrekking tot een bevoegde autoriteit van een EVA-staat, stelt zij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in kennis van de aard en doelstelling van het onderzoek en verstrekt zij vervolgens de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de geactualiseerde gegevens die deze nodig heeft om haar in de leden 4 en 6 bedoelde taken te kunnen uitvoeren.”;

v)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede alinea van lid 3 als volgt:

„De bevoegde autoriteit brengt de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanbeveling op de hoogte van de stappen die zij heeft gedaan of voornemens is te doen om de inachtneming van de EER-overeenkomst te verzekeren.”;

vi)

wat de EVA-staten betreft, luiden de leden 4 en 5 als volgt:

„4.   Ingeval de bevoegde autoriteit binnen één maand na ontvangst van de aanbeveling van de Autoriteit niet aan de EER-overeenkomst heeft voldaan, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een formeel advies uitbrengen op grond waarvan de bevoegde autoriteit de maatregelen dient te nemen die nodig zijn om de EER-overeenkomst na te leven. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA houdt in haar formeel advies rekening met de aanbeveling van de Autoriteit.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA brengt een dergelijk formeel advies uit uiterlijk drie maanden na het geven van de aanbeveling. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan die termijn met één maand verlengen.

Formele adviezen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA alle noodzakelijke gegevens.

5.   Binnen tien werkdagen na ontvangst van het in lid 4 bedoelde formele advies informeert de bevoegde autoriteit de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA over de stappen die zij heeft gedaan of zal doen om dat formele advies na te leven.”;

vii)

wat de EVA-staten betreft, worden in de eerste alinea van lid 6 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie” en de woorden „de Autoriteit” door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

viii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede alinea van lid 6 als volgt:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

ix)

wat de EVA-staten betreft, luidt lid 8 als volgt:

„8.   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt jaarlijks bekend welke bevoegde autoriteiten en financiële instellingen de EVA-staten de in de leden 4 en 6 bedoelde formele adviezen of besluiten niet hebben nageleefd.”.

j)

In artikel 18:

i)

wat de EVA-staten betreft, worden in de leden 3 en 4 de woorden „de Autoriteit” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

in de leden 3 en 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 4 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”.

k)

In artikel 19:

i)

in lid 1, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”;

ii)

in lid 3 worden de woorden „in de EU-lidstaten” ingevoegd na de woorden „met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten”;

iii)

aan lid 3 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Indien de exclusief bevoegde autoriteiten van de EVA-staten er niet in geslaagd zijn tijdens de in lid 2 bedoelde verzoeningsfase tot overeenstemming te komen, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen dat de bevoegde autoriteiten verplicht specifieke maatregelen te nemen of van het nemen van maatregelen af te zien om de zaak te schikken, met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten, teneinde de naleving van de EER-overeenkomst te garanderen.

Indien de bevoegde autoriteiten van een of meer EU-lidstaten en een of meer EVA-staten er niet in geslaagd zijn tijdens de in lid 2 bedoelde verzoeningsfase tot overeenstemming te komen, kunnen de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen dat de bevoegde autoriteiten van de desbetreffende EU-lidstaten en EVA-staten verplicht specifieke maatregelen te nemen of van het nemen van maatregelen af te zien om de zaak te schikken, met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten, teneinde de naleving van de EER-overeenkomst te garanderen.

Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iv)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 4 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”, de woorden „de Autoriteit” door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” en de woorden „het Unierecht” door „de EER-overeenkomst”;

v)

in lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”.

l)

In artikel 20 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Wanneer het gaat om exclusief bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen overeenkomstig artikel 19, leden 3 en 4.

Wanneer het gaat om bevoegde autoriteiten van een of meer EU-lidstaten en een of meer EVA-staten, kan de Autoriteit respectievelijk de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit vaststellen overeenkomstig artikel 19, leden 3 en 4.

Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die door in voorkomend geval de Autoriteit, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en/of de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden opgesteld. De Autoriteit, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) komen in voorkomend geval overeenkomstig artikel 56 tot gemeenschappelijke standpunten en stellen gelijktijdig de besluiten en/of conceptversies vast.”;

m)

In artikel 21, lid 4, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „De Autoriteit”.

n)

In het artikel 22, lid 1 bis, en artikel 31, onder d), worden de woorden „alsook de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en het Permanent Comité van de EVA-staten” ingevoegd na de woorden „de Commissie”.

o)

In artikel 22, lid 4, en artikel 34, lid 1, worden de woorden „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité van de EVA-staten” ingevoegd na de woorden „het Europees Parlement, de Raad of de Commissie”.

p)

In artikel 32, lid 3 bis, wat betreft de EVA-staten:

i)

worden de woorden „Zij kan” vervangen door „De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan”;

ii)

worden de woorden „kan deelnemen” vervangen door „de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kunnen deelnemen”;

iii)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„Uit hoofde van dit lid door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA gedane verzoeken worden onverwijld ingediend op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”.

q)

In artikel 35, lid 5, zijn de woorden „tot de nationale centrale bank” niet van toepassing op Liechtenstein.

r)

In artikel 36, lid 5, worden de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Commissie”.

s)

In artikel 38, wat betreft de EVA-staten:

i)

de woorden „de Autoriteit”, „de Autoriteit en de Commissie”, „de Autoriteit, de Commissie” en „de Commissie en de Autoriteit” worden vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

de woorden „de Raad” worden vervangen door „het Permanent Comité van de EVA-staten”;

iii)

na de vierde alinea van lid 2 wordt de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de desbetreffende EVA-staat door naar de Autoriteit en de Commissie. Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA om een besluit te handhaven, te wijzigen of in te trekken, wordt genomen op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iv)

na de derde alinea van lid 3 wordt de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de EVA-staat door naar de Autoriteit, de Commissie en de Raad.”;

v)

na de eerste alinea van lid 4 wordt de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de EVA-staat door naar de Autoriteit, de Commissie en de Raad.”;

vi)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„6.   Wanneer in een in artikel 19, lid 3, bedoelde zaak, al naar gelang het geval in combinatie met artikel 20 en met betrekking tot een geschil waarbij ook de bevoegde autoriteiten van een of meer EVA-Staten zijn betrokken, een besluit overeenkomstig dit artikel wordt opgeschort of komt te vervallen, wordt in het desbetreffende geval elk corresponderend besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA eveneens opgeschort of komt het te vervallen.

Wanneer de Autoriteit in deze gevallen haar besluit wijzigt of intrekt, stelt zij onverwijld een conceptversie op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

t)

In artikel 39:

i)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Bij het opstellen van een conceptversie voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig deze verordening, stelt de Autoriteit de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis, waarbij een termijn wordt vastgelegd, waarin de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA elke natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van een bevoegde autoriteit, tot wie het te nemen besluit is gericht, kan toestaan zijn standpunten over de zaak duidelijk te maken, terdege rekening houdend met de urgentie, complexiteit en mogelijke consequenties van de zaak.”;

ii)

aan lid 4 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA evalueert een besluit uit hoofde van artikel 18, lid 3 of 4, regelmatig. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de Autoriteit in kennis van toekomstige evaluaties alsook van ontwikkelingen die zij van belang acht voor de beoordeling.

Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA om een besluit te wijzigen of in te trekken, wordt genomen op grond van de conceptversies die de Autoriteit heeft opgesteld. Vóór een geplande evaluatie dient de Autoriteit bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA conclusies in, indien nodig vergezeld van een conceptversie.”;

iii)

wat betreft de EVA-staten, worden in lid 5 de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”.

u)

In artikel 40, lid 1:

i)

in punt b), wordt het volgende ingevoegd na het woord „lidstaat”:

„en, zonder stemrecht, het hoofd van de nationale overheidsinstanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de financiële instellingen in elke EVA-staat,”;

ii)

in punt f) worden de woorden „en van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „autoriteiten”.

v)

In artikel 43:

i)

in lid 2 worden de woorden „, stelt conceptversies op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „vast”;

ii)

in de leden 4 en 6 worden de woorden „,de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité van de EVA-staten” ingevoegd na de woorden „de Raad”.

w)

In artikel 44:

i)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De bepalingen van dit lid zijn overeenkomstige toepassing op conceptversies die in het kader van de respectieve bepalingen van deze verordening voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden opgesteld.”;

ii)

in lid 4, worden de woorden „alsook de vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de uitvoerend directeur”;

iii)

aan lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De leden van de raad van toezichthouders van de EVA-staten overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), hebben het recht aanwezig te zijn bij besprekingen in de raad van toezichthouders die betrekking hebben op individuele financiële instellingen.”.

x)

In artikel 57, lid 2, worden de volgende woorden ingevoegd na het woord „lidstaat”:

„alsook een vertegenwoordiger op hoog niveau van de desbetreffende bevoegde autoriteit van elke EVA-staat en een vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

y)

Aan artikel 60, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Indien het bezwaar betrekking heeft op een uit hoofde van artikel 19, al naar gelang het geval in combinatie met artikel 20, vastgesteld besluit in een zaak waar het geschil ook betrekking heeft op de bevoegde autoriteiten van een of meer EVA-staten, verzoekt de bezwaarcommissie de betrokken bevoegde autoriteit van de EVA-staat om binnen een bepaalde termijn opmerkingen te maken naar aanleiding van de kennisgevingen van de partijen in de bezwaarprocedure. Het is de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA toegestaan een mondelinge uiteenzetting te geven.”.

z)

Aan artikel 62, lid 1, onder a), worden de volgende alinea's te worden toegevoegd:

„De nationale overheidsinstanties van de EVA-staten dragen financieel bij tot de begroting van de Autoriteit overeenkomstig de bepalingen van dit punt.

Voor de vaststelling uit hoofde van dit punt van de verplichte bijdragen van de nationale overheidsinstanties van de EVA-staten die bevoegd zijn voor het toezicht op de financiële instellingen, is de weging van elke EVA-staat als volgt vastgesteld:

 

IJsland: 2

 

Liechtenstein: 1

 

Noorwegen: 7”;

(z bis)

In artikel 67 wordt het volgende toegevoegd:

„De EVA-staten passen het Protocol (nr. 7) inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het TFEU is gehecht, toe op de Autoriteit en haar personeel.”.

(z ter)

Aan artikel 68 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), en artikel 82, lid 3, onder a), van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de uitvoerend directeur van de Autoriteit in dienst worden genomen.

In afwijking van artikel 12, lid 2, onder e), artikel 82, lid 3, onder e), en artikel 85, lid 3, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, worden de in artikel 129, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde talen door de Autoriteit ten aanzien van haar personeel beschouwd als in artikel 55, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde talen van de Unie.”.

(z quater)

Aan artikel 72 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de toepassing van de verordening, van toepassing op de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten voor de door de Autoriteit opgestelde documenten.”.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1022/2013 zijn authentiek.

Artikel 3

De overeenkomstsluitende partijen herzien het overeenkomstig onderhavig besluit en de besluiten nr. …/… [ESRB], nr. …/… [Eiopa] en nr. …/… [ESMA] opgezette kader uiterlijk eind [vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit] om ervoor te zorgen dat dit kader de doeltreffende en homogene toepassing van de gemeenschappelijke voorschriften en het toezicht in de gehele EER garandeert.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op … [de dag na die van de vaststelling ervan invoegen], of op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst, indien dat later is (*).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

(2)  PB L 287 van 29.10.2013, blz. 5.

(3)  Conclusies van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA, 14178/1/14 REV 1.

(*)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen

bij Besluit nr. […] waarbij Verordening (EU) nr. 1093/2010 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen

[ter goedkeuring met het besluit en voor publicatie in het PB]

Overeenkomstig artikel 1, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1093/2010, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1022/2013 handelt de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), hierna „de Autoriteit” genoemd, onafhankelijk, objectief, op niet-discriminerende wijze en uitsluitend in het belang van de Unie. Naar aanleiding van de opname van Verordening (EU) nr. 1093/2010 in de EER-overeenkomst hebben de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten dezelfde rechten — maar zonder stemrecht — als de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten in de werkzaamheden van de Autoriteit.

Derhalve en met volle inachtneming van de onafhankelijkheid van de Autoriteit zijn de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst het erover eens dat wanneer de Autoriteit handelt overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst, zij handelt in het gemeenschappelijk belang van alle overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst.


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG (1) van de Commissie moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA toonden zich in hun conclusies (2) van 14 oktober 2014 met betrekking tot de opname van de ETA-verordeningen van de EU in de EER-overeenkomst, erover verheugd dat de overeenkomstsluitende partijen een evenwichtige oplossing hadden gevonden, die rekening houdt met de structuur en de doelstellingen van de ETA-verordeningen van de EU en de EER-overeenkomst, alsmede met de juridische en politieke beperkingen van de EU en de EER-EVA-staten.

(3)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA onderstreepten dat, overeenkomstig de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA besluiten zal nemen ten aanzien van bevoegde instanties van de EER-EVA of marktdeelnemers in de EER-EVA-staten. De EU-ETA's zullen bevoegd zijn voor het uitvoeren van niet-bindende handelingen, zoals de aanneming van aanbevelingen en niet-bindende bemiddeling, mede ten aanzien van bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers van de EER-EVA. Elk optreden van beide zijden wordt, naargelang het geval, voorafgegaan door raadpleging, coördinatie of uitwisseling van informatie tussen de EU-ETA's en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

(4)

Teneinde te zorgen voor integratie van de expertise van de EU-ETA's in het proces en samenhang tussen beide pijlers, zullen afzonderlijke besluiten en formele adviezen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ten aanzien van één of meer afzonderlijke bevoegde instanties of marktdeelnemers van de EER-EVA, worden aangenomen op basis van ontwerpen die zijn opgesteld door de bevoegde EU-ETA. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de belangrijke voordelen van toezicht door één enkele autoriteit behouden blijft.

(5)

De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover een dat dit besluit het akkoord uitvoert dat in deze conclusies is terug te vinden en dat het besluit dus moet worden opgevat overeenkomstig de beginselen die in deze conclusies zijn vervat.

(6)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31 g (Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende ingevoegd:

„31h.

32010 R 1094: Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

De bevoegde autoriteiten van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hebben dezelfde rechten en verplichtingen — maar zonder stemrecht — als de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten in de werkzaamheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), hierna „de Autoriteit” genoemd, haar raad van toezichthouders en alle voorbereidende instanties van de Autoriteit, inclusief interne comités en panels, met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst.

Onverminderd de artikelen 108 en 109 van deze overeenkomst heeft de Autoriteit het recht — maar zonder stemrecht — om deel te nemen aan de werkzaamheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en haar voorbereidende instanties, wanneer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ten aanzien van de EVA-staten de taken van de Autoriteit verricht, zoals bepaald in deze overeenkomst.

Het reglement van orde van de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geven volledige uitvoering aan hun deelname, alsook aan die van bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, in elkaars werkzaamheden zoals bepaald in deze overeenkomst.

b)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

c)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, is het reglement van orde van de Autoriteit van overeenkomstige toepassing op aangelegenheden met betrekking tot de bevoegde autoriteiten van de EVA en financiële instellingen. Met name het opstellen van conceptversies voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is onderworpen aan dezelfde interne procedures als de voorbereiding van besluiten die worden aangenomen met betrekking tot soortgelijke kwesties die betrekking hebben op EU-lidstaten, met inbegrip van hun bevoegde autoriteiten en financiële instellingen.

d)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de verordening, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen.

Indien tussen de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onenigheid rijst met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van de verordening, roepen de voorzitter van de Autoriteit en het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, met inachtneming van de spoedeisendheid van de aangelegenheid, onverwijld een vergadering bijeen om een consensus tot stand te brengen. Indien geen consensus tot stand kan komen, kan de voorzitter van de Autoriteit of het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de overeenkomstsluitende partijen verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan het Gemengd Comité van de EER, dat de kwestie zal behandelen overeenkomstig artikel 111 van deze overeenkomst, dat van overeenkomstige toepassing is. Overeenkomstig artikel 2 van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 1/94 van 8 februari 1994 tot goedkeuring van het reglement van orde van het Gemengd Comité van de EER (PB L 85 van 30.3.1994, blz. 60) kan een overeenkomstsluitende partij een verzoek indienen om in dringende situaties onmiddellijk vergaderingen te beleggen. Onverminderd dit lid kan een overeenkomstsluitende partij te allen tijd op eigen initiatief de kwestie aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen overeenkomstig de artikelen 5 of 111 van deze overeenkomst.

e)

Verwijzingen naar andere besluiten in de verordening zijn van toepassing voor zover en in de vorm waarin deze in de overeenkomst zijn opgenomen.

f)

In artikel 1, wat betreft de EVA-staten:

i)

in lid 4, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”;

ii)

lid 5 luidt als volgt:

„De bepalingen van deze verordening laten de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onverlet, in het bijzonder de bevoegdheden uit hoofde van artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie om de naleving van de EER-overeenkomst of de desbetreffende overeenkomt te waarborgen.”

g)

In artikel 9, lid 5:

i)

wat de EVA-staten betreft, worden in de eerste alinea de woorden „De Autoriteit” vervangen door „De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

wat de EVA-staten betreft, luiden de tweede en derde alinea als volgt:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA evalueert het in de eerste twee alinea's bedoelde besluit met passende tussenpozen en ten minste om de drie maanden. Indien het besluit na een periode van drie maanden niet wordt verlengd, verstrijkt het automatisch.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de Autoriteit zo spoedig mogelijk na de vaststelling van het in de eerste twee alinea's bedoelde besluit in kennis van de einddatum. Vóór het verstrijken van de in de derde alinea bedoelde termijn van drie maanden dient de Autoriteit bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA conclusies in, indien nodig vergezeld van een conceptversie. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan de Autoriteit in kennis stellen van ontwikkelingen die zij van belang acht voor de beoordeling.

Een EVA-staat kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verzoeken haar besluit te heroverwegen. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stuurt dit verzoek door naar de Autoriteit. In dat geval overweegt de Autoriteit overeenkomstig de procedure van artikel 44, lid 1, tweede alinea, of zij een nieuwe conceptversie opstelt voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

Indien de Autoriteit een besluit dat correspondeert met een door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vastgesteld besluit wijzigt of intrekt, stelt de Autoriteit onverwijld een conceptversie op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

h)

In artikel 16, lid 4, worden de woorden „het Permanent Comité van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Commissie”.

i)

In artikel 17:

i)

de woorden „het Unierecht” worden vervangen door „de EER-overeenkomst”;

ii)

in lid 1, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”;

iii)

in lid 2, worden de woorden „het Permanent Comité van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Commissie”.

iv)

aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer de Autoriteit een vermeende inbreuk of niet-toepassing van de EER-overeenkomst onderzoekt met betrekking tot een bevoegde autoriteit van een EVA-staat, stelt zij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in kennis van de aard en doelstelling van het onderzoek en verstrekt zij vervolgens de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de geactualiseerde gegevens die deze nodig heeft om haar in de leden 4 en 6 bedoelde taken te kunnen uitvoeren.”;

v)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede alinea van lid 3 als volgt:

„De bevoegde autoriteit brengt de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanbeveling op de hoogte van de stappen die zij heeft gedaan of voornemens is te doen om de inachtneming van de EER-overeenkomst te verzekeren.”;

vi)

wat de EVA-staten betreft, luiden de leden 4 en 5 als volgt:

„4.   Ingeval de bevoegde autoriteit binnen één maand na ontvangst van de aanbeveling van de Autoriteit niet aan de EER-overeenkomst heeft voldaan, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een formeel advies uitbrengen op grond waarvan de bevoegde autoriteit de maatregelen dient te nemen die nodig zijn om de EER-overeenkomst na te leven. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA houdt in haar formeel advies rekening met de aanbeveling van de Autoriteit.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA brengt een dergelijk formeel advies uit uiterlijk drie maanden na het geven van de aanbeveling. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan die termijn met één maand verlengen.

Formele adviezen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA alle noodzakelijke gegevens.

5.   Binnen tien werkdagen na ontvangst van het in lid 4 bedoelde formeel advies informeert de bevoegde autoriteit de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA over de stappen die zij heeft gedaan of zal doen om dat formele advies na te leven.”;

vii)

wat de EVA-staten betreft, worden in de eerste alinea van lid 6 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie” en de woorden „de Autoriteit” door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

viii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede alinea van lid 6 als volgt:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

ix)

wat de EVA-staten betreft, luidt lid 8 als volgt:

„8.   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt jaarlijks bekend welke bevoegde autoriteiten en financiële instellingen de EVA-staten de in de leden 4 en 6 bedoelde formele adviezen of besluiten niet hebben nageleefd.”.

j)

In artikel 18:

i)

wat de EVA-staten betreft, worden in de leden 3 en 4 de woorden „de Autoriteit” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

in de leden 3 en 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 4 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”.

k)

In artikel 19:

i)

in lid 1, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”;

ii)

in lid 3 worden de woorden „in de EU-lidstaten” ingevoegd na de woorden „met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten”;

iii)

aan lid 3 wordt de volgende alinea's toegevoegd:

„Indien de exclusief bevoegde autoriteiten van de EVA-staten er niet in geslaagd zijn tijdens de in lid 2 bedoelde verzoeningsfase tot overeenstemming te komen, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen dat de bevoegde autoriteiten verplicht specifieke maatregelen te nemen of van het nemen van maatregelen af te zien om de zaak te schikken, met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten, teneinde de naleving van de EER-overeenkomst te garanderen.

Indien de bevoegde autoriteiten van een of meer EU-lidstaten en een of meer EVA-staten er niet in geslaagd zijn tijdens de in lid 2 bedoelde verzoeningsfase tot overeenstemming te komen, kunnen de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen dat de bevoegde autoriteiten van de desbetreffende EU-lidstaten en EVA-staten verplicht specifieke maatregelen te nemen of van het nemen van maatregelen af te zien om de zaak te schikken, met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten, teneinde de naleving van de EER-overeenkomst te garanderen.

Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iv)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 4 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”, de woorden „de Autoriteit” door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” en de woorden „het Unierecht” door „de EER-overeenkomst”;

v)

in lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”

l)

In artikel 20 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Wanneer het gaat om exclusief bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen overeenkomstig artikel 19, leden 3 en 4.

Wanneer het gaat om bevoegde autoriteiten van een of meer EU-lidstaten en een of meer EVA-staten, kan de Autoriteit respectievelijk de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit vaststellen overeenkomstig artikel 19, leden 3 en 4.

Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die door in voorkomend geval de Autoriteit, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en/of de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden opgesteld. De Autoriteit, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) komen in voorkomend geval overeenkomstig artikel 56 tot gemeenschappelijke standpunten en stellen gelijktijdig de besluiten en/of conceptversies vast.”.

m)

In artikel 21, lid 4, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „De Autoriteit”.

n)

In artikel 22, lid 4, en artikel 34, lid 1, worden de woorden „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité van de EVA-staten” ingevoegd na de woorden „het Europees Parlement, de raad of de Commissie”.

o)

In artikel 35, lid 5, zijn de woorden „tot de nationale centrale bank” niet van toepassing op Liechtenstein.

p)

In artikel 38, wat betreft de EVA-staten:

i)

de woorden „de Autoriteit”, „de Autoriteit en de Commissie”, „de Autoriteit, de Commissie” en „de Commissie en de Autoriteit” worden vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

de woorden „de Raad” worden vervangen door „het Permanent Comité van de EVA-staten”;

iii)

na de vierde alinea van lid 2 wordt de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de desbetreffende EVA-staat door naar de Autoriteit en de Commissie. Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA om een besluit te handhaven, te wijzigen of in te trekken, wordt genomen op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iv)

wordt na de derde alinea van lid 3 de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de EVA-staat door naar de Autoriteit, de Commissie en de Raad.”;

v)

wordt na de eerste alinea van lid 4 de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de EVA-staat door naar de Autoriteit, de Commissie en de Raad.”;

vi)

wordt het volgende lid toegevoegd:

„6.   Wanneer in een in artikel 19, lid 3, bedoelde zaak, al naar gelang het geval in combinatie met artikel 20 en met betrekking tot een geschil waarbij ook de bevoegde autoriteiten van een of meer EVA-Staten zijn betrokken, een besluit overeenkomstig dit artikel wordt opgeschort of komt te vervallen, wordt in het desbetreffende geval elk corresponderend besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA eveneens opgeschort of komt het te vervallen.

Wanneer de Autoriteit in deze gevallen haar besluit wijzigt of intrekt, stelt zij onverwijld een conceptversie op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

q)

In artikel 39:

i)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Bij het opstellen van een conceptversie voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig deze verordening, stelt de Autoriteit de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis, waarbij een termijn wordt vastgelegd, waarin de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA elke natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van een bevoegde autoriteit, tot wie het te nemen besluit is gericht, kan toestaan zijn standpunten over de zaak duidelijk te maken, terdege rekening houdend met de urgentie, complexiteit en mogelijke consequenties van de zaak.”;

ii)

aan lid 4 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA evalueert een besluit uit hoofde van artikel 18, lid 3 of 4, regelmatig. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de Autoriteit in kennis van toekomstige evaluaties alsook van ontwikkelingen die zij van belang acht voor de evaluatie.

Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA om een besluit te wijzigen of in te trekken, wordt genomen op grond van de conceptversies die de Autoriteit heeft opgesteld. Vóór een geplande evaluatie dient de Autoriteit bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA conclusies in, indien nodig vergezeld van een conceptversie.”;

iii)

wat betreft de EVA-staten, worden in lid 5 de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”.

r)

In artikel 40, lid 1:

i)

in punt b), wordt het volgende ingevoegd na het woord „lidstaat”:

„en, zonder stemrecht, het hoofd van de nationale overheidsinstanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de financiële instellingen in elke EVA-staat,”;

ii)

in punt e) worden de woorden „en van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „autoriteiten”.

s)

In artikel 43:

i)

in lid 2 worden de woorden „, stelt conceptversies op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „vast”;

ii)

in de leden 4 en 6 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité van de EVA-staten” ingevoegd na de woorden „de Raad”.

t)

In artikel 44:

i)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De bepalingen van dit lid zijn overeenkomstige toepassing op conceptversies die in het kader van de respectieve bepalingen van deze verordening voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden opgesteld.”;

ii)

in lid 4, worden de woorden „alsook de vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de uitvoerend directeur”;

iii)

aan lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De leden van de raad van toezichthouders van de EVA-staten overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), hebben het recht aanwezig te zijn bij besprekingen in de raad van toezichthouders die betrekking hebben op individuele financiële instellingen.”.

u)

In artikel 57, lid 2, worden de volgende woorden ingevoegd na het woord „lidstaat”:

„alsook een vertegenwoordiger op hoog niveau van de desbetreffende bevoegde autoriteit van elke EVA-staat en een vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

v)

Aan artikel 60, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Indien het bezwaar betrekking heeft op een uit hoofde van artikel 19, al naar gelang het geval in combinatie met artikel 20, vastgesteld besluit in een zaak waar het geschil ook betrekking heeft op de bevoegde autoriteiten van een of meer EVA-staten, verzoekt de bezwaarcommissie de betrokken bevoegde autoriteit van de EVA-staat om binnen een bepaalde termijn opmerkingen te maken naar aanleiding van de kennisgevingen van de partijen in de bezwaarprocedure. Het is de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA toegestaan een mondelinge uiteenzetting te geven.”.

w)

Aan artikel 62, lid 1, onder a), worden de volgende alinea's te worden toegevoegd:

„De nationale overheidsinstanties van de EVA-staten dragen financieel bij tot de begroting van de Autoriteit overeenkomstig de bepalingen van dit punt.

Voor de vaststelling uit hoofde van dit punt van de verplichte bijdragen van de nationale overheidsinstanties van de EVA-staten die bevoegd zijn voor het toezicht op de financiële instellingen, is de weging van elke EVA-staat als volgt vastgesteld:

 

IJsland: 2

 

Liechtenstein: 1

 

Noorwegen: 7”.

x)

In artikel 67 wordt het volgende toegevoegd:

„De EVA-staten passen het Protocol (nr. 7) inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het TFEU is gehecht, toe op de Autoriteit en haar personeel.”.

y)

Aan artikel 68 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), en artikel 82, lid 3, onder a), van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de uitvoerend directeur van de Autoriteit in dienst worden genomen.

In afwijking van artikel 12, lid 2, onder e), artikel 82, lid 3, onder e), en artikel 85, lid 3, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, worden de in artikel 129, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde talen door de Autoriteit ten aanzien van haar personeel beschouwd als in artikel 55, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde talen van de Unie.”.

z)

Aan artikel 72 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de toepassing van de verordening, van toepassing op de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten voor de door de Autoriteit opgestelde documenten.”.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 1094/2010 zijn authentiek.

Artikel 3

De overeenkomstsluitende partijen herzien het overeenkomstig onderhavig besluit en de besluiten nr. …/… [ESRB], nr. …/… [EBA] en nr. …/… [ESMA] opgezette kader uiterlijk eind [vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit] om ervoor te zorgen dat dit kader de doeltreffende en homogene toepassing van de gemeenschappelijke voorschriften en het toezicht in de gehele EER garandeert.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op … of op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst, indien dat later is (*).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48.

(2)  Conclusies van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA, 14178/1/14 REV 1.

(*)  [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen

bij Besluit nr. […] waarbij Verordening (EU) nr. 1094/2010 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen

[ter goedkeuring met het besluit en voor publicatie in het PB]

Overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1094/2010, handelt de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), hierna „de Autoriteit” genoemd, onafhankelijk en objectief en uitsluitend in het belang van de Unie. Naar aanleiding van de opname van deze verordening in de EER-overeenkomst hebben de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten dezelfde rechten — maar zonder stemrecht — als de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten in de werkzaamheden van de Autoriteit.

Derhalve en met volle inachtneming van de onafhankelijkheid van de Autoriteit zijn de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst het erover eens dat wanneer de Autoriteit handelt overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst, zij handelt in het gemeenschappelijk belang van alle overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst.


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr.

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG (1) van de Commissie moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA toonden zich in hun conclusies (2) van 14 oktober 2014 met betrekking tot de opname van de ETA-verordeningen van de EU in de EER-overeenkomst, erover verheugd dat de overeenkomstsluitende partijen een evenwichtige oplossing hadden gevonden, die rekening houdt met de structuur en de doelstellingen van de ETA-verordeningen van de EU en de EER-overeenkomst, alsmede met de juridische en politieke beperkingen van de EU en de EER-EVA-staten.

(3)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA onderstreepten dat, overeenkomstig de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA besluiten zal nemen ten aanzien van bevoegde instanties van de EER-EVA of marktdeelnemers in de EER-EVA-staten. De EU-ETA's zullen bevoegd zijn voor het uitvoeren van niet-bindende handelingen, zoals de aanneming van aanbevelingen en niet-bindende bemiddeling, mede ten aanzien van bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers van de EER-EVA. Elk optreden van beide zijden wordt, naargelang het geval, voorafgegaan door raadpleging, coördinatie of uitwisseling van informatie tussen de EU-ETA's en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

(4)

Teneinde te zorgen voor integratie van de expertise van de EU-ETA's in het proces en samenhang tussen beide pijlers, zullen afzonderlijke besluiten en formele adviezen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ten aanzien van één of meer afzonderlijke bevoegde instanties of marktdeelnemers van de EER-EVA, worden aangenomen op basis van ontwerpen die zijn opgesteld door de bevoegde EU-ETA. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de belangrijke voordelen van toezicht door één enkele autoriteit behouden blijft.

(5)

De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover een dat dit besluit het akkoord uitvoert dat in deze conclusies is terug te vinden en dat het besluit dus moet worden opgevat overeenkomstig de beginselen die in deze conclusies zijn vervat.

(6)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31h (Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende ingevoegd:

„31i.

32010 R 1095: Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

De bevoegde autoriteiten van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hebben dezelfde rechten en verplichtingen — maar zonder stemrecht — als de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten in de werkzaamheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), hierna „de Autoriteit” genoemd, haar raad van toezichthouders en alle voorbereidende instanties van de Autoriteit, inclusief interne comités en panels, met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst.

Onverminderd de artikelen 108 en 109 van deze overeenkomst heeft de Autoriteit het recht — maar zonder stemrecht — om deel te nemen aan de werkzaamheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en haar voorbereidende instanties, wanneer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ten aanzien van de EVA-staten de taken van de Autoriteit verricht, zoals bepaald in deze overeenkomst.

Het reglement van orde van de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geven volledige uitvoering aan hun deelname, alsook aan die van bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, in elkaars werkzaamheden zoals bepaald in deze overeenkomst.

b)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

c)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, is het reglement van orde van de Autoriteit van overeenkomstige toepassing op aangelegenheden met betrekking tot de bevoegde autoriteiten van de EVA en financiëlemarktdeelnemers. Met name het opstellen van conceptversies voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is onderworpen aan dezelfde interne procedures als de voorbereiding van besluiten die worden aangenomen met betrekking tot soortgelijke kwesties die betrekking hebben op EU-lidstaten, met inbegrip van hun bevoegde autoriteiten en financiële marktdeelnemers.

d)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de verordening, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen.

Indien tussen de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onenigheid rijst met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van de verordening, roepen de voorzitter van de Autoriteit en het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, met inachtneming van de spoedeisendheid van de aangelegenheid, onverwijld een vergadering bijeen om een consensus tot stand te brengen. Indien geen consensus tot stand kan komen, kan de voorzitter van de Autoriteit of het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de overeenkomstsluitende partijen verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan het Gemengd Comité van de EER, dat de kwestie zal behandelen overeenkomstig artikel 111 van deze overeenkomst, dat van overeenkomstige toepassing is. Overeenkomstig artikel 2 van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 1/94 van 8 februari 1994 tot goedkeuring van het reglement van orde van het Gemengd Comité van de EER (PB L 85 van 30.3.1994, blz. 60) kan een overeenkomstsluitende partij een verzoek indienen om in dringende situaties onmiddellijk vergaderingen te beleggen. Onverminderd dit lid kan een overeenkomstsluitende partij te allen tijd op eigen initiatief de kwestie aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen overeenkomstig de artikelen 5 of 111 van deze overeenkomst.

e)

Verwijzingen naar andere besluiten in de verordening zijn van toepassing voor zover en in de vorm waarin deze in de overeenkomst zijn opgenomen.

f)

Wat de EVA-staten betreft, luidt artikel 1, lid 4, als volgt:

„De bepalingen van deze verordening laten de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onverlet, in het bijzonder de bevoegdheden uit hoofde van artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie om de naleving van de EER-overeenkomst of de desbetreffende overeenkomt te waarborgen.”

g)

In artikel 9, lid 5:

i)

wat de EVA-staten betreft, worden in de eerste alinea de woorden „De Autoriteit” vervangen door „De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

wat de EVA-staten betreft, luiden de tweede en derde alinea als volgt:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA evalueert het in de eerste twee alinea's bedoelde besluit met passende tussenpozen en ten minste om de drie maanden. Indien het besluit na een periode van drie maanden niet wordt verlengd, verstrijkt het automatisch.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de Autoriteit zo spoedig mogelijk na de vaststelling van het in de eerste twee alinea's bedoelde besluit in kennis van de einddatum. Vóór het verstrijken van de in de derde alinea bedoelde termijn van drie maanden dient de Autoriteit bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA conclusies in, indien nodig vergezeld van een conceptversie. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan de Autoriteit in kennis stellen van ontwikkelingen die zij van belang acht voor de evaluatie.

Een EVA-staat kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verzoeken haar besluit te heroverwegen. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stuurt dit verzoek door naar de Autoriteit. In dat geval overweegt de Autoriteit overeenkomstig de procedure van artikel 44, lid 1, tweede alinea, of zij een nieuwe conceptversie opstelt voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

Indien de Autoriteit een besluit dat correspondeert met een door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vastgesteld besluit wijzigt of intrekt, stelt de Autoriteit onverwijld een conceptversie op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”

h)

In artikel 16, lid 4, worden de woorden „het Permanent Comité van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Commissie”.

i)

In artikel 17:

i)

de woorden „het Unierecht” worden vervangen door „de EER-overeenkomst”;

ii)

in lid 1, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”;

iii)

in lid 2, worden de woorden „het Permanent Comité van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Commissie”;

iv)

aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer de Autoriteit een vermeende inbreuk of niet-toepassing van de EER-overeenkomst onderzoekt met betrekking tot een bevoegde autoriteit van een EVA-staat, stelt zij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in kennis van de aard en doelstelling van het onderzoek en verstrekt zij vervolgens de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de geactualiseerde gegevens die deze nodig heeft om haar in de leden 4 en 6 bedoelde taken te kunnen uitvoeren.”;

v)

wat de EVA-staten betreft, luiden de tweede alinea van lid 3 als volgt:

„De bevoegde autoriteit brengt de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanbeveling op de hoogte van de stappen die zij heeft gedaan of voornemens is te doen om de inachtneming van de EER-overeenkomst te verzekeren.”;

vi)

wat de EVA-staten betreft, luiden de leden 4 en 5 als volgt:

„4.   Ingeval de bevoegde autoriteit binnen één maand na ontvangst van de aanbeveling van de Autoriteit niet aan de EER-overeenkomst heeft voldaan, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een formeel advies uitbrengen op grond waarvan de bevoegde autoriteit de maatregelen dient te nemen die nodig zijn om de EER-overeenkomst na te leven. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA houdt in haar formeel advies rekening met de aanbeveling van de Autoriteit.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA brengt een dergelijk formeel advies uit uiterlijk drie maanden na het geven van de aanbeveling. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan die termijn met één maand verlengen.

Formele adviezen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA alle noodzakelijke gegevens.

5.   Binnen tien werkdagen na ontvangst van het in lid 4 bedoelde formeel advies informeert de bevoegde autoriteit de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA over de stappen die zij heeft gedaan of zal doen om dat formele advies na te leven.”;

vii)

wat de EVA-staten betreft, worden in de eerste alinea van lid 6 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie” en de woorden „de Autoriteit” door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

viii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede alinea van lid 6 als volgt:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

ix)

wat de EVA-staten betreft, luidt lid 8 als volgt:

„8.   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt jaarlijks bekend welke bevoegde autoriteiten en financiëlemarktdeelnemers in de EVA-staten de in de leden 4 en 6 bedoelde formele adviezen of besluiten niet hebben nageleefd.”.

j)

In artikel 18:

i)

wat de EVA-staten betreft, worden in de leden 3 en 4 de woorden „de Autoriteit” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

in de leden 3 en 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 4 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”.

k)

In artikel 19:

i)

in lid 1, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”;

ii)

in lid 3 worden de woorden „in de EU-lidstaten” ingevoegd na de woorden „met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten”;

iii)

aan lid 3 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Indien de exclusief bevoegde autoriteiten van de EVA-staten er niet in geslaagd zijn tijdens de in lid 2 bedoelde verzoeningsfase tot overeenstemming te komen, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen dat de bevoegde autoriteiten verplicht specifieke maatregelen te nemen of van het nemen van maatregelen af te zien om de zaak te schikken, met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten, teneinde de naleving van de EER-overeenkomst te garanderen.

Indien de bevoegde autoriteiten van een of meer EU-lidstaten en een of meer EVA-staten er niet in geslaagd zijn tijdens de in lid 2 bedoelde verzoeningsfase tot overeenstemming te komen, kunnen de Autoriteit en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen dat de bevoegde autoriteiten van de desbetreffende EU-lidstaten en EVA-staten verplicht specifieke maatregelen te nemen of van het nemen van maatregelen af te zien om de zaak te schikken, met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten, teneinde de naleving van de EER-overeenkomst te garanderen.

Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iv)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 4 de woorden „Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie volgens artikel 258 VWEU” vervangen door „Onverminderd de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA volgens artikel 31 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”, de woorden „de Autoriteit” door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” en de woorden „het Unierecht” door „de EER-overeenkomst”;

v)

in lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”

l)

In artikel 20 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Wanneer het gaat om exclusief bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit nemen overeenkomstig artikel 19, leden 3 en 4.

Wanneer het gaat om bevoegde autoriteiten van een of meer EU-lidstaten en een of meer EVA-staten, kan de Autoriteit respectievelijk de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een besluit vaststellen overeenkomstig artikel 19, leden 3 en 4.

Besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden onverwijld vastgesteld op grond van de conceptversies die door in voorkomend geval de Autoriteit, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en/of de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden opgesteld. De Autoriteit, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) komen in voorkomend geval overeenkomstig artikel 56 tot gemeenschappelijke standpunten en stellen gelijktijdig de besluiten en/of conceptversies vast.”.

m)

In artikel 21, lid 4, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „De Autoriteit”.

n)

In artikel 22, lid 4, en artikel 34, lid 1, worden de woorden „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité van de EVA-staten” ingevoegd na de woorden „het Europees Parlement, de raad of de Commissie”.

o)

In artikel 35, lid 5, zijn de woorden „tot de nationale centrale bank” niet van toepassing op Liechtenstein.

p)

In artikel 38, wat betreft de EVA-staten:

i)

de woorden „de Autoriteit”, „de Autoriteit en de Commissie”, „de Autoriteit, de Commissie” en „de Commissie en de Autoriteit” worden vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

de woorden „de Raad” worden vervangen door „het Permanent Comité van de EVA-staten”;

iii)

na de vierde alinea van lid 2 wordt de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de desbetreffende EVA-staat door naar de Autoriteit en de Commissie. Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA om een besluit te handhaven, te wijzigen of in te trekken, wordt genomen op grond van de conceptversies die de Autoriteit op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.”;

iv)

na de derde alinea van lid 3 wordt de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de EVA-staat door naar de Autoriteit, de Commissie en de Raad.”;

v)

na de eerste alinea van lid 4 wordt de volgende alinea ingevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zendt onverwijld de kennisgeving van de EVA-staat door naar de Autoriteit, de Commissie en de Raad.”;

vi)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„6.   Wanneer in een in artikel 19, lid 3, bedoelde zaak, al naar gelang het geval in combinatie met artikel 20 en met betrekking tot een geschil waarbij ook de bevoegde autoriteiten van een of meer EVA-Staten zijn betrokken, een besluit overeenkomstig dit artikel wordt opgeschort of komt te vervallen, wordt in het desbetreffende geval elk corresponderend besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA eveneens opgeschort of komt het te vervallen.

Wanneer de Autoriteit in deze gevallen haar besluit wijzigt of intrekt, stelt zij onverwijld een conceptversie op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

q)

In artikel 39:

i)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Bij het opstellen van een conceptversie voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig deze verordening, stelt de Autoriteit de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis, waarbij een termijn wordt vastgelegd, waarin de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA elke natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van een bevoegde autoriteit, tot wie het te nemen besluit is gericht, kan toestaan zijn standpunten over de zaak duidelijk te maken, terdege rekening houdend met de urgentie, complexiteit en mogelijke consequenties van de zaak.”;

ii)

aan lid 4 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA evalueert een besluit uit hoofde van artikel 18, lid 3 of 4, regelmatig. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de Autoriteit in kennis van toekomstige evaluaties alsook van ontwikkelingen die zij van belang acht voor de beoordeling.

Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA om een besluit te wijzigen of in te trekken, wordt genomen op grond van de conceptversies die de Autoriteit heeft opgesteld. Vóór een geplande evaluatie dient de Autoriteit bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA conclusies in, indien nodig vergezeld van een conceptversie.”;

iii)

wat betreft de EVA-staten, worden in lid 5 de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Autoriteit”.

r)

In artikel 40, lid 1:

i)

in punt b), wordt het volgende ingevoegd na het woord „lidstaat”:

„en, zonder stemrecht, het hoofd van de nationale overheidsinstanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de financiëlemarktdeelnemers in elke EVA-staat,”;

ii)

in punt e) worden de woorden „en van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „autoriteiten”.

s)

In artikel 43:

i)

in lid 2 worden de woorden „, stelt conceptversies op voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „vast”;

ii)

in de leden 4 en 6 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité van de EVA-staten” ingevoegd na de woorden „de Raad”.

t)

In artikel 44:

i)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De bepalingen van dit lid zijn overeenkomstige toepassing op conceptversies die in het kader van de respectieve bepalingen van deze verordening voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden opgesteld.”;

ii)

in lid 4, worden de woorden „alsook de vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de uitvoerend directeur”;

iii)

aan lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De leden van de raad van toezichthouders van de EVA-staten overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), hebben het recht aanwezig te zijn bij besprekingen in de raad van toezichthouders die betrekking hebben op individuele financiëlemarktdeelnemers”.

u)

In artikel 57, lid 2, worden de volgende woorden ingevoegd na het woord „lidstaat”:

„alsook een vertegenwoordiger op hoog niveau van de desbetreffende bevoegde autoriteit van elke EVA-staat en een vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

v)

Aan artikel 60, lid 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Indien het bezwaar betrekking heeft op een uit hoofde van artikel 19, al naar gelang het geval in combinatie met artikel 20, vastgesteld besluit in een zaak waar het geschil ook betrekking heeft op de bevoegde autoriteiten van een of meer EVA-staten, verzoekt de bezwaarcommissie de betrokken bevoegde autoriteit van de EVA-staat om binnen een bepaalde termijn opmerkingen te maken naar aanleiding van de kennisgevingen van de partijen in de bezwaarprocedure. Het is de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA toegestaan een mondelinge uiteenzetting te geven.”.

w)

Aan artikel 62, lid 1, onder a), worden de volgende alinea's te worden toegevoegd:

„De nationale overheidsinstanties van de EVA-staten dragen financieel bij tot de begroting van de Autoriteit overeenkomstig de bepalingen van dit punt.

Voor de vaststelling uit hoofde van dit punt van de verplichte bijdragen van de nationale overheidsinstanties van de EVA-staten die bevoegd zijn voor het toezicht op de financiëlemarktdeelnemers, is de weging van elke EVA-staat als volgt vastgesteld:

 

IJsland: 2

 

Liechtenstein: 1

 

Noorwegen: 7”.

x)

In artikel 67 wordt het volgende toegevoegd:

„De EVA-staten passen het Protocol (nr. 7) inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het TFEU is gehecht, toe op de Autoriteit en haar personeel.”.

y)

Aan artikel 68 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), en artikel 82, lid 3, onder a), van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de uitvoerend directeur van de Autoriteit in dienst worden genomen.

In afwijking van artikel 12, lid 2, onder e), artikel 82, lid 3, onder e), en artikel 85, lid 3, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, worden de in artikel 129, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde talen door de Autoriteit ten aanzien van haar personeel beschouwd als in artikel 55, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde talen van de Unie.”.

z)

Aan artikel 72 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de toepassing van de verordening, van toepassing op de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten voor de door de Autoriteit opgestelde documenten.”.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn authentiek.

Artikel 3

De overeenkomstsluitende partijen herzien het overeenkomstig onderhavig besluit en de besluiten nr. …/… [ESRB], nr. …/… [EBA] en nr. …/… [Eiopa] opgezette kader uiterlijk eind [vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit] om ervoor te zorgen dat dit kader de doeltreffende en homogene toepassing van de gemeenschappelijke voorschriften en het toezicht in de gehele EER garandeert.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op … of op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst, indien dat later is (*).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.

(2)  Conclusies van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA, 14178/1/14 REV 1.

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen

bij Besluit nr. […] waarbij Verordening (EU) nr. 1095/2010 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen

[ter goedkeuring met het besluit en voor publicatie in het PB]

Overeenkomstig artikel 1, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1095/2010, handelt de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), hierna „de Autoriteit” genoemd, onafhankelijk en objectief en uitsluitend in het belang van de Unie. Naar aanleiding van de opname van deze verordening in de EER-overeenkomst hebben de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten dezelfde rechten — maar zonder stemrecht — als de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten in de werkzaamheden van de Autoriteit.

Derhalve en met volle inachtneming van de onafhankelijkheid van de Autoriteit zijn de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst het erover eens dat wanneer de Autoriteit handelt overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst, zij handelt in het gemeenschappelijk belang van alle overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst.


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr.

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 694/2014 van de Commissie van 17 december 2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor het vaststellen van de soorten beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/514 van de Commissie van 18 december 2014 betreffende de overeenkomstig artikel 67, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad door de bevoegde autoriteiten aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 447/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot vaststelling van de procedure voor abi-beheerders die voor opt-in kiezen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 448/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot vaststelling van een procedure voor het bepalen van de referentielidstaat van een niet-EU abi-beheerder ingevolge Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA onderstreepten in hun conclusies (7) van 14 oktober 2014 met betrekking tot de opname van de ETA-verordeningen van de EU in de EER-overeenkomst, dat, overeenkomstig de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA besluiten zal nemen ten aanzien van bevoegde instanties van de EER-EVA of marktdeelnemers in de EER-EVA-staten. De EU-ETA's zullen bevoegd zijn voor het uitvoeren van niet-bindende handelingen, zoals de aanneming van aanbevelingen en niet-bindende bemiddeling, mede ten aanzien van bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers van de EER-EVA. Elk optreden van beide zijden wordt, naargelang het geval, voorafgegaan door raadpleging, coördinatie of uitwisseling van informatie tussen de EU-ETA's en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

(8)

In Richtlijn 2011/61/EU wordt bepaald in welke gevallen de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) tijdelijk bepaalde financiële activiteiten kan verbieden of beperken, en worden de hieraan verbonden voorwaarden vastgelegd, overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (8). Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot de EVA-staten, overeenkomstig punt 31i van bijlage IX bij de EER-overeenkomst en onder de hierin vastgestelde voorwaarden. Teneinde te zorgen voor de integratie van de expertise van de ESMA in het proces en samenhang tussen beide pijlers van de EER, worden deze besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vastgesteld op basis van door de ESMA opgestelde conceptversies. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de belangrijke voordelen van toezicht door één enkele autoriteit behouden blijven. De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover een dat dit besluit het akkoord uitvoert dat is terug te vinden in de conclusies van 14 oktober 2014.

(9)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31bac (Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie) het volgende ingevoegd:

„31bb.

32011 L 0061: Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gelezen:

a)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de richtlijn bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

b)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de richtlijn, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen.

c)

Verwijzingen naar andere besluiten in de richtlijn zijn van toepassing voor zover en in de vorm waarin deze in de overeenkomst zijn opgenomen.

d)

Verwijzingen naar de bevoegdheden van de ESMA overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad in de Richtlijn worden begrepen als verwijzingen — in de zaken als bedoeld in en overeenkomstig punt 31i van deze bijlage — naar de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot de EVA-staten.

e)

Wat de EVA-staten betreft, luidt artikel 4, lid 1, onder an), als volgt:

„„voor een bijzonder doel opgerichte securitiseringsentiteiten”: entiteiten met als enige opdracht het verrichten van een securitisatie of securitisatietransacties in onderstaande zin, alsook het verrichten van andere werkzaamheden ter vervulling van deze opdracht.

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder „securitisatie”: een transactie of een regeling waarbij een van de initiator of de verzekerings- en de herverzekeringsinstelling afgescheiden entiteit financieringsinstrumenten uitgeeft aan beleggers, welke entiteit is opgezet voor de transactie of de regeling, dan wel daartoe dient, en een of meer van het volgende plaatsvindt:

a)

de juridische eigendom van, dan wel het economische belang in een activum of een activapool, dan wel een deel daarvan, wordt overgedragen aan een van de originator afgescheiden voor de transactie of de regeling opgezette, dan wel daartoe dienende, entiteit, zulks middels de activa-overdracht van de originator, dan wel middels subdeelneming;

b)

het kredietrisico van een activum of een pool van activa, dan wel een deel ervan, wordt middels kredietderivaten, garanties, dan wel enige gelijkaardige regeling, overgedragen aan de beleggers in de financieringsinstrumenten die zijn uitgegeven door een van de originator afgescheiden voor de transactie of de regeling opgezette, dan wel daartoe dienende, entiteit;

c)

verzekeringsrisico's worden overgedragen van een verzekerings-, dan wel herverzekeringsonderneming aan een voor de transactie of regeling, dan wel daartoe dienende, opgezette entiteit die dergelijke risico's volledig financiert middels uitgegeven financieringsinstrumenten, waarbij de aflossingsverplichtingen van de beleggers in die financieringsinstrumenten achtergesteld worden bij de herverzekeringsverplichtingen van die entiteit.

Indien dergelijke financieringsinstrumenten uitgegeven worden, vormen zij geen betalingsverplichtingen van de initiator, verzekerings-, dan wel herverzekeringsonderneming;”.

f)

Aan artikel 7, lid 5, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Onder dezelfde voorwaarden neemt de ESMA in het in de tweede alinea bedoelde centraal openbaar register informatie op over abi-beheerders aan wie in het kader van deze richtlijn door de bevoegde autoriteiten van een EVA-staat een vergunning is verleend, de abi's die deze abi-beheerders in de EER beheren en/of verhandelen en de bevoegde autoriteit voor elke abi-beheerder.”.

g)

In artikel 9, lid 6, en in artikel 21, lid 6, onder b), lid 7, en lid 17, onder b), worden de woorden „het Unierecht” vervangen door de woorden „de EER-overeenkomst”.

h)

In artikel 21, lid 3, onder c), wat betreft de EVA-staten, worden de woorden „21 juli 2011” vervangen door „de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER”.

i)

In artikel 43:

i)

in lid 1 worden de woorden „van het recht van de Unie” vervangen door „van toepassing overeenkomstig de EER-overeenkomst”;

ii)

in lid 2, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden „uiterlijk op 22 juli 2014” vervangen door „binnen een termijn van achttien maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER”.

j)

In artikel 47:

i)

in de tweede alinea van lid 1 en de leden 2, 8 en 10 worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 3 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, wordt in de leden 4, 5 en 9 het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iv)

in lid 7 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„In zaken met betrekking tot de EVA-staten, raadpleegt de ESMA vóór het opstellen van een conceptversie overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 met het oog op een besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig lid 4, in voorkomend geval de ESRB en andere betrokken autoriteiten. Zij stelt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in kennis van de ontvangen opmerkingen.”.

k)

In artikel 50, wat betreft de EVA-staten:

i)

in lid 1 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in de eerste alinea van lid 4 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „elkaar”.

l)

In artikel 61, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden „22 juli 2013” en „22 juli 2017” vervangen door „een termijn van achttien maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER”.

31bba.

32013 R 0231: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht (PB L 83 van 22.3.2013, blz. 1).

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt gelezen:

a)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen lidstaten van „EU” of „Unie” en bevoegde autoriteiten niet alleen voor de in de gedelegeerde verordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

b)

In de artikelen 15, 84, 86 en 99 worden de woorden „het Unierecht” vervangen door de woorden „de EER-overeenkomst”.

c)

In artikel 55, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden „1 januari 2011” vervangen door „de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER” en de woorden en „31 december 2014” vervangen door „twaalf maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER”.

d)

In artikel 114, lid 3, worden de woorden „Uniewetgeving” vervangen door de woorden „wetgeving van toepassing overeenkomstig de EER-overeenkomst”.

31bbb.

32013 R 0447: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 447/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot vaststelling van de procedure voor abi-beheerders die voor opt-in kiezen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 132 van 16.5.2013, blz. 1).

31bbc.

32013 R 0448: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 448/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot vaststelling van een procedure voor het bepalen van de referentielidstaat van een niet-EU abi-beheerder ingevolge Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 132 van 16.5.2013, blz. 3).

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de uitvoeringsverordening als volgt gelezen:

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de uitvoeringsverordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

31bbd.

32014 R 0694: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 694/2014 van de Commissie van 17 december 2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor het vaststellen van de soorten beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 18).

31bbe.

32015 R 0514: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/514 van de Commissie van 18 december 2014 betreffende de overeenkomstig artikel 67, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad door de bevoegde autoriteiten aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie (PB L 82 van 27.3.2015, blz. 5).

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt gelezen:

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de gedelegeerde verordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.”

Artikel 2

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1.

In de punten 30 (Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad), 31eb (Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad) en 31i (Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32011 L 0061: Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).”

2.

In punt 31d (Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32011 L 0061: Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).”

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2011/61/EU en de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 231/2013, (EU) nr. 694/2014 en (EU) 2015/514 en de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 447/2013 en (EU) nr. 448/2013 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van … (9) van het Gemengd Comité van de EER [waarbij ESMA-Verordening (EU) nr. 1095/2010 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen], als dat later is.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1.

(2)  PB L 83 van 22.3.2013, blz. 1.

(3)  PB L 183 van 24.6.2014, blz. 18.

(4)  PB L 82 van 27.3.2015, blz. 5.

(5)  PB L 132 van 16.5.2013, blz. 1.

(6)  PB L 132 van 16.5.2013, blz. 3.

(7)  Conclusies van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA, 14178/1/14 REV 1.

(8)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

(9)  PB L …


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr.

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (1) moet worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

(2)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 826/2012 van de Commissie van 29 juni 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de technische reguleringsnormen inzake de meldings- en openbaarmakingsvereisten met betrekking tot netto shortposities, de bijzonderheden van de aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie over netto shortposities en de methode voor het berekenen van de omzet om te bepalen welke aandelen zijn vrijgesteld (2), moet worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 827/2012 van de Commissie van 29 juni 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de manier waarop netto shortposities in aandelen openbaar mogen worden gemaakt, de vorm van de aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie over netto shortposities, de soorten overeenkomsten, regelingen en maatregelen die er adequaat voor zorgen dat aandelen of overheidsschuldinstrumenten voor afwikkeling beschikbaar zijn, alsmede de datum van en de in aanmerking te nemen periode bij de bepaling van het belangrijkste handelsplatform van een aandeel, als bedoeld in Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (3), moet worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende shortselling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van definities, de berekening van netto shortposities, gedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld, meldingsdrempels, liquiditeitsdrempels voor het opschorten van beperkingen, aanmerkelijke dalingen in de waarde van financiële instrumenten en ongunstige gebeurtenissen (4), moet worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

(5)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 919/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de berekeningsmethode voor de waardedaling van liquide aandelen en andere financiële instrumenten (5), moet worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

(6)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/97 van de Commissie van 17 oktober 2014 tot correctie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 ten aanzien van de melding van aanmerkelijke netto shortposities in overheidsschuld (6), moet worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

(7)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA onderstreepten in hun conclusies (7) van 14 oktober 2014 met betrekking tot de opname van de ETA-verordeningen van de EU in de EER-overeenkomst, dat, overeenkomstig de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA besluiten zal nemen ten aanzien van bevoegde instanties van de EER-EVA of marktdeelnemers in de EER-EVA-staten. De EU-ETA's zullen bevoegd zijn voor het uitvoeren van niet-bindende handelingen, mede ten aanzien van bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers van de EER-EVA. Elk optreden van beide zijden wordt, naargelang het geval, voorafgegaan door raadpleging, coördinatie of uitwisseling van informatie tussen de EU-ETA's en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

(8)

In Verordening (EU) nr. 236/2012 wordt bepaald in welke gevallen de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) tijdelijk bepaalde financiële activiteiten kan verbieden of beperken, en worden de hieraan verbonden voorwaarden vastgelegd, overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (8). Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot de EVA-staten, overeenkomstig punt 31i van bijlage IX bij de EER-overeenkomst en onder de hierin vastgestelde voorwaarden. Teneinde te zorgen voor de integratie van de expertise van de ESMA in het proces en samenhang tussen beide pijlers van de EER, worden deze besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vastgesteld op basis van door de ESMA opgestelde conceptversies. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de belangrijke voordelen van toezicht door één enkele autoriteit behouden blijven. De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover een dat dit besluit het akkoord uitvoert dat is terug te vinden in de conclusies van 14 oktober 2014.

(9)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 29e (Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie) het volgende ingevoegd:

„29f.

32012 R 0236: Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

b)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de verordening, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen.

c)

In de derde alinea van artikel 23, lid 4, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

d)

In artikel 28:

i)

in de eerste alinea van lid 1 worden de woorden „of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in de tweede alinea van lid 1, in de leden 2, 3, 5, 6, 8, 10 en 11 en in lid 7, onder b), worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

iii)

in lid 3 worden de woorden „zonder het bedoelde advies uit te brengen” vervangen door de „zonder dat de ESMA hierover een advies uitbrengt”;

iv)

in lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„In zaken met betrekking tot de EVA-staten, raadpleegt de ESMA vóór het opstellen van een conceptversie overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 met het oog op een besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig lid 1, in voorkomend geval de ESRB en andere betrokken autoriteiten. Zij stelt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in kennis van de ontvangen opmerkingen.”;

v)

in lid 7 worden de woorden „elk besluit” vervangen door „elk van haar besluiten”;

vi)

in lid 7, worden de woorden „. De Toezichthoudende Autoriteit van EVA publiceert op haar website een kennisgeving van elk van haar besluiten om een van de in lid 1 bedoelde maatregel op te leggen of te verlengen. Een verwijzing naar de publicatie van de kennisgeving door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA wordt geplaatst op de website van de ESMA” ingevoegd na de woorden „lid 1”.

vii)

in lid 9 worden de woorden „of, met betrekking tot maatregelen die door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zijn genomen, wanneer de kennisgeving wordt gepubliceerd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „website van ESMA”.

e)

In artikel 31 worden de woorden „het Permanent Comité van de EVA-staten” ingevoegd na het woord „autoriteiten”.

f)

In artikel 32 worden wat betreft de EVA-staten de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

g)

In artikel 36 worden wat betreft de EVA-staten de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

h)

In artikel 37, lid 3, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”.

i)

In artikel 46, wat betreft de EVA-staten:

i)

lid 1 is niet van toepassing:

ii)

in lid 2 worden de woorden „25 maart 2012” vervangen door „de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER. [dit besluit]”.

29fa.

32012 R 0826: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 826/2012 van de Commissie van 29 juni 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de technische reguleringsnormen inzake de meldings- en openbaarmakingsvereisten met betrekking tot netto shortposities, de bijzonderheden van de aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie over netto shortposities en de methode voor het berekenen van de omzet om te bepalen welke aandelen zijn vrijgesteld (PB L 251 van 18.9.2012, blz. 1).

29fb.

32012 R 0827: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 827/2012 van de Commissie van 29 juni 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de manier waarop netto shortposities in aandelen openbaar mogen worden gemaakt, de vorm van de aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten te verstrekken informatie over netto shortposities, de soorten overeenkomsten, regelingen en maatregelen die er adequaat voor zorgen dat aandelen of overheidsschuldinstrumenten voor afwikkeling beschikbaar zijn, alsmede de datum van en de in aanmerking te nemen periode bij de bepaling van het belangrijkste handelsplatform van een aandeel, als bedoeld in Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PB L 251 van 18.9.2012, blz. 11).

29fc.

32012 R 0918: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van definities, de berekening van netto shortposities, gedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld, meldingsdrempels, liquiditeitsdrempels voor het opschorten van beperkingen, aanmerkelijke dalingen in de waarde van financiële instrumenten en ongunstige gebeurtenissen (PB L 274 van 9.10.2012, blz. 1), gewijzigd bij:

32015 R 0097: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/97 van de Commissie van 17 oktober 2014 (PB L 16 van 23.1.2015, blz. 22).

29fd.

32012 R 0919: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 919/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de berekeningsmethode voor de waardedaling van liquide aandelen en andere financiële instrumenten (PB L 274 van 9.10.2012, blz. 16).”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 236/2012 en Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 826/2012, (EU) nr. 918/2012, (EU) nr. 919/2012 en (EU) 2015/97 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 827/2012 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van … (9) van het Gemengd Comité van de EER [waarbij ESMA-Verordening (EU) nr. 1095/2010 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen], als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1.

(2)  PB L 251 van 18.9.2012, blz. 1.

(3)  PB L 251 van 18.9.2012, blz. 11.

(4)  PB L 274 van 9.10.2012, blz. 1.

(5)  PB L 274 van 9.10.2012, blz. 16.

(6)  PB L 16 van 23.1.2015, blz. 22.

(7)  Conclusies van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA, 14178/1/14 REV 1.

(8)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

(9)  PB L …


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr.

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

De ministers van Financiën en Economische zaken van de EU en de EER-EVA toonden zich in hun conclusies (2) van 14 oktober 2014 met betrekking tot de opname van de ETA-verordeningen van de EU in de EER-overeenkomst, erover verheugd dat de overeenkomstsluitende partijen een evenwichtige oplossing hadden gevonden, die rekening houdt met de structuur en de doelstellingen van de ETA-verordeningen van de EU en de EER-overeenkomst, alsmede met de juridische en politieke beperkingen van de EU en de EER-EVA-staten.

(3)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA onderstreepten dat, overeenkomstig de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA besluiten zal nemen ten aanzien van bevoegde instanties van de EER-EVA of marktdeelnemers in de EER-EVA-staten. De EU-ETA's zullen bevoegd zijn voor het uitvoeren van niet-bindende handelingen, mede ten aanzien van bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers van de EER-EVA. Elk optreden van beide zijden wordt, naargelang het geval, voorafgegaan door raadpleging, coördinatie of uitwisseling van informatie tussen de EU-ETA's en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

(4)

Teneinde te zorgen voor integratie van de expertise van de EU-ETA's in het proces en samenhang tussen beide pijlers, zullen afzonderlijke besluiten en formele adviezen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ten aanzien van één of meer afzonderlijke bevoegde instanties of marktdeelnemers van de EER-EVA, worden aangenomen op basis van ontwerpen die zijn opgesteld door de bevoegde EU-ETA. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de belangrijke voordelen van toezicht door één enkele autoriteit behouden blijft. Deze beginselen zullen met name van toepassing zijn op het rechtstreekse toezicht door de ESMA op transactieregisters.

(5)

De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover een dat dit besluit het akkoord uitvoert dat in deze conclusies is terug te vinden en dat het besluit dus moet worden opgevat overeenkomstig de beginselen die in deze conclusies zijn vervat.

(6)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 16b (Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32012 R 0648: Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).”

2)

Na punt 31bb (Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende punt ingevoegd:

„31bc.

32012 R 0648: Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)” en „bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

b)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de verordening, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen. Hieronder valt onder meer de verplichting om elkaar in kennis te stellen van de informatie waarover elk orgaan dient te beschikken om zijn taken overeenkomstig deze verordening te kunnen uitvoeren, zoals het opstellen van conceptversie door de ESMA, zoals gespecificeerd in punt d). Hierbij gaat het onder meer over informatie die door een van beide organen is ontvangen naar aanleiding van registratieaanvragen of antwoorden op bij marktdeelnemers ingediende verzoeken om informatie, of die is verkregen door een van beide organen tijdens het verrichten van het onderzoeken en inspecties ter plaatse.

Onverminderd artikel 109 van deze overeenkomst stellen de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA het andere orgaan in kennis van elke aanvraag, informatie, klacht of verzoek die valt onder de bevoegdheid van dat orgaan.

Indien tussen de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onenigheid rijst met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van de verordening, roepen de voorzitter van de ESMA en het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, met inachtneming van de spoedeisendheid van de aangelegenheid, onverwijld een vergadering bijeen om een consensus tot stand te brengen. Indien geen consensus tot stand kan komen, kan de voorzitter van de ESMA of het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de overeenkomstsluitende partijen verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan het Gemengd Comité van de EER, dat de kwestie zal behandelen overeenkomstig artikel 111 van deze overeenkomst, dat van overeenkomstige toepassing is. Overeenkomstig artikel 2 van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 1/94 van 8 februari 1994 tot goedkeuring van het reglement van orde van het Gemengd Comité van de EER (PB L 85 van 30.3.1994, blz. 60) kan een overeenkomstsluitende partij een verzoek indienen om in dringende situaties onmiddellijk vergaderingen te beleggen. Onverminderd dit lid kan een overeenkomstsluitende partij te allen tijd op eigen initiatief de kwestie aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen overeenkomstig de artikelen 5 of 111 van deze overeenkomst.

c)

Verwijzingen naar „leden van het ESCB” of „centrale banken” staan niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook voor nationale centrale banken van de EVA-staten, met uitzondering van Liechtenstein waarop dergelijke verwijzingen niet van toepassing zijn.

d)

Besluiten, tijdelijke besluiten, kennisgevingen, eenvoudige verzoeken, intrekkingen van besluiten en andere maatregelen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van de artikelen 56, lid 2, 58, lid 1, 61, lid 1, 62, lid 3, 63, lid 4, 64, lid 5, 65, lid 1, 66, lid 1, 71 en 73, lid 1, worden onverwijld vastgesteld op basis van conceptversies die de ESMA op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.

e)

In artikel 4, lid 2, onder a), artikel 7, lid 5, en artikel 11, leden 6 en 10, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

f)

In artikel 6, lid 2, onder c), worden de woorden „in de Unie en indien afwijkend, in de EVA-staten” ingevoegd na de woorden „in werking treedt”.

g)

In artikel 9, lid 1, en artikel 11, lid 3, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden „16 augustus 2012” vervangen door „de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER”.

h)

In artikel 12, lid 2, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden „uiterlijk op 17 februari 2013” vervangen door „binnen een termijn van zes maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER”.

i)

In artikel 17:

i)

in lid 4 en in de eerste alinea van lid 5 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 5 worden woorden „het Unierecht” vervangen door de woorden „de EER-overeenkomst”.

j)

In de artikelen 18 en 25 worden de woorden „EU-valuta's” vervangen door de woorden „officiële valuta's van de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst”.

k)

In artikel 55, lid 1, worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat opgericht transactieregister, bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord „ESMA”.

l)

In artikel 56:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat opgericht transactieregister, bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 2 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

m)

In artikel 57 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

n)

In artikel 58 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

o)

In artikel 59:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

lid 2 wordt vervangen door:

„ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stellen elkaar en de Commissie in kennis van elk overeenkomstig lid 1 vastgesteld besluit.”

p)

In artikel 60 worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

q)

In artikel 61:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van in een EVA-staat opgerichte transactieregisters of gelieerde derden waaraan de transactieregisters operationele functies of activiteiten hebben uitbesteed, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in de leden 2, 3 en 5 worden wat betreft de EVA-staten het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt lid 3, punt g), als volgt:

„zij vermeldt dat tegen het besluit bezwaar kan worden aangetekend bij het EVA-Hof overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”.;

iv)

in lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de ESMA onverwijld in kennis van de uit hoofde van dit artikel ontvangen informatie.”.

r)

In artikel 62:

i)

in lid 1 worden de woorden „of ingeval een aan het onderzoek onderworpen persoon in een EVA-staat is gevestigd, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Functionarissen en andere personen die door de ESMA gemachtigd zijn, mogen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bijstaan bij het uitvoeren van haar uit dit artikel voortvloeiende taken en zijn op verzoek van de ESMA gerechtigd deel te nemen aan onderzoeken.”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, wordt in de leden 2, 3, 4 en de eerste en tweede zin van lid 6 het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iv)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede zin van lid 3 als volgt:

„Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van het onderzoek, de dwangsommen die overeenkomstig artikel 66 worden opgelegd, en het recht om overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie bij het EVA-Hof tegen het besluit in beroep te gaan.”;

v)

in de derde zin van lid 6 worden wat de EVA-staten betreft de woorden „dossier van de ESMA” vervangen door „dossier van de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

vi)

wat de EVA-staten betreft, luidt de vierde zin van lid 6 als volgt:

„Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan slechts door het EVA-Hof op haar wettigheid worden getoetst overeenkomstig de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”.

s)

In artikel 63:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat opgericht rechtspersonen, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de ESMA onverwijld in kennis van de uit hoofde van dit artikel verkregen informatie.”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, wordt in de leden 2 tot 7 en de eerste, tweede en derde zin van lid 9 het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iv)

in lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Functionarissen en andere door de ESMA gemachtigde personen mogen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bijstaan bij het uitvoeren van haar uit dit artikel voortvloeiende taken en zijn gerechtigd deel te nemen aan inspecties ter plaatse.”;

v)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede zin van lid 4 als volgt:

„Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van het onderzoek, op welke datum het onderzoek een aanvang neemt, de dwangsommen die overeenkomstig artikel 66 worden opgelegd, en het recht om overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie bij het EVA-Hof tegen het besluit in beroep te gaan.”;

vi)

in de vierde zin van lid 9 worden wat de EVA-staten betreft de woorden „dossier van de ESMA” vervangen door „dossier van de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

vii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de vijfde zin van lid 9 als volgt:

„Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan slechts door het EVA-Hof op haar wettigheid worden getoetst overeenkomstig de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”.

t)

In artikel 64:

i)

wat betreft de EVA-staten worden in de eerste zin van lid 1 de woorden „wijst ESMA intern een onafhankelijke onderzoeksfunctionaris aan om de aangelegenheid te onderzoeken” vervangen door „wijst de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een onafhankelijke onderzoeksfunctionaris aan binnen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA om de aangelegenheid te onderzoeken na overleg met ESMA.”

ii)

in lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA aangestelde onderzoeksfunctionaris is niet betrokken (geweest) bij het directe of indirecte toezicht op of het registratieproces van het betrokken transactieregister en verricht zijn taken onafhankelijk van het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de raad van toezichthouders van de ESMA.”;

iii)

wat betreft de EVA-staten worden in de leden 2, 3 en 4 de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

iv)

wat betreft de EVA-staten luidt lid 5 als volgt:

„De Toezichthoudende Autoriteit besluit op basis van het dossier met de bevindingen van de onderzoeksfunctionaris en na de aan het onderzoek onderworpen personen op hun verzoek overeenkomstig artikel 67 te hebben gehoord, of de aan het onderzoek onderworpen personen al dan niet een of meer van de in bijlage I vermelde inbreuken hebben gepleegd, en in voorkomend geval neemt zij een toezichtmaatregel overeenkomstig artikel 73 en legt zij overeenkomstig artikel 65 een boete op.”

De Toezichthoudende Autoriteit verstrekt de ESMA alle informatie en dossiers die noodzakelijk zijn voor het nakomen van zijn verplichtingen uit hoofde van dit lid.”;

v)

in lid 6 worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

vi)

in lid 8 worden wat betreft de EVA-staten het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

u)

In artikel 65:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat opgericht transactieregister, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 2 wordt, wat de EVA-staten betreft, het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

v)

In artikel 66:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval het transactieregister of de desbetreffende persoon in een EVA-staat is gevestigd, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 4 worden wat betreft de EVA-staten het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

w)

In artikel 67:

i)

aan lid 1 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Alvorens een conceptieversie op te stellen voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van de artikelen 65 en 66, stelt de ESMA de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid te worden gehoord met betrekking tot haar bevindingen. ESMA baseert haar conceptversies slechts op bevindingen waarover de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld hun opmerkingen te maken.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA baseert zijn besluiten uit hoofde van de artikelen 65 en 66 slechts op bevindingen waarover de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld hun opmerkingen te maken.”;

ii)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 2 de woorden „dossier van de ESMA” vervangen door „dossier van de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 2 de woorden „interne documenten van ESMA” vervangen door „interne documenten van ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

x)

In artikel 68:

i)

in lid 1 wordt het volgende toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt alle overeenkomstig de artikelen 65 en 66 opgelegde geldboeten en dwangsommen openbaar, onder de in dit lid vastgestelde voorwaarden met betrekking tot de openbaarmaking van geldboeten en dwangsommen door de ESMA”;

ii)

wat de EVA-staten betreft, wordt in de leden 3 en 4 het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 3 de woorden „het Europees Parlement, de Raad,” vervangen door „ESMA en „het Permanent Comité van de EVA-staten”;

iv)

wat de EVA-staten betreft, worden in lid 4 de woorden „het Hof van Justitie” vervangen door „het EVA-Hof”;

v)

in lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Het Permanent Comité van de EVA-staten bepaalt waaraan de bedragen van de door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geïnde boeten en dwangsommen worden toegewezen.”.

y)

In artikel 71:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat opgericht transactieregister, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 2 wordt, wat de EVA-staten betreft, het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iii)

in de tweede zin van lid 3 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd transactieregister, hiertoe geen conceptversie voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op te stellen” ingevoegd na het woord „trekken”.

z)

Aan artikel 72, lid 1, worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Wat betreft de in een EVA-staat gevestigde transactieregisters, worden vergoedingen in rekening gebracht door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op dezelfde basis als de vergoedingen die aan andere transactieregisters worden aangerekend overeenkomstig deze verordening en de in lid 3 vermelde gedelegeerde handelingen.

De uit hoofde van dit lid door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geïnde bedragen worden onverwijld overgemaakt aan de ESMA.”

za)

In artikel 73:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat opgericht transactieregister, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 2 wordt, wat de EVA-staten betreft, het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iii)

aan lid 3 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt onverwijld het transactieregister in kwestie in kennis van besluiten die op grond van lid 1 zijn genomen en deelt die besluiten mede aan de bevoegde autoriteiten en aan de Commissie. De ESMA maakt alle besluiten op haar website openbaar binnen tien werkdagen nadat het besluit is genomen. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt ook al zijn besluiten op zijn website openbaar binnen tien werkdagen nadat het besluit is genomen.

Bij de openbaarmaking van een besluit als bedoeld in de derde alinea vermelden de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA tevens dat het betrokken transactieregister bij het EVA-Hof bezwaar tegen het besluit kan aantekenen evenals, in voorkomend geval, dat een dergelijk bezwaar is aangetekend, daarbij vermeldend dat het bezwaar bij het EVA-Hof evenwel geen opschortende werking heeft, alsook dat het EVA-Hof overeenkomstig artikel 40 de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie bij het EVA-Hof de toepassing van het bestreden besluit kan opschorten.”.

zb)

In artikel 74:

i)

in lid 1, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „De ESMA”;

ii)

in de leden 2 tot 5 worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

iii)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„6.   Alvorens taken worden gedelegeerd, dienen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de ESMA met elkaar overleg te plegen.”.

zc)

Artikel 75, leden 2 en 3, en artikel 76 zijn niet van toepassing.

zd)

In artikel 81, lid 3, wat betreft de EVA-staten:

i)

in punt h) worden de woorden „de Unie een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 75 heeft gesloten” vervangen door „zijn EVA-staat van vestiging een internationale overeenkomst heeft gesloten waarbij wederzijdse toegang tot en gegevensuitwisseling over in transactieregisters bewaarde derivatencontracten worden verleend”;

ii)

in punt k) worden de woorden „met de ESMA een samenwerkingsregeling als bedoeld in artikel 76 hebben gesloten” vervangen door „met zijn EVA-staat van vestiging een samenwerkingsregeling heeft gesloten waarbij toegang tot informatie wordt verleend over derivatencontracten die in deze EVA-staat gevestigde transactieregisters worden bewaard”;

iii)

de tekst van punt l) luidt als volgt:

„het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulatoren, onder voorbehoud van de inhoud en inwerkingtreding van een besluit van het Gemengd Comité van de EER waarbij Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators wordt opgenomen.”.

zf)

In artikel 83 worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

zg)

In artikel 84 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

zh)

In artikel 87, lid 2, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden „uiterlijk op 17 augustus 2014” vervangen door „binnen een termijn van een jaar na de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER”.

zi)

In artikel 89:

i)

in lid 1 wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:

„Gedurende drie jaar na de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van …. [dit besluit] van het Gemengd Comité van de EER is de in artikel 4 vastgestelde clearingverplichting niet van toepassing is op otc-derivatencontracten waarvan objectief kan worden gemeten dat zij de beleggingsrisico's beperken die rechtstreeks met de financiële solvabiliteit van in artikel 2, lid 10, bedoelde pensioenregelingen die in een EVA-staat zijn opgericht, verband houden. De overgangsperiode geldt ook voor entiteiten die zijn opgericht om leden van een pensioenregeling te compenseren in het geval van wanbetaling.”

ii)

wat betreft de EVA-staten worden in de leden 3, 5, 6 en 8 de woorden „door de Commissie zijn vastgesteld” vervangen door „door de Commissie zijn vastgesteld, dient in de EER”;

iii)

wat betreft de EVA-staten worden in lid 3 de woorden „de besluiten van het Gemengd Comité van de EER met” ingevoegd na de woorden „binnen zes maanden nadat”;

iv)

wat betreft de EVA-staten worden in lid 5 de woorden „de besluiten van het Gemengd Comité van de EER met” ingevoegd na de woorden „na de datum van inwerkingtreding van” en in lid 6 worden de woorden „de besluiten van het Gemengd Comité van de EER met” ingevoegd na de woorden „binnen zes maanden nadat”.

zj)

In de punten a) en c) van deel IV van bijlage I en punt g) van deel I en in punt c) van deel II van bijlage II worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van … (3) van het Gemengd Comité van de EER [waarbij ESMA-Verordening (EU) nr. 1095/2010 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen], als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

(2)  Conclusies van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA, 14178/1/14 REV 1.

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

(3)  PB L …


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr.

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 513/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Verordening (EU) nr. 462/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA toonden zich in hun conclusies (3) van 14 oktober 2014 met betrekking tot de opname van de ETA-verordeningen van de EU in de EER-overeenkomst, erover verheugd dat de overeenkomstsluitende partijen een evenwichtige oplossing hadden gevonden, die rekening houdt met de structuur en de doelstellingen van de ETA-verordeningen van de EU en de EER-overeenkomst, alsmede met de juridische en politieke beperkingen van de EU en de EER-EVA-staten.

(4)

De ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA onderstreepten dat, overeenkomstig de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA besluiten zal nemen ten aanzien van marktdeelnemers in de EER-EVA-staten. De EU-ETA's zullen bevoegd zijn voor het uitvoeren van niet-bindende handelingen, mede ten aanzien van bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers van de EER-EVA. Elk optreden van beide zijden wordt, naargelang het geval, voorafgegaan door raadpleging, coördinatie of uitwisseling van informatie tussen de EU-ETA's en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

(5)

Teneinde te zorgen voor integratie van de expertise van de EU-ETA's in het proces en samenhang tussen beide pijlers, zullen afzonderlijke besluiten en formele adviezen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ten aanzien van één of meer afzonderlijke bevoegde instanties of marktdeelnemers van de EER-EVA, worden aangenomen op basis van ontwerpen die zijn opgesteld door de bevoegde EU-ETA. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de belangrijke voordelen van toezicht door één enkele autoriteit behouden blijven. Deze beginselen zullen met name van toepassing zijn op het rechtstreeks toezicht door de ESMA van de ratingbureaus.

(6)

De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover een dat dit besluit het akkoord uitvoert dat in deze conclusies is terug te vinden en dat het besluit dus moet worden opgevat overeenkomstig de beginselen die in deze conclusies zijn vervat.

(7)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt in punt 31eb (Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende toegevoegd:

„—

32011 R 0513: Verordening (EU) nr. 513/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 (PB L 145 van 31.5.2011, blz. 30).

32013 R 0462: Verordening (EU) nr. 462/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 (PB L 146 van 31.5.2013, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

Onverminderd de bepalingen van Protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, staan de termen „lidsta(a)t(en)”, „bevoegde autoriteiten” en „sectorale bevoegde autoriteiten” niet alleen voor de in de verordening bedoelde betekenis, maar ook respectievelijk voor de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten en sectorale bevoegde autoriteiten.

b)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de verordening, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen. Hiertoe behoort met name de verplichting om onverwijld aan elkaar de informatie te verschaffen die elk orgaan nodig heeft om haar taken uit hoofde van deze verordening te kunnen vervullen, zoals het onder punt d) bedoelde opstellen van conceptversies door de ESMA. Hierbij gaat het onder meer over informatie die door een van beide organen is ontvangen naar aanleiding van registratieaanvragen of antwoorden op bij marktdeelnemers ingediende verzoeken om informatie, of die is verkregen door een van beide organen tijdens het verrichten van het onderzoeken en inspecties ter plaatse.

Onverminderd artikel 109 van deze overeenkomst stellen de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA het andere orgaan in kennis van elke aanvraag, informatie, klacht of verzoek die valt onder de bevoegdheid van dat orgaan.

Indien tussen de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA onenigheid rijst met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van de verordening, roepen de voorzitter van de ESMA en het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, met inachtneming van de spoedeisendheid van de aangelegenheid, onverwijld een vergadering bijeen om een consensus tot stand te brengen. Indien geen consensus tot stand kan komen, kan de voorzitter van de ESMA of het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de overeenkomstsluitende partijen verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan het Gemengd Comité van de EER, dat de kwestie zal behandelen overeenkomstig artikel 111 van deze overeenkomst, dat van overeenkomstige toepassing is. Overeenkomstig artikel 2 van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 1/94 van 8 februari 1994 tot goedkeuring van het reglement van orde van het Gemengd Comité van de EER (PB L 85 van 30.3.1994, blz. 60) kan een overeenkomstsluitende partij een verzoek indienen om in dringende situaties onmiddellijk vergaderingen te beleggen. Onverminderd dit lid kan een overeenkomstsluitende partij te allen tijd op eigen initiatief de kwestie aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen overeenkomstig de artikelen 5 of 111 van deze overeenkomst.

c)

Alle verwijzingen naar nationale centrale bankiers zijn niet van toepassing op Liechtenstein.

d)

Besluiten, tijdelijke besluiten, kennisgevingen, eenvoudige verzoeken, intrekkingen van besluiten en andere maatregelen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van de artikelen 6, lid 3, 15, lid 4, 16, leden 2 en 3, 17, leden 2 en 3, 20, 23 ter, lid 1, 23 quater, lid 3, 23 quinquies, lid 4, 23 sexies, lid 5, 24, leden 1 en 4, 25, lid 1, 36 bis, lid 1, en 36 ter, lid 1, worden onverwijld vastgesteld op basis van conceptversies die de ESMA op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.

e)

In het artikel 3, lid 1, onder g), wordt het woord „Unierecht” vervangen door de woorden „de EER-overeenkomst”.

f)

In artikel 6, lid 3:

i)

worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

worden de volgende alinea's toegevoegd:

„In het geval van een groep van ratingbureaus bestaande uit ten minste één in een EVA-staat gevestigd ratingbureau en ten minste één ratingbureau met hoofdzetel in een lidstaat van de Europese Unie zien de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA erop toe dat ten minste één van de ratingbureaus in de groep geen ontheffing krijgt van de naleving van de vereisten van de punten 2, 5 en 6 van afdeling A van bijlage I, en artikel 7, lid 4.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de ESMA stellen elkaar in kennis van elke ontwikkeling die van belang is voor de vaststelling van in dit lid bedoelde besluiten.”

g)

In artikel 8 ter, lid 2, wordt het woord „Unierecht” vervangen door de woorden „de EER-overeenkomst”.

h)

In artikel 8 quinquies, lid 2, en artikel 18, lid 3, wordt het volgende toegevoegd:

„DE ESMA neemt geregistreerde ratingbureaus die in een EVA-staat zijn gevestigd, in deze lijst op.”

i)

In artikel 9 worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot de EVA-staten” ingevoegd naar het woord „ESMA”.

j)

In artikel 10, lid 6, en in punt 52 van deel I van bijlage III worden de woorden „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

k)

Aan artikel 11, lid 2, en artikel 11 bis, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„ESMA maakt door de in een EVA-staat gevestigde ratingbureaus uit hoofde van dit artikel verstrekte gegevens openbaar.”

l)

In artikel 14:

i)

in de leden 2 en 5 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”.

ii)

in lid 4 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

m)

In artikel 15:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 2 worden de woorden „of wanneer zij een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau machtigen, bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

iii)

in lid 4 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”.

n)

In artikel 16 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”.

o)

In artikel 17:

i)

in de leden 1, 2 en 4 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”;

ii)

in lid 3 worden de woorden „en, wat betreft elk in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

p)

In artikel 18:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”;

ii)

lid 2 wordt vervangen door:

„De ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA delen aan elkaar, de Commissie, de EBA, de EIOPA, de bevoegde autoriteiten en de sectorale bevoegde autoriteiten elk besluit uit hoofde van artikel 16, 17 of 20 mee.”.

q)

Aan artikel 19, lid 1, worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Wat betreft de in een EVA-staat gevestigde ratingbureaus, worden vergoedingen in rekening gebracht door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op dezelfde basis als de vergoedingen die aan andere ratingbureaus worden aangerekend overeenkomstig deze verordening en de in lid 2 vermelde verordening van de Commissie.

De uit hoofde van dit lid door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geïnde bedragen worden onverwijld overgemaakt aan de ESMA.”

r)

In artikel 20:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in de tweede zin van lid 2 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, hiertoe geen conceptversie voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op te stellen” ingevoegd na het woord „trekken”.

s)

In artikel 21:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van in een EVA-staat gevestigde ratingbureaus, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Dit verslag omvat ook de uit hoofde van deze verordening geregistreerde ratingbureaus van de EVA overeenkomstig een besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

De Toezichthoudende Autoriteit verschaft de ESMA alle informatie die noodzakelijk is voor het nakomen van zijn verplichtingen uit hoofde van dit lid.”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt lid 6 als volgt:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA dient jaarlijks een verslag in bij het Permanent Comité van de EVA-staten, over de door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA krachtens deze verordening genomen toezichtmaatregelen en opgelegde sancties, met inbegrip van geldboeten en dwangsommen.”.

t)

In artikel 23 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

u)

In artikel 23 bis worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

v)

In artikel 23 ter:

i)

in lid 1 worden de woorden „of, in het geval van een ratingbureau of bij ratingactiviteiten betrokken personen, beoordeelde entiteiten en gelieerde derden, derden waaraan de ratingbureaus operationele functies of activiteiten hebben uitbesteed en personen die op een andere wijze nauw en wezenlijk te maken hebben met of verbonden zijn met in een EVA-staat opgerichte ratingbureaus of ratingactiviteiten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

wat de EVA-staten betreft, wordt in de leden 2, 3 en 5 het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, luidt lid 3, punt g), als volgt:

„zij vermeldt dat tegen het besluit bezwaar kan worden aangetekend bij het EVA-Hof overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”;

iv)

in lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de ESMA stelt de ESMA onverwijld in kennis van de uit hoofde van dit artikel ontvangen informatie.”.

w)

In artikel 23 quater:

i)

in lid 1 worden de woorden „of ingeval een aan het onderzoek onderworpen persoon in een EVA-staat is gevestigd, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Functionarissen en andere door de ESMA gemachtigde personen mogen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bijstaan bij het uitvoeren van haar uit dit artikel voortvloeiende taken en zijn op verzoek van de ESMA gerechtigd deel te nemen aan onderzoeken.”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, wordt in de leden 2, 3, 4 en de eerste en tweede zin van lid 6 het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iv)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede zin van lid 3 als volgt:

„Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van het onderzoek, de dwangsommen die overeenkomstig artikel 36 ter worden opgelegd, en het recht om overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie bij het EVA-Hof tegen het besluit in beroep te gaan.”;

v)

in de derde zin van lid 6 worden wat de EVA-staten betreft de woorden „dossier van de ESMA” vervangen door „dossier van de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

vi)

wat de EVA-staten betreft, luidt de vierde zin van lid 6 als volgt:

„Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan slechts door het EVA-Hof op haar wettigheid worden getoetst overeenkomstig de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”.

x)

In artikel 23 quinquies:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van in een EVA-staat gevestigde rechtspersonen, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de ESMA onverwijld in kennis van de uit hoofde van dit artikel verkregen informatie.”;

iii)

wat de EVA-staten betreft, wordt in de leden 2 tot 7 en de eerste en tweede zin van lid 9 het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iv)

in lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Functionarissen en andere door de ESMA gemachtigde personen mogen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bijstaan bij het uitvoeren van haar uit dit artikel voortvloeiende taken en zijn op verzoek van de ESMA gerechtigd deel te nemen aan inspecties ter plaatse.”;

v)

wat de EVA-staten betreft, luidt de tweede zin van lid 4 als volgt:

„Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van het onderzoek, op welke datum het onderzoek een aanvang neemt, de dwangsommen die overeenkomstig artikel 36 ter worden opgelegd, en het recht om overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie bij het EVA-Hof tegen het besluit in beroep te gaan.”;

vi)

in de derde zin van lid 9 worden wat de EVA-staten betreft de woorden „dossier van de ESMA” vervangen door „dossier van de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

vii)

wat de EVA-staten betreft, luidt de vierde zin van lid 9 als volgt:

„Het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan slechts door het EVA-Hof op haar wettigheid worden getoetst overeenkomstig de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”.

y)

In artikel 23 sexies:

i)

wat betreft de EVA-staten worden in de eerste zin van lid 1 de woorden „wijst ESMA intern een onafhankelijke onderzoeksfunctionaris aan om de aangelegenheid te onderzoeken” vervangen door „wijst de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een onafhankelijke onderzoeksfunctionaris aan binnen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA om de aangelegenheid te onderzoeken na overleg met ESMA.”

ii)

in lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA aangestelde onderzoeksfunctionaris is niet betrokken (geweest) bij het directe of indirecte toezicht op of het registratieproces van het betrokken ratingbureau en verricht zijn taken onafhankelijk van het College van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de raad van toezichthouders van de ESMA.”;

iii)

wat betreft de EVA-staten worden in de leden 2, 3 en 4 de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „raad van toezichthouders van de ESMA”;

iv)

in de derde alinea van lid 2 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

v)

wat betreft de EVA-staten luidt lid 5 als volgt:

„De Toezichthoudende Autoriteit besluit op basis van het dossier met de bevindingen van de onderzoeksfunctionaris en na de aan het onderzoek onderworpen personen op hun verzoek overeenkomstig artikel 25 en artikel 36 quater te hebben gehoord, of de aan het onderzoek onderworpen personen al dan niet een of meer van de in bijlage III vermelde inbreuken hebben gepleegd, en in voorkomend geval neemt zij een toezichtmaatregel overeenkomstig artikel 24 en legt zij overeenkomstig artikel 36 bis een boete op.”

De Toezichthoudende Autoriteit verstrekt de ESMA alle informatie en dossiers die noodzakelijk zijn voor het nakomen van zijn verplichtingen uit hoofde van dit lid.”;

vi)

in lid 6 worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de raad van toezichthouders van de ESMA”;

vii)

in lid 8 wordt, wat de EVA-staten betreft, het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

z)

In artikel 24:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de raad van toezichthouders van de ESMA”;

ii)

wat de EVA-staten betreft, wordt in de leden 2 en 4 de woorden „raad van toezichthouders van de ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iii)

in lid 4 worden de woorden „het besluit van de ESMA” vervangen door de woorden „het besluit van de ESMA of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,”;

iv)

aan lid 5 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt het in een EVA-staat gevestigd betrokken ratingbureau onverwijld in kennis van elk krachtens lid 1 genomen besluit en deelt het besluit mee aan de bevoegde autoriteiten en de sectorale bevoegde autoriteiten, de Commissie, de ESMA, de EBA en de EIOPA. De ESMA maakt alle besluiten op zijn website openbaar binnen tien werkdagen nadat het besluit is genomen. De Toezichthoudende Autoriteit maakt eveneens al haar besluiten op haar website openbaar binnen tien werkdagen nadat het besluit is genomen.

Bij de openbaarmaking van een besluit als bedoeld in de derde alinea vermelden de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA tevens dat het betrokken ratingbureau bij het EVA-Hof bezwaar tegen het besluit kan aantekenen evenals, in voorkomend geval, dat een dergelijk bezwaar is aangetekend, daarbij vermeldend dat het bezwaar bij het EVA-Hof evenwel geen opschortende werking heeft, alsook dat het EVA-Hof overeenkomstig artikel 40 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie bij het EVA-Hof de toepassing van het bestreden besluit kan opschorten.”;

za)

In artikel 25:

i)

aan lid 1 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Alvorens een conceptversie op te stellen voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van artikel 24, lid 1, stelt de raad van toezichthouders van de ESMA de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid te worden gehoord met betrekking tot de bevindingen. De raad van toezichthouders van de ESMA baseert zijn conceptversies slechts op bevindingen waarover de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld hun opmerkingen te maken.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA baseert zijn besluiten uit hoofde van artikel 24, lid 1, slechts op bevindingen waarover de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld hun opmerkingen te maken.”

De derde en vierde alinea zijn niet van toepassing indien dringende maatregelen nodig zijn om significante en dreigende schade aan het financiële stelsel te voorkomen. In dat geval kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een voorlopig besluit nemen en worden de betrokkenen zo spoedig mogelijk nadat dat besluit is genomen, in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door de raad van toezichthouders van de ESMA.

ii)

in lid 2 worden de woorden „dossier van de ESMA” vervangen door „dossier van de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

zb)

in de artikelen 26 en 27, lid 1, worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

zc)

In artikel 27, lid 2, worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

zd)

In artikel 30:

i)

in lid 1, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „De ESMA”;

ii)

in de leden 2, 3 en 4 worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”;

iii)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„5.   Alvorens taken worden gedelegeerd, dienen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de ESMA met elkaar overleg te plegen.”

ze)

In artikel 31:

i)

in de tweede alinea van lid 1 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

ii)

in lid 2, worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de ESMA”;

ii)

in lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„In het verzoek van een nationale bevoegde autoriteit betrekking heeft op een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, pleegt de ESMA onverwijld overleg met de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”

zf)

In artikel 32:

i)

in lid 1 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het eerste gebruik van het woord „ESMA”;

ii)

in lid 1 worden de woorden „, voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het tweede gebruik van het woord „ESMA”;

iii)

in lid 1 worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het derde gebruik van het woord „ESMA”;

iv)

in lid 2 worden de woorden „, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

zg)

In artikel 35 bis, lid 6, worden de woorden „of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

zh)

In artikel 36 bis:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd ratingbureau, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de raad van toezichthouders van de ESMA” en „ESMA”;

ii)

in lid 2 wordt, wat de EVA-staten betreft, het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

zi)

In artikel 36 ter:

i)

in lid 1 worden de woorden „of in het geval het ratingbureau of de desbetreffende persoon in een EVA-staat is gevestigd, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de raad van toezichthouders van de ESMA”;

ii)

in lid 4 de woorden „of, in voorkomend geval, het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „het besluit van de ESMA”.

zj)

In artikel 36 ter:

i)

aan lid 1 worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Alvorens een conceptversie op te stellen voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van artikel 36 bis of artikel 36 ter, lid 1, onder a) tot en met d), stelt de raad van toezichthouders van de ESMA de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid te worden gehoord met betrekking tot de bevindingen. De raad van toezichthouders van de ESMA baseert zijn conceptversies slechts op bevindingen waarover de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld hun opmerkingen te maken.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA baseert haar besluiten uit hoofde van artikel 36 bis of artikel 36 ter, lid 1, punten a) tot en met d), slechts op bevindingen waarover de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld hun opmerkingen te maken.”

ii)

in lid 2 worden wat de EVA-staten betreft de woorden „dossier van de ESMA” vervangen door „dossier van de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

zk)

In artikel 36 ter:

i)

in lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt alle overeenkomstig de artikelen 36 bis en 36 ter opgelegde geldboeten en dwangsommen openbaar, onder de in dit lid vastgestelde voorwaarden met betrekking tot de openbaarmaking van geldboeten en dwangsommen door de ESMA”;

ii)

in lid 3 wordt, wat de EVA-staten betreft, het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

iii)

in lid 3 wordt wat de EVA-staten betreft, de woorden „het Hof van Justitie van de Europese Unie” vervangen door „het EVA-Hof”;

iv)

in lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Het Permanent Comité van de EVA-staten bepaalt waaraan de bedragen van de door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geïnde boeten en dwangsommen worden toegewezen.”.

zl)

Artikel 40 bis is niet van toepassing op de EVA-staten.

zm)

In punt 7 van deel I en punt 3 van deel II van bijlage IV worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 513/2011 en (EU) nr. 462/2013 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van … (4) van het Gemengd Comité van de EER. [waarbij Verordening (EU) nr. 1095/2010 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen], als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 145 van 31.5.2011, blz. 30.

(2)  PB L 146 van 31.5.2013, blz. 1.

(3)  Conclusies van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA, 14178/1/14 REV 1.

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

(4)  PB L …

Verklaring van de EVA-staten

bij Besluit nr. …/… tot opname van Verordeningen (EU) nr. 513/2011en (EU) nr. 464/2013 in de Overeenkomst

In Verordening (EG) nr. 1060/2009, gewijzigd bij Verordeningen (EU) nr. 513/2011 en (EU) nr. 462/2013 worden met name het gebruik voor regelgevingsdoeleinden van ratings die zijn afgegeven door ratingbureaus van derde landen geregeld, zijn de voorwaarden vastgesteld waaronder de Commissie het rechts- en toezichtskader van een derde land kan erkennen als gelijkwaardig aan die van deze verordening en wordt voorts voorzien in de mogelijkheid voor ondernemingen van derde landen door de ESMA te worden gecertificeerd om het gebruik van hun kredietratings te bevorderen. Het feit dat deze verordening in de EER-overeenkomst worden opgenomen, doet geen afbreuk aan het toepassingsgebied van deze overeenkomst wat de betrekkingen met derde landen betreft.


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr.

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 van de Commissie van 7 februari 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 446/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen over de inhoud en het formaat van de periodieke verslagen betreffende de ratinggegevens die door ratingbureaus aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten moeten worden voorgelegd (2), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 447/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus door vaststelling van technische reguleringsnormen voor de beoordeling van de conformiteit van ratingmethodologieën (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 448/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de presentatie van de informatie die ratingbureaus ter beschikking moeten stellen in een centrale databank die door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (4), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 449/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende te verstrekken gegevens voor de registratie en certificatie van ratingbureaus (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 946/2012 van de Commissie van 12 juli 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Brazilië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(8)

Uitvoeringsbesluit 2014/246/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Argentinië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (8) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(9)

Uitvoeringsbesluit 2014/247/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Mexico als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (9) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(10)

Uitvoeringsbesluit 2014/248/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Singapore als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (10) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(11)

Uitvoeringsbesluit 2014/249/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Hongkong als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (11) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(12)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31ebd (Uitvoeringsbesluit 2012/630/EU van de Commissie) het volgende ingevoegd:

„31ebe.

32014 D 0245: Uitvoeringsbesluit 2014/245/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Brazilië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 65).

31ebf.

32014 D 0246: Uitvoeringsbesluit 2014/246/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Argentinië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 68).

31ebg.

32014 D 0247: Uitvoeringsbesluit 2014/247/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Mexico als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 71).

31ebh.

32014 D 0248: Uitvoeringsbesluit 2014/248/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Singapore als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 73).

31ebi.

32014 D 0249: Uitvoeringsbesluit 2014/249/EU van de Commissie van 28 april 2014 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Hongkong als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 76).

31ebj.

32012 R 0272: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 van de Commissie van 7 februari 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen (PB L 90 van 28.3.2012, blz. 6)

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt gelezen:

a)

In artikel 1 worden wat betreft de EVA-staten de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)”.

b)

In artikel 2 worden de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”.

c)

In artikel 5, lid 3:

i)

in de vierde alinea wordt wat betreft de EVA-staten het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„Wanneer wat betreft de in de EVA-staten gevestigde ratingbureaus de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA-staten de facturen voor de te betalen gedeelten verstuurt, stelt de ESMA de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ruim vóór de respectieve betaaldatum in kennis van de berekeningen voor elk ratingbureau.”.

d)

In artikel 6, lid 7:

i)

wat betreft de EVA-staten wordt het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„Wanneer wat betreft in de EVA-staten gevestigde ratingbureaus de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA-staten een deel van de betaalde registratievergoeding moet terugbetalen, stelt de ESMA hiertoe onverwijld de aan een ratingbureau terug te betalen bedragen ter beschikking van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

e)

In artikel 9:

i)

in lid 1 worden de woorden „Enkel de ESMA” vervangen door de woorden „Enkel de ESMA, of wat betreft in de EVA-staten gevestigde ratingbureaus, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” worden ingevoegd na het woord „ESMA”.

31ebk.

32012 R 0446: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 446/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen over de inhoud en het formaat van de periodieke verslagen betreffende de ratinggegevens die door ratingbureaus aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten moeten worden voorgelegd (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 2).

31ebl.

32012 R 0447: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 447/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus door vaststelling van technische reguleringsnormen voor de beoordeling van de conformiteit van ratingmethodologieën (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 14).

31ebm.

32012 R 0448: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 448/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de presentatie van de informatie die ratingbureaus ter beschikking moeten stellen in een centrale databank die door de Europese Autoriteit voor effecten en markten is opgezet (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 17).

31ebn.

32012 R 0449: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 449/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende te verstrekken gegevens voor de registratie en certificatie van ratingbureaus (PB L 140 van 30.5.2012, blz. 32).

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt gelezen:

a)

In artikel 1 worden wat betreft de EVA-staten de woorden „of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”.

b)

In hoofdstuk 2 en in de bijlagen IV en V wordt wat betreft de EVA-staten het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

31ebo.

32012 R 0946: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 946/2012 van de Commissie van 12 juli 2012 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met procedureregels betreffende door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus opgelegde geldboeten, met inbegrip van bepalingen inzake het recht van verweer en termijnbepalingen (PB L 282 van 16.10.2012, blz. 23).

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de bepalingen van de gedelegeerde verordening als volgt gelezen:

a)

In artikel 1 worden wat betreft de EVA-staten de woorden „de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority — ESMA)” en „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

b)

In artikel 2 worden wat betreft de EVA-staten de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „raad van toezichthouders van de ESMA”.

c)

In artikel 3, wat betreft de EVA-staten:

i)

in lid 1 worden de woorden „en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „de raad van toezichthouders van de ESMA”;

ii)

in lid 2 worden de woorden „stuurt hij” vervangen door „stelt hij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis. De Toezichthoudende Autoriteit stuurt onverwijld”; in lid 3 worden de woorden „neemt hij een besluit tot seponering van de zaak en stelt hij” vervangen door „stelt hij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis. De Toezichthoudende Autoriteit neemt onverwijld een besluit tot seponering van de zaak en stelt”; in lid 4 worden de woorden „legt hij” vervangen door „stelt hij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis. De Toezichthoudende Autoriteit legt onverwijld”, en in lid 5 worden de woorden „stelt hij” vervangen door „stelt hij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA hiervan in kennis. De Toezichthoudende Autoriteit stelt onverwijld”;

iii)

in de tweede alinea van lid 4 en in de derde zin van de eerste alinea van lid 5 worden de woorden „vóór het opstellen van een conceptversie voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „raad van toezichthouders van de ESMA”;

iv)

in de derde alinea van lid 4 en de tweede alinea van lid 5 worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „raad van toezichthouders van de ESMA”;

v)

in lid 6 worden de woorden „de raad van toezichthouders van ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

d)

In artikel 4, wat betreft de EVA-staten:

i)

in de eerste alinea worden de woorden „raad van toezichthouders” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

in de derde alinea worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „raad van toezichthouders van de ESMA”.

e)

In artikel 5, wat betreft de EVA-staten:

i)

worden de woorden „of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden „ESMA”;

ii)

worden de woorden „de raad van toezichthouders” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

f)

In artikel 6, wat betreft de EVA-staten:

i)

in de leden 1 en 4 wordt het woord „ESMA” vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

in de leden 3 en 5 worden de woorden „, of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord „ESMA”;

iii)

in lid 5 worden de woorden „de bezwaarcommissie overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (1) of bij het Hof van Justitie van de Europese Unie overeenkomstig artikel 36 sexies van Verordening (EG) nr. 1060/2009” vervangen door „het EVA-Hof overeenkomstig artikel 35 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”.

g)

In artikel 7, wat betreft de EVA-staten:

i)

het woord „ESMA” wordt vervangen door „de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

ii)

in lid 5, onder b), worden de woorden „de bezwaarcommissie van de ESMA overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 of bij het Hof van Justitie van de Europese Unie overeenkomstig artikel 36 sexies van Verordening (EG) nr. 1060/2009” vervangen door „het EVA-Hof overeenkomstig artikel 35 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie”.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 272/2012, (EU) nr. 446/2012, (EU) nr. 447/2012, (EU) nr. 448/2012, (EU) nr. 449/2012 en (EU) nr. 946/2012 en Uitvoeringsbesluiten 2014/245/EU, 2014/246/EU, 2014/247/EU, 2014/248/EU en 2014/249/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van … (12) van het Gemengd Comité van de EER. [waarbij Verordening (EU) nr. 513/2011 in de EER-overeenkomst wordt opgenomen], als dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 90 van 28.3.2012, blz. 6.

(2)  PB L 140 van 30.5.2012, blz. 2.

(3)  PB L 140 van 30.5.2012, blz. 14.

(4)  PB L 140 van 30.5.2012, blz. 17.

(5)  PB L 140 van 30.5.2012, blz. 32.

(6)  PB L 282 van 16.10.2012, blz. 23.

(7)  PB L 132 van 3.5.2014, blz. 65.

(8)  PB L 132 van 3.5.2014, blz. 68.

(9)  PB L 132 van 3.5.2014, blz. 71.

(10)  PB L 132 van 3.5.2014, blz. 73.

(11)  PB L 132 van 3.5.2014, blz. 76.

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

(12)  PB L …