20.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 104/27


BESLUIT (EU) 2016/611 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2016

inzake het referentiedocument betreffende de beste milieubeheerpraktijk, sectorale milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties voor de toeristische sector in het kader van Verordening (EG) nr. 1221/2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 2137)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie (1), en met name artikel 46, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1221/2009 verplicht de Commissie om in overleg met de lidstaten en andere belanghebbenden sectorale referentiedocumenten voor specifieke economische sectoren op te stellen. Deze sectorale referentiedocumenten zijn nodig om organisaties te helpen zich beter toe te spitsen op de belangrijkste milieuaspecten in de betrokken sector en zullen hen in staat stellen de milieuprestaties van de organisatie te evalueren, rapporteren en verbeteren. Zij moeten ook een beschrijving van de beste milieubeheerpraktijken, indicatoren voor milieuprestaties en, zo nodig, criteria voor topprestaties en evaluatiesystemen voor milieuprestaties in die sectoren bevatten.

(2)

De mededeling van de Commissie „Opstelling van het werkprogramma met een indicatieve lijst van sectoren voor de vaststelling van sectorale en sectoroverschrijdende referentiedocumenten, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1221/2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)” (2) bevat een werkplan en een indicatieve lijst van prioritaire sectoren voor de vaststelling van sectorale en sectoroverschrijdende referentiedocumenten inclusief de toeristische sector.

(3)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1221/2009 ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het sectorale referentiedocument over de beste milieubeheerpraktijken, milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties voor de toeristische sector is opgenomen in de bijlage.

Artikel 2

Organisaties in de toeristische sector die bij EMAS zijn geregistreerd, houden rekening met dit sectorale referentiedocument en zorgen er derhalve voor dat:

relevante elementen van het sectorale referentiedocument worden gebruikt bij het ontwerpen en uitvoeren van hun milieubeheersysteem in het licht van de milieu-evaluaties;

in hun milieuverklaringen wordt aangetoond hoe de in het sectorale referentiedocument beschreven relevante milieuprestatie-indicatoren, beste milieubeheerpraktijken en criteria voor topprestaties zijn gebruikt voor de vaststelling van maatregelen en acties, en eventueel voor de vaststelling van prioriteiten voor de verbetering van hun milieuprestaties.

Artikel 3

Organisaties met een EMAS-registratie zijn niet verplicht te voldoen aan de criteria voor topprestaties die in het sectorale referentiedocument worden genoemd omdat het vrijwillige karakter van EMAS de beoordeling van de haalbaarheid van de benchmarks in termen van kosten en baten aan de organisaties zelf overlaat.

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 april 2016.

Voor de Commissie

Karmelu VELLA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB C 358 van 8.12.2011, blz. 2.


BIJLAGE

INHOUDSOPGAVE

1.

Inleiding 30

2.

Toepassingsgebied 33

3.

Beste milieubeheerpraktijken, sectorale milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties voor de toeristische sector 36

3.1.

Horizontale acties 36

3.1.1.

Implementatie van het milieubeheersysteem 36

3.1.2.

Beheer van de toeleveringsketen 36

3.2.

Bestemmingsbeheer 37

3.2.1.

Strategische plannen voor de ontwikkeling van bestemmingen 37

3.2.2.

De instandhouding en het beheer van de biodiversiteit 37

3.2.3.

Infrastructuur en dienstverlening 38

3.3.

Activiteiten van touroperators en reisbureaus 38

3.3.1.

Vermindering en verzachting van het milieueffect van het vervoer 38

3.3.2.

Aansturen op milieuverbetering bij de aanbieders van accommodatie 39

3.3.3.

Aansturen op verbetering van bestemmingen 40

3.3.4.

Ontwikkelen en bevorderen van geschikte toeristische pakketten en aanmoedigen van duurzamer gedrag van toeristen 40

3.3.5.

Efficiëntie in de detailhandel en op kantoor 41

3.4.

Verbruik van water in accommodatiefaciliteiten tot een minimum beperken 41

3.4.1.

Monitoring, onderhoud en optimalisering van het waterleidingsstelsel 41

3.4.2.

Efficiënte waterleidingshulpstukken in gastruimten 42

3.4.3.

Efficiënte huishoudelijke diensten 42

3.4.4.

Geoptimaliseerde kleinschalige wasserij 43

3.4.5.

Geoptimaliseerde grootschalige of uitbestede wasserij 43

3.4.6.

Geoptimaliseerd zwembadbeheer 44

3.4.7.

Recycling van regenwater en grijs water 44

3.5.

Afval- en afvalwaterbeheer in accommodatie 45

3.5.1.

Afvalpreventie 45

3.5.2.

Afval sorteren en verzending voor recycling 45

3.5.3.

Behandeling van afvalwater 45

3.6.

Verbruik van water in accommodatiefaciliteiten tot een minimum beperken 46

3.6.1.

Systemen voor energiebeheer en -monitoring 46

3.6.2.

Verbeterde bouwschil 46

3.6.3.

Geoptimaliseerde systemen voor verwarming, ventilatie en airconditioning 47

3.6.4.

Efficiënt gebruik van warmtepompen en geothermische verwarming/koeling 47

3.6.5.

Efficiënte verlichting en elektrische apparatuur 48

3.6.6.

Hernieuwbare energiebronnen 48

3.7.

Restaurants en hotelkeukens 49

3.7.1.

Groene inkoop van voedingsmiddelen en dranken 49

3.7.2.

Beheer van organisch afval 49

3.7.3.

Geoptimaliseerd afwassen, schoonmaken, en maaltijdbereiding 49

3.7.4.

Geoptimaliseerd koken en geoptimaliseerde ventilatie en koeling 50

3.8.

Kampeerterreinen 50

3.8.1.

Milieueducatie van gasten 50

3.8.2.

Milieubeheer van groenvoorzieningen 51

3.8.3.

Energie-efficiëntie van kampeerterreinen en installatie van hernieuwbare energie 51

3.8.4.

Waterefficiëntie van kampeerterreinen 52

3.8.5.

Afvalreductie op kampeerterreinen 52

3.8.6.

Natuurlijke badplaatsen 53

4.

Aanbevolen voornaamste sectorspecifieke milieuprestatie-indicatoren 54

1.   INLEIDING

Dit document is een sectoraal referentiedocument (SRD) en is opgesteld overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1221/2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) (1). Met het oog op een beter begrip van dit document biedt deze inleiding een overzicht van de juridische achtergrond en het gebruik van het SRD.

Het SRD is gebaseerd op een gedetailleerd wetenschappelijk en beleidsverslag (2) (een „Best Practice Report”) dat is opgesteld door het Instituut voor technologische prognose (Institute for Prospective Technological Studies of IPTS), één van de zeven instituten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) van de Europese Commissie.

Relevante juridische achtergrond

Het communautaire milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) werd in 1993 ingevoerd bij Verordening (EEG) nr. 1836/93 van de Raad (3). Deelname van organisaties is vrijwillig. Daarna heeft EMAS twee grote herzieningen ondergaan:

Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4),

Verordening (EG) nr. 1221/2009.

Een belangrijk nieuw element van de laatste herziening, die op 11 januari 2010 in werking is getreden, is artikel 46 inzake de opstelling van sectorale referentiedocumenten (SRD's). De SRD's moeten optimale werkmethoden op het gebied van milieubeheer („best environmental management practices”, BEMP's), indicatoren van milieuprestaties voor specifieke sectoren en zo nodig criteria voor topprestaties en evaluatiesystemen voor milieuprestatieniveaus bevatten.

Structuur en gebruik van dit document

Het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) is een regeling voor vrijwillige deelneming van organisaties die zich ertoe verbinden zich continu te verbeteren op milieugebied. Dit SRD voorziet in dit kader in sectorspecifieke richtsnoeren voor de toeristische sector en wijst op een aantal mogelijkheden voor verbetering en beste praktijken.

Het document is opgesteld door het Gemeenschappelijk Onderzoekscentrum van de Europese Commissie; daarbij is gebruikgemaakt van input van de belanghebbenden. Een technische werkgroep bestaande uit deskundigen en belanghebbenden in de sector heeft onder leiding van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie de in dit document beschreven beste milieubeheerpraktijken, sectorale milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties besproken en er uiteindelijk overeenstemming over bereikt; deze criteria werden met name representatief geacht voor de milieuprestatieniveaus die door de best presterende organisaties uit de sector worden bereikt.

Het SRD heeft tot doel alle organisaties die voornemens zijn om hun milieuprestaties te verbeteren, te helpen en te ondersteunen door ideeën en inspiratie te bieden, alsook praktische en technische richtsnoeren.

Dit SRD is in de eerste plaats gericht op organisaties die al een EMAS-registratie hebben; in de tweede plaats op organisaties die overwegen zich in de toekomst bij EMAS te registreren, en in de derde plaats op alle organisaties die meer willen weten over de beste praktijken voor milieubeheer om hun milieuprestaties te verbeteren. Bijgevolg is het doel van dit document alle organisaties en actoren in de toeristische sector te helpen om enerzijds zich te concentreren op relevante milieuaspecten, zowel directe als indirecte, en anderzijds informatie over beste praktijken te vinden. Ook maken passende sectorspecifieke milieuprestatie-indicatoren om milieuprestaties te meten en criteria voor topprestaties deel uit van dit SRD.

Hoe moeten organisaties met een EMAS-registratie rekening houden met SRD's:

Volgens Verordening (EG) nr. 1221/2009 moeten organisaties met een EMAS-registratie op twee verschillende niveaus rekening houden met SRD's:

1)

bij de ontwikkeling en implementatie van hun milieubeheersysteem in het licht van de toetsing (artikel 4, lid 1, onder b);

Dit betekent dat organisaties gebruik moeten maken van de relevante onderdelen van de SRD bij de vaststelling en herziening van hun milieudoelstellingen en de doelstellingen die overstemmen met de bij de milieuanalyse en het milieubeleid als relevant vastgestelde ecologische aspecten, alsmede bij het nemen van besluiten over de te ondernemen acties om hun milieuprestaties te verbeteren;

2)

bij het opstellen van de milieuverklaring (artikel 4, lid 1, onder d), en artikel 4, lid 4);

Dit betekent dat:

a)

organisaties rekening moeten houden met de relevante sectorspecifieke milieuprestatie-indicatoren in het SRD bij de keuze van de indicatoren (5) die zij bij hun milieuprestatierapportage gebruiken.

Bij de keuze van de indicatoren voor de rapportage moet rekening worden gehouden met de indicatoren in het overeenkomstige SRD en hun relevantie ten aanzien van de belangrijke milieuaspecten zoals door de organisatie in de milieuanalyse aangegeven. Indicatoren hoeven alleen in aanmerking te worden genomen indien zij relevant zijn voor de milieuaspecten die in de milieuanalyse als belangrijkste worden aangemerkt;

b)

organisaties in de milieuverklaring moeten aangeven hoe rekening is gehouden met de relevante beste praktijken voor milieubeheer en, in voorkomend geval, met de criteria voor topprestaties.

Zij moeten beschrijven hoe de beste praktijken voor milieubeheer en criteria voor topprestaties (die een indicatie geven van het niveau van milieuprestaties dat door de beste presteerders wordt bereikt) zijn gebruikt voor de vaststelling van maatregelen en acties en eventueel van prioriteiten om hun milieuprestaties (verder) te verbeteren. Noch de implementatie van de beste praktijken voor milieubeheer, noch het behalen van de vastgestelde criteria voor topprestaties is echter verplicht: het vrijwillige karakter van EMAS laat het aan de organisaties zelf over om te beoordelen in hoeverre het behalen van de criteria en de implementatie van beste praktijken in termen van kosten en baten haalbaar zijn.

Evenals bij milieuprestatie-indicatoren moeten de relevantie en de toepasbaarheid van de beste praktijken voor milieubeheer en de criteria voor topprestaties worden beoordeeld aan de hand van de door de organisatie in de milieuanalyse geïdentificeerde belangrijke milieuaspecten, alsmede de technische en financiële aspecten.

Elementen van SRD's (indicatoren, beste praktijken voor milieubeheer of criteria voor topprestatie) die niet relevant worden geacht voor de belangrijke milieuaspecten zoals door de organisatie in de milieuanalyse geïdentificeerd, dienen niet in de milieuverklaring te worden gerapporteerd of beschreven.

EMAS-deelname is een continu proces. Dit betekent dat een organisatie, telkens wanneer zij van plan is om haar milieuprestaties te verbeteren (en haar milieuprestaties beoordeelt), het SRD raadpleegt over specifieke onderwerpen om inspiratie op te doen voor een stapsgewijze aanpak van de aandachtspunten.

EMAS-milieuverificateurs controleren of en zo ja, hoe het SRD door de organisatie bij de opstelling van haar milieuverklaring in de overwegingen is betrokken (artikel 18, lid 5, onder d), van Verordening (EG) nr. 1221/2009).

Dit betekent dat, wanneer een audit wordt uitgevoerd, erkende milieuverificateurs bewijsmateriaal van de organisatie moeten krijgen over hoe de relevante elementen van het SRD aan de hand van de milieuanalyses zijn geselecteerd en in aanmerking zijn genomen. Zij controleren niet of voldaan wordt aan de beschreven criteria voor topprestaties, maar verifiëren bewijsmateriaal over hoe het SRD als leidraad is gebruikt om passende indicatoren en vrijwillige maatregelen vast te stellen die de organisatie kan uitvoeren om haar milieuprestaties te verbeteren.

Gezien het vrijwillige karakter van EMAS en SRD mag het verstrekken van dergelijk bewijsmateriaal geen onevenredige lasten voor de verstrekkende organisaties tot gevolg hebben. De verificateurs mogen met name geen individuele motivering verwachten voor elk van de beste praktijken, sectorspecifieke milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties die in het SRD worden vermeld en door de organisatie in het licht van de milieuanalyse niet relevant worden geacht. Niettemin kunnen zij relevante aanvullende elementen suggereren waarmee de organisatie in de toekomst rekening zou kunnen houden als verder bewijs dat zij zich erop heeft toegelegd de prestaties voortdurend te verbeteren.

Structuur van het sectorale referentiedocument

Dit document bestaat uit vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 gaat in op de juridische achtergrond van EMAS en beschrijft hoe dit document gebruikt moet worden, terwijl in hoofdstuk 2 het toepassingsgebied van dit SRD wordt afgebakend. Hoofdstuk 3 beschrijft in het kort de verschillende beste praktijken voor milieubeheer samen met informatie over de toepasbaarheid in het algemeen en op het niveau van kleine en middelgrote bedrijven. Wanneer specifieke milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties kunnen worden geformuleerd voor een bepaald BEMP, worden zij ook gegeven. Een aantal van de indicatoren en benchmarks zijn relevant voor meer dan één BEMP en worden dus waar nodig herhaald.

Hoofdstuk 4, tot slot, bevat een uitgebreide tabel met een selectie van de meest relevante milieuprestatie-indicatoren, de bijbehorende toelichtingen en de ermee samenhangende criteria voor topprestaties.

2.   TOEPASSINGSGEBIED

Dit document richt zich op een aantal van de activiteiten bedoeld in afdeling I 55-56 „Verschaffen van accommodatie en Eet- en drinkgelegenheden”, afdeling N 79 „Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten” en afdeling O 84.11 „Algemeen overheidsbestuur” van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (6) (NACE Rev.2).

Dit sectorale referentiedocument (SRD) heeft hoofdzakelijk betrekking op de beste praktijken voor milieubeheer door bedrijven die accommodatie en eten en drinken verschaffen (horecabedrijven) en bedrijven die toeristische bestemmingen beheren of toeristische reizen, accommodatie of activiteiten aanbieden en reserveren (reisbureaus en touroperators) (7). Bedrijven die toeristische accommodatie verschaffen en kampeerterreindiensten leveren, worden ook uitgenodigd de relevante bepalingen van de EU-milieukeur (8) te raadplegen. Bestemmingsbeheerders kunnen ook gebruikmaken van andere EU-initiatieven ter bevordering van duurzaam beheer van toerisme, zoals, onder meer, het systeem voor Europese toerisme-indicatoren (European Tourism Indicators System of ETIS) (9).

De bovenvermelde actoren zijn onderling verbonden met allerlei andere sectoren zoals afgebeeld in het schema van de toeristische waardeketen hieronder. Als toerisme wordt beschouwd als een product, zijn de activiteiten waaraan toeristen tijdens hun vakantie deelnemen ook een belangrijk deel van de toeristische waardeketen en daarom van potentieel belang voor het milieu. In dit SRD wordt er echter alleen naar verwezen voor zover bestemmingsmanagers en touroperators ze kunnen beïnvloeden.

Image

De belangrijkste milieuaspecten en de milieudruk als gevolg van toeristische diensten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze milieuaspecten zijn geselecteerd als de meest relevante voor de sector. Welke milieuaspecten door welke specifieke organisaties moeten worden beheerd, moet echter van geval tot geval worden beoordeeld.

Activiteiten van organisaties in de toeristische sector (hotels, campings, restaurants en touroperators) en bijbehorende milieuaspecten en druk

Dienst/Activiteit

Belangrijkste milieuaspecten

Belangrijkste soorten milieudruk

Administratie

Kantoorbeheer

Ontvangst van cliënten

Verbruik van energie, water en materialen (hoofdzakelijk papier)

Productie van stedelijk afval (grote hoeveelheden papier) en gevaarlijk afval (bv. inktpatronen)

Technische diensten

Productie van warm water en verwarming/koeling van ruimten

Verlichting

Liften

Zwembaden

Groene zones

Bestrijding van ongedierte en knaagdieren

Reparatie en onderhoud

Energie- en waterverbruik

Verbruik van diverse gevaarlijke producten

In sommige gevallen het gebruik van CFK's en HCFK's als koelmiddel (10).

Emissies in de lucht (luchtverontreinigende stoffen, broeikasgassen)

Productie van diverse potentieel gevaarlijke chemische afvalstoffen zoals lege chemicaliëncontainers

Productie van afvalwater

Restaurant/bar

Ontbijt, lunch, diner

Dranken en snacks

Toeleveringsketendruk (zie „Aankoop”)

Energie-, water- en grondstoffenverbruik

Productie van stedelijk afval (met name van voedselafval en verpakkingsafval)

Keuken

Bewaring van levensmiddelen

Voedselbereiding

Vaatwasserij

Toeleveringsketendruk (zie „Aankoop”)

Significant verbruik van energie en water

Productie van stedelijk afval (met name van voedselafval en verpakkingsafval)

Productie van afval van plantaardige olie

Productie van geuren

Gebruik van kamers

Gebruik door de gasten

Producten voor gebruik door gasten

Huishoudelijke diensten

Verbruik van energie, water en grondstoffen

Gebruik van diverse gevaarlijke producten

Productie van verpakkingsafval en kleine hoeveelheden stedelijk afval

Productie van afvalwater

Wasserij

Wassen en strijken van kleren van de gasten

Wassen en strijken van handdoek, beddengoed enz.

Significant verbruik van energie en water

Gebruik van gevaarlijke stoffen

Productie van afvalwater

Aankoop

Selectie van producten en leveranciers

Opslag van producten

Toeleveringsketendruk (grondgebruik, aantasting of vernietiging van ecosystemen, verstoring van de wilde fauna, verbruik van energie en water, emissies in de lucht — luchtverontreinigende stoffen en broeikasgassen, emissies in het water, productie van afval)

Productie van verpakkingsafval

Lekkage van gevaarlijke stoffen

Activiteiten

Activiteiten binnenshuis

Activiteiten buitenshuis

Verbruik van energie, water en grondstoffen

Lokale effecten op ecosystemen

Geluid

Productie van stedelijk afval

Infrastructuurdruk (zie „Bouwnijverheid”)

Vervoer

Vervoer van gasten

Vervoer van werknemers

Vervoer door leveranciers

Verbruik van energie (brandstof)

Emissies naar de lucht

Infrastructuurdruk (zie „Bouwnijverheid”)

Aanvullende diensten

Medische diensten, supermarkten, souvenirwinkels, kuur- en welzijnsoorden, kapper enz.

Verbruik van energie, water en grondstoffen

Productie van stedelijk afval, en een aantal specifieke soorten gevaarlijke afvalstoffen (bv. sanitair afval)

Bouwnijverheid

Bouw van nieuwe gebieden of diensten

Reparatie van bestaande gebieden of diensten

Bodemgebruik

Afbraak of vernietiging van ecosystemen

Verstoring van de wilde fauna

Energie- en waterverbruik

Significant verbruik van grondstoffen en gevaarlijke producten

Significante productie van bouwafval

Productie van gevaarlijke afvalstoffen

De in dit SRD gepresenteerde beste milieubeheerpraktijken (BEMP's) zijn als volgt gegroepeerd:

BEMP's ter verbetering van horizontale kwesties in de toeristische sector;

BEMP's ter verbetering van bestemmingsbeheer (11);

BEMP's ter verbetering van de activiteiten van touroperators en reisbureaus;

BEMP's om het waterverbruik in accommodatiefaciliteiten tot een minimum te beperken;

BEMP's om de afvalproductie van accommodatiefaciliteiten tot een minimum te beperken;

BEMP's om het energieverbruik in accommodatiefaciliteiten tot een minimum te beperken;

BEMP's ter verbetering van keukens van restaurants en hotels;

BEMP's ter verbetering van kampeerterreinen.

De BEMP's beslaan de belangrijkste milieuaspecten van de sector.

3.   BESTE MILIEUBEHEERPRAKTIJKEN, SECTORALE MILIEUPRESTATIE-INDICATOREN EN CRITERIA VOOR TOPPRESTATIES VOOR DE TOERISTISCHE SECTOR

3.1.   Horizontale acties

3.1.1.   Implementatie van het milieubeheersysteem

De beste praktijk voor milieubeheer is een beoordeling te maken van de belangrijkste directe en indirecte milieuaspecten die zijn verbonden aan de organisatie, daarop de relevante prestatie-indicatoren toe te passen en deze te vergelijken met relevante criteria voor topprestaties.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle actoren in de toeristische sector, met inbegrip van bestemmingsbeheerders, touroperators, horecabedrijven, vervoersexploitanten en aanbieders van activiteiten. Deze BEMP is ook volledig toepasbaar op kleine ondernemingen (12).

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicator

Criteria voor topprestaties

(i1)

Uitvoering van een systeem voor milieubeheer (j/n)

(c2)

Passende indicatoren worden gebruikt om voortdurend toezicht te houden op alle relevante aspecten van de milieuprestaties, met inbegrip van minder gemakkelijk meetbare en indirecte aspecten zoals de gevolgen voor de biodiversiteit.

(c2)

Alle personeelsleden worden geïnformeerd over de milieudoelstellingen en ontvangen training over relevante milieubeheeracties.

(c3)

Beste milieupraktijken worden in voorkomend geval geïmplementeerd.

3.1.2.   Beheer van de toeleveringsketen

BEMP is om toeleveringsketens van door de organisatie gebruikte producten en diensten te onderzoeken ter identificatie van kritieke milieuaspecten binnen de toeleveringsketen, rekening houdend met de volledige waardeketen, en ter vaststelling van relevante controlepunten (bv. selectie van producten, vermijding, groene overheidsopdrachten, leverancierscriteria) die gebruikt kunnen worden om de impact op het milieu te beperken in de gehele waardeketen.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle actoren in de toeristische sector, met inbegrip van bestemmingsbeheerders, touroperators, horecabedrijven, vervoersexploitanten en aanbieders van activiteiten. Deze BEMP is ook volledig toepasbaar op kleine ondernemingen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicator

Criteria voor topprestaties

(i2)

Percentage van de producten en diensten dat aan specifieke milieucriteria voldoet (%)

(c4)

De organisatie heeft de levenscyclusbenadering toegepast ter identificatie van verbetermogelijkheden voor alle grote toeleveringsketens die betrekking hebben op kritieke milieuaspecten.

(c5)

≥ 97 % (van het gewicht van de werkzame stof of van het inkoopvolume) van de in accommodatie- en restaurantruimten gebruikte chemische stoffen hebben een milieukeurcertificering van ISO-type I (13) (of zijn aantoonbaar de milieuvriendelijkste beschikbare optie).

(c6)

≥ 97 % van al het door accommodaties en restaurants aangekocht hout, papier en karton is gerecycled of ecologisch gecertificeerd (milieukeur, FSC, PEFC).

3.2.   Bestemmingsbeheer

3.2.1.   Strategische plannen voor de ontwikkeling van bestemmingen

BEMP is de oprichting van een eenheid of organisatie die verantwoordelijk is voor de strategie voor duurzame ontwikkeling van de bestemming en zorgt voor de coördinatie van relevante diensten en belanghebbenden bij de uitvoering van de specifieke acties in het kader van het plan voor de bestemming.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle bestemmingen, hetzij door eenheden binnen de overheidsstructuren die verantwoordelijk zijn voor bestemmingsbeheer, hetzij publiek/particuliere organisaties voor bestemmingsmanagement. Deze BEMP is ook toepasbaar op kleine overheden en kleine ondernemingen die werkzaam zijn op het gebied van bestemmingsbeheer.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicatoren

Criterium voor topprestatie

(i3)

Uitvoering van een duurzaam bestemmingsplan (j/n)

(c7)

Uitvoering van een duurzaam bestemmingsplan dat: i) het hele gebied van de bestemming omvat; ii) zorgt voor coördinatie van alle relevante publieke en private actoren; iii) de belangrijkste uitdagingen met betrekking tot het milieu op de bestemming aanpakt.

3.2.2.   De instandhouding en het beheer van de biodiversiteit

BEMP is de toestand van de biodiversiteit binnen de bestemming te volgen, en uitvoering van het plan voor instandhouding en beheer van de biodiversiteit, dat algehele biodiversiteit binnen de bestemming beschermt en versterkt, bijvoorbeeld via de ontwikkeling van beperkingen en compensatiemaatregelen.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle bestemmingen. Bij bestemmingen met hoge natuurwaarde moet de biodiversiteit behouden blijven, terwijl bij bestemmingen met lage natuurwaarde maatregelen moeten worden genomen om de biodiversiteit te vergroten. Deze BEMP is ook toepasbaar op kleine ondernemingen die werkzaam zijn op het gebied van bestemmingsbeheer.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicatoren

Criterium voor topprestatie

(i4)

Uitvoering van een plan voor biodiversiteitsbeheer (j/n)

(i5)

Aantallen soorten binnen de bestemmingsgrenzen

(i6)

Beschermd areaal (in hectare of als percentage totaal areaal van de bestemming)

(c8)

De ontheemding van biodiversiteit als gevolg van toeristische ontwikkeling tot een minimum te beperken en te compenseren zodat biodiversiteit wordt behouden of verhoogd in gebieden met een hoge natuurwaarde en wordt verhoogd en in aangetaste gebieden.

3.2.3.   Infrastructuur en dienstverlening

BEMP is ervoor te zorgen dat milieugerelateerde diensten op de bestemming en in het bijzonder watervoorziening, afvalwaterbehandeling, afvalbeheer (met name recyclingmaatregelen) en openbaar vervoer/verkeersbeheer op duurzame wijze kunnen voldoen aan de piekvraag in het toeristische hoogseizoen.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle bestemmingen. Zij heeft betrekking op een goed beheer door overheden in het algemeen, maar is bijzonder relevant waar toerisme aanleiding geeft tot een veel grotere en meer seizoensgebonden vraag naar diensten. Deze BEMP is ook toepasbaar op kleine lokale overheden en kleine ondernemingen die werkzaam zijn op het gebied van bestemmingsbeheer, of op een bestemming de nodige milieugerelateerde diensten leveren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i7)

Dagelijks waterverbruik per gast (l/gast-dag)

(i8)

Percentage afvalwater dat secundaire of tertiaire behandeling ondergaat (%)

(i9)

Percentage vast huishoudelijk afval dat wordt afgedragen voor recycling of anaerobe vergisting (%)

(i10)

Percentage verplaatsingen op de bestemming waarvoor toeristen gebruik maken van het openbaar vervoer of lopend of op de fiets gaan (%)

(i11)

Hoeveelheid ter plekke opgewekte duurzame energie, als percentage van de totale vraag naar energie (%)

(c9)

Diensten, met inbegrip van het openbaar vervoer, watervoorziening, afvalwaterzuivering en recycling van afval, zijn ontworpen om op de plaats van bestemming pieken in de vraag op te vangen en de duurzaamheid van het toerisme te waarborgen.

(c10)

≥ 95 % van het afvalwater op de bestemming ondergaat ten minste secundaire behandeling, of tertiaire behandeling bij lozing naar kwetsbare ontvangende wateren, ook tijdens piekperiodes van het toeristenseizoen.

(c11)

≥ 95 % van het vast huishoudelijk afval dat wordt afgedragen voor recycling of anaerobe vergisting in plaats van storting.

(c12)

Gemiddeld waterverbruik van toeristen ≤ 200 liter per gast-dag.

(c13)

≥ 80 % van de verplaatsingen van toeristen binnen steden is per openbaar vervoer, lopend of op de fiets.

3.3.   Activiteiten van touroperators en reisbureaus

3.3.1.   Vermindering en verzachting van het milieueffect van het vervoer

BEMP is om pakketten op maat aan te bieden om onnodig vliegen te voorkomen (in geval van vluchten die efficiënt kunnen worden vervangen door vervoer over land en water), zeer energie-efficiënte vervoerders (luchtvaartmaatschappijen, bussen/touringcars, veerboten, schepen, boten) te selecteren, en gecertificeerde compensatieregelingen te gebruiken voor de compensatie van alle vervoer-gerelateerde BKG-emissies. Voor de ondernemingen die hun eigen vervoer regelen, is de BEMP om energie-efficiëntiemaatregelen toe te passen op de vervoersvloot (in eigendom of geleverd), met inbegrip van groene aanbestedingen van de meest efficiënte en emissiearme voertuigen, bestaande vliegtuigen en bussen energiezuiniger te maken door montage van energiebesparende opties zoals winglets en optimalisatie van de exploitatie (bv. door maximale belastingsfactoren).

Toepasbaarheid

Pakketreizen op maat en minder vliegen is toepasbaar op alle touroperators en reisbureaus, met inbegrip van de kleine ondernemingen.

Maatregelen voor de verbetering van de energie-efficiëntie van het vervoer en de vermindering van de uitstoot in de lucht zijn rechtstreeks toepasbaar op touroperators die hun eigen vervoersvloot beheren, en zijn van toepassing als selectie- en contractcriteria voor touroperators die vervoersdiensten uitbesteden. Deze BEMP is met enkele beperkingen ook toepasbaar op kleine ondernemingen omdat zij meestal weinig zeggenschap hebben over luchtvaartuigen, maar eventueel wel over vervoer over land en water.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i12)

Vermeden onnodige vluchten (j/n)

(i13)

Vervoersspecifieke BKG-emissies (kg CO2/passagier-km)

(i14)

Percentage BKG-emissies door vervoer gecompenseerd met gecertificeerde koolstofkredieten (%)

(c14)

Touroperators bieden geen vluchten voor: i) bestemmingen op minder dan 700 km afstand; ii) bestemmingen tot op 2 000  km afstand, voor een verblijf van minder dan acht dagen, of iii) bestemmingen op meer dan 2 000  km afstand, voor een verblijf van minder dan 14 dagen.

(c15)

Het gemiddelde specifieke brandstofverbruik van luchtvaartvloten van touroperators is ≤ 2,7 liter per 100 passagiers-km.

(c16)

Het gemiddelde brandstofverbruik per vloot bussen is ≤ 0,75 liter per 100 passagiers-km en ten minste 90 % van de vloot voldoet aan Euro V of rijdt op alternatieve brandstofsystemen.

(c17)

De BKG-emissies door het vervoer uit alle verkochte pakketten worden automatisch gecompenseerd door direct te investeren in projecten gericht op het vermijden van broeikasgassen of door gecertificeerde koolstofkredieten te kopen.

3.3.2.   Aansturen op milieuverbetering bij de aanbieders van accommodatie

BEMP is om milieucertificering te verplichten of aan te moedigen bij aanbieders van accommodatie, of naleving van specifieke milieucriteria verplicht te stellen, of verslaglegging over milieuprestaties die kan worden gebruikt voor benchmarking.

Toepasbaarheid

Alle touroperators kunnen deze BEMP toepassen. Mogelijkerwijs is het gemakkelijker voor de kleine touroperators om leveranciers te selecteren op basis van een milieucertificering van een derde, en voor de grote touroperators om hun eigen criteria en/of een benchmarkingproces toe te passen. Deze BEMP is toepasbaar op kleine ondernemingen met een aantal beperkingen, omdat zij mogelijk moeite zullen hebben criteria voor leveranciers vast te stellen maar kleine ondernemingen kunnen voor de selectie van leveranciers gebruikmaken van bestaande milieucertificeringen (waarbij de voorkeur moet worden gegeven aan door derden geverifieerde certificaten zoals de milieukeur van de EU).

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicator

Criterium voor topprestatie

(i15)

Percentage aanbieders van accommodatie (per aantallen gasten-overnachtingen of verkochte waarde) dat voldoet aan specifieke milieucriteria (%)

(c18)

≥ 90 % van de aanbieders van accommodatie, gebaseerd op de verkoopwaarde of overnachtingen, is in overeenstemming met een relevante reeks milieuvoorschriften (bij voorkeur erkend door certificering door een derde partij).

3.3.3.   Aansturen op verbetering van bestemmingen

BEMP is om de verbetering van het milieu van toeristische bestemmingen te stimuleren door betere milieuprestaties te ontlokken aan lokale leveranciers en aan organisaties en autoriteiten die bestemmingen beheren, en door initiatieven voor rechtstreekse verbetering zoals habitatherstel op de belangrijkste bestemmingen.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is rechtstreeks toepasbaar op de grotere touroperators. Kleine ondernemingen kunnen hun acties coördineren via clusters of consortia, of in publiek-private partnerschappen met lokale/regionale overheden.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicatoren

Criterium voor topprestatie

(i16)

Percentage van de diensten op de bestemming waarvan de milieuprestaties worden verbeterd (%)

(i17)

Deelname aan projecten ter verbetering van het milieu op de plaats van bestemming (j/n)

(c19)

De touroperator stimuleert verbetering van het milieu op de bestemming door: i) verbetering van de milieuprestaties van de toeleveringsketen; ii) invloed uit te oefenen op bestemmingsbeheer; iii) initiatieven voor directe verbetering.

3.3.4.   Ontwikkelen en bevorderen van geschikte toeristische pakketten en aanmoedigen van duurzamer gedrag van toeristen

BEMP is de ontwikkeling en bevordering van toeristische pakketten die de meest milieuonvriendelijke opties uitsluiten, en de toonaangevende milieuvriendelijke opties bevatten voor vervoer, accommodatie en activiteiten. Bovendien moeten touroperators en reisagenten hun klanten informeren over de milieueffecten van toeristische pakketten, en moeten zij hen op positieve en pakkende wijze doelgroepgericht informeren over duurzame en verantwoorde manieren om milieueffecten tot een minimum te beperken als zij hun vakanties kiezen en nemen.

Toepasbaarheid

Alle touroperators, met inbegrip van kleine ondernemingen, kunnen maatregelen uit deze BEMP uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i18)

Percentage toonaangevende duurzame tours (bv. met milieukeur) verkocht (in waarde) (%)

(c20)

De touroperator bevordert duurzame toeristische pakketten in reclamemateriaal voor het brede publiek.

(c21)

Toonaangevende, duurzame toeristische pakketten (bv. Oostenrijks Ecolabel voor pakketreizen) vertegenwoordigen een marktaandeel van ≥ 10 %.

(c22)

De touroperator maakt gebruik van doeltreffende methoden voor marketing en communicatie ter aanmoediging van duurzamere oplossingen bij de selectie van toeristische pakketten.

(c23)

De touroperator verschaft al zijn klanten met bestemmingsspecifieke, bewustmakende informatie ter bevordering van duurzaam gedrag op de plaats van bestemming.

3.3.5.   Efficiëntie in de detailhandel en op kantoor

BEMP is om het gebruik van hulpbronnen, met name papier en inkt, voor reclame en kantoorwerk tot een minimum te beperken, gecertificeerde, milieuvriendelijke materialen en diensten (bv. drukdiensten) te kiezen en te zorgen voor efficiënt gebruik van water en energie (14) in alle kantoorwerk en detailhandelwerkzaamheden.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle touroperators.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i19)

Papierverbruik per klant (g/klant)

(i20)

Milieucertificering van papier en drukwerk (j/n)

(i21)

Specifieke CO2-emissies als gevolg van kantoorwerk en detailhandel (kg CO2/klant of kg CO2/m2/jr)

(i22)

Jaarlijks waterverbruik in kantoorgebouwen per werknemer (l/werknemer/jr)

(c24)

Gedrukt kantoor- en reclamemateriaal: i) wordt zo veel mogelijk vermeden; ii) gebruikt papier dat 100 % gerecycled is of een milieucertificaat heeft (milieukeur, FSC, PEFC); iii) wordt gedrukt door drukkers met milieucertificaat (EMAS, ISO 14001).

(c25)

Plannen voor beheer van energie en broeikasgassen worden uitgevoerd, en energieverbruik door en BKG-emissies als gevolg van detailhandel en kantoorwerk worden opgegeven, per m2 van de detailhandel- en kantoorruimte per jaar, en per klant.

(c26)

Waterverbruik is ≤ 2,0 m3 per werknemer per jaar.

3.4.   Verbruik van water in accommodatiefaciliteiten tot een minimum beperken

3.4.1.   Monitoring, onderhoud en optimalisering van het waterleidingsstelsel

BEMP is de identificatie van efficiëntieverhogende opties door het waterverbruik van alle belangrijke waterverbruikende processen en gebieden (bv. met individuele bemetering) te controleren en te monitoren, en het houden van passende periodieke inspecties, ook tijdens schoonmaakwerkzaamheden, zodat alle uitrusting wordt onderhouden.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op accommodatie van alle soorten en grootten, met inbegrip van kleine ondernemingen. Mogelijkerwijs is het echter niet nodig aparte meters achteraf te monteren in kleine installaties.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicator

Criteria voor topprestaties

(i23)

Waterverbruik per gast-overnachting (l/gast-overnachting)

(c27)

Implementatie van een locatiespecifiek plan voor waterbeheer, met inbegrip van: i) individuele bemetering en benchmarking van alle belangrijke waterverbruikende processen en gebieden; ii) regelmatige inspectie en onderhoud van „waterleidingslekpunten” en waterleidingstoestellen.

(c28)

Totale waterverbruik ≤ 140 liter per gast-overnachting in hotels met volledige dienstverlening, en ≤ 100 liter per gast-overnachting in accommodatie waar de meerderheid van de toiletten worden gedeeld (bv. pensions).

3.4.2.   Efficiënte waterleidingshulpstukken in gastruimten

BEMP is de installatie van efficiënte waterleidingshulpstukken, waaronder zuinige sproeikranen en zuinige thermostatische douches, zuinige wc's en wc's met spoelkeuzeknop, en waterloze urinoirs. Tot die tijd kunnen beluchtingstoestellen worden gemonteerd op bestaande hulpstukken.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op accommodatie van alle soorten en grootten, met inbegrip van kleine ondernemingen. Ook als er onlangs gerenoveerd is, is het passend maatregelen zoals het aanbrengen van beluchtingstoestellen te nemen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicator

Criteria voor topprestaties

(i23)

Waterverbruik per gast-overnachting (l/gast-overnachting)

(i24)

Energieverbruik voor verwarming van water (kWh/gast-overnachting)

(i25)

Debiet van douches en badkamerkranen (in l/min) en spoeling van urinoirs en toiletten (l/spoeling)

(c29)

Waterverbruik en het daarmee verband houdende energieverbruik voor waterverwarming per gast-overnachting van ≤ 100 liter en 3,0 kWh respectievelijk voor individuele badkamers in hotels.

(c30)

Douchedebiet ≤ 7 l/min, debiet badkamerkranen ≤ 6 l/min (≤ 4 l/min bij nieuwe kranen), gemiddelde effectieve toiletspoeling ≤ 4,5 l, installatie van waterloze urinoirs.

3.4.3.   Efficiënte huishoudelijke diensten

BEMP is om de behoefte aan wassen tot een minimum te beperken door middel van groene inkoop van beddengoed en handdoeken (qua omvang, dichtheid, kleur en materiaal) en door gasten te vragen of aan te moedigen beddengoed en handdoeken meer dan een keer te gebruiken. De beste praktijk is ook de scholing van personeel in de toepassing van water- en chemicaliënefficiënte reinigingsmethoden, en de aanschaf van milieugecertificeerde verbruiksgoederen voor slaapkamers en toiletten.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op accommodatie van alle soorten en grootten, met inbegrip van kleine ondernemingen. Het kiezen van efficiëntere stoffen is een universeel toepasbare manier om de wasbehoefte tot een minimum te beperken, maar gasten tot hergebruik aansporen zal van weinig nut zijn voor accommodaties met een hoog percentage gasten die maar een nacht blijven.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i26)

Hoeveelheid geproduceerd wasgoed per gast-overnachting (kg/gast-overnachting)

(i27)

Percentage hergebruik handdoeken en beddengoed (%)

(i28)

Verbruik van chemische producten voor het schoonmaken en afwassen, uitgedrukt in werkzame chemische bestanddelen per gast-overnachting (in g/gast-overnachting)

(i29)

Percentage chemische stoffen en textiel met een milieukeur van ISO-type I (%)

(c31)

Ten minste 80 % van het beddengoed is een mengsel van katoen en polyester (15) of linnen.

(c32)

Ten minste 80 % van het slaapkamertextiel heeft een milieukeur van ISO-type I (bv. de EU-milieukeur) of is biologisch.

(c33)

Verbruik van chemische producten voor de schoonmaak en afwas (met uitzondering van wasmiddelen, speciale reinigingsmiddelen en zwembadchemicaliën) ≤ 10 g werkzame chemische ingrediënten per gast-overnachting.

(c34)

Ten minste 30 % vermindering van de hoeveelheid wasgoed door hergebruik van handdoeken en beddengoed.

(c35)

Ten minste 80 % (van het gewicht van de werkzame stof of van het inkoopvolume) van de allesreinigers, sanitaire wasmiddelen, zepen en shampoo die in de toeristische accommodatie worden gebruikt, hebben een milieukeur van ISO-type I (bv. de EU-milieukeur).

3.4.4.   Geoptimaliseerde kleinschalige wasserij

BEMP is de aankoop van de meest water- (en dus energie-)efficiënte wasextractoren en de meest energie-efficiënte droogtrommels (bv. hittepompdroogtrommels) en strijkers, hergebruik van spoelwater, en, in gebieden waar water schaars is, van het andere water dat tijdens het wassen wordt gebruikt, na micro-filtratie. De beste praktijk is ook herwinning van warmte uit afvalwater en ventilatieafvoerlucht.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op accommodatie van alle soorten en grootten die ter plekke wassen, waaronder kleine ondernemingen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i30)

Waterverbruik per kg wasgoed (l/kg)

(i30)

Energieverbruik per kg wasgoed (kWh/kg)

(i32)

Percentage wasmiddelen met milieukeur (%)

(c36)

Voor de kleinschalige wasserij hebben alle nieuwe huishoudelijke wasmachines een „A + + +” Europees energie-etiket en is het gemiddeld waterverbruik van commerciële wasmachines ≤ 7 liter per kg wasgoed.

(c37)

Totale energieverbruik kleinschalig wassen ter plekke is ≤ 2,0 kWh per kg stof, voor gedroogd en afgewerkt wasgoed.

(c38)

Ten minste 80 % (van het gewicht van de werkzame stof of van het aankoopvolume) van de bij kleinschalig wassen gebruikte wasmiddelen heeft een milieukeur van ISO-type I (EU-milieukeur, Nordic Swan, Blaue Engel).

3.4.5.   Geoptimaliseerde grootschalige of uitbestede wasserij

BEMP is om een efficiënte wasserijdienst te kiezen die in het bezit is van een ISO-type I milieucertificering dan wel voldoet aan de criteria daarvoor, zodat de grootschalige wasserijactiviteiten ter plekke voldoen aan dergelijke criteria.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is zowel toepasbaar op grote accommodatiefaciliteiten met grootschalige wasserijactiviteiten ter plekke, als op commerciële wasserijen. Deze BEMP is ook toepasbaar op andere accommodatie ongeacht de omvang daarvan, inclusief kleine ondernemingen, voor zover de criteria van toepassing zijn op groene overheidsopdrachten voor wasserijdiensten.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i33)

Wasserij met een milieukeur (j/n)

(i30)

Waterverbruik per kg wasgoed (l/kg)

(i30)

Energieverbruik per kg wasgoed (kWh/kg)

(i32)

Percentage wasmiddelen met milieukeur (%)

(c39)

Alle uitbestede wasserijactiviteiten worden verricht door een dienstverlener die in het bezit is van een milieukeur van ISO-type I (bv. Nordic Swan), en alle grootschalige wasserij ter plekke, of wasserijactiviteiten die aan niet-gecertificeerde dienstverleners zijn uitbesteed, voldoen aan de relevante ijkpunten.

(c40)

Totale waterverbruik tijdens de volledige wascyclus van grootschalige wasserijactiviteiten ≤ 5 liter per kilogram accommodatietextiel en ≤ 9 liter per kg restauranttextiel.

(c40)

Totale energieverbruik voor gedroogd en afgewerkt wasgoed ≤ 0,90 kWh per kilogram accommodatietextiel en ≤ 1,45 kWh per kilogram restauranttextiel.

(c42)

Bij grootschalige wasserij wordt uitsluitend gebruik gemaakt van wasmiddelen voor professioneel gebruik die voldoen aan een milieukeur van ISO-type I (EU-milieukeur, Nordic Swan), en worden passende doseringen toegepast.

3.4.6.   Geoptimaliseerd zwembadbeheer

BEMP is om terugspoeling niet volgens een vast tijdschema uit te voeren, maar de frequentie en timing daarvan op drukval te baseren, gebruik te maken van ozonisatie of UV-behandeling en zorgvuldige controle van de dosering om de hoeveelheid chloor tot een minimum te beperken, en warmte terug te winnen uit ventilatieafvoerlucht.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle soorten en groottes van accommodatie met zwembaden ter plekke, met inbegrip van kleine ondernemingen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicatoren

Criterium voor topprestatie

(i34)

Uitvoering van een plan voor milieubeheer van het zwembad (j/n)

(i35)

Toepassing van ozonisatie of UV-behandeling (j/n)

(i34)

Uitvoering van een efficiëntieplan voor zwembaden en kuuroorden met inbegrip van: i) benchmarking van het specifieke water-, energie- en chemicaliënverbruik in zwembaden en kuuroorden, uitgedrukt in m2 van zwembadoppervlakte en per gast-overnachting; ii) minimalisering van verbruik van chloor door optimale dosering en het gebruik van aanvullende desinfectiemethoden als ozonisatie en UV-behandeling.

3.4.7.   Recycling van regenwater en grijs water

BEMP is de installatie van een systeem voor de terugwinning van grijs water zodat grijs water na behandeling binnenshuis kan worden gebruikt (bv. voor het doorspoelen van toiletten) of buitenshuis (bv. irrigatie), of van een opvangsysteem voor regenwater, om regenwater binnenshuis te gebruiken.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle accommodatie-ondernemingen. Systemen voor het recycleren van water kunnen tijdens de bouw of ingrijpende renovaties worden geïnstalleerd. De toepasbaarheid op kleine ondernemingen is mogelijk beperkt vanwege de hoge investeringskosten.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicator

Criterium voor topprestatie

(i36)

Recycling van grijs water en regenwater (j/n)

(c44)

De installatie van een systeem voor de recycling van regenwater om te voldoen aan de interne vraag naar water en/of een systeem voor de recycling van grijs water om te voldoen aan de interne of externe vraag naar water.

3.5.   Afval- en afvalwaterbeheer in accommodatie

3.5.1.   Afvalpreventie

BEMP is het ontstaan van afval voorkomen door middel van groene inkoop van producten, met inachtneming van de gehele levenscyclus van effecten — bijvoorbeeld door het vermijden van artikelen voor eenmalig gebruik (voeding, zepen, shampoos) en door de aankoop van schoonmaakmiddelen in bulk en in geconcentreerde vorm — en door zorgvuldig omvangbeheer bij aanbestedingen.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle soorten en groottes van accommodatie, met inbegrip van kleine ondernemingen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i37)

De afvalproductie per gast-overnachting (kg/gast-overnachting)

(c45)

De totale afvalproductie (gesorteerd en niet gesorteerd) ≤ 0,6 kg per gast-overnachting.

3.5.2.   Afval sorteren en verzending voor recycling

BEMP is om overal in de accommodatie gescheiden afvalinzamelfaciliteiten te bieden, te zorgen voor een duidelijke procedure voor het scheiden van afval, en om de nodige dienstverleners in te huren voor het recyclen van ten minste glas, papier en karton, plastic, metaal en organisch afval.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op accommodatie van alle soorten en grootten, met inbegrip van kleine ondernemingen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i38)

Percentage van het afval afgedragen voor hergebruik of recycling (%)

(i37)

Productie van ongesorteerd afval per gast-overnachting (kg/gast-overnachting)

(c46)

Ten minste 84 % van het afval, uitgedrukt in gewicht, wordt voor recyclage afgedragen.

(c47)

Ter verwijdering afgedragen ongesorteerd afval is ≤ 0,16 kg per gast-overnachting.

3.5.3.   Behandeling van afvalwater

BEMP is de installatie van een systeem om afvalwater ter plaatse ten minste tot op secundair, en bij voorkeur tot op tertiair niveau te behandelen, en dat ten minste voorbehandeling omvat voor het uitzeven en laten bezinken van vaste deeltjes, gevolgd door doeltreffende biologische behandeling (bv. in een discontinue voedingsreactor) waarbij een hoog percentage van CZV, BZV, stikstof en fosfor uit het afvalwater wordt verwijderd. Het slib wordt behandeld en verwijderd op een ecologisch aanvaardbare manier.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op accommodatie alle soorten en groottes van die niet zijn aangesloten op een rioleringssyteem, met inbegrip van kleine ondernemingen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicator

Criterium voor topprestatie

(i40)

Verwijderefficiëntie van de afvalwaterbehandeling ter plaatse (bv.% BZV, CZV)

(i41)

Concentratie (in mg/l) van bv. BZV, CZV, totaal stikstof, fosfor in de einduitstroom van het afvalwater

(c48)

Als het niet mogelijk is afvalwater gecentraliseerd te laten behandelen, omvat de behandeling van afvalwater ter plekke voorbehandeling (zeef/rooster, egalisatie en sedimentatie), gevolgd door biologische behandeling met > 95 % BZV5-verwijdering, > 90 % nitrificatie en anaerobe vergisting van het overtollige slib (dit laatste elders).

3.6.   Verbruik van water in accommodatiefaciliteiten tot een minimum beperken

3.6.1.   Systemen voor energiebeheer en -monitoring

BEMP is het energieverbruik van alle belangrijke energieverbruikende processen en gebieden (bv. met individuele bemetering) te controleren en te monitoren ter identificatie van efficiëntieverhogende opties, en het houden van passende periodieke inspecties zodat alle uitrusting wordt onderhouden (16).

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op accommodatie van alle soorten en grootten, met inbegrip van kleine ondernemingen. Uitgebreide systemen voor individuele bemetering en gebouwenbeheer zijn niet toepasbaar op kleine faciliteiten.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i42)

Uitvoering van een locatiespecifiek plan voor energiebeheer (j/n)

(i43)

Specifiek energieverbruik (kWh/m2/jr)

(c49)

Uitvoering van een locatiespecifiek plan voor energiebeheer, met inbegrip van: i) individuele bemetering en benchmarking van alle belangrijke energieverbruikende processen en gebieden; ii) berekening en verslaglegging van het primaire energieverbruik en de energiegerelateerde CO2-emissies.

(c50)

voor bestaande gebouwen, het eindverbruik van energie voor verwarming, ventilatie en airconditioning en voor verwarming van water ≤ 75 kWh of totale eindverbruik van energie ≤ 180 kWh per m2 verwarmde en gekoelde ruimte per jaar.

3.6.2.   Verbeterde bouwschil

Voor nieuwe gebouwen is de BEMP ervoor te zorgen dat deze in overeenstemming zijn met de hoogst haalbare energienormen, zoals PassiveHouse en Minergie P (17). Voor bestaande gebouwen is de BEMP de aanpassing achteraf om het verbruik van energie voor verwarming en koeling tot een minimum te beperken (18).

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle soorten accommodatie tijdens de bouw of ingrijpende renovatie en bij het kiezen van een gebouw voor organisaties die hun bedrijfsruimten huren. Voor kleine ondernemingen kan de kans op uitvoering van deze BEMP beperkt zijn in het geval van modernisering van een bestaand gebouw, vanwege de hoge investeringskosten.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i43)

Specifiek energieverbruik (kWh/m2/jr)

(c50)

Voor bestaande gebouwen, het eindverbruik van energie voor verwarming, ventilatie en airconditioning en voor verwarming van water ≤ 75 kWh of totale eindverbruik van energie ≤ 180 kWh per m2 verwarmde en gekoelde ruimte per jaar.

(c51)

Voor nieuwe gebouwen komen de opgegeven energieprestaties overeen met Minergie P of PassiveHouse of gelijkwaardige normen.

3.6.3.   Geoptimaliseerde systemen voor verwarming, ventilatie en airconditioning

BEMP is het energieverbruik van systemen voor verwarming, ventilatie en airconditioning te een minimum te beperken door de installatie van producten met de hoogste energie-etiketteringsklassen (indien van toepassing), afzonderlijke temperatuurregeling per zone en gecontroleerde ventilatie met warmteterugwinning (idealiter gecontroleerd door CO2-sensoren) en energie-efficiënte onderdelen (bv. ventilatoren met variabele snelheid), en optimalisering van de verwarming, ventilatie en airconditioning aan de eigenschappen van de bouwschil en de energiebron.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle soorten en groottes van accommodatie, met inbegrip van kleine ondernemingen. Volledige optimalisering is alleen mogelijk tijdens de bouw of ingrijpende renovatie, maar specifieke maatregelen kunnen op elk moment worden uitgevoerd.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i43)

Specifiek energieverbruik (kWh/m2/jr)

(c50)

Voor bestaande gebouwen, het eindverbruik van energie voor verwarming, ventilatie en airconditioning en voor verwarming van water ≤ 75 kWh of totale eindverbruik van energie ≤ 180 kWh per m2 verwarmde en gekoelde ruimte per jaar.

(c51)

Voor nieuwe gebouwen komen de opgegeven energieprestaties overeen met Minergie P of PassiveHouse of gelijkwaardige normen.

3.6.4.   Efficiënt gebruik van warmtepompen en geothermische verwarming/koeling

BEMP is de installatie van zuinige (bv. met milieukeur, de producten met de hoogste energie-etiketteringsklassen) warmtepompen voor verwarming en koeling, of, indien mogelijk, grondwaterkoeling.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle soorten accommodatie. In stedelijke gebieden kan het zijn dat installatie van grondwatersystemen alleen mogelijk is tijdens de bouw of ingrijpende renovatie. Lucht-lucht- of lucht-water-warmtepompen kunnen gemakkelijk achteraf worden gemonteerd, maar zijn wellicht niet geschikt voor zeer koude klimaten. De toepasbaarheid van deze BEMP voor kleine ondernemingen is vanwege de investeringskosten mogelijk beperkt.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicatoren

Criterium voor topprestatie

(i43)

Specifiek energieverbruik (kWh/m2/jr)

(c52)

Water-water-warmtepompen en/of geothermische verwarming/koeling worden gebruikt in plaats van conventionele verwarming en koelsystemen waar haalbaar, en warmtepompen voldoen aan de criteria voor de EU-milieukeur en met de hoogste energie-etiketteringsklassen.

3.6.5.   Efficiënte verlichting en elektrische apparatuur

BEMP is het installeren van voor verschillende gebruikszones geschikte, compacte fluorescentielampen en ledverlichting, met intelligente controle op basis van beweging, natuurlijk licht en tijd. BEMP is ook het gebouw zo te ontwerpen en in te richten dat natuurlijk licht optimaal wordt benut, daarbij rekening houdend met de gevolgen die grote glasoppervlakten hebben op het energieverbruik voor verwarming en koeling. Ten aanzien van elektrische apparatuur (witgoed en consumentenelektronica) moet de voorkeur zoveel mogelijk uitgaan naar producten met een EU-milieukeur of een van de hogere energie-etiketteringsklassen.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op accommodatie van alle soorten en grootten, met inbegrip van kleine ondernemingen. Vaak kunnen gloeilampen en halogeenlampen rechtstreeks worden vervangen door compacte fluorescentielampen en ledlampen. Aanpassing van gebouwen om optimaal gebruik te maken van natuurlijk licht is beperkt tot de initiële bouw en renovaties.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i44)

Geïnstalleerd verlichtingsvermogen (in W/m2)

(i45)

Lichtspecifiek energieverbruik (kWh/m2/jr)

(i46)

Totale elektriciteitsverbruik (kWh/m2/jr)

(c53)

Geïnstalleerd verlichtingsvermogen ≤ 10 W/m2

(c54)

Elektriciteitsgebruik voor verlichting ≤ 25 kWh per m2 verwarmde en gekoelde vloeroppervlakte per jaar.

(c55)

Totale elektriciteitsgebruik ≤ 80 kWh per m2 verwarmde en gekoelde vloeroppervlakte per jaar.

3.6.6.   Hernieuwbare energiebronnen

BEMP is om indien mogelijk ter plaatse apparatuur te installeren voor het opwekken van geothermische, zonne- of windenergie, en elektriciteit te kopen van een leverancier die echt (d.w.z. verifieerbaar aanvullende) hernieuwbare elektriciteit levert.

Toepasbaarheid

De mogelijkheid om hernieuwbare energietechnologieën ter plaatse te benutten, hangt af van locatiespecifieke factoren zoals klimaat, schaduw, beschikbare ruimte, enz. Investeringen in regelingen voor hernieuwbare energie buiten de locatie kunnen door elke organisatie worden gedaan. De toepasbaarheid van deze BEMP is voor kleine ondernemingen mogelijk beperkt in gevallen van lange terugverdientijd.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i11)

Hoeveelheid ter plekke opgewekte hernieuwbare energie, als percentage van het eindverbruik (%)

(i47)

Gebruik van gecertificeerd hernieuwbare-energiekredieten (j/n)

(c56)

Het equivalent van 50 % van het jaarlijkse energieverbruik van de accommodatie komt uit hernieuwbare bronnen ter plaatse of van hernieuwbare energiebronnen elders die verifieerbaar aanvullende energie leveren.

(c57)

100 % van de elektriciteit komt uit traceerbare hernieuwbare energiebronnen die niet al op rekening staan van een andere organisatie dan wel meegeteld worden in het landelijke gemiddelde van de elektriciteitopwekkingsmix, of die minder dan twee jaar oud zijn.

3.7.   Restaurants en hotelkeukens

3.7.1.   Groene inkoop van voedingsmiddelen en dranken

BEMP is de evaluatie van toeleveringsketens van eten en drinken ter identificatie van ecologisch zwakke plekken en belangrijke controlepunten, waaronder het selecteren van producten met milieucertificering en het aanpassen van menu's om bijzonder schadelijke ingrediënten te vermijden (bv. bedreigde vissoorten en bepaald fruit buiten het seizoen) en het zorgen voor passende porties van vlees en zuivelproducten en voor de beschikbaarheid van vegetarische opties.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle keukens. Keukens in landelijke gebieden kunnen mogelijk lokaal voedsel gebruiken. Grotere keukens hebben mogelijk een grotere invloed op leveranciers. Kleine ondernemingen kunnen deze BEMP ook volledig uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicator

Criteria voor topprestaties

(i48)

Percentage ecologisch gecertificeerde bestanddelen (in waarde) (%)

(c58)

De organisatie kan voor alle belangrijke ingrediënten gedocumenteerde informatie verstrekken, met daarin ten minste het land van oorsprong.

(c59)

Ten minste 60 % (inkoopwaarde) van de voedingsmiddelen en dranken zijn gecertificeerd (cijv. biologische landbouw).

3.7.2.   Beheer van organisch afval

BEMP is om vermijdbare voedselafval tot een minimum te beperken door de nodige zorg te besteden aan de samenstelling van het menu en de grootten van de porties, en ervoor te zorgen dat al het organisch afval gescheiden wordt en zo mogelijk voor anaerobe vergisting wordt afgedragen, of anders voor verbranding met terugwinning van energie of compostering (lokaal of ter plekke).

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle keukens. Daar waar de voorkeurskeuze voor de recycling van afval — anaerobe vergisting — niet beschikbaar is, is verbranding met terugwinning van energie of compostering toegestaan. Kleine ondernemingen kunnen deze BEMP ook volledig uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i49)

Productie van organisch afval (kg per eetgast)

(i50)

Percentages van organisch afval afgedragen voor anaerobe vergisting, alternatieve energieterugwinning, compostering ter plaatse of compostering elders (%)

(c60)

≥ 95 % organisch afval wordt gescheiden en niet gestort, en wordt waar mogelijk afgedragen voor anaerobe vergisting.

(c61)

Totale productie organisch afval ≤ 0,25 kg per eetgast en vermijdbare afvalproductie ≤ 0,18 kg per eetgast.

3.7.3.   Geoptimaliseerd afwassen, schoonmaken, en maaltijdbereiding

BEMP is de selectie van efficiënte wasmachines, met aanzetinrichtingen voor het zuinig vooraf sproeien, efficiënte afwasapparaten en verbindingsloze stoomapparaten, en het waterverbruik in keukens en restaurants te monitoren en benchmarken.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle keukens. Installatie van efficiëntere afwasmachines is mogelijk alleen economisch haalbaar wanneer bestaande afwasmachines het eind van hun levensduur benaderen of gerepareerd moeten worden. Kleine ondernemingen kunnen deze BEMP ook volledig uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i51)

Waterverbruik in de keuken per eetgast (l/eetgast)

(i52)

Percentage schoonmaak- en vaatwaschemicaliën met milieukeur (%)

(i53)

Groene inkoop van efficiënte keukenuitrusting (j/n)

(c62)

Uitvoering van een waterbeheersplan voor de keuken met monitoring en verslaglegging van het totale waterverbruik in de keuken omgerekend per eetgast en de vaststelling van prioritaire maatregelen om het waterverbruik te verminderen.

(c63)

Ten minste 70 % (volumepercent) van de aangeschafte chemische reinigingsproducten (met uitzondering van ovenreinigers) voor de vaat en de schoonmaak hebben een milieukeur (bv. de EU-milieukeur).

3.7.4.   Geoptimaliseerd koken en geoptimaliseerde ventilatie en koeling

BEMP is de selectie van efficiënte kookapparatuur met inductie-elementen of gasfornuisplaten met sensorregeling, efficiënte koelingsapparaten die natuurlijke koelmiddelen gebruiken zoals ammoniak of kooldioxide, en op de vraag afstelbare ventilatie.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle keukens. Installatie van efficiëntere kook- en koelinstallaties is mogelijk alleen economisch haalbaar wanneer bestaande apparaten het eind van hun levensduur benaderen. Kleine ondernemingen kunnen deze BEMP ook volledig uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicator

Criterium voor topprestatie

(i54)

Specifiek energieverbruik per eetgast (kWh/eetgast)

(c64)

Uitvoering van een energiebeheersplan voor de keuken met monitoring en verslaglegging van het totale energiegebruik in de keuken omgerekend per eetgast en de vaststelling van prioritaire maatregelen om het energieverbruik te verminderen.

3.8.   Kampeerterreinen

3.8.1.   Milieueducatie van gasten

BEMP is om gasten ter plaatse interactief over milieukwesties te informeren, waaronder door cursussen, natuurpaden, of uitrusting zoals koolstofarm vervoer (fietsen, elektrische fietsen) te bieden.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar voor alle kampeerterreinen en andere soorten accommodatie (in het bijzonder op het platteland). De toepasbaarheid van deze BEMP is mogelijk beperkt voor kleine ondernemingen met weinig middelen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicator

Criterium voor topprestatie

(i55)

Milieu-informatie / milieu-educatie voor gasten (j/n)

(i56)

Gasten beschikken over koolstofarme vervoerswijzen (bv. fietsen) (j/n)

(c65)

De accommodatie-onderneming stimuleert en bevordert milieuvriendelijk(e) gedrag en activiteiten, en biedt milieueducatie aan gasten door middel van cursussen en activiteiten ter plaatse.

3.8.2.   Milieubeheer van groenvoorzieningen

BEMP is maximalisering van de biodiversiteit ter plaatse door middel van het planten van inheemse soorten en installatie van groene of bruine daken en wanden. BEMP is het verbruik van water voor irrigatie tot een minimum te beperken en grijs water of regenwater te gebruiken. BEMP is lichtvervuiling veroorzaakt door buitenverlichting tot een minimum te beperken (bv. door het gebruik van correct gerichte lagedruknatriumlampen) en de vermindering van de geluidsoverlast van buitenshuisevenementen door installatie van geluidsdempende elementen en handhaving van strikte regels voor de tijd waarop dergelijke evenementen afgelopen moet zijn.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle soorten en groottes van accommodatie (in het bijzonder op het platteland), met inbegrip van kleine ondernemingen.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicator

Criteria voor topprestaties

(i4)

Uitvoering van een plan voor biodiversiteitsbeheer (j/n)

(c66)

Handhaving of vergroting van de biodiversiteit ter plaatse door het planten van inheemse soorten, zorgen voor beschutting voor lokale diersoorten, en installatie van groene of bruine daken waar mogelijk; en beperking van chemische inputs en licht- en geluidshinder.

(c67)

Lichthinder en verstoring van de wilde flora en fauna tot een minimum beperken door de installatie van efficiënte en adequaat afgestelde verlichting zonder opwaarts licht en met timer- of sensorregeling.

(c68)

Waterverbruik tot een minimum beperken door het planten van inheemse soorten en mulching, en door de installatie van regelbare irrigatiesystem die waar mogelijk gebruikmaken van grijs water.

3.8.3.   Energie-efficiëntie van kampeerterreinen en installatie van hernieuwbare energie

BEMP is het energieverbruik voor waterverwarming, verwarming, ventilatie, airconditioning en verlichting tot een minimum te beperken door de installatie van zuinige kranen, goede isolatie, en gebruik van fluorescerende of ledverlichting, en de installatie van voorzieningen voor de opwekking van hernieuwbare energie (zoals waterverwarming met zonnepanelen) ter plaatse. Bovendien kan met behulp van een warmtepomp warmte worden teruggewonnen uit grijs water in wasruimten.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle kampeerterreinen. Installatie van specifieke technologieën voor hernieuwbare energie hangt af van specifieke kenmerken van de locatie. Kleine ondernemingen kunnen deze BEMP volledig uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criteria voor topprestaties

Milieuprestatie-indicatoren

Criteria voor topprestaties

(i57)

Specifiek energieverbruik per gast-overnachting (kWh/gast-overnachting)

(i11)

Hoeveelheid ter plekke opgewekte hernieuwbare energie, als percentage van het eindverbruik (%)

(i47)

Gebruik van gecertificeerd hernieuwbare-energiekredieten (j/n)

(c69)

Specifiek eindverbruik van energie (met uitzondering van ter plaatse opgewekte hernieuwbare energie) ≤ 2,0 kWh per gast-overnachting.

(c70)

100 % van de elektriciteit komt uit traceerbare hernieuwbare energiebronnen die niet al op rekening staan van een andere organisatie dan wel meegeteld worden in het landelijke gemiddelde van de elektriciteitopwekkingsmix, of die minder dan twee jaar oud zijn.

3.8.4.   Waterefficiëntie van kampeerterreinen

BEMP is om het watergebruik te minimaliseren door de installatie van zuinige kranen en douches, douches met tijdsregelaars, zuinige wc's en wc's met spoelkeuzeknop, en waterloze urinoirs.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle kampeerterreinen. Kleine ondernemingen kunnen deze BEMP volledig uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicatoren en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicatoren

Criterium voor topprestatie

(i23)

Waterverbruik per gast-overnachting (l/gast-overnachting)

(i25)

Debiet van douches en badkamerkranen (in l/min) en spoeling van urinoirs en toiletten (l/spoeling)

(c71)

Totale waterverbruik ≤ 94 liter per gast-overnachting op vier- en vijfsterrencampings en waterverbruik ≤ 58 liter per gast-overnachting op alle andere kampeerterreinen.

3.8.5.   Afvalreductie op kampeerterreinen

BEMP is resterende afvalproductie tot een minimum te beperken door afvalpreventie, gebruiksvriendelijke afvalscheiding ter plaatse en uitbesteding van afvalrecyclage.

Toepasbaarheid

Deze BEMP is toepasbaar op alle kampeerterreinen. De mogelijkheden voor afvalpreventie zijn minder dan in andere soorten accommodatie, omdat het meeste afval afkomstig is van aankopen van gasten. Kleine ondernemingen kunnen deze BEMP volledig uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicator

Criterium voor topprestatie

(i37)

Productie van ongesorteerd afval per gast-overnachting (kg/gast-overnachting)

(c72)

Totale resterende voor verwijdering afgedragen afvalstoffen van ≤ 0,2 kg per gast-overnachting.

3.8.6.   Natuurlijke badplaatsen

BEMP is de installatie van een natuurlijke badplaats of omzetting van een bestaand zwembad in een natuurlijke badplaats.

Toepasbaarheid

Dit BEMP is uitvoerbaar op alle kampeerterreinen en andere soorten accommodatie (in het bijzonder op het platteland). Kleine ondernemingen kunnen deze BEMP volledig uitvoeren.

Bijbehorende milieuprestatie-indicator en criterium voor topprestatie

Milieuprestatie-indicator

Criterium voor topprestatie

(i58)

De installatie van een natuurlijke badplaats (j/n)

(c73)

Het water van zwembaden ter plaatse wordt tot aan de vereiste hygiënenormen gezuiverd met behulp van een natuurlijke filtersysteem op plantbasis.

4.   AANBEVOLEN VOORNAAMSTE SECTORSPECIFIEKE MILIEUPRESTATIE-INDICATOREN

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van een aantal van de voornaamste indicatoren van milieuprestaties voor organisaties in de toeristische sector. Deze vormen een deelverzameling van alle in hoofdstuk 3 vermelde indicatoren. De tabel bevat zes onderdelen; het eerste deel bevat indicatoren die toepasbaar zijn op alle actoren in de sector (horizontale indicatoren), de delen daarop betreffen de voornaamste actoren in dit SRD (bestemmingsbeheerders, touroperators en reisbureaus, accommodaties, restaurants en hotelkeukens en kampeerterreinen).

Indicator

Gebruikelijke eenheid

Korte beschrijving

Aanbevolen minimumcontroleniveau

Relevante kernindicator

volgens bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1221/2009 (hoofdstuk C, punt 2)

Criterium voor topprestatie

en daarmee samenhangende beste milieubeheerpraktijken

HORIZONTALE MAATREGELEN

1.

Uitvoering van een systeem voor milieubeheer

(j/n)

De indicator geeft aan of de organisatie een milieubeheersysteem toepast. Deze BEMP kan door alle actoren in de toeristische sector worden toegepast (dwz. bestemmingsbeheerders, touroperators, horecabedrijven, vervoersexploitanten en aanbieders van activiteiten).

Per locatie

(kan worden geaggregeerd tot het niveau van de organisatie)

Alle

Passende indicatoren worden gebruikt om voortdurend toezicht te houden op alle relevante aspecten van de milieuprestaties, met inbegrip van minder gemakkelijk meetbare en indirecte aspecten zoals de gevolgen voor de biodiversiteit. (BEMP 3.1.1)

Alle personeelsleden worden geïnformeerd over de milieudoelstellingen en ontvangen training over relevante milieubeheeracties. (BEMP 3.1.1)

Beste milieupraktijken worden in voorkomend geval geïmplementeerd. (BEMP 3.1.1)

2.

Percentage van de producten en diensten dat aan specifieke milieucriteria voldoet (%)

%

De indicator heeft betrekking op het beoordelen van de toeleveringsketen, gebaseerd op de selectie van producten/diensten die voldoen aan specifieke milieucriteria en -certificaten (bv. de EU-milieukeur).

Per locatie

(kan worden geaggregeerd tot het niveau van de organisatie)

Alle

De organisatie heeft de levenscyclusbenadering toegepast ter identificatie van verbetermogelijkheden voor alle grote toeleveringsketens die van invloed zijn op kritieke milieuaspecten. (BEMP 3.1.2)

≥ 97 % (van het gewicht van de werkzame stof of van het aankoopvolume) van de in accommodatie- en restaurantruimten gebruikte chemische stoffen hebben een milieukeurcertificering van ISO-type I (of zijn aantoonbaar de milieuvriendelijkste beschikbare optie). (BEMP 3.1.2)

≥ 97 % van al het door accommodaties en restaurants ingekochte hout, papier en karton is gerecycled of ecologisch gecertificeerd (milieukeur, FSC, PEFC). (BEMP 3.1.2)

BESTEMMINGSBEHEERDERS

1.

Uitvoering van een duurzaam bestemmingsplan

(j/n)

De indicator geeft aan of de beheerder een duurzaam bestemmingsbeheerplan toepast, dat de belangrijkste uitdagingen met betrekking tot het milieu op de bestemming aanpakt, de bestemming in zijn geheel bestrijkt, en alle relevante betrokken actoren coördineert.

Bestemming

Alle

Uitvoering van een duurzaam bestemmingsplan dat: i) het hele gebied van de bestemming omvat; ii) zorgt voor coördinatie van alle relevante publieke en private actoren; iii) de belangrijke uitdagingen met betrekking tot het milieu op de bestemming aanpakt. (BEMP 3.2.1)

2.

Uitvoering van een plan voor biodiversiteitsbeheer

(j/n)

De indicator heeft betrekking op de uitvoering van een plan voor het beheer van de biodiversiteit op de plaats van bestemming.

Bestemming

Biodiversiteit

De ontheemding van biodiversiteit als gevolg van toeristische ontwikkeling tot een minimum te beperken en te compenseren zodat biodiversiteit wordt behouden of verhoogd in gebieden met een hoge natuurwaarde en wordt verhoogd in aangetaste gebieden. (BEMP 3.2.2)

3.

Dagelijks waterverbruik per gast

l/gast-dag

Gemiddeld waterverbruik per gast op de bestemming.

Bestemming

Water

Gemiddeld waterverbruik van toeristen ≤ 200 liter per gast-dag. (BEMP 3.2.3)

4.

Percentage afvalwater dat secundaire of tertiaire behandeling ondergaat

%

Percentage van het op de bestemming geproduceerde afvalwater dat tijdens het hoogseizoen secundaire of tertiaire behandeling ondergaat.

Bestemming

Water

Diensten, met inbegrip van openbaar vervoer, watervoorziening, afvalwaterzuivering en recycling van afval, zijn ontworpen om op de plaats van bestemming pieken in de vraag op te vangen en de duurzaamheid van het toerisme te waarborgen. (BEMP 3.2.3)

≥ 95 % van het afvalwater op de bestemming ondergaat ten minste secundaire behandeling, of tertiaire behandeling bij lozing naar kwetsbare ontvangende wateren, ook tijdens piekperiodes van het toeristenseizoen. (BEMP 3.2.3)

5.

Percentage vast stedelijk afval dat voor recycling of anaerobe vergisting is afgedragen

%

Percentage op de bestemming ingezameld vast huishoudelijk afval dat voor recycling of anaerobe vergisting is afgedragen.

Bestemming

Afval

≥ 95 % van het vaste stedelijke afval wordt afgedragen voor recycling of anaerobe vergisting in plaats van storting. (BEMP 3.2.3)

6.

Percentage verplaatsingen op de bestemming waarvoor toeristen gebruik maken van het openbaar vervoer of lopend of op de fiets gaan

%

Percentage verplaatsingen op de bestemming waarvoor toeristen gebruik maken van het openbaar vervoer of lopend of op de fiets gaan.

Bestemming

Emissies

Diensten, met inbegrip van openbaar vervoer, watervoorziening, afvalwaterzuivering en recycling van afval, zijn ontworpen om op de plaats van bestemming pieken in de vraag op te vangen en de duurzaamheid van het toerisme te waarborgen. (BEMP 3.2.3)

≥ 80 % van de verplaatsingen van toeristen binnen steden is per openbaar vervoer, lopend of op de fiets. (BEMP 3.2.3)

7.

Hoeveelheid ter plekke opgewekte duurzame energie, als percentage van het eindverbruik

%

Verhouding tussen de ter plaatse op de bestemming opgewekte hernieuwbare energie en de totale vraag naar energie op de bestemming, uitgedrukt als eindverbruik van energie.

Bestemming

Emissies

(BEMP 3.2.3)

TOUROPERATORS EN REISBUREAUS

1.

Vervoersspecifieke BKG-emissies

kg CO2/passagier-km

Brandstof-/energieverbruik van door touroperators beheerde vliegtuigen, bussen, touringcars en treinen worden gemonitord en gegevens van onderleveranciers van vervoersdiensten worden opgevraagd.

Vliegtuigvloot en wagenpark van de organisatie

Energie-efficiëntie

Materiaalefficiëntie

Emissies

Touroperators bieden geen vluchten voor: i) bestemmingen op minder dan 700 km afstand; ii) bestemmingen tot op 2 000 km afstand, voor een verblijf van minder dan acht dagen, of iii) bestemmingen op meer dan 2 000  km afstand, voor een verblijf van minder dan veertien dagen. (BEMP 3.3.1)

Het gemiddelde specifieke brandstofverbruik van luchtvaartvloten van touroperators is ≤ 2,7 liter per 100 passagier-km. (BEMP 3.3.1)

Het gemiddelde brandstofverbruik per vloot bussen of touringcars is ≤ 0,75 liter per 100 passagier-km en ten minste 90 % van de vloot voldoet aan Euro V of rijdt op alternatieve brandstofsystemen. (BEMP 3.3.1)

2.

Percentage BKG-emissies door vervoer gecompenseerd met gecertificeerde koolstofkredieten

%

Percentage van de CO2-uitstoot gecompenseerd door gekochte gecertificeerde koolstofkredieten. Voor compensatie van luchtvaartemissies moet een passende stralingsforceringsfactor worden toegepast.

Vliegtuigvloot en wagenpark van de organisatie

Energie-efficiëntie

Materiaalefficiëntie

Emissies

De BKG-emissies van het vervoer uit alle verkochte pakketten wordt automatisch gecompenseerd door direct te investeren in projecten gericht op het vermijden van broeikasgassen of door gecertificeerde koolstofkredieten te kopen. (BEMP 3.3.1)

3.

Percentage aanbieders van accommodatie (gastovernachtingen of verkochte waarde) dat voldoet aan specifieke milieucriteria

%

Bij deze indicator wordt gekeken naar de naleving van de specifieke eisen en wordt rekening gehouden met de gecertificeerde milieunormen van derden (bv. de milieukeur, de Nordic Swan).

Organisatie

Alle

≥ 90 % van de aanbieders van accommodatie, gebaseerd op de verkoopwaarde of overnachtingen, zijn in overeenstemming met een relevante reeks milieuvoorschriften (bij voorkeur erkend door certificering door een derde partij). (BEMP 3.3.2)

4.

Percentage van de diensten op de bestemming waarvan de milieuprestaties worden verbeterd

%

De indicator heeft betrekking op de bijdrage van de touroperator (uitgedrukt in het percentage diensten) tot de verbetering van de diensten op elk van zijn belangrijkste bestemmingen.

Bestemming en organisatie

Alle

De touroperator stimuleert verbetering van het milieu op de bestemming door: i) verbetering van de milieuprestaties van de toeleveringsketen; ii) invloed uit te oefenen op bestemmingsbeheer; iii) initiatieven voor directe verbetering. (BEMP 3.3.3)

5.

Percentage toonaangevende duurzame tours (bv. met milieukeur) verkocht (in waarde)

%

Het percentage van de waarde van toonaangevende duurzame tours (bv. met het Oostenrijkse milieukeur voor pakketreizen) van de totale door de reisorganisator verkochte tours.

Organisatie

Alle

De touroperator bevordert duurzame toeristische pakketten in reclamemateriaal voor het brede publiek (BEMP 3.3.4)

Toonaangevende, duurzame toeristische pakketten (bv. Oostenrijkse Ecolabel voor pakketreizen) vertegenwoordigen een marktaandeel van ≥ 10 %. (BEMP 3.3.4)

De touroperator maakt gebruik van doeltreffende methoden voor marketing en communicatie ter aanmoediging van duurzamere keuzen bij de selectie van toeristische pakketten. (BEMP 3.3.4)

De touroperator verschaft al zijn klanten bestemmingsspecifieke, bewustmakende informatie ter bevordering van duurzaam gedrag op de plaats van bestemming. (BEMP 3.3.4)

6.

Papierverbruik per klant

g/klant

Papiergebruik per klant.

Organisatie

Materiaalefficiëntie

Afval

Emissies

Gedrukt kantoor- en reclamemateriaal: i) wordt zoveel mogelijk vermeden; ii) gebruikt papier dat 100 % gerecycled is of een milieucertificaat heeft (milieukeur, FSC, PEFC); iii) wordt gedrukt door drukkers met milieucertificaat (EMAS, ISO14001). (BEMP 3.3.5)

7.

Milieucertificering van papier en drukwerk

(j/n)

Deze indicator heeft betrekking op de vraag of het gebruikte papier een milieucertificaat heeft (bv. EU-milieukeur, FSC), en wordt gedrukt door drukkerijen met milieukeur.

Organisatie

Materiaalefficiëntie

Afval

Gedrukt kantoor- en reclamemateriaal: i) wordt zoveel mogelijk vermeden; ii) gebruikt papier dat 100 % gerecycled is of een milieucertificaat heeft (milieukeur, FSC, PEFC); iii) wordt gedrukt door drukkers met milieucertificaat (EMAS, ISO14001). (BEMP 3.3.5)

8.

Specifieke CO2-emissies als gevolg van kantoorwerk en detailhandel

kg CO2 / klant

kg CO2 / m2/jr

Deze indicator meet de hoeveelheid CO2 als gevolg van detailhandel en kantoorwerk. Deze kan worden uitgedrukt in emissies per klant of emissies per oppervlakte detailhandel- of kantoorruimte en jaar.

Organisatie

Emissies

Plannen voor beheer van energie en broeikasgassen worden uitgevoerd, en energieverbruik door en BKG-emissies als gevolg van detailhandel en kantoorwerk worden opgegeven per m2 van de detailhandel- en kantoorruimte per jaar en per klant. (BEMP 3.3.5)

9.

Jaarlijks waterverbruik in kantoorgebouwen per werknemer

l/werknemer/jr

Deze indicator heeft betrekking op het totale jaarlijkse waterverbruik in de kantoorgebouwen, gedeeld door het aantal werknemers die in dergelijke gebouwen werken.

Organisatie

Water

Waterverbruik is ≤ 2,0 m3 per werknemer per jaar. (BEMP 3.3.5)

ACCOMMODATIES

1.

Waterverbruik per gast-overnachting

L/gast-overnachting

Het waterverbruik van de accommodatie wordt gemeten over één jaar en omgerekend per aantal gast-overnachtingen.

Waterverbruik voor grote zwembaden of restaurants met een hoog percentage externe klanten kan bij de benchmarking van de accommodatie worden uitgesloten van de indicator.

Per hotel of gelijkwaardig

(kan worden geaggregeerd tot het niveau van de organisatie)

Individuele bemetering van accommodatieruimten

Water

Uitvoering van een locatiespecifiek beheersplan voor water, met inbegrip van: i) individuele bemetering en benchmarking van alle belangrijke waterverbruikende processen en gebieden; ii) regelmatige inspectie en onderhoud van „waterleidingslekpunten” en waterleidingstoestellen. (BEMP 3.4.1)

Totaal waterverbruik ≤ 140 liter per gast-overnachting in hotels met volledige dienstverlening, en ≤ 100 liter per gast-overnachting in accommodatie waar de meerderheid van de toiletten wordt gedeeld met meerdere kamers (bv. pensions). (BEMP 3.4.1)

2.

Per gast-overnachting geproduceerde hoeveelheid wasgoed

kg wasgoed/gast-overnachting

Totale hoeveelheid per gast-overnachting geproduceerde wasgoed. Deze indicator wordt beïnvloed door het percentage hergebruik en door de hoeveelheid, omvang en dichtheid van het textiel.

Per bedrijfsruimte

Water

Energie-efficiëntie

Ten minste 30 % vermindering van de hoeveelheid wasgoed door hergebruik van handdoeken en beddengoed. (BEMP 3.4.3)

3.

Verbruik van chemische producten voor de schoonmaak en afwas, uitgedrukt in werkzame chemische bestanddelen per gast-overnachting

g/gast-overnachting

Deze indicator omvat alle chemische stoffen producten voor de schoonmaak en de afwas (met uitzondering van wasmiddelen, speciale reinigingsmiddelen en zwembadchemicaliën). De op te geven hoeveelheid wordt uitgedrukt in werkzame chemische bestanddelen.

Per bedrijfsruimte

Afval

Verbruik van chemische producten voor de schoonmaak en afwas (met uitzondering van wasmiddelen, speciale reinigingsmiddelen en zwembadchemicaliën) ≤ 10 g werkzame chemische ingrediënten per gast-overnachting. (BEMP 3.4.3)

4.

Percentage chemische stoffen en textiel met een milieukeur van ISO-type I (%)

%

Percentage gebruikte chemische stoffen (schoonmaakmiddelen, zepen, shampoos, enz.) en textiel met een milieukeur van ISO-type I.

Per bedrijfsruimte

Afval

Ten minste 80 % (van het gewicht van de werkzame stof of van het aankoopvolume) van de allesreinigers, sanitaire wasmiddelen, zepen en shampoos die in de toeristische accommodatie worden gebruikt, hebben een milieukeur van ISO-type I (bv. de EU-milieukeur). (BEMP 3.4.3)

5.

Waterverbruik per kg wasgoed

l/kg was

Deze indicator meet het waterverbruik voor de volledige wascyclus per kg wasgoed.

Door de toeristische accommodatie gebruikt per was

Water

Voor de kleinschalige wasserij hebben alle nieuwe huishoudelijke wasmachines een „A + + +” Europees energie-etiket en is het gemiddeld waterverbruik van commerciële wasmachines ≤ 7 liter per kg wasgoed.

Totale waterverbruik tijdens de volledige wascyclus van grootschalige wasserijactiviteiten ≤ 5 liter per kilogram accommodatietextiel en ≤ 9 liter per kg restauranttextiel. (BEMP 3.4.5).

6.

Energieverbruik per kg wasgoed

kWh/kg wasgoed

Deze indicator meet het energieverbruik voor de volledige wascyclus per kg wasgoed.

Per was gebruikt door de accommodatie

Energie-efficiëntie

Totaal energieverbruik van kleinschalig wassen ter plekke is ≤ 2,0 kWh per kg stof, voor gedroogd en afgewerkt wasgoed. (BEMP 3.4.4).

Totale energieverbruik voor grootschalig wassen, gedroogd en afgewerkt wasgoed ≤ 0,90 kWh per kilogram accommodatietextiel en ≤ 1,45 kWh per kilogram restauranttextiel. (BEMP 3.4.5)

7.

Percentage wasmiddelen met milieukeur

%

Percentage van de bij het wassen gebruikte wasmiddelen die een milieukeur hebben.

Door de toeristische accommodatie gebruikt per was

Afval

Ten minste 80 % (per gewicht van de werkzame stof of van het aankoopvolume) van de bij kleinschalig wassen gebruikte wasmiddelen heeft een milieukeur van ISO-type I (EU-milieukeur, Nordic Swan, Blaue Engel). (BEMP 3.4.4).

Bij grootschalige wasserij wordt uitsluitend gebruik gemaakt van wasmiddelen voor professioneel gebruik die voldoen aan een milieukeur van ISO-type I (EU-milieukeur, Nordic Swan), en worden passende doseringen toegepast. (BEMP 3.4.5)

8.

Wasserijdiensten met milieukeur

(j/n)

Deze indicator heeft betrekking op het sluiten van een contract met een externe verlener van wasserijdiensten die voldoet aan de eisen van een milieukeur van ISO-type I.

Per door de accommodatie gebruikte externe wasserij

Water

Energie-efficiëntie

Alle uitbestede wasserijactiviteiten worden verricht door een dienstverlener die in het bezit is van een milieukeur van ISO-type I (bv. Nordic Swan), en alle grootschalige wasserij ter plekke, of wasserijactiviteiten die aan niet-gecertificeerde dienstverleners zijn uitbesteed, voldoen aan de relevante ijkpunten. (BEMP 3.4.5)

9.

Uitvoering van een plan voor milieubeheer van het zwembad

(j/n)

De uitvoering van een milieubeheersplan voor zwembaden omvat monitoring van water, energie en chemicaliën.

Per bedrijfsruimte

Water

Energie-efficiëntie

Materiaalefficiëntie

Uitvoering van een efficiëntieplan voor zwembaden en kuuroorden met inbegrip van: i) benchmarking van het specifieke water-, energie- en chemicaliënverbruik in zwembaden en kuuroorden, uitgedrukt in m2 van zwembadoppervlakte en per gast-overnachting; ii) minimalisering van verbruik van chloor door optimale dosering en het gebruik van aanvullende desinfectiemethoden als ozonisatie en UV-behandeling. (BEMP 3.4.6)

10.

Recycling van grijs water en van regenwater

(j/n)

Deze indicator geeft aan of een systeem voor binnens- of buitenshuisgebruik (bv. voor irrigatie) van grijs water, of voor binnenshuisgebruik (bv. voor het doorspoelen van toiletten) van regenwater is geïnstalleerd en gebruikt.

Per bedrijfsruimte

Op organisatieniveau: % van de bedrijfsruimte

Water

De installatie van een systeem voor de recycling van regenwater om te voldoen aan de interne vraag naar water en/of een systeem voor de recycling van grijs water om te voldoen aan de interne of externe vraag naar water. (BEMP 3.4.7)

11.

Afvalproductie per gast-overnachting

kg/gast-overnachting

Deze indicator heeft betrekking op de totale afvalproductie (gesorteerd en niet gesorteerd samen).

Het doel is de doeltreffendheid van maatregelen ter voorkoming van afval (zoals hergebruik) te beoordelen.

Ten minste per hotel of gelijkwaardig (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Per brongebied (bv. keuken, huishoudelijke diensten)

Afval

Materiaalefficiëntie

Totale afvalproductie (gesorteerd en niet gesorteerd) ≤ 0,6 kg per gast-overnachting. (BEMP 3.5.1)

12.

Percentage van het afval afgedragen voor recycling

%

Deze indicator geeft aan hoeveel afval (uitgedrukt in gewicht) gescheiden is ingezameld en voor recycling is afgedragen.

Per hotel of gelijkwaardig

(mag tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Afval

Materiaalefficiëntie

Ten minste 84 % van het afval, uitgedrukt in gewicht, wordt afgedragen voor recycling. (BEMP 3.5.2)

13.

Per gast-overnachting geproduceerde ongesorteerde afval

kg/gast-overnachting

Deze indicator meet de productie van ongesorteerd (dwz. niet voor recycling afgedragen) afval.

Per hotel of gelijkwaardig

(mag tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Afval

Materiaalefficiëntie

≤ 0,16 kg ongesorteerd voor verwijdering bestemd afval per gast-overnachting. (BEMP 3.5.2)

14.

Verwijderingsefficiëntie van de afvalwaterbehandeling ter plaatse

% van BZV5, CZV, totaal stikstof, totaal fosfor verwijderd

BZV5, CZV, totaal stikstof, totaal fosforconcentratie in de einduitstroom (mg/l)

Deze indicator heeft betrekking op de prestaties van systemen voor afvalwaterbehandeling ter plaatse (indien aanwezig).

Per hotel of gelijkwaardig

Afval

Water

Als het niet mogelijk is afvalwater gecentraliseerd te laten behandelen, omvat de behandeling van afvalwater ter plekke voorbehandeling (zeef/rooster, egalisatie en sedimentatie), gevolgd door biologische behandeling met > 95 % BZV5-verwijdering, > 90 % nitrificatie en anaerobe vergisting van het overtollige slib (dit laatste elders). (BEMP 3.5.3)

15.

Uitvoering van een locatiespecifiek plan voor energiebeheer

(j/n)

De indicator geeft aan of een locatiespecifiek plan is uitgevoerd voor energiebeheer met individuele bemetering van alle grote energieverbruikende processen en of het verbruik van primaire energie en energiegerelateerde CO2-emissies wordt berekend en opgegeven.

Per hotel of gelijkwaardig en op organisatorisch niveau (geaggregeerde waarde)

Energie-efficiëntie

Implementatie van een locatiespecifiek beheersplan voor energie, met inbegrip van: i) individuele bemetering en benchmarking van alle belangrijke energieverbruikende processen en gebieden; ii) berekening en verslaglegging van het primaire energieverbruik en de energiegerelateerde CO2-emissies. (BEMP 3.6.1)

16.

Specifiek energieverbruik

kWh/m2/jr

Het totale energiegebruik per oppervlakte-eenheid en per jaar wordt uitgedrukt in eindverbruik van energie.

Ter plaatse opgewekte hernieuwbare energie moet niet worden afgetrokken.

Daar waar het mogelijk is de energie voor verwarming en koeling te scheiden van andere energie wordt afzonderlijke opgave daarvan aanbevolen.

Per hotel of gelijkwaardig en op organisatorisch niveau (geaggregeerde waarde)

Energie-efficiëntie

Voor bestaande gebouwen, het eindverbruik van energie voor verwarming, ventilatie, airconditioning en verwarming van water ≤ 75 kWh of totale eindverbruik ≤ 180 kWh per m2 verwarmde en gekoelde ruimte per jaar. (BEMP's 3.6.1, 3.6.2 en 3.6.3)

Voor nieuwe gebouwen komen de opgegeven energieprestaties overeen met Minergie P of PassiveHouse of gelijkwaardige normen. (BEMP 3.6.2 en 3.6.3)

Water-water-warmtepompen en/of geothermische verwarming/koeling worden gebruikt in plaats van conventionele verwarming en koelsystemen waar haalbaar en warmtepompen voldoen aan de criteria voor de EU-milieukeur. (BEMP 3.6.4)

Totaal elektriciteitsgebruik ≤ 80 kWh per m2/jr (verwarmde en gekoelde vloeroppervlakte). (BEMP 3.6.5)

17.

Geïnstalleerd verlichtingsvermogen

W/m2

Geïnstalleerd verlichtingsvermogen om te voldoen aan de verlichtingsbehoeften per eenheid van oppervlakte.

Een goede alternatieve technische indicator is Lumen per m2, maar de milieuprestatie houdt sterker verband met het geïnstalleerd vermogen uitgedrukt in W/m2.

Per hotel of gelijkwaardig

Energie-efficiëntie

Geïnstalleerd verlichtingsvermogen ≤ 10 W/m2 (BEMP 3.6.5)

Elektriciteitsgebruik voor verlichting ≤ 25 kWh per m2 per jaar (verwarmde en gekoelde vloeroppervlakte). (BEMP 3.6.5)

Totale elektriciteitsverbruik ≤ 80 kWh m2/jr (verwarmde en gekoelde vloeroppervlakte). (BEMP 3.6.5)

18.

Hoeveelheid ter plekke opgewekte duurzame energie, als percentage van het eindverbruik

%

Verhouding tussen de ter plaatse bij de accommodatie opgewekte hernieuwbare energie en het eindverbruik van de faciliteit.

Per hotel of gelijkwaardig en op organisatorisch niveau (geaggregeerde waarde)

Energie-efficiëntie

Het equivalent van 50 % van het jaarlijkse energieverbruik van de accommodatie komt uit hernieuwbare bronnen. (BEMP 3.6.6)

19.

Gebruik van gecertificeerd hernieuwbare-energiekredieten

(j/n)

Deze indicator geeft aan of de accommodatie gebruik maakt van externe bronnen van gecertificeerd hernieuwbare energie (bv. elektriciteit uit hernieuwbare bronnen).

De certificering dient ervoor te zorgen dat de aangeschafte hernieuwbare energie niet al op rekening staat van een andere organisatie dan wel wordt meegeteld in het landelijke gemiddelde van de elektriciteitopwekkingsmix.

Per hotel of gelijkwaardig en op organisatorisch niveau (geaggregeerde waarde)

Energie-efficiëntie

100 % van de elektriciteit komt uit traceerbare hernieuwbare energiebronnen die niet al op rekening staan van een andere organisatie dan wel meegeteld worden in het landelijke gemiddelde van de elektriciteitopwekkingsmix, of die minder dan twee jaar oud zijn. (BEMP 3.6.6)

RESTAURANTS EN HOTELKEUKENS

1.

Percentage ingrediënten met milieucertificering (in waarde)

%

Deze indicator heeft betrekking op ingrediënten waarvoor certificatie aan de hand van milieunormen (bv. biologische, MSC) mogelijk is.

Per aangeschafte ingrediënt (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Alle

De organisatie kan voor alle belangrijke ingrediënten gedocumenteerde informatie verstrekken, met daarin ten minste het land van oorsprong. (BEMP 3.7.1)

Ten minste 60 % (inkoopwaarde) van de voedingsmiddelen en dranken zijn gecertificeerd (bv. biologische landbouw). (BEMP 3.7.1)

2.

Productie van organisch afval per eetgast

kg/eetgast

Totale hoeveelheid geproduceerd organisch afval gedeeld door het aantal couverts (eetgasten).

Per keuken of hotel (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Afval

Materiaalefficiëntie

Totaal geproduceerd organisch afval ≤ 0,25 kg per eetgast en vermijdbare afvalproductie ≤ 0,18 kg per eetgast. (BEMP 3.7.2)

3.

Percentages van organisch afval afgedragen voor anaerobe vergisting, alternatieve energieterugwinning, compostering ter plaatse of compostering elders

%

Restaurants en hotelkeukens moeten aangeven hoeveel organisch afval wordt afgedragen voor anaerobe vergisting, alternatieve energieherwinning, compostering ter plaatse of elders, uitgedrukt als percentage van de totale hoeveelheid geproduceerd organisch afval.

Per keuken of hotel (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Afval

Materiaalefficiëntie

≥ 95 % organisch afval wordt gescheiden en niet gestort, en wordt waar mogelijk afgedragen voor anaerobe vergisting of alternatieve energieherwinning. (BEMP 3.7.2)

4.

Keukenwaterverbruik per eetgast

l/eetgast

Verhouding van het totale waterverbruik door de keuken per couvert (eetgast).

Talrijke processen dragen bij tot het waterverbruik; idealiter moet op procesniveau (vaatwasmachines, kranen, stoomkokers, enz.) worden gemonitord.

Ten minste per keuken of hotel (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Per proces

Water

Energie-efficiëntie

Uitvoering van een waterbeheersplan voor de keuken met monitoring en verslaglegging van het totale watergebruik in de keuken omgerekend per eetgast en de vaststelling van prioritaire maatregelen om het waterverbruik te verminderen. (BEMP 3.7.3)

5.

Percentage schoonmaak- en vaatwaschemicaliën met milieukeur

%

Deze indicator geeft aan hoeveel van de voor de vaat en de schoonmaak van de keuken gebruikte chemische producten een milieukeur van ISO-type I hebben.

Per bedrijfsruimte

Afval

Ten minste 70 % (volumepercent) van de aangeschafte chemische reinigingsproducten (met uitzondering van ovenreinigers) voor de vaat en de schoonmaak hebben een milieukeur (bv. de EU-milieukeur). (BEMP 3.7.3)

6.

Specifiek energieverbruik per eetgast

kWh/eetgast

Totaal energieverbruik voor de keuken, gedeeld door het aantal couverts.

Deze indicator omvat alle energiebronnen (bv. elektriciteit, aardgas, LPG).

Vele processen dragen bij tot energieverbruik; idealiter moet op procesniveau (kooktoestellen, koelapparaten, vaatwassers, enz.) worden gemonitord.

Ten minste per keuken of hotel (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Per proces

Energie-efficiëntie

Uitvoering van een energiebeheersplan voor de keuken met monitoring en verslaglegging van het totale energiegebruik in de keuken omgerekend per eetgast en de vaststelling van prioritaire maatregelen om het energieverbruik te verminderen. (BEMP 3.7.4)

KAMPEERTERREINEN

1.

Milieu-informatie / milieu-educatie voor gasten

(j/n)

Deze indicator heeft betrekking op de beschikbaarheid van informatie over milieuontlastende vervoersmogelijkheden (zoals fietsen, openbaar vervoer, elektrische voertuigen), het geven van cursussen over milieukwesties en het aanbieden van wandeltochten.

Per kampeerterrein

Alle

De accommodatie-onderneming stimuleert en bevordert milieuvriendelijk(e) gedrag en activiteiten, en biedt milieueducatie aan gasten door middel van cursussen en activiteiten ter plaatse. (BEMP 3.8.1)

2.

Uitvoering van een plan voor biodiversiteitsbeheer

(j/n)

De indicator heeft betrekking op de uitvoering van een plan voor het beheer van de biodiversiteit op het kampeerterrein.

Per kampeerterrein

Biodiversiteit

Handhaving of vergroting van de biodiversiteit ter plaatse door het planten van inheemse soorten, zorgen voor beschutting voor lokale diersoorten, installatie van groene of bruine daken waar mogelijk, en door chemische input en licht- en geluidshinder tot een minimum te beperken. (BEMP 3.8.2)

Lichthinder en verstoring van de wilde flora en fauna tot een minimum beperken door de installatie van efficiënte en adequaat afgestelde verlichting zonder opwaarts licht en met timer- of sensorregeling. (BEMP 3.8.2)

Waterverbruik tot een minimum beperken door het planten van inheemse soorten en mulching, en door de installatie van regelbare irrigatiesystemen die waar mogelijk gebruikmaken van grijs water. (BEMP 3.8.2)

3.

Specifiek energieverbruik per gast-overnachting

KWh/gast-overnachting

Het totale energieverbruik op het kampeerterrein per gast-overnachting, uitgedrukt in eindverbruik van energie.

Er moet duidelijk worden aangegeven of de ter plaatse opgewekte hernieuwbare energie in de figuur wordt weergegeven, hoewel dit ook afzonderlijk kan worden vermeld.

De energie die wordt gebruikt in gebouwen en keukens kan ook worden uitgedrukt in kWh/m2/jr en kWh/eetgast.

Per kampeerterrein (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Per proces

Energie-efficiëntie

Specifieke eindgebruik van energie (met uitzondering van ter plaatse opgewekte hernieuwbare energie ≤ 2,0 kWh) per gast-overnachting. (BEMP 3.8.3)

4.

Hoeveelheid ter plekke opgewekte duurzame energie, als percentage van het eindverbruik

%

Deze indicator wordt berekend als de hoeveelheid ter plaatse opgewekte hernieuwbare energie, als percentage van het eindverbruik.

Per kampeerterrein (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Per proces

Energie-efficiëntie

(BEMP 3.8.3)

5.

Gebruik van gecertificeerd hernieuwbare-energiekredieten

(j/n)

Deze indicator geeft aan of de accommodatie gebruik maakt van externe bronnen van gecertificeerd hernieuwbare energie (bv. elektriciteit uit hernieuwbare bronnen).

De certificering dient ervoor te zorgen dat de aangeschafte hernieuwbare energie niet al op rekening staat van een andere organisatie dan wel wordt meegeteld in het landelijke gemiddelde van de elektriciteitopwekkingsmix.

Per kampeerterrein (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Per proces

Energie-efficiëntie

100 % van de elektriciteit komt uit traceerbare hernieuwbare energiebronnen die niet al op rekening staan van een andere organisatie dan wel meegeteld worden in het landelijke gemiddelde van de elektriciteitopwekkingsmix, of die minder dan twee jaar oud zijn. (BEMP 3.8.3)

6.

Waterverbruik per gast-overnachting

l/gast-overnachting

Waterverbruik op het kampeerterrein wordt gemeten over één jaar, en gedeeld door het aantal gast-overnachtingen.

Waterverbruik voor grote zwembaden of restaurants met een hoog percentage externe klanten kan bij de benchmarking van de accommodatie worden uitgesloten van deze indicator.

Per kampeerterrein (gegevens mogen tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Water

Totaal waterverbruik ≤ 94 liter per gast-overnachting op vier- en vijfsterrencampings en waterverbruik ≤ 58 liter per gast-overnachting op alle andere kampeerterreinen. (BEMP 3.8.4)

7.

Per gast-overnachting geproduceerd ongesorteerd afval

Kg/gast-overnachting

Deze indicator meet de productie van ongesorteerd afval.

Ten minste per kampeerterrein of gelijkwaardig

(mag tot het niveau van de organisatie worden geaggregeerd)

Afval

Materiaalefficiëntie

Totale resterende afvalstoffen bestemd voor verwijdering van ≤ 0,2 kg per gast-overnachting. (BEMP 3.8.5)


(1)  PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  Het wetenschappelijk en beleidsverslag is algemeen beschikbaar via de website van het JRC/IPTS op het volgende adres: http://susproc.jrc.ec.europa.eu/activities/emas/documents/TourismBEMP.pdf. De conclusies over beste milieubeheerpraktijken en de toepasbaarheid daarvan, alsmede de vastgestelde specifieke milieuprestatie-indicatoren en de criteria voor topprestaties in dit sectorale referentiedocument zijn gebaseerd op de bevindingen die zijn beschreven in het wetenschappelijk en beleidsverslag. Alle achtergrondinformatie en technische details zijn daarin te vinden.

(3)  Verordening (EEG) nr. 1836/93 van de Raad van 29 juni 1993 inzake de vrijwillige deelneming van ondernemingen in de industriële sector aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (PB L 168 van 10.7.1993, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieu-auditsysteem (EMAS) (PB L 114 van 24.4.2001, blz. 1).

(5)  Volgens hoofdstuk B, onder e), van bijlage IV bij de EMAS-verordening bevat de milieuverklaring „een overzicht van de beschikbare gegevens over de prestaties van de organisatie ten opzichte van haar milieudoelstellingen en -streefdoelen op het gebied van haar significante milieueffecten. Daarbij wordt gerapporteerd over de kernindicatoren en over andere relevante bestaande milieuprestatie-indicatoren, zoals vermeld in hoofdstuk C”. In hoofdstuk C van bijlage IV staat: „Elke organisatie rapporteert ook jaarlijks over haar prestaties in verband met de specifiekere milieuaspecten, zoals die in haar milieuverklaring worden genoemd, en houdt daarbij rekening met de in artikel 46 bedoelde sectorale referentiedocumenten, wanneer deze beschikbaar zijn.”

(6)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

(7)  Dit document is niet rechtstreeks gericht op de cruisesector. Een aantal van de beschreven BEMP's zal echter tot op zekere hoogte ook van toepassing zijn op cruises.

(8)  http://ec.europa.eu/environment/ecolabel/products-groups-and-criteria.html

(9)  ETIS is een instrumentarium voor beheer en informatie, dat speciaal ontworpen is om bestemmingen te helpen bij het toezicht op en meten van prestaties op het gebied van duurzaam toerisme, tegen hun eigen streefcijfer. Meer informatie is te vinden op: http://ec.europa.eu/growth/sectors/tourism/offer/sustainable/indicators/index_en.htm

(10)  CFK's: chloorfluorkoolstoffen — HCFK's: chloorfluorkoolwaterstoffen.

(11)  Bestemmingsbeheer is de coördinatie van alle relevante overheids- en particuliere actoren, doorgaans door een openbare instantie met of zonder particuliere deelneming, ter ondersteuning van de ontwikkeling van het toerisme op een bestemming door middel van strategische beslissingen, de uitvoering van beleidsmaatregelen, het behoud en de bevordering van cultureel en natuurlijk erfgoed en attracties, coördinatie van evenementen/festivals, het genereren van inkomsten voor projecten die verband houden met toerisme, de bevordering van de samenwerking tussen bedrijven, het waarborgen van infrastructuur en dienstverlening.

(12)  Een „kleine onderneming” is gedefinieerd als een onderneming waar minder dan vijftig personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt (Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie).

(13)  De Internationale Organisatie voor Normalisatie heeft als onderdeel van de ISO 14000-reeks van milieunormen specifiek voor milieu-etikettering een onderreeks (ISO 14020) opgesteld, die drie soorten etiketteringsregelingen beslaat. In dit verband is een „Type I”-milieukeur een op meerdere criteria gebaseerd etiket ontwikkeld door een derde partij. Voorbeelden hiervan zijn de „EU-milieukeur” (op EU-niveau), de „Blaue Engel”, het „Oostenrijks Ecolabel” en de „Nordic Swan” (op nationaal of multinationaal niveau).

(14)  Dit kan worden bereikt in het kader van de implementatie van een energiebeheersysteem overeenkomstig ISO 50001.

(15)  Beddengoed van een mengsel van katoen en polyester zijn duurzamer en vergen bij het wassen minder energie dan beddengoed van zuiver katoen.

(16)  Dit kan worden bereikt in het kader van de implementatie van een energiebeheersysteem overeenkomstig ISO 50001.

(17)  PassieveHouse en Minergie P zijn twee voorbeelden van normen die zeer ambitieus zijn op het gebied van energieprestaties. De eisen zijn beschreven op: http://www.passiv.de/en/02_informations/02_passive-house-requirements/02_passive-house-requirements.htm en http://www.minergie.ch/minergie_fr.html

(18)  Meer specifieke BEMP's over de verbetering van de bouwschil en meer in het algemeen de ecologische duurzaamheid van gebouwen worden beschreven in het volgende sectorale referentiedocument voor de bouwsector van EMAS.