13.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 37/21


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/226 VAN DE COMMISSIE

van 11 februari 2015

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2012/535/EU wat betreft de definitie van vatbaar hout en in afgebakende gebieden te nemen maatregelen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 645)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 16, lid 3, vierde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De toepassing van Uitvoeringsbesluit 2012/535/EU van de Commissie (2) heeft tot de conclusie geleid dat de definitie van vatbaar hout zich ook dient uit te strekken tot hout van coniferen (Coniferales) dat niet meer zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft, bijenkorven en vogelnestkastjes, rekening houdend met de specifieke risico's in verband met de frequente verplaatsingen van bijenkorven en vogelnestkastjes. Bovendien moet hout dat een bewerking heeft ondergaan waardoor het risico is geëlimineerd dat het gastheer is van het dennenaaltje, van deze definitie worden uitgesloten.

(2)

Gezien de aard van de vector moeten alle gekapte vatbare planten en de kapresten daarvan in bufferzones onmiddellijk worden verwijderd.

(3)

Het is van belang te verduidelijken dat schorsvrij hout dat een adequate warmtebehandeling overeenkomstig Uitvoeringsbesluit 2012/535/EU heeft ondergaan, ook binnen het vluchtseizoen van de vector mag worden vervoerd.

(4)

Uitvoeringsbesluit 2012/535/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit 2012/535/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, onder b), wordt vervangen door:

„b)

„vatbaar hout”: hout van coniferen (Coniferales) dat valt onder een van de volgende punten:

i)

hout in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2000/29/EG;

ii)

hout dat zijn ronde oppervlak niet heeft behouden;

iii)

hout in de vorm van bijenkorven en vogelnestkastjes.

Onder vatbaar hout wordt niet verstaan gezaagd hout en stamhout van Taxus L. en Thuja L., en hout dat een bewerking heeft ondergaan waardoor het risico is geëlimineerd dat het gastheer is van het dennenaaltje.”

.

2)

Artikel 13, lid 1, onder d), wordt vervangen door:

„d)

merking van bijenkorven, vogelnestkastjes en houten verpakkingsmateriaal dat door de betrokken behandelingsvoorziening overeenkomstig het vermelde onder respectievelijk a) en c) is behandeld, als vastgesteld in punt 2, onder b), en punt 3, onder b), van afdeling 1 van bijlage III en punt 3 van afdeling 2 van die bijlage, overeenkomstig bijlage II bij de Internationale Norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen.”

.

3)

Artikel 14, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten op het grondgebied waarvan zich een afgebakend gebied bevindt, verlenen aan de naar behoren uitgeruste producenten van houten verpakkingsmateriaal, bijenkorven en vogelnestkastjes de erkenning om overeenkomstig bijlage II bij de Internationale Norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen het houten verpakkingsmateriaal, de bijenkorven en de vogelnestkastjes te merken die zij vervaardigen uit hout dat door een erkende behandelingsvoorziening is behandeld en vergezeld gaat van het in Richtlijn 92/105/EEG bedoelde plantenpaspoort.

Die producenten worden hierna „erkende producenten van houten verpakkingsmateriaal” genoemd.”

.

4)

De bijlagen I, II en III worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 11 februari 2015.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit 2012/535/EU van de Commissie van 26 september 2012 betreffende noodmaatregelen ter preventie van de verspreiding in de Unie van Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) (PB L 266 van 2.10.2012, blz. 42).


BIJLAGE

De bijlagen bij Uitvoeringsbesluit 2012/535/EU worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage I wordt het volgende punt 9 bis ingevoegd:

„9 bis.

De lidstaten identificeren in de gehele bufferzone gekapte vatbare planten die niet onder de punten 7, 8 en 9 vallen. Zij verwijderen die planten en de kapresten daarvan, waarbij zij alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen om te vermijden dat die planten en kapresten het dennenaaltje en zijn vector aantrekken.”

.

2)

In bijlage II wordt punt 3 bis ingevoegd:

„3 bis.

De lidstaten identificeren in de bufferzones eveneens andere gekapte vatbare planten dan die bedoeld in punt 3, onder b). Zij verwijderen die planten en de kapresten daarvan, waarbij zij alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen om te vermijden dat die planten en kapresten het dennenaaltje en zijn vector aantrekken.”

.

3)

Punt 2, onder b) en c), van afdeling 1 van bijlage III wordt vervangen door:

„b)

zij gaan vergezeld van het in Richtlijn 92/105/EEG bedoelde plantenpaspoort, afgegeven door een erkende behandelingsvoorziening; vatbaar hout in de vorm van bijenkorven en vogelnestkastjes gaat vergezeld van het plantenpaspoort of is gemerkt overeenkomstig bijlage II bij de Internationale Norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen;

c)

indien het hout niet schorsvrij is, wordt het vervoerd hetzij buiten het vluchtseizoen van de vector hetzij met een beschermende afdekking die ervoor zorgt dat geen besmetting met het dennenaaltje of de vector kan plaatsvinden.”

.