15.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 243/39


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 889/2014 VAN DE COMMISSIE

van 14 augustus 2014

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 wat betreft de erkenning van de gemeenschappelijke beveiligingseisen in het kader van het programma van erkende agenten en bekende afzenders en het programma van geautoriseerde marktdeelnemers

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), en met name artikel 247,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Zowel op het gebied van de douane- als de luchtvaartbeveiliging wordt op grond van respectieve wetgeving (met name Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek en Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart) toegestaan dat entiteiten die aan bepaalde voorwaarden en eisen voldoen, gecertificeerd kunnen worden om een veilige toeleveringsketen te bevorderen en waarborgen.

(2)

De bestaande douane- en luchtvaartwetgeving voorziet in een zekere erkenning van de certificaten op grond van de respectieve programma's, met name ten aanzien van de voor elk van deze programma's verrichte veiligheidsonderzoeken. In artikel 14 duodecies, lid 2, onder b), en lid 3, van Verordening nr. 2454/93 (3) is bepaald dat indien de aanvrager van de status van geautoriseerd marktdeelnemer reeds een erkend agent is, aan het criterium van „passende veiligheidsnormen” wordt geacht te zijn voldaan wat de ruimten betreft waarvoor de marktdeelnemer de status van erkend agent heeft verkregen. In de punten 6.3.1.2 en 6.4.1.2 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie (4) is bepaald dat de bevoegde autoriteit of de onafhankelijke validateur die namens deze autoriteit optreedt, rekening moet houden met het feit of de aanvrager van de status van erkend agent of bekende afzender houder is van een AEO-certificaat.

(3)

Uit de praktische tenuitvoerlegging van de douanewetgeving aangaande de AEO-status en de luchtvaartwetgeving aangaande de erkende agent of bekende afzender is gebleken dat de bestaande erkenning tussen de programma's niet toereikend is om de grootst mogelijke synergie tussen de respectieve beveiligingsprogramma's te garanderen. De beveiligingseisen voor het luchtvaartbeveiligingsprogramma van erkende agenten en bekende afzenders en voor het AEO-programma van de douane komen dusdanig overeen dat beide programma's verder met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht.

(4)

Om de administratieve lasten voor de betrokken economische sector en de overheidsinstanties (zowel op het gebied van de douane als de burgerluchtvaart) te verlichten en tegelijkertijd het huidige beveiligingsniveau verder te verbeteren, moeten beide programma's wat een gelijk niveau van erkenning betreft, inclusief de vereiste inlichtingenuitwisseling, meer met elkaar in overeenstemming worden gebracht.

(5)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 moet worden gewijzigd om de verwijzingen naar de geldende luchtvaartwetgeving, inclusief de erkenning van de status van bekende afzender die ook voor de geautoriseerde marktdeelnemer van belang is, te actualiseren, de reikwijdte van de erkenning van de gemeenschappelijke eisen tussen de respectieve programma's af te bakenen en de benodigde inlichtingenuitwisseling tussen de douane- en luchtvaartautoriteiten mogelijk te maken.

(6)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 14 duodecies wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2, onder b), wordt vervangen door:

„b)

zij is een erkend agent als bedoeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5) („erkend agent”) en voldoet aan de in Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie (6) vastgestelde eisen;

(5)  PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72."

(6)  PB L 55 van 5.3.2010, blz. 1.”;"

b)

aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer de luchtvaartmaatschappij een erkend agent is, wordt geacht te zijn voldaan aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden met betrekking tot de locaties en de activiteiten waarvoor de aanvrager de status van erkend agent heeft verkregen voor zover de voorwaarden voor het verlenen van de status van erkend agent hetzelfde zijn of overeenstemmen met de in lid 1 bedoelde voorwaarden.”;

c)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Wanneer de aanvrager in het douanegebied van de Gemeenschap is gevestigd, een erkend agent of bekende afzender is zoals omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 300/2008 en voldoet aan de in Verordening (EU) nr. 185/2010 vastgestelde eisen, wordt geacht te zijn voldaan aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden met betrekking tot de locaties en de activiteiten waarvoor de aanvrager de status van erkend agent of bekende afzender heeft verkregen voor zover de voorwaarden voor het verlenen van de status van erkend agent of bekende afzender hetzelfde zijn of overeenstemmen met de in lid 1 bedoelde voorwaarden.”.

2)

Aan artikel 14 quatervicies wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   De douaneautoriteit van afgifte biedt de voor de beveiliging van de burgerluchtvaart verantwoordelijke bevoegde nationale autoriteit onmiddellijk ten minste de volgende haar ter beschikking staande informatie aan met betrekking tot de status van geautoriseerd marktdeelnemer:

a)

het AEO-certificaat — veiligheid en AEO-certificaat — douanevereenvoudigingen en veiligheid inclusief de naam van de houder van het certificaat en, in voorkomend geval, de wijziging, intrekking of schorsing van de status van geautoriseerd marktdeelnemer en de redenen daarvoor;

b)

informatie over de vraag of de betreffende locatie door de douaneautoriteiten is bezocht, de datum van het laatste bezoek en het doel van het bezoek (vergunningsprocedure, herbeoordeling, monitoring);

c)

elke herbeoordeling van een AEO-certificaat — veiligheid of een AEO-certificaat — douanevereenvoudigingen en veiligheid en de resultaten daarvan.

De nationale douaneautoriteiten stellen uiterlijk op 1 maart 2015 in overleg met de voor de beveiliging van de burgerluchtvaart verantwoordelijke bevoegde nationale autoriteit nadere modaliteiten vast voor de uitwisseling van de in de eerste alinea bedoelde informatie die niet onder het in artikel 14 quinvicies genoemde elektronisch informatie- en communicatiesysteem valt.

De voor de beveiliging van de burgerluchtvaart verantwoordelijke nationale autoriteiten die de betreffende informatie behandelen, gebruiken deze uitsluitend voor de toepassing van de relevante programma's voor erkende agenten of bekende afzenders en nemen passende technische en organisatorische maatregelen om de beveiliging van deze informatie te waarborgen.”.

3)

Aan artikel 14 quinvicies wordt het volgende lid 2 bis toegevoegd:

„2 bis.   Indien van toepassing, met name wanneer de status van geautoriseerde marktdeelnemer beschouwd wordt als de grondslag voor het verlenen van goedkeuring, vergunningen of faciliteiten in het kader van andere Uniewetgeving, kan de in artikel 14 quatervicies, lid 4, punten a) en c), vermelde informatie tevens worden verstrekt aan de bevoegde nationale autoriteit die verantwoordelijk is voor de beveiliging van de burgerluchtvaart.”.

4)

Bijlage I quater wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel van vak 15 wordt vervangen door:

Image

b)

de titel van de toelichting op vak 15 komt als volgt te luiden:

„15.

Reeds toegekende vereenvoudigingen en faciliteiten, certificaten als bedoeld in artikel 14 duodecies, lid 4, en/of de status van erkend agent of bekende afzender, verkregen zoals vermeld in artikel 14 duodecies, leden 2 en 3:”;

c)

de toelichting op vak 15 wordt vervangen door:

„Indien reeds vereenvoudigingen zijn toegekend, vermeld het soort vereenvoudiging, de betrokken douaneregeling en het nummer van de vergunning.De betrokken douaneregeling wordt aangegeven met behulp van de letters (A tot en met K) die als opschriften van de kolommen zijn gebruikt in de tabel in bijlage 37, titel I, punt B.

Vermeld in het geval van artikel 14 duodecies, leden 2 en 3, de verkregen status:erkend agent of bekende afzender, en het nummer van het certificaat.

Indien de aanvrager reeds houder is van een of meer in artikel 14 duodecies, lid 4, bedoelde certificaten, vermeld het soort certificaat en de nummers van het certificaat/de certificaten.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 augustus 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72).

(3)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie van 4 maart 2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart (PB L 55 van 5.3.2010, blz. 1).