16.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 298/16


UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2014

tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en de gemeenschappelijke lijst van rassen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (1), en met name artikel 5, lid 3, en artikel 7, leden 5 en 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er moeten bepalingen worden vastgelegd betreffende het in Richtlijn 2008/90/EG bedoelde register van leveranciers en de meldingsverplichtingen van leveranciers.

(2)

Met het oog op de transparantie moeten de lidstaten dat register, indien van toepassing, beschikbaar stellen. Het besluit of dat register, of delen daarvan, worden bekendgemaakt, wordt aan de lidstaten overgelaten.

(3)

Er moet in een rassenregister worden voorzien. In dit register moeten alle rassen worden opgenomen die krachtens Richtlijn 92/34/EEG van de Raad (2) zijn geregistreerd, naast de rassen die krachtens Richtlijn 2008/90/EG zijn geregistreerd. In dit register moet worden aangegeven of er een officiële beschrijving of een officieel erkende beschrijving van deze rassen is.

(4)

Genetisch gemodificeerde rassen mogen alleen worden geregistreerd indien het genetisch gemodificeerde organisme waaruit het ras bestaat, krachtens Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) of Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (4) voor de teelt is toegelaten.

(5)

De voorwaarden waaronder rassen als rassen met een officiële beschrijving moeten worden geregistreerd, en de procedure voor de registratie ervan moeten worden vastgelegd. De lidstaten kunnen, als bedoeld in Richtlijn 2008/90/EG, voorwaarden vaststellen voor de registratie van een ras met een officieel erkende beschrijving.

(6)

Om een ras als ras met een officiële beschrijving te kunnen registreren, moet de verantwoordelijke officiële instantie een dergelijke beschrijving opstellen.

(7)

Ook de geldigheidsduur van de registratie, de verlenging van de registratie en de schrapping van een ras uit het rassenregister moeten worden vastgelegd.

(8)

De lidstaten moeten elkaar en de Commissie van bepaalde informatie over geregistreerde rassen en aanvragen voor de registratie van rassen in kennis stellen. Op basis van deze informatie moet de Commissie een gemeenschappelijke lijst van rassen bekendmaken door een transparante en gemakkelijk te raadplegen gegevensbank op te zetten teneinde het vertrouwen op de markt te vergroten.

(9)

Het is zinvol Richtlijn 93/79/EEG van de Commissie (5) in te trekken.

(10)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal en gewassen van geslachten en soorten fruit,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Leveranciersregister

1.   De lidstaten houden een register van leveranciers bij, zoals bepaald in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2008/90/EG. Dit register wordt hierna „het leveranciersregister” genoemd.

Naast de overeenkomstig deze richtlijn geregistreerde leveranciers worden ook leveranciers die overeenkomstig de nationale bepalingen ter omzetting van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 92/34/EEG zijn erkend, in dit register opgenomen.

In voorkomend geval stellen de lidstaten het leveranciersregister beschikbaar.

2.   Het leveranciersregister bevat de volgende gegevens:

a)

naam, adres en contactgegevens van de leverancier;

b)

activiteiten in de zin van artikel 2, lid 9, van Richtlijn 2008/90/EG die de leverancier in de desbetreffende lidstaat onderneemt, het adres van het desbetreffende bedrijf en de belangrijkste geslachten of soorten in kwestie, en

c)

het registratienummer of de registratiecode.

3.   De lidstaten zien erop toe dat de verantwoordelijke officiële instantie een natuurlijke of rechtspersoon uit het leveranciersregister schrapt, indien komt vast te staan dat deze persoon geen enkele activiteit meer uitoefent in de zin van artikel 2, lid 9, van Richtlijn 2008/90/EG.

Artikel 2

Meldingsverplichting van leveranciers

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat leveranciers de in artikel 1, lid 2, onder a) en b), bedoelde informatie opgeven.

Leveranciers die overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 92/34/EEG zijn erkend, hoeven zich echter niet op te geven.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat leveranciers wijzigingen in hun situatie betreffende de in artikel 1, lid 2, onder a) en b), bedoelde informatie opgeven.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat leveranciers binnen een in de nationale wetgeving vast te stellen termijn in kennis worden gesteld van hun registratie en van eventuele wijzigingen in deze gegevens.

Artikel 3

Rassenregister

1.   De lidstaten houden een register van rassen (hierna „rassenregister” genoemd) bij en maken dit bekend.

Naast de overeenkomstig deze richtlijn geregistreerde rassen worden de vóór 30 september 2012 overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Richtlijn 92/34/EEG geregistreerde rassen en de overeenkomstig artikel 7, lid 4, eerste alinea, tweede zin, van Richtlijn 2008/90/EG geregistreerde rassen in het rassenregister opgenomen.

2.   Het rassenregister bevat de volgende gegevens:

a)

de benaming van het ras en de synoniemen;

b)

de soort waartoe het ras behoort;

c)

de aanduiding „officiële beschrijving” of „officieel erkende beschrijving”, naargelang van het geval;

d)

de datum van registratie, of in voorkomend geval van de verlenging van de registratie;

e)

het einde van de geldigheidsduur van de registratie.

3.   De lidstaten houden van elk ras dat zij inschrijven, een dossier bij. Dat dossier bevat een beschrijving van het ras en een overzicht van alle feiten die voor de registratie van het ras relevant zijn.

Artikel 4

Voorwaarden voor de registratie van een ras

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat een ras wordt geregistreerd als ras met een officiële beschrijving, indien het aan de volgende eisen voldoet:

a)

het is onderscheidbaar, homogeen en bestendig in de zin van lid 2;

b)

er is een monster van het ras beschikbaar, en

c)

wat genetisch gemodificeerde rassen betreft, is het genetisch gemodificeerde organisme waaruit het ras bestaat, krachtens Richtlijn 2001/18/EG of Verordening (EG) nr. 1829/2003 voor de teelt toegelaten.

2.   Een ras wordt beschouwd als:

a)

„onderscheidbaar”, indien het door de expressie van de kenmerken die voortvloeien uit een bepaald genotype of een combinatie van genotypen, duidelijk te onderscheiden is van elk ander ras waarvan het bestaan op de in artikel 5 bedoelde datum van indiening van de aanvraag algemeen bekend is;

b)

„homogeen”, indien het, behoudens de variatie die kan worden verwacht van de bijzonderheden die eigen zijn aan de vermeerdering ervan, voldoende homogeen is in de expressie van de relevante kenmerken die in aanmerking worden genomen bij het onderzoek naar de onderscheidbaarheid, alsmede van andere kenmerken die voor de beschrijving van het ras worden gebruikt;

c)

„bestendig”, indien de expressie van de kenmerken die in aanmerking worden genomen bij het onderzoek naar de onderscheidbaarheid, alsmede van alle andere kenmerken die voor de rasbeschrijving worden gebruikt, onveranderd blijft na achtereenvolgende vermeerderingen of, in het geval van in-vitrovermeerdering, aan het eind van iedere cyclus.

Artikel 5

Aanvraag tot registratie van een ras

1.   De lidstaten verlangen dat voor de registratie van een ras als ras met een officiële beschrijving bij de verantwoordelijke officiële instantie van de desbetreffende lidstaat een schriftelijke aanvraag wordt ingediend.

2.   De aanvraag gaat vergezeld van:

a)

de informatie die vereist is volgens de ten tijde van de aanvraag vastgestelde technische vragenlijsten:

i)

in bijlage II bij de „Protocollen inzake het onderzoek op onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid” van de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CPVO) voor de desbetreffende soort waarvoor een dergelijk protocol is bekendgemaakt, of, indien geen dergelijke protocollen zijn bekendgemaakt,

ii)

in deel X van de „testrichtsnoeren voor het uitvoeren van tests inzake onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid” van de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) en de bijlage bij het desbetreffende richtsnoer voor de desbetreffende soort waarvoor dergelijke richtsnoeren zijn bekendgemaakt, of, indien geen dergelijke richtsnoeren zijn bekendgemaakt,

iii)

in nationale bepalingen;

b)

informatie over de vraag of het ras in een andere lidstaat officieel is geregistreerd, dan wel of in een andere lidstaat een aanvraag tot registratie is gedaan;

c)

een voorgestelde benaming;

d)

in geval van een genetisch gemodificeerd ras, bewijs dat het genetisch gemodificeerde organisme waaruit het ras bestaat, krachtens Richtlijn 2001/18/EG of Verordening (EG) nr. 1829/2003 voor de teelt is toegelaten.

3.   Bij zijn aanvraag kan de aanvrager ook het volgende indienen:

a)

een officiële beschrijving die de verantwoordelijke officiële instantie van een andere lidstaat overeenkomstig artikel 6, lid 5, heeft opgesteld;

b)

alle overige relevante informatie.

Artikel 6

Onderzoek van een aanvraag

1.   De lidstaten waarborgen dat wanneer een verantwoordelijke officiële instantie een aanvraag tot registratie van een ras als ras met een officiële beschrijving ontvangt, overeenkomstig de leden 2, 3 en 4 een onderzoek van dat ras wordt uitgevoerd.

2.   Er worden veldproeven uitgevoerd om een officiële beschrijving van het ras vast te stellen.

Indien de aanvrager overeenkomstig artikel 5, lid 3, onder a), informatie indient en de verantwoordelijke officiële instantie van mening is dat uit deze informatie blijkt dat aan de voorwaarden voor registratie van artikel 4 is voldaan, hoeven echter geen veldproeven te worden uitgevoerd.

Wanneer veldproeven worden uitgevoerd, verlangt de verantwoordelijke officiële instantie een monster van het materiaal van het ras.

3.   De in lid 2 bedoelde veldproeven worden uitgevoerd door:

a)

de verantwoordelijke officiële instantie die de aanvraag heeft ontvangen, of

b)

de verantwoordelijke officiële instantie van een andere lidstaat die ermee heeft ingestemd deze proeven uit te voeren, of

c)

een rechtspersoon overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2008/90/EG.

Indien het onder c) bepaalde van toepassing is en de proeven op het bedrijf van een particuliere onderneming worden uitgevoerd, zorgt de verantwoordelijke officiële instantie ervoor dat geen maatregelen worden genomen die het officiële onderzoek kunnen beïnvloeden.

4.   De veldproeven worden uitgevoerd overeenkomstig de volgende bepalingen voor proefopzet, teeltomstandigheden en kenmerken van het ras die ten minste moeten worden onderzocht:

a)

de „Protocollen inzake het onderzoek op onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid” van de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CPVO) die aan het begin van het technisch onderzoek van toepassing zijn, of, indien er voor de desbetreffende soort geen protocollen zijn bekendgemaakt,

b)

de „testrichtsnoeren voor het uitvoeren van tests inzake onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid” van de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) die aan het begin van het technisch onderzoek van toepassing zijn, of, indien er voor de desbetreffende soort geen richtsnoeren zijn bekendgemaakt,

c)

nationale bepalingen.

5.   Indien de verantwoordelijke officiële instantie op basis van het in lid 1 bedoelde onderzoek concludeert dat het desbetreffende ras aan de voorwaarden van artikel 5 voldoet, stelt zij een officiële beschrijving vast en neemt zij dit ras op in het rassenregister.

Artikel 7

Geldigheidsduur van de registratie van een ras

De maximale geldigheidsduur van de registratie van een ras is dertig jaar.

In geval van een genetisch gemodificeerd ras is de registratie geldig zolang het genetisch gemodificeerde organisme waaruit dat ras bestaat, krachtens Richtlijn 2001/18/EG of Verordening (EG) nr. 1829/2003 voor de teelt is toegelaten.

Artikel 8

Verlenging van de registratie van een ras

1.   De lidstaten waarborgen dat de registratie van een ras telkens met een periode van ten hoogste dertig jaar kan worden verlengd, op voorwaarde dat materiaal van dit ras nog beschikbaar is.

In geval van een genetisch gemodificeerd ras is verlenging bovendien afhankelijk van de voorwaarde dat het respectieve genetisch gemodificeerde organisme krachtens Richtlijn 2001/18/EG of Verordening (EG) nr. 1829/2003 nog steeds voor de teelt is toegelaten. De verlenging wordt beperkt tot de geldigheidsduur van de vergunning voor het desbetreffende genetisch gemodificeerde organisme.

2.   De lidstaten verlangen dat voor verlenging van de registratie een schriftelijke aanvraag wordt ingediend bij de verantwoordelijke officiële instantie van de desbetreffende lidstaat. Bij de aanvraag worden bewijsstukken gevoegd waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan.

Een lidstaat kan echter de registratie van een ras waarvoor geen schriftelijke aanvraag is ingediend, verlengen, indien hij van oordeel is dat verlenging bijdraagt aan het behoud van de genetische diversiteit en duurzame productie of een ander algemeen belang dient.

Artikel 9

Schrapping van een ras uit het rassenregister

De lidstaten zorgen ervoor dat een ras uit het rassenregister wordt geschrapt, indien:

a)

niet langer aan de in artikel 4 vastgestelde voorwaarden voor registratie wordt voldaan;

b)

bij de aanvraag tot registratie of tijdens het onderzoek onjuiste of misleidende inlichtingen zijn verstrekt ten aanzien van de feiten op basis waarvan het ras is geregistreerd.

Artikel 10

Kennisgevingen

1.   Elke lidstaat stelt de verantwoordelijke officiële instanties van de andere lidstaten en de Commissie in kennis van de informatie die nodig is om toegang tot het rassenregister van de lidstaat in kwestie te krijgen.

Elke lidstaat stelt de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van de registratie van een ras in zijn rassenregister en van elke andere wijziging van zijn rassenregister.

2.   Elke lidstaat stelt op verzoek het volgende ter beschikking van een andere lidstaat of de Commissie:

a)

de officiële of officieel erkende beschrijving van de rassen in het rassenregister van de lidstaat in kwestie;

b)

de resultaten van onderzoeken van aanvragen tot registratie van rassen die de lidstaat in kwestie overeenkomstig artikel 6 heeft uitgevoerd;

c)

alle andere beschikbare informatie betreffende rassen die in het rassenregister van de lidstaat in kwestie zijn opgenomen of daaruit zijn geschrapt;

d)

de lijst van rassen waarvoor in de lidstaat in kwestie een registratieaanvraag in behandeling is.

Artikel 11

Gemeenschappelijke lijst

De Commissie stelt op basis van de overeenkomstig artikel 10, lid 1, tweede alinea, ontvangen informatie in elektronisch formaat een gemeenschappelijke lijst op van de rassen die in de rassenregisters van de lidstaten zijn opgenomen; zij werkt deze gemeenschappelijke lijst van rassen regelmatig bij en maakt deze bekend.

Artikel 12

Omzetting

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2016 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2017.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 13

Intrekking

Richtlijn 93/79/EEG wordt met ingang van 1 januari 2017 ingetrokken.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 15

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 267 van 8.10.2008, blz. 8.

(2)  Richtlijn 92/34/EEG van de Raad van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 157 van 10.6.1992, blz. 10).

(3)  Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).

(5)  Richtlijn 93/79/EEG van de Commissie van 21 september 1993 tot vaststelling van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers op grond van Richtlijn 92/34/EEG van de Raad bij te houden lijsten van fruitgewassen en teeltmateriaal daarvan (PB L 256 van 14.10.1993, blz. 25).