22.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 83/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 231/2013 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2012

tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (1), en met name artikel 3, lid 6, artikel 4, lid 3, artikel 9, lid 9, artikel 12, lid 3, artikel 14, lid 4, artikel 15, lid 5, artikel 16, lid 3, artikel 17, artikel 18, lid 2, artikel 19, lid 11, artikel 20, lid 7, artikel 21, lid 17, artikel 22, lid 4, artikel 23, lid 6, artikel 24, lid 6, artikel 25, lid 9, artikel 34, lid 2, artikel 35, lid 11, artikel 36, lid 3, artikel 37, lid 15, artikel 40, lid 11, artikel 42, lid 3 en artikel 53, lid 3,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2011/61/EU verleent aan de Commissie bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot specificatie van met name de regels betreffende de berekening van de drempel, hefboomfinanciering, voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening voor beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (hierna „abi-beheerders’), inclusief risico- en liquiditeitsbeheer, waardering en delegatie, vereisten betreffende de taken en verplichtingen van bewaarders van alternatieve beleggingsinstellingen (hierna „abi’s’), regels betreffende transparantie en specifieke vereisten betreffende derde landen. Het is belangrijk dat al deze aanvullende regels op hetzelfde moment als Richtlijn 2011/61/EU ingaan zodat de nieuwe vereisten die aan abi-beheerders worden opgelegd effectief in werking kunnen worden gesteld. De bepalingen in deze verordening zijn nauw met elkaar verweven aangezien zij betrekking hebben op de vergunningverlening aan, de dagelijkse bedrijfsuitoefening door en de transparantie van abi-beheerders die abi’s in de Unie beheren en, naargelang van het geval, of verhandelen, welke onlosmakelijk verbonden aspecten zijn inherent aan de toegang tot en uitoefening van het vermogensbeheerbedrijf. Om de samenhang te verzekeren tussen die bepalingen, die op hetzelfde moment in werking moeten treden, en om aan de personen voor wie deze verplichtingen gelden, inclusief beleggers die geen ingezetenen zijn van de EU, een volledig beeld van en een compacte toegang tot deze bepalingen te bieden, is het wenselijk alle bij Richtlijn 2011/61/EU vereiste gedelegeerde handelingen in één verordening op te nemen.

(2)

Het is belangrijk door het aannemen van een verordening ervoor te zorgen dat de doelstellingen van Richtlijn 2011/61/EU in alle lidstaten op uniforme wijze worden verwezenlijkt, de integriteit van de interne markt te bevorderen en rechtszekerheid te bieden aan de deelnemers eraan, inclusief institutionele beleggers, bevoegde autoriteiten en andere belanghebbenden. De rechtsvorm van een verordening waarborgt een coherent kader voor alle marktdeelnemers en is de best mogelijke garantie voor een gelijk speelveld, uniforme concurrentievoorwaarden en het gemeenschappelijke passende beschermingsniveau voor beleggers. Voorts waarborgt deze rechtsvorm de rechtstreekse toepasselijkheid van nadere uniforme regels betreffende de bedrijfsuitoefening door abi-beheerders, die door hun aard rechtstreeks toepasselijk zijn en bijgevolg geen verdere omzetting op nationaal niveau vereisen. Door gebruik te maken van een verordening wordt bovendien een vertraagde toepassing van Richtlijn 2011/61/EU in de lidstaten vermeden.

(3)

Aangezien de gedelegeerde verordening de taken en verantwoordelijkheden van het „bestuursorgaan” en van de „directie” specificeert, is het belangrijk de betekenis van die termen te verduidelijken, met name het feit dat een bestuursorgaan uit hogere leidinggevenden kan bestaan. Voorts moet, aangezien deze verordening eveneens de term „toezichtfunctie” invoert, de definitie van het bestuurorgaan duidelijk maken dat dit het orgaan is dat de bestuursfunctie uitvoert ingeval de toezichtfunctie en de bestuursfunctie worden gescheiden overeenkomstig het nationale ondernemingsrecht. Richtlijn 2011/61/EU vereist dat abi-beheerders bepaalde informatie aan de bevoegde autoriteiten verstrekken, inclusief het percentage van de abi-activa waarvoor wegens de illiquide aard ervan bijzondere regelingen gelden. Deze verordening verduidelijkt de betekenis van bijzondere regelingen zodat abi-beheerders precies weten welke informatie zij aan de bevoegde autoriteiten moeten verstrekken.

(4)

Richtlijn 2011/61/EU voorziet in een lichtere regeling die geldt voor die abi-beheerders welke portefeuilles van abi’s beheren waarvan de totale beheerde activa de relevante drempels niet overschrijden. Het is noodzakelijk duidelijk de wijze te specificeren waarop de totale waarde van beheerde activa moet worden berekend. In deze context is het van essentieel belang de stappen te omschrijven die noodzakelijk zijn voor het berekenen van de totale waarde van de activa, duidelijk te bepalen welke activa niet worden meegerekend, te verduidelijken op welke wijze de middels het gebruik van hefboomfinanciering verworven activa moeten worden gewaardeerd en regels te geven voor de behandeling van gevallen van een kruislings belang van abi’s die door dezelfde abi-beheerder wordt beheerd.

(5)

De totale waarde van beheerde activa dient ten minste jaarlijks en onder gebruikmaking van actuele informatie te worden berekend. De waarde van activa moet bijgevolg in de twaalf maanden vóór de datum van berekening van de totale waarde van beheerde activa en zo dicht mogelijk bij die datum worden bepaald.

(6)

Om ervoor te zorgen dan een abi-beheerder onder de lichtere regeling blijft vallen waarin Richtlijn 2011/61/EU voorziet, moet hij een procedure invoeren die het mogelijk maakt de totale waarde van beheerde activa doorlopend te observeren. De abi-beheerder mag de soorten beheerde abi’s en de verschillende klassen van activa waarin is belegd in aanmerking nemen om te beoordelen of het waarschijnlijk is dat de drempel niet in acht wordt genomen of een bijkomende berekening noodzakelijk is.

(7)

Indien een abi-beheerder niet langer aan de voorwaarden in verband met de drempels voldoet, moet hij zijn bevoegde autoriteit in kennis stellen en binnen 30 kalenderdagen een vergunning aanvragen. Indien echter binnen een gegeven kalenderjaar slechts af en toe drempels worden overschreden of onderschreden en dergelijke situaties als tijdelijk worden beschouwd, dient de abi-beheerder niet verplicht te worden een vergunning aan te vragen. In die gevallen moet de abi-beheerder de bevoegde autoriteit ervan op de hoogte brengen dat de drempel niet in acht is genomen en uitleggen waarom hij dit van tijdelijke aard acht. Een situatie die langer dan drie maanden duurt kan niet als tijdelijk worden beschouwd. Bij het beoordelen of het waarschijnlijk is dat een situatie tijdelijk is, moet de abi-beheerder rekening houden met verwachte inschrijvings- en terugbetalingsactiviteit of, indien toepasselijk, kapitaalopvragingen en kapitaaluitkeringen. De abi-beheerder mag bij deze beoordeling geen verwachte marktbewegingen gebruiken.

(8)

Door abi-beheerders gebruikte gegevens om de totale waarde van beheerde activa te berekenen, dienen niet voor publiek of beleggers beschikbaar te zijn. Bevoegde autoriteiten moeten echter kunnen nagaan of abi-beheerders de totale waarde van beheerde activa juist berekenen en bewaken en kunnen beoordelen of op een bepaald moment de totale waarde van beheerde activa tijdelijk de relevante drempel overschrijdt en moeten bijgevolg op verzoek toegang hebben tot die gegevens.

(9)

Het is belangrijk dat abi-beheerders die onder de lichtere regeling in Richtlijn 2011/61/EU vallen aan de bevoegde autoriteiten actuele informatie verstrekken op het moment van de registratie. Mogelijk beschikken niet alle soorten abi-beheerders over actuele aanbiedingsdocumenten die de jongste ontwikkelingen in verband met de abi’s die zij beheren weerspiegelen en achten die abi-beheerders het handiger de vereiste informatie op te nemen in een afzonderlijk document waarin de beleggingsstrategie van het fonds wordt beschreven. Dit kan het geval zijn met private equity- of durfkapitaalfondsen, die vaak via onderhandelingen met potentiële beleggers geld aantrekken.

(10)

Een abi die alleen gewone aandelen in beursgenoteerde ondernemingen heeft, dient niet als een abi met hefboomfinanciering te worden beschouwd zolang de gewone aandelen niet middels een lening zijn verworven. Indien dezelfde abi opties op een aandelenindex koopt, moet zij als abi met hefboomfinanciering worden beschouwd aangezien daardoor de blootstelling van de abi aan een gegeven instrument is verhoogd.

(11)

Om een uniforme toepassing te garanderen van de verplichtingen van abi-beheerders om een objectief overzicht van de gebruikte hefboomfinanciering te verstrekken, is het noodzakelijk in twee methoden te voorzien om de hefboomfinanciering te berekenen. Zoals uit marktsituaties blijkt, kunnen de beste resultaten worden behaald door het combineren van de zogenaamde „brutomethode” en de methode „op basis van gedane toezeggingen”.

(12)

Teneinde passende informatie voor het bewaken van systeemrisico’s te ontvangen en een volledig beeld van het gebruik van hefboomfinanciering door abi-beheerders te verkrijgen, moet informatie over de blootstelling van een abi aan bevoegde autoriteiten en beleggers op basis van zowel de „brutomethode” als de methode „op basis van gedane toezeggingen” worden verstrekt. De brutomethode levert de totale blootstelling van de abi op terwijl de methode op basis van gedane toezeggingen inzicht geeft in de door de beheerder gebruikte hedging- en salderingstechnieken; bijgevolg moeten beide methoden worden gecombineerd. Meer bepaald de mate waarin de totale blootstelling verschilt naargelang van gebruik van de brutomethode of de methode op basis van gedane toezeggingen kan nuttige informatie opleveren. Als dit noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat elke toename van de blootstelling van abi’s op toereikende wijze wordt weerspiegeld, kan de Commissie bijkomende gedelegeerde handelingen betreffende een bijkomende en optionele methode voor de berekening van de hefboomfinanciering vaststellen.

(13)

Bij berekening van de blootstelling moeten eerst alle posities van de abi, inclusief short- en longposities in activa en passiva, leningen, derivaten en elke andere methode om de blootstelling te vergroten indien de risico’s en baten van activa of passiva voor de abi zijn, en alle andere posities waaruit de intrinsieke waarde is samengesteld, in aanmerking worden genomen.

(14)

Door de abi aangegane leningsovereenkomsten moeten buiten beschouwing worden gelaten als zij van tijdelijke aard zijn en betrekking hebben op kapitaaltoezeggingen van beleggers en er volledig door gedekt zijn. Renouvellerende kredietfaciliteiten dienen niet als tijdelijk van aard te worden beschouwd.

(15)

Naast het berekenen van de blootstelling met behulp van de brutomethode moeten alle abi-beheerders de blootstelling berekenen met behulp van de methode op basis van gedane toezeggingen. Volgens de methode op basis van gedane toezeggingen moeten financiële derivaten in gelijkwaardige posities in het onderliggende activum worden omgezet. Als echter een abi in bepaalde derivaten belegt om het marktrisico van andere activa waarin de abi belegt te neutraliseren, mogen die derivaten onder bepaalde omstandigheden niet in een gelijkwaardige positie in de onderliggende activa worden omgezet omdat de blootstellingen van de twee beleggingen elkaar in evenwicht houden. Dat zou het geval zijn indien bijvoorbeeld een abi-portefeuille belegd is in een bepaalde index en een derivaat omvat dat de prestaties van die index ruilt voor de prestaties van een andere index, hetgeen gelijkstaat met het bezitten van blootstelling aan de tweede index in de portefeuille waardoor de intrinsieke waarde van de abi niet van de prestaties van de eerste index afhangt.

(16)

Bij berekening van blootstelling volgens de methode op basis van gedane toezeggingen geven derivaten die aan de criteria in deze verordening voldoen geen aanleiding tot incrementele blootstelling. Als de abi in indexfutures belegt en een geldpositie heeft gelijk aan de totale onderliggende marktwaarde van de futures zou dit aldus gelijkstaan aan het direct beleggen in indexaandelen en mag bijgevolg de indexfuture niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de blootstelling van de abi.

(17)

Bij berekening van de blootstelling volgens de methode op basis van gedane toezeggingen moeten abi-beheerders hedging- en salderingsregelingen in aanmerking kunnen nemen mits deze de criteria betreffende de methode op basis van gedane toezeggingen vervullen.

(18)

Het vereiste dat salderingsregelingen op hetzelfde onderliggende activum betrekking hebben, moet strikt worden geïnterpreteerd zodat activa die de abi-beheerder als gelijkwaardig of in hoge mate gecorreleerd beschouwd, zoals andere aandelenklassen of door dezelfde emittent uitgegeven obligaties, voor de toepassing van salderingsregelingen niet als identiek mogen worden beschouwd. De definitie van salderingsregelingen is erop gericht te garanderen dat alleen die transacties welke de risico’s in verband met andere transacties neutraliseren, waardoor geen materieel restrisico overblijft, in aanmerking worden genomen. Combinaties van transacties die erop gericht zijn rendement, hoe laag ook, te genereren door het verminderen van bepaalde risico’s en het behouden van andere risico’s mogen niet als salderingsregelingen worden beschouwd, zoals dat het geval is met arbitragebeleggingsstrategieën die ertoe strekken rendement te genereren door te profiteren van prijsverschillen tussen derivaten met dezelfde onderliggende waarde, maar met een andere looptijd.

(19)

Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is door het combineren van een belegging in een langetermijnobligatie met een renteswap het durationrisico te verminderen, of door het aangaan van een shortpositie op obligatiefutures die representatief zijn voor het renterisico van de portefeuille de duration van een abi-obligatieportefeuille te verminderen (durationhedging), moet als een hedgingregeling worden beschouwd mits deze aan de hedgingcriteria voldoet.

(20)

Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is de significante risico’s in verband met een belegging in een goed gediversifieerde aandelenportefeuille te neutraliseren door het innemen van een shortpositie op een beursindexfuture moet, indien de samenstelling van de aandelenportefeuille zeer nauw aansluit bij die van de beursindex en het rendement ervan in hoge mate correleert met dat van de beursindex en indien de shortpositie op de beursindexfuture onbetwistbaar een vermindering van het algemene marktrisico in verband met de aandelenportefeuille mogelijk maakt en het specifieke risico insignificant is, zoals betahedging van een goed gediversifieerde aandelenportefeuille indien het specifieke risico als insignificant wordt beschouwd, geacht worden aan de hedgingcriteria te voldoen.

(21)

Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is het risico in verband met een belegging in een vastrentende obligatie te neutraliseren door het combineren van een longpositie op een kredietverzuimwap en een renteswap die deze vaste rente ruilt voor een rente gelijk aan een passende geldmarktreferentierente vermeerderd met een spread moet als een hedgingregeling worden beschouwd indien in beginsel aan alle hedgingcriteria van de methode op basis van gedane toezeggingen is voldaan.

(22)

Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is het risico van een gegeven aandeel te neutraliseren door het innemen van een shortpositie middels een derivatencontract op een aandeel dat verschilt van, maar sterk gecorreleerd is met dat eerste aandeel, mag niet geacht worden aan de hedgingcriteria te voldoen. Hoewel een dergelijke strategie berust op het innemen van tegengestelde posities in dezelfde activaklasse zorgt zij niet voor hedging van het specifieke risico in verband met de belegging in een bepaald aandeel. Bijgevolg mag zij niet als een hedgingregeling worden beschouwd als vastgesteld in de criteria betreffende de methode op basis van gedane toezeggingen.

(23)

Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is de alfa van een mandje aandelen (dat een beperkt aantal aandelen bevat) te behouden door het combineren van de belegging in dat mandje aandelen met een voor beta aangepaste shortpositie op een future op een beursindex mag niet geacht worden aan de hedgingcriteria te voldoen. Een dergelijke strategie is er niet op gericht de significante risico’s in verband met de belegging in dat mandje aandelen te neutraliseren, maar de beta (marktrisico) van die belegging te neutraliseren en de alfa te behouden. De alfacomponent van het mandje aandelen kan de betacomponent overheersen en als zodanig tot verliezen bij de abi leiden. Om die reden mag zij niet als een hedgingregeling worden beschouwd.

(24)

Een fusiearbitragestrategie is een strategie die een shortpositie op een aandeel met een longpositie op een ander aandeel combineert. Een dergelijke strategie is erop gericht de beta (marktrisico) van de posities af te dekken en een rendement te genereren dat verband houdt met de relatieve prestaties van beide aandelen. De alfacomponent van het mandje aandelen kan eveneens de betacomponent overheersen en als zodanig tot verliezen bij de abi leiden. Zij mag niet als een hedgingregeling worden beschouwd als vastgesteld in de criteria betreffende de methode op basis van gedane toezeggingen.

(25)

Een strategie die erop gericht is een longpositie in een aandeel of een obligatie af te dekken met behulp van gekochte kredietprotectie op deze emittent heeft betrekking op twee verschillende activaklassen en mag bijgevolg niet als een hedgingregeling worden beschouwd.

(26)

Bij het gebruik van methoden die de blootstelling van een abi vergroten, moet de abi-beheerder algemene beginselen in acht nemen en bijvoorbeeld de inhoud van de transactie en de rechtsvorm ervan in aanmerking nemen. Meer bepaald met betrekking tot retrocessietransacties moet de abi-beheerder nagaan of de risico’s en opbrengsten van de betrokken activa door de abi worden doorgegeven dan wel behouden. De abi-beheerder moet ook door derivaten of andere contractuele regelingen heen naar de onderliggende activa kijken om de mogelijke toekomstige toezeggingen van de abi als gevolg van die transacties te bepalen.

(27)

Aangezien de methode op basis van gedane toezeggingen ertoe leidt dat rentes met een andere looptijd als verschillende onderliggend activa worden beschouwd, mogen abi’s die volgens hun kernbeleggingsbeleid in de eerste plaats in rentederivaten beleggen specifieke durationsalderingregels gebruiken om rekening te houden met de correlatie tussen de looptijdbandbreedten van de rentecurve. Bij de vaststelling van haar beleggingsbeleid en risicoprofiel moet een abi het niveau van het renterisico en bijgevolg de streefduration ervan kunnen bepalen. De abi moet bij het maken van haar beleggingskeuzes rekening houden met de vooraf bepaalde streefduration. Wanneer de portefeuilleduration van de streefduration afwijkt, mag de strategie niet beschouwd worden als een durationsalderingregeling als vastgesteld in de criteria betreffende de methode op basis van gedane toezeggingen.

(28)

Op grond van de durationsalderingregels is het toegestaan longposities te salderen met shortposities waarvan de onderliggende activa verschillende rentes zijn. De looptijden die als drempel van de looptijdbandbreedten dienen, zijn twee jaar, zeven jaar en vijftien jaar. Binnen dezelfde looptijdbandbreedte moet saldering van posities toegestaan zijn.

(29)

Saldering van posities in twee verschillende looptijdbandbreedten moet gedeeltelijk toegestaan zijn. Op de gesaldeerde posities moeten sancties worden toegepast om enkel gedeeltelijke saldering toe te staan. Deze moeten worden uitgedrukt middels percentages op basis van de gemiddelde correlaties tussen de looptijdbandbreedten voor twee jaar, vijf jaar, tien jaar en dertig jaar van de rentecurve. Hoe langer het verschil tussen de looptijden van de posities, hoe strenger saldering ervan moet worden gesanctioneerd en hoe hoger bijgevolg het percentage moet zijn.

(30)

Posities waarvan de gewijzigde duration veel langer is dan de gewijzigde duration van de gehele portefeuille zijn niet in overeenstemming met de beleggingsstrategie van de abi en het volledig salderen ervan mag niet worden toegestaan. Aldus mag het niet aanvaardbaar zijn een shortpositie met een looptijd van 18 maanden (looptijdbandbreedte 1) met een longpositie met een looptijd van 10 jaar (looptijdbandbreedte 3) te salderen als de streefduration van de abi ongeveer 2 jaar is.

(31)

Bij de berekening van de blootstelling kunnen abi’s eerst de hedgingregelingen identificeren. De bij deze regelingen betrokken derivaten worden vervolgens van de berekening van de algemene blootstelling uitgesloten. Abi’s moeten een exacte berekening gebruiken bij hedgingregelingen. Abi’s mogen geen durationsalderingregels gebruiken bij de berekening van de hedging. De durationsalderingregels mogen worden gebruikt om de resterende rentederivaten in hun overeenkomstige posities in onderliggende activa om te zetten.

(32)

Ingevolge Richtlijn 2011/61/EU dient een abi-beheerder ervoor te zorgen dat de potentiële beroepsaansprakelijkheidsrisico’s die uit zijn activiteiten voortvloeien op passende wijze middels bijkomend eigen vermogen of middels een beroepsaansprakelijkheidsverzekering zijn gedekt. Voor de uniforme toepassing van deze bepaling is consensus vereist over de te dekken potentiële beroepsaansprakelijkheidsrisico’s. In de algemene specificatie van de risico’s die voortvloeien uit een beroepsnalatigheid van de abi-beheerder moeten de kenmerken van de relevante risicogebeurtenissen worden bepaald en de reikwijdte van de potentiële beroepsaansprakelijkheid worden geïdentificeerd, inclusief bij schade of verlies veroorzaakt door personen die rechtstreeks activiteiten verrichten waarvoor de abi-beheerder juridisch verantwoordelijk is, zoals de bestuurders, directeurs of personeelsleden van de abi-beheerder, en personen die activiteiten verrichten uit hoofde van een met de abi-beheerder getroffen delegatieregeling. Overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 2011/61/EU moet bij delegatie of onderdelegatie de aansprakelijkheid van de abi-beheerder onverlet blijven en dient de abi-beheerder in toereikende dekking te voorzien voor beroepsrisico’s in verband met derden voor wie hij juridisch aansprakelijk is.

(33)

Om consensus over de algemene specificatie te verzekeren, moet een lijst van voorbeelden als benchmark worden gebruikt voor het identificeren van potentiële risicogebeurtenissen ten aanzien van beroepsaansprakelijkheid. Die lijst moet een grote verscheidenheid van gebeurtenissen omvatten die voortvloeien uit onachtzaamheid, vergissingen of nalatigheid, zoals het verlies van bewijsstukken voor het eigendomsrecht op beleggingen, onjuiste voorstellingen, of niet-nakoming van de diverse verplichtingen of taken waarmee de abi-beheerder belast is. De lijst moet ook de nalatigheid omvatten om met behulp van toereikende internecontrolesystemen bedrieglijk gedrag binnen de organisatie van de abi-beheerder te voorkomen. Schade als gevolg van het nalatig zijn in het betrachten van voldoende gepaste zorgvuldigheid naar aanleiding van een bedrieglijk gebleken belegging zou ertoe leiden dat de abi-beheerder professioneel aansprakelijk is en die aansprakelijkheid dient op passende wijze gedekt te zijn. Verliezen doordat een belegging aan waarde heeft verloren als gevolg van ongunstige marktvoorwaarden dienen echter niet gedekt te zijn. De lijst moet ook niet naar behoren uitgevoerde waarderingen omvatten, waaronder dient te worden verstaan een waarderingsnalatigheid in strijd met artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU en de overeenkomstige gedelegeerde handelingen.

(34)

Overeenkomstig hun risicobeheerverplichtingen moeten abi-beheerders over passende kwalitatieve internecontrolemechanismen beschikken om operationele nalatigheden, inclusief beroepsaansprakelijkelijkheidsrisico’s, te vermijden of te beperken. Bijgevolg moet een abi-beheerder in het kader van zijn risicobeheerbeleid over toereikende gedragslijnen en procedures voor operationeel risicobeheer beschikken die aangepast zijn aan de aard, de schaal en de complexiteit van zijn bedrijf. Die procedures en gedragslijnen moeten het in ieder geval mogelijk maken een databank met verliesgegevens op te zetten ten behoeve van het beoordelen van het operationele risicoprofiel.

(35)

Om ervoor te zorgen dat bijkomend eigen vermogen en beroepsaansprakelijkheidsverzekering potentiële beroepsaansprakelijkheidsrisico’s dekken, moeten voor het bepalen van het gepaste dekkingsniveau kwantitatieve minimumbenchmarks worden vastgesteld. Dergelijke kwantitatieve benchmarks moeten door de abi-beheerder worden uitgedrukt als een specifiek percentage van de waarde van de portefeuilles van de beheerde abi’s, berekend als de totale absolute waarde van alle activa van alle beheerde abi’s, ongeacht of deze door het gebruik van hefboomfinanciering of met geld van de beleggers verworven zijn. In dit verband moeten derivaten tegen hun marktprijs worden gewaardeerd aangezien zij tegen die prijs zouden kunnen worden vervangen. Aangezien dekking middels beroepsaansprakelijkheidsverzekering uit de aard onzekerder is dan dekking door middel van bijkomend eigen vermogen, moeten verschillende percentages gelden voor de twee verschillende instrumenten die voor de dekking van het beroepsaansprakelijkheidsrisico worden gebruikt.

(36)

Om ervoor te zorgen dat een beroepsaansprakelijkheidsverzekering daadwerkelijk verliezen dekt die uit verzekerde gebeurtenissen voortvloeien, moet zij worden afgesloten bij een verzekeringsonderneming die een vergunning heeft voor het aanbieden van beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Daartoe behoren EU-verzekeringsondernemingen en niet-EU-ondernemingen voor zover deze op grond van het uniale of nationale recht een dergelijke verzekeringsdienst mogen aanbieden.

(37)

Om enige speelruimte te laten bij het ontwikkelen van passende beroepsaansprakelijkheidsverzekering moeten de abi-beheerder en de verzekeringsmaatschappij een akkoord kunnen sluiten over een clausule op grond waarvan een bepaald bedrag als eerste deel van elk verlies door de abi-beheerder wordt gedragen (eigen risico). Indien over een dergelijk eigen risico een akkoord wordt gesloten, moet de abi-beheerder eigen vermogen verstrekken dat met het door de abi-beheerder te dragen vastgestelde franchise overeenstemt. Dergelijk eigen vermogen dient bovenop het aanvangskapitaal van de abi-beheerder en het ingevolge artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU te verstrekken eigen vermogen van de abi-beheerder te komen.

(38)

In beginsel moet de toereikendheid van de dekking via bijkomend eigen vermogen of beroepsaansprakelijkheidsverzekering ten minste eenmaal per jaar worden getoetst. De abi-beheerder moet echter over procedures beschikken die doorlopende bewaking van de totale waarde van de beheerde abi-portefeuilles en doorlopende aanpassingen van het bedrag van dekking van beroepsaansprakelijkheidsrisico’s waarborgen mochten er significante mismatches worden vastgesteld. Voorts kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van een abi-beheerder het minimumvereiste voor bijkomend eigen vermogen verlagen of verhogen na het in aanmerking nemen van het risicoprofiel van de abi-beheerder, zijn verliesgeschiedenis en de toereikendheid van zijn bijkomend eigen vermogen of beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

(39)

Richtlijn 2011/61/EU vereist dat de abi-beheerder zich inzet voor de belangen van de abi, de beleggers in de abi en de integriteit van de markt. Abi-beheerders moeten bijgevolg passende gedragslijnen en procedures toepassen waardoor zij wanpraktijken zoals markttiming of late handel kunnen voorkomen. Markttimers profiteren van achterhaalde prijzen voor portefeuille-effecten die van invloed zijn op de berekening van de intrinsieke waarde van de abi of kopen rechten van deelneming van de abi en betalen deze binnen enkele dagen terug en profiteren van de manier waarop de intrinsieke waarde van de abi wordt berekend. Late handel houdt in dat orders worden geplaatst om rechten van deelneming van abi’s na een bepaald afsluitmoment, maar tegen de prijs van vóór dat afsluitmoment, te kopen of terug te betalen. Beide wanpraktijken schaden de belangen van langetermijnbeleggers aangezien deze hun rendement verwateren en nadelige effecten hebben op het rendement van de abi omdat zij de transactiekosten verhogen en het portefeuillebeheer verstoren. Abi-beheerders moeten voorts passende procedures instellen om te garanderen dat de abi efficiënt wordt beheerd en moeten handelen op een wijze dat geen ongepaste kosten aan de abi en de beleggers worden aangerekend.

(40)

Overeenkomstig de aanpak die voor icbe-beheerders geldt, moeten abi-beheerders een grote zorgvuldigheid bij de selectie en bewaking van beleggingen aan de dag leggen. Zij moeten over passende professionele expertise en kennis beschikken in verband met activa waarin abi’s hebben belegd. Om te garanderen dat beleggingsbeslissingen met inachtneming van de beleggingsstrategie en, indien van toepassing, de risicolimieten van de beheerde abi’s worden uitgevoerd, moeten abi-beheerders schriftelijke gedragslijnen en procedures inzake due diligence instellen en uitvoeren. Deze gedragslijnen en procedures dienen periodiek getoetst en geactualiseerd te worden. Wanneer abi-beheerders in bepaalde soorten activa voor de lange termijn, minder liquide activa zoals vastgoed of partnerschapsbelangen beleggen, moeten ook voor de onderhandelingsfase due diligence-vereisten gelden. De activiteiten die de abi-beheerder verricht alvorens een akkoord af te sluiten, moeten goed gedocumenteerd zijn om aan te tonen dat deze met het economische en financiële plan en derhalve met de duur van de abi overeenstemmen. Abi-beheerders moeten notulen van de relevante vergaderingen, de voorbereidende documentatie en de economische en financiële analyse die is verricht voor het beoordelen van de haalbaarheid van het project en de contractuele verbintenis bijhouden.

(41)

De vereiste dat abi-beheerders met gepaste bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid handelen, moet ook gelden indien de abi-beheerder een prime broker of tegenpartij aanstelt. De abi-beheerder mag slechts die prime brokers en tegenpartijen selecteren en aanstellen welke aan doorlopend toezicht onderworpen zijn, financieel gezond zijn en over de noodzakelijke organisatiestructuur beschikken die aangepast is aan de diensten welke aan de abi-beheerder of de abi moeten worden verleend. Om ervoor te zorgen dat de belangen van beleggers toereikend worden beschermd, is het belangrijk te verduidelijken dat een van de criteria waaraan de financiële gezondheid dient te worden getoetst het feit is of prime brokers of tegenpartijen al dan niet aan relevante prudentiële regulering, inclusief toereikende kapitaalvereisten, en effectief toezicht zijn onderworpen.

(42)

Overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, die vereist dat abi-beheerders loyaal, billijk en met de nodige bekwaamheid handelen, moeten personen die daadwerkelijk het bedrijf van de abi-beheerder leiden en die lid van het bestuursorgaan of, ingeval van entiteiten die geen bestuursorgaan hebben, van de directie zijn voldoende kennis, vaardigheden en ervaring hebben om hun taken uit te oefenen, met name om de risico’s te begrijpen die met de activiteit van de abi-beheerder verband houden. Overeenkomstig het groenboek van de Commissie inzake corporate governance in de financiële sector (2) moeten personen die het bedrijf van de abi-beheerder daadwerkelijk leiden ook voldoende tijd besteden aan het verrichten van hun taken bij de abi-beheerder en eerlijk, integer en met onafhankelijkheid van geest handelen om onder meer de beslissingen van de directie daadwerkelijk te beoordelen en ter discussie te stellen.

(43)

Om te garanderen dat de relevante activiteiten naar behoren worden verricht, moeten abi-beheerder personeel in dienst hebben met de nodige vaardigheden, kennis en expertise om de aan hen opgedragen taken uit te voeren.

(44)

Abi-beheerders die de dienst van beheer van individuele beleggingsportefeuilles aanbieden, moeten voldoen aan de inducementregels die zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (3). Om redenen van consistentie moeten die beginselen zich uitstrekken tot abi-beheerders die de dienst van beheer van collectieve beleggingsportefeuilles en verhandeling aanbieden. In het jaarverslag van de abi-beheerder dient het bestaan, de aard en het bedrag van de vergoeding, de provisie of het voordeel of, indien het bedrag niet kan worden achterhaald, van de wijze van berekening van dit bedrag, te worden bekendgemaakt.

(45)

Beleggers in abi’s moeten soortgelijke bescherming genieten als cliënten van abi-beheerders aan wie abi-beheerders de dienst van het beheer van individuele beleggingsportefeuilles aanbieden omdat zij in een dergelijk geval moeten voldoen aan de regels inzake optimale uitvoering die zijn vastgesteld in Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (4) en Richtlijn 2006/73/EG. Er moet echter met de verschillen tussen de diverse soorten activa waarin abi’s hebben belegd rekening worden gehouden omdat optimale uitvoering bijvoorbeeld niet relevant is wanneer de abi-beheerder belegt in vastgoed of partnerschapsbelangen en de belegging gebeurt na uitgebreide onderhandelingen over de voorwaarden van de overeenkomst. Indien er geen keuze mogelijk is uit verschillende plaatsen van uitvoering moet de abi-beheerder ten genoegen van de bevoegde autoriteiten en auditors kunnen bewijzen dat er geen keuze mogelijk is uit verschillende plaatsen van uitvoering.

(46)

Om redenen van consistentie met vereisten die voor icbe-beheerders gelden, moeten de regels inzake verwerking van orders en inzake samenvoeging en toewijzing van handelsorders voor abi-beheerders gelden wanneer zij beheer van collectieve beleggingsportefeuilles aanbieden. Dergelijke regels dienen echter niet te gelden indien de belegging in activa gebeurt na uitgebreide onderhandelingen over de voorwaarden van de overeenkomst, zoals bij belegging in vastgoed, partnerschapsbelangen of niet-beursgenoteerde ondernemingen, aangezien in dergelijke gevallen geen order wordt uitgevoerd.

(47)

Het is belangrijk de situaties te specificeren waarin zich waarschijnlijk belangenconflicten zullen voordoen, met name indien er een vooruitzicht is op financieel gewin of vermijding van financieel verlies of indien financiële of andere prikkels worden verstrekt om het gedrag van de abi-beheerder op een dergelijke wijze te sturen dat het gunstig is voor bepaalde belangen die ten koste gaan van belangen van andere partijen, zoals een andere abi, haar cliënten, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) of andere cliënten van de abi-beheerder.

(48)

In het kader van het door de abi-beheerder ingestelde beleid inzake belangenconflicten moeten situaties worden geïdentificeerd waarin door de abi-beheerder uitgevoerde activiteiten belangenconflicten kunnen vormen die wel of niet tot potentiële risico’s leiden van beschadiging van de belangen van de abi of de belangen van haar beleggers. Om deze te identificeren, moet de abi-beheerder niet alleen rekening houden met de activiteit van beheer van collectieve beleggingsportefeuilles, maar ook met andere activiteiten die hij mag uitvoeren, inclusief activiteiten van zijn gedelegeerden, gesubdelegeerden, externe taxateur of tegenpartij.

(49)

Overeenkomstig de aanpak die in Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (5) voor icbe-beheermaatschappijen en in Richtlijn 2004/39/EG voor beleggingsondernemingen in aanmerking wordt genomen, moeten abi-beheerders procedures en maatregelen vaststellen om te verzekeren dat relevante personen die betrokken zijn bij verschillende bedrijfsactiviteiten welke belangenconflicten met zich mee kunnen brengen deze activiteiten op een onafhankelijk niveau uitvoeren, aangepast aan de omvang en de activiteiten van de abi-beheerder.

(50)

Het is van essentieel belang te voorzien in een algemeen kader overeenkomstig hetwelk belangenconflicten in voorkomend geval moeten worden beheerd en openbaargemaakt. De in dergelijke situaties te volgen nadere stappen en procedures moeten in het kader van het door de abi-beheerder in te voeren beleid inzake belangenconflicten worden verduidelijkt.

(51)

Een van de centrale componenten van een risicobeheersysteem is een permanente risicobeheerfunctie. Ter wille van de consistentie moeten de taken en verantwoordelijkheden ervan vergelijkbaar zijn met die welke bij Richtlijn 2010/43/EU van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft organisatorische eisen, belangenconflicten, bedrijfsvoering, risicobeheer en inhoud van de overeenkomst tussen een bewaarder en een beheermaatschappij (6) aan de permanente risicobeheerfunctie in icbe-beheermaatschappijen worden toegewezen. Deze functie moet een hoofdrol spelen bij het vormgeven van het risicobeleid van de abi, de risicobewaking en de risicometing om ervoor te zorgen dat het risiconiveau doorlopend aan het risicoprofiel van de abi voldoet. De permanente risicobeheerfunctie moet beschikken over het noodzakelijke gezag, toegang tot alle relevante informatie en regelmatige contacten met de directie en het bestuursorgaan van de abi-beheerders om aan hen actualiseringen te verstrekken zodat zij indien nodig snel herstelmaatregelen kunnen nemen.

(52)

Het risicobeheerbeleid vormt een andere pijler van het risicobeheersysteem. Dat beleid moet op passende wijze zijn gedocumenteerd en toelichting omvatten over met name maatregelen en procedures die worden ingezet om risico’s te meten en te beheren, voorzorgsmaatregelen voor onafhankelijke uitvoering van de risicobeheerfunctie, voor het beheren van risico’s gebruikte technieken en bijzonderheden inzake de toewijzing van verantwoordelijkheden inzake risicobeheer en operationele procedures binnen de abi-beheerder. Om de doeltreffendheid ervan te verzekeren, moet het risicobeheerbeleid ten minste jaarlijks door de directie worden getoetst.

(53)

Zoals vereist bij Richtlijn 2011/61/EU moet de functie van risicobeheer functioneel en hiërarchisch gescheiden zijn van de uitvoerende afdelingen. Aldus moet worden verduidelijkt dat die scheiding tot aan het bestuursorgaan van de abi-beheerder moet zijn doorgetrokken en dat diegenen die met de risicobeheerfunctie belast zijn geen conflicterende taken mogen uitvoeren of onder toezicht mogen staan van iemand die met conflicterende taken is belast.

(54)

Het is van essentieel belang de voorzorgsmaatregelen te specificeren die door de abi-beheerder in ieder geval moeten worden aangewend om de onafhankelijke uitvoering van de risicobeheerfunctie te verzekeren en met name te verzekeren dat aan diegenen die de risicobeheerfunctie verrichten geen conflicterende taken worden toevertrouwd, dat zij beslissingen nemen op basis van gegevens die zij op passende wijze kunnen beoordelen en dat het besluitvormingsproces kan worden getoetst.

(55)

Hoewel Richtlijn 2011/61/EU geen beleggingsbeperkingen aan abi’s oplegt, kunnen de door elke abi gelopen risico’s niet effectief worden beheerd als door abi-beheerders niet vooraf risicolimieten zijn vastgesteld. De risicolimieten moeten in overeenstemming zijn met het risicoprofiel van de abi en moeten aan beleggers worden bekendgemaakt overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU.

(56)

Om redenen van consistentie steunen de vereisten betreffende identificatie, meting en bewaking van risico’s op soortgelijke bepalingen van Richtlijn 2010/43/EU. Abi-beheerders moeten op passende wijze met de mogelijke gevoeligheid van hun risicometingstechnieken en -modellen omgaan door stresstests, backtests en scenarioanalyse uit te voeren. Indien uit stresstests en scenarioanalyse een bepaalde gevoeligheid voor een gegeven reeks omstandigheden blijkt, moeten abi-beheerders onmiddellijk optreden en corrigerende maatregelen nemen.

(57)

Richtlijn 2011/61/EU vereist dat de Commissie de liquiditeitsbeheersystemen en -procedures specificeert die de abi-beheerder in staat stellen het liquiditeitsrisico van de abi te bewaken, behalve indien de abi een abi zonder hefboomfinanciering van het closed-end-type is, en waarborgen dat het liquiditeitsprofiel van de beleggingen van de abi met haar onderliggende verplichtingen overeenkomt. Bijgevolg is het belangrijk voor alle abi-beheerders fundamentele algemene vereisten vast te stellen waarvan de toepassing aangepast moet zijn aan de omvang, de structuur en de aard van de door de betrokken abi-beheerder beheerde abi’s.

(58)

Abi-beheerders moeten ten genoegen van hun bevoegde autoriteiten kunnen aantonen dat passende en effectieve liquiditeitsbeheergedragslijnen en -procedures zijn ingevoerd. Daartoe moet op gepaste wijze rekening worden gehouden met de aard van de abi, inclusief het soort onderliggende activa en de mate waarin de abi aan liquiditeitsrisico is blootgesteld, de schaal en de complexiteit van de abi of de complexiteit van het proces om activa te liquideren of te verkopen.

(59)

Liquiditeitsbeheersystemen en -procedures kunnen abi-beheerders in staat stellen de instrumenten en regelingen toe te passen die noodzakelijk zijn om met illiquide activa en daarmee verband houdende waarderingsproblemen om te gaan teneinde aan terugbetalingsverzoeken te voldoen. Dergelijke instrumenten en regelingen kunnen, indien toegestaan op grond van het nationale recht, gates, gedeeltelijke terugbetalingen, tijdelijke leningen, opzeggingstermijnen en pools van liquide activa omvatten. „Side pockets” en andere mechanismen waarbij bepaalde activa van de abi aan soortgelijke regelingen tussen de abi en haar beleggers onderworpen zijn, moeten als „bijzondere regelingen” worden beschouwd omdat zij van invloed zijn op de specifieke terugbetalingsrechten van de beleggers in de abi. De opschorting van terugbetalingsmechanismen van een abi mag niet als een bijzondere regeling worden beschouwd aangezien deze op alle activa van de abi en alle abi-beleggers van toepassing is. Het gebruik van instrumenten en bijzondere regelingen om liquiditeit te beheren, moet afhankelijk worden gesteld van concrete omstandigheden en moet variëren volgens de aard, de schaal en de beleggingsstrategie van de abi.

(60)

Het vereiste om het liquiditeitsbeheer van onderliggende instellingen voor collectieve belegging waarin abi’s beleggen te bewaken alsook de vereisten om instrumenten en regelingen in te voeren om liquiditeitsrisico te beheren en belangenconflicten tussen beleggers te identificeren, te beheren en te bewaken, mag niet gelden voor abi-beheerders die abi’s van het closed-end-type beheren, ongeacht of zij geacht worden hefboomfinanciering aan te wenden. De vrijstelling van die liquiditeitsbeheervereisten in verband met terugbetaling moet de verschillen in de algemene terugbetalingsvoorwaarden van beleggers in een abi van het closed-end-type vergeleken met die in een abi van het open-ended-type weerspiegelen.

(61)

Het gebruik van minimumlimieten betreffende de liquiditeit of illiquiditeit van de abi kan voor bepaalde soorten abi-beheerders een effectief bewakinginstrument vormen. Overschrijding van een limiet vereist op zich mogelijk geen optreden van de abi-beheerder aangezien dit van de feiten en omstandigheden en de door de abi-beheerder vastgestelde toleranties afhangt. In de praktijk kunnen limieten aldus worden gebruikt om de gemiddelde dagelijkse terugbetaling in vergelijking met de fondsliquiditeit in termen van dagen gedurende dezelfde periode te bewaken. Daarvan zou ook gebruik kunnen worden gemaakt om ter ondersteuning van stresstestscenario’s de beleggersconcentratie te bewaken. Die limieten zouden triggers kunnen zijn voor, afhankelijk van de omstandigheden, constante bewaking of verhelpende actie.

(62)

Bij de stresstests moeten, indien passend, tekort aan liquiditeit van de activa alsook atypische terugbetalingsverzoeken worden gesimuleerd. Er dient met recente en verwachte toekomstige inschrijvingen en terugbetalingen alsook met de impact van de verwachte abi-prestaties in vergelijking met fondsen met een vergelijkbare activiteit rekening te worden gehouden. De abi-beheerder moet nagaan hoeveel tijd nodig is om in de gesimuleerde stress-scenario’s aan de terugbetalingsverzoeken te voldoen. De abi-beheerder moet eveneens stresstests uitvoeren in verband met marktfactoren zoals wisselkoersbewegingen die materieel een impact op het kredietprofiel van de abi-beheerder of dat van de abi en bijgevolg de zekerheidsvereisten kunnen hebben. De abi-beheerder moet in zijn aanpak van stresstests of scenarionanalyse rekening houden met de gevoeligheid van waarderingen in stressomstandigheden.

(63)

De frequentie waarmee stresstests moeten worden verricht, moet afhangen van de aard van de abi, de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel, het soort belegger en het terugbetalingsbeleid van de abi. Verwacht wordt echter dat die tests ten minste jaarlijks worden verricht. Wanneer uit de stresstests een significant hoger dan verwacht liquiditeitsrisico blijkt, moet de abi-beheerder handelen in het belang van alle abi-beleggers, rekening houdend met het liquiditeitsprofiel van de activa van de abi, het niveau van terugbetalingsverzoeken en indien passend de toereikendheid van de liquiditeitsbeheergedragslijnen en -procedures.

(64)

Richtlijn 2011/61/EU vereist dat de Commissie specificeert op welke wijze de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid op elkaar moeten worden afgestemd. De consistentie tussen die drie elementen is gewaarborgd als beleggers hun beleggingen overeenkomstig het abi-terugbetalingsbeleid, waarbij voorwaarden voor terugbetaling in zowel normale als uitzonderlijke omstandigheden moeten zijn vastgesteld, en op een wijze waarbij beleggers eerlijk worden behandeld, terugbetaald kunnen krijgen.

(65)

Richtlijn 2011/61/EU vereist sectoroverschrijdende consistentie en het opheffen van slechte afstemming tussen de belangen van initiators die leningen tot verhandelbare effecten herverpakken en abi-beheerders die namens abi’s in die effecten of andere financiële instrumenten beleggen. Om dat doel te bereiken, is rekening gehouden met de relevante bepalingen van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (7) waarin de kwantitatieve en kwalitatieve vereisten zijn vastgesteld waaraan door aan het kredietrisico van een securitisatie blootgestelde beleggers, door initiators en door sponsors moet worden voldaan. Aangezien dezelfde doelstelling van afstemming van de belangen van de initiator of de sponsor en de belangen van beleggers door deze verordening en de relevante bepalingen van Richtlijn 2006/48/EG wordt nagestreefd, is het van essentieel belang dat de terminologie in beide rechtshandelingen consistent wordt gebruikt; bijgevolg gelden de definities in Richtlijn 2006/48/EG als referentie. Aangezien het Comité van Europese bankentoezichthouders, de voorganger van de Europese Bankautoriteit, nadere richtsnoeren voor de interpretatie van de relevante bepalingen van Richtlijn 2006/48/EG heeft gegeven (8), dienen voor het totstandbrengen van sectoroverschrijdende consistentie de huidige bepalingen die erop gericht zijn de belangen van de initiators, sponsors en abi-beheerders op elkaar af te stemmen in het licht van die richtsnoeren te worden geïnterpreteerd.

(66)

Het is belangrijk dat transacties waarbij leningen in verhandelbare effecten worden herverpakt niet op zodanig wijze zijn gestructureerd dat de toepassing van de vereisten betreffende beleggingen in securitisatieposities wordt vermeden. Bijgevolg dient een belegging in verhandelbare effecten of andere financiële instrumenten op basis van herverpakte leningen niet strikt als een rechtsgeldige en bindende overdracht van het eigendomsrecht op dergelijke instrumenten, maar als een belegging in materiële economische zin worden geïnterpreteerd, zodat alle andere vormen van synthetische beleggingen hieronder moeten vallen en aan de specifieke vereisten onderworpen moeten zijn. Om misverstanden te vermijden en de taal af te stemmen op die welke in de bankwetgeving wordt gebruikt, moeten de termen „aanvaarding van blootstelling aan het kredietrisico van een securitisatie” worden gebruikt in plaats van „belegging in verhandelbare effecten of andere financiële instrumenten op basis van herverpakte leningen”.

(67)

De vereisten waaraan door instellingen die als initiator, sponsor of oorspronkelijke verstrekker van een securitisatie optreden, moet worden voldaan, worden hen rechtstreeks opgelegd middels Richtlijn 2006/48/EG. Het is bijgevolg belangrijk de overeenkomstige taken te beschrijven van een abi-beheerder die blootstelling aan securitisaties aanvaardt. Bijgevolg mag de abi-beheerder blootsteling aan securitisaties enkel aanvaarden als de initiator, de sponsor of de oorspronkelijke verstrekker aan de abi-beheerder expliciet heeft bekendgemaakt dat hij een significant economisch belang in het onderliggende activum behoudt, bekend als behoudvereiste. Voorts moet de abi-beheerder garanderen dat diverse kwalitatieve vereisten die via Richtlijn 2006/48/EG aan de sponsor en de initiator worden opgelegd, worden nageleefd. Bovendien moet de abi-beheerder zelf aan kwalitatieve vereisten voldoen om de securitisatiebelegging en de onderliggende blootstelling geheel en diepgaand te begrijpen. Om dat doel te bereiken, mogen abi-beheerders hun beleggingsbeslissing pas nemen na het verrichten van zorgvuldige due diligence, die hun voldoende kennis van en informatie over de betrokken securitisaties heeft opgeleverd.

(68)

Er zijn omstandigheden waarin entiteiten voldoen aan de definitie van initiator of sponsor, of de rol van oorspronkelijke verstrekker vervullen; het kan echter voorkomen dat een andere entiteit die noch aan de definitie van initiator of sponsor voldoet, noch de rol van oorspronkelijke verstrekker vervult — maar waarvan de belangen optimaal op die van beleggers zijn afgestemd — tracht de behoudvereiste te vervullen. Ter wille van de rechtszekerheid dient een dergelijke andere entiteit niet verplicht worden de behoudvereiste te vervullen als de behoudvereiste door de initiator, de sponsor of de oorspronkelijke verstrekker wordt vervuld.

(69)

Bij een inbreuk op de behoudvereiste of de kwalitatieve vereisten moet de abi-beheerder overwegen bepaalde corrigerende maatregelen te nemen, zoals hedging, verkoop of vermindering van de blootstelling of het benaderen van de partij die de behoudvereiste overtreedt om deze opnieuw na te leven. Dergelijke corrigerende maatregelen moeten altijd in het belang zijn van de beleggers en mogen geen rechtstreekse verplichting inhouden om de activa onmiddellijk te verkopen nadat de inbreuk is gebleken, waardoor een „verkoop tegen afbraakprijzen” wordt vermeden. De abi-beheerder moet met de inbreuk rekening houden wanneer hij overweegt nog een belegging te doen in een nieuwe transactie waarbij de partij die inbreuk maakt op de vereiste betrokken is.

(70)

Teneinde te voldoen aan de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU om interne procedures en organisatorische regelingen te specificeren die elke abi-beheerder moet toepassen, moeten abi-beheerders verplicht worden een goed gedocumenteerde organisatiestructuur in te stellen die duidelijk verantwoordelijkheden toewijst, controlemechanismen bepaalt en een goede informatiestroom tussen alle betrokken partijen waarborgt. Abi-beheerders moeten ook systemen opzetten om informatie te beveiligen en bedrijfscontinuïteit te verzekeren. Bij het instellen van die procedures en structuren moeten abi-beheerders rekening houden met het evenredigheidsbeginsel op grond waarvan procedures, mechanismen en de organisatiestructuur mogen worden afgestemd op de aard, de schaal en de complexiteit van het bedrijf van de abi-beheerder en op de aard en de reikwijdte van de activiteiten die in het kader van zijn bedrijf worden uitgevoerd.

(71)

Informatieverstrekking aan beleggers is van primordiaal belang om die beleggers te beschermen, dus moeten abi-beheerders passende gedragslijnen en procedures uitvoeren om ervoor te zorgen dat de terugbetalingsvoorwaarden die op een bepaalde abi van toepassing zijn voldoende gedetailleerd en voldoende opvallend aan beleggers worden bekendgemaakt voordat zij beleggen en in geval van materiële wijzigingen. Daartoe kunnen behoren bekendmaking van opzeggingstermijnen in verband met terugbetalingen, bijzonderheden inzake lock-upperiodes, vermelding van omstandigheden waarin normale terugbetalingsmechanismen mogelijk niet van toepassing zijn of worden opgeschort, en bijzonderheden inzake alle maatregelen die door het bestuursorgaan kunnen worden overwogen, zoals gates, side pocketing, aangezien deze een impact hebben op de specifieke terugbetalingsrechten van beleggers in de gegeven abi.

(72)

Teneinde ervoor te zorgen dat de relevante activiteiten naar behoren worden verricht, moeten abi-beheerders met name van geschikte elektronische systemen gebruikmaken om de vastleggingsvereisten ten aanzien van portefeuilletransacties of inschrijvings- en terugbetalingsorders te vervullen en gedragsregels en procedures op het gebied van financiële verslaggeving instellen, uitvoeren en aanhouden om te garanderen dat de berekening van de intrinsieke waarde wordt uitgevoerd als vereist in Richtlijn 2011/61/EU en deze verordening.

(73)

Om consistentie met de bij Richtlijn 2009/65/EG aan icbe-beheerders opgelegde vereisten te garanderen, moeten aan het bestuursorgaan, de directie of, indien relevant, de toezichtfunctie van de abi-beheerder soortgelijke taken worden toevertrouwd waaraan toereikende verantwoordelijkheden moeten worden toegewezen. Een dergelijke toewijzing van verantwoordelijkheden moet echter in overeenstemming zijn met de taak en verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan, de directie en de toezichtfunctie op grond van het toepasselijke nationale recht. De directie kan sommige of alle leden van het bestuursorgaan omvatten.

(74)

De vereiste om een permanente en effectieve compliancefunctie in te stellen, moet door de abi-beheerder te allen tijde worden vervuld, ongeacht de omvang en de complexiteit van zijn bedrijf. Bijzonderheden inzake de technische en personele organisatie van de compliancefunctie moeten echter afgestemd zijn op de aard, de schaal en de complexiteit van het bedrijf van de abi-beheerder en de aard en het gamma van zijn diensten en activiteiten. De abi-beheerder dient niet verplicht te worden een onafhankelijke compliance-eenheid op te richten als een dergelijke vereiste onevenredig zou zijn gezien de omvang van de abi-beheerder of de aard, de schaal en de complexiteit van zijn bedrijf.

(75)

Waarderingsstandaarden verschillen per rechtsgebied en activaklasse. Deze verordening moet de gemeenschappelijke algemene regels aanvullen en benchmarks vaststellen voor abi-beheerders bij het ontwikkelen en uitvoeren van passende en consistente gedragsregels en procedures voor de behoorlijke en onafhankelijke waardering van de activa van abi’s. De gedragsregels en procedures moeten de verplichtingen, taken en verantwoordelijkheden beschrijven die betrekking hebben op alle bij de waardering betrokken partijen, inclusief externe taxateurs.

(76)

De waarde van activa kan op verschillende manieren worden bepaald, zoals door verwijzing naar waarneembare koersen op een actieve markt of middels een raming met behulp van andere waarderingsmethodieken overeenkomstig het nationale recht, de abi-regels of de abi-statuten. Aangezien de waarde van afzonderlijke activa en passiva aan de hand van verschillende methodieken kan worden bepaald en aan verschillende bronnen kan worden ontleend, moet de abi-beheerder de waarderingstechnieken die hij gebruikt, bepalen en beschrijven.

(77)

Indien voor het waarderen van activa een model wordt gebruikt, moeten in de waarderingsprocedures en -gedragsregels de hoofdkenmerken van het model worden vermeld. Alvorens dat model wordt gebruikt, moet het onderworpen worden aan een validatieproces dat wordt uitgevoerd door een interne of externe persoon die niet bij het proces van ontwikkeling van het model was betrokken. Een persoon moet worden geacht gekwalificeerd te zijn voor het uitvoeren van een validatieproces met betrekking tot het model dat wordt gebruikt om activa te waarderen als hij in het bezit is van toereikende vakbekwaamheid en ervaring in de waardering van activa door middel van dergelijke modellen; een dergelijke persoon kan een auditor zijn.

(78)

Aangezien abi’s opereren in een dynamische omgeving waar beleggingsstrategieën na verloop van tijd kunnen veranderen, moeten waarderingsgedragsregels en -procedures ten minste jaarlijks en in ieder geval voordat abi’s met een nieuwe beleggingsstrategie of een nieuw soort activum werken, worden getoetst. Alle wijzigingen in de waarderingsgedragsregels en -procedures, inclusief waarderingsmethodieken, moeten een voorafbepaald proces volgen.

(79)

De abi-beheerder moet garanderen dat de afzonderlijke activa van een abi naar behoren zijn gewaardeerd, overeenkomstig de waarderingsgedragsregels en -procedures. Voor bepaalde activa, met name complexe en illiquide financiële instrumenten, is er een hoger risico van ongepaste waardering. Om een dergelijke situatie aan te pakken, moet de abi-beheerder voldoende controles invoeren om te garanderen dat een passende mate van objectiviteit aan de waarde van de activa van de abi kan worden gehecht.

(80)

Berekening van de intrinsieke waarde per recht van deelneming of aandeel is onderworpen aan nationaal recht en, naargelang van de situatie, het fondsreglement of de statuten. Deze verordening geldt alleen voor de procedure voor de berekening, en niet de methodologie van de berekening. De abi-beheerder mag zelf de berekening van de intrinsieke waarde per recht van deelneming of per aandeel uitvoeren uit hoofde van de administratietaken die hij voor de abi verricht. Bij wijze van alternatief mag een derde worden aangesteld om administratie, inclusief berekening van de intrinsieke waarde, te verrichten. Een derde die de berekening van de intrinsieke waarde voor een abi uitvoert, mag voor de toepassing van Richtlijn 2011/61/EU niet als een externe taxateur worden beschouwd zolang hij geen waarderingen voor afzonderlijke activa, inclusief die welke subjectieve beoordeling vereisen, verstrekt, maar bij het berekeningsproces waarden betrekt die van de abi-beheerder, prijsstellingsbronnen of een externe taxateur zijn verkregen.

(81)

Er zijn waarderingsprocedures die dagelijks kunnen worden verricht zoals de waardering van financiële instrumenten, maar er zijn ook waarderingsprocedures die niet met dezelfde frequentie als uitgiftes, inschrijvingen, terugbetalingen en intrekkingen kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld de waardering van vastgoed. Bij het bepalen van de frequentie van de waardering van de activa die door een open-ended fonds worden aangehouden, moet rekening worden gehouden met de verschillen in waarderingsprocedures met betrekking tot de soorten activa die door de abi worden aangehouden.

(82)

De strikte vereisten en beperkingen waaraan moet worden voldaan wanneer een abi-beheerder voornemens is de uitvoering van taken te delegeren, zijn omschreven in Richtlijn 2011/61/EU. De abi-beheerder blijft te allen tijde geheel verantwoordelijk voor de behoorlijke uitvoering van de gedelegeerde taken en de naleving daarbij van Richtlijn 2011/61/EU. De abi-beheerder moet bijgevolg garanderen dat de gedelegeerde de kwaliteitsstandaarden uitvoert en toepast die door de abi-beheerder zelf zouden worden toegepast. Tevens moet, als dat noodzakelijk is om te garanderen dat gedelegeerde taken op een consistent hoog niveau worden uitgevoerd, de abi-beheerder in staat zijn de delegatie te beëindigen en moet de delegatieregeling bijgevolg in soepele beëindigingsrechten voor de abi-beheerder voorzien. De delegatiebeperkingen en -vereisten moeten gelden voor de beheertaken die zijn omschreven in bijlage I van Richtlijn 2011/61/EU, terwijl ondersteunende taken zoals administratieve of technische taken ter ondersteuning van de beheertaken zoals logistieke steun in de vorm van schoonmaak, catering en inkoop van basisdiensten of basisproducten, niet geacht mogen worden delegatie van abi-beheerderstaken in te houden. Andere voorbeelden van technische of administratieve taken zijn het kopen van standaardsoftware „uit voorraad” en het inschakelen van softwareaanbieders voor operationele ad-hocbijstand met betrekking tot uit voorraad geleverde systemen of het verstrekken van human resources-ondersteuning zoals aantrekken van tijdelijke werknemers of loonadministratie.

(83)

Om een hoog niveau van bescherming van beleggers te garanderen en de efficiëntie van de bedrijfsvoering van de abi-beheerder te vergroten, moet de delegatie geheel op objectieve redenen steunen. Bij de beoordeling van die redenen moeten de bevoegde autoriteiten rekening houden met de structuur van de delegatie en de impact ervan op de structuur van de abi-beheerder en de interactie van de gedelegeerde activiteiten met de activiteiten die bij de abi-beheerder blijven.

(84)

Om te beoordelen of de persoon die het bedrijf van de gedelegeerde daadwerkelijk uitoefent een voldoende goede reputatie geniet, moet worden nagegaan op welke wijze de persoon zijn bedrijf uitoefent en of hij overtredingen betreffende financiële activiteiten heeft begaan. Alle andere relevante informatie betreffende persoonlijke eigenschappen die een negatieve invloed op de bedrijfsuitoefening van de persoon kunnen hebben, zoals twijfels aan zijn eerlijkheid en integriteit, moet in aanmerking worden genomen bij het beoordelen van het vereiste van voldoende goede reputatie.

(85)

Op grond van Richtlijn 2009/65/EG vergunninghoudende beleggingsmaatschappijen worden niet geacht ondernemingen te zijn die een vergunning hebben of geregistreerd zijn voor het verrichten van vermogensbeheer en onder toezicht te staan omdat zij op grond van die richtlijn geen andere activiteiten dan beheer van collectieve beleggingsportefeuilles mogen uitoefenen. Evenzo mag een intern beheerde abi niet geacht worden tot de groep van die ondernemingen te behoren omdat deze geen andere activiteiten dan het interne beheer van de abi mogen uitoefenen.

(86)

Indien de delegatie betrekking heeft op portefeuillebeheer of risicobeheer, die de kernactiviteit van de abi-beheerder vormen en bijgevolg in hoge mate relevant zijn voor de bescherming van beleggers en het systeemrisico, moeten, behalve de vereisten van artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de toezichthoudende autoriteit van de onderneming van het derde land een samenwerkingsregeling op basis van een schriftelijke overeenkomst sluiten. De regeling moet in werking zijn vóór de delegatie plaatsvindt. In de bijzonderheden inzake die overeenkomst moeten internationale standaarden in aanmerking worden genomen.

(87)

In schriftelijke regelingen moet aan bevoegde autoriteiten het recht toegewezen worden om inspecties ter plaatse uit te voeren, inclusief indien zij de op de onderneming toezicht houdende autoriteit van het derde land, waaraan taken zijn gedelegeerd, verzoeken inspecties ter plaatse uit te voeren en indien zij de toezichthoudende autoriteit van het derde land om toestemming verzoeken om de inspectie zelf uit te voeren, of om personeel van de toezichthoudende autoriteit van het derde land te vergezellen teneinde hen bij te staan bij het uitvoeren van inspecties ter plaatse.

(88)

Op basis van de in Richtlijn 2011/61/EU vastgestelde verplichtingen moeten abi-beheerders altijd de belangen behartigen van de abi’s of de beleggers in de abi’s die zij beheren. Bijgevolg mag delegatie slechts zijn toegestaan als een abi-beheerder er daardoor niet van wordt weerhouden bij zijn handelen of zijn beheer van de abi de belangen van de beleggers te behartigen.

(89)

Om een hoog niveau van bescherming van beleggers te behouden, moeten voor elke delegatie mogelijke belangenconflicten in aanmerking genomen worden. Aan de hand van verschillende criteria moeten benchmarks worden vastgesteld om situaties te identificeren die in een materieel belangenconflict zouden resulteren. Die criteria moeten geacht worden niet-exhaustief te zijn en in te houden dat niet-materiële belangenconflicten eveneens relevant zijn voor de toepassing van Richtlijn 2011/61/EU. Aldus moet de uitvoering van compliance- of audittaken geacht worden met portefeuillebeheertaken te conflicteren, terwijl marketmaking of emissiegarantie geacht moeten worden met portefeuille- of risicobeheer te conflicteren. Die verplichting doet geen afbreuk aan de verplichting van de gedelegeerde om de taken van portefeuille- en risicobeheer functioneel en hiërarchisch van elkaar te scheiden overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2011/61/EU.

(90)

De vereisten die gelden voor de delegatie van het uitvoeren van taken namens de abi-beheerder moeten van overeenkomstige toepassing zijn indien de gedelegeerde een van de aan hem gedelegeerde taken subdelegeert en ook in geval van elke verdere subdelegatie.

(91)

Om ervoor te zorgen dat de abi-beheerder in ieder geval beleggingsbeheertaken verricht, mag de abi-beheerder zijn taken niet in die mate delegeren dat hij in wezen niet meer als de beheerder van de abi kan worden beschouwd en hij een brievenbusentiteit wordt. De abi-beheerder moet te allen tijde voldoende middelen behouden om efficiënt toezicht te houden op de gedelegeerde taken. De abi-beheerder moet zelf beleggingsbeheertaken verrichten, over de noodzakelijke expertise en middelen beschikken, de bevoegdheid behouden om beslissingen te nemen die onder de verantwoordelijkheid van de directie vallen en taken in verband met de directie verrichten, hetgeen uitvoering van het algemene beleggingsbeleid en beleggingsstrategieën kan omvatten.

(92)

De beoordeling van een delegatiestructuur is een complexe oefening die gebaseerd moet zijn op een reeks criteria opdat de bevoegde autoriteiten hun oordeel kunnen vormen. De combinatie is noodzakelijk om rekening te houden met de verscheidenheid van fondsconstructies en beleggingsstrategieën in heel de Unie. De ESMA mag richtsnoeren ontwikkelen om een consistente beoordeling van delegatiestructuren in heel de Unie te garanderen.

(93)

De Commissie monitort de wijze waarop de criteria worden toegepast en de impact ervan op de markten. De Commissie toetst de situatie na twee jaar en neemt, mocht dit noodzakelijk blijken, passende maatregelen om de criteria nader te bepalen op grond waarvan de abi-beheerder geacht wordt zijn taken in die mate te hebben gedelegeerd dat hij een brievenbusmaatschappij wordt en niet langer als de beheerder van de abi kan worden beschouwd.

(94)

Richtlijn 2011/61/EU stelt een uitgebreid geheel van vereisten betreffende de bewaarder van een abi vast teneinde een hoog niveau van bescherming van beleggers te garanderen. De respectieve concrete rechten en verplichtingen van de bewaarder, de abi-beheerder en, naargelang van het geval, de abi en derden moeten bijgevolg duidelijk worden omschreven. Het schriftelijk contract moet alle bijzonderheden bevatten die noodzakelijk zijn voor de passende veilige bewaring van alle activa van de abi door de bewaarder of een derde aan wie taken inzake veilige bewaring worden gedelegeerd overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU en voor de behoorlijke vervulling door de bewaarder van zijn toezicht- en controletaken. Om de bewaarder in staat te stellen het bewaringsrisico te beoordelen en te bewaken, moet het contract voldoende gedetailleerd bepalen in welke categorieën activa de abi mag beleggen en voor de geografische gebieden gelden waarin de abi voornemens is te beleggen. Het contract moet ook bijzonderheden inzake een escalatieprocedure bevatten. Aldus moet de bewaarder de abi-beheerder waarschuwen over elk materieel risico dat bij een afwikkelingssysteem van een bepaalde markt is geïdentificeerd. Met betrekking tot de beëindiging van het contract moet dit het feit weerspiegelen dat de beëindiging van het contract het laatste redmiddel van de bewaarder is als hij er niet van overtuigd is dat de activa voldoende beschermd zijn. Daardoor moet ook moreel risico worden voorkomen waarbij de abi-beheerder ongeacht de bewaringsrisico’s beleggingsbeslissingen zou nemen op basis van het feit dat de bewaarder in de meeste gevallen aansprakelijk zou zijn. Teneinde een hoog niveau van beleggingsbescherming te behouden, moet het vereiste houdende bijzonderheden inzake bewaking van derden met betrekking tot de gehele bewaringsketen worden toegepast.

(95)

Een in een derde land gevestigde bewaarder moet onderworpen zijn aan publieke prudentiële regulering en aan prudentieel toezicht dat wordt verricht door een toezichthoudende autoriteit die bevoegd is voor doorlopend toezicht, het instellen van onderzoeken en het opleggen van sancties. Indien bij dat toezicht op de bewaarder meerdere toezichthoudende autoriteiten betrokken zijn, moet één toezichthoudende autoriteit als het aanspreekpunt optreden voor de toepassing van Richtlijn 2011/61/EU en alle ingevolge die richtlijn vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringsmaatregelen.

(96)

De beoordeling van het recht van het derde land overeenkomstig artikel 21, lid 6, laatste alinea, van Richtlijn 2011/61/EU moet gebeuren door de Europese Commissie door het vergelijken van de vergunningscriteria en de lopende voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening die gelden voor de bewaarder in het derde land met de overeenkomstige vereisten die krachtens het uniale recht op kredietinstellingen en, naargelang van het geval, of beleggingsondernemingen voor toegang tot het bedrijf van bewaarder en de uitvoering van de bewaartaken van toepassing zijn, teneinde na te gaan of de plaatselijke criteria hetzelfde effect hebben als die welke op grond van het uniale recht zijn vastgesteld. Een bewaarder die onderworpen is aan prudentieel toezicht en in het derde land een vergunning heeft op grond van een plaatselijke categorie met uitsluiting van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming mag door de Europese Commissie worden beoordeeld om na te gaan of de relevante bepalingen van het recht van het derde land hetzelfde effect hebben als die welke bij het recht van de Unie voor kredietinstellingen en, afhankelijk van het geval, voor beleggingsondernemingen zijn vastgesteld.

(97)

Opdat de bewaarder in alle gevallen een duidelijk overzicht van alle positieve en negatieve geldstromen van de abi kan hebben, moet de abi-beheerder garanderen dat de bewaarder zonder ongepast uitstel nauwkeurige informatie ontvangt betreffende alle geldstromen, inclusief van elke derde waarbij een abi-geldrekening wordt geopend.

(98)

Opdat alle geldstromen van de abi naar behoren kunnen worden bewaakt, bestaat de verplichting van de bewaarder erin te garanderen dat er procedures zijn ingevoerd en daadwerkelijk worden uitgevoerd om op passende wijze de geldstromen van de abi te bewaken en dat die procedures periodiek worden getoetst. Met name moet de bewaarder de aansluitingsprocedure onderzoeken om zich ervan te vergewissen dat de procedure geschikt is voor de abi en met passende tussenpozen wordt uitgevoerd rekening houdend met de aard, de schaal en de complexiteit van de abi. Uit hoofde van een dergelijke procedure moet bijvoorbeeld elke geldstroom als gerapporteerd in de bankrekeningoverzichten met de in de rekeningen van de abi vastgelegde geldstromen vergeleken worden. Indien aansluitingen dagelijks gebeuren zoals het geval is voor de meeste abi’s van het open-end-type moet ook de bewaarder zijn aansluiting dagelijks verrichten. De bewaarder moet met name de uit de aansluitingsprocedure gebleken discrepanties en de genomen corrigerende maatregelen bewaken teneinde zonder ongepast uitstel de abi-beheerder in kennis te stellen van elke anomalie die niet is verholpen en een volledige toetsing van de aansluitingsprocedures verrichten. Een dergelijke toetsing moet ten minste eenmaal per jaar worden verricht. De bewaarder moet voorts tijdig significante geldstromen identificeren, met name geldstromen die mogelijk niet in overeenstemming zijn met de bedrijfsactiviteiten van de abi, zoals veranderingen in posities in activa van de abi of inschrijvingen en terugbetalingen, en hij moet periodiek geldrekeningoverzichten ontvangen en nagaan of zijn eigen vastleggingen betreffende de geldposities met die van de abi-beheerder overeenstemmen. De bewaarder moet zijn vastleggingen actueel houden overeenkomstig artikel 21, lid 8, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU.

(99)

De bewaarder moet garanderen dat alle betalingen die door of namens beleggers bij de inschrijving op aandelen of rechten van deelneming van een abi zijn gedaan, zijn ontvangen en op een of meer geldrekeningen zijn geboekt overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU. De abi-beheerder moet er bijgevolg zorg voor dragen dat aan de bewaarder de relevante informatie wordt verstrekt die hij nodig heeft om de ontvangst van betalingen van beleggers naar behoren te bewaken. De abi moet garanderen dat de bewaarder deze informatie zonder ongepast uitstel krijgt wanneer de derde een order ontvangt om aandelen of rechten van deelneming van een abi terug te betalen of uit te geven. De informatie moet bijgevolg aan het einde van de handelsdag van de entiteit die verantwoordelijk is voor de inschrijving op en terugbetaling van aandelen of rechten van deelneming van een abi aan de bewaarder worden overgezonden om alle misbruik van betalingen van beleggers te voorkomen.

(100)

Afhankelijk van het soort activa dat veilig moet worden bewaard, moeten activa ofwel in bewaring worden gehouden, zoals met financiële instrumenten die op een rekening voor financiële instrumenten kunnen worden geregistreerd of die fysiek aan de bewaarder kunnen worden geleverd overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, of moet de eigendom ervan worden geverifieerd en dienen vastleggingen te worden bijgehouden. De bewaarder moet alle financiële instrumenten van de abi of van de namens de abi optredende abi-beheerder in bewaring houden die, met name op het niveau van de centrale effectenbewaarder, direct of indirect op naam van de bewaarder of een derde aan wie bewaartaken zijn gedelegeerd, kunnen worden geregistreerd of op een rekening kunnen worden aangehouden. Naast deze situaties moeten die financiële instrumenten in bewaring worden gehouden welke alleen direct bij de emittent zelf of zijn agent op naam van de bewaarder of een derde aan wie bewaartaken zijn gedelegeerd zijn geregistreerd. Die financiële instrumenten welke overeenkomstig het toepasselijke nationale recht alleen op naam van de abi bij de emittent zelf of zijn agent zijn geregistreerd, zoals beleggingen in niet-beursgenoteerde ondernemingen door private equity- en durfkapitaalfondsen, dienen niet in bewaring te worden gehouden. Alle financiële instrumenten die fysiek leverbaar zijn aan de bewaarder moeten in bewaring worden gehouden. Mits de voorwaarden waarop financiële instrumenten in bewaring moeten worden gehouden, worden vervuld, moeten financiële instrumenten die aan een derde als zekerheid worden verstrekt of door een derde ten voordele van de abi worden verstrekt, door de bewaarder zelf of door een derde aan wie bewaartaken worden gedelegeerd eveneens in bewaring worden gehouden zolang de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder deze in eigendom heeft. Ook blijven financiële instrumenten die de abi of de abi-beheerder namens de abi in eigendom heeft, waarvoor de abi, of de abi-beheerder namens de abi, zijn toestemming tot hergebruik door de bewaarder heeft gegeven, in bewaring zolang het recht van hergebruik niet is uitgeoefend.

(101)

In bewaring gehouden financiële instrumenten moeten te allen tijde onderworpen zijn aan gepaste zorg en bescherming. Om ervoor te zorgen dat het bewaringsrisico naar behoren wordt beoordeeld, moet de bewaarder bij de betrachting van gepaste zorg met name weten uit welke derden de bewaarketen bestaat, ervoor zorgen dat de due diligence- en scheidingsverplichtingen tijdens de gehele bewaarketen worden gehandhaafd, garanderen dat hij een passend recht van toegang heeft tot de boeken en vastleggingen van derden aan wie bewaartaken zijn gedelegeerd, naleving van deze vereisten garanderen, al deze taken documenteren en deze documenten beschikbaar maken voor en rapporteren aan de abi-beheerder.

(102)

Om ontwijking van de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU te vermijden, moet de bewaarder de taken inzake veilige bewaring toepassen op de onderliggende activa van financiële structuren en, afhankelijk van het geval, de juridische structuren die direct of indirect door de abi of door de namens de abi optredende abi-beheerder worden gecontroleerd. Die doorkijkbepaling dient niet voor dakfonds- of master-feederstructuren te gelden mits zij over een bewaarder beschikken die de activa van het fonds op passende wijze in veilige bewaring neemt.

(103)

De bewaarder moet te allen tijde een algemeen overzicht hebben van alle activa die geen financiële instrumenten zijn welke in bewaring moeten worden gehouden. Die activa zouden onderworpen zijn aan de verplichting om de eigendom te verifiëren en een vastlegging bij te houden op grond van Richtlijn 2011/61/EU. Voorbeelden van dergelijke activa zijn fysieke activa die niet als financiële instrumenten op grond van Richtlijn 2011/61/EU kwalificeren of niet fysiek aan de bewaarder kunnen worden geleverd, financiële contracten zoals derivaten, gelddeposito’s of beleggingen in ondernemingen in particulier bezit en partnerschapsbelangen.

(104)

Om in voldoende mate zekerheid te verkrijgen dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder inderdaad de eigenaar van de activa is, moet de bewaarder ervoor zorgen dat hij alle informatie ontvangt die hij noodzakelijk acht om er zeker van te zijn dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder het eigendomsrecht op het activum heeft. Die informatie kan een kopie zijn van een officieel document dat bewijst dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder de eigenaar van het activum is of elk formeel en betrouwbaar bewijs dat de bewaarder passend acht. Indien noodzakelijk moet de bewaarder van de abi of de abi-beheerder of, afhankelijk van het geval, een derde om bijkomend bewijs vragen.

(105)

De bewaarder moet een vastlegging bijhouden betreffende alle activa waarvoor hij ervan overtuigd is dat de abi de eigendom heeft. Hij mag een procedure opzetten om informatie van derden te ontvangen, waarbij procedures die garanderen dat de activa niet kunnen worden overgedragen zonder dat de bewaarder of de derde aan wie taken inzake veilige bewaring zijn gedelegeerd van dergelijke transacties op de hoogte is gesteld, mogelijk kunnen zijn in geval van abi’s die niet vaak transacties sluiten en, afhankelijk van het geval, transacties die aan onderhandeling vóór afwikkeling onderworpen zijn. De vereiste om toegang te hebben tot documentair bewijs van elke transactie van een derde kan passend zijn voor abi’s met frequentere portefeuilletransacties, zoals beleggingen in beursgenoteerde derivaten.

(106)

Om te garanderen dat de bewaarder in staat is zijn verplichtingen uit te voeren, is het noodzakelijk de taken te verduidelijken waarin artikel 21, lid 9, van Richtlijn 2011/61/EU voorziet, met name de door de bewaarder uit te voeren controles van niveau 2. Dergelijke taken mogen de bewaarder er niet van weerhouden indien hij dit passend acht verificaties vooraf uit te voeren in overeenstemming met de abi-beheerder. Om te garanderen dat hij in staat is zijn verplichtingen uit te voeren, moet de bewaarder zijn eigen escalatieprocedure instellen om situaties aan te pakken waarbij onregelmatigheden zijn ontdekt. Die procedure moet kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten van elke materiële inbreuk garanderen. De door deze verordening gespecificeerde toezichtverantwoordelijkheden van de bewaarder jegens derden laten de verantwoordelijkheden van de abi-beheerder op grond van Richtlijn 2011/61/EU onverlet.

(107)

De bewaarder moet nagaan of het aantal uitgegeven rechten van deelneming of aandelen met de ontvangen inschrijvingsopbrengsten overeenstemt. Bovendien moet de bewaarder, om te garanderen dat door beleggers bij inschrijving gedane betalingen zijn ontvangen, voorts garanderen dat nog een aansluiting tussen de inschrijvingsorders en de inschrijvingsopbrengsten wordt verricht. Dezelfde aansluiting moet met betrekking tot terugbetalingsorders worden verricht. De bewaarder moet ook nagaan of het aantal rechten van deelneming of aandelen op de rekeningen van de abi overeenstemt met het aantal uitstaande rechten van deelneming of aandelen in het register van de abi. De bewaarder moet zijn procedures dienovereenkomstig aanpassen rekening houdend met de frequentie van inschrijvingen en terugbetalingen.

(108)

De bewaarder moet alle noodzakelijke stappen ondernemen om te garanderen dat passende waarderingsgedragslijnen en -procedures voor de activa van de abi effectief worden uitgevoerd door het verrichten van steekproefcontroles of door vergelijking van de consistentie van de wijziging van de berekening van de intrinsieke waarde na verloop van tijd met die van de benchmark. Bij het opzetten van zijn procedures moet de bewaarder een duidelijk begrip hebben van de waarderingsmethodologieën die door de abi-beheerder of de externe taxateur worden gebruikt om de activa van de abi te waarderen. De frequentie van dergelijke controles moet overeenstemmen met de frequentie van de activawaardering van de abi.

(109)

Krachtens zijn verplichtingen van toezicht op grond van Richtlijn 2011/61/EU moet de bewaarder een procedure opzetten om achteraf na te gaan of de abi de geldende wet- en regelgeving en haar reglement en statuten heeft nageleefd. Dit geldt voor gebieden zoals het controleren dat de beleggingen van een abi overeenstemmen met haar beleggingsstrategieën als beschreven in het reglement en de aanbiedingsdocumenten van de abi en het waarborgen dat de abi geen inbreuk maakt op haar eventuele beleggingsbeperkingen. De bewaarder moet de transacties van de abi bewaken en ongewone transacties onderzoeken. Als op de in de geldende nationale wet- en regelgeving omschreven limieten of beperkingen of het reglement en de statuten van de abi inbreuk wordt gemaakt, moet de bewaarder bijvoorbeeld een opdracht van de abi-beheerder krijgen om op eigen kosten de inbreuk makende transactie ongedaan te maken. Deze verordening weerhoudt er de bewaarder niet van indien hij dit passend acht en in overeenstemming met de abi-beheerder verificaties vooraf uit te voeren.

(110)

De bewaarder moet garanderen dat de opbrengsten nauwkeurig worden berekend overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU. Hiertoe moet de bewaarder garanderen dat de uitkering van de opbrengsten passend is en, indien hij een fout vaststelt, dat de abi-beheerder passende verhelpende actie onderneemt. Zodra de bewaarder hiervoor heeft gezorgd, dient hij na te gaan of de uitkering van de opbrengsten en met name de dividendbetalingen volledig en nauwkeurig is.

(111)

Bij delegatie van taken inzake veilige bewaring betreffende andere activa overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU zal delegatie in de meeste gevallen betrekking hebben op administratieve taken. Indien de bewaarder taken in verband met het bijhouden van vastleggingen delegeert, zou hij bijgevolg verplicht zijn een passende en gedocumenteerde procedure te implementeren en toe te passen om ervoor te zorgen dat de gedelegeerde te allen tijde aan de vereisten van artikel 21, lid 11, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU voldoet. Om een voldoende niveau van bescherming van activa te garanderen, is het noodzakelijk bepaalde beginselen te omschrijven die met betrekking tot de delegatie van bewaring moeten worden toegepast. Voor de delegatie van de bewaringstaken is het belangrijk een aantal essentiële beginselen te omschrijven die tijdens het hele delegatieproces effectief moeten worden toegepast. Die beginselen moeten niet geacht worden exhaustief alle bijzonderheden inzake de uitoefening door de bewaarder van gepaste vaardigheid, zorg en zorgvuldigheid of alle stappen die een bewaarder met betrekking tot deze beginselen zelf moet nemen te omschrijven. De verplichting om doorlopend de derde aan wie taken inzake veilige bewaring zijn gedelegeerd te bewaken, moet erin bestaan na te gaan of die derde alle gedelegeerde taken juist uitvoert en aan het delegatiecontract voldoet. De derde moet oprecht en te goeder trouw handelen met het oog op de belangen van de abi en de beleggers erin, met inachtneming van regulerings- en toezichtsvereisten, en moet de zorg, zorgvuldigheid en vaardigheid betrachten die gewoonlijk in vergelijkbare omstandigheden van een zeer prudente ondernemer van dat financieel bedrijf verwacht worden. De bewaarder moet onder meer tijdens het selectie- en aanstellingsproces beoordeelde elementen toetsen en deze elementen in perspectief plaatsen door ze met de ontwikkeling van de markt te vergelijken. De vorm van de regelmatige toetsing moet de omstandigheden weerspiegelen, zodat de bewaarder in een positie verkeert de risico’s in verband met de beslissing activa aan een derde toe te vertrouwen passend te beoordelen. De frequentie van de toetsing moet aangepast zijn om altijd in overeenstemming te blijven met de marktvoorwaarden en daarmee verband houdende risico’s. Om op een mogelijke insolventie van de derde effectief te kunnen reageren, moet de bewaarder noodplannen, inclusief alternatieve strategieën, opstellen en eventueel alternatieve aanbieders selecteren. Hoewel dergelijke maatregelen het bewaringsrisico waarmee een bewaarder wordt geconfronteerd kunnen verminderen, doen zij niets af aan de verplichting de financiële instrumenten terug te geven of het overeenkomstige bedrag te betalen mochten ze verloren gaan, hetgeen afhangt van het feit of de vereisten van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU al dan niet zijn vervuld.

(112)

Bij het delegeren van taken inzake veilige bewaring moet de bewaarder garanderen dat de vereisten van artikel 21, lid 11, onder d), iii), van Richtlijn 2011/61/EU worden vervuld en dat de activa van de abi-cliënten van de bewaarder naar behoren worden gescheiden. Deze verplichting moet met name garanderen dat activa van de abi niet verloren gaan ten gevolge van insolventie van de derde aan wie taken inzake veilige bewaring worden gedelegeerd. Om dat effect te minimaliseren in landen waar de effecten van scheiding niet door het insolventierecht worden erkend, moet de bewaarder verdere stappen ondernemen. De bewaarder kan aan de abi en de namens de abi optredende abi-beheerder informatie verstrekken zodat dergelijke aspecten van het bewaringsrisico naar behoren in aanmerking worden genomen bij de beleggingsbeslissing, of de maatregelen nemen die in de plaatselijke rechtsgebieden mogelijk zijn om de activa zo insolventiebestendig te maken als volgens het plaatselijk recht mogelijk is. Voorts kan de bewaarder tijdelijke tekorten in activa van cliënten verbieden, buffers gebruiken of regelingen invoeren die verbieden een debetsaldo voor de ene cliënt te gebruiken om een creditsaldo voor een andere cliënt te neutraliseren. Hoewel dergelijke maatregelen het bewaringsrisico waarmee een bewaarder bij het delegeren van bewaartaken wordt geconfronteerd kunnen verminderen, doen zij niets af aan de verplichting de financiële instrumenten terug te geven of het overeenkomstige bedrag te betalen wanneer ze verloren gaan, hetgeen afhangt van het feit of de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU al dan niet zijn vervuld.

(113)

De bewaarder is op grond van artikel 21, lid 12, tweede alinea, van Richtlijn 2011/61/EU aansprakelijk bij het verlies van een financieel instrument dat in bewaring wordt gehouden door de bewaarder zelf of door een derde aan wie de bewaring is gedelegeerd, mits de bewaarder niet aantoont dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen. Dat verlies moet worden onderscheiden van een beleggingsverlies voor beleggers dat voortvloeit uit een daling in de waarde van activa als gevolg van een beleggingsbeslissing.

(114)

Om als zodanig te gelden, is het belangrijk dat het verlies definitief is en er geen vooruitzicht bestaat het financiële activum te recupereren. Aldus mogen situaties waarin een financieel instrument slechts tijdelijk onbeschikbaar is of bevroren is niet als verlies gelden in de zin van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU. Anderzijds kunnen drie soorten situaties worden onderscheiden waarin het verlies geacht moet worden definitief te zijn: de situatie waarin het financieel instrument niet langer bestaat of nooit heeft bestaan; de situatie waarin het financieel instrument bestaat, maar de abi definitief het eigendomsrecht op het financiële instrument is verloren; en de situatie waarin de abi het eigendomsrecht heeft, maar niet langer in staat is het eigendomsrecht over te dragen of permanent beperkte eigendomsrechten op het financiële instrument te creëren.

(115)

Een financieel instrument wordt geacht niet langer te bestaan wanneer het bijvoorbeeld is verdwenen na een boekhoudkundige vergissing die niet kan worden hersteld, of als het nooit heeft bestaan, wanneer de eigendom van de abi is geregistreerd op basis van vervalste documenten. Situaties waarin het verlies van financiële instrumenten wordt veroorzaakt door bedrieglijk gedrag moeten als een verlies worden beschouwd.

(116)

Een financieel instrument kan niet als verloren worden beschouwd wanneer het financieel instrument is vervangen door of omgezet in een ander financieel instrument, bijvoorbeeld in situaties waarin aandelen worden ingetrokken en vervangen door de uitgifte van nieuwe aandelen bij de reorganisatie van een onderneming. Een abi mag niet worden geacht permanent haar eigendomsrecht op het financiële instrument te hebben verloren als de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder eigendom op rechtmatige wijze aan een derde heeft overgedragen. Indien een onderscheid bestaat tussen de juridische eigendom en de economische eigendom van de activa moet verlies slaan op het verlies van het recht op economische eigendom.

(117)

Alleen in geval van een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen, kan de bewaarder vermijden aansprakelijk te worden gesteld op grond van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU. De cumulatieve vervulling van die voorwaarden moet door de bewaarder worden aangetoond om van aansprakelijkheid te worden ontheven.

(118)

In de eerste plaats moet worden bepaald of de gebeurtenis die tot het verlies heeft geleid extern was. Aan de aansprakelijkheid van de bewaarder mag geen afbreuk worden gedaan door delegatie en bijgevolg moet een gebeurtenis als extern worden beschouwd als zij niet optreedt als gevolg van een handeling of nalatigheid van de bewaarder of de derde aan wie de bewaring van in bewaring gehouden financiële instrumenten is gedelegeerd. Vervolgens moet worden beoordeeld of er sprake is van een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle, door na te gaan of er niets was dat een prudente bewaarder in redelijkheid had kunnen doen om de gebeurtenis te voorkomen. Bij deze stappen kunnen zowel natuurverschijnselen als handelingen van een overheid als externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle worden beschouwd. Aldus wordt, in de context van de insolventie van een derde aan wie bewaring is gedelegeerd, het feit dat het recht van het land waar de instrumenten in bewaring worden gehouden de effecten van een op passende wijze uitgevoerde scheiding niet erkent, geacht een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle te zijn. Anderzijds kan een verlies dat wordt veroorzaakt door nalatigheid om de scheidingsvereisten in artikel 21, lid 11, onder d), iii), van Richtlijn 2011/61/EU toe te passen of het verlies van activa wegens verstoring in de activiteit van de derde ten aanzien van haar insolventie niet als externe gebeurtenis buiten redelijke controle worden opgevat.

(119)

Ten slotte moet de bewaarder aantonen dat het verlies niet had kunnen worden vermeden ondanks alle inspanningen om het te vermijden. In dit verband moet de bewaarder de abi-beheerder op de hoogte stellen en passende actie ondernemen afhankelijk van de omstandigheden. Bijvoorbeeld in een situatie waarin de bewaarder gelooft dat de enige passende actie erin bestaat de financiële instrumenten te vervreemden, moet hij de abi-beheerder op gepaste wijze op de hoogte brengen, die op zijn beurt de bewaarder schriftelijk moet opdragen de financiële instrumenten te blijven houden of ze te vervreemden. Elke opdracht aan de bewaarder om de activa te blijven houden, moet zonder ongepast uitstel aan de beleggers van de abi worden gemeld. De abi-beheerder of de abi moeten op gepaste wijze aandacht schenken aan de aanbevelingen van de bewaarder. Afhankelijk van de omstandigheden moet de bewaarder, als hij ondanks herhaalde waarschuwingen bezorgd blijft dat het beschermingsniveau van het financiële instrument niet voldoende is, verdere mogelijke maatregelen overwegen zoals beëindiging van het contract mits de abi de tijd krijgt om een andere bewaarder te vinden overeenkomstig het nationale recht.

(120)

Om hetzelfde niveau van bescherming van beleggers te garanderen, moeten dezelfde overwegingen gelden voor de gedelegeerde aan wie een bewaarder zijn aansprakelijkheid contractueel heeft overgedragen. Bijgevolg moet de delegeerde, om van aansprakelijkheid te worden ontheven op grond van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU, bewijzen dat hij cumulatief dezelfde voorwaarden vervult.

(121)

Een bewaarder kan onder bepaalde omstandigheden van aansprakelijkheid ontheven worden voor het verlies van door een derde in bewaring gehouden financiële instrumenten aan wie bewaring is gedelegeerd. Een dergelijke ontheffing van aansprakelijkheid kan slechts worden toegestaan als er een objectieve reden is om een dergelijke ontheffing overeen te komen die zowel door de bewaarder als door de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder wordt aanvaard. Voor elke ontheffing van aansprakelijkheid moet een objectieve reden worden vastgesteld rekening houdend met de concrete omstandigheden waarin bewaring is gedelegeerd.

(122)

Bij het afwegen of sprake is van een objectieve reden moet het juiste evenwicht worden tot stand gebracht om te garanderen dat de contractuele ontheffing daadwerkelijk kan worden ingeroepen als dat nodig is en dat voldoende voorzorgsmaatregelen zijn ingevoerd om elk misbruik van de contractuele ontheffing van aansprakelijkheid door de bewaarder te vermijden. De contractuele ontheffing van aansprakelijkheid mag onder geen voorwaarde worden gebruikt om de aansprakelijkheidsvereisten van de bewaarder op grond van Richtlijn 2011/61/EU te omzeilen. De bewaarder moet aantonen dat hij door de specifieke omstandigheden gedwongen was bewaring aan een derde te delegeren. Het overeenkomen van ontheffing van aansprakelijkheid moet altijd in het belang zijn van de abi of haar beleggers, en de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder moeten expliciteren dat zij aldus handelen. In voorbeelden van scenario’s moeten de situaties worden aangegeven waarin een bewaarder geacht kan worden over geen andere opties te beschikken dan delegeren van bewaring aan derden.

(123)

Het is belangrijk dat bevoegde autoriteiten passende en voldoende informatie verkrijgen om op passende en consistente wijze toezicht te houden op de activiteiten van abi-beheerders en de desbetreffende risico’s. Ook moeten bevoegde autoriteiten, aangezien de activiteiten van abi-beheerders grensoverschrijdende effecten en effecten op de financiële markten kunnen hebben, abi-beheerders en abi’s nauwlettend bewaken teneinde passende actie te ondernemen om te vermijden dat de systeemrisico’s toenemen. Dankzij de verhoogde transparantie en consistentie middels bepalingen inzake rapportage en verstrekking van relevante informatie als omschreven in de uitvoeringsmaatregelen moeten bevoegde autoriteiten in staat zijn risico’s op de financiële markten te ontdekken en erop te reageren.

(124)

Het is van essentieel belang dat beleggers de noodzakelijke minimuminformatie met betrekking tot bepaalde abi-beheerders en abi’s en hun structuur verkrijgen om de juiste beleggingsbeslissing te kunnen nemen die op hun behoeften en risicobereidheid is toegesneden. Die informatie moet duidelijk, betrouwbaar en begrijpelijk zijn en duidelijk gepresenteerd worden, aangezien de bruikbaarheid van de informatie vergroot wanneer abi-beheerders, abi’s en perioden met elkaar kunnen worden vergeleken. Een abi-beheerder mag zich niet inlaten met activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor het objectieve begrip en praktische nut van de verstrekking van informatie aan beleggers vóór de bekendmaking ervan zoals windowdressing.

(125)

Het is noodzakelijk een kader te omschrijven dat voorziet in minimumstandaarden met betrekking tot jaarverslaggevingsvereisten, inclusief essentiële elementen en een niet-exhaustieve lijst van posten. Materiële veranderingen in de informatie als bedoeld in artikel 22, lid 2, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU moeten in de jaarrekening worden bekendgemaakt. Naast de niet-exhaustieve lijst van onderliggende posten kunnen aanvullende posten, rubrieken en subtotalen worden opgenomen indien de presentatie van die posten relevant is voor het begrip van de totale financiële positie of prestaties van een abi. Posten die in aard of functie verschillen, kunnen worden geaggregeerd mits zij afzonderlijk niet van materieel belang zijn. Die posten kunnen worden geaggregeerd onder „andere categorie” zoals „andere activa” of „andere passiva”. Indien posten in het geheel niet voor een abi gelden, dienen zij niet te worden opgevoerd. Ongeacht de overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU gevolgde standaarden voor de financiële verslaggeving moeten alle activa ten minste eenmaal per jaar worden gewaardeerd. De balans of de vermogensstaat op grond van Richtlijn 2011/61/EU moet onder meer geldmiddelen en geldequivalenten omvatten. Aldus moeten geldequivalenten als zeer liquide beleggingen worden beschouwd voor de berekening van de blootstelling van een abi.

(126)

Met betrekking tot de inhoud en de vorm van het verslag inzake activiteiten voor het boekjaar dat op grond van Richtlijn 2011/61/EU deel moet uitmaken van het jaarverslag moet het verslag een eerlijk en evenwichtig overzicht van de activiteiten van de abi omvatten met een beschrijving van de voornaamste risico’s en beleggingen of economische onzekerheden waarmee zij wordt geconfronteerd. Die informatieverstrekking mag niet resulteren in de publicatie van eigendomsrechtelijk beschermde informatie van de abi die ten koste zou gaan van de abi en haar beleggers. Derhalve zou, als de publicatie van bepaalde eigendomsrechtelijk beschermde informatie een dergelijk effect zou hebben, deze kunnen worden geaggregeerd op een niveau waardoor het nadelig effect zou worden vermeden en zou deze bijvoorbeeld geen prestaties of statistieken van een afzonderlijke portefeuilleonderneming of -belegging dienen weer te geven die tot openbaarmaking van eigendomsrechtelijk beschermde informatie van de abi zouden kunnen leiden. Deze informatie moet deel uitmaken van het beheerverslag voor zover dit gewoonlijk naast de jaarrekening wordt gepresenteerd.

(127)

Met betrekking tot de inhoud en de vorm van de openbaarmaking van de beloning moet, indien informatie op het niveau van de abi-beheerder wordt gepresenteerd, nadere informatie worden verstrekt door bekendmaking van de toewijzing of de uitsplitsing van de totale beloning zoals deze op de relevante abi betrekking heeft. Daartoe kan informatie worden verstrekt over de totale gegevens inzake de beloning van de abi-beheerder uitgesplitst naar vaste en variabele componenten, een verklaring dat deze gegevens op de gehele abi-beheerder en niet op de abi betrekking hebben, het aantal abi’s en icbe-fondsen dat door de abi-beheerder wordt beheerd en de totale beheerde activa van die abi’s en icbe’s, met een overzicht van het beloningsbeleid en een vermelding waar van het volledige beloningsbeleid van de abi-beheerder kennis kan worden genomen als beleggers daarom verzoeken. Nadere bijzonderheden kunnen worden verstrekt door bekendmaking van de totale variabele beloning die door de abi wordt gefinancierd middels betaling door haar van eventuele prestatievergoedingen of carried interest. Naast informatieverstrekking over de beloning kan het voor abi-beheerders passend zijn informatie te verstrekken met betrekking tot de financiële en niet-financiële criteria van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken voor relevante personeelscategorieën om beleggers in staat te stellen uit te maken welke prikkels worden gecreëerd.

(128)

Indien de abi rechten van deelneming uitgeeft moeten overdrachten van activa naar side pockets op het moment van de overdracht worden berekend op basis van het aantal bij de overdracht van activa toegewezen rechten van deelneming vermenigvuldigd met de prijs per eenheid. De waarderingsgrondslag moet in alle omstandigheden duidelijk bekend worden gemaakt en de datum omvatten waarop de waardering is uitgevoerd.

(129)

Om de liquiditeit te beheren, moet het abi-beheerders zijn toegestaan namens de abi’s die zij beheren leningsovereenkomsten aan te gaan. Die regelingen kunnen voor de shorttermijn of permanenter gelden. In het laatste geval is het waarschijnlijker dat een dergelijke regeling een bijzondere regeling is voor het beheren van illiquide activa.

(130)

Overeenkomstig het beginsel van differentiatie, en onder erkenning van de diversiteit van de soorten abi’s, moet de informatie die een abi-beheerder aan beleggers dient te verstrekken variëren volgens het soort abi en van andere factoren zoals beleggingsstrategie en portefeuillesamenstelling afhangen.

(131)

Richtlijn 2011/61/EU verplicht abi-bebeerders aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst voor elke EU-abi die zij beheren en voor elke abi die zij in de Unie verhandelen regelmatig bepaalde informatie te verstrekken. Het is bijgevolg belangrijk de te verstrekken informatie en de frequentie van de rapportage nader te specificeren, die afhangen van de waarde van beheerde activa in portefeuilles van abi’s die door een gegeven abi-beheerder worden beheerd. Er dient in proformarapportagetemplates te worden voorzien die door de abi-beheerder voor de door hem beheerde abi’s moeten worden ingevuld. Indien een entiteit die een vergunning heeft als abi-beheerder abi’s verhandelt die door andere abi-beheerders worden beheerd, treedt zij niet als de beheerder van die abi’s, maar, net als elke onder Richtlijn 2004/39/EG vallende beleggingsonderneming, als intermediair op. Zij dient dan ook niet verplicht te worden voor die abi’s te rapporteren, aangezien dit ertoe zou leiden dat twee of meerdere malen wordt gerapporteerd. Deze rapportagevereiste moet niettemin gelden voor abi-beheerders van buiten de EU die abi’s beheren die in de Unie worden verhandeld.

(132)

De drempel waarin deze verordening voorziet, geeft enkel aanleiding tot rapportagevereisten als neergelegd in artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU. Een abi met een overeenkomstig de methode op basis van gedane toezeggingen berekende hefboomfinancieringsratio van minder dan driemaal haar intrinsieke waarde wordt niet geacht in aanzienlijke mate met hefboomfinanciering te werken. Niettemin mogen bevoegde autoriteiten om bijkomende informatie verzoeken indien noodzakelijk voor de effectieve bewaking van systeemrisico’s. Vaststelling van een rapportagedrempel garandeert tevens dat informatie betreffende de toename van systeemrisico in heel de Unie op consistente wijze wordt verzameld en biedt abi-beheerders zekerheid.

(133)

De toezichtbevoegdheden van een bevoegde autoriteit op grond van artikel 25, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU worden uitgeoefend binnen het nieuwe toezichtsysteem, zijn een onderdeel van lopende toezichtprocessen en systeemrisicobeoordelingen van abi-beheerders door bevoegde autoriteiten en de Europese toezichthoudende autoriteiten en hebben betrekking op de stabiliteit en de integriteit van het financiële stelsel. Bevoegde autoriteiten moeten passend gebruikmaken van de informatie die zij ontvangen en moeten grenzen stellen aan de hefboomfinanciering die door een abi-beheerder wordt gebruikt of andere beperkingen ten aanzien van het beheer van de abi met betrekking tot de beheerde abi’s opleggen indien zij dit noodzakelijk achten om de stabiliteit en de integriteit van het financiële stelsel verzekeren. De beoordeling van systeemrisico zal waarschijnlijk variëren afhankelijk van de economische omgeving, waarbij elke abi-beheerder met betrekking tot de abi’s die hij beheert potentieel systeemrelevant is. Het is bijgevolg een basisvereiste dat bevoegde autoriteiten alle informatie verkrijgen die noodzakelijk is om die situaties op passende wijze te beoordelen teneinde te vermijden dat het systeemrisico toeneemt. Bevoegde autoriteiten moeten vervolgens de informatie grondig beoordelen en passende maatregelen nemen.

(134)

Om EU-abi-beheerders in staat te stellen niet-EU-abi’s te beheren en te verhandelen en niet-EU-abi-beheerders in staat te stellen abi’s te beheren en te verhandelen in de Unie, vereist Richtlijn 2011/61/EU dat passende samenwerkingsregelingen worden getroffen met de relevante toezichtautoriteiten van het derde land waar de niet-EU-abi en, naargelang van het geval, de niet-EU-abi-beheerder is gevestigd. Deze samenwerkingsregelingen moeten ten minste een efficiënte informatie-uitwisseling waarborgen waardoor de uniale bevoegde autoriteiten in staat worden gesteld hun taken overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU uit te voeren.

(135)

Samenwerkingsregelingen moeten bevoegde autoriteiten in staat stellen hun toezicht- en handhavingstaken met betrekking tot entiteiten van derde landen uit te voeren. In samenwerkingsregelingen moet bijgevolg een duidelijk concreet kader voor toegang tot informatie, voor de uitvoering van inspecties ter plaatse en voor door de autoriteiten van derde landen te verlenen bijstand worden vastgesteld. De samenwerkingsregelingen moeten garanderen dat ontvangen informatie met andere betrokken bevoegde autoriteiten alsook met de ESMA en het ESRB wordt gedeeld.

(136)

Om bevoegde autoriteiten, abi-beheerders en bewaarders in staat te stellen zich aan de nieuwe vereisten in deze verordening aan te passen zodat deze op efficiënte en effectieve wijze kunnen worden toegepast, moet de aanvangsdatum van toepassing van deze verordening op de omzettingsdatum van Richtlijn 2011/61/EU worden afgestemd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DEFINITIES

Artikel 1

Definities

Met het oog op de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 2 van Richtlijn 2011/61/EU en wordt verstaan onder:

1.   „kapitaaltoezegging”: de contractuele toezegging van een belegger om de alternatieve beleggingsinstelling (abi) op verzoek van de abi-beheerder een overeengekomen beleggingsbedrag te verstrekken;

2.   „relevante persoon” (met betrekking tot een abi-beheerder): een van de volgende personen:

a)

een bestuurder, een vennoot of een daarmee gelijk te stellen persoon, dan wel een beheerder van de abi;

b)

een werknemer van de abi-beheerder, of enigerlei andere natuurlijke persoon wiens diensten ter beschikking en onder de zeggenschap staan van de abi-beheerder en die betrokken is bij het verrichten door de abi-beheerder van diensten in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles;

c)

een natuurlijke of rechtspersoon die uit hoofde van een regeling voor het delegeren door de abi-beheerder aan derden van taken in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles rechtstreeks betrokken is bij het verrichten van diensten ten behoeve van de abi-beheerder;

3.   „directie”: de persoon of personen die overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU het bedrijf van de abi-beheerder feitelijk leidt of leiden en, naargelang van het geval, het bij het dagelijks bestuur betrokken lid of de bij het dagelijks bestuur betrokken leden van het bestuursorgaan;

4.   „bestuursorgaan”: het orgaan waarbij de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid in een abi-beheerder berust, en waarin de toezichtfunctie en de bestuursfunctie zijn verenigd of dat alleen de bestuursfunctie uitoefent indien beide functies zijn gescheiden;

5.   „bijzondere regeling”: een regeling die rechtstreeks voortvloeit uit de illiquide aard van de abi-activa, die gevolgen heeft voor de specifieke terugbetalingsrechten van beleggers in een bepaalde soort rechten van deelneming of aandelen in de abi, en die een regeling op maat of een van de algemene terugbetalingsrechten van beleggers losstaande regeling is.

HOOFDSTUK II

ALGEMENE BEPALINGEN

AFDELING 1

Berekening van de beheerde activa

(artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 2

Berekening van de totale waarde van de beheerde activa

1.   Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling waarin artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU voorziet, gaat een abi-beheerder over tot:

a)

de identificatie van alle abi’s waarvoor hij als extern abi-beheerder is aangesteld, of de abi waarvoor hij de abi-beheerder is indien de rechtsvorm van de abi intern beheer toestaat, in overeenstemming met artikel 5 van Richtlijn 2011/61/EU;

b)

de identificatie van de activaportefeuille voor elke beheerde abi en de bepaling, op grond van de waarderingsregels die zijn vastgesteld in het recht van het land waar de abi is gevestigd en, naargelang van het geval, of in het reglement of de statuten van de abi, van de overeenkomstige waarde van de beheerde activa, met inbegrip van alle activa die met hefboomfinanciering zijn verworven;

c)

de aggregatie van de voor alle beheerde abi’s bepaalde waarden van de beheerde activa en de vergelijking van de resulterende totale waarde van de beheerde activa met de desbetreffende drempel die in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU is vastgesteld.

2.   Voor de toepassing van lid 1 wordt in de berekening geen rekening gehouden met instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) waarvoor de abi-beheerder als aangewezen beheermaatschappij in de zin van Richtlijn 2009/65/EG optreedt.

Voor de toepassing van lid 1 wordt in de berekening rekening gehouden met door de abi-beheerder beheerde abi’s waarvoor de abi-beheerder overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2011/61/EU taken heeft gedelegeerd. Abi-portefeuilles waarvan het beheer aan de abi-beheerder is gedelegeerd, worden bij de berekening evenwel buiten beschouwing gelaten.

3.   Voor de berekening van de totale waarde van de beheerde activa wordt elke positie in derivaten, met inbegrip van alle in effecten vervatte derivaten, met behulp van de in artikel 10 bedoelde omzettingsmethodieken in haar equivalente positie in de onderliggende activa van het betrokken derivaat omgezet. Vervolgens wordt de absolute waarde van deze equivalente positie gebruikt voor de berekening van de totale waarde van de beheerde activa.

4.   Ingeval een abi belegt in andere abi’s die door dezelfde aangestelde externe abi-beheerder worden beheerd, mag deze belegging bij de berekening van de door de abi-beheerder beheerde activa buiten beschouwing worden gelaten.

5.   Ingeval een compartiment binnen een intern of extern beheerde abi in een ander compartiment van die abi belegt, mag deze belegging bij de berekening van de door de abi-beheerder beheerde activa buiten beschouwing worden gelaten.

6.   De totale waarde van de beheerde activa wordt ten minste jaarlijks overeenkomstig de leden 1 tot en met 4 berekend met gebruikmaking van de laatst beschikbare activawaarden. De laatst beschikbare activawaarde voor elke abi wordt bepaald tijdens de twaalf maanden die voorafgaan aan de datum van de berekening van de drempel overeenkomstig de eerste zin van dit lid. De abi-beheerder bepaalt een datum voor de berekening van de drempel en past deze op consequente wijze toe. Elke latere wijziging in de gekozen datum wordt ten overstaan van de bevoegde autoriteit gemotiveerd. Bij de selectie van de datum voor de berekening van de drempel houdt de abi-beheerder rekening met het tijdstip en de frequentie van de waardering van de beheerde activa.

Artikel 3

Doorlopende controle van de beheerde activa

Abi-beheerders gaan over tot de vaststelling, implementatie en toepassing van procedures om de totale waarde van de beheerde activa doorlopend te bewaken. De controle levert een actueel overzicht van de beheerde activa op en bestaat onder meer in het volgen voor elke abi van de inschrijvings- en terugbetalingsactiviteit of, in voorkomend geval, van de kapitaalopvragingen, de kapitaaluitkeringen en de waarde van de activa waarin is belegd.

Bij de beoordeling of frequentere berekeningen van de totale waarde van de beheerde activa noodzakelijk zijn, wordt rekening gehouden met de mate waarin de totale waarde van de beheerde activa de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU vastgestelde drempel benadert, alsook met de verwachte inschrijvings- en terugbetalingsactiviteit.

Artikel 4

Incidentele overschrijding van de drempel

1.   De abi-beheerder beoordeelt de situaties waarin de totale waarde van de beheerde activa de desbetreffende drempel overschrijdt om uit te maken of deze al dan niet van tijdelijke aard zijn.

2.   Ingeval de totale waarde van de beheerde activa de desbetreffende drempel overschrijdt en de abi-beheerder oordeelt dat de situatie niet van tijdelijke aard is, stelt de abi-beheerder de bevoegde autoriteit er onverwijld van in kennis dat de situatie niet als een situatie van tijdelijke aard wordt beschouwd, en vraagt hij binnen een termijn van 30 kalenderdagen een vergunning aan overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2011/61/EU.

3.   Ingeval de totale waarde van de beheerde activa de desbetreffende drempel overschrijdt en de abi-beheerder oordeelt dat de situatie van tijdelijke aard is, stelt de abi-beheerder de bevoegde autoriteit er onverwijld van in kennis dat de situatie als een situatie van tijdelijke aard wordt beschouwd. De kennisgeving omvat ondersteunende informatie ter onderbouwing van het oordeel van de abi-beheerder dat de situatie van tijdelijke aard is, met inbegrip van een beschrijving van de situatie en een uiteenzetting van de redenen waarom deze situatie als tijdelijk wordt beschouwd.

4.   Een situatie wordt niet als een situatie van tijdelijke aard beschouwd indien het waarschijnlijk is dat zij gedurende een periode van meer dan drie maanden zal voortduren.

5.   Drie maanden na de datum waarop de totale waarde van de beheerde activa de desbetreffende drempel heeft overschreden, herberekent de abi-beheerder de totale waarde van de beheerde activa om aan te tonen dat deze tot onder de desbetreffende drempel is gedaald, dan wel om ten genoegen van de bevoegde autoriteit aan te tonen dat de situatie die ertoe leidde dat de waarde van de beheerde activa de drempel overschreed, is verholpen en dat het niet nodig is dat de abi-beheerder een vergunning aanvraagt.

Artikel 5

Bij de notificatie te verstrekken informatie

1.   Bij het voldoen aan het vereiste van artikel 3, lid 3, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU stellen abi-beheerders de bevoegde autoriteiten in kennis van de volgens de procedure van artikel 2 berekende totale waarde van de beheerde activa.

2.   Bij het voldoen aan het vereiste van artikel 3, lid 3, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU verstrekken abi-beheerders voor elke abi het aanbiedingsdocument of een relevant uittreksel uit het aanbiedingsdocument, dan wel een algemene beschrijving van de beleggingsstrategie. Het relevante uittreksel uit het aanbiedingsdocument en de beschrijving van de beleggingsstrategie bevatten ten minste de volgende informatie:

a)

de voornaamste categorieën activa waarin de abi mag beleggen;

b)

industriële, geografische of andere marktsectoren, dan wel specifieke activaklassen die centraal staan in de beleggingsstrategie;

c)

een beschrijving van het abi-beleid op het gebied van het opnemen van leningen of het beroep op hefboomfinanciering.

3.   De uit hoofde van artikel 3, lid 3, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU door de abi-beheerder te verstrekken informatie is vermeld in artikel 110, lid 1, van deze verordening. Deze informatie wordt verstrekt in overeenstemming met het proformarapportagetemplate van bijlage IV.

4.   De op grond van artikel 3, lid 3, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU verzamelde informatie wordt gedeeld tussen de bevoegde autoriteiten van de Unie en met de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA, European Securities and Markets Authority) en het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB, European Systemic Risk Board) wanneer zulks noodzakelijk is voor de vervulling van hun taken.

5.   De voor notificatiedoeleinden vereiste informatie wordt jaarlijks geactualiseerd en verstrekt. Om redenen die met de uitoefening van hun bevoegdheden uit hoofde van artikel 46 van Richtlijn 2011/61/EU verband houden, kunnen de bevoegde autoriteiten van een abi-beheerder verlangen dat hij de in artikel 3 van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie frequenter verstrekt.

AFDELING 2

Berekening van de hefboomfinanciering

(artikel 4, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 6

Algemene bepalingen betreffende de berekening van de hefboomfinanciering

1.   De hefboomfinanciering van een abi wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de blootstelling van een abi en de intrinsieke waarde ervan.

2.   Abi-beheerders berekenen de blootstelling van de beheerde abi’s volgens de brutomethode van artikel 7 en de methode op basis van gedane toezeggingen van artikel 8.

Uiterlijk op 21 juli 2015 beoordeelt de Commissie de in de eerste alinea bedoelde berekeningsmethoden in het licht van de marktontwikkelingen om na te gaan of deze methoden volstaan en passend zijn voor alle soorten abi’s, dan wel of een additionele en facultatieve methode voor de berekening van de hefboomfinanciering moet worden ontwikkeld.

3.   Het risico dat inherent is aan financiële of juridische constructies waarbij derden betrokken zijn die onder de zeggenschap van de betrokken abi staan, wordt in de berekening van de blootstelling meegenomen wanneer de bedoelde constructies specifiek zijn opgezet om de blootstelling op het niveau van de abi direct of indirect te vergroten. Voor abi’s waarvan het kernbeleggingsbeleid erin bestaat zeggenschap over niet-beursgenoteerde ondernemingen of uitgevende instellingen te verwerven, houdt de abi-beheerder bij de berekening van de hefboomfinanciering geen rekening met de op het niveau van deze niet-beursgenoteerde ondernemingen en uitgevende instellingen bestaande blootstelling, mits de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder geen potentiële verliezen behoeft te dragen die groter zijn dan de in de betrokken onderneming of uitgevende instelling gedane belegging.

4.   Abi-beheerders laten aangegane leningsovereenkomsten buiten beschouwing wanneer deze van tijdelijke aard zijn en volledig door contractuele kapitaaltoezeggingen van beleggers in de abi zijn gedekt.

5.   Een abi-beheerder beschikt over naar behoren gedocumenteerde procedures om de blootstelling van elke door hem beheerde abi volgens de brutomethode en volgens de methode op basis van gedane toezeggingen te berekenen. De berekening wordt consistent uitgevoerd in de tijd.

Artikel 7

Brutomethode voor de berekening van de blootstelling van de abi

De volgens de brutomethode berekende blootstelling van een abi is gelijk aan de som van de absolute waarden van alle posities die overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU en alle op grond van deze bepaling vastgestelde gedelegeerde handelingen zijn gewaardeerd.

Bij de berekening van de blootstelling van een abi volgens de brutomethode gaat een abi-beheerder als volgt te werk:

a)

hij houdt geen rekening met de waarde van geldmiddelen en kasequivalenten die zeer liquide beleggingen zijn, in de basisvaluta van de abi worden aangehouden, onmiddellijk in een bekend bedrag aan geldmiddelen kunnen worden omgezet, door een insignificant risico van waardeverandering worden gekenmerkt, en een rendement opleveren dat niet hoger is dan de rente op een overheidsobligatie van hoogwaardige kwaliteit met een looptijd van drie maanden;

b)

hij zet derivaten om in de equivalente positie in hun onderliggende activa met behulp van de in artikel 10 bedoelde omzettingsmethodieken en de in de punten 4 tot en met 9 en 14 van bijlage I beschreven methoden;

c)

hij houdt geen rekening met opgenomen leningen in contanten die de vorm van onder a) bedoelde geldmiddelen of kasequivalenten blijven aannemen en waarvan de te betalen bedragen bekend zijn;

d)

hij houdt rekening met de uit de herbelegging van opgenomen leningen in contanten voortvloeiende blootstelling, uitgedrukt als de marktwaarde van de gedane belegging of als het totaalbedrag van de geleende geldmiddelen als bedoeld in de punten 1 en 2 van bijlage I, al naargelang welk bedrag het hoogst is;

e)

hij houdt rekening met de posities bij retrocessieovereenkomsten of omgekeerde retrocessieovereenkomsten en bij verstrekte of opgenomen effectenleningen of andere regelingen als bedoeld in de punten 3 en 10 tot en met 13 van bijlage I.

Artikel 8

Methode op basis van gedane toezeggingen voor de berekening van de blootstelling van een abi

1.   De volgens de methode op basis van gedane toezeggingen berekende blootstelling van een abi is gelijk aan de som van de absolute waarden van alle posities die overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU en alle op grond van deze bepaling vastgestelde gedelegeerde handelingen zijn gewaardeerd, op de in de leden 2 tot en met 9 gestelde voorwaarden.

2.   Bij de berekening van de blootstelling van een abi volgens de methode op basis van gedane toezeggingen gaat een abi-beheerder als volgt te werk:

a)

hij zet elke derivatenpositie om in een equivalente positie in het onderliggende activum van het betrokken derivaat met behulp van de in artikel 10 bedoelde en de in de punten 4 tot en met 9 en 14 van bijlage II beschreven omzettingsmethodieken;

b)

hij past salderings- en hedgingregelingen toe;

c)

hij berekent de blootstelling die ontstaat als gevolg van de herbelegging van opgenomen leningen wanneer een dergelijke herbelegging resulteert in een toename van de in de punten 1 en 2 van bijlage I omschreven blootstelling van de abi;

d)

hij betrekt andere regelingen in de berekening in overeenstemming met de punten 3 en 10 tot en met 13 van bijlage I.

3.   Bij de berekening van de blootstelling van een abi volgens de methode op basis van gedane toezeggingen:

a)

omvatten salderingsregelingen combinaties van transacties met betrekking tot derivaten- of effectenposities die op hetzelfde onderliggende activum slaan, ongeacht — in geval van derivaten — de vervaldatum van de derivaten en of deze transacties met betrekking tot derivaten- of effectenposities zijn gesloten met de uitsluitende bedoeling om de risico’s weg te nemen die verbonden zijn aan posities die via andere derivaten- of effectenposities zijn ingenomen;

b)

omvatten hedgingregelingen combinaties van transacties met betrekking tot derivaten- of effectenposities die niet noodzakelijkerwijze op hetzelfde onderliggende activum slaan en waarbij deze transacties met betrekking tot derivaten- of effectenposities zijn gesloten met de uitsluitende bedoeling om de risico’s te neutraliseren die verbonden zijn aan posities die via andere derivaten- of effectenposities zijn ingenomen.

4.   In afwijking van lid 2 wordt een derivaat niet in een equivalente positie in het onderliggende activum omgezet wanneer het alle volgende kenmerken heeft:

a)

het ruilt het rendement van financiële activa die de abi in portefeuille heeft, voor het rendement van andere financiële referentieactiva;

b)

het neutraliseert volkomen alle risico’s die verbonden zijn aan de geruilde activa die de abi in portefeuille heeft, zodat het rendement van de abi niet afhankelijk is van het rendement van de geruilde activa;

c)

het vertoont geen andere facultatieve kenmerken, het bevat geen hefboomclausules en er zijn geen andere extra risico’s aan verbonden in vergelijking met een direct bezit van de financiële referentieactiva.

5.   In afwijking van lid 2 wordt een derivaat bij de berekening van de blootstelling volgens de methode op basis van gedane toezeggingen niet in een equivalente positie in het onderliggende activum omgezet wanneer het aan beide volgende voorwaarden voldoet:

a)

het bezit door de abi van een met een financieel activum verband houdend derivaat in combinatie met geldmiddelen die in een kasequivalent als omschreven in artikel 7, onder a), zijn belegd, is gelijkwaardig met het innemen van een longpositie in het desbetreffende financiële activum;

b)

het derivaat geeft geen aanleiding tot een incrementeel risico en hefboomeffect of andere risico’s.

6.   Bij de berekening van de blootstelling van een abi wordt alleen met hedgingregelingen rekening gehouden wanneer deze aan alle volgende voorwaarden voldoen:

a)

de in het kader van de hedgingrelatie ingenomen posities zijn niet bedoeld om rendement op te leveren en de algemene en specifieke risico’s worden geneutraliseerd;

b)

er is sprake van een verifieerbare vermindering van het marktrisico op het niveau van de abi;

c)

de eventuele aan de derivaten verbonden algemene en specifieke risico’s zijn geneutraliseerd;

d)

de hedgingregelingen hebben betrekking op dezelfde activaklasse;

e)

zij zijn efficiënt onder gespannen marktomstandigheden.

7.   Behoudens lid 6 worden derivaten die voor de hedging van valutarisico’s worden gebruikt en die geen incrementeel risico en hefboomeffect of andere risico’s toevoegen, niet in de berekening opgenomen.

8.   Een abi-beheerder saldeert posities in de volgende gevallen:

a)

tussen derivaten, op voorwaarde dat deze op hetzelfde onderliggende activum betrekking hebben, ook al hebben de derivaten een verschillende vervaldatum;

b)

tussen een derivaat waarvan het onderliggende activum een effect, een geldmarktinstrument of een recht van deelneming in een instelling voor collectieve belegging als bedoeld in deel C, punten 1, 2 en 3, van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG is, en datzelfde overeenkomstige onderliggende activum.

9.   Abi-beheerders die abi’s beheren die overeenkomstig hun kernbeleggingsbeleid overwegend in rentederivaten beleggen, hanteren de in artikel 11 beschreven specifieke durationsalderingregels om met de correlatie tussen de looptijdsegmenten van de rentecurve rekening te houden.

Artikel 9

Methoden om de blootstelling van een abi te vergroten

Bij de berekening van de blootstelling hanteren abi-beheerders de in bijlage I beschreven methoden voor de situaties waarnaar in die bijlage wordt verwezen.

Artikel 10

Omzettingsmethodieken voor derivaten

Abi-beheerders hanteren de in bijlage II beschreven omzettingsmethodieken voor de derivaten waarnaar in die bijlage wordt verwezen.

Artikel 11

Durationsalderingregels

1.   Bij de berekening van de blootstelling van abi’s overeenkomstig artikel 8, lid 9, passen abi-beheerders durationsalderingregels toe.

2.   De durationsalderingregels worden niet gebruikt wanneer zij tot een verkeerde voorstelling van het risicoprofiel van de abi zouden leiden. Abi-beheerders die van deze regels gebruikmaken, houden geen rekening met andere risicobronnen, zoals de volatiliteit van hun rentestrategie. Bij rentearbitragestrategieën worden deze regels dan ook niet toegepast.

3.   Het gebruik van deze durationsalderingregels geeft geen aanleiding tot een ongerechtvaardigd hefboomeffect via beleggingen in kortlopende posities. Kortlopende rentederivaten zijn niet de belangrijkste bron van rendement van een abi met een middellange duration die van de durationsalderingregels gebruikmaakt.

4.   Rentederivaten worden in hun equivalente onderliggende activapositie omgezet en overeenkomstig bijlage III gesaldeerd.

5.   Een abi die van durationsalderingregels gebruikmaakt, mag nog steeds van het hedgingkader gebruikmaken. Durationsalderingregels mogen alleen worden toegepast op rentederivaten die geen deel uitmaken van hedgingregelingen.

AFDELING 3

Bijkomend eigen vermogen en beroepsaansprakelijkheidsverzekering

(artikel 9, lid 7, en artikel 15 van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 12

Beroepsaansprakelijkheidsrisico’s

1.   De beroepsaansprakelijkheidsrisico’s die overeenkomstig artikel 9, lid 7, van Richtlijn 2011/61/EU moeten worden gedekt, zijn risico’s op verlies of schade die worden veroorzaakt doordat een relevante persoon nalatig is bij de uitvoering van werkzaamheden waarvoor de abi-beheerder wettelijk aansprakelijk is.

2.   Beroepsaansprakelijkheidsrisico’s als omschreven in lid 1 omvatten maar zijn niet beperkt tot de volgende risico’s:

a)

het verlies van documenten waaruit de eigendom van activa van de abi blijkt;

b)

verkeerde voorstellingen of misleidende verklaringen waarvan de abi of de beleggers in die abi het slachtoffer zijn;

c)

handelingen, fouten of nalatigheden die resulteren in een schending van:

i)

wettelijke of bestuursrechtelijke verplichtingen;

ii)

de plicht jegens de abi en de beleggers in die abi om met de nodige bekwaamheid en zorgvuldigheid te werk te gaan;

iii)

de plichten inzake zaakwaarneming;

iv)

de geheimhoudingsplicht;

v)

het reglement of de statuten van de abi;

vi)

de voorwaarden waaronder de abi-beheerder door de abi is aangesteld;

d)

het nalaten om procedures vast te stellen, te implementeren en in stand te houden ter voorkoming van oneerlijke, frauduleuze of kwaadwillige handelingen;

e)

de onjuiste waardering van activa of berekening van de prijzen van rechten van deelneming/aandelen;

f)

verliezen die voortvloeien uit een verstoring van de bedrijfsactiviteiten, systeemstoringen of een verstoring van de transactieverwerking of het procesbeheer.

3.   Beroepsaansprakelijkheidsrisico’s worden te allen tijde gedekt, hetzij via overeenkomstig artikel 14 bepaald bijkomend eigen vermogen, hetzij via een overeenkomstig artikel 15 bepaalde passende dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

Artikel 13

Kwalitatieve vereisten met betrekking tot beroepsaansprakelijkheidsrisico’s

1.   Een abi-beheerder implementeert doeltreffende interne gedragslijnen en procedures voor het beheer van de operationele risico’s om alle operationele risico’s, met inbegrip van beroepsaansprakelijkheidsrisico’s, waaraan de abi-beheerder blootstaat of redelijkerwijze kan blootstaan, op afdoende wijze te onderkennen, meten, beheren en bewaken. De werkzaamheden voor het beheer van de operationele risico’s worden onafhankelijk uitgevoerd in het kader van het risicobeheerbeleid.

2.   Een abi-beheerder zet een databank met historische verliesgegevens op waarin de ervaring met operationele storingen, verliezen en schade wordt bijgehouden. In deze databank worden onder meer, maar niet uitsluitend alle in artikel 12, lid 2, bedoelde beroepsaansprakelijkheidsrisico’s geregistreerd die zich hebben voorgedaan.

3.   Binnen het risicobeheerkader maakt de abi-beheerder gebruik van zijn interne historische verliesgegevens en, in voorkomend geval, externe gegevens, scenarioanalyses en factoren die de bedrijfsomgeving en de internecontrolesystemen weerspiegelen.

4.   Blootstellingen aan operationele risico’s en verlieservaringen worden doorlopend gecontroleerd en zijn onderworpen aan periodieke interne rapportage.

5.   De door een abi-beheerder gehanteerde gedragslijnen en procedures voor het beheer van de operationele risico’s zijn goed gedocumenteerd. Een abi-beheerder heeft regelingen getroffen om de naleving van zijn gedragslijnen voor het beheer van de operationele risico’s te waarborgen en heeft tevens doeltreffende maatregelen genomen om tegen de niet-naleving van deze gedragslijnen op te treden. Een abi-beheerder beschikt over procedures om passende corrigerende maatregelen te nemen.

6.   De gedragslijnen en procedures voor het beheer van de operationele risico’s en de systemen om deze risico’s te meten, worden op gezette tijden en ten minste eenmaal per jaar getoetst.

7.   Een abi-beheerder beschikt doorlopend over de financiële middelen die met zijn ingeschat risicoprofiel overeenstemmen.

Artikel 14

Bijkomend eigen vermogen

1.   Dit artikel is van toepassing op abi-beheerders die ervoor kiezen beroepsaansprakelijkheidsrisico’s met bijkomend eigen vermogen af te dekken.

2.   De abi-beheerder voorziet in bijkomend eigen vermogen ter grootte van ten minste 0,01 % van de waarde van de portefeuilles van de beheerde abi’s ter dekking van de aansprakelijkheidsrisico’s die uit beroepsnalatigheid voortvloeien.

De waarde van de portefeuilles van de beheerde abi’s is gelijk aan de som van de absolute waarde van alle activa van alle door de abi-beheerder beheerde abi’s, met inbegrip van de activa die met hefboomfinanciering zijn verworven, waarbij derivaten tegen hun marktwaarde worden gewaardeerd.

3.   Het in lid 2 bedoelde vereiste inzake het bijkomend eigen vermogen wordt aan het einde van elk boekjaar herberekend en het bedrag van het bijkomend eigen vermogen wordt dienovereenkomstig aangepast.

De abi-beheerder gaat over tot de vaststelling, implementatie en toepassing van procedures om de overeenkomstig lid 2, tweede alinea, berekende waarde van de portefeuilles van de beheerde abi’s doorlopend te bewaken. Ingeval de waarde van de portefeuilles van de beheerde abi’s vóór de in de eerste alinea bedoelde jaarlijkse herberekening een forse stijging te zien geeft, herberekent de abi-beheerder onverwijld het vereiste inzake het bijkomend eigen vermogen en past hij het bijkomend eigen vermogen dienovereenkomstig aan.

4.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder kan de abi-beheerder enkel toestaan in minder bijkomend eigen vermogen dan het in lid 2 bedoelde bedrag te voorzien wanneer zij er — afgaande op de historische verliesgegevens die de abi-beheerder over een waarnemingsperiode van ten minste drie jaar vóór de beoordeling heeft bijgehouden — van overtuigd is dat de abi-beheerder in voldoende bijkomend eigen vermogen heeft voorzien om de beroepsaansprakelijkheidsrisico’s op afdoende wijze af te dekken. Het toegestane lagere bedrag aan bijkomend eigen vermogen beloopt ten minste 0,008 % van de waarde van de portefeuilles van de door de abi-beheerder beheerde abi’s.

5.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder kan de abi-beheerder verzoeken in meer bijkomend eigen vermogen dan het in lid 2 bedoelde bedrag te voorzien als zij er niet van overtuigd is dat de abi-beheerder over voldoende bijkomend eigen vermogen beschikt om de beroepsaansprakelijkheidsrisico’s op afdoende wijze af te dekken. De bevoegde autoriteit motiveert waarom zij meent dat het bijkomend eigen vermogen van de abi-beheerder ontoereikend is.

Artikel 15

Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

1.   Dit artikel is van toepassing op abi-beheerders die ervoor kiezen beroepsaansprakelijkheidsrisico’s met een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te dekken.

2.   De abi-beheerder gaat over tot het afsluiten en te allen tijde aanhouden van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering:

a)

die een oorspronkelijke looptijd heeft van ten minste een jaar;

b)

waarvoor een minimumopzegtermijn van 90 dagen geldt;

c)

die de in artikel 12, leden 1 en 2, omschreven beroepsaansprakelijkheidsrisico’s dekt;

d)

die is gesloten bij een in de EU of een derde land gevestigde onderneming waaraan overeenkomstig het Unierecht of het nationale recht vergunning is verleend om beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen te verstrekken;

e)

die door een derde wordt verstrekt.

Elk overeengekomen, welomschreven eigen risico wordt volledig gedekt door eigen vermogen dat bovenop het eigen vermogen komt waarin overeenkomstig artikel 9, leden 1 en 3, van Richtlijn 2011/61/EU moet worden voorzien.

3.   De verzekeringsdekking van elke afzonderlijke verzekeringsclaim is gelijk aan ten minste 0,7 % van de overeenkomstig artikel 14, lid 2, tweede alinea, berekende waarde van de portefeuilles van de door de abi-beheerder beheerde abi’s.

4.   De verzekeringsdekking van het jaartotaal aan verzekeringsclaims is gelijk aan ten minste 0,9 % van de overeenkomstig artikel 14, lid 2, tweede alinea, berekende waarde van de portefeuilles van de door de abi-beheerder beheerde abi’s.

5.   De abi-beheerder toetst de beroepsaansprakelijkheidsverzekeringsovereenkomst en de overeenstemming ervan met de vereisten van dit artikel ten minste eenmaal per jaar en ingeval er zich een verandering voordoet die van invloed is op de overeenstemming van de overeenkomst met de vereisten van dit artikel.

HOOFDSTUK III

VOORWAARDEN VOOR DE BEDRIJFSUITOEFENING DOOR ABI-BEHEERDERS

AFDELING 1

Algemene beginselen

(artikel 12, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 16

Algemene verplichtingen van bevoegde autoriteiten

Bij de beoordeling of abi-beheerders aan artikel 12, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU voldoen, hanteren de bevoegde autoriteiten ten minste de criteria die in deze afdeling zijn vastgesteld.

Artikel 17

De plicht om zich in te zetten voor de belangen van de abi of van de beleggers in die abi en de integriteit van de markt

1.   Abi-beheerders passen gedragslijnen en procedures toe ter voorkoming van wanpraktijken, met inbegrip van die waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat ze de stabiliteit en de integriteit van de markt ongunstig beïnvloeden.

2.   Abi-beheerders zien erop toe dat de door hen beheerde abi’s en de beleggers in die abi’s geen onnodige kosten worden aangerekend.

Artikel 18

Due diligence

1.   Abi-beheerders betrachten een hoge mate van zorgvuldigheid bij het selecteren en continu bewaken van beleggingen.

2.   Abi-beheerders zorgen ervoor dat zij voldoende kennis en begrip hebben van de activa waarin de abi heeft belegd.

3.   Abi-beheerders gaan over tot de vaststelling, implementatie en toepassing van schriftelijke gedragslijnen en procedures inzake due diligence en implementeren effectieve regelingen om te garanderen dat namens de abi genomen beleggingsbeslissingen overeenkomstig de doelstellingen, de beleggingsstrategie en, in voorkomend geval, de risicolimieten van de abi worden uitgevoerd.

4.   De in lid 3 bedoelde gedragslijnen en procedures inzake due diligence worden regelmatig getoetst en bijgewerkt.

Artikel 19

Due diligence bij het beleggen in activa met een beperkte liquiditeit

1.   Wanneer abi-beheerders beleggen in activa met een beperkte liquiditeit en wanneer een dergelijke belegging door een onderhandelingsfase wordt voorafgegaan, voldoen zij, wat de onderhandelingsfase betreft, niet alleen aan de vereisten van artikel 18, maar gaan zij ook over tot het volgende:

a)

het opstellen en regelmatig bijwerken van een bedrijfsplan dat consistent is met de looptijd van de abi en de marktvoorwaarden;

b)

het zoeken en selecteren van mogelijke transacties die consistent zijn met het onder a) bedoelde bedrijfsplan;

c)

het beoordelen van de geselecteerde transacties in het licht van eventuele mogelijkheden en algemene gerelateerde risico’s, alle relevante juridische, belastinggerelateerde, financiële of andere op de waarde van invloed zijnde factoren, personele en materiële hulpmiddelen, en strategieën, met inbegrip van uitstapstrategieën;

d)

het verrichten van due diligenceactiviteiten met betrekking tot de transacties voor het regelen van de uitvoering ervan;

e)

het toetsen van de prestatie van de abi aan het onder a) bedoelde bedrijfsplan.

2.   Abi-beheerders bewaren gedurende ten minste vijf jaar gegevens over de overeenkomstig lid 1 uitgevoerde werkzaamheden.

Artikel 20

Due diligence bij de selectie en aanwijzing van tegenpartijen en prime brokers

1.   Op het moment van de selectie en aanwijzing van tegenpartijen en prime brokers en vervolgens op continue basis betrachten abi-beheerders de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding voordat zij een overeenkomst sluiten, waarbij zij rekening houden met het volledige gamma en de kwaliteit van hun diensten.

2.   Bij de selectie van prime brokers of tegenpartijen van een abi-beheerder of van een abi in het kader van een onderhandse derivatentransactie, een effectenlening of een retrocessieovereenkomst zorgen abi-beheerders ervoor dat deze prime brokers en tegenpartijen aan alle volgende voorwaarden voldoen:

a)

zij staan onder voortdurend toezicht van een overheidsinstantie;

b)

zij zijn financieel solide;

c)

zij beschikken over de vereiste organisatiestructuur en middelen voor het verrichten van de diensten die zij aan de abi-beheerder of de abi moeten verlenen.

3.   Bij het beoordelen van de in lid 2, onder b), bedoelde financiële soliditeit houdt de abi-beheerder er rekening mee of de prime broker of tegenpartij al dan niet aan prudentiële regelgeving, met inbegrip van toereikende kapitaalvereisten, en een doeltreffend toezicht is onderworpen.

4.   De lijst van geselecteerde prime brokers wordt goedgekeurd door de directie van de abi-beheerder. In uitzonderlijke gevallen kunnen niet in de lijst opgenomen prime brokers worden aangewezen, mits zij aan de vereisten van lid 2 voldoen en de directie daarmee instemt. De abi-beheerder is in staat aan te tonen om welke redenen hij een dergelijke keuze heeft gemaakt en welke due diligenceactiviteiten zijn verricht bij de selectie en controle van de prime brokers die niet in de lijst zijn opgenomen.

Artikel 21

Billijk, loyaal en met de nodige bekwaamheid te werk gaan

Om vast te stellen of een abi-beheerder bij de uitoefening van zijn werkzaamheden billijk, loyaal en met de nodige bekwaamheid te werk gaat, toetsen de bevoegde autoriteiten ten minste of aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het bestuursorgaan van de abi-beheerder in zijn geheel genomen beschikt over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring om inzicht te hebben in de werkzaamheden van de abi-beheerder, en met name in de voornaamste risico’s die aan deze werkzaamheden verbonden zijn en de activa waarin de abi heeft belegd;

b)

de leden van het bestuursorgaan besteden genoeg tijd aan het naar behoren vervullen van hun taken bij de abi-beheerder;

c)

elk lid van het bestuursorgaan handelt eerlijk, integer en met onafhankelijkheid van geest;

d)

de abi-beheerder wijdt voldoende middelen aan de introductie en opleiding van leden van het bestuursorgaan.

Artikel 22

Middelen

1.   Abi-beheerders hebben voldoende medewerkers in dienst die over de nodige vakbekwaamheid, kennis en deskundigheid beschikken om de hun toevertrouwde verantwoordelijkheden uit te oefenen.

2.   Voor de toepassing van lid 1 houden abi-beheerders rekening met de aard, schaal en complexiteit van hun bedrijf en met de aard en het gamma van de diensten en activiteiten die in het kader van dat bedrijf worden verricht.

Artikel 23

Billijke behandeling van beleggers in de abi

1.   De abi-beheerder zorgt ervoor dat zijn in artikel 57 bedoelde besluitvormingsprocedures en organisatiestructuur een billijke behandeling van beleggers garanderen.

2.   Elke voorkeursbehandeling die een abi-beheerder aan een of meer beleggers toekent, mag niet resulteren in een algemeen materieel nadeel voor andere beleggers.

Artikel 24

Inducements

1.   Abi-beheerders worden niet geacht billijk en loyaal te werk te gaan en zich in te zetten voor de belangen van de door hen beheerde abi’s of van de beleggers in die abi’s, indien zij in het kader van de werkzaamheden die zij in verband met de uitvoering van de in bijlage I bij Richtlijn 2011/61/EU bedoelde taken verrichten, een vergoeding of provisie betalen of ontvangen, dan wel een niet-geldelijk voordeel verschaffen of aannemen, tenzij het gaat om:

a)

een vergoeding, provisie of niet-geldelijk voordeel betaald of verschaft aan of door de abi of een persoon die namens de abi handelt;

b)

een vergoeding, provisie of niet-geldelijk voordeel betaald of verschaft aan of door een derde of een persoon die namens een derde handelt, wanneer de abi-beheerder kan aantonen dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

i)

vóór de verrichting van de desbetreffende dienst wordt de beleggers in de abi op uitvoerige, accurate en begrijpelijke wijze mededeling gedaan van het bestaan, de aard en het bedrag van de vergoeding, de provisie of het voordeel of, wanneer het bedrag niet kan worden achterhaald, van de wijze van berekening van dit bedrag;

ii)

de betaling of verschaffing van de vergoeding, de provisie of het niet-geldelijke voordeel komt de kwaliteit van de desbetreffende dienst ten goede en doet geen afbreuk doen aan de plicht van de abi-beheerder om zich in te zetten voor de belangen van de door hem beheerde abi of van de beleggers in die abi;

c)

passende vergoedingen die de verrichting van de desbetreffende dienst mogelijk maken of daarvoor noodzakelijk zijn, met inbegrip van bewaarloon, afwikkelings- en beursvergoedingen en wettelijke heffingen of juridische kosten, en die van nature niet kunnen botsen met de plicht van de abi-beheerder om billijk en loyaal te handelen en zich in te zetten voor de belangen van de door hem beheerde abi of van de beleggers in die abi.

2.   De mededeling in samengevatte vorm van de essentiële voorwaarden van de regelingen voor vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen wordt bevredigend geacht voor de toepassing van lid 1, onder b), i), mits de abi-beheerder zich ertoe verplicht de belegger in de door hem beheerde abi desgevraagd nadere bijzonderheden te verstrekken, en deze verplichting ook nakomt.

Artikel 25

Doeltreffend gebruik van middelen en procedures — Verwerking van orders

1.   Abi-beheerders gaan over tot de vaststelling, implementatie en toepassing van procedures en regelingen die een onmiddellijke, getrouwe en vlotte uitvoering van orders namens de abi garanderen.

2.   De in lid 1 bedoelde procedures en regelingen voldoen aan de volgende vereisten:

a)

zij garanderen dat namens abi’s uitgevoerde orders, onmiddellijk en correct worden geregistreerd en toegewezen;

b)

zij zorgen ervoor dat overigens vergelijkbare orders van abi’s in volgorde van ontvangst en onmiddellijk worden uitgevoerd, tenzij de aard van de order of de heersende marktomstandigheden dit onmogelijk maken of in het belang van de abi of van de beleggers in die abi anders moet worden gehandeld.

3.   De financiële instrumenten, geldsommen of andere activa die bij de afwikkeling van de uitgevoerde orders worden ontvangen, worden onmiddellijk en op correcte wijze geleverd aan of bijgeschreven op de rekening van de betrokken abi.

4.   Abi-beheerders maken geen misbruik van informatie over lopende abi-orders en nemen alle redelijke maatregelen om misbruik van dergelijke informatie door hun relevante personen te voorkomen.

Artikel 26

Rapportageverplichtingen met betrekking tot de uitvoering van inschrijvings- en terugbetalingsorders

1.   Wanneer abi-beheerders een inschrijvingsorder of, in voorkomend geval, een terugbetalingsorder van een belegger hebben uitgevoerd, verstrekken zij de belegger onmiddellijk op een duurzame drager de belangrijkste informatie over de uitvoering van deze order of de aanvaarding van de aanbieding, al naargelang het geval.

2.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer een derde verplicht is de belegger een bevestiging van de uitvoering van de order te verstrekken en wanneer de bevestiging de belangrijkste informatie bevat.

Abi-beheerders zien erop toe dat de betrokken derde zijn verplichtingen nakomt.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde belangrijkste informatie bestaat uit:

a)

de identiteit van de abi-beheerder;

b)

de identiteit van de belegger;

c)

de datum en het tijdstip van ontvangst van de order;

d)

de datum van uitvoering;

e)

de identiteit van de abi;

f)

de brutowaarde van de order inclusief inschrijvingskosten of het nettobedrag na aftrek van terugbetalingskosten.

4.   Abi-beheerders verstrekken de belegger desgevraagd informatie over de status van de order, de aanvaarding van de aanbieding of beide, al naargelang het geval.

Artikel 27

Uitvoering van beslissingen om namens de beheerde abi te handelen

1.   De abi-beheerders zetten zich in voor de belangen van de door hen beheerde abi’s of van de beleggers in die abi’s wanneer zij in het kader van het beheer van hun portefeuille beslissingen uitvoeren om namens hen te handelen.

2.   Bij het kopen of verkopen van financiële instrumenten of van andere activa waarvoor optimale uitvoering relevant is en voor de toepassing van lid 1 nemen abi-beheerders alle redelijke maatregelen om het best mogelijke resultaat voor de door hen beheerde abi’s of de beleggers in die abi’s te behalen, rekening houdend met de prijs, de kosten, de snelheid, de waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling, de omvang en de aard van de order, alsook alle andere voor de uitvoering van de order relevante aspecten. Het relatieve gewicht van deze factoren wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria:

a)

de doelstellingen, het beleggingsbeleid en de risico’s eigen aan de abi, zoals ze worden aangegeven in het reglement of de statuten, het prospectus of de aanbiedingsdocumenten van de abi;

b)

de kenmerken van de order;

c)

de kenmerken van de financiële instrumenten of andere activa die het voorwerp zijn van deze order;

d)

de kenmerken van de plaatsen van uitvoering waar deze order kan worden geplaatst.

3.   Abi-beheerders stellen doeltreffende regelingen vast en passen die toe om aan de in de leden 1 en 2 bedoelde verplichtingen te voldoen. De abi-beheerder gaat met name over tot de schriftelijke vaststelling en implementatie van een uitvoeringsbeleid dat de abi’s en de beleggers in die abi’s overeenkomstig lid 2 in staat stelt het best mogelijke resultaat voor de orders van abi’s te behalen.

4.   Abi-beheerders houden periodiek toezicht op de effectiviteit van hun regelingen en beleid voor de uitvoering van orders teneinde eventuele tekortkomingen op te sporen en, in voorkomend geval, te verhelpen.

5.   Abi-beheerders onderwerpen hun uitvoeringsbeleid jaarlijks aan een evaluatie. Een dergelijke evaluatie wordt ook verricht telkens als er zich een wezenlijke verandering voordoet in het vermogen van de abi-beheerder om steeds het best mogelijke resultaat voor de door hem beheerde abi’s te behalen.

6.   Abi-beheerders kunnen aantonen dat de orders die zij namens de abi hebben uitgevoerd, in overeenstemming zijn met hun uitvoeringsbeleid.

7.   Wanneer niet uit verschillende plaatsen van uitvoering kan worden gekozen, zijn de leden 2 tot en met 5 niet van toepassing. Abi-beheerders kunnen dan evenwel aantonen dat er niet uit verschillende plaatsen van uitvoering kan worden gekozen.

Artikel 28

Plaatsing van orders om namens abi’s te handelen bij andere entiteiten ter uitvoering ervan

1.   Bij het kopen of verkopen van financiële instrumenten of van andere activa waarvoor optimale uitvoering relevant is, zet de abi-beheerder zich in voor de belangen van de door hem beheerde abi’s wanneer hij in het kader van het beheer van hun portefeuille orders om namens de beheerde abi’s te handelen bij andere entiteiten ter uitvoering plaatst.

2.   Abi-beheerders nemen alle redelijke maatregelen om het best mogelijke resultaat voor de abi of de beleggers in die abi te behalen, rekening houdend met de prijs, de kosten, de snelheid, de waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling, de omvang en de aard van de order, alsook met alle andere voor de uitvoering van de order relevante aspecten. Het relatieve gewicht van deze factoren wordt bepaald aan de hand van de criteria van artikel 27, lid 2.

Abi-beheerders gaan over tot de vaststelling, implementatie en toepassing van een beleid dat hen in staat stelt aan de verplichting van de eerste alinea te voldoen. In het beleid worden voor alle categorieën van instrumenten de entiteiten genoemd waarbij de orders kunnen worden geplaatst. De abi-beheerder gaat enkel uitvoeringsovereenkomsten aan indien dergelijke overeenkomsten in overeenstemming zijn met de in dit artikel vastgelegde verplichtingen. De abi-beheerder verstrekt de beleggers in de door hem beheerde abi’s voldoende informatie over het overeenkomstig dit lid vastgestelde beleid en over wezenlijke veranderingen ervan.

3.   Abi-beheerders houden periodiek toezicht op de effectiviteit van het overeenkomstig lid 2 vastgestelde beleid, en met name op de uitvoeringskwaliteit van de in dit beleid genoemde entiteiten, en verhelpen in voorkomend geval eventuele tekortkomingen.

Voorts onderwerpen abi-beheerders het beleid jaarlijks aan een evaluatie. Een dergelijke evaluatie wordt ook verricht telkens als er zich een wezenlijke verandering voordoet met gevolgen voor het vermogen van de abi-beheerder om steeds het best mogelijke resultaat voor de door hem beheerde abi’s te behalen.

4.   Abi-beheerders kunnen aantonen dat de orders die zij namens de abi hebben geplaatst, in overeenstemming zijn met het conform lid 2 vastgestelde beleid.

5.   Wanneer niet uit verschillende plaatsen van uitvoering kan worden gekozen, zijn de leden 2 tot en met 5 niet van toepassing. Abi-beheerders kunnen dan evenwel aantonen dat er niet uit verschillende plaatsen van uitvoering kan worden gekozen.

Artikel 29

Samenvoeging en toewijzing van handelsorders

1.   Abi-beheerders kunnen enkel een order van een abi samen met een order van een andere abi, een icbe of een cliënt, dan wel met een order voor eigen rekening uitvoeren mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

er mag redelijkerwijze worden aangenomen dat de samenvoeging van de orders al met al niet nadelig zal uitpakken voor een abi, een icbe of cliënten van wie een order wordt samengevoegd;

b)

er is een ordertoewijzingsbeleid vastgesteld en geïmplementeerd dat voldoende nauwkeurig voorziet in een billijke toewijzing van samengevoegde orders en dat onder meer aangeeft hoe het volume en de prijs van de orders bepalend zijn voor de toewijzingen en de behandeling van gedeeltelijke uitvoeringen.

2.   Wanneer een abi-beheerder een order van een abi samenvoegt met een of meer orders van andere abi’s, icbe’s of cliënten en de samengevoegde order slechts ten dele wordt uitgevoerd, wijst hij de desbetreffende handelstransacties toe overeenkomstig zijn ordertoewijzingsbeleid.

3.   Wanneer een abi-beheerder transacties voor eigen rekening samenvoegt met een of meer orders van abi’s, icbe’s of cliënten, wijst hij de desbetreffende handelstransacties niet toe op een voor de abi, icbe of cliënt nadelige wijze.

4.   Wanneer een abi-beheerder een order van een abi, icbe of andere cliënt samenvoegt met een transactie voor eigen rekening en de samengevoegde order slechts ten dele wordt uitgevoerd, geeft hij de abi, icbe of cliënt bij de toewijzing van de desbetreffende handelstransacties voorrang op transacties voor eigen rekening.

Als de abi-beheerder evenwel ten aanzien van de abi of de cliënt aannemelijk kan maken dat hij de order niet op dezelfde gunstige voorwaarden of zelfs helemaal niet had kunnen uitvoeren als deze niet was samengevoegd, mag hij de transactie voor eigen rekening naar evenredigheid toewijzen overeenkomstig zijn in lid 1, onder b), bedoelde beleid.

AFDELING 2

Belangenconflicten

(artikel 14 van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 30

Soorten belangenconflicten

Met het oog op het onderkennen van de soorten belangenconflicten die zich bij het beheer van een abi voordoen, houdt de abi-beheerder er met name mee rekening of de abi-beheerder, een relevante persoon, dan wel een persoon die direct of indirect door een zeggenschapsband met de abi-beheerder verbonden is:

a)

financieel gewin kan behalen of een financieel verlies kan vermijden ten koste van de abi of van de beleggers in die abi;

b)

een belang heeft bij het resultaat van een ten behoeve van de abi, de beleggers in die abi of een cliënt verrichte dienst of activiteit of een namens de abi of een cliënt uitgevoerde transactie, dat verschilt van het belang van de abi bij dit resultaat;

c)

een financiële of andere drijfveer heeft om:

het belang van een icbe, een cliënt of groep cliënten of een andere abi te laten primeren op het belang van de abi;

het belang van een belegger te laten primeren op het belang van een andere belegger of groep beleggers in dezelfde abi;

d)

dezelfde activiteiten uitoefent voor de abi en voor een andere abi, icbe of cliënt; of

e)

van een andere persoon dan de abi of de beleggers in die abi voor ten behoeve van de abi verrichte werkzaamheden in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles een inducement in de vorm van gelden, goederen of diensten ontvangt of zal ontvangen dat verschilt van de gebruikelijke provisie of vergoeding voor deze dienst.

Artikel 31

Beleid inzake belangenconflicten

1.   De abi-beheerder gaat over tot de vaststelling, implementatie en toepassing van een effectief beleid inzake belangenconflicten. Dat beleid is in schriftelijke vorm vastgelegd en is evenredig aan de omvang en organisatie van de abi-beheerder en aan de aard, schaal en complexiteit van zijn bedrijf.

Wanneer de abi-beheerder tot een groep behoort, houdt het beleid ook rekening met alle omstandigheden waarvan de abi-beheerder weet of zou moeten weten dat ze een belangenconflict kunnen doen ontstaan als gevolg van de structuur en bedrijfsactiviteiten van andere leden van de groep.

2.   Het overeenkomstig lid 1 vastgestelde beleid inzake belangenconflicten omvat de volgende aspecten:

a)

onder verwijzing naar de werkzaamheden die door of in naam van de abi-beheerder worden verricht, met inbegrip van werkzaamheden die zijn gedelegeerd of gesubdelegeerd of die door een externe taxateur of tegenpartij worden uitgevoerd, de omschrijving van de omstandigheden die een belangenconflict vormen of kunnen doen ontstaan dat een wezenlijk risico met zich brengt dat de belangen van de abi of van de beleggers in die abi worden geschaad;

b)

de te volgen procedures en te nemen maatregelen voor het voorkomen, beheren en bewaken van dergelijke conflicten.

Artikel 32

Belangenconflicten in verband met de terugbetaling van beleggingen

De abi-beheerder die een abi van het open-end-type beheert, onderkent, beheert en monitort belangenconflicten die ontstaan tussen beleggers die hun beleggingen willen terugbetaald zien en beleggers die hun beleggingen in de abi willen handhaven, alsook eventuele conflicten tussen de prikkel voor de abi-beheerder om in illiquide activa te beleggen en het terugbetalingsbeleid van de abi enerzijds en zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 14, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU anderzijds.

Artikel 33

Procedures en maatregelen voor het voorkomen en beheren van belangenconflicten

1.   De vastgestelde procedures en maatregelen voor het voorkomen en beheren van belangenconflicten garanderen dat de relevante personen die betrokken zijn bij verschillende bedrijfsactiviteiten waarbij sprake is van een risico van belangenconflict, deze activiteiten verrichten met een mate van onafhankelijkheid die evenredig is aan de omvang en activiteiten van de abi-beheerder en de groep waartoe hij behoort, en aan de grootte van het risico dat de belangen van de abi of van de beleggers in die abi worden geschaad.

2.   Voor zover zulks nodig en passend is opdat de abi-beheerder de voorgeschreven mate van onafhankelijkheid kan garanderen, omvatten de overeenkomstig artikel 31, lid 2, onder b), te volgen procedures en te nemen maatregelen het volgende:

a)

effectieve procedures ter voorkoming of ter controle van de uitwisseling van informatie tussen relevante personen die werkzaamheden in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles of andere werkzaamheden als bedoeld in artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 2011/61/EU verrichten waarbij het risico bestaat op een belangenconflict, wanneer de uitwisseling van deze informatie de belangen van een of meer abi’s of van de beleggers in die abi’s kan schaden;

b)

apart toezicht op relevante personen wier hoofdtaken bestaan in het uitoefenen van werkzaamheden in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles in naam van, dan wel het verlenen van diensten aan cliënten of beleggers wier belangen met elkaar in strijd kunnen zijn, of die anderszins verschillende belangen (met inbegrip van die van de abi-beheerder) hebben die met elkaar in strijd kunnen zijn;

c)

de uitschakeling van elk direct verband tussen, enerzijds, de beloning van relevante personen die hoofdzakelijk betrokken zijn bij de ene activiteit en, anderzijds, de beloning van of de inkomsten gegenereerd door andere relevante personen die hoofdzakelijk betrokken zijn bij een andere activiteit, wanneer met betrekking tot deze activiteiten een belangenconflict kan ontstaan;

d)

maatregelen om te voorkomen of te verbieden dat een persoon ongepaste invloed uitoefent op de wijze waarop een relevante persoon werkzaamheden in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles verricht;

e)

maatregelen ter voorkoming of ter controle van de gelijktijdige of achtereenvolgende betrokkenheid van een relevante persoon bij aparte werkzaamheden in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles of andere werkzaamheden als bedoeld in artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 2011/61/EU wanneer een dergelijke betrokkenheid afbreuk kan doen aan een passend beheer van belangenconflicten.

Indien bij vaststelling of toepassing van een of meer van deze maatregelen en procedures de voorgeschreven mate van onafhankelijkheid niet is gegarandeerd, stelt de abi-beheerder alle alternatieve of aanvullende maatregelen en procedures vast die daartoe nodig en passend zijn.

Artikel 34

Beheer van belangenconflicten

Als de door de abi-beheerder getroffen organisatorische en administratieve regelingen voor het beheer van belangenconflicten niet volstaan om met redelijke zekerheid te kunnen aannemen dat het risico dat de belangen van de abi of van de beleggers in die abi worden geschaad, wordt voorkomen, wordt de directie of een ander bevoegd intern orgaan van de abi-beheerder daarvan onmiddellijk in kennis gesteld, zodat alle nodige beslissingen of maatregelen kunnen worden genomen om te waarborgen dat de abi-beheerder de belangen van de abi of van de beleggers in die abi optimaal behartigt.

Artikel 35

Bewaken van belangenconflicten

1.   De abi-beheerder gaat over tot het bijhouden en regelmatig actualiseren van gegevens die betrekking hebben op de soorten door of namens de abi-beheerder verrichte werkzaamheden waarbij een belangenconflict is ontstaan of — in geval van een nog lopende werkzaamheid — kan ontstaan dat een wezenlijk risico met zich brengt dat de belangen van een of meer abi’s of van de beleggers in die abi’s worden geschaad.

2.   De directie ontvangt frequent, en ten minste eenmaal per jaar, schriftelijke verslagen over de in lid 1 bedoelde werkzaamheden.

Artikel 36

Bekendmaking van belangenconflicten

1.   De overeenkomstig artikel 14, leden 1 en 2, van Richtlijn 2011/61/EU aan beleggers mee te delen informatie wordt op een duurzame drager of via een website aan de beleggers verstrekt.

2.   Wanneer de in lid 1 bedoelde informatie via een website wordt verstrekt en niet persoonlijk tot de belegger is gericht, wordt aan de volgende voorwaarden voldaan:

a)

de belegger is in kennis gesteld van het adres van de website en van de plaats op de website waar toegang tot de informatie kan worden verkregen, en heeft ermee ingestemd dat de informatie op dergelijke wijze wordt verstrekt;

b)

de informatie is actueel;

c)

de informatie blijft onafgebroken toegankelijk via deze website gedurende de tijd die de belegger redelijkerwijs nodig heeft om deze in te zien.

Artikel 37

Strategieën voor de uitoefening van stemrechten

1.   Een abi-beheerder ontwikkelt adequate en effectieve strategieën om te bepalen wanneer en op welke wijze stemrechten die aan de door hem beheerde abi-portefeuilles verbonden zijn, in het uitsluitende voordeel van de betrokken abi en van de beleggers in die abi moeten worden uitgeoefend.

2.   De in lid 1 bedoelde strategie omvat maatregelen en procedures voor:

a)

het bewaken van relevante gebeurtenissen binnen de onderneming;

b)

het garanderen dat de uitoefening van stemrechten in overeenstemming met de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid van de betrokken abi plaatsvindt;

c)

het voorkomen of beheren van eventuele belangenconflicten die uit de uitoefening van stemrechten voortvloeien.

3.   Een beknopte beschrijving van de strategieën en van de bijzonderheden van de op basis van deze strategieën ondernomen acties wordt ter beschikking van de beleggers gesteld indien zij daarom verzoeken.

AFDELING 3

Risicobeheer

(artikel 15 van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 38

Risicobeheersystemen

Voor de toepassing van deze afdeling worden onder risicobeheersystemen de systemen verstaan die bestaan uit relevante elementen van de organisatiestructuur van de abi-beheerder, waarbij een centrale rol wordt vervuld door een permanente risicobeheerfunctie, met het risicobeheer verband houdende gedragslijnen en procedures die relevant zijn voor de beleggingsstrategie van elke abi, en met de risicometing en het risicobeheer verband houdende regelingen, processen en technieken die de abi-beheerder ten aanzien van elke door hem beheerde abi hanteert.

Artikel 39

Permanente risicobeheerfunctie

1.   Een abi-beheerder gaat over tot de instelling en instandhouding van een permanente risicobeheerfunctie die:

a)

doeltreffende gedragslijnen en procedures voor het risicobeheer implementeert om alle relevante risico’s die aan de beleggingsstrategie van elke abi verbonden zijn en waaraan elke abi blootstaat of kan blootstaan, doorlopend te onderkennen, meten, beheren en bewaken;

b)

ervoor zorgt dat het risicoprofiel van de abi dat overeenkomstig artikel 23, lid 4, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU aan beleggers is meegedeeld, in overeenstemming is met de risicolimieten die overeenkomstig artikel 44 van deze verordening zijn vastgesteld;

c)

de inachtneming van de overeenkomstig artikel 44 vastgestelde risicolimieten controleert en het bestuursorgaan van de abi-beheerder en, in voorkomend geval, de toezichtfunctie van de abi-beheerder er tijdig van in kennis stelt wanneer zij van oordeel is dat het risicoprofiel van de abi niet met deze limieten in overeenstemming is, of wanneer zij meent dat er een wezenlijk risico bestaat dat het risicoprofiel na verloop van tijd niet meer met deze limieten in overeenstemming zal zijn;

d)

de volgende periodieke actualiseringen aan het bestuursorgaan van de abi-beheerder en, in voorkomend geval, de toezichtfunctie van de abi-beheerder verstrekt met een frequentie die overeenstemt met de aard, schaal en complexiteit van de abi of de werkzaamheden van de abi-beheerder:

i)

de consistentie tussen en de inachtneming van de overeenkomstig artikel 44 vastgestelde risicolimieten en het overeenkomstig artikel 23, lid 4, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU aan de beleggers meegedeelde risicoprofiel van de abi;

ii)

de deugdelijkheid en effectiviteit van de risicobeheerprocedure, waarbij met name wordt aangegeven of er passende herstelmaatregelen zijn genomen of zullen worden genomen om eventuele onvolkomenheden te verhelpen;

e)

periodieke actualiseringen aan de directie verstrekt betreffende de actuele omvang van het risico dat elke beheerde abi loopt en enigerlei feitelijke of voorzienbare inbreuken op eventuele overeenkomstig artikel 44 vastgestelde limieten, om ervoor te zorgen dat onmiddellijke en passende actie kan worden ondernomen.

2.   De risicobeheerfunctie beschikt over de nodige autoriteit en toegang tot alle dienstige informatie om de in lid 1 beschreven taken te kunnen vervullen.

Artikel 40

Risicobeheerbeleid

1.   Een abi-beheerder gaat over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van een adequaat en gedocumenteerd risicobeheerbeleid dat de risico’s onderkent waaraan de door hem beheerde abi’s zijn of zouden kunnen worden blootgesteld.

2.   Het risicobeheerbeleid omvat de procedures die noodzakelijk zijn om de abi-beheerder in staat te stellen voor elke door hem beheerde abi diens blootstelling aan markt-, liquiditeits- en tegenpartijrisico’s te beoordelen, alsook de blootstelling van de abi aan alle andere relevante risico’s, inclusief operationele risico’s, die van wezenlijk belang kunnen zijn voor elke door hem beheerde abi.

3.   De abi-beheerder behandelt ten minste de volgende elementen in het risicobeheerbeleid:

a)

de technieken, instrumenten en regelingen die hem in staat stellen om aan artikel 45 te voldoen;

b)

de technieken, instrumenten en regelingen die hem in staat stellen onder zowel normale als uitzonderlijke liquiditeitsomstandigheden het liquiditeitsrisico van de abi te beoordelen en te bewaken, onder meer met behulp van overeenkomstig artikel 48 regelmatig uitgevoerde stresstests;

c)

de verdeling van de verantwoordelijkheden binnen de abi-beheerder met betrekking tot het risicobeheer;

d)

de overeenkomstig artikel 44 van deze verordening vastgestelde risicolimieten en een toelichting van de wijze waarop deze aansluiten bij het overeenkomstig artikel 23, lid 4, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU aan de beleggers meegedeelde risicoprofiel van de abi;

e)

de voorwaarden, inhoud en frequentie van de rapportage door de in artikel 39 bedoelde permanente risicobeheerfunctie en voor wie deze rapportage is bestemd.

4.   Het risicobeheerbeleid bevat een beschrijving van de in artikel 43 bedoelde voorzorgsmaatregelen, en met name van:

a)

de aard van de potentiële belangenconflicten;

b)

de getroffen herstelmaatregelen;

c)

de redenen waarom redelijkerwijze mag worden verwacht dat deze maatregelen in een onafhankelijke uitoefening van de risicobeheerfunctie zullen resulteren;

d)

de wijze waarop de abi-beheerder verwacht te garanderen dat de voorzorgsmaatregelen door een continue doeltreffendheid worden gekenmerkt.

5.   Het in lid 1 bedoelde risicobeheerbeleid is evenredig aan de aard, schaal en complexiteit van het bedrijf van de abi-beheerder en van de door hem beheerde abi.

Artikel 41

Toetsen, bewaken en evalueren van de risicobeheersystemen

1.   De abi-beheerder toetst, monitort en evalueert op gezette tijden, en ten minste eenmaal per jaar, de volgende elementen:

a)

de deugdelijkheid en effectiviteit van het risicobeheerbeleid en van de in artikel 45 bedoelde regelingen, procedures en technieken;

b)

de mate waarin de abi-beheerder het risicobeheerbeleid en de in artikel 45 bedoelde regelingen, procedures en technieken in acht neemt;

c)

de deugdelijkheid en effectiviteit van de maatregelen die zijn genomen om eventuele onvolkomenheden in de uitvoering van de risicobeheerprocedure te verhelpen;

d)

de uitoefening van de risicobeheerfunctie;

e)

de deugdelijkheid en effectiviteit van de maatregelen waarmee wordt beoogd de functionele en hiërarchische scheiding van de risicobeheerfunctie overeenkomstig artikel 42 te waarborgen.

De directie beslist over de frequentie van de in de eerste alinea bedoelde periodieke evaluatie overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, rekening houdend met de aard, schaal en complexiteit van het bedrijf van de abi-beheerder en van de door hem beheerde abi.

2.   Afgezien van de in lid 1 bedoelde periodieke evaluatie worden de risicobeheersystemen ook geëvalueerd wanneer:

a)

er wezenlijke wijzigingen worden aangebracht in het beleid en de procedures voor risicobeheer en in de in artikel 45 bedoelde regelingen, procedures en technieken;

b)

interne of externe gebeurtenissen erop duiden dat een extra evaluatie is vereist;

c)

er wezenlijke wijzigingen worden aangebracht in de beleggingsstrategie en -doelstellingen van een door de abi-beheerder beheerde abi.

3.   De abi-beheerder actualiseert de risicobeheersystemen op basis van de uitkomst van de in de leden 1 en 2 bedoelde evaluatie.

4.   De abi-beheerder stelt de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst in kennis van alle wezenlijke wijzigingen in het risicobeheerbeleid en in de in artikel 45 bedoelde regelingen, procedures en technieken.

Artikel 42

Functionele en hiërarchische scheiding van de risicobeheerfunctie

1.   De risicobeheerfunctie wordt pas als functioneel en hiërarchisch gescheiden van de operationele diensten, met inbegrip van het portefeuillebeheer, beschouwd als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de bij de uitoefening van de risicobeheerfunctie betrokken personen staan niet onder toezicht van de personen die voor de werking van de operationele diensten — met inbegrip van het portefeuillebeheer — van de abi-beheerder verantwoordelijk zijn;

b)

de bij de uitoefening van de risicobeheerfunctie betrokken personen zijn niet betrokken bij de uitvoering van werkzaamheden binnen de operationele diensten, met inbegrip van het portefeuillebeheer;

c)

de bij de uitoefening van de risicobeheerfunctie betrokken personen worden vergoed overeenkomstig de verwezenlijking van de met die functie samenhangende doelstellingen, ongeacht de prestatie van de operationele diensten, met inbegrip van het portefeuillebeheer;

d)

de beloning van hogere leidinggevende medewerkers die bij de risicobeheerfunctie betrokken zijn, staat onder rechtstreeks toezicht van de remuneratiecommissie indien een dergelijke commissie is opgericht.

2.   De functionele en hiërarchische scheiding van de risicobeheerfunctie overeenkomstig lid 1 is overal in de hiërarchische structuur van de abi-beheerder, zelfs tot in zijn bestuursorgaan, gewaarborgd. De scheiding wordt beoordeeld door het bestuursorgaan en, in voorkomend geval, de toezichtfunctie van de abi-beheerder.

3.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder toetsen de wijze waarop de abi-beheerder de leden 1 en 2 heeft toegepast aan de criteria die in artikel 15, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2011/61/EU zijn vastgelegd.

Artikel 43

Voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van belangenconflicten

1.   De in artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van belangenconflicten waarborgen ten minste dat:

a)

door de risicobeheerfunctie genomen besluiten zijn gebaseerd op betrouwbare gegevens die aan een passende controle van de risicobeheerfunctie zijn onderworpen;

b)

de bij de uitoefening van de risicobeheerfunctie betrokken personen worden vergoed overeenkomstig de verwezenlijking van de met de risicobeheerfunctie samenhangende doelstellingen, ongeacht de prestatie van de bedrijfsactiviteiten waarbij zij betrokken zijn;

c)

de risicobeheerfunctie aan een passende onafhankelijke evaluatie wordt onderworpen om te garanderen dat besluiten op onafhankelijke wijze tot stand komen;

d)

de risicobeheerfunctie in het bestuursorgaan of, in voorkomend geval, de toezichtfunctie ten minste dezelfde autoriteit heeft als het portefeuillebeheer;

e)

onverenigbare taken naar behoren zijn gescheiden.

2.   Ingeval zulks evenredig is, gezien de aard, schaal en complexiteit van de abi-beheerder, garanderen de in lid 1 bedoelde voorzorgsmaatregelen ook dat:

a)

de uitoefening van de risicobeheerfunctie periodiek door de internecontrolefunctie of, indien deze niet bestaat, door een door het bestuursorgaan aangestelde externe partij wordt beoordeeld;

b)

ingeval een risicocomité is ingesteld, dat comité over toereikende middelen beschikt en de niet-onafhankelijke leden ervan geen ongepaste invloed op de uitoefening van de risicobeheerfunctie hebben.

3.   Het bestuursorgaan van de abi-beheerder en, in voorkomend geval, de toezichtfunctie stellen de in de leden 1 en 2 bedoelde voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van belangenconflicten vast, evalueren periodiek de doeltreffendheid ervan en nemen tijdig herstelmaatregelen om eventuele tekortkomingen te verhelpen.

Artikel 44

Risicolimieten

1.   Een abi-beheerder gaat over tot de vaststelling en implementatie van kwantitatieve of kwalitatieve risicolimieten, of beide, voor elke door hem beheerde abi, waarbij met alle relevante risico’s rekening wordt gehouden. Ingeval alleen kwalitatieve limieten worden vastgesteld, kan de abi-beheerder deze aanpak rechtvaardigen tegenover de bevoegde autoriteit.

2.   De kwalitatieve en kwantitatieve risicolimieten voor elke abi hebben ten minste betrekking op de volgende risico’s:

a)

marktrisico’s;

b)

kredietrisico’s;

c)

liquiditeitsrisico’s;

d)

tegenpartijrisico’s;

e)

operationele risico’s.

3.   Bij de vaststelling van risicolimieten houdt de abi-beheerder rekening met de strategieën en activa die met betrekking tot elke door hem beheerde abi worden gebruikt, alsmede met de nationale regels die op elk van die abi’s van toepassing zijn. Deze risicolimieten sluiten aan bij het overeenkomstig artikel 23, lid 4, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU aan de beleggers meegedeelde risicoprofiel van de abi en zijn goedgekeurd door het bestuursorgaan.

Artikel 45

Risicometing en -beheer

1.   Abi-beheerders stellen adequate en effectieve regelingen, procedures en technieken vast om:

a)

te allen tijde de risico’s te kunnen onderkennen, meten, beheren en bewaken waaraan de door hen beheerde abi’s zijn of zouden kunnen worden blootgesteld;

b)

de naleving van de overeenkomstig artikel 44 vastgestelde limieten te waarborgen.

2.   De in lid 1 bedoelde regelingen, procedures en technieken zijn evenredig gezien de aard, schaal en complexiteit van het bedrijf van de abi-beheerder en van elke door hem beheerde abi en zijn verenigbaar met het overeenkomstig artikel 23, lid 4, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU aan de beleggers meegedeelde risicoprofiel van de abi.

3.   Voor de toepassing van lid 1 neemt de abi-beheerder de volgende maatregelen voor elke door hem beheerde abi:

a)

hij zorgt voor de risicometingregelingen, -procedures en -technieken die noodzakelijk zijn om te garanderen dat de risico’s van ingenomen posities en hun aandeel in het totale risicoprofiel nauwkeurig en op basis van degelijke en betrouwbare gegevens worden gemeten, en dat de risicometingregelingen, -procedures en -technieken op adequate wijze zijn gedocumenteerd;

b)

hij voert periodieke tests achteraf uit om de geldigheid te evalueren van risicometingregelingen die modelmatige prognoses en ramingen omvatten;

c)

hij voert periodiek passende stresstests en scenarioanalyses uit om de eventueel uit wisselende marktomstandigheden voortvloeiende risico’s aan te pakken die negatieve gevolgen voor de abi’s kunnen hebben;

d)

hij zorgt ervoor dat de huidige risico-omvang voldoet aan de overeenkomstig artikel 44 vastgestelde risicolimieten;

e)

hij gaat over tot het opzetten, implementeren en in stand houden van adequate procedures die in geval van feitelijke of voorzienbare inbreuken op de risicolimieten van de abi tot tijdige herstelmaatregelen in het beste belang van de beleggers leiden;

f)

hij voorziet voor elke abi in passende systemen en procedures voor het liquiditeitsbeheer die aan de vereisten van artikel 46 voldoen.

AFDELING 4

Liquiditeitsbeheer

(artikel 16 van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 46

Liquiditeitsbeheersysteem en -procedures

Abi-beheerders zijn in staat ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst aan te tonen dat er in een passend liquiditeitsbeheersysteem en effectieve procedures als bedoeld in artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU is voorzien, waarbij rekening wordt gehouden met de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid van elke abi.

Artikel 47

Bewaken en beheren van het liquiditeitsrisico

1.   Het liquiditeitsbeheersysteem en de procedures als bedoeld in artikel 46 waarborgen ten minste het volgende:

a)

de abi-beheerder houdt een liquiditeitsniveau in de abi aan dat evenredig is aan zijn onderliggende verplichtingen en dat op een inschatting van de relatieve liquiditeit van de abi-activa op de markt is gebaseerd, waarbij rekening wordt gehouden met de voor de liquidatie benodigde tijd en de prijs of waarde waartegen deze activa kunnen worden geliquideerd, alsook met de gevoeligheid ervan voor andere marktrisico’s of -factoren;

b)

de abi-beheerder monitort het liquiditeitsprofiel van de activaportefeuille van de abi, waarbij hij let op de marginale bijdrage van afzonderlijke activa die een wezenlijke invloed op de liquiditeit kunnen uitoefenen, alsook op de wezenlijke voorwaardelijke of andere verplichtingen die de abi in verband met haar onderliggende verplichtingen kan hebben. De abi-beheerder houdt daartoe rekening met het profiel van het beleggerspubliek van de abi, zoals onder meer om welke soort beleggers het gaat, welke de relatieve omvang van de beleggingen is en welke terugbetalingsvoorwaarden voor deze beleggingen gelden;

c)

ingeval de abi in andere instellingen voor collectieve belegging belegt, monitort de abi-beheerder de door de beheerders van deze andere instellingen voor collectieve belegging gevolgde aanpak van het liquiditeitsbeheer, onder meer door middel van periodieke evaluaties om na te gaan of er sprake is van wijzigingen in de terugbetalingsvoorwaarden van de onderliggende instelling voor collectieve belegging waarin de abi belegt. Behoudens artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU is deze verplichting niet van toepassing ingeval de andere instellingen voor collectieve belegging waarin de abi belegt, actief worden verhandeld op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG of op een gelijkwaardige markt van een derde land;

d)

de abi-beheerder gaat over tot de implementatie en instandhouding van passende regelingen en procedures voor de meting van de liquiditeit om de kwantitatieve en kwalitatieve risico’s te beoordelen die verbonden zijn aan posities en voorgenomen beleggingen die wezenlijke gevolgen hebben voor het liquiditeitsprofiel van de activaportefeuille van de abi, zodat de gevolgen daarvan voor het totale liquiditeitsprofiel op passende wijze kunnen worden gemeten. De gehanteerde procedures garanderen dat de abi-beheerder voldoende kennis en begrip heeft van de liquiditeit van de activa waarin de abi heeft belegd of voornemens is te beleggen, met inbegrip van, in voorkomend geval, het handelsvolume en de gevoeligheid van de prijzen of, al naargelang het geval, de spreads van afzonderlijke activa onder normale of uitzonderlijke liquiditeitsomstandigheden;

e)

de abi-beheerder overweegt en implementeert alle instrumenten en regelingen, met inbegrip van bijzondere regelingen, welke noodzakelijk zijn om het liquiditeitsrisico van elke door hem beheerde abi te beheren. Ingeval deze instrumenten en regelingen onder zowel normale als uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden gebruikt, geeft de abi-beheerder aan om welke soorten omstandigheden het gaat, waarbij met de billijke behandeling van alle abi-beleggers met betrekking tot elke beheerde abi rekening wordt gehouden. De abi-beheerder mag alleen in die omstandigheden van deze instrumenten en regelingen gebruikmaken mits passende informatie is verstrekt overeenkomstig artikel 108.

2.   Abi-beheerders documenteren hun in lid 1 bedoelde gedragslijnen en procedures op het gebied van het liquiditeitsbeheer, onderwerpen deze ten minste jaarlijks aan een evaluatie en actualiseren hen in het licht van eventuele wijzigingen of nieuwe regelingen.

3.   Abi-beheerders bouwen in hun in lid 1 bedoelde liquiditeitsbeheersysteem en -procedures passende escalatiemaatregelen in om verwachte of feitelijke liquiditeitstekorten of andere probleemsituaties van de abi te verhelpen.

4.   Wanneer de abi-beheerder een abi beheert die een abi met hefboomfinanciering van het closed-end-type is, is lid 1, onder e), niet van toepassing.

Artikel 48

Liquiditeitsbeheerlimieten en stresstests

1.   Indien zulks passend is, gezien de aard, schaal en complexiteit van elke door hen beheerde abi, gaan de abi-beheerders over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van adequate limieten voor de liquiditeit of illiquiditeit van de abi welke in overeenstemming zijn met haar onderliggende verplichtingen en terugbetalingsbeleid en met de vereisten van artikel 44 betreffende kwantitatieve en kwalitatieve risicolimieten.

De abi-beheerders bewaken de inachtneming van deze limieten en wanneer zij worden overschreden of waarschijnlijk zullen worden overschreden, bepalen zij welk optreden verplicht (of noodzakelijk) is. Bij het bepalen van het passende optreden houden abi-beheerders rekening met de deugdelijkheid van gedragslijnen en procedures voor het liquiditeitsbeheer, de geschiktheid van het liquiditeitsprofiel van de abi-activa en het effect van atypische niveaus van terugbetalingsverzoeken.

2.   De abi-beheerders voeren regelmatig onder zowel normale als uitzonderlijke liquiditeitsomstandigheden stresstests uit die hen in staat stellen het liquiditeitsrisico van elke door hen beheerde abi te beoordelen. De stresstests:

a)

worden uitgevoerd op basis van betrouwbare en actuele informatie in kwantitatieve vorm of, ingeval zulks niet passend is, in kwalitatieve vorm;

b)

simuleren, waar zulks passend is, een onvoldoende liquiditeit van de abi-activa en atypische terugbetalingsverzoeken;

c)

hebben betrekking op marktrisico’s en alle daaruit voortvloeiende gevolgen, onder meer voor margin calls, zekerheidsvereisten of kredietlijnen;

d)

houden rekening met de gevoeligheid van waarderingen in stressomstandigheden;

e)

vinden plaats met een gezien de aard van de abi passende frequentie, rekening houdend met de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel, de soort belegger en het terugbetalingsbeleid van de abi, maar ten minste eenmaal per jaar.

3.   In het licht van de uitkomst van de stresstests zetten abi-beheerders zich in voor de belangen van beleggers.

Artikel 49

Coherentie van de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid

1.   Voor de toepassing van artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU worden de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid van elke door een abi-beheerder beheerde abi geacht coherent te zijn wanneer beleggers in staat zijn hun beleggingen terugbetaald te krijgen op een wijze die strookt met de billijke behandeling van alle abi-beleggers en met het terugbetalingsbeleid en de verplichtingen van de abi.

2.   Bij het beoordelen van de coherentie van de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid let de abi-beheerder ook op het effect dat terugbetalingen kunnen hebben op de onderliggende prijzen of spreads van de afzonderlijke abi-activa.

AFDELING 5

Belegging in securitisatieposities

(artikel 17 van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 50

Definities

Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:

a)   „securitisatie”: een securitisatie in de zin van artikel 4, punt 36, van Richtlijn 2006/48/EG;

b)   „securitisatiepositie”: een securitisatiepositie in de zin van artikel 4, punt 40, van Richtlijn 2006/48/EG;

c)   „sponsor”: een sponsor in de zin van artikel 4, punt 42, van Richtlijn 2006/48/EG;

d)   „tranche”: een tranche in de zin van artikel 4, punt 39, van Richtlijn 2006/48/EG.

Artikel 51

Vereisten inzake het behouden belang

1.   Een abi-beheerder neemt de blootstelling aan het kredietrisico van een securitisatie alleen op zich namens een of meer door hem beheerde abi’s wanneer de initiator, sponsor of oorspronkelijke leninggever jegens de abi-beheerder expliciet te kennen heeft gegeven dat hij permanent een materieel netto economisch belang behoudt dat in elk geval niet minder dan 5 % mag bedragen.

Als het behouden van een materieel netto economisch belang van niet minder dan 5 % komen uitsluitend in aanmerking:

a)

het behouden van niet minder dan 5 % van de nominale waarde van elk van de tranches die aan de beleggers zijn verkocht of overgedragen;

b)

in het geval van securitisaties van revolverende posities, het behouden van een initiatorbelang van niet minder dan 5 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde posities;

c)

het behouden van willekeurig gekozen posities die niet minder dan 5 % vertegenwoordigen van de nominale waarde van de gesecuritiseerde posities, indien deze anders in de securitisatie zouden zijn betrokken, mits het aantal potentieel gesecuritiseerde posities bij de initiatie niet minder dan 100 bedraagt;

d)

het behouden van de eerste verliestranche en, indien nodig, van andere tranches die hetzelfde of een hoger risicoprofiel en geen vroegere vervaldag hebben dan die welke aan beleggers zijn overgedragen of verkocht, zodat de behouden waarde in totaal niet minder dan 5 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde posities bedraagt;

e)

het behouden van een eerste verliespositie van niet minder dan 5 % van elke gesecuritiseerde positie in de securitisatie.

Het netto economisch belang wordt gemeten bij de initiatie en wordt doorlopend gehandhaafd. Ten aanzien van het netto economisch belang, met inbegrip van behouden posities of belangen, vindt geen kredietrisicolimitering plaats, worden geen shortposities ingenomen of andere hedgingtransacties verricht, en vindt geen verkoop plaats. Het netto economisch belang van posten buiten de balanstelling wordt bepaald aan de hand van de nominale waarde ervan.

Voor een securitisatie vindt geen meervoudige toepassing plaats van de vereisten inzake het behouden van een positie of belang.

2.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer de gesecuritiseerde posities vorderingen of voorwaardelijke vorderingen zijn op, dan wel volledig, onvoorwaardelijk en onherroepelijk zijn gegarandeerd door instellingen die zijn vermeld in artikel 122 bis, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 2006/48/EG, en is evenmin van toepassing op de transacties die zijn vermeld in artikel 122 bis, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 2006/48/EG.

Artikel 52

Kwalitatieve vereisten betreffende sponsors en initiators

Voordat een abi-beheerder de blootstelling aan het kredietrisico van een securitisatie op zich neemt namens een of meer door hem beheerde abi’s, vergewist hij zich ervan dat de sponsor en de initiator:

a)

op te securitiseren posities dezelfde gedegen en welomschreven criteria voor de kredietverlening en dezelfde duidelijk vastgelegde procedures voor de acceptatie, aanpassing, vernieuwing en herfinanciering van kredieten toepassen als zij toepassen op de posities die zij behouden;

b)

doeltreffende systemen hebben opgezet en hanteren voor de lopende administratie en bewaking van hun portefeuilles en posities waaraan een kredietrisico verbonden is, onder meer met het oog op het onderkennen en beheren van probleemleningen en met het oog op de vaststelling van adequate waardeaanpassingen en voorzieningen voor risico’s;

c)

voorzien in een adequate spreiding van elke kredietportefeuille op basis van de doelmarkt en de algemene kredietstrategie;

d)

een schriftelijk vastgelegd kredietrisicobeleid hebben dat hun risicotolerantielimieten en voorzieningenbeleid omvat, alsook de wijze waarop zij dat risico meten, bewaken en beheersen;

e)

vlotte toegang verlenen tot alle wezenlijk relevante gegevens over de kredietkwaliteit en de resultaten van de individuele onderliggende posities, kasstromen en zekerheden ter dekking van een securitisatiepositie, alsook tot de informatie die noodzakelijk is om omvangrijke en op goede informatie gebaseerde stresstests op de kasstromen en de waarde van de zekerheden voor de onderliggende posities te kunnen uitvoeren. Hiertoe worden de wezenlijk relevante gegevens vastgesteld op de datum van de securitisatie en ook daarna indien zulks vanwege de aard van de securitisatie noodzakelijk is;

f)

vlotte toegang verlenen tot alle andere relevante gegevens die de abi-beheerder nodig heeft om aan de vereisten van artikel 53 te voldoen;

g)

de omvang van hun behouden netto economisch belang als bedoeld in artikel 51 bekendmaken, alsook alle aangelegenheden die het aanhouden van het in genoemd artikel bedoelde minimaal vereiste netto economisch belang kunnen ondermijnen.

Artikel 53

Kwalitatieve vereisten voor aan securitisaties blootgestelde abi-beheerders

1.   Abi-beheerders zijn in staat om, vooraleer zij namens een of meer abi’s aan het kredietrisico van een securitisatie worden blootgesteld, en in voorkomend geval daarna, aan de bevoegde autoriteiten voor elk van hun individuele securitisatieposities aan te tonen dat zij beschikken over een breed en gedegen inzicht in en formele gedragslijnen en procedures hebben ingevoerd die in verhouding staan tot het risicoprofiel van de beleggingen van de betrokken abi’s in gesecuritiseerde posities, voor het analyseren en vastleggen van:

a)

de krachtens artikel 51 door initiators of sponsors verstrekte informatie ter precisering van het netto economisch belang dat zij permanent in de securitisatie aanhouden;

b)

de risicokenmerken van de individuele securitisatiepositie;

c)

de risicokenmerken van de onderliggende posities van de securitisatiepositie;

d)

de reputatie en verlieservaring bij eerdere securitisaties van de initiators of sponsors in de desbetreffende onderliggende positiecategorieën van de securitisatiepositie;

e)

de verklaringen en informatie van de initiators of sponsors, dan wel hun gemachtigden of adviseurs, over de nodige zorgvuldigheid die zij in acht hebben genomen met betrekking tot de securitisatieposities en, in voorkomend geval, met betrekking tot de kwaliteit van de zekerheden ter dekking van de securitisatieposities;

f)

in voorkomend geval, de methodieken en concepten waarop de waardering van de zekerheden ter dekking van de securitisatieposities berust, alsook de gedragslijnen die de initiator of sponsor heeft vastgesteld om de onafhankelijkheid van de taxateur te waarborgen;

g)

alle structurele kenmerken van de securitisatie die van wezenlijke invloed kunnen zijn op de resultaten van de securitisatiepositie van de instelling, zoals de contractuele watervalstructuur en watervalstructuurgerelateerde triggers, kredietverbeteringen, liquiditeitsverbeteringen, op de marktwaarde gebaseerde triggers en transactiespecifieke definities van wanbetaling.

2.   Wanneer een abi-beheerder namens een of meer abi’s de blootstelling aan een wezenlijke waarde van het kredietrisico van een securitisatie op zich heeft genomen, voert hij overeenkomstig artikel 15, lid 3, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU periodiek passende stresstests met betrekking tot deze securitisatieposities uit. De stresstest staat in verhouding tot de aard, omvang en complexiteit van de risico’s die aan de securitisatieposities verbonden zijn.

Abi-beheerders stellen formele procedures voor de bewaking van het kredietrisico van een securitisatiepositie vast welke in overeenstemming zijn met de in artikel 15 van Richtlijn 2011/61/EU neergelegde beginselen, in verhouding staan tot het risicoprofiel van de betrokken abi, en bedoeld zijn om doorlopend en tijdig informatie over de resultaten van de onderliggende posities van dergelijke securitisatieposities te bewaken. Deze informatie omvat (indien zulks relevant is voor de specifieke soort securitisatie, maar blijft niet beperkt tot gegevens over): de soort positie, het percentage leningen met meer dan 30, 60 en 90 achterstallige dagen, wanbetalingsgraden, het percentage vervroegde aflossingen, leningen in de executiefase, de soort zekerheid en de bezetting, de frequentieverdeling van de kredietscores of andere maatstaven voor de kredietwaardigheid over de onderliggende posities, de sectorale en geografische spreiding en de frequentieverdeling van de loan to value-ratio’s met bandbreedten die een deugdelijke gevoeligheidsanalyse vergemakkelijken. Wanneer de onderliggende posities zelf securitisatieposities vormen, beschikken abi-beheerders over de in deze alinea vermelde informatie niet enkel met betrekking tot de onderliggende securitisatietranches, zoals de naam en kredietkwaliteit van de uitgevende instelling, maar ook met betrekking tot de kenmerken en resultaten van de onderliggende pools van deze securitisatietranches.

Abi-beheerders passen dezelfde analysenormen toe op van derden afkomstige deelnemingen in of overnemingen van securitisaties.

3.   Met het oog op een deugdelijk risico- en liquiditeitsbeheer is een abi-beheerder die de blootstelling aan het kredietrisico van een securitisatie namens een of meer door hem beheerde abi’s op zich neemt, in staat de uit mismatches tussen de activa en passiva van de betrokken abi voortvloeiende risico’s, het concentratierisico of het beleggingsrisico naar behoren te onderkennen, te meten, te bewaken, te beheren, te beheersen en te rapporteren. De abi-beheerder zorgt ervoor dat het risicoprofiel van dergelijke securitisatieposities overeenstemt met de omvang, de structuur van de totale portefeuille, de beleggingsstrategieën en de doelstellingen van de betrokken abi zoals deze in het reglement of de statuten, het prospectus en de aanbiedingsdocumenten van die abi zijn vastgesteld.

4.   Conform de vereisten van artikel 18 van Richtlijn 2011/61/EU zorgt de abi-beheerder voor een toereikende interne rapportage aan de directie, zodat deze zich ten volle bewust is van elke wezenlijke blootstelling aan securitisaties die de abi-beheerder op zich heeft genomen, en zodat de uit deze blootstellingen voortvloeiende risico’s op adequate wijze worden beheerd.

5.   Abi-beheerders nemen passende informatie over hun blootstellingen aan het kredietrisico van securitisaties en over hun desbetreffende risicoheerprocedures op in de verslagen en informatie die zij overeenkomstig de artikelen 22, 23 en 24 van Richtlijn 2011/61/EU moeten verstrekken.

Artikel 54

Corrigerende maatregelen

1.   Abi-beheerders nemen de corrigerende maatregelen die in het beste belang van de beleggers in de betrokken abi zijn vereist wanneer zij na het op zich nemen van een blootstelling aan een securitisatie ontdekken dat bij de bepaling en openbaarmaking van het behouden belang niet aan de vereisten van deze verordening is voldaan.

2.   Abi-beheerders nemen de corrigerende maatregelen die in het beste belang van de beleggers in de betrokken abi zijn vereist wanneer het behouden belang op een gegeven moment nadat zij de blootstelling op zich hebben genomen, tot minder dan 5 % daalt en deze ontwikkeling niet aan het natuurlijke betalingsmechanisme van de transactie toe te schrijven is.

Artikel 55

Uitgestelde werking

De artikelen 51 tot en met 54 zijn van toepassing op nieuwe securitisaties die op of na 1 januari 2011 worden uitgegeven. De artikelen 51 tot en met 54 zijn na 31 december 2014 van toepassing op bestaande securitisaties ingeval na die datum onderliggende posities worden toegevoegd of vervangen.

Artikel 56

Interpretatie

Bij gebreke van een specifieke interpretatie van de ESMA of van het gemengd comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, worden de bepalingen van deze afdeling geïnterpreteerd op een wijze die consistent is met de overeenkomstige bepalingen van Richtlijn 2006/48/EG en met de door Comité van Europese bankentoezichthouders uitgevaardigde „Guidelines to Article 122a of the Capital Requirements Directive of 31 december 2010” (9) en latere wijzigingen daarvan.

AFDELING 6

Organisatorische voorschriften — Algemene beginselen

(artikelen 12 en 18 van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 57

Algemene vereisten

1.   Abi-beheerders:

a)

gaan over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van besluitvormingsprocedures en van een organisatiestructuur die op een duidelijke en gedocumenteerde wijze de rapportagelijnen vastlegt en de functies en verantwoordelijkheden verdeelt;

b)

zorgen ervoor dat hun relevante personen op de hoogte zijn van de procedures die moeten worden gevolgd voor een goede uitoefening van hun verantwoordelijkheden;

c)

gaan over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van adequate internecontroleprocedures om te waarborgen dat beslissingen en procedures op alle niveaus van de abi-beheerder in acht worden genomen;

d)

gaan over tot het opzetten, implementeren en in stand houden op alle relevante niveaus van de abi-beheerder van een effectieve interne rapportage en communicatie van informatie en van effectieve informatiestromen met betrokken derden;

e)

houden passende en overzichtelijke gegevens over hun bedrijf en interne organisatie bij.

Abi-beheerders houden rekening met de aard, schaal en complexiteit van hun bedrijf en met de aard en het gamma van de diensten en activiteiten die in het kader van dat bedrijf worden verricht.

2.   Abi-beheerders gaan over tot het opzetten, implementeren en in stand houden van afdoende systemen en procedures om de veiligheid, integriteit en vertrouwelijkheid van informatie te waarborgen, rekening houdend met de aard van de informatie in kwestie.

3.   Abi-beheerders gaan over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van een adequaat bedrijfscontinuïteitsbeleid teneinde te waarborgen dat bij een onderbreking van hun systemen en procedures kritieke gegevens en bedrijfsfuncties beschermd zijn en hun diensten en activiteiten worden voortgezet, of, wanneer dat niet mogelijk is, dat deze gegevens en bedrijfsfuncties zo spoedig mogelijk worden hersteld en hun diensten en activiteiten zo spoedig mogelijk worden hervat.

4.   Abi-beheerders gaan over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van gedragslijnen en procedures voor de financiële verslaggeving en van waarderingsregels die hen in staat stellen de bevoegde autoriteit op haar verzoek zo spoedig mogelijk in het bezit te stellen van financiële verslagen die een getrouw beeld geven van hun financiële positie en die aan alle toepasselijke standaarden en regels voor de financiële verslaggeving voldoen.

5.   Abi-beheerders implementeren passende gedragslijnen en procedures om te garanderen dat het terugbetalingsbeleid van de abi voldoende gedetailleerd aan de beleggers wordt meegedeeld voordat zij in de abi beleggen en ingeval er zich wezenlijke wijzigingen daarin voordoen.

6.   Abi-beheerders houden toezicht op en gaan op gezette tijden over tot een evaluatie van de deugdelijkheid en effectiviteit van de door hen overeenkomstig de leden 1 tot en met 5 opgezette systemen, internecontroleprocedures en regelingen, en nemen passende maatregelen om eventuele onvolkomenheden te verhelpen.

Artikel 58

Elektronische gegevensverwerking

1.   Abi-beheerders treffen passende en toereikende regelingen voor het opzetten van geschikte elektronische systemen die ervoor moeten zorgen dat elke portefeuilletransactie of inschrijvings- of, in voorkomend geval, terugbetalingsorder tijdig en naar behoren wordt geregistreerd.

2.   Waar zulks passend is, zorgen abi-beheerders voor een hoge mate van beveiliging tijdens de elektronische gegevensverwerking en waarborgen zij de integriteit en de vertrouwelijkheid van de bijgehouden gegevens.

Artikel 59

Boekhoudkundige procedures

1.   Abi-beheerders passen de in artikel 57, lid 4, bedoelde gedragslijnen en procedures voor de financiële verslaggeving toe ter bescherming van de beleggers. De boekhouding van een abi wordt zodanig gevoerd dat alle activa en passiva van de abi te allen tijde onmiddellijk kunnen worden geïdentificeerd. Indien een abi verschillende beleggingscompartimenten heeft, worden voor deze compartimenten afzonderlijke rekeningen bijgehouden.

2.   Abi-beheerders gaan over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van gedragslijnen en procedures voor de financiële verslaggeving en de waardering welke garanderen dat de intrinsieke waarde van elke abi accuraat is berekend op basis van de toepasselijke standaarden en regels voor de financiële verslaggeving.

Artikel 60

Controle door het bestuursorgaan, de directie en de toezichtfunctie

1.   Bij de interne verdeling van de functies zorgt de abi-beheerder ervoor dat het bestuursorgaan, de directie en, in voorkomend geval, de toezichtfunctie verantwoordelijk zijn voor het garanderen dat de abi-beheerder zijn verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU nakomt.

2.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat zijn directie:

a)

voor elke door hem beheerde abi verantwoordelijk is voor de uitvoering van het algemene beleggingsbeleid als omschreven in het fondsreglement, de statuten, het prospectus of de aanbiedingsdocumenten, al naargelang het geval;

b)

voor elke door hem beheerde abi toezicht houdt op de goedkeuring van beleggingsstrategieën;

c)

verantwoordelijk is voor het garanderen dat de in artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde gedragslijnen en procedures voor de waardering worden vastgesteld en geïmplementeerd;

d)

erop toeziet dat de abi-beheerder een permanente en effectieve compliancefunctie heeft, ook al wordt deze functie door een derde uitgeoefend;

e)

voor elke door hem beheerde abi ervoor zorgt en er zich periodiek van vergewist dat het algemene beleggingsbeleid, de beleggingsstrategieën en de risicolimieten op behoorlijke en doeltreffende wijze worden geïmplementeerd en in acht worden genomen, ook al wordt de risicobeheerfunctie door derden uitgeoefend;

f)

voor elke door hem beheerde abi periodiek de deugdelijkheid van de interne procedures voor het nemen van beleggingsbeslissingen goedkeurt en evalueert, om ervoor te zorgen dat deze beslissingen met de goedgekeurde beleggingsstrategieën verenigbaar zijn;

g)

voor elke door hem beheerde abi periodiek het risicobeheerbeleid en de regelingen, procedures en technieken voor de uitvoering van dat beleid, met inbegrip van het risicolimietensysteem, goedkeurt en evalueert;

h)

verantwoordelijk is voor de vaststelling en toepassing van een verloningsbeleid in overeenstemming met bijlage II bij Richtlijn 2011/61/EU.

3.   Een abi-beheerder zorgt er ook voor dat zijn directie en, wanneer zulks passend is, zijn bestuursorgaan of toezichtfunctie:

a)

overgaat tot een toetsing en periodieke evaluatie van de effectiviteit van de gedragslijnen, regelingen en procedures waarin is voorzien om de verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU na te komen;

b)

passende maatregelen neemt om eventuele onvolkomenheden te verhelpen.

4.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat zijn directie frequent en ten minste jaarlijks schriftelijke rapporten over compliance, interne controle en risicobeheer ontvangt, waarin met name wordt aangegeven of passende herstelmaatregelen zijn genomen in geval van onvolkomenheden.

5.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat zijn directie op gezette tijden rapporten ontvangt over de uitvoering van beleggingsstrategieën en van de interne procedures voor het nemen van de in lid 2, onder b) tot en met e), bedoelde beleggingsbeslissingen.

6.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat het bestuursorgaan of, in voorkomend geval, de toezichtfunctie op gezette tijden schriftelijke rapporten over de in lid 4 bedoelde aangelegenheden ontvangt.

Artikel 61

Permanente compliancefunctie

1.   Abi-beheerders gaan over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van adequate gedragsregels en afdoende procedures waarmee elk risico dat de abi-beheerder niet aan zijn verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU voldoet, alsmede alle daaraan verbonden risico’s kunnen worden opgespoord, en voorzien in passende maatregelen en procedures die dergelijke risico’s tot een minimum beperken en de bevoegde autoriteiten in staat stellen de hun bij die richtlijn verleende bevoegdheden effectief uit te oefenen.

Abi-beheerders houden rekening met de aard, schaal en complexiteit van hun bedrijf en met de aard en het gamma van de diensten en activiteiten die in het kader van dat bedrijf worden verricht.

2.   Een abi-beheerder gaat over tot de instelling en instandhouding van een permanente en effectieve compliancefunctie die onafhankelijk is en de volgende verantwoordelijkheden heeft:

a)

bewaken en op gezette tijden evalueren van de deugdelijkheid en effectiviteit van de overeenkomstig lid 1 ingevoerde maatregelen, gedragslijnen en procedures, alsook van de maatregelen die zijn genomen om eventuele onvolkomenheden bij het nakomen door de abi-beheerder van zijn verplichtingen te verhelpen;

b)

de relevante personen die voor het verrichten van diensten en activiteiten verantwoordelijk zijn, adviseren en bijstaan bij het nakomen van de krachtens Richtlijn 2011/61/EU op de abi-beheerder rustende verplichtingen.

3.   Om de in lid 2 bedoelde compliancefunctie in staat te stellen haar verantwoordelijkheden naar behoren en onafhankelijk uit te oefenen, zorgt de abi-beheerder ervoor dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de compliancefunctie beschikt over de nodige autoriteit, middelen en deskundigheid en heeft toegang tot alle dienstige informatie;

b)

er is een compliance officer aangesteld die verantwoordelijk is voor de compliancefunctie en voor de frequente en ten minste jaarlijkse rapportage aan de directie over compliance, waarbij met name wordt aangegeven of passende herstelmaatregelen zijn genomen in geval van onvolkomenheden;

c)

de personen die bij de compliancefunctie betrokken zijn, zijn niet betrokken bij de verrichting van de diensten of activiteiten die zij bewaken;

d)

de wijze waarop de beloning wordt vastgesteld van een compliance officer en van andere personen die bij de compliancefunctie zijn betrokken, doet geen afbreuk aan hun objectiviteit en zal dat waarschijnlijk ook in de toekomst niet doen.

De abi-beheerder behoeft evenwel niet aan de in de eerste alinea, onder c) en d), gestelde eisen te voldoen indien hij kan aantonen dat deze gezien de aard, schaal en complexiteit van zijn bedrijf en de aard en het gamma van zijn diensten en activiteiten, niet evenredig zijn en dat de effectiviteit van zijn compliancefunctie gegarandeerd blijft.

Artikel 62

Permanente internecontrolefunctie

1.   Indien zulks passend en evenredig is gezien de aard, schaal en complexiteit van zijn bedrijf en de aard en het gamma van de werkzaamheden in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles die in het kader van dat bedrijf worden verricht, gaat een abi-beheerder over tot het instellen en in stand houden van een internecontrolefunctie die los staat en onafhankelijk is van de andere functies en activiteiten van de abi-beheerder.

2.   De in lid 1 bedoelde internecontrolefunctie heeft de volgende verantwoordelijkheden:

a)

vaststellen, implementeren en in stand houden van een controleplan om de deugdelijkheid en effectiviteit van de systemen, internecontroleprocedures en regelingen van de abi-beheerder te onderzoeken en te beoordelen;

b)

doen van aanbevelingen op basis van de resultaten van de overeenkomstig punt a) uitgevoerde werkzaamheden;

c)

nagaan of aan de onder b) bedoelde aanbevelingen gevolg is gegeven;

d)

rapporteren over internecontroleaangelegenheden.

Artikel 63

Persoonlijke transacties

1.   Ingeval een relevante persoon betrokken is bij activiteiten die een belangenconflict kunnen doen ontstaan, of toegang heeft tot voorwetenschap in de zin van artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) (10) of tot andere vertrouwelijke informatie over een abi of transacties met of ten behoeve van een abi, gaat een abi-beheerder over tot de vaststelling, implementatie en instandhouding van adequate regelingen die voorkomen dat een dergelijke relevante persoon:

a)

een persoonlijke transactie in financiële instrumenten of andere activa aangaat die aan een van de volgende criteria voldoet:

i)

de transactie valt onder artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2003/6/EG;

ii)

de transactie gaat gepaard met misbruik of ongeoorloofde bekendmaking van vertrouwelijke informatie;

iii)

de transactie is in strijd of kan in strijd zijn met een krachtens Richtlijn 2011/61/EU op de abi-beheerder rustende verplichting;

b)

in een ander kader dan het normale kader van zijn arbeids- of dienstencontract, een andere persoon adviseert of aanspoort om een onder a), punten i) en ii), bedoelde persoonlijke transactie aan te gaan, of een transactie die als misbruik van informatie betreffende lopende orders zou worden aangemerkt;

c)

in een ander kader dan het normale kader van zijn arbeids- of dienstencontract en onverminderd artikel 3, onder a), van Richtlijn 2003/6/EG, informatie of advies bekendmaakt aan een andere persoon indien de relevante persoon weet of redelijkerwijze zou moeten weten dat de andere persoon daardoor een van de volgende stappen zet of zou kunnen zetten:

i)

aangaan van een onder a), punten i) en ii), bedoelde persoonlijke transactie in financiële instrumenten of andere activa, of van een transactie die als misbruik van informatie betreffende lopende orders zou worden aangemerkt;

ii)

adviseren of aansporen van een andere persoon om een dergelijke persoonlijke transactie aan te gaan.

2.   De in lid 1 bedoelde regelingen zorgen er met name voor dat:

a)

elke relevante persoon zich bewust is van de in lid 1 bedoelde beperkingen op persoonlijke transacties en van de maatregelen die de abi-beheerder overeenkomstig lid 1 ten aanzien van persoonlijke transacties en informatieverstrekking heeft vastgesteld;

b)

de abi-beheerder onmiddellijk in kennis wordt gesteld van elke onder lid 1 vallende persoonlijke transactie die door een relevante persoon wordt aangegaan, hetzij door melding van die transactie, hetzij volgens andere procedures die de abi-beheerder in staat stellen dergelijke transacties te onderkennen;

c)

gegevens over de aan de abi-beheerder gemelde of door hem onderkende persoonlijke transacties worden bijgehouden waarin ook wordt vermeld of de desbetreffende transactie goedgekeurd of verboden is.

Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b), zorgt de abi-beheerder ervoor dat, wanneer bepaalde werkzaamheden van de abi-beheerder door derden worden verricht, de entiteit die de werkzaamheid verricht, gegevens bijhoudt over onder lid 1 vallende persoonlijke transacties die door een relevante persoon worden aangegaan, en deze informatie desgevraagd onmiddellijk aan de abi-beheerder verstrekt.

3.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op de volgende soorten persoonlijke transacties:

a)

persoonlijke transacties verricht in het kader van vermogensbeheer waarbij de portefeuille op discretionaire basis wordt beheerd en waarbij over de transactie geen voorafgaande communicatie heeft plaatsgevonden tussen de vermogensbeheerder en de relevante persoon of de andere persoon voor wiens rekening de transactie wordt uitgevoerd;

b)

persoonlijke transacties in icbe’s of abi’s die onder toezicht staan in het kader van de wetgeving van een lidstaat die een gelijkwaardige risicospreiding voor hun activa voorschrijft, waarbij de relevante persoon en enigerlei andere persoon voor wiens rekening de transacties worden uitgevoerd, niet bij de leiding van de instelling in kwestie betrokken zijn.

4.   Voor de toepassing van lid 1 wordt onder een persoonlijke transactie ook een transactie in een financieel instrument of ander activum verstaan die is uitgevoerd voor rekening of in naam van:

a)

een relevante persoon;

b)

een persoon met wie de relevante persoon familiebanden heeft of met wie de relevante persoon nauwe banden heeft;

c)

een persoon wiens relatie met de relevante persoon van dien aard is dat de relevante persoon een direct of indirect wezenlijk belang heeft bij het resultaat van de handelstransactie, afgezien van een vergoeding of provisie voor de uitvoering van de handelstransactie.

Artikel 64

Bijhouden van gegevens over portefeuilletransacties

1.   Abi-beheerders produceren voor elke portefeuilletransactie met betrekking tot door hen beheerde abi’s onverwijld gegevens die volstaan om de bijzonderheden van de order en de uitgevoerde transactie of de overeenkomst te kunnen reconstrueren.

2.   De in lid 1 bedoelde gegevens over portefeuilletransacties op een plaats van uitvoering bevatten de volgende inlichtingen:

a)

de naam of een andere omschrijving van de abi en van de persoon die voor rekening van de abi handelt;

b)

het activum;

c)

indien zulks relevant is, de hoeveelheid;

d)

de soort order of transactie;

e)

de prijs;

f)

voor orders, de datum en het exacte tijdstip waarop de order is doorgegeven en de naam of een andere omschrijving van de persoon aan wie de order is doorgegeven, of voor transacties, de datum en het exacte tijdstip waarop de handelsbeslissing is genomen en de transactie is uitgevoerd;

g)

in voorkomend geval, de naam van de persoon die de order doorgeeft of de transactie uitvoert;

h)

in voorkomend geval, de redenen voor de intrekking van een order;

i)

voor uitgevoerde transacties, de identiteit van de tegenpartij en de naam van de plaats van uitvoering.

3.   De in lid 1 bedoelde gegevens over portefeuilletransacties van de abi die niet op een plaats van uitvoering plaatsvinden, bevatten de volgende inlichtingen:

a)

de naam of andere omschrijving van de abi;

b)

de juridische en andere documentatie die de grondslag van de portefeuilletransactie vormt, met inbegrip van met name de uitgevoerde overeenkomst;

c)

de prijs.

4.   Voor de toepassing van de leden 2 en 3 omvat een plaats van uitvoering een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 7, van Richtlijn 2004/39/EG, een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 14, van genoemde richtlijn, een multilaterale handelsfaciliteit als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 15, van genoemde richtlijn, een market maker als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 8, van genoemde richtlijn of een andere liquiditeitsverschaffer, dan wel een entiteit die in een derde land een soortgelijke taak verricht als die van een van voornoemde partijen.

Artikel 65

Bijhouden van gegevens over inschrijvings- en terugbetalingsorders

1.   Abi-beheerders nemen alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat ontvangen inschrijvings- en, in voorkomend geval, terugbetalingsorders voor een abi onmiddellijk na ontvangst van een dergelijke order worden geregistreerd.

2.   De geregistreerde gegevens omvatten informatie over de volgende aspecten:

a)

de betrokken abi;

b)

de persoon die de order heeft gegeven of doorgegeven;

c)

de persoon die de order heeft ontvangen;

d)

de datum en het tijdstip van de order;

e)

de betalingsvoorwaarden en betalingsmiddelen;

f)

de soort order;

g)

de datum van uitvoering van de order;

h)

het aantal rechten van deelneming of aandelen of het gelijkwaardige bedrag waarvoor is ingeschreven of dat is terugbetaald;

i)

de inschrijvings- of, in voorkomend geval, terugbetalingsprijs voor elk recht van deelneming of aandeel, dan wel, in voorkomend geval, het bedrag van het toegezegde en betaalde kapitaal;

j)

de totale inschrijvings- of terugbetalingswaarde van de rechten van deelneming of aandelen;

k)

de brutowaarde van de order inclusief inschrijvingskosten of het nettobedrag na aftrek van terugbetalingskosten.

De onder i), j) en k) bedoelde informatie wordt geregistreerd zodra deze beschikbaar is.

Artikel 66

Vereisten inzake de bewaring van gegevens

1.   Abi-beheerders zorgen ervoor dat alle in artikel 64 en 65 bedoelde vereiste gegevens gedurende ten minste vijf jaar worden bewaard.

De bevoegde autoriteiten mogen abi-beheerders evenwel verplichten ervoor te zorgen dat sommige of al deze gegevens langer worden bewaard, rekening houdend met de aard van het activum of de portefeuilletransactie, indien zulks noodzakelijk is om de autoriteit in staat te stellen haar toezichttaken uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU uit te oefenen.

2.   Na de intrekking van de vergunning van een abi-beheerder moeten de gegevens gedurende ten minste de resterende termijn van de in lid 1 genoemde periode van vijf jaar worden bewaard. De bevoegde autoriteiten mogen eisen dat de gegevens gedurende een langere periode worden bewaard.

Indien de abi-beheerder zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot de abi aan een andere abi-beheerder overdraagt, zorgt de eerstgenoemde abi-beheerder ervoor dat de in lid 1 bedoelde gegevens voor de laatstgenoemde abi-beheerder toegankelijk zijn

3.   De gegevens worden bewaard op een drager waarop informatie zo kan worden opgeslagen dat de bevoegde autoriteiten deze later kunnen raadplegen, en in zodanige vorm en op zodanige wijze dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de bevoegde autoriteiten kunnen vlot toegang krijgen tot de gegevens en kunnen elk belangrijk stadium van de verwerking van elke portefeuilletransactie reconstrueren;

b)

alle correcties of andere wijzigingen, alsmede de inhoud van de gegevens voordat dergelijke correcties of andere wijzigingen zijn aangebracht, kunnen gemakkelijk worden achterhaald;

c)

er is geen andere manipulatie of wijziging mogelijk.

AFDELING 7

Waardering

(artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 67

Gedragslijnen en procedures voor de waardering van de abi-activa

1.   Voor elke door hen beheerde abi gaan abi-beheerders over tot de vaststelling, instandhouding, implementatie en evaluatie van schriftelijke gedragslijnen en procedures die een deugdelijk, transparant, alomvattend en naar behoren gedocumenteerd waarderingsproces garanderen. De gedragslijnen en procedures voor de waardering hebben betrekking op alle wezenlijke aspecten van het waarderingsproces en de waarderingsprocedures en -controles met betrekking tot de betrokken abi.

Onverminderd de vereisten uit hoofde van de nationale wetgeving en het reglement en de statuten van de abi, zorgt de abi-beheerder ervoor dat voor de door hem beheerde abi’s getrouwe, passende en transparante waarderingsmethodieken worden toegepast. In de gedragslijnen voor de waardering wordt aangegeven welke waarderingsmethodieken moeten worden gebruikt voor elke activasoort waarin de abi overeenkomstig het toepasselijke nationale recht en het reglement en de statuten van de abi mag beleggen, en de procedures geven uitvoering aan deze waarderingsmethodieken. De abi-beheerder belegt pas voor het eerst in een bepaalde activasoort wanneer een passende waarderingsmethodiek of passende waarderingsmethodieken voor deze specifieke activasoort zijn vastgesteld.

De gedragslijnen en procedures tot vaststelling van de waarderingsmethodieken bevatten inputs, modellen en de criteria voor de selectie van de bronnen van prijsbepalings- en marktgegevens. Zij bepalen dat, telkens als zulks mogelijk en passend is, de prijzen van onafhankelijke bronnen afkomstig moeten zijn. Het proces voor de selectie van een bepaalde methodiek omvat een beoordeling van de beschikbare in aanmerking komende methodieken, waarbij rekening wordt gehouden met de gevoeligheid ervan voor veranderingen in variabelen en met de wijze waarop specifieke strategieën de relatieve waarde van de activa in de portefeuille bepalen.

2.   In de gedragslijnen voor de waardering worden de verplichtingen, taken en verantwoordelijkheden van alle bij het waarderingsproces betrokken partijen, met inbegrip van de directie van de abi-beheerder, vastgelegd. De procedures weerspiegelen de organisatiestructuur zoals deze in de gedragslijnen voor de waardering is beschreven.

De gedragslijnen en procedures voor de waardering hebben ten minste betrekking op het volgende:

a)

de vakbekwaamheid en onafhankelijkheid van het personeel dat de waardering van de activa daadwerkelijk uitvoert;

b)

de specifieke beleggingsstrategieën van de abi en de activa waarin de abi eventueel kan beleggen;

c)

de controles op de selectie van de voor de waardering gehanteerde inputs, bronnen en methodieken;

d)

de escalatiemaatregelen voor het wegwerken van verschillen in activawaarden;

e)

de waardering van aanpassingen die met de omvang en liquiditeit van posities, dan wel met veranderingen in de marktomstandigheden samenhangen, al naargelang het geval;

f)

het passende tijdstip voor de afsluiting van de boeken voor waarderingsdoeleinden;

g)

de passende frequentie voor de waardering van de activa.

3.   Ingeval een externe taxateur wordt aangesteld, voorzien de gedragslijnen en procedures voor de waardering in een procedure voor de uitwisseling van informatie tussen de abi-beheerder en de externe taxateur om te waarborgen dat alle voor de uitvoering van de waarderingstaak benodigde informatie wordt verstrekt.

De gedragslijnen en procedures voor de waardering waarborgen dat de abi-beheerder initiële en periodieke due diligenceactiviteiten verricht met betrekking tot derden die zijn aangesteld om waarderingsdiensten te verlenen.

4.   Ingeval de waardering door de abi-beheerder zelf wordt uitgevoerd, bevatten de gedragslijnen een beschrijving van de voorzorgsmaatregelen die de functioneel onafhankelijke uitvoering van de waarderingstaak overeenkomstig artikel 19, lid 4, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU moeten garanderen. Deze voorzorgsmaatregelen omvatten maatregelen om te voorkomen of te verbieden dat een persoon ongepaste invloed uitoefent op de wijze waarop een persoon waarderingswerkzaamheden verricht.

Artikel 68

Gebruik van modellen voor de waardering van activa

1.   Indien een model wordt gebruikt om de activa van een abi te waarderen, dan worden het model en de hoofdkenmerken ervan in de gedragslijnen en procedures voor de waardering toegelicht en gerechtvaardigd. De redenen voor de keuze van het model, de onderliggende gegevens, de in het model gehanteerde aannamen en de redenen voor het gebruik ervan, alsook de beperkingen van de modelmatige waardering worden naar behoren gedocumenteerd.

2.   De gedragslijnen en procedures voor de waardering waarborgen dat voordat een model wordt gebruikt, het is gevalideerd door een persoon die voldoende deskundig is en niet bij het bouwproces van het model betrokken is geweest. Het validatieproces is naar behoren gedocumenteerd.

3.   Het model wordt van tevoren goedgekeurd door de directie van de abi-beheerder. Ingeval het model wordt gebruikt door een abi-beheerder die zelf de waardering uitvoert, laat de goedkeuring door de directie het recht van de bevoegde autoriteit onverlet om op grond van artikel 19, lid 9, van Richtlijn 2011/61/EU te eisen dat het model door een externe taxateur of een auditor wordt gecontroleerd.

Artikel 69

Consequente toepassing van de gedragslijnen en procedures voor de waardering

1.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat de gedragslijnen en procedures voor de waardering en de vastgestelde waarderingsmethodieken consequent worden toegepast.

2.   De gedragslijnen en procedures voor de waardering en de vastgestelde methodieken worden toegepast op alle activa binnen een abi, waarbij rekening wordt gehouden met de beleggingsstrategie, de activasoort en, in voorkomend geval, het bestaan van verschillende externe taxateurs.

3.   Ingeval de gedragslijnen en procedures niet behoeven te worden geactualiseerd, worden zij consequent in de tijd toegepast en blijven ook de waarderingsbronnen en -regels consistent in de tijd.

4.   De waarderingsprocedures en de vastgestelde waarderingsmethodieken worden consequent toegepast op alle door dezelfde abi-beheerder beheerde abi’s, waarbij rekening wordt gehouden met de beleggingsstrategieën, de activasoorten die de abi’s in portefeuille hebben en, in voorkomend geval, het bestaan van verschillende externe taxateurs.

Artikel 70

Periodieke evaluatie van de gedragslijnen en procedures voor de waardering

1.   De gedragslijnen voor de waardering voorzien in een periodieke evaluatie van de gedragslijnen en procedures, welke onder meer ook de waarderingsmethodieken omvat. De evaluatie vindt ten minste eenmaal per jaar plaats en voordat de abi een nieuwe beleggingsstrategie of een nieuwe activasoort gaat hanteren die niet door de geldende gedragslijnen voor de waardering wordt bestreken.

2.   In de gedragslijnen en procedures voor de waardering wordt aangegeven hoe een wijziging in de gedragslijnen voor de waardering, met inbegrip van een methodiek, kan worden doorgevoerd en in welke omstandigheden zulks passend zou zijn. Aanbevelingen voor wijzigingen in de gedragslijnen en procedures worden gericht tot de directie, die alle wijzigingen beoordeelt en goedkeurt.

3.   De in artikel 38 bedoelde risicobeheerfunctie evalueert en biedt, indien nodig, passende ondersteuning met betrekking tot de vastgestelde gedragslijnen en procedures voor de waardering van de activa.

Artikel 71

Evaluatie van individuele activawaarden

1.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat alle activa die de abi in portefeuille heeft, getrouw en adequaat zijn gewaardeerd. De abi-beheerder documenteert per activasoort op welke wijze de adequaatheid en getrouwheid van de individuele waarden worden getoetst. De abi-beheerder kan te allen tijde aantonen dat de portefeuilles van de door hem beheerde abi’s accuraat zijn gewaardeerd.

2.   In de gedragslijnen en procedures voor de waardering wordt een procedure vastgelegd voor de evaluatie van individuele activawaarden ingeval er een wezenlijk risico op een onjuiste waardering bestaat, zoals in de volgende gevallen:

a)

de waardering is gebaseerd op prijzen die van slechts één tegenpartij of broker afkomstig zijn;

b)

de waardering is gebaseerd op prijzen bij illiquide handel;

c)

de waardering wordt beïnvloed door met de abi-beheerder gelieerde partijen;

d)

de waardering wordt beïnvloed door andere entiteiten die een financieel belang bij de prestatie van de abi kunnen hebben;

e)

de waardering is gebaseerd op prijzen die afkomstig zijn van de tegenpartij die de initiator van een instrument is, met name wanneer de initiator ook de positie van de abi in het instrument financiert;

f)

de waardering wordt door een of meer personen binnen de abi beïnvloed.

3.   De evaluatieprocedure wordt beschreven in de gedragslijnen en procedures voor de waardering en omvat toereikende en passende verificaties en controles van de redelijkheid van individuele waarden. Bij het toetsen van de redelijkheid wordt nagegaan of er sprake is van een voldoende mate van objectiviteit. De genoemde verificaties en controles omvatten te minste het volgende:

a)

verifiëren van de waarden door een vergelijking te maken in de tijd van de van tegenpartijen afkomstige prijzen;

b)

valideren van de waarden door de gerealiseerde prijzen met de recente boekwaarden te vergelijken;

c)

in aanmerking nemen van de reputatie, consistentie en kwaliteit van de bron van de waarderingen;

d)

een vergelijking maken met de door een derde geproduceerde waarden;

e)

onderzoeken en documenteren van vrijstellingen;

f)

belichten en onderzoeken van verschillen die ongewoon lijken of variëren naargelang van de voor de activasoort vastgestelde benchmark voor de waardering;

g)

testen voor niet-actuele prijzen en impliciete parameters;

h)

een vergelijking maken met de prijzen van gerelateerde activa of de hedgingtransacties daarvan;

i)

toetsen van de bij modelmatige prijsbepaling gebruikte inputs, en met name van de prijsbepalingen waarbij de modelprijs een grote gevoeligheid vertoont.

4.   In de gedragslijnen en procedures voor de waardering zijn passende escalatiemaatregelen opgenomen om verschillen of andere problemen bij de waardering van activa aan te pakken.

Artikel 72

Berekening van de intrinsieke waarde per recht van deelneming of aandeel

1.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat de intrinsieke waarde per recht van deelneming of aandeel voor elke door hem beheerde abi wordt berekend ter gelegenheid van elke uitgifte, inschrijving, terugbetaling of intrekking van rechten van deelneming of aandelen, maar ten minste eenmaal per jaar.

2.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat de procedures en methodieken voor de berekening van de intrinsieke waarde per recht van deelneming of aandeel volledig zijn gedocumenteerd. De berekeningsprocedures en -methodieken en de toepassing ervan worden periodiek door de abi-beheerder geverifieerd en de documentatie wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

3.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat in correctieprocedures is voorzien in geval van een incorrecte berekening van de intrinsieke waarde.

4.   Een abi-beheerder zorgt ervoor dat het aantal uitstaande rechten van deelneming of aandelen ten minste even vaak periodiek wordt geverifieerd als de prijs van het recht van deelneming of aandeel wordt berekend.

Artikel 73

Vakbekwaamheid

1.   Externe taxateurs tonen op verzoek aan dat zij over de nodige vakbekwaamheid beschikken om de waarderingstaken te kunnen uitvoeren. Het door externe taxateurs te leveren bewijs van hun vakbekwaamheid wordt in schriftelijke vorm verstrekt.

2.   Het bewijs van vakbekwaamheid bestaat uit bewijsstukken van de kwalificaties van de externe taxateur en van het feit dat hij in staat is de waardering accuraat en onafhankelijk uit te voeren, waaruit onder meer ten minste blijkt dat hij:

a)

over toereikende personele en technische middelen beschikt;

b)

adequate procedures heeft opgezet die een accurate en onafhankelijke waardering garanderen;

c)

voldoende kennis en begrip heeft van de beleggingsstrategie van de abi en van de activa voor de waardering waarvan hij is aangesteld;

d)

een voldoende goede reputatie en voldoende ervaring met waardering heeft.

3.   Ingeval de externe taxateur verplicht is zich in te schrijven in een beroepsregister dat wordt bijgehouden door de bevoegde autoriteit of door een andere entiteit van de staat waar hij gevestigd is, dan is in het bewijs van vakbekwaamheid de naam van deze autoriteit of entiteit, onder vermelding van de relevante contactgegevens, opgenomen. In het bewijs van vakbekwaamheid is duidelijk aangegeven aan welke wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen of regels inzake beroepsmoraal de externe taxateur onderworpen is.

Artikel 74

Frequentie van de waardering van activa van abi’s van het open-end-type

1.   De waardering van financiële instrumenten die door abi’s van het open-end-type worden aangehouden, vindt plaats telkens als overeenkomstig artikel 72, lid 1, de intrinsieke waarde per recht van deelneming of aandeel wordt berekend.

2.   De waardering van andere activa van abi’s van het open-end-type vindt ten minste eenmaal per jaar plaats en telkens als blijkt dat de laatst bepaalde waarde niet meer getrouw of accuraat is.

AFDELING 8

Delegatie van taken van de abi-beheerder

(artikel 20, leden 1, 2, 4 en 5, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 75

Algemene beginselen

Bij het machtigen van derden om een of meer taken voor hen uit te voeren, nemen abi-beheerders met name de volgende algemene beginselen in acht:

a)

de delegatiestructuur maakt geen omzeiling van de verantwoordelijkheden of aansprakelijkheid van de abi-beheerder mogelijk;

b)

de delegatie resulteert niet in een wijziging van de verplichtingen van de abi-beheerder jegens de abi en de beleggers in die abi;

c)

er wordt geen afbreuk gedaan aan de voorwaarden waaraan de abi-beheerder moet voldoen om overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU een vergunning te verkrijgen en werkzaamheden uit te oefenen;

d)

de delegatieregeling heeft de vorm van een schriftelijke overeenkomst tussen de abi-beheerder en de gedelegeerde;

e)

de abi-beheerder zorgt ervoor dat de gedelegeerde de gedelegeerde taken efficiënt en met inachtneming van de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften uitvoert, en stelt methoden en procedures vast om de door de gedelegeerde verleende diensten continu te evalueren. De abi-beheerder neemt passende maatregelen indien blijkt dat de gedelegeerde niet in staat is de taken efficiënt en met inachtneming van de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften uit te voeren;

f)

de abi-beheerder houdt een doeltreffend toezicht op de gedelegeerde taken en beheert de aan de delegatie verbonden risico’s. Te dien einde beschikt de abi-beheerder te allen tijde over de nodige deskundigheid en middelen om toezicht op de gedelegeerde taken te kunnen houden. De abi-beheerder legt in de overeenkomst zijn recht op informatie, inspectie en toegang vast, alsook zijn instructie- en bewakingsrechten jegens de gedelegeerde. De abi-beheerder zorgt er ook voor dat de gedelegeerde afdoende toezicht houdt op de uitvoering van de gedelegeerde taken en de aan de delegatie verbonden risico’s op adequate wijze beheert;

g)

de abi-beheerder zorgt ervoor dat de continuïteit en de kwaliteit van de gedelegeerde taken ook in geval van de beëindiging van de delegatie gehandhaafd blijven door ofwel de gedelegeerde taken aan een andere derde over te dragen, ofwel deze taken zelf te vervullen;

h)

de respectieve rechten en verplichtingen van de abi-beheerder en de gedelegeerde zijn duidelijk afgebakend en in de overeenkomst omschreven. De abi-beheerder legt met name zijn instructie- en beëindigingsrechten, zijn recht op informatie en zijn recht op inspectie en op toegang tot de boeken en bedrijfsruimten contractueel vast. De overeenkomst garandeert dat subdelegatie alleen met de instemming van de abi-beheerder kan plaatsvinden;

i)

wanneer de delegatie portefeuillebeheer betreft, strookt zij met het beleggingsbeleid van de abi. De gedelegeerde ontvangt instructies van de abi-beheerder met betrekking tot de wijze waarop het beleggingsbeleid moet worden gevoerd, en de abi-beheerder gaat continu na of de gedelegeerde zich daaraan houdt;

j)

de abi-beheerder zorgt ervoor dat de gedelegeerde de abi-beheerder in kennis stelt van elke ontwikkeling die van wezenlijke invloed kan zijn op het vermogen van de gedelegeerde om de gedelegeerde taken efficiënt en met inachtneming van de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften uit te voeren;

k)

de abi-beheerder zorgt ervoor dat de gedelegeerde alle vertrouwelijke informatie over de abi-beheerder, de abi waarop de delegatie betrekking heeft, en de beleggers in die abi beschermt;

l)

de abi-beheerder zorgt ervoor dat de gedelegeerde overgaat tot de opstelling, implementatie en instandhouding van een noodplan dat voorziet in calamiteitenbeheersing en in een periodieke controle van de back-upvoorzieningen, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de aard van de gedelegeerde taken.

Artikel 76

Objectieve argumenten voor de delegatie

1.   De abi-beheerder verstrekt de bevoegde autoriteiten een gedetailleerde beschrijving, toelichting en staving van de objectieve argumenten voor de delegatie. Bij de toetsing of de hele delegatiestructuur is gebaseerd op objectieve argumenten in de zin van artikel 20, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU worden de volgende criteria in aanmerking genomen:

a)

optimalisatie van bedrijfsfuncties en -processen;

b)

kostenbesparingen;

c)

deskundigheid van de gedelegeerde op het gebied van administratie, dan wel specifieke markten of beleggingen;

d)

toegang van de gedelegeerde tot mondiale handelsmogelijkheden.

2.   Op verzoek van de bevoegde autoriteiten verstrekt een abi-beheerder nadere uitleg en legt hij documenten over die aantonen dat de hele delegatiestructuur op objectieve argumenten is gebaseerd.

Artikel 77

Kenmerken van de gedelegeerde

1.   Een gedelegeerde beschikt over voldoende middelen en heeft voldoende personeel met de nodige vakbekwaamheid, kennis en deskundigheid in dienst om de aan hem gedelegeerde taken naar behoren te kunnen vervullen; hij heeft tevens een passende organisatiestructuur ter ondersteuning van de uitvoering van de gedelegeerde taken opgezet.

2.   De personen die de door de abi-beheerder gedelegeerde werkzaamheden daadwerkelijk uitvoeren, beschikken over voldoende ervaring en hebben een passende theoretische kennis van en adequate praktijkervaring met de taken in kwestie. Hun beroepsopleiding en de aard van de taken die zij in het verleden hebben vervuld, maken hun geschikt voor het leiden van het bedrijf.

3.   De personen die het bedrijf van de gedelegeerde feitelijk leiden, worden niet geacht als voldoende betrouwbaar bekend te staan als zij negatieve antecedenten hebben die relevant zijn voor zowel het betrouwbaarheidsoordeel als voor de behoorlijke vervulling van de gedelegeerde taken, of als er andere relevante informatie is die hun goede reputatie schaadt. Deze negatieve antecedenten omvatten onder meer, maar niet uitsluitend, strafbare feiten, gerechtelijke procedures of administratieve sancties die relevant zijn voor het vervullen van de gedelegeerde taken. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan met financiële activiteiten verband houdende strafbare feiten, zoals onder meer, maar niet uitsluitend, verplichtingen betreffende het voorkomen van het witwassen van geld, oneerlijkheid, fraude of financiële delicten, faillissement of insolventie. Andere relevante informatie omvat onder meer informatie die erop duidt dat de betrokken persoon niet betrouwbaar of eerlijk is.

Indien de gedelegeerde binnen de Unie is gereguleerd wat de door hem verleende diensten van deskundigen betreft, dan wordt geacht aan de in de eerste alinea bedoelde factoren te zijn voldaan wanneer de betrokken toezichthoudende autoriteit het criterium van de betrouwbaarheid in het kader van de vergunningsprocedure heeft getoetst, tenzij het tegendeel is bewezen.

Artikel 78

Delegatie van portefeuille- of risicobeheer

1.   Dit artikel is van toepassing op de delegatie van portefeuillebeheer of risicobeheer.

2.   De volgende entiteiten worden geacht overeenkomstig artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU over een vergunning of een erkenning voor vermogensbeheer te beschikken en aan toezicht onderworpen te zijn:

a)

beheermaatschappijen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG vergunning is verleend;

b)

beleggingsondernemingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2004/39/EG een vergunning voor vermogensbeheer is verleend;

c)

kredietinstellingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG vergunning is verleend en die uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG een vergunning voor vermogensbeheer bezitten;

d)

externe abi-beheerders aan wie overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU vergunning is verleend;

e)

entiteiten van derde landen die over een vergunning of een erkenning voor vermogensbeheer beschikken en in die landen aan doeltreffend toezicht door een bevoegde autoriteit onderworpen zijn.

3.   Wanneer de delegatie aan een onderneming uit een derde land is verleend, wordt overeenkomstig artikel 20, lid 1, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU aan de volgende voorwaarden voldaan:

a)

er bestaat een schriftelijk vastgelegde regeling tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de toezichthoudende autoriteiten van de onderneming waaraan de delegatie is verleend;

b)

wat de onderneming betreft waaraan de delegatie is verleend, is het de bevoegde autoriteiten op grond van de onder a) bedoelde regeling toegestaan:

i)

op verzoek alle dienstige informatie te ontvangen om hun in Richtlijn 2011/61/EU beschreven toezichttaken te kunnen uitoefenen;

ii)

inzage te krijgen in alle in het betrokken derde land bewaarde documenten die relevant zijn voor de uitoefening van hun toezichttaken;

iii)

controles ter plaatse te verrichten in de bedrijfsruimten van de onderneming waaraan taken zijn gedelegeerd. De praktische procedures voor het verrichten van controles ter plaatse worden gedetailleerd beschreven in de schriftelijk vastgelegde regeling;

iv)

zo spoedig mogelijk informatie van de toezichthoudende autoriteit van het derde land te ontvangen voor het onderzoeken van kennelijke schendingen van de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU en de uitvoeringsmaatregelen daarvan;

v)

overeenkomstig het op de toezichthoudende autoriteit van het derde land en de bevoegde autoriteiten van de EU toepasselijke nationale en internationale recht samen te werken in het kader van handhavingsacties bij schendingen van de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU en de uitvoeringsmaatregelen daarvan en het toepasselijke nationale recht.

Artikel 79

Doeltreffend toezicht

Een delegatie wordt geacht een belemmering te vormen voor het doeltreffende toezicht op de abi-beheerder wanneer:

a)

de abi-beheerder, zijn auditors en de bevoegde autoriteiten geen effectieve toegang hebben tot met de gedelegeerde taken verband houdende gegevens en tot de bedrijfsruimten van de gedelegeerde, of de bevoegde autoriteiten niet in staat zijn deze toegangsrechten uit te oefenen;

b)

de gedelegeerde niet met de bevoegde autoriteiten van de abi-beheerder samenwerkt in verband met de gedelegeerde taken;

c)

de abi-beheerder desgevraagd de bevoegde autoriteiten niet alle informatie beschikbaar stelt die zij nodig hebben om toezicht te kunnen uitoefenen op de inachtneming bij de vervulling van de gedelegeerde taken van de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU en de uitvoeringsmaatregelen daarvan.

Artikel 80

Belangenconflicten

1.   Overeenkomstig artikel 20, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU wordt op grond van ten minste de volgende criteria nagegaan of een delegatie strijdig is met de belangen van de abi-beheerder of van de belegger in de abi:

a)

of de abi-beheerder en de gedelegeerde tot dezelfde groep behoren of een andere contractuele relatie hebben waardoor de gedelegeerde zeggenschap heeft over de abi-beheerder of invloed kan uitoefenen op diens handelingen;

b)

of de gedelegeerde en een belegger in de betrokken abi tot dezelfde groep behoren of een andere contractuele relatie hebben waardoor deze belegger zeggenschap heeft over de gedelegeerde of invloed kan uitoefenen op diens handelingen;

c)

de waarschijnlijkheid dat de gedelegeerde financieel gewin behaalt of een financieel verlies vermijdt ten koste van de abi of de beleggers in die abi;

d)

de waarschijnlijkheid dat de gedelegeerde belang heeft bij het resultaat van een dienst of een activiteit die door de abi-beheerder of de abi is verricht;

e)

de waarschijnlijkheid dat de gedelegeerde een financiële of andere drijfveer heeft om het belang van een andere cliënt te laten primeren op het belang van de abi of de beleggers in die abi;

f)

de waarschijnlijkheid dat de gedelegeerde van een andere persoon dan de abi-beheerder voor ten behoeve van de abi-beheerder of de door hem beheerde abi verrichte werkzaamheden in verband met het beheer van collectieve beleggingsportefeuilles een inducement ontvangt of zal ontvangen in de vorm van gelden, goederen of diensten dat verschilt van de gebruikelijke provisie of vergoeding voor deze dienst.

2.   Het portefeuillebeheer of het risicobeheer mag pas als functioneel en hiërarchisch gescheiden van andere, mogelijkerwijs conflicterende taken worden aangemerkt wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de bij taken in verband met het portefeuillebeheer betrokken personen zijn niet betrokken bij het vervullen van mogelijkerwijs conflicterende taken, zoals controletaken;

b)

de bij taken in verband met het risicobeheer betrokken personen zijn niet betrokken bij het vervullen van mogelijkerwijs conflicterende taken, zoals operationele taken;

c)

de bij taken in verband met het risicobeheer betrokken personen staan niet onder toezicht van de voor het vervullen van operationele taken verantwoordelijke personen;

d)

de scheiding is verzekerd over de gehele hiërarchische structuur van de gedelegeerde tot en met zijn bestuursorgaan en wordt beoordeeld door het bestuursorgaan en, in voorkomend geval, de toezichtfunctie van de gedelegeerde.

3.   Potentiële belangenconflicten worden pas aangemerkt als naar behoren geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd en aan de beleggers in de abi meegedeeld wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de abi-beheerder zorgt ervoor dat de gedelegeerde alle redelijke maatregelen neemt voor het identificeren, beheren en bewaken van potentiële belangenconflicten die tussen hemzelf en de abi-beheerder, de abi of de beleggers in die abi kunnen ontstaan. De abi-beheerder zorgt ervoor dat de gedelegeerde heeft voorzien in procedures die overeenstemmen met die welke op grond van de artikelen 31 tot en met 34 zijn vereist;

b)

de abi-beheerder zorgt ervoor dat de gedelegeerde zowel potentiële belangenconflicten als de door hem vast te stellen procedures en maatregelen voor het beheer van dergelijke belangenconflicten meedeelt aan de abi-beheerder, die deze overeenkomstig artikel 36 op zijn beurt aan de abi en de beleggers in die abi meedeelt.

Artikel 81

Instemming met en kennisgeving van subdelegatie

1.   Een subdelegatie treedt in werking wanneer de abi-beheerder daarmee schriftelijk instemt.

Een op voorhand door de abi-beheerder gegeven algemene instemming wordt niet als een instemming in de zin van artikel 20, lid 4, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU aangemerkt.

2.   Overeenkomstig artikel 20, lid 4, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bevat de kennisgeving bijzonderheden betreffende de gedelegeerde, de naam van de bevoegde autoriteit ingeval aan de gesubdelegeerde vergunning of erkenning is verleend, de gedelegeerde taken, de abi’s waarvoor de subdelegatie gevolgen heeft, een kopie van de schriftelijke instemming door de abi-beheerder en de datum waarop de subdelegatie volgens plan in werking zal treden.

Artikel 82

Brievenbusmaatschappij en een abi-beheerder die niet meer als de beheerder van een abi wordt beschouwd

1.   Een abi-beheerder wordt geacht een brievenbusmaatschappij te zijn en wordt niet meer als de beheerder van de abi beschouwd in ten minste een van de volgende situaties:

a)

de abi-beheerder beschikt niet meer over de nodige deskundigheid en middelen om doeltreffend toezicht op de gedelegeerde taken uit te oefenen en de aan de delegatie verbonden risico’s te beheren;

b)

de abi-beheerder beschikt niet meer over de bevoegdheid om besluiten te nemen op essentiële terreinen die onder de verantwoordelijkheid van de directie vallen, of beschikt niet meer over de bevoegdheid om taken van de directie te vervullen, met name met betrekking tot de implementatie van het algemene beleggingsbeleid en de beleggingsstrategieën;

c)

de abi-beheerder verliest zijn contractuele rechten om informatie van zijn gedelegeerden te verlangen, zijn gedelegeerden te controleren of toegang te hebben tot of instructies te geven aan zijn gedelegeerden, of het wordt in de praktijk onmogelijk om deze rechten uit te oefenen;

d)

de abi-beheerder delegeert aanzienlijk meer taken in verband met het beleggingsbeheer dan die welke hij zelf vervult. Bij de beoordeling van de mate van delegatie toetsen de bevoegde autoriteiten de hele delegatiestructuur waarbij zij niet alleen met de onder delegatie beheerde activa, maar ook met de volgende kwalitatieve criteria rekening houden:

i)

de activasoorten waarin de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder heeft belegd en het belang van de activa waarvan het beheer is gedelegeerd voor het risico- en rendementsprofiel van de abi;

ii)

het belang van de activa waarvan het beheer is gedelegeerd voor de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen van de abi;

iii)

de geografische en sectorale spreiding van de beleggingen van de abi;

iv)

het risicoprofiel van de abi;

v)

de aard van de beleggingsstrategieën die door de abi of door de namens de abi optredende abi-beheerder worden gevolgd;

vi)

de soorten gedelegeerde taken in vergelijking met de soorten behouden taken; en

vii)

de configuratie van gedelegeerden en hun gesubdelegeerden, hun geografische actieterrein en hun bedrijfsstructuur, daaronder begrepen of de delegatie wordt verleend aan een entiteit die tot hetzelfde concern behoort als de abi-beheerder.

2.   De Commissie monitort, in het licht van de marktontwikkelingen, de toepassing van dit artikel. De Commissie toetst de situatie na twee jaar en neemt, indien noodzakelijk, passende maatregelen om de criteria nader te bepalen op grond waarvan de abi-beheerder geacht wordt zijn taken in die mate te hebben gedelegeerd dat hij een brievenbusmaatschappij wordt en niet langer als de beheerder van de abi kan worden beschouwd.

3.   De ESMA mag richtsnoeren vaststellen om een consistente beoordeling van delegatiestructuren in heel de Unie te garanderen.

HOOFDSTUK IV

BEWAARDER

AFDELING 1

In het schriftelijk contract op te nemen bepalingen

(artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 83

Contractuele bepalingen

1.   Tussen de bewaarder enerzijds en de abi-beheerder en, naargelang van het geval, of de abi anderzijds wordt een contract opgesteld op grond waarvan de bewaarder overeenkomstig artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU wordt benoemd; het contract bevat ten minste de volgende elementen:

a)

een beschrijving van de door de bewaarder te verlenen diensten en van de procedures die moeten worden vastgesteld voor elke activasoort waarin de abi mag beleggen en die vervolgens aan de bewaarder zal worden toevertrouwd;

b)

een beschrijving van de wijze waarop de bewaarnemings- en toezichtfunctie moet worden uitgevoerd al naargelang de activasoorten en de geografische regio’s waarin de abi voornemens is te beleggen. Wat de bewaarnemingstaken betreft, bevat deze beschrijving landenlijsten en procedures voor het toevoegen en, naargelang van het geval, of verwijderen van landen van deze lijst. Dit alles is consistent met de in het reglement, de statuten en de aanbiedingsdocumenten van de abi verstrekte informatie betreffende de activa waarin de abi mag beleggen;

c)

een verklaring dat de aansprakelijkheid van de bewaarder onverlet wordt gelaten door enigerlei delegatie van zijn bewaartaken, tenzij hij zich overeenkomstig artikel 21, lid 13 of 14, van Richtlijn 2011/61/EU van zijn aansprakelijkheid heeft ontdaan;

d)

de geldigheidstermijn en de voorwaarden voor de wijziging en beëindiging van het contract, met vermelding van de situaties die tot de beëindiging van het contract kunnen leiden en van de bijzonderheden betreffende de beëindigingsprocedure en, indien toepasselijk, de procedures die de bewaarder moet volgen om alle relevante informatie aan zijn opvolger toe te zenden;

e)

de verplichtingen inzake vertrouwelijkheid die overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op de partijen van toepassing zijn. Deze verplichtingen vormen geen belemmering voor de toegang van de bevoegde autoriteiten tot de relevante documenten en informatie;

f)

de middelen en procedures aan de hand waarvan de bewaarder aan de abi-beheerder of de abi alle relevante informatie meedeelt die hij of zij nodig heeft om zijn of haar taken te kunnen uitvoeren, met inbegrip van de uitoefening van eventueel aan activa verbonden rechten, alsook de middelen en procedures om de abi-beheerder en de abi in staat te stellen een tijdig en accuraat overzicht van de rekeningen van de abi te verkrijgen;

g)

de middelen en procedures aan de hand waarvan de abi-beheerder of de abi alle relevante informatie aan de bewaarder meedeelt of waarborgt dat de bewaarder toegang heeft tot alle informatie die hij nodig heeft om zijn taken te kunnen vervullen, met inbegrip van de procedures die ervoor moeten zorgen dat de bewaarder informatie ontvangt van andere door de abi of de abi-beheerder aangeduide partijen;

h)

informatie over de vraag of de bewaarder of een derde aan wie overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU bewaarnemingstaken zijn overgedragen, de hem toevertrouwde activa mag hergebruiken en welke voorwaarden er eventueel aan een dergelijk hergebruik verbonden zijn;

i)

de te volgen procedures wanneer een wijziging in het reglement, de statuten of de aanbiedingsdocumenten van de abi wordt overwogen, met vermelding van de situaties waarin de bewaarder in kennis moet worden gesteld, of van het feit dat de voorafgaande toestemming van de bewaarder is vereist om de wijziging door te voeren;

j)

alle nodige informatie die tussen de abi, de abi-beheerder en een namens de abi of de abi-beheerder optredende derde enerzijds en de bewaarder anderzijds moet worden uitgewisseld betreffende de verkoop, inschrijving, terugbetaling, uitgifte, intrekking en inkoop van rechten van deelneming of aandelen in de abi;

k)

alle nodige informatie die tussen de abi, de abi-beheerder en een namens de abi of de abi-beheerder optredende derde enerzijds en de bewaarder anderzijds moet worden uitgewisseld betreffende de uitoefening van de toezicht- en controlefunctie van de bewaarder;

l)

indien de contractsluitende partijen voornemens zijn derden aan te wijzen om delen van hun respectieve taken te vervullen, een toezegging om op gezette tijden bijzonderheden te verstrekken over aangeduide derden en om, op verzoek, informatie te verstrekken over de gehanteerde criteria voor het selecteren van de derde en de voorgenomen maatregelen om toezicht te houden op de activiteiten die door de geselecteerde derde worden uitgevoerd;

m)

informatie over de taken en verantwoordelijkheden van de contractsluitende partijen ten aanzien van de verplichtingen betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;

n)

informatie over alle kasgeldrekeningen die op naam van de abi of op naam van de namens de abi optredende abi-beheerder zijn geopend, alsook over de procedures die ervoor moeten zorgen dat de bewaarder ervan op de hoogte wordt gebracht wanneer een nieuwe rekening op naam van de abi of op naam van de namens de abi optredende abi-beheerder wordt geopend;

o)

bijzonderheden over de escalatieprocedures van de bewaarder, met inbegrip van de identiteit van de personen bij de abi en, naargelang van het geval, of de abi-beheerder met wie de bewaarder contact moet opnemen wanneer hij een dergelijke procedure inleidt;

p)

een toezegging van de bewaarder dat hij de abi-beheerder in kennis zal stellen wanneer hij er zich van bewust wordt dat de afscheiding van activa niet of niet meer volstaat om in een specifieke jurisdictie bescherming te bieden tegen de insolventie van een derde aan wie overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU bewaringstaken zijn overgedragen;

q)

de procedures aan de hand waarvan de bewaarder met betrekking tot zijn taken een onderzoek kan instellen naar het gedrag van de abi-beheerder en, naargelang van het geval, of de abi, en de kwaliteit van de meegedeelde informatie kan beoordelen, inclusief via toegang tot de boeken van de abi en, naargelang van het geval, of de abi-beheerder of via bezoeken ter plaatse;

r)

de procedures aan de hand waarvan de abi-beheerder en, naargelang van het geval, of de abi de prestaties van de bewaarder in het licht van diens contractuele verplichtingen kan beoordelen.

2.   De onder a) tot en met r) bedoelde middelen en procedures worden nader omschreven in het contract tot aanstelling van de bewaarder of in latere wijzigingen in dat contract.

3.   Het contract tot aanstelling van de bewaarder of de latere wijzigingen in dat contract, zoals bedoeld in lid 2, worden in schriftelijke vorm vastgelegd.

4.   De partijen kunnen ermee akkoord gaan dat alle informatiestromen tussen hen geheel of gedeeltelijk langs elektronische weg plaatsvinden, mits wordt gegarandeerd dat deze informatie naar behoren wordt bijgehouden.

5.   Tenzij in het nationale recht anders is bepaald, is het niet verplicht voor elke abi een afzonderlijke schriftelijke overeenkomst te sluiten; de abi-beheerder en de bewaarder beschikken over de mogelijkheid een kaderovereenkomst te sluiten waarin alle door de betrokken abi-beheerder beheerde abi’s worden opgesomd waarop de overeenkomst van toepassing is.

6.   Het op het contract tot aanstelling van de bewaarder en alle latere wijzigingen daarin toepasselijke nationale recht wordt gespecificeerd.

AFDELING 2

Algemene criteria voor de toetsing van de prudentiële regelgeving en het prudentiële toezicht waaraan bewaarders in derde landen onderworpen zijn

(artikel 21, lid 6, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 84

Criteria voor de toetsing van de prudentiële regelgeving en het prudentiële toezicht waaraan een bewaarder in een derde land onderworpen is

Voor de toepassing van artikel 21, lid 6, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU worden de doeltreffendheid van de prudentiële regelgeving en het prudentiële toezicht waaraan een bewaarder in een derde land onderworpen is, en het feit of deze dezelfde strekking hebben als het Unierecht en daadwerkelijk worden uitgevoerd, getoetst aan de volgende criteria:

a)

de bewaarder is onderworpen aan een vergunning en doorlopend toezicht door een bevoegde autoriteit die over toereikende middelen beschikt om haar taken te vervullen;

b)

in het recht van het derde land zijn criteria voor het verlenen van een vergunning als bewaarder vastgesteld die dezelfde strekking hebben als die welke gelden voor de toegang tot de bedrijfsactiviteiten van kredietinstellingen of beleggingsondernemingen binnen de Unie;

c)

de kapitaalvereisten die in het derde land aan de bewaarder zijn opgelegd, hebben dezelfde strekking als die welke in de Unie toepasselijk zijn, al naargelang de bewaarder van dezelfde aard is als een kredietinstelling of beleggingsonderneming van de Unie;

d)

de op een bewaarder in een derde land toepasselijke voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening hebben dezelfde strekking als die welke gelden voor kredietinstellingen of beleggingsondernemingen binnen de Unie, al naargelang de aard van de bewaarder;

e)

de in het recht van het derde land vastgestelde vereisten betreffende de uitvoering van de specifieke taken als abi-bewaarder hebben dezelfde strekking als de vereisten van artikel 21, leden 7 tot en met 15, van Richtlijn 2011/61/EU en de uitvoeringsmaatregelen daarvan en het toepasselijke nationale recht;

f)

het recht van het derde land voorziet in de toepassing van voldoende afschrikkende handhavingsmaatregelen in geval van een schending door de bewaarder van de onder a) tot en met e) bedoelde voorwaarden.

AFDELING 3

Taken van de bewaarder, due diligenceverplichtingen en de scheidingsverplichting

(artikel 21, leden 7, 8 en 9, en artikel 21, lid 11, onder c) en onder d), iii), van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 85

Bewaking van kasstromen — Algemene vereisten

1.   Ingeval een kasgeldrekening op naam van de abi, op naam van de abi-beheerder die namens de abi optreedt, dan wel op naam van de bewaarder die namens de abi optreedt, wordt aangehouden of geopend bij een in artikel 21, lid 7, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde entiteit, zorgt een abi-beheerder ervoor dat de bewaarder bij het aanvatten van zijn taken en continu alle relevante informatie ontvangt die hij nodig heeft om zijn verplichtingen na te komen.

2.   Om toegang te hebben tot alle informatie over de kasgeldrekeningen van de abi en om een duidelijk overzicht te hebben van alle kasstromen van de abi, wordt een bewaarder ten minste:

a)

bij zijn aanstelling op de hoogte gebracht van alle bestaande kasgeldrekeningen die geopend zijn op naam van de abi of op naam van de abi-beheerder die namens de abi optreedt;

b)

door de abi of door de abi-beheerder die namens de abi optreedt op de hoogte gebracht van de opening van elke nieuwe kasgeldrekening;

c)

in kennis gesteld van alle informatie over kasgeldrekeningen die bij een derde entiteit zijn geopend; deze informatie wordt rechtstreeks door de betrokken derden aan de bewaarder verstrekt.

Artikel 86

Bewaking van de kasstromen van de abi

Een bewaarder zorgt ervoor dat de kasstromen van de abi doeltreffend en naar behoren worden bewaakt door met name ten minste:

a)

te waarborgen dat alle geldmiddelen van de abi zijn geboekt op rekeningen die zijn geopend bij de in artikel 18, lid 1, onder a), b) en c), van Richtlijn 2006/73/EG bedoelde entiteiten op de relevante markten waar kasgeldrekeningen nodig zijn voor het verrichten van de abi-activiteiten, waarbij deze entiteiten aan prudentiële regelgeving en prudentieel toezicht onderworpen zijn die dezelfde strekking hebben als het Unierecht, daadwerkelijk worden uitgevoerd, en stroken met de beginselen van artikel 16 van Richtlijn 2006/73/EG;

b)

doeltreffende en deugdelijke procedures te implementeren om alle kasstroombewegingen op elkaar te doen aansluiten en deze aansluitingen dagelijks te verrichten of, in geval van zelden voorkomende kasstroombewegingen, te verrichten wanneer er zich dergelijke kasstroombewegingen voordoen;

c)

passende procedures te implementeren voor het onderkennen aan het einde van de werkdag van significante kasstromen, en met name van kasstromen die inconsistent kunnen zijn met de bedrijfsactiviteiten van de abi;

d)

de deugdelijkheid van deze procedures periodiek te beoordelen, onder meer door ten minste eenmaal per jaar tot een volledige evaluatie van het aansluitingsproces over te gaan en door te garanderen dat de kasgeldrekeningen die zijn geopend op naam van de abi, op naam van de abi-beheerder die namens de abi optreedt, dan wel op naam van de bewaarder die namens de abi optreedt, in het aansluitingsproces zijn betrokken;

e)

doorlopend de uitkomsten te bewaken van de aansluitingen en van de maatregelen die naar aanleiding van de in het kader van de aansluitingsprocedures geconstateerde discrepanties zijn genomen, de abi-beheerder ervan op de hoogte te brengen indien een onregelmatigheid niet onverwijld is gecorrigeerd, en tevens de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen indien de situatie niet kan worden opgehelderd en, naargelang van het geval, of rechtgezet;

f)

de consistentie tussen de eigen gegevens over de kasposities en die van de abi-beheerder te verifiëren. De abi-beheerder zorgt ervoor dat alle instructies en informatie met betrekking tot de bij een derde geopende kasgeldrekening aan de bewaarder worden toegezonden, zodat de bewaarder in staat is zijn eigen aansluitingsprocedure uit te voeren.

Artikel 87

Taken in verband met inschrijvingen

Een abi-beheerder zorgt ervoor dat de bewaarder aan het einde van elke werkdag informatie ontvangt over alle betalingen door of namens beleggers bij de inschrijving op rechten van deelneming of aandelen in een abi, wanneer de abi-beheerder, de abi of een namens de abi optredende derde, zoals een transferagent, dergelijke betalingen of een order van de belegger ontvangt. De abi-beheerder ziet erop toe dat de bewaarder alle andere relevante informatie ontvangt die hij nodig heeft om ervoor te zorgen dat de betalingen vervolgens worden geboekt op kasgeldrekeningen die overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 7, van Richtlijn 2011/61/EU zijn geopend op naam van de abi, op naam van de abi-beheerder die namens de abi optreedt, dan wel op naam van de bewaarder.

Artikel 88

In bewaarneming te nemen financiële instrumenten

1.   Financiële instrumenten die aan de abi of aan de namens de abi optredende abi-beheerder toebehoren en die niet fysiek aan de bewaarder kunnen worden geleverd, vallen onder de werkingssfeer van de bewaarnemingstaken van de bewaarder wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het betreft effecten, met inbegrip van in artikel 51, lid 3, laatste alinea, van Richtlijn 2009/65/EG en artikel 10 van Richtlijn 2007/16/EG van de Commissie (11) bedoelde effecten die derivaten omvatten, geldmarktinstrumenten of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging;

b)

zij kunnen direct of indirect worden geregistreerd of op een rekening op naam van de bewaarder worden aangehouden.

2.   Financiële instrumenten die overeenkomstig het toepasselijke nationale recht alleen direct op naam van de abi bij de uitgevende instelling zelf of haar agent, zoals een administrateur of transferagent, zijn geregistreerd, worden niet in bewaarneming genomen.

3.   Financiële instrumenten die aan de abi of aan de namens de abi optredende abi-beheerder toebehoren en die fysiek aan de bewaarder kunnen worden geleverd, vallen steeds onder de werkingssfeer van de bewaarnemingstaken van de bewaarder.

Artikel 89

Bewaringstaken in verband met in bewaarneming genomen activa

1.   Om aan de in artikel 21, lid 8, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU vastgelegde verplichtingen met betrekking tot in bewaarneming te nemen financiële instrumenten te voldoen, zorgt een bewaarder er ten minste voor dat:

a)

de financiële instrumenten overeenkomstig artikel 21, lid 8, onder a), ii), van Richtlijn 2011/61/EU naar behoren zijn geregistreerd;

b)

de gegevens en aparte rekeningen op zodanige wijze worden bijgehouden dat deze altijd accuraat zijn en met name de ten behoeve van abi’s aangehouden financiële instrumenten en geldmiddelen weerspiegelen;

c)

er op gezette tijden aansluitingen worden verricht tussen de interne rekeningen en gegevens van de bewaarder en die van een derde aan wie overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU bewaartaken zijn gedelegeerd;

d)

ten aanzien van de in bewaarneming genomen financiële instrumenten de nodige zorgvuldigheid wordt betracht om een hoog niveau van beleggersbescherming te garanderen;

e)

alle relevante bewaarnemingsrisico’s over de gehele bewaarnemingsketen worden beoordeeld en bewaakt en de abi-beheerder van elk geconstateerd wezenlijk risico in kennis wordt gesteld;

f)

er passende organisatorische regelingen worden getroffen om het risico van verlies of vermindering van de financiële instrumenten, dan wel van hun rechten op deze financiële instrumenten, als gevolg van fraude, wanbeheer, het bijhouden van ontoereikende gegevens of nalatigheid tot een minimum te beperken;

g)

het eigendomsrecht van de abi of het eigendomsrecht van de namens de abi optredende abi-beheerder op de activa wordt geverifieerd.

2.   Wanneer een bewaarder zijn bewaartaken overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU aan een derde heeft overgedragen, blijft hij onderworpen aan de vereisten van lid 1, onder b) tot en met e), van dit artikel. Hij ziet er ook op toe dat de derde de vereisten van lid 1, onder b) tot en met g), van dit artikel en de scheidingsverplichtingen van artikel 99 in acht neemt.

3.   Op de in de leden 1 en 2 bedoelde bewaarnemingstaken is de „look-through”-benadering van toepassing, waarbij wordt gekeken naar de onderliggende activa die worden aangehouden door financiële en, naargelang van het geval, of juridische constructies die direct of indirect onder de zeggenschap staan van de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder.

Het in de eerste alinea bedoelde vereiste is niet van toepassing op dakfondsconstructies of master-feederstructuren waarbij de onderliggende fondsen een bewaarder hebben die de activa van deze fondsen in bewaarneming houdt.

Artikel 90

Bewaarnemingstaken in verband met eigendomsverificatie en het bijhouden van een register

1.   Een abi-beheerder verstrekt de bewaarder bij het aanvatten van zijn taken en continu alle relevante informatie die hij nodig heeft om zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 21, lid 8, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU na te komen, en zorgt er tevens voor dat de bewaarder alle relevante informatie van derden ontvangt.

2.   Om aan de in artikel 21, lid 8, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde verplichtingen te voldoen, zorgt een bewaarder er ten minste voor dat:

a)

hij onmiddellijke toegang heeft tot alle relevante informatie, met inbegrip van de door derden aan de bewaarder te verstrekken relevante informatie, die hij nodig heeft om zijn taken in verband met eigendomsverificatie en het bijhouden van een register te vervullen;

b)

hij over voldoende en betrouwbare informatie beschikt waardoor duidelijk is van welke activa de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder eigenaar is;

c)

hij een register bijhoudt van de activa waarvoor duidelijk is dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder de eigenaar ervan is. Om aan deze verplichting te voldoen, zorgt de bewaarder ervoor dat:

i)

hij in zijn register op naam van de abi de activa, onder vermelding van de respectieve nominale waarde ervan, registreert waarvoor duidelijk is dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder de eigenaar ervan is;

ii)

hij in staat is te allen tijde een alomvattende en actuele inventaris van de abi-activa, onder vermelding van de respectieve nominale waarden ervan, te verstrekken.

Voor de toepassing van lid 2, onder c), ii), zorgt de bewaarder ervoor dat er procedures zijn ingesteld om te voorkomen dat geregistreerde activa kunnen worden toegewezen, overgedragen, uitgewisseld of geleverd zonder dat de bewaarder of zijn gedelegeerde van dergelijke transacties in kennis is gesteld, en heeft de bewaarder onmiddellijke toegang tot bewijsstukken van elke transactie en positie van de betrokken derde. De abi-beheerder zorgt ervoor dat de betrokken derde de bewaarder onverwijld bewijsstukken verstrekt telkens als er activa worden verkocht of verworven, of als er een in de uitgifte van financiële instrumenten resulterende verrichting op effecten plaatsvindt, en anders ten minste eenmaal per jaar.

3.   Een bewaarder zorgt er in elk geval voor dat de abi-beheerder passende procedures heeft ingesteld en toepast om na te gaan of de activa die de door hem beheerde abi heeft verworven, correct op naam van de abi of op naam van de voor de abi optredende abi-beheerder zijn geregistreerd, alsook om de consistentie te verifiëren tussen de posities in de boeken van de abi-beheerder en de activa waarvoor het volgens de bewaarder duidelijk is dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder de eigenaar ervan zijn. De abi-beheerder zorgt ervoor dat alle instructies en relevante informatie met betrekking tot de abi-activa aan de bewaarder worden toegezonden, zodat de bewaarder in staat is zijn eigen verificatie- of aansluitingsprocedure uit te voeren.

4.   Een bewaarder gaat over tot het opzetten en implementeren van een escalatieprocedure die betrekking heeft op situaties waarin een onregelmatigheid is ontdekt, en die tevens voorziet in de kennisgeving daarvan aan de abi-beheerder en aan de bevoegde autoriteiten indien de situatie niet kan worden opgehelderd en, naargelang van het geval, of rechtgezet.

5.   Op de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde bewaarnemingstaken is de „look-through”-benadering van toepassing, waarbij wordt gekeken naar de onderliggende activa die worden aangehouden door financiële en, naargelang van het geval, of juridische constructies die door de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder zijn opgezet om in de onderliggende activa te beleggen en die direct of indirect onder de zeggenschap staan van de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder.

Het in de eerste alinea bedoelde vereiste is niet van toepassing op dakfondsconstructies of master-feederstructuren waarbij de onderliggende fondsen een bewaarder hebben die de eigendomsverificatie voor de activa van deze fondsen verricht en het register van deze activa bijhoudt.

Artikel 91

Rapportageverplichtingen voor prime brokers

1.   Wanneer een prime broker is aangesteld, zorgt de abi-beheerder ervoor dat vanaf de datum van de aanstelling een overeenkomst van kracht is op grond waarvan de prime broker met name een verklaring op een duurzame drager ter beschikking van de bewaarder moet stellen welke de volgende informatie bevat:

a)

de waarde van de in lid 3 genoemde posten aan het einde van elke werkdag;

b)

bijzonderheden over andere aangelegenheden welke moeten garanderen dat de bewaarder van de abi over actuele en accurate informatie beschikt over de waarde van de activa waarvan de bewaring overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU is gedelegeerd.

2.   De in lid 1 bedoelde verklaring wordt uiterlijk aan het einde van de werkdag na die waarop zij betrekking heeft ter beschikking van de bewaarder gesteld.

3.   De in lid 1, onder a), bedoelde posten zijn:

a)

de totale waarde van de activa die de prime broker ten behoeve van de abi aanhoudt indien overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU bewaarnemingstaken zijn gedelegeerd; de waarde van elk van de volgende posten:

i)

geldleningen aan de abi en lopende rente;

ii)

door de abi terug te leveren effecten in het kader van namens de abi ingenomen open shortposities;

iii)

in het kader van futurescontracten door de abi te betalen actuele afwikkelingsbedragen;

iv)

door de prime broker aangehouden contante opbrengsten van shorttransacties met betrekking tot namens de abi ingenomen shortposities;

v)

door de prime broker aangehouden marges in contanten met betrekking tot namens de abi gesloten open futurescontracten. Deze verplichting komt bovenop de verplichtingen van de artikelen 87 en 88;

vi)

tegen marktwaarde gewaardeerde open posities bij de afwikkeling van namens de abi gesloten onderhandse transacties;

vii)

totale gegarandeerde verplichtingen van de abi jegens de prime broker; en

viii)

alle overige met de abi verband houdende activa;

b)

de waarde van de in artikel 21, lid 8, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde overige activa die door de prime broker in verband met in het kader van een „prime brokerage”-overeenkomst gesloten gegarandeerde transacties als zekerheden worden aangehouden;

c)

de waarde van de activa waarvoor de prime broker een recht op gebruik met betrekking tot de abi-activa heeft uitgeoefend;

d)

een lijst van alle instellingen waarbij de prime broker overeenkomstig artikel 21, lid 7, van Richtlijn 2011/61/EU geldmiddelen van de abi aanhoudt of mag aanhouden op een rekening die op naam van de abi of op naam van de namens de abi optredende abi-beheerder is geopend.

Artikel 92

Toezichttaken — Algemene vereisten

1.   Op het moment van zijn aanstelling beoordeelt de bewaarder de risico’s die aan de aard, schaal en complexiteit van de abi-strategie en de organisatie van de abi-beheerder verbonden zijn met de bedoeling toezichtprocedures uit te werken die geschikt zijn voor de abi en voor de activa waarin de abi belegt; deze procedures worden vervolgens geïmplementeerd en toegepast. De procedures worden periodiek geactualiseerd.

2.   Bij de uitvoering van zijn toezichttaken uit hoofde van artikel 21, lid 9, van Richtlijn 2011/61/EU verricht een bewaarder controles en verificaties achteraf van processen en procedures die onder de verantwoordelijkheid van de abi-beheerder, de abi of een aangewezen derde vallen. De bewaarder garandeert in alle omstandigheden dat een passende verificatie- en aansluitingsprocedure bestaat die wordt geïmplementeerd en toegepast en frequent wordt getoetst. De abi-beheerder zorgt ervoor dat alle instructies met betrekking tot de abi-activa en -activiteiten aan de bewaarder worden toegezonden, zodat de bewaarder in staat is zijn eigen verificatie- of aansluitingsprocedure uit te voeren.

3.   Een bewaarder stelt een duidelijke en alomvattende escalatieprocedure vast om situaties aan te pakken waarin hij in het kader van de vervulling van zijn toezichttaken potentiële onregelmatigheden ontdekt; de bijzonderheden daarvan worden op verzoek aan de bevoegde autoriteiten van de abi-beheerder meegedeeld.

4.   Een abi-beheerder verstrekt de bewaarder bij het aanvatten van zijn taken en continu alle relevante informatie die hij nodig heeft om zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 21, lid 9, van Richtlijn 2011/61/EU na te komen, met inbegrip van de door derden aan de bewaarder te verstrekken informatie. De abi-beheerder zorgt er met name voor dat de bewaarder toegang kan krijgen tot de boeken en bezoeken ter plaatse kan brengen aan de bedrijfsruimten van de abi-beheerder en aan die van door de abi of de abi-beheerder aangestelde dienstverleners, zoals administrateurs of externe taxateurs, en, naargelang van het geval, of verslagen en verklaringen van erkende externe certificeringen door gekwalificeerde onafhankelijke auditors of andere deskundigen kan inkijken teneinde zich van de gepastheid en de relevantie van de ingestelde procedures te kunnen vergewissen.

Artikel 93

Taken in verband met inschrijvingen en terugbetalingen

Om zich te voegen naar het bepaalde in artikel 21, lid 9, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU voldoet de bewaarder aan de volgende vereisten:

1.

de bewaarder zorgt ervoor dat de abi, de abi-beheerder of de aangewezen entiteit een passende en consistente procedure heeft vastgesteld, implementeert en toepast om:

i)

de inschrijvingsorders bij de inschrijvingsopbrengsten en het aantal uitgegeven rechten van deelneming of aandelen bij de door de abi ontvangen inschrijvingsopbrengsten te doen aansluiten;

ii)

de terugbetalingsorders bij de verrichte terugbetalingen en het aantal ingetrokken rechten van deelneming of aandelen bij de door de abi verrichte terugbetalingen te doen aansluiten;

iii)

op gezette tijden te verifiëren of de aansluitingsprocedure geschikt is.

In het kader van de toepassing van de punten i), ii) en iii), gaat de bewaarder met name op gezette tijden na of het in de abi-rekeningen opgenomen totale aantal rechten van deelneming of aandelen consistent is met het in het abi-register opgenomen totale aantal uitstaande aandelen of rechten van deelneming.

2.

Een bewaarder zorgt ervoor dat en gaat op gezette tijden na of de procedures voor de verkoop, de uitgifte, de inkoop, de terugbetaling en de intrekking van aandelen of rechten van deelneming in de abi stroken met het toepasselijke nationale recht en met het reglement of de statuten van de abi, en verifieert of deze procedures daadwerkelijk worden geïmplementeerd.

3.

De frequentie van de verificaties van de bewaarder is consistent met de frequentie van de inschrijvingen en terugbetalingen.

Artikel 94

Taken in verband met de waardering van aandelen/rechten van deelneming

1.   Om zich te voegen naar het bepaalde in artikel 21, lid 9, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU doet de bewaarder ten minste het volgende:

a)

hij gaat continu na of passende en consistente procedures worden vastgesteld en toegepast voor de waardering van de abi-activa conform artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU en de uitvoeringsmaatregelen daarvan en het reglement en de statuten van de abi; en

b)

hij zorgt ervoor dat de gedragslijnen en de procedures voor de waardering daadwerkelijk worden geïmplementeerd en periodiek worden getoetst.

2.   De procedures van een bewaarder worden uitgevoerd met een frequentie die consistent is met de frequentie van de abi-gedragslijnen voor de waardering als omschreven in artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU en in de uitvoeringsmaatregelen daarvan.

3.   Ingeval een bewaarder van oordeel is dat de berekening van de waarde van de aandelen of rechten van deelneming in de abi niet in overeenstemming met het toepasselijke recht, het abi-reglement of artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU is uitgevoerd, stelt hij de abi-beheerder en, naargelang van het geval, of de abi daarvan in kennis en zorgt hij ervoor dat tijdig herstelmaatregelen in het beste belang van de beleggers in die abi worden genomen.

4.   Ingeval een externe taxateur is aangesteld, gaat een bewaarder na of de aanstelling van de externe taxateur conform artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU en de uitvoeringsmaatregelen daarvan heeft plaatsgevonden.

Artikel 95

Taken in verband met de uitvoering van de aanwijzingen van de abi-beheerder

Om zich te voegen naar het bepaalde in artikel 21, lid 9, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU doet de bewaarder ten minste het volgende:

a)

hij gaat over tot de instelling en implementatie van passende procedures om na te gaan of de abi en de abi-beheerder de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en het reglement en de statuten van de abi in acht nemen. De bewaarder controleert met name of de abi-beheerder zich houdt aan de in de aanbiedingsdocumenten van de abi vastgestelde beleggingsbeperkingen en hefboomfinancieringslimieten. Deze procedures staan in verhouding tot de aard, schaal en complexiteit van de abi;

b)

hij gaat over tot de instelling en implementatie van een escalatieprocedure voor het geval de abi zich niet aan een van de onder a) bedoelde limieten of beperkingen houdt.

Artikel 96

Taken in verband met de tijdige afwikkeling van transacties

1.   Om zich te voegen naar het bepaalde in artikel 21, lid 9, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU stelt de bewaarder een procedure in om elke situatie op te sporen waarin een tegenwaarde die met de transacties met betrekking tot de abi-activa of de activa van de namens de abi optredende abi-beheerder verband houdt, niet binnen de gebruikelijke termijnen aan de abi wordt overgemaakt, de abi-beheerder daarvan in kennis te stellen en, ingeval de situatie niet is verholpen, waar mogelijk om de tegenpartij om de restitutie van de financiële instrumenten te verzoeken.

2.   Ingeval de transacties niet op een gereglementeerde markt plaatsvinden, wordt voor het beoordelen van wat onder „gebruikelijke termijnen” moet worden verstaan, gekeken naar de aan de transacties verbonden voorwaarden (otc-derivatencontracten of beleggingen in onroerende goederen of in particuliere ondernemingen).

Artikel 97

Taken in verband met de bestemming van de opbrengsten van de abi

1.   Om zich te voegen naar het bepaalde in artikel 21, lid 9, onder e), van Richtlijn 2011/61/EU doet de bewaarder ten minste het volgende:

a)

hij zorgt ervoor dat de berekening van de netto-opbrengsten, zodra deze door de abi-beheerder zijn gedeclareerd, is uitgevoerd in overeenstemming met het reglement en de statuten van de abi en met het toepasselijke nationale recht;

b)

hij ziet erop toe dat passende maatregelen worden genomen ingeval de auditors van de abi een voorbehoud hebben gemaakt bij de jaarrekening. De abi of de namens de abi optredende abi-beheerder verstrekt de bewaarder alle informatie over het bij de jaarrekening gemaakte voorbehoud; en

c)

hij verifieert de volledigheid en correctheid van de dividendbetalingen zodra deze door de abi-beheerder zijn gedeclareerd, en, in voorkomend geval, van de „carried interest”.

2.   Ingeval een bewaarder van oordeel is dat de berekening van de opbrengsten niet in overeenstemming met het toepasselijke recht of met het reglement of de statuten van de abi is uitgevoerd, stelt hij de abi-beheerder en, naargelang van het geval, of de abi daarvan in kennis en zorgt hij ervoor dat tijdig herstelmaatregelen in het beste belang van de beleggers in die abi zijn genomen.

Artikel 98

Due diligence

1.   Om aan de verplichtingen van artikel 21, lid 11, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU te voldoen, gaat de bewaarder over tot de implementatie en toepassing van een passende en gedocumenteerde due diligenceprocedure voor de selectie en doorlopende bewaking van de gedelegeerde. Die procedure wordt periodiek en ten minste eenmaal per jaar getoetst en desgevraagd aan de bevoegde autoriteiten meegedeeld.

2.   Bij de selectie en aanstelling van een derde aan wie overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU bewaarnemingstaken worden gedelegeerd, gaat een bewaarder met de nodige bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid te werk om te garanderen dat het toevertrouwen van financiële instrumenten aan deze derde in een adequaat niveau van bescherming resulteert. Hij doet ten minste het volgende:

a)

hij beoordeelt het toezicht- en regelgevingskader, met inbegrip van het landenrisico, het bewaarnemingsrisico en de afdwingbaarheid van de contracten van de derde. Deze beoordeling stelt de bewaarder met name in staat te bepalen welke potentiële gevolgen een eventuele insolventie van de derde heeft voor de activa en rechten van de abi. Wanneer een bewaarder zich ervan bewust wordt dat de scheiding van activa niet volstaat om bescherming tegen insolventie te bieden als gevolg van het recht van het land waar de derde is gevestigd, stelt hij de abi-beheerder onmiddellijk daarvan in kennis;

b)

hij beoordeelt of de praktijken, procedures en interne controles van de derde volstaan om te garanderen dat de financiële instrumenten van de abi of van de namens de abi optredende abi-beheerder met grote zorgvuldigheid worden beheerd en een hoog niveau van bescherming genieten;

c)

hij beoordeelt of de financiële draagkracht en reputatie van de derde consistent zijn met de gedelegeerde taken. Bij deze beoordeling wordt uitgegaan van door de potentiële derde verstrekte informatie, alsook van andere gegevens en informatie voor zover deze beschikbaar zijn;

d)

hij vergewist zich ervan dat de derde over de operationele en technologische mogelijkheden beschikt om de gedelegeerde bewaarnemingstaken met een bevredigende mate van bescherming en beveiliging te vervullen.

3.   Bij de periodieke evaluatie en doorlopende bewaking gaat een bewaarder met de nodige bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid te werk om zich ervan te vergewissen dat de derde aan de criteria van lid 1 van dit artikel en aan de voorwaarden van artikel 21, lid 11, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU blijft voldoen. Te dien einde doet de bewaarder ten minste het volgende:

a)

hij controleert de prestaties van de derde en of deze de normen van de bewaarder in acht neemt;

b)

hij zorgt ervoor dat de derde bij het vervullen van zijn bewaarnemingstaken van een hoge mate van zorg, voorzichtigheid en zorgvuldigheid blijk geeft, en met name dat hij de financiële instrumenten daadwerkelijk scheidt in overeenstemming met de vereisten van artikel 99;

c)

hij beoordeelt de bewaarnemingsrisico’s die verbonden zijn aan de beslissing om de activa aan een derde toe te vertrouwen, en hij stelt de abi of de abi-beheerder onverwijld van alle wijzigingen in deze risico’s in kennis. Bij deze beoordeling wordt uitgegaan van door de derde verstrekte informatie, alsook van andere gegevens en informatie voor zover deze beschikbaar zijn. Tijdens beroering op de markten of wanneer een risico is onderkend, worden de frequentie en de reikwijdte van de beoordeling vergroot. Wanneer de bewaarder zich ervan bewust wordt dat de scheiding van activa niet meer volstaat om bescherming tegen insolventie te bieden als gevolg van het recht van het land waar de derde is gevestigd, stelt hij de abi-beheerder onmiddellijk daarvan in kennis.

4.   Wanneer de derde een of meer van de hem toevertrouwde taken verder delegeert, zijn de voorwaarden en criteria van de leden 1, 2 en 3 mutatis mutandis van toepassing.

5.   Een bewaarder controleert de inachtneming van artikel 21, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU.

6.   Een bewaarder stelt noodplannen op voor elke markt waarvoor hij een derde overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU aanstelt om bewaarnemingstalen te vervullen. In een dergelijk noodplan is de identiteit van een eventuele alternatieve dienstverlener vermeld.

7.   Een bewaarder neemt alle maatregelen, met inbegrip van de beëindiging van het contract, in het beste belang van de abi en de beleggers in die abi wanneer de gedelegeerde niet meer aan de vereisten voldoet.

Artikel 99

Scheidingsverplichting

1.   Wanneer bewaarnemingstaken geheel of gedeeltelijk aan een derde zijn overgedragen, zorgt een bewaarder ervoor dat de derde aan wie overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU bewaarnemingstaken zijn gedelegeerd, handelt conform de scheidingsverplichting van artikel 21, lid 11, onder d), iii), van Richtlijn 2011/61/EU door te verifiëren of de derde:

a)

alle gegevens en rekeningen bijhoudt die noodzakelijk zijn om hem te allen tijde onmiddellijk in staat te stellen activa van abi-cliënten van de bewaarder, te onderscheiden van zijn eigen activa, activa van zijn andere cliënten, door de bewaarder voor eigen rekening aangehouden activa en activa die worden aangehouden voor cliënten van de bewaarder die geen abi’s zijn;

b)

de gegevens en rekeningen op zodanige wijze bijhoudt dat deze altijd accuraat zijn en met name de voor cliënten van de bewaarder in bewaring genomen activa weerspiegelen;

c)

op gezette tijden aansluitingen verricht tussen zijn interne rekeningen en gegevens en die van de derde aan wie overeenkomstig artikel 21, lid 11, derde alinea, van Richtlijn 2011/61/EU bewaarnemingstaken zijn gedelegeerd;

d)

passende organisatorische regelingen treft om het risico van verlies of vermindering van de financiële instrumenten, dan wel van rechten op deze financiële instrumenten, als gevolg van misbruik van de financiële instrumenten, fraude, wanbeheer, het bijhouden van ontoereikende gegevens of nalatigheid tot een minimum te beperken;

e)

ingeval de derde een in artikel 18, lid 1, onder a), b), en c), van Richtlijn 2006/73/EG bedoelde entiteit is die onderworpen is aan effectieve prudentiële regelgeving en effectief prudentieel toezicht die dezelfde strekking hebben als het Unierecht en effectief worden gehandhaafd, neemt de bewaarder de nodige maatregelen om te waarborgen dat de geldmiddelen van de abi overeenkomstig artikel 21, lid 7, van Richtlijn 2011/61/EU op een rekening of rekeningen worden aangehouden.

2.   Wanneer een bewaarder zijn bewaartaken overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU aan een derde heeft overgedragen, waarborgt de bewaking van de inachtneming door de derde van zijn scheidingsverplichtingen dat de aan zijn cliënten toebehorende financiële instrumenten tegen insolventie van de betrokken derde zijn beschermd. Indien de vereisten van lid 1 volgens het toepasselijke recht, met inbegrip van met name het eigendoms- en het insolventierecht, ontoereikend zijn om deze doelstelling te realiseren, gaat de bewaarder na welke aanvullende regelingen moeten worden getroffen om het risico op verliezen tot een minimum te beperken en een adequaat niveau van bescherming te handhaven.

3.   De leden 1 en 2 zijn mutatis mutandis van toepassing wanneer de derde aan wie overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU bewaarnemingstaken zijn overgedragen, heeft besloten zijn bewaarnemingstaken overeenkomstig artikel 21, lid 11, derde alinea, van Richtlijn 2011/61/EU geheel of gedeeltelijk aan een andere derde te delegeren.

AFDELING 4

Verlies van financiële instrumenten, kwijting van aansprakelijkheid en objectieve redenen

(artikel 21, leden 12 en 13, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 100

Verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument

1.   Het verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument in de zin van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU wordt geacht te hebben plaatsgevonden wanneer ten aanzien van een financieel instrument dat in bewaarneming is genomen door de bewaarder of door een derde aan wie de bewaarneming van in bewaarneming genomen financiële instrumenten is gedelegeerd, aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

een beweerd eigendomsrecht van de abi blijkt niet geldig te zijn omdat het ofwel heeft opgehouden te bestaan, ofwel nooit heeft bestaan;

b)

de abi is definitief het eigendomsrecht op het financiële instrument ontnomen;

c)

de abi is definitief niet in staat het financiële instrument direct of indirect te vervreemden.

2.   Bij de vaststelling door de abi-beheerder van het verlies van een financieel instrument wordt een gedocumenteerde procedure gevolgd waarover de bevoegde autoriteiten gemakkelijk informatie kunnen verkrijgen. Zodra een verlies wordt vastgesteld, wordt het onmiddellijk op een duurzame drager aan de beleggers gemeld.

3.   Een in bewaarneming genomen financieel instrument wordt niet geacht verloren te zijn in de zin van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU wanneer een abi definitief haar eigendomsrecht op een bepaald instrument is ontnomen, maar dit instrument is vervangen door of omgezet in een ander financieel instrument of andere financiële instrumenten.

4.   In geval van insolventie van de derde aan wie de bewaarneming van in bewaarneming genomen financiële instrumenten is gedelegeerd, wordt het verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument door de abi-beheerder vastgesteld zodra met zekerheid aan een van de voorwaarden van lid 1 is voldaan.

Uiterlijk aan het einde van de insolventieprocedure is met zekerheid aan een van de voorwaarden van lid 1 voldaan. De abi-beheerder en de bewaarder volgen de insolventieprocedure op de voet om te bepalen of alle of sommige financiële instrumenten die zijn toevertrouwd aan de derde aan wie de bewaarneming van financiële instrumenten is gedelegeerd, wel degelijk verloren zijn.

5.   Het verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument wordt vastgesteld, ongeacht of het feit dat aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, het gevolg is van fraude, nalatigheid, dan wel van andere opzettelijke of onopzettelijke gedragingen.

Artikel 101

Kwijting van aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU

1.   Een bewaarder is niet aansprakelijk uit hoofde van artikel 21, lid 12, tweede alinea, van Richtlijn 2011/61/EU, mits hij kan aantonen dat aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de gebeurtenis die tot het verlies leidde, is niet het gevolg van een handeling of nalatigheid van de bewaarder of van een derde aan wie de bewaarneming van overeenkomstig artikel 21, lid 8, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU in bewaarneming genomen financiële instrumenten is gedelegeerd;

b)

de bewaarder had het plaatsvinden van de gebeurtenis die tot het verlies heeft geleid, redelijkerwijs niet kunnen voorkomen, ook al had hij alle voorzorgsmaatregelen genomen die een zorgvuldige bewaarder volgens de in de sector gangbare praktijken geacht wordt te nemen;

c)

ondanks een strikt en grondig zorgvuldig onderzoek had de bewaarder het verlies niet kunnen voorkomen.

Aan deze voorwaarde wordt geacht te zijn voldaan wanneer de bewaarder zich ervan heeft vergewist dat hij en de derde aan wie de bewaarneming van overeenkomstig artikel 21, lid 8, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU in bewaarneming genomen financiële instrumenten is gedelegeerd, alle volgende maatregelen hebben genomen:

i)

vaststellen, implementeren, toepassen en in stand houden van structuren en procedures en voorzien in deskundigheid die gezien de aard en complexiteit van de abi-activa adequaat en evenredig zijn voor het tijdig onderkennen en doorlopend bewaken van externe gebeurtenissen die in het verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument kunnen resulteren;

ii)

doorlopend nagaan of een van de overeenkomstig punt i) onderkende gebeurtenissen een significant risico van verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument inhoudt;

iii)

de abi-beheerder in kennis stellen van de onderkende significante risico’s en eventueel passende maatregelen nemen om het verlies van in bewaarneming genomen financiële instrumenten te voorkomen of te beperken ingeval feitelijke of potentiële gebeurtenissen zijn onderkend waarvan wordt aangenomen dat zij een significant risico van verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument inhouden;

2.   In de volgende omstandigheden wordt geacht aan de vereisten van lid 1, onder a) en b), te zijn voldaan:

a)

natuurverschijnselen waarop de mens geen vat of invloed heeft;

b)

de vaststelling van een wet, decreet, verordening, beslissing of bevel door een overheid of overheidsorgaan, met inbegrip van een rechterlijke instantie, met gevolgen voor de in bewaarneming genomen financiële instrumenten;

c)

oorlog, oproer of andere grote onlusten.

3.   Er wordt niet geacht aan de vereisten van lid 1, onder a) en b), te zijn voldaan wanneer er sprake is van een boekhoudkundige vergissing, een operationeel defect, fraude of de niet-toepassing van de scheidingsvereisten bij de bewaarder of bij een derde aan wie de bewaarneming van overeenkomstig artikel 21, lid 8, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU in bewaarneming genomen financiële instrumenten is gedelegeerd.

4.   Dit artikel is mutatis mutandis van toepassing op de gedelegeerde wanneer de bewaarder zijn aansprakelijkheid contractueel heeft overgedragen overeenkomstig artikel 21, leden 13 en 14, van Richtlijn 2011/61/EU.

Artikel 102

Objectieve redenen voor een kwijting van aansprakelijkheid van de bewaarder

1.   De objectieve redenen voor een kwijting van aansprakelijkheid op grond van artikel 21, lid 13, van Richtlijn 2011/61/EU zijn:

a)

beperkt tot de precieze en concrete omstandigheden die een gegeven activiteit kenmerken;

b)

consistent met de gedragslijnen en beslissingen van de bewaarder.

2.   De objectieve redenen worden vastgesteld telkens als de bewaarder voornemens is zich van aansprakelijkheid te ontdoen.

3.   De bewaarder wordt geacht objectieve redenen te hebben om overeenkomstig artikel 21, lid 13, van Richtlijn 2011/61/EU ontheffing van zijn aansprakelijkheid overeen te komen wanneer hij kan aantonen dat hij geen andere keuze had dan zijn bewaarnemingstaken aan een derde te delegeren. Dat is met name het geval wanneer:

a)

de wet van een derde land voorschrijft dat bepaalde financiële instrumenten door een lokale entiteit in bewaarneming moeten worden genomen en er lokale entiteiten bestaan die aan de delegatiecriteria van artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU voldoen; of

b)

de abi-beheerder erop staat een belegging in een bepaalde jurisdictie te behouden, ondanks het feit dat de bewaarder voor het grotere risico daarvan heeft gewaarschuwd.

HOOFDSTUK V

TRANSPARANTIEVOORSCHRIFTEN, HEFBOOMFINANCIERING, REGELGEVING MET BETREKKING TOT DERDE LANDEN EN UITWISSELING VAN INFORMATIE OVER DE POTENTIËLE IMPLICATIES VAN ABI-BEHEERDERACTIVITEITEN

AFDELING 1

Jaarverslag, verstrekking van informatie aan beleggers en rapportage aan de bevoegde autoriteiten

(artikel 22, lid 2, onder a) tot en met e), artikel 23, lid 4, en artikel 24, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 103

Algemene beginselen voor het jaarverslag

Alle in het jaarverslag verstrekte gegevens, met inbegrip van de in deze afdeling beschreven gegevens, worden op zodanige wijze gepresenteerd dat zij wezenlijk relevante, betrouwbare, vergelijkbare en duidelijke informatie opleveren. Het jaarverslag bevat alle door de beleggers benodigde informatie over specifieke abi-structuren.

Artikel 104

Vorm en inhoud van de balans of vermogensstaat en van de rekening van de inkomsten en uitgaven

1.   De in artikel 22, lid 2, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde balans of vermogensstaat bevat ten minste de volgende elementen en onderliggende posten:

a)   „activa”: middelen die als gevolg van gebeurtenissen in het verleden door de abi worden gecontroleerd en waarvan voor de toekomst economische baten voor de abi worden verwacht. De activa worden onderverdeeld in de volgende posten:

i)

„beleggingen”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, obligaties, aandelen, onroerende goederen en derivaten;

ii)

„geldmiddelen en kasequivalenten”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, kasmiddelen, direct opvraagbare deposito’s en in aanmerking komende kortlopende liquide beleggingen;

iii)

„vorderingen”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, schuldvorderingen met betrekking tot dividenden en rente, verkochte beleggingen en door brokers verschuldigde bedragen; „overlopende posten”: het betreft onder meer, maar niet uisluitend, vervroegd betaalde bedragen met betrekking tot uitgaven van de abi;

b)   „passiva”: huidige verplichtingen van de abi die zijn ontstaan uit gebeurtenissen in het verleden, waarvan de afwikkeling naar verwachting zal leiden tot een uitstroom uit de abi van middelen die economische baten vertegenwoordigen. De passiva worden onderverdeeld in de volgende posten:

i)

„crediteuren”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, te betalen bedragen met betrekking tot de aankoop van beleggingen of de terugbetaling van rechten van deelneming of aandelen in de abi en aan brokers verschuldigde bedragen; „te betalen kosten”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, verplichtingen uit hoofde van beheersvergoedingen, adviesvergoedingen, prestatievergoedingen, rente en andere in het kader van de abi-activiteiten gemaakte kosten;

ii)

„schulden”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, aan banken en andere tegenpartijen te betalen bedragen;

iii)

„overige passiva”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, aan tegenpartijen verschuldigde bedragen voor het verschaffen van zekerheden bij de restitutie van de geleende effecten, overlopende posten en te betalen dividenden en uitkeringen;

c)   „nettoactiva”: het overblijvend belang in de abi-activa, na aftrek van alle verplichtingen.

2.   De rekening van de inkomsten en uitgaven bevat ten minste de volgende elementen en onderliggende posten:

a)   „inkomsten”: tijdens de verslagperiode toegenomen economische baten in de vorm van een instroom van nieuwe activa of de toename van bestaande activa, dan wel afgenomen verplichtingen, een en ander resulterend in een toename van de nettoactiva, zonder de toenames die met bijdragen van beleggers verband houden. De inkomsten worden onderverdeeld in de volgende posten:

i)

„beleggingsinkomsten”, die verder kunnen worden onderverdeeld als volgt:

„dividendinkomsten”, die verband houden met de dividenden op aandelenbeleggingen waarop de abi recht heeft;

„rente-inkomsten”, die verband houden met de rente op obligatiebeleggingen en op geldmiddelen waarop de abi recht heeft;

„huurinkomsten”, die verband houden met huuropbrengsten van vastgoedbeleggingen waarop de abi recht heeft;

ii)

„gerealiseerde winsten op beleggingen”: winsten bij de afstoting van beleggingen;

iii)

„ongerealiseerde winsten op beleggingen”: winsten bij de herwaardering van beleggingen; en

iv)

„overige inkomsten”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, inkomsten uit hoofde van vergoedingen voor geleende effecten en uit diverse bronnen;

b)   „uitgaven”: tijdens de verslagperiode afgenomen economische baten in de vorm van een uitstroom of vermindering van activa, dan wel toegenomen verplichtingen, een en ander resulterend in een daling van de nettoactiva, zonder de dalingen die met uitkeringen aan beleggers verband houden. De uitgaven worden onderverdeeld in de volgende posten:

„vergoedingen voor beleggingsadvies of -beheer”: vergoedingen die contractueel aan de adviseur of abi-beheerder verschuldigd zijn;

„overige uitgaven”: het betreft onder meer, maar niet uitsluitend, administratievergoedingen, vergoedingen wegens dienstverleningen, bewaarloon en rente. Indien individuele posten van materiële aard zijn, worden zij afzonderlijk vermeld;

„gerealiseerde verliezen op beleggingen”: verliezen bij de afstoting van beleggingen;

„ongerealiseerde verliezen op beleggingen”: verliezen bij de herwaardering van beleggingen;

c)   „netto-inkomsten of -uitgaven”: overschot van de inkomsten ten opzichte van de uitgaven of van de uitgaven ten opzichte van de inkomsten, al naargelang het geval.

3.   De lay-out, nomenclatuur en terminologie van de posten zijn consistent met de op de abi toepasselijke standaarden voor de financiële verslaggeving of met de door de abi vastgestelde regels, en zijn in overeenstemming met de wetgeving die van toepassing is waar de abi is gevestigd. Deze posten kunnen worden gewijzigd of uitgebreid om aan het bovenstaande te voldoen.

4.   Er worden aanvullende posten, rubrieken en subtotalen gepresenteerd wanneer zulks relevant is voor een goed inzicht in de financiële positie van een abi zoals deze in de balans of vermogenstaat tot uiting komt, of in de financiële prestatie van een abi zoals deze in de vorm en inhoud van de rekening van de inkomsten en uitgaven tot uiting komt. Indien zulks dienstig is, wordt in de toelichting bij de jaarrekening aanvullende informatie verschaft. Doel van de toelichting is uitvoerige beschrijvingen of een uitsplitsing te geven van in de financiële staten gepresenteerde posten, en tevens informatie te verschaffen over posten die niet voor opneming in deze staten in aanmerking komen.

5.   Elke materiële categorie van gelijksoortige posten wordt afzonderlijk gepresenteerd. Indien individuele posten van materieel belang zijn, worden zij vermeld. Materialiteit wordt beoordeeld op grond van de vereisten van het gehanteerde boekhoudkundige kader.

6.   De presentatie en de classificatie van posten in de balans of de vermogensstaat welke in een verslag- of boekhoudperiode worden gehanteerd, worden in de volgende periode gehandhaafd, tenzij het duidelijk is dat een andere presentatie of classificatie meer geëigend zou zijn, zoals wanneer een verandering in de beleggingsstrategie tot andere handelspatronen leidt, of omdat een standaard voor de financiële verslaggeving een wijziging in de presentatie voorschrijft.

7.   Wat de in bijlage IV weergegeven vorm en inhoud van de rekening van de inkomsten en uitgaven betreft, worden alle inkomsten en uitgaven die op een periode betrekking hebben, in de rekening van de inkomsten en uitgaven opgenomen, tenzij een door de abi gehanteerde standaard voor de financiële verslaggeving anderszins vereist.

Artikel 105

Verslag over de activiteiten van het verstreken boekjaar

1.   Het verslag over de activiteiten van het verstreken boekjaar bevat ten minste de volgende elementen:

a)

een overzicht van de beleggingsactiviteiten tijdens het verstreken jaar of de verstreken periode, alsook een overzicht van de abi-portefeuille aan het einde van dat jaar of die periode;

b)

een overzicht van het rendement van de abi over het verstreken jaar of de verstreken periode;

c)

alle nog niet in de jaarrekening vermelde materiële veranderingen in de in artikel 23 van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie, zoals hierna omschreven.

2.   Het verslag bevat een getrouwe en evenwichtige analyse van de activiteiten en het rendement van de abi, waarbij ook een beschrijving wordt gegeven van de voornaamste risico’s en economische en beleggingsonzekerheden waarmee de abi eventueel kan worden geconfronteerd.

3.   Voor zover zulks voor een goed inzicht in de beleggingsactiviteiten of het rendement van de abi noodzakelijk is, bevat de analyse ook essentiële financiële en niet-financiële prestatie-indicatoren die relevant zijn voor de betrokken abi. De in het verslag verstrekte informatie is consistent met de voorschriften van het land waar de abi is gevestigd.

4.   De informatie die in het verslag over de activiteiten van het verstreken boekjaar is opgenomen, maakt deel uit van het directie- of beleggingsbeheerdersverslag, voor zover dit gewoonlijk samen met de jaarrekening van de abi wordt gepresenteerd.

Artikel 106

Materiële veranderingen

1.   Alle wijzigingen in de informatie worden als materiële veranderingen in de zin van artikel 22, lid 2, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU aangemerkt indien de kans groot is dat ingeval een redelijke belegger van deze informatie kennis krijgt, hij zijn belegging in de abi zou heroverwegen, onder meer omdat de informatie in kwestie van invloed zou kunnen zijn op zijn vermogen om zijn rechten met betrekking tot zijn belegging uit te oefenen, of de belangen van een of meer beleggers in de abi anderszins zou kunnen schaden.

2.   Om zich naar het bepaalde in artikel 22, lid 2, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU te voegen, beoordelen abi-beheerders veranderingen in de in artikel 23 van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie die in de loop van het boekjaar hebben plaatsgevonden, conform lid 1 van dit artikel.

3.   De informatie wordt in overeenstemming met de vereisten van de door de abi gehanteerde standaarden en regels voor de financiële verslaggeving bekendgemaakt, samen met een beschrijving van alle potentiële of verwachte gevolgen daarvan voor de abi en, naargelang van het geval, of de beleggers in die abi. Er wordt aanvullende informatie verstrekt wanneer de inachtneming van specifieke vereisten van de standaarden en regels voor de financiële verslaggeving eventueel niet voldoende is om beleggers in staat te stellen de gevolgen van de wijziging te begrijpen.

4.   Ingeval de overeenkomstig lid 1 openbaar te maken informatie niet onder de op een abi toepasselijke standaarden voor de financiële verslaggeving of haar regels voor de financiële verslaggeving valt, wordt een beschrijving van de materiële verandering gegeven, alsook van alle potentiële of verwachte gevolgen daarvan voor de abi en, naargelang van het geval, of de beleggers in die abi.

Artikel 107

Openbaarmaking van de beloning

1.   Wanneer de in artikel 22, lid 2, onder e), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie wordt verstrekt, wordt vermeld of de totale beloning al dan niet betrekking heeft op het volgende:

a)

de totale beloning van het gehele personeel van de abi-beheerder, onder vermelding van het aantal begunstigden;

b)

de totale beloning van het personeel van de abi-beheerder dat geheel of gedeeltelijk bij de activiteiten van de abi is betrokken, onder vermelding van het aantal begunstigden;

c)

het voor rekening van de abi komende gedeelte van de totale beloning van het personeel van de abi-beheerder, onder vermelding van het aantal begunstigden.

2.   Indien zulks relevant is, wordt bij de totale beloning gedurende het boekjaar ook de door de abi betaalde carried interest vermeld.

3.   Wanneer de informatie op het niveau van de abi-beheerder openbaar wordt gemaakt, wordt een toewijzing aan elke abi of onderverdeling per abi verstrekt, voor zover deze informatie bestaat of onmiddellijk beschikbaar is. In het kader van deze openbaarmaking wordt ook beschreven hoe de toewijzing of onderverdeling is verkregen.

4.   Abi-beheerders verstrekken algemene informatie met betrekking tot financiële en niet-financiële criteria van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken voor relevante personeelscategorieën om beleggers in staat te stellen uit te maken welke prikkels worden gecreëerd. Overeenkomstig de in bijlage II bij Richtlijn 2011/61/EU uiteengezette beginselen maken abi-beheerders ten minste de informatie openbaar die nodig is om inzicht te krijgen in het risicoprofiel van de abi en in de door de abi genomen maatregelen om belangenconflicten te voorkomen of te beheren.

Artikel 108

Periodieke informatieverschaffing aan beleggers

1.   De in artikel 23, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie wordt op duidelijke en begrijpelijke wijze gepresenteerd.

2.   Bij de bekendmaking van het percentage abi-activa waarvoor bijzondere regelingen gelden vanwege de illiquide aard ervan, als bedoeld in artikel 23, lid 4, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU, doet de abi-beheerder het volgende:

a)

hij geeft een overzicht van alle getroffen bijzondere regelingen, onder vermelding van het volgende: of het gaat om side pockets, gates of andere soortgelijke regelingen, welke waarderingsmethodiek wordt toegepast op activa waarvoor dergelijke regelingen gelden, en hoe op deze activa beheer- en prestatievergoedingen van toepassing zijn;

b)

hij maakt deze informatie bekend ofwel in het kader van de periodieke rapportage door de abi aan beleggers, zoals voorgeschreven bij het reglement of de statuten van de abi, ofwel tegelijk met het prospectus en het aanbiedingsdocument en — ten minste — op hetzelfde moment als het jaarverslag overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU ter beschikking wordt gesteld.

Het percentage abi-activa waarvoor bijzondere regelingen gelden als omschreven in artikel 1, punt 5, wordt berekend door de nettowaarde van de activa waarvoor bijzondere regelingen gelden te delen door de intrinsieke waarde van de betrokken abi.

3.   Met betrekking tot alle in artikel 23, lid 4, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de abi doen abi-beheerders het volgende:

a)

voor elke door hen beheerde abi die geen abi zonder hefboomfinanciering van het closed-end-type is, stellen zij beleggers in kennis telkens als zij wijzigingen aanbrengen in de in artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde liquiditeitsbeheersystemen en procedures die van materieel belang zijn in de zin van artikel 106, lid 1;

b)

zij stellen beleggers onmiddellijk in kennis wanneer zij gates, side pockets of soortgelijke bijzondere regelingen activeren of wanneer zij beslissen terugbetalingen op te schorten;

c)

zij geven een overzicht van de wijzigingen in liquiditeitsregelingen, ongeacht of het al dan niet om bijzondere regelingen gaat. Indien zulks relevant is, wordt ook vermeld onder welke voorwaarden terugbetaling is toegestaan en onder welke omstandigheden dit aan het oordeel van het bestuur wordt overgelaten. Ook alle mogelijke stem- of andere beperkingen, de duur van een eventuele lock-up of alle „first in line”- of „pro-rating”-bepalingen met betrekking tot gates en opschortingen worden vermeld.

4.   De in artikel 23, lid 4, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie over het risicoprofiel van de abi bevat een beschrijving van het volgende:

a)

maatregelen om te beoordelen hoe gevoelig de abi-portefeuille is voor de meest relevante risico’s waaraan de abi is of kan zijn blootgesteld;

b)

of de door de abi-beheerder vastgestelde risicolimieten zijn of waarschijnlijk zullen worden overschreden, en ingeval deze risicolimieten zijn overschreden, onder welke omstandigheden dat is gebeurd en welke corrigerende maatregelen zijn genomen.

De informatie wordt bekendgemaakt ofwel in het kader van de periodieke rapportage door de abi aan beleggers, zoals voorgeschreven bij het reglement of de statuten van de abi, ofwel tegelijk met het prospectus en het aanbiedingsdocument en — ten minste — op hetzelfde moment als het jaarverslag overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU ter beschikking wordt gesteld.

5.   In de informatie over de overeenkomstig artikel 23, lid 4, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU door de abi-beheerder gehanteerde risicobeheersystemen worden de hoofdkenmerken beschreven van de risicobeheersystemen waarmee de abi-beheerder de risico’s beheert waaraan elke door hem beheerde abi is of kan zijn blootgesteld. In geval van een verandering wordt informatie verschaft over de verandering en over de verwachte gevolgen daarvan voor de abi en de beleggers in die abi.

De informatie wordt bekendgemaakt ofwel in het kader van de periodieke rapportage door de abi aan beleggers, zoals voorgeschreven bij het reglement of de statuten van de abi, ofwel tegelijk met het prospectus en het aanbiedingsdocument en — ten minste — op hetzelfde moment als het jaarverslag overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU ter beschikking wordt gesteld of openbaar wordt gemaakt.

Artikel 109

Periodieke informatieverschaffing aan beleggers

1.   De in artikel 23, lid 5, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie wordt op duidelijke en begrijpelijke wijze gepresenteerd.

2.   De informatie over wijzigingen in de maximale hefboomfinanciering die volgens de brutomethode en volgens de methode op basis van gedane toezeggingen is berekend, alsook over alle eventuele rechten op hergebruik van zekerheden of alle eventuele garanties die in het kader van de hefboomfinancieringsregeling zijn verleend, wordt onmiddellijk verstrekt en bevat een beschrijving van het volgende:

a)

de overeenkomstig de artikelen 7 en 8 berekende oorspronkelijke en herziene maximale hefboomfinanciering, waarbij de hefboomfinanciering wordt berekend door de relevante blootstelling te delen door de intrinsieke waarde van de abi;

b)

de aard van de verleende rechten op hergebruik van zekerheden;

c)

de aard van de verleende garanties; en

d)

met een van de bovenstaande elementen verband houdende wijzigingen in dienstverleners.

3.   De informatie over de totale hefboomfinanciering die is berekend volgens de brutomethode en volgens de methode op basis van gedane toezeggingen die door de abi worden gehanteerd, wordt bekendgemaakt ofwel in het kader van de periodieke rapportage door de abi aan beleggers, zoals voorgeschreven bij het reglement of de statuten van de abi, ofwel tegelijk met het prospectus en het aanbiedingsdocument en — ten minste — op hetzelfde moment als het jaarverslag overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 110

Rapportage aan de bevoegde autoriteiten

1.   Om aan de vereisten van artikel 24, lid 1, tweede alinea, en van artikel 3, lid 3, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU te voldoen, verstrekt een abi-beheerder de volgende informatie wanneer hij aan de bevoegde autoriteiten verslag uitbrengt:

a)

de voornaamste instrumenten waarin hij handelt, met inbegrip van een uitsplitsing naar financiële instrumenten en andere activa, onder vermelding van de beleggingsstrategieën van de abi en de geografische gebieden en sectoren die daarin centraal staan;

b)

de markten waarvan hij lid is of waarop hij actief handelt;

c)

de diversificatie van de abi-portefeuille, onder vermelding van onder meer, maar niet uitsluitend, de voornaamste posities en belangrijkste concentraties van de abi.

De informatie wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk een maand na het verstrijken van de in lid 3 bedoelde periode verstrekt. Ingeval de abi een dakfonds is, mag de abi-beheerder deze termijn met 15 dagen verlengen.

2.   Voor elke EU-abi die hij beheert en voor elke abi die hij in de Unie verhandelt, verstrekt de abi-beheerder overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU de volgende informatie aan de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst:

a)

het in artikel 23, lid 4, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde percentage van de abi-activa waarvoor in artikel 1, punt 5, van deze verordening omschreven bijzondere regelingen gelden vanwege de illiquide aard ervan;

b)

eventuele nieuwe regelingen voor het beheer van de liquiditeit van de abi;

c)

de risicobeheersystemen waarmee de abi-beheerder het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en andere risico’s, waaronder operationele risico’s, beheert;

d)

het huidige risicoprofiel van de abi, met inbegrip van:

i)

het marktrisicoprofiel van de beleggingen van de abi, met inbegrip van het verwachte rendement en de verwachte volatiliteit van de abi onder normale marktomstandigheden;

ii)

het liquiditeitsprofiel van de beleggingen van de abi, met inbegrip van het liquiditeitsprofiel van de abi-activa, het profiel van de terugbetalingsvoorwaarden en de voorwaarden die aan de door tegenpartijen aan de abi verstrekte financiering verbonden zijn;

e)

informatie over de voornaamste categorieën activa waarin de abi heeft belegd, met inbegrip van de overeenkomstige shortmarktwaarde en longmarktwaarde, alsook de omzet en het rendement tijdens de rapportageperiode; en

f)

de resultaten van periodieke stresstests die overeenkomstig artikel 15, lid 3, onder b), en artikel 16, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2011/61/EU onder normale en uitzonderlijke omstandigheden zijn uitgevoerd.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde informatie wordt als volgt gerapporteerd:

a)

halfjaarlijks door abi-beheerders die portefeuilles beheren van abi’s waarvan het overeenkomstig artikel 2 berekende totaal aan beheerde activa de in artikel 3, lid 2, onder a) en b), van Richtlijn 2011/61/EU vastgestelde drempel van respectievelijk 100 miljoen EUR of 500 miljoen EUR overschrijdt maar niet boven 1 miljard EUR uitkomt, voor elke EU-abi die zij beheren en voor elke abi die zij in de Unie verhandelen;

b)

driemaandelijks door abi-beheerders die portefeuilles beheren van abi’s waarvan het overeenkomstig artikel 2 berekende totaal aan beheerde activa boven 1 miljard EUR uitkomt, voor elke EU-abi die zij beheren en voor elke abi die zij in de Unie verhandelen;

c)

driemaandelijks door abi-beheerders waarvoor de in dit lid, onder a), bedoelde vereisten gelden, voor elke abi waarvan het totaal aan beheerde activa, met inbegrip van alle activa die met hefboomfinanciering zijn verworven, boven 500 miljoen EUR uitkomt;

d)

jaarlijks door abi-beheerders, voor elke door hen beheerde abi zonder hefboomfinanciering die overeenkomstig haar kernbeleggingsbeleid in niet-beursgenoteerde ondernemingen en uitgevende instellingen belegt om zeggenschap te verwerven.

4.   In afwijking van lid 3 kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder het voor de vervulling van haar taak passend en noodzakelijk achten te verlangen dat alle of een deel van de informatie frequenter wordt gerapporteerd.

5.   Abi-beheerders die een of meer abi’s beheren welke overeenkomstig artikel 111 van deze verordening in aanzienlijke mate met hefboomfinanciering werken, verstrekken de overeenkomstig artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU vereiste informatie op hetzelfde moment als de overeenkomstig lid 2 van dit artikel vereiste informatie.

6.   Abi-beheerders verstrekken de in de leden 1, 2 en 5 beschreven informatie overeenkomstig het proformarapportagetemplate van bijlage IV.

7.   Overeenkomstig artikel 42, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU wordt voor niet-EU-abi-beheerders elke verwijzing naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst gelezen als een verwijzing naar de bevoegde autoriteit van de referentielidstaat.

Artikel 111

„In aanzienlijke mate” met hefboomfinanciering werkende abi

1.   Voor de toepassing van artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU wordt een abi geacht in aanzienlijke mate met hefboomfinanciering te werken wanneer de volgens de methode op basis van gedane toezeggingen van artikel 8 van deze verordening berekende blootstelling van de abi gelijk is aan meer dan driemaal de intrinsieke waarde van de abi.

2.   Wanneer aan de vereisten van lid 1 van dit artikel is voldaan, verstrekt een abi-beheerder de in artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie aan de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst volgens de in artikel 110, lid 3, van deze verordening vastgestelde beginselen.

AFDELING 2

Abi-beheerders die abi’s met hefboomfinanciering beheren

(artikel 25, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 112

Beperkingen op het beheer van abi’s

1.   De in dit artikel neergelegde beginselen zijn van toepassing voor het preciseren van de omstandigheden waarin bevoegde autoriteiten hun bevoegdheid uitoefenen om abi-beheerders hefboomfinancieringslimieten of andere beperkingen op te leggen.

2.   Bij de beoordeling van de overeenkomstig artikel 7, lid 3, artikel 15, lid 4, of artikel 24, leden 4 of 5, van Richtlijn 2011/61/EU ontvangen informatie houdt een bevoegde autoriteit ermee rekening in hoeverre het gebruik van hefboomfinanciering door een abi-beheerder of zijn interactie met een groep abi-beheerders of andere financiële instellingen tot een toename van het systeemrisico in het financiële stelsel kan leiden of het gevaar van chaotische marktomstandigheden vergroot.

3.   Bij hun beoordeling houden de bevoegde autoriteiten ten minste rekening met de volgende aspecten:

a)

de omstandigheden waarin de blootstelling van een of meer abi’s, met inbegrip van de blootstellings die het gevolg zijn van financieringen of van beleggingsposities die de abi-beheerder voor eigen rekening of namens de abi’s heeft ingenomen, een belangrijke bron van markt-, liquiditeits- of tegenpartijrisico voor een financiële instelling kunnen vormen;

b)

de omstandigheden waarin de activiteiten van een abi-beheerder of zijn interactie met, bijvoorbeeld, een groep abi-beheerders of andere financiële instellingen, met betrekking tot met name de activasoorten waarin de abi belegt en de technieken die de abi-beheerder hanteert, via het gebruik van hefboomfinanciering tot een zodanige neerwaartse spiraal van de prijzen van financiële instrumenten of van andere activa leiden of kunnen leiden dat de levensvatbaarheid van deze financiële instrumenten of andere activa wordt bedreigd;

c)

criteria zoals de abi-soort, de beleggingsstrategie van de abi-beheerder ten aanzien van de betrokken abi’s, de marktomstandigheden waaronder de abi-beheerder en de abi opereren, en eventuele procyclische effecten die kunnen voortvloeien uit het feit dat de bevoegde autoriteiten hefboomfinancieringslimieten of andere beperkingen op het gebruik van hefboomfinanciering door de betrokken abi-beheerder opleggen;

d)

criteria zoals de omvang van een of meer abi’s en alle daarmee samenhangende gevolgen voor een bepaalde marktsector, risicoconcentraties op bepaalde markten waarop de betrokken abi of abi’s beleggen, een eventueel risico van besmetting van andere markten door een markt waarop risico’s zijn vastgesteld, op een gegeven moment op bepaalde markten geconstateerde liquiditeitsproblemen, de omvang van de mismatch tussen de activa en passiva bij een bepaalde beleggingsstrategie van de abi-beheerder, of onregelmatige bewegingen van de prijzen van activa waarin een abi mag beleggen.

AFDELING 3

Bijzondere regelgeving met betrekking tot derde landen

(artikel 34, lid 1, artikel 35, lid 2, artikel 36, lid 1, artikel 37, lid 7, onder d), artikel 40, lid 2, onder a), en artikel 42, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 113

Algemene vereisten

1.   De samenwerkingsregelingen hebben betrekking op alle mogelijke situaties en actoren die in hoofdstuk VII van Richtlijn 2011/61/EU worden bedoeld, waarbij rekening wordt gehouden met de plaats van vestiging van de abi-beheerder, de plaats van vestiging van de abi en de activiteit van de abi-beheerder.

2.   Alle samenwerkingsregelingen worden schriftelijk vastgelegd.

3.   De samenwerkingsregelingen voorzien in een specifiek raamwerk voor overleg, samenwerking en informatie-uitwisseling voor toezicht- en handhavingsdoeleinden tussen de bevoegde autoriteiten van de EU en de toezichthoudende autoriteiten van derde landen.

4.   De samenwerkingsregelingen bevatten een specifieke clausule waarin is bepaald dat de door een bevoegde autoriteit van de Unie van een toezichthoudende autoriteit van een derde land ontvangen informatie aan andere bevoegde autoriteiten van de Unie, de ESMA of het ESRB mag worden doorgegeven, zoals bij Richtlijn 2011/61/EU is voorgeschreven.

Artikel 114

Mechanismen, instrumenten en procedures

1.   De samenwerkingsregelingen voorzien in de vereiste mechanismen, instrumenten en procedures om de bevoegde autoriteiten van de Unie toegang te bieden tot alle informatie die zij nodig hebben voor de vervulling van hun taken uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU.

2.   De samenwerkingsregelingen voorzien in de vereiste mechanismen, instrumenten en procedures om het verrichten van inspecties ter plaatse mogelijk te maken wanneer zulks noodzakelijk is voor de vervulling door de bevoegde autoriteit van de Unie van haar taken uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU. De inspecties ter plaatse worden rechtstreeks door de bevoegde autoriteit van de Unie, dan wel door de toezichthoudende autoriteit van het derde land met de assistentie van de bevoegde autoriteit van de Unie uitgevoerd.

3.   De samenwerkingsregelingen voorzien in de vereiste mechanismen, instrumenten en procedures opdat de toezichthoudende autoriteit van het derde land de bevoegde autoriteiten van de Unie kan bijstaan wanneer zulks noodzakelijk is om Uniewetgeving en nationale uitvoeringswetgeving waarop een in het betrokken derde land gevestigde entiteit inbreuk heeft gepleegd, te handhaven conform het op de betrokken autoriteit toepasselijke nationale en internationale recht.

Artikel 115

Gegevensbescherming

De samenwerkingsregelingen garanderen dat de overdracht van gegevens aan derde landen en de analyse van gegevens uitsluitend in overeenstemming met artikel 52 van Richtlijn 2011/61/EU plaatsvinden.

AFDELING 4

Uitwisseling van informatie in verband met de potentiële systeemimplicaties van abi-beheerderactiviteiten

(artikel 53, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU)

Artikel 116

Uitwisseling van informatie in verband met de potentiële systeemimplicaties van abi-beheerderactiviteiten

Voor de toepassing van artikel 53 van Richtlijn 2011/61/EU wisselen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die in het kader van genoemde richtlijn verantwoordelijk zijn voor de vergunningverlening aan of het toezicht op abi-beheerders, ten minste de volgende informatie uit met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en met de ESMA en het ESRB:

a)

de overeenkomstig artikel 110 ontvangen informatie, telkens als dergelijke informatie relevant kan zijn voor het bewaken van en het antwoorden op de mogelijke gevolgen van de activiteiten van individuele abi-beheerders of van verscheidene abi-beheerders samen voor de stabiliteit van systeemrelevante financiële instellingen en voor een ordelijke werking van de markten waarop de abi-beheerders actief zijn;

b)

de van autoriteiten van derde landen ontvangen informatie telkens als dit noodzakelijk is voor het bewaken van systeemrisico’s;

c)

de analyse van de onder a) en b) bedoelde informatie en de beoordeling van elke situatie waarin de activiteiten van een of meer onder toezicht staande abi-beheerders of van een of meer door hen beheerde abi’s geacht worden tot een toename van het systeemrisico in het financiële stelsel te leiden, het gevaar van chaotische marktomstandigheden te vergroten, of risico’s voor een duurzame groei van de economie op te leveren;

d)

informatie over de genomen maatregelen wanneer de activiteiten van een of meer onder toezicht staande abi-beheerders of van een of meer door hen beheerde abi’s een systeemrisico inhouden of gevaar opleveren voor de ordelijke werking van de markten waarop zij actief zijn.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 117

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 22 juli 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1.

(2)  COM(2010) 284.

(3)  PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26.

(4)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

(5)  PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.

(6)  PB L 176 van 10.7.2010, blz. 42.

(7)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

(8)  Comité van Europese bankentoezichthouders, Guidelines to Article 122a of the Capital Requirements Directive of 31 december 2010, http://www.eba.europa.eu/cebs/media/Publications/Standards%20and%20Guidelines/2010/Application%20of%20Art.%20122a%20of%20the%20CRD/Guidelines.pdf

(9)  Comité van Europese bankentoezichthouders, Guidelines to Article 122a of the Capital Requirements Directive of 31 december 2010, http://www.eba.europa.eu/cebs/media/Publications/Standards%20and%20Guidelines/2010/Application%20of%20Art.%20122a%20of%20the%20CRD/Guidelines.pdf

(10)  PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.

(11)  PB L 79 van 20.3.2007, blz. 11.


BIJLAGE I

Methoden om de blootstelling van een abi te vergroten

1.

Ongedekte geldleningen: wanneer geldleningen worden belegd, verhogen zij meestal de blootstelling van de abi met het totale bedrag van die leningen. Bijgevolg is de minimumblootstelling altijd het bedrag van de lening. Zij kan hoger zijn als de waarde van de met de lening gedane belegging groter is dan het geleende bedrag. Om dubbeltelling te vermijden, worden geldleningen die gebruikt worden om de blootstelling te financieren niet bij de berekening betrokken. Als de geldleningen niet belegd worden, maar in geldmiddelen of kasequivalenten blijven als omschreven in artikel 7, onder a), vergroten zij de blootstelling van de abi niet.

2.

Gedekte geldleningen: gedekte geldleningen lijken op ongedekte geldleningen, maar de lening kan door een pool van activa of door één activum gedekt zijn. Als de geldleningen niet belegd worden, maar in geldmiddelen of kasequivalenten blijven als omschreven in artikel 7, onder a), vergroten zij de blootstelling van de abi niet.

3.

Converteerbare leningen: converteerbare leningen zijn gekochte schuld waarbij de houder of de emittent onder bepaalde omstandigheden in staat kan worden gesteld die schuld in een ander activum om te zetten. De blootstelling van de abi is de marktwaarde van die leningen.

4.

Renteswaps: een renteswap is een overeenkomst om op gezette tijden (betaaldagen) tijdens de duur van de overeenkomst rentegeldstromen te ruilen, berekend op basis van een notionele hoofdsom. De betaalverplichting van elke partij wordt berekend met behulp van een andere rente op basis van de notionele blootstellingen.

5.

Contracts for differences: een contract for differences (CFD) is een overeenkomst tussen twee partijen — de belegger en de CFD-verstrekker — om de veranderde koers van een onderliggend activum te betalen. Afhankelijk van het koersverloop betaalt de ene partij de andere partij het verschil vanaf het tijdstip waarop het contract is gesloten tot het tijdstip waarop het afloopt. De blootstelling is de marktwaarde van het onderliggende activum. Dezelfde behandeling moet gelden voor financiële spread bets.

6.

Futures: een future is een overeenkomst om op een bepaald moment in de toekomst een bepaalde hoeveelheid van een effect, valuta, grondstof, index of ander activum tegen een vooraf vastgestelde prijs te kopen of te verkopen. De blootstelling is de marktwaarde van het equivalente onderliggende activum.

7.

Total return swaps: een total return swap is een overeenkomst waarbij de ene partij (total return-betaler) de totale economische prestatie van een referentieobligatie aan de andere partij (total return-ontvanger) overdraagt. De totale economische prestatie omvat opbrengsten van rente en vergoedingen, winsten of verliezen van marktbewegingen en kredietverliezen. De blootstelling van de abi is de marktwaarde van de equivalente referentieactiva die een invloed hebben op de economische prestaties van de swap.

8.

Termijnaffaires: een termijnaffaire is een bilaterale maatwerkovereenkomst om op een bepaalde afwikkelingsdatum in de toekomst tegen een op de transactiedatum overeengekomen termijnprijs een activum of geldstromen te ruilen. De ene partij bij de termijnaffaire is de koper (longpositie), die ermee instemt op de afwikkelingsdatum de termijnprijs te betalen; de andere partij is de verkoper (shortpositie), die ermee instemt de termijnprijs te ontvangen. Voor het aangaan van een termijncontract is gewoonlijk geen betaling van een vergoeding vereist. De blootstelling van de abi is de marktwaarde van het equivalente onderliggende activum. Deze kan vervangen worden door de notionele waarde van het contract indien deze voorzichtiger is.

9.

Opties: een optie is een overeenkomst die de koper, welke een vergoeding (premie) betaalt, het recht verleent- maar niet de verplichting oplegt — op of tot aan de expiratie van het contract (expiratie) tegen een overeengekomen prijs (uitoefenprijs) een bepaalde hoeveelheid van een onderliggend activum te kopen of te verkopen. Een calloptie is een optie om te kopen, een putoptie een optie om te verkopen. De grenzen van de blootstelling van het fonds zijn enerzijds een potentiële onbeperkte blootstelling en anderzijds een blootstelling die beperkt is tot de betaalde premie of, indien hoger, de marktwaarde van die optie. De blootstelling tussen die twee grenzen wordt bepaald als het voor delta gecorrigeerde equivalent van de onderliggende positie (bij de delta van een optie wordt de gevoeligheid van de prijs van een optie enkel aan de hand van een verandering van de prijs van het onderliggende activum gemeten). Dezelfde aanpak moet bijvoorbeeld worden gevolgd voor in gestructureerde producten ingebedde derivaten. De structuur moet in zijn bestanddelen worden uitgesplitst en het effect van lagen van derivatenblootstellingen moet op toereikende wijze worden weergegeven.

10.

Retrocessieovereenkomsten: van een retrocessieovereenkomst is gewoonlijk sprake wanneer een abi effecten aan een tegenpartij (die een wederverkoopverplichting heeft) verkoopt en ermee instemt deze in de toekomst tegen een overeengekomen prijs terug te kopen. De abi maakt financieringskosten door deze transactie aan te gaan en dient bijgevolg de geldopbrengsten (in feite geldzekerheid) te herbeleggen om een rendement te behalen dat groter is dan de gemaakte financieringskosten. Het herbeleggen van de „geldzekerheid” betekent dat door de abi incrementeel marktrisico wordt gelopen waarmee bijgevolg bij de berekening van de algemene blootstelling rekening moet worden gehouden. De economische risico’s en baten van de „verkochte” effecten blijven bij de abi. Ook zal een retrocessietransactie bijna altijd aanleiding tot hefboomfinanciering geven omdat de „geldzekerheid” zal worden herbelegd. Ingeval uit hoofde van de transactie niet-geldzekerheid wordt ontvangen en deze zekerheid uit hoofde van een andere retrocessietransactie, of een effectenuitleenovereenkomst, verder wordt gebruikt, moet de volledige marktwaarde van de zekerheid in het bedrag van de algemene blootstelling worden opgenomen. De blootstelling van de abi wordt vergroot met het herbelegde deel van de geldzekerheid.

11.

Omgekeerde retrocessieovereenkomsten: van deze transactie is sprake indien een abi effecten van een retrocessietransactietegenpartij „koopt” en ermee instemt deze tegen een overeengekomen prijs in de toekomst terug te verkopen. Abi’s sluiten deze transacties gewoonlijk af om met laag risico een geldmarktrendement te behalen waarbij de „gekochte” effecten als zekerheid dienen. Er ontstaat dan ook geen algemene blootstelling noch neemt de abi de risico’s en baten van de „gekochte” effecten op zich, dit wil zeggen, er is geen incrementeel marktrisico. Het is echter mogelijk dat, zoals hierboven beschreven, de „gekochte” effecten verder worden gebruikt uit hoofde van een retrocessie- of effectenuitleentransactie; in dat geval moet in het bedrag van de algemene blootstelling de volledige marktwaarde van de effecten worden opgenomen. De economische risico’s en baten van de gekochte effecten blijven bij de tegenpartij waardoor de blootstelling van de abi niet vergroot.

12.

Effectenuitleenregelingen: een abi die een effectenuitleentransactie aangaat, leent tegen een overeengekomen vergoeding een effect uit aan een tegenpartij die een effect leent (de tegenpartij leent het effect gewoonlijk om een fysieke shorttransactie te dekken). De lener van het effect verstrekt geld- of niet-geldzekerheid aan de abi. Enkel indien geldzekerheid wordt herbelegd in andere instrumenten dan die welke worden omschreven in artikel 7, onder a), ontstaat algemene blootstelling. Als de geldzekerheid verder wordt gebruikt uit hoofde van een retrocessie- of andere effectenuitleentransactie moet in het bedrag van de algemene blootstelling de volledige marktwaarde van de effecten worden opgenomen zoals hierboven beschreven. Blootstelling ontstaat voor zover de geldzekerheid is herbelegd.

13.

Effectenleenregelingen: een abi die tot het lenen van effecten overgaat, leent voor een overeengekomen vergoeding een effect van een tegenpartij die een effect uitleent. De abi verkoopt vervolgens het effect op de markt. De abi heeft nu een shortpositie in dat effect. Voor zover de geldopbrengsten van de verkoop worden herbelegd, vergroot dit eveneens de blootstelling van de abi. De blootstelling is de marktwaarde van de kort verkochte effecten; bijkomende blootstelling ontstaat voor zover de ontvangen geld worden herbelegd.

14.

Credit default swaps: een credit default swap (CDS) is een kredietderivatenovereenkomst die de koper bescherming verleent (de koper wordt gewoonlijk volledig vergoed) ingeval de referentie-entiteit wanbetaalt of te haren aanzien een kredietgebeurtenis plaatsvindt. Als tegenprestatie ontvangt de verkoper van de CDS van de koper regelmatig een vergoeding, een zogenaamde premie. Voor de protectieverkoper is de blootstelling de marktwaarde van de onderliggende referentieactiva of, indien hoger, de notionele waarde van de kredietverzuimwap. Voor de protectiekoper is de blootstelling de marktwaarde van het onderliggende referentieactivum.

BIJLAGE II

Omzettingsmethodieken voor derivaten

1.

De volgende omzettingsmethoden gelden voor de onderstaande niet-exhaustieve lijst van standaardderivaten:

a)

futures

—   obligatiefuture: aantal contracten * notionele contractgrootte * marktprijs van de goedkoopst leverbare referentieobligatie

—   rentefuture: aantal contracten * notionele contractgrootte

—   valutafuture: aantal contracten * notionele contractgrootte

—   aandelenfuture: aantal contracten * notionele contractgrootte * marktprijs van het onderliggende gewone aandeel

—   indexfutures: aantal contracten * notionele contractgrootte * indexniveau

b)

plain vanilla opties (gekochte/verkochte puts en calls)

—   plain vanilla obligatieoptie: notionele contractwaarde * marktwaarde van de onderliggende referentieobligatie * delta

—   plain vanilla aandelenoptie: aantal contracten * notionele contractgrootte * marktprijs van het onderliggende gewone aandeel * delta

—   plain vanilla renteoptie: notionele contractwaarde * delta

—   plain vanilla valutaoptie: notionele contractwaarde van de valutaonderdelen * delta

—   plain vanilla indexopties: aantal contracten * notionele contractgrootte * indexniveau * delta

—   plain vanilla opties op futures: aantal contracten * notionele contractgrootte * marktprijs van het onderliggende activum * delta

—   plain vanilla swaptions: bedrag na omzetting van de referentieswap met behulp van de methode op basis van gedane toezeggingen * delta

—   warrants en claimrechten: aantal aandelen/obligaties * marktwaarde van het onderliggende referentie-instrument * delta

c)

swaps

—   plain vanilla vastrentende/variabelrentende rente- en inflatieswaps: notionele contractwaarde

—   valutaswaps: notionele waarde van de valutaonderdelen

—   valutarenteswaps: notionele waarde van de valutaonderdelen

—   basic total return swap: onderliggende marktwaarde van de referentieactiva

—   non-basic total return swap: cumulatieve onderliggende marktwaarde van beide onderdelen van de TRS

—   single name credit default swap:

protectieverkoper— de marktwaarde van het onderliggende referentieactivum of, indien hoger, de notionele waarde van de credit default swap

protectiekoper— de marktwaarde van het onderliggende referentieactivum

—   contracts for differences: aantal aandelen/obligaties * marktwaarde van het onderliggende referentie-instrument

d)

termijnaffaires

—   valutatermijnaffaire: notionele waarde van de valutaonderdelen

—   forward rate agreement: notionele waarde

e)

hefboomblootstelling aan indexen met ingebedde hefboom

Voor een derivaat dat hefboomblootstelling aan een onderliggende index verschaft, of indexen waarin hefboomblootstelling aan hun portefeuille is ingebed, moet voor de betrokken activa de toepasselijke standaardbenadering op basis van gedane toezeggingen gelden.

2.

De volgende omzettingsmethoden worden toegepast op de onderstaande niet-exhaustieve lijst van financiële instrumenten met ingebedde derivaten:

—   converteerbare obligaties: aantal referentieaandelen * marktwaarde van de onderliggende referentieaandelen * delta

—   credit linked notes: marktwaarde van de onderliggende referentieactiva

—   gedeeltelijk te betalen effecten: aantal aandelen/obligaties * marktwaarde van de onderliggende referentie-instrumenten

—   warrants en claimrechten: aantal aandelen/obligaties * marktwaarde van het onderliggende referentie-instrument * delta.

3.

Lijst van voorbeelden van niet-gestandaardiseerde derivaten onder gebruikmaking van de gerelateerde methodologie op basis van gedane toezeggingen:

Variance swaps: variance swaps zijn contracten die beleggers de mogelijkheid bieden blootstelling te verkrijgen aan de variantie (kwadratische volatiliteit) van een onderliggend activum en, met name, toekomstige gerealiseerde (of historische) volatiliteit voor actuele impliciete volatiliteit te ruilen. Volgens de marktpraktijk worden de uitoefenprijs en de notionele waarde van de variantie uitgedrukt in termen van volatiliteit. Voor de notionele waarde van de variantie geeft dit:

Formula

De notionele waarde van de vega is een theoretische maat voor de winst of het verlies die voortvloeien uit een verandering van volatiliteit van 1 %.

Aangezien de gerealiseerde volatiliteit niet minder dan nul kan bedragen, heeft een longswappositie een bekend maximumverlies. Het maximumverlies op een shortswap wordt vaak beperkt door het opnemen van een volatiliteitslimiet. Zonder een limiet zijn de potentiële verliezen van een shortswap evenwel onbeperkt.

De voor een gegeven contract bij tijd t te gebruiken omzettingsmethodiek is als volgt:

notionele waarde van de variantie * (actuele) variantiet (zonder volatiliteitslimiet)

notionele waarde van de variantie * min [(actuele) variantiet, volatiliteitslimiet2] (met volatiliteitslimiet)

waarbij: (actuele) variantiet een functie is van de kwadratische gerealiseerde en impliciete volatiliteit, meer bepaald:

Formula

Volatility swaps

Naar analogie van variance swaps moeten de volgende omzettingsformules gelden voor volatility swaps:

notionele waarde van de vega * (actuele) volatiliteitt (zonder volatiliteitslimiet)

notionele waarde van de vega * min [(actuele) volatiliteitt, volatiliteitslimiet] (met volatiliteitslimiet)

waarbij de (actuele) volatiliteit t een functie is van de gerealiseerde en impliciete volatiliteit.

4.

Barrier (knock-in knock-out) opties

Aantal contracten * notionele contractgrootte * marktprijs van het onderliggende gewone aandeel * delta.


BIJLAGE III

Duration-salderingregels

1.

Een rentederivaat wordt in zijn equivalente onderliggende activapositie omgezet overeenkomstig de volgende methodologie:

De equivalente onderliggende activapositie van elk rentederivaat wordt berekend als de duration ervan gedeeld door de streefduration van de abi en vermenigvuldigd met de equivalente onderliggende activapositie:

Formula

waarbij:

duration FDI de duration (gevoeligheid van de marktwaarde van het financieel derivaat voor renteveranderingen) is van het rentederivaat;

duration target overeenstemt met de beleggingsstrategie, de richtingsposities en het verwachte niveau van risico op enig moment en anders wordt geregulariseerd. Deze is eveneens in overeenstemming met de duration van de portefeuille onder normale marktvoorwaarden;

CVderivaat de omgezette waarde is van de derivatenpositie als gedefinieerd in bijlage II.

2.

De overeenkomstig lid 1 berekende equivalente onderliggende activaposities worden als volgt gesaldeerd:

a)

elk rentederivaat wordt ingedeeld bij de passende looptijdbandbreedte van de onderstaande looptijdladder:

looptijdbandbreedten

1.

0-2 jaar

2.

2-7 jaar

3.

7-15 jaar

4.

> 15 jaar;

b)

de equivalente onderliggende long- en shortactivaposities worden binnen elke looptijdbandbreedte gesaldeerd. Het bedrag van de eerstbedoelde posities dat wordt gesaldeerd met de laatstbedoelde posities is het gesaldeerde bedrag voor die looptijdbandbreedte;

c)

beginnend met de kortste looptijdbandbreedte worden de gesaldeerde bedragen tussen twee aangrenzende looptijdbandbreedten berekend door het salderen van het bedrag van de resterende niet-gesaldeerde long- (of short)positie in looptijdbandbreedte i) met het bedrag van de resterende niet-gesaldeerde short- (long)positie in looptijdbandbreedte (i + 1);

d)

beginnend met de kortste looptijdbandbreedte worden de gesaldeerde bedragen tussen twee niet-aangrenzende looptijdbandbreedten die door één tussenliggende looptijdbandbreedte van elkaar zijn gescheiden, berekend door het salderen van het bedrag van de resterende niet-gesaldeerde long- (of short)positie in looptijdbandbreedte i) met het bedrag van de resterende niet-gesaldeerde short- (long)positie in looptijdbandbreedte (i + 2);

e)

het gesaldeerde bedrag wordt berekend tussen de resterende niet-gesaldeerde long- en shortposities van de twee verst van elkaar verwijderde looptijdbandbreedten.

3.

De abi berekent haar blootstellingen als de som van absolute waarden:

0 % van het gesaldeerde bedrag voor elke looptijdbandbreedte;

40 % van de tussen twee aangrenzende looptijdbandbreedten (i) en (i + 1) gesaldeerde bedragen;

75 % van de tussen twee niet-aangrenzende looptijdbandbreedten die door een andere looptijdbandbreedte van elkaar zijn gescheiden, dat wil zeggen looptijdbandbreedten (i) en (i + 2), gesaldeerde bedragen;

100 % van de tussen de twee verst van elkaar verwijderde looptijdbandbreedten gesaldeerde bedragen; en

100 % van de resterende niet-gesaldeerde posities.


BIJLAGE IV

Rapportagetemplates: abi-beheerder

(artikel 3, lid 3, onder d), en artikel 24 van Richtlijn 2011/61/EU)

Te rapporteren abi-beheerderspecifieke informatie

(artikel 3, lid 3, onder d), en artikel 24, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU)

 

 

Belangrijkste markt/instrument

Tweede belangrijkste markt/instrument

Derde belangrijkste markt/instrument

Vierde belangrijkste markt/instrument

Vijfde belangrijkste markt/instrument

1

Voornaamste markten waarop hij handelt namens de abi’s die hij beheert

 

 

 

 

 

2

Voornaamste instrumenten waarin hij handelt namens de abi’s die hij beheert

 

 

 

 

 

3

Waarde van de beheerde activa voor alle beheerde abi’s, berekend als omschreven in artikel 2

In basisvaluta (indien dezelfde voor alle abi’s)

In EUR

 

Gelieve de officiële naam, locatie en jurisdictie van de markten te vermelden.


Gedetailleerde lijst van alle abi’s die de abi-beheerder beheert

op verzoek te verstrekken vóór het einde van elk kwartaal

(artikel 24, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU)

Naam van de abi

Identificatiecode voor het fonds

Aanvangsdatum

Soort abi

(hefboomfonds, private equity, vastgoed, dakfonds, andere (*1))

IW

EU-abi Ja/neen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Monetaire waarden moeten in de basisvaluta van de abi worden gerapporteerd.

Rapportagetemplates: abi

(artikel 3, lid 3, onder d), en artikel 24 van Richtlijn 2011/61/EU)

Te verstrekken abi-specifieke informatie

(artikel 3, lid 3, onder d), en artikel 24, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU)

Soort gegevens

Gerapporteerde gegevens

Identificatie van de abi

1

Naam van de abi

 

EU-abi: ja/neen

2

Fondsbeheerder

(Officiële naam en standaardcode, indien beschikbaar)

 

EU-abi-beheerder: ja/neen

3

Identificatiecodes van het fonds,

indien van toepassing

 

 

4

Startdatum van de abi

 

 

5

Domicilie van de abi

 

 

6

Identificatie van de prime broker(s) van de abi

(Officiële naam en standaardcode, indien beschikbaar)

 

 

7

Basisvaluta van de abi overeenkomstig ISO 4217 en beheerde activa, berekend als omschreven in artikel 2

Valuta

Totale beheerde activa

8

Rechtsgebieden van de drie voornaamste financieringsbronnen (met uitsluiting van door beleggers gekochte rechten van deelneming of aandelen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

Overheersend soort abi (een van de mogelijkheden kiezen)

Hefboomfonds

Private equity-fonds

Vastgoedfonds

Dakfonds

Andere

Geen

 

10

Uitsplitsing van beleggingsstrategieën

(Verstrek een uitsplitsing van de beleggingsstrategieën van de abi afhankelijk van het voor vraag 1 gekozen overheersende soort abi. Zie instructies voor nadere informatie over de wijze van beantwoorden van deze vraag.)

 

 

Geef aan welke strategie de strategie van de abi het best beschrijft

Aandeel in IW

(%)

 

a)   Hefboomfondsstrategieën

 

Geef aan welke hefboomfondsstrategieën de strategieën van de abi het best beschrijven

Equity: Long Bias

Equity: Long/Short

Equity: Market Neutral

Equity: Short Bias

Relative Value: Fixed Income Arbitrage

Relative Value: Convertible Bond Arbitrage

Relative Value: Volatility Arbitrage

Event Driven: Distressed/Restructuring

Event Driven: Risk Arbitrage/Merger Arbitrage

Event Driven: Equity Special Situations

Credit Long/Short

Credit Asset Based Lending

Macro

Managed Futures/CTA: Fundamental

Managed Futures/CTA: Kwantitatief

Multi-strategy hedge fund

Andere hefboomfondsstrategie

 

 

 

b)   Private equity-strategieën

 

Geef aan welke private equity-strategieën de strategieën van de abi het best beschrijven

Venture Capital

Growth Capital

Mezzanine Capital

Multi-strategy private equity fund

Andere private equity-fondsstrategie

 

 

 

c)   Vastgoedstrategieën

 

Geef aan welke vastgoedstrategieën de strategieën van de abi het best beschrijven

Residential real estate

Commercial real estate

Industrial real estate

Multi-strategy real estate fund

Andere vastgoedstrategieën

 

 

 

d)   Dakfondsstrategieën

 

Geef aan welke „dakfondsstrategie” de strategieën van de abi’s het best beschrijven

Fund of hedge funds

Fund of private equity

Ander dakfonds

 

 

 

e)   Andere strategieën

 

Geef aan welke „andere” strategie de strategieën van de abi’s het best beschrijven

Commodity fund

Equity fund

Fixed income fund

Infrastructure fund

Ander fonds

 

 

Voornaamste blootstellingen en belangrijkste concentratie

11

Voornaamste instrumenten waarin de abi handelt

 

 

 

 

Soort instrument/code instrument

Waarde (als berekend op grond van artikel 3 abi-beheerdersrichtlijn)

Longpositie/shortpositie

 

Belangrijkste instrument

 

 

 

 

2e belangrijkste instrument

 

 

 

 

3e belangrijkste instrument

 

 

 

 

4e belangrijkste instrument

 

 

 

 

5e belangrijkste instrument

 

 

 

12

Geografische focus

 

 

 

Geef aan welk percentage van de totale instrinsieke waarde van de door de abi aangehouden beleggingen op welke regio betrekking heeft

% van IW

 

 

Afrika

 

 

 

Azië en Pacific (met uitsluiting van Midden-Oosten)

 

 

 

Europa (EER)

 

 

 

Europa (behalve EER)

 

 

 

Midden-Oosten

 

 

 

Noord-Amerika

 

 

 

Zuid-Amerika

 

 

 

Supranationaal/multiregionaal

 

 

13

Tien voornaamste blootstellingen van de abi op de verslagdatum (meest waardevolle in absolute termen)

 

 

Soort activum/passivum

Naam/beschrijving van het activum/passivum

Waarde (als berekend op grond van artikel 3)

% van de brutomarktwaarde

Longpositie/shortpositie

Tegenpartij (indien relevant)

 

1e

 

 

 

 

 

 

 

2e

 

 

 

 

 

 

 

3e

 

 

 

 

 

 

 

4e

 

 

 

 

 

 

 

5e

 

 

 

 

 

 

 

6e

 

 

 

 

 

 

 

7e

 

 

 

 

 

 

 

8e

 

 

 

 

 

 

 

9e

 

 

 

 

 

 

 

10e

 

 

 

 

 

 

14

Vijf belangrijkste portefeuilleconcentraties

 

 

Soort activum/passivum

Naam/beschrijving van de markt

Waarde van de gezamenlijke blootstelling (als berekend op grond van artikel 3)

% van de brutomarktwaarde

Longpositie/shortpositie

Tegenpartij (indien relevant)

 

1e

 

 

 

 

 

 

 

2e

 

 

 

 

 

 

 

3e

 

 

 

 

 

 

 

4e

 

 

 

 

 

 

 

5e

 

 

 

 

 

 

15

Gemiddelde transactie/positieomvang

(Deze vraag beantwoorden als u in vraag 1 „private equity-fonds” als overheersend soort abi hebt gekozen.)

(Eén mogelijkheid kiezen)

Zeer klein

Klein

Onder marktgemiddelde

Boven marktgemiddelde

Groot

Zeer groot

 

16

Voornaamste markten waarop de abi handelt

 

 

 

Gelieve, indien beschikbaar, naam en identificatiecode (bv. MIC-code) van de markt met de grootste blootstelling te vermelden.

 

 

 

Gelieve, indien beschikbaar, naam en identificatiecode (bv. MIC-code) van de markt met de tweede grootste blootstelling te vermelden.

 

 

 

Gelieve, indien beschikbaar, naam en identificatiecode (bv. MIC-code) van de markt met de derde grootste blootstelling te vermelden.

 

 

17

Beleggersconcentratie

 

 

 

Specificeer het benaderende percentage van het eigen vermogen van de abi waarvan de vijf economische eigenaars met het grootste aandelenbelang in de abi de economische eigendom genieten (als een percentage van de uitstaande rechten van deelneming/aandelen van de abi; doorkijk naar de economische eigenaren indien bekend of mogelijk)

 

 

 

Uitsplitsing van de beleggersconcentratie volgens de status van de beleggers (gelieve een raming te maken als precieze info ontbreekt):

%

 

 

professionele cliënten (als omschreven in Richtlijn 2004/39/EG (MiFID)

retailbeleggers

 

 

Geldwaarden moeten in de basisvaluta van de abi worden gerapporteerd.

Aan de bevoegde autoriteiten te verstrekken abi-specifieke informatie

(artikel 24, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU)

 

Soort gegevens

Gerapporteerde gegevens

Identificatie van de abi

1

Naam van de abi

 

EU-abi: ja/neen

2

Fondsbeheerder

 

EU-abi-beheerder: ja/neen

1

Naam van de abi

 

 

 

2

Fondsbeheerder

 

 

 

3

Identificatiecodes van het fonds, indien van toepassing

 

 

 

4

Startdatum van de abi

 

 

 

5

Basisvaluta van de abi overeenkomstig ISO 4217 en beheerde activa, berekend als omschreven in artikel 2

Valuta

Totale beheerde activa

6

Identificatie van de prime broker(s) van de abi

 

 

 

7

Rechtsgebieden van de drie voornaamste financieringsbronnen

 

 

 

Verhandelde instrumenten en afzonderlijke blootstellingen

8

Afzonderlijke blootstellingen waarin de abi handelt en voornaamste categorieën activa waarin de abi op de verslagdatum beleggingen heeft

 

a)

Effecten

 

Waarde longpositie

Waarde shortpositie

 

Geldmiddelen en geldequivalenten

 

 

 

waaronder:

Depositocertificaten

 

 

 

 

Commercial paper

 

 

 

 

Andere deposito’s

 

 

 

 

Andere geldmiddelen en geldequivalenten (met uitsluiting van overheidseffecten)

 

 

 

Beursgenoteerde effecten

 

 

 

waaronder:

Door financiële instellingen uitgegeven

 

 

 

 

Andere beursgenoteerde aandelen

 

 

 

Niet-beursgenoteerde aandelen

 

 

 

Niet door financiële instellingen uitgegeven bedrijfsobligaties

 

 

 

waaronder:

Investment grade

 

 

 

 

Non-investment grade

 

 

 

Door financiële instellingen uitgegeven bedrijfsobligaties

 

 

 

waaronder:

Investment grade

 

 

 

 

Non-investment grade

 

 

 

Overheidsobligaties

 

 

 

waaronder:

EU-obligaties met een looptijd van 0-1 jaar

 

 

 

 

EU-obligaties met een looptijd langer dan 1 jaar

 

 

 

 

Niet-G10-obligaties met een looptijd van 0-1 jaar

 

 

 

 

Niet-G10-obligaties met een looptijd langer dan 1 jaar

 

 

 

Niet door financiële instellingen uitgegeven converteerbare obligaties

 

 

 

waaronder:

Investment grade

 

 

 

 

Non-investment grade

 

 

 

Door financiële instellingen uitgegeven converteerbare obligaties

 

 

 

waaronder:

Investment grade

 

 

 

 

Non-investment grade

 

 

 

Leningen

 

 

 

waaronder:

Hefboomleningen

 

 

 

 

Andere leningen

 

 

 

Gestructureerde/gesecuritiseerde producten

 

 

 

waaronder:

ABS

 

 

 

 

RMBS

 

 

 

 

CMBS

 

 

 

 

Agency MBS

 

 

 

 

ABCP

 

 

 

 

CDO/CLO

 

 

 

 

Ztructured certificates

 

 

 

 

ETP

 

 

 

 

Andere

 

 

 

b)

Derivaten

Waarde longpositie

Waarde shortpositie

 

Aandelenderivaten:

 

 

 

waaronder:

Betreffende financiële instellingen

 

 

 

 

Andere aandelenderivaten

 

 

 

Derivaten op vastrentende waarden

 

 

 

CDS

 

 

 

waaronder:

Single name financial CDS

 

 

 

 

Single name sovereign CDS

 

 

 

 

Single name other CDS

 

 

 

 

Index CDS

 

 

 

 

Exotic (incl. credit default tranche)

 

 

 

 

Brutowaarde

 

 

Handel in vreemde valuta (voor beleggingsdoeleinden)

 

 

 

Rentederivaten

 

 

 

 

Waarde longpositie

Waarde shortpositie

 

Grondstoffenderivaten

 

 

 

waaronder:

Energie

 

 

 

 

waaronder:

 

 

 

 

ruwe olie

 

 

 

 

aardgas

 

 

 

 

elektriciteit

 

 

 

 

Edelmetalen

 

 

 

 

waaronder: goud

 

 

 

 

Andere grondstoffen

 

 

 

 

waaronder:

 

 

 

 

industriële metalen

 

 

 

 

vee

 

 

 

 

landbouwproducten

 

 

 

Andere derivaten

 

 

 

c)

Fysieke (onroerende/materiële) activa

Waarde longpositie

 

 

Fysiek: onroerend goed

 

 

 

waaronder:

Woningen

 

 

 

 

Commercieel vastgoed

 

 

 

Fysiek: grondstoffen

 

 

 

Fysiek: hout

 

 

 

Fysiek: kunst en verzamelobjecten

 

 

 

Fysiek: transportactiva

 

 

 

Fysiek: andere

 

 

 

d)

Instellingen voor collectieve belegging

Waarde longpositie

 

 

Beleggingen in door de abi-beheerder geëxploiteerde/beheerde icbe’s

 

 

 

waaronder:

Geldmarktfondsen en icbe’s’s voor geldbeheer

 

 

 

 

Tracker

 

 

 

 

Andere icbe’s

 

 

 

Beleggingen in niet door de abi-beheerder geëxploiteerde/beheerde icbe’s

 

 

 

waaronder:

Geldmarktfondsen en icbe’s voor geldbeheer

 

 

 

 

Tracker

 

 

 

 

Andere icbe’s

 

 

 

e)

Beleggingen in andere activaklassen

 

Waarde longpositie

Waarde shortpositie

 

Totaal andere

 

 

 

9

Waarde van de omzet in elke activaklasse tijdens de verslagmaanden

 

 

 

 

a)

Effecten

 

Marktwaarde

 

 

Geldmiddelen en geldequivalenten

 

 

 

 

Beursgenoteerde aandelen

 

 

 

 

Niet-beursgenoteerde aandelen

 

 

 

 

Niet door financiële instellingen uitgegeven bedrijfsobligaties

 

 

 

 

waaronder:

Investment grade

 

 

 

 

Non-investment grade

 

 

 

Door financiële instellingen uitgegeven bedrijfsobligaties

 

 

 

 

Overheidsobligaties

 

 

 

 

waaronder:

Obligaties van EU-lidstaten

 

 

 

 

Obligaties van niet -EU-lidstaten

 

 

 

Converteerbare obligaties

 

 

 

 

Leningen

 

 

 

 

Gestructureerde/gesecuritiseerde producten

 

 

 

 

b)

Derivaten

 

Notionele waarde

Marktwaarde

 

Aandelenderivaten

 

 

 

 

Derivaten op vastrentende waarden

 

 

 

 

CDS

 

 

 

 

Handel in vreemde valuta (voor beleggingsdoeleinden)

 

 

 

 

Rentederivaten

 

 

 

 

Grondstoffenderivaten

 

 

 

 

Andere derivaten

 

 

 

 

c)

Fysieke (onroerende/materiële) activa

 

Marktwaarde

 

 

Fysiek:grondstoffen

 

 

 

 

Fysiek: onroerend goed

 

 

 

 

Fysiek: hout

 

 

 

 

Fysiek: kunst en verzamelobjecten

 

 

 

 

Fysiek: transportactiva

 

 

 

 

Fysiek: andere

 

 

 

 

d)

Instellingen voor collectieve belegging

 

 

 

 

e)

Andere activaklassen

 

 

 

 

Valuta van de blootstellingen

 

 

 

10

Totale long/shortwaarde van blootstellingen (vóór valutahedging) voor de volgende valutagroepen

Waarde longpositie

Waarde shortpositie

 

AUD