12.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 68/16


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 208/2013 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2013

betreffende de traceerbaarheidsvoorschriften voor kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name artikel 18, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 178/2002 zijn de algemene beginselen inzake levensmiddelen en diervoeders in het algemeen en de voedsel- en voederveiligheid in het bijzonder op het niveau van de Unie en op nationaal niveau vastgesteld. Artikel 18 van die verordening bepaalt dat levensmiddelen, diervoeders, voedselproducerende dieren en alle andere stoffen die bestemd zijn om in een levensmiddel of diervoeder te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin worden verwerkt, in alle stadia van de productie, verwerking en distributie traceerbaar moeten zijn.

(2)

Dat artikel bepaalt ook dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten kunnen nagaan wie hun levensmiddelen heeft geleverd en moeten beschikken over systemen en procedures waarmee kan worden vastgesteld aan welke andere bedrijven zij hun producten hebben geleverd. Die informatie moet op verzoek aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt.

(3)

Na de uitbraak van shigatoxineproducerende E.coli (STEC) in mei 2011 in de Unie, werd de consumptie van kiemgroenten aangewezen als de meest waarschijnlijke bron van de uitbraken.

(4)

Op 20 oktober 2011 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een wetenschappelijk advies goedgekeurd over het risico van shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC) en andere pathogene bacteriën in zaden en gekiemde zaden (2). In haar advies concludeert de EFSA dat de besmetting van droge zaden met bacteriële pathogenen de meest waarschijnlijke initiële bron van de uitbraken in verband met kiemgroenten is. Bovendien stelt het advies dat wegens de hoge vochtigheid en de gunstige temperatuur tijdens het kiemen op droge zaden aanwezige bacteriële pathogenen zich tijdens het kiemen kunnen vermenigvuldigen en tot een risico voor de volksgezondheid kunnen leiden.

(5)

De traceerbaarheid is een efficiënt instrument dat voor de voedselveiligheid zorgt, aangezien zij het mogelijk maakt een levensmiddel in alle stadia van de productie, verwerking en distributie te traceren, en daardoor een snelle reactie bij door voedsel overgedragen uitbraken mogelijk maakt. De traceerbaarheid van bepaalde levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong kan met name helpen bij de verwijdering van onveilige levensmiddelen uit de markt, waardoor de consumenten worden beschermd.

(6)

Om te zorgen voor de traceerbaarheid overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002, moeten de namen en adressen van zowel de exploitant van een levensmiddelenbedrijf dat de kiemgroenten of voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden levert als de exploitant van een levensmiddelenbedrijf waaraan dergelijke zaden of kiemgroenten worden geleverd, altijd beschikbaar zijn. Het voorschrift is gebaseerd op de „een stap achteruit”-„een stap vooruit”-aanpak die impliceert dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven beschikken over een systeem dat hen in staat stelt hun onmiddellijke leverancier(s) en hun onmiddellijke afnemers(s) te identificeren, behalve wanneer zij eindverbruikers zijn.

(7)

De omstandigheden waaronder kiemgroenten worden geproduceerd, kunnen een potentieel hoog risico voor de volksgezondheid vormen, aangezien zij kunnen leiden tot een significante vermeerdering van door voedsel overgedragen ziekteverwekkers. Bij een door voedsel overgedragen uitbraak die verband houdt met de consumptie van kiemgroenten is een snelle tracering van de betrokken goederen daarom van essentieel belang om het effect op de volksgezondheid van een dergelijke uitbraak te beperken.

(8)

Bovendien is de handel in voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden wijdverbreid, wat de noodzaak van een goede traceerbaarheid nog versterkt.

(9)

In deze verordening moeten daarom specifieke voorschriften voor de traceerbaarheid van kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden worden vastgesteld.

(10)

Er moet met name worden bepaald dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven aanvullende informatie moeten verstrekken over het volume of de hoeveelheid van dergelijke zaden of kiemgroenten en de verzendingsdatum, tezamen met een referentie voor de identificatie van de partij en een gedetailleerde beschrijving van de zaden of kiemgroenten.

(11)

Om de administratieve lasten van de exploitanten van levensmiddelenbedrijven te verlichten, moet worden voorzien in de nodige flexibiliteit wat betreft de vorm waarin de exploitanten van levensmiddelenbedrijven gegevens moeten bewaren en de relevante informatie als onderdeel van de traceerbaarheidsvoorschriften moeten verstrekken.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt voorschriften vast voor de traceerbaarheid van partijen van:

i)

kiemgroenten;

ii)

voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden.

Deze verordening is niet van toepassing op kiemgroenten die een behandeling hebben ondergaan die microbiologische risico’s uitschakelt en compatibel is met de wetgeving van de Europese Unie.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „kiemgroenten”: het product dat wordt verkregen uit het kiemen van zaden en de ontwikkeling daarvan in water of een ander medium, dat vóór de ontwikkeling van echte bladeren wordt geoogst en dat bedoeld is om geheel te worden gegeten, inclusief het zaad;

b)   „partij”: een hoeveelheid kiemgroenten of voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden, met dezelfde taxonomische naam, die op dezelfde dag uit dezelfde inrichting naar dezelfde bestemming wordt verzonden. Een zending kan bestaan uit één of meer partijen. Zaden met een verschillende taxonomische naam, die in dezelfde verpakking worden gemengd en bestemd zijn om tezamen te kiemen, en kiemgroenten daarvan worden ook als één partij beschouwd.

Voor de uitvoering van deze verordening is bovendien de definitie van „zending” in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 211/2013 van de Commissie (3) van toepassing.

Artikel 3

Traceerbaarheidsvoorschriften

1.   Exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen er in alle stadia van de productie, verwerking en distributie voor dat de volgende informatie betreffende de partijen voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden of de partijen kiemgroenten in dossiers wordt bewaard. De exploitant van een levensmiddelenbedrijf zorgt er ook voor dat de nodige informatie om aan deze bepalingen te voldoen, wordt verstrekt aan de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaraan de zaden of kiemgroenten worden geleverd:

a)

een precieze beschrijving van de zaden of kiemgroenten, waaronder de taxonomische naam van de plant;

b)

het volume of de hoeveelheid van de geleverde zaden of kiemgroenten;

c)

wanneer de zaden of kiemgroenten zijn verzonden uit het levensmiddelenbedrijf van een andere exploitant, de naam en het adres van:

i)

de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaruit de zaden of kiemgroenten zijn verzonden;

ii)

de verzender (eigenaar) indien verschillend van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaruit de zaden of kiemgroenten zijn verzonden;

d)

de naam en het adres van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waarnaar de zaden of kiemgroenten worden verzonden;

e)

de naam en het adres van de ontvanger (eigenaar), indien verschillend van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waarnaar de zaden of kiemgroenten worden verzonden;

f)

zo nodig, een referentie voor de identificatie van de partij;

g)

de datum van verzending.

2.   De in lid 1 bedoelde informatie kan in een passende vorm worden bewaard en verstrekt, mits zij gemakkelijk terug te vinden is door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaraan de zaden of kiemgroenten worden geleverd.

3.   De exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten de in lid 1 bedoelde relevante informatie dagelijks verstrekken. De in lid 1 bedoelde dossiers worden dagelijks bijgewerkt en worden beschikbaar gehouden gedurende een periode die lang genoeg is om ervan uit te gaan dat de kiemgroenten zijn geconsumeerd.

4.   De exploitant van een levensmiddelenbedrijf verstrekt de in lid 1 bedoelde informatie op verzoek onverwijld aan de bevoegde autoriteit.

Artikel 4

Traceerbaarheidsvoorschriften voor ingevoerde zaden en kiemgroenten

1.   Zendingen voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden en zendingen kiemgroenten gaan bij invoer in de Unie vergezeld van een certificaat, als vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 211/2013.

2.   De exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat zaden of kiemgroenten invoert, bewaart het in lid 1 bedoelde certificaat gedurende een periode die lang genoeg is om ervan uit te gaan dat de kiemgroenten zijn geconsumeerd.

3.   Alle exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de voor de productie van kiemgroenten bestemde ingevoerde zaden hanteren, verstrekken kopieën van het in lid 1 bedoelde certificaat aan alle exploitanten van levensmiddelenbedrijven waaraan de zaden worden verzonden totdat die zaden door de producent van de kiemgroenten worden ontvangen.

Wanneer voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden in detailshandelsverpakkingen worden verkocht, verstrekken alle exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de ingevoerde zaden hanteren kopieën van het in lid 1 bedoelde certificaat aan alle exploitanten van levensmiddelenbedrijven waaraan de zaden worden verzonden totdat zij voor verkoop in de detailhandel worden verpakt.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(2)  EFSA Journal 2011; 9(11):2424.

(3)  Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad.